NL9001854A - Bodembedekking, voorzien van vegetatie. - Google Patents

Description

Bodembedekking, voorzien van vegetatie.

De uitvinding heeft betrekking op een bodembedekking, voorzien van vegetatie zoals mos, gras, en/of kruiden voor het bedekken van bodems en ondergronden zoals weg (midden) bermen, daken, enz., bestaande uit een door een structuur in zijn verband gehouden voedingsbodemsub-straat met daarop gekweekte vegetatie, aan de onderzijde afgedekt door een worteltegenhoudend vlies, dat water doorlatend is.

Dergelijke bodembedekkingen zijn bekend. Volgens het Europese octrooischrift 127839 bestaat zo'n bodembedek-king uit een structuurlaag, gevormd door een zogenaamde lussenmat (Schlingmatte), opgevuld met een structuur stabiel substraat, bestaande uit grond, grint, steenslag, mineralen, kalk, dat de feitelijke voedingsbodem vormt, en waarin de vegetatie wordt uitgezaaid. Het aan de onderzijde afsluitende vlies helpt de onderlinge samenhang te ondersteunen en dient verder als vochtbuffer alsook als wortelonderbreker voor onkruidwortels. Dit laatste is in het bijzonder van belang, wanneer een dergelijke bodembe-dekking op de grond wordt gebruikt; in dat geval kunnen de wortels van ontkiemend onkruid, waarvan zaadjes op de bodembedekking terecht gekomen zijn, nauwelijks door het vlies heendringen naar de aardbodem, waardoor het onkruid uiteindelijke tenslotte van te geringe wateropname zal afsterven.

Dergelijke bodembedekkingen zijn leverbaar in de vorm van oprolbare matten, zij kunnen zowel als bodembedekking op de grond alsook voor dakbedekking dienen.

In dat laatste geval wordt volgens EP 202346 voorgesteld de onderzijde te voorzien van een warmte-isolerende steun-laag.

Hoewel dergelijke als vegetatiematten uitgevoerde bodembedekkingen hun nut in de praktijk bewezen hebben, kunnen zich omstandigheden voordoen, waarbij zo'n bedekking niet optimaal zal funktioneren. Indien de bodembedekking wordt aangebracht op een relatief natte aardbodem, bestaat de kans, dat te veel vocht van onderaf binnendringt, waardoor de vegetatie van de bodembedekking wordt blootgesteld aan te veel vocht en zal wegrotten. Bovendien kan beschadiging aan het ondergelegen vlies ontstaan, met als gevolg, dat zich gemakkelijk onkruid kan ontwikkelen op de bodembedekking, hetgeen veel extra verzorging vereist, iets dat bijzonder ongewenst is wanneer het bijvoorbeeld gaat om bodembedekking voor een middenberm van een verkeersweg.

Anderzijds kunnen zich bij droge ondergronden en bij dakbedekking omstandigheden voordoen, waardoor de bodembedekking te weinig water kan vasthouden en zal uitdrogen. Dit kan voorkomen worden door regelmatige besproeiing, hetgeen evenwel, bijvoorbeeld in geval van dakbedekking, tamelijk omslachtig kan zijn. Het is nu het doel van de uitvinding bij dergelijke bodembedekkingen genoemde bezwaren zo veel mogelijk op te vangen.

Daartoe voorziet de uitvinding in een bodembedekking zoals in de aanhef omschreven, met het kenmerk, dat tussen de bedekken bodem of ondergrond en de bodembedekking een aan de bodemgesteldheid aangepaste vocht-reguleringslaag is aangebracht.

In het geval van een bodembedekking, bestemd voor een droge ondergrond is daarbij de vochtregulerings-laag een bufferlaag, in staat om vocht op te nemen en vast te houden. Daarbij kan de bufferlaag doelmatig gevormd worden door een fijnporiïge vliesmat van kunststofmate-riaal. Deze is in staat om overtollig vocht van de bodembedekking op te nemen en naar behoefte weer terug te geven. Bijzonder doelmatig kan de bufferlaag bestaan uit een gewapend waterbufferend pakket. Volgens een voorkeursuitvoering van de uitvinding bestaat daarbij de bufferlaag uit een grof geweven mat van hard kunststofdraad zoals polyester, volgespoten met een fijn poreus kunststofschuim.

