NL2001326C2 - Inrichting voor het vormen van een luchtgordijn, geacclimatiseerde ruimte en geacclimatiseerd transportvoertuig. - Google Patents
Inrichting voor het vormen van een luchtgordijn, geacclimatiseerde ruimte en geacclimatiseerd transportvoertuig. Download PDFInfo
- Publication number
- NL2001326C2 NL2001326C2 NL2001326A NL2001326A NL2001326C2 NL 2001326 C2 NL2001326 C2 NL 2001326C2 NL 2001326 A NL2001326 A NL 2001326A NL 2001326 A NL2001326 A NL 2001326A NL 2001326 C2 NL2001326 C2 NL 2001326C2
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- air curtain
- space
- air
- acclimatized
- supply
- Prior art date
Links
Classifications
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F24—HEATING; RANGES; VENTILATING
- F24F—AIR-CONDITIONING; AIR-HUMIDIFICATION; VENTILATION; USE OF AIR CURRENTS FOR SCREENING
- F24F9/00—Use of air currents for screening, e.g. air curtains
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B60—VEHICLES IN GENERAL
- B60H—ARRANGEMENTS OF HEATING, COOLING, VENTILATING OR OTHER AIR-TREATING DEVICES SPECIALLY ADAPTED FOR PASSENGER OR GOODS SPACES OF VEHICLES
- B60H1/00—Heating, cooling or ventilating [HVAC] devices
- B60H1/00007—Combined heating, ventilating, or cooling devices
- B60H1/00014—Combined heating, ventilating, or cooling devices for load cargos on load transporting vehicles
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B60—VEHICLES IN GENERAL
- B60H—ARRANGEMENTS OF HEATING, COOLING, VENTILATING OR OTHER AIR-TREATING DEVICES SPECIALLY ADAPTED FOR PASSENGER OR GOODS SPACES OF VEHICLES
- B60H1/00—Heating, cooling or ventilating [HVAC] devices
- B60H1/32—Cooling devices
- B60H1/3204—Cooling devices using compression
- B60H1/3232—Cooling devices using compression particularly adapted for load transporting vehicles
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B60—VEHICLES IN GENERAL
- B60J—WINDOWS, WINDSCREENS, NON-FIXED ROOFS, DOORS, OR SIMILAR DEVICES FOR VEHICLES; REMOVABLE EXTERNAL PROTECTIVE COVERINGS SPECIALLY ADAPTED FOR VEHICLES
- B60J9/00—Devices not provided for in one of main groups B60J1/00 - B60J7/00
- B60J9/04—Air curtains
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B60—VEHICLES IN GENERAL
- B60P—VEHICLES ADAPTED FOR LOAD TRANSPORTATION OR TO TRANSPORT, TO CARRY, OR TO COMPRISE SPECIAL LOADS OR OBJECTS
- B60P3/00—Vehicles adapted to transport, to carry or to comprise special loads or objects
- B60P3/20—Refrigerated goods vehicles
- B60P3/205—Refrigerated goods vehicles with means for dividing the interior volume, e.g. movable walls or intermediate floors
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- Physics & Mathematics (AREA)
- Thermal Sciences (AREA)
- Chemical & Material Sciences (AREA)
- Combustion & Propulsion (AREA)
- General Engineering & Computer Science (AREA)
- Health & Medical Sciences (AREA)
- Public Health (AREA)
- Transportation (AREA)
- Air-Conditioning For Vehicles (AREA)
Description
Inrichting voor het vormen van een luchtgordijn, geacclimatiseerde ruimte en geacclimatiseerd transportvoertuig
De uitvinding betreft een inrichting voor het vormen van een luchtgordijn, een 5 geacclimatiseerde ruimte voorzien van een dergelijke inrichting en een transportvoertuig voorzien van een dergelijke geacclimatiseerde ruimte.
Luchtgordijnen worden gebruikt voor het afschermen van een geacclimatiseerde ruimte. Een stroom van lucht wordt onder druk met snelheid van gemiddeld 9 m/sec bij de 10 uittrede-openinglangs een toegangsopening (bijvoorbeeld een deuropening) van de af te schermen ruimte geblazen, waarbij de plaatselijke overdruk er voor zorgt dat lucht van buiten de ruimte niet door de toegangsopening naar binnen komt. Aldus kan, zonder dat de ruimte fysiek wordt afgesloten door middel van bijvoorbeeld een deur, de temperatuur in de afgeschermde ruimte vrijwel constant blijven, hetgeen gunstig is voor 15 personen en/of producten in de ruimte.
Bekende installaties voor het vormen van een luchtgordijn zijn zo compact mogelijk uitgevoerd, en bestaan uit een behuizing voorzien van een sleuf voor het uitblazen van lucht als een luchtgordijn, een aanzuigopening in de behuizing, gericht naar de af te 20 schermen ruimte, en een ventilator die lucht aanzuigt door de aanzuigopening en deze weer uitblaast als luchtgordijn via de sleuf. Een gemiddeld luchtgordijn heeft een uitblaasopening met een breedte van ongeveer 10mm, waarbij de dikte vanaf de uitblaasopening uitwaaiert naar ongeveer 20-