Een dergelijke bufferpakket is in het bijzonder goed in staat om water op te nemen en weer af te staan, en vormt bovendien een stevige, beschermende onderlaag, die bestand is tegen een zekere belasting. Doelmatig kan deze bufferlaag althans aan de onderzijde worden afgesloten door een wateropnemend kunststofvlies. Een dergelijke uitvoering biedt bovendien het grote voordeel, dat in hellende of zelfs vertikale stand zijdelings geen water uit de buffer laag wegloopt, maar dat dit in het kunststofschuim bewaard blijft. Daardoor is een dergelijke uitvoering in het bijzonder geschikt voor dakbedekking van schuine daken en voor bedekking van betonbunkers en dergelijke.

In het geval, dat de bodembedekking bestemd is voor een waterhoudende ondergrond, heeft de uitvinding het kenmerk, dat de vochtreguleringslaag een drainerings-laag is. Doelmatig kan daarbij de draineringslaag gevormd worden door een grof geweven mat van hard kunststofdraad zoals polyester. Een dergelijke mat vormt als het ware een afstandshouder tussen bodembedekking en ondergrond, in staat om overmaat water van de bovenbedekking door te laten, maar niet in staat om water op te zuigen vanaf de ondergrond. Doelmatig kan daarbij deze mat aan twee zijden zijn afgesloten door een worteltegenhöudend kunststofvlies. Deze afsluiting voorkomt, dat zich binnen de mat materiaal zou kunnen ophopen, waardoor de draineerwerking verloren zou kunnen gaan.

De uitvinding zal in het onderstaande nader worden toegelicht aan de hand van uitvoeringsvoorbeelden onder verwijzing naar de tekening. In de tekening toont, telkens in schematisch zijaanzicht:

Fig. 1 een bodembedekking met mos-kruidenvegeta-tie voor waterhoudende ondergrond, fig. 2 een tweede uitvoering van een bodembedekking met gras-kruidenvegetatie voor waterhoudende ondergrond, fig. 3 een bodembedekking met mos-kruidenvegeta-tie voor droge ondergrond, en fig. 4 een andere uitvoering van een bodembedekking met mos-kruidenvegetatie voor droge ondergrond.

In de figuren zijn overeenkomstige elementen met dezelfde verwijzingscijfers aangegeven.

In fig. 1 is een eerste uitvoeringsvorm van de uitvinding getoond; dit betreft een bodembedekking voor waterhoudende ondergrond, bijvoorbeeld bestemd om een wegberm mee te bedekken. Deze bodembedekking bestaat uit een voedingsbodemsubstraat 1, bestaande uit bestanddelen zoals aarde, zand, kalk en mineralen. Op deze voedingsbodem bevindt zich een vegetatie 2, die bij de getoonde uitvoering bestaat uit mos en kruiden. Onder voedingsbodemsubstraat 1 bevindt zich een in structuur verband gehouden voedingsbodem- of grondsubstraat 3, bestaande uit grond, grint, kalk enz., dat een samengesteld agglomeraat vormt met laag 1 en is aangebracht in een structuuronderhoudende laag, bijvoorbeeld een zogenaamde lussenmat als beschreven in het Europese octrooischrift 172839. Deze laag 3 heeft een vochtbufferende werking. Indien de bovenlaag te droog wordt, wordt vocht bewaard in dit grondsubstraat teruggegeven eventueel met mineralen die daarin zijn opgelost. Dit grondsubstraat wordt aan de onderzijde afgesloten door een zogenaamd worteltegenhoudend vlies 4, gevormd door een fijn vlies van ongeweven kunststoftextiel, dat water kan doorlaten, terwijl onkruidwortels die anders zouden kunnen doorschieten, worden tegengehouden.

Beneden de aldus gevormde bodembedekking bevindt zich een draineerlaag 5, bestaande uit een zeer grof geweven mat van hard kunststofdraad, aan boven- en onderzijde afgedekt door een fijngeweven vlies van kunststoftextiel 9 resp. 10, die wateropnemend en doorlatend zijn.

Bij de aldus gevormde bodembedekking, bedoeld om te worden gelegd op een bodemwater-bevattende ondergrond, bijvoorbeeld een wegberm of middenberm, is het vege-tatiesysteem zeifonderhoudend, dat wil zeggen, de voedingsbodem 1 en het grondsubstraat 3 zorgen er voor, dat er voldoende vocht voor de vegetatie van mossen en kruiden is. Mos heeft op zichzelf reeds een vochtvasthoudend effect op z'n ondergrond, c.q. de voedingsbodem, en het als water-buffer dienende grondsubstraat zorgt, dat in het geval van droogte nog water van beneden af kan worden toegevoerd. Het fijne vlies 4 dient als zogenaamd antiworteldoek, om te voorkomen, dat plotseling opkomend onkruid met z'n wortels kan doorschieten naar beneden. Zoals bekend heeft onkruid meer vocht nodig en meer ruimte dan de speciaal voor deze bodembedekking gekozen vegetatie van mos en kruiden, en dankzij dit antiworteldoek kunnen de eventuele .onkruidwortels niet doorschieten, zodat het onkruid geen kans krijgt uit te groeien.

Een essentieel deel van de bovenbeschreven structuur vormt de draineerlaag 5, welke als het ware een af-standshouder vormt tussen de bovengelegen bodembedekking en de ondergrond. Omdat deze draineerlaag zeer grove openingen heeft, vormt zij een uitstekende draineerlaag, waardoorheen overtollig water uit het grondsubstraat 3 naar beneden toe kan uittreden, terwijl daarentegen overtollig water uit de ondergrond nooit omhoog zal kunnen stijgen, aangezien de draineerlaag geen capillaire werking kan vertonen. Deze draineerlaag 5 is afgesloten aan bovenen onderzijden met afsluitende vliezen 9 en 10 om te voorkomen, dat materiaal van de ondergrond of van boven af zou kunnen doordringen in de draineerlaag zelf met in het uiterste geval het gevolg, dat deze laag in plaats van draineren zou opzuigen door verkregen capillaire werking. Bijzonder geschikt materiaal voor deze draineerlaag is zogenaamd Enkadrain P32* dubbelzijdig vlies, dat commercieel verkrijgbaar is.

In fig. 2 is een uitvoeringsvorm getoond voor een bodembedekking met gras en kruiden. Evenals in fig.

1 is er weer een in structuur verband gehouden voedingsbodem 1, met daarop de vegetatie 2' van gras en kruiden.

In dit geval bevindt zich onder de voedingsbodem 1 geen grondsubstraat, maar meteen een antiworteldoek 4, terwijl onder het antiworteldoek 4 een draineerlaag 6 is aangebracht, die bestaat uit geribd vliesmateriaal, in staat om een zekere hoeveelheid water vast te houden en overmaat te draineren. Een geschikt materiaal voor een dergelijke draineerlaag 6 is bijvoorbeeld Hate-Vlies type L206*, een commercieel verkrijgbaar, geribd materiaal.

In geval van de uitvoering van fig. 2 is er in tegenstelling tot fig. 1 geen absolute isolatie ten opzichte van de ondergrond, hetgeen onder meer verband houdt met het feit, dat een grasbeplanting meer water behoeft dan een mosbeplanting. Voor het overige is de werking in principe hetzelfde, zij het, dat de draineerlaag 6 meteen de funktie van bufferlaag vervult.

Fig. 3 toont een bodembedekking met mos-kruiden-vegetatie, welke overeenkomstig als in fig. 1 een in struc-tuurverband gehouden voedingsbodem 1 met daarop de mos-kruidenvegetatie 2 vertoont en daaronder een in structuur-verband gehouden grondsubstraat 3 met vochtbufferende werking en tevens dienende als mineraalbron en afgesloten door een antiworteldoek 4. Daaronder bevindt zich een dubbele sterk waterbufferende vlieslaag 7, waarvoor bijvoorbeeld twee lagen Hate-Vlies type L206* kunnen worden genomen. Deze dubbele vlieslaag zorgt voor een uitstekende waterbufferende werking, waarmee gewaarborgd wordt, dat er altijd voldoende overmaat aan water zal zijn, zodat ook in gevallen van droogte via het grondsubstraat 3 nog water aan de voedingsbodem en dus de vegetatie kan worden doorgegeven. De waterbuiferende dubbele vlieslaag 7 is aan de onderzijde afgesloten door een vlies 10, dat wortel-tegenhoudend is. De ondergrond 11 is in dit geval droog, en een dergelijke bodembedekking is geschikt om te worden gelegd op bijvoorbeeld een ondergrond van zandgrond of steen. Ook kan zij dienen als bedekking voor daken.

In fig. 4 is een tweede uitvoering getoond voor een bodembedekking voor droge ondergrond. Voor wat betreft de onderdelen 1, 2, 3 en 4 komt deze in wezen overeen met de uitvoeringsvorm van fig. 3. Het belangrijk verschil is evenwel de waterbuffering daaronder. In plaats van de dubbele vlieslaag 7 wordt hier gebruik gemaakt van een structuur 8, bestaande uit fijn poreus kunststofschuim, dat ingespoten is in een grof geweven mat van hard kunststof draad. Deze structuur is aan de onderzijde afgesloten door een waterdoorlatend en afdichtend vlies 10. Ook hier is de ondergrond 11 een droge ondergrond, en de beschreven constructie is in het bijzonder geschikt voor daken bunkerbedekking. Gebleken is namelijk, dat een dergelijke combinatie van poreus schuim in een structuurmat weinig of geen water van opzij verliest, zodat een dergelijke bodembedekking niet horizontaal maar ook schuin onder een sterke helling kan worden aangebracht. Dit maakt, dat een dergelijke bodembedekking bij uitstek geschikt is voor daken en voor bunkerbekleding met aflopende wan- den. Bijzonder geschikt is in de praktijk gebleken om als structuurmat het reeds genoemde Enkadrain P32(*), volgespoten met zogenaamd Gardenfoam RG30*. Bij een dergelijke bodembedekking is zelfs bij relatief langdurige droogte nog een vochtvoorziening voor het interne systeem gewaarborgd.

Hoewel de uitvinding in het bovenstaande beschreven is aan de hand van vier uitvoeringsvoorbeelden zal het duidelijk zijn, dat er tal van varianten mogelijk zijn, zonder daardoor te treden buiten het kader van de uitvinding.

Claims (8)

1. 2. Bodembedekking volgens conclusie 1, bestemd voor een droge ondergrond, met het kenmerk, dat de vochtreguleringslaag een bufferlaag is, in staat vocht op te nemen en vast te houden.
2. 3. Bodembedekking volgens conclusie 2, m e t het kenmerk, dat de bufferlaag gevormd wordt door een fijnporiïge vliesmat van kunststofmateriaal.
3. 4. Bodembedekking volgens conclusie 2, m e t het kenmerk, dat de bufferlaag bestaat uit een gewapend waterbuiferend pakket.
4. 5. Bodembedekking volgens conclusie 4, m e t het kenmerk, dat de bufferlaag bestaat uit een grof geweven mat van hard kunststofdraad zoals polyester, volgespoten met een fijn poreus kunststofschuim.
5. 6. Bodembedekking volgens conclusie 5, m e t het kenmerk, dat de bufferlaag althans aan de onderzijde is afgesloten door een wateropnemend kunststof-vlies.
6. 7. Bodembedekking volgens conclusie 1, bestemd voor een waterhoudende ondergrond, met het ken merk, dat de vochtreguleringslaag een draineringslaag is.
7. 8. Bodembedekking volgens conclusie 7, m e t het kenmerk, dat de draineringslaag gevormd wordt door een grof geweven mat van hard kunststofdraad zoals polyester.
8. 9. Bodembedekking volgens conclusie 8, m e t het kenmerk, dat de mat tweezijdig is afgesloten door een waterdoorlatend kunststofvlies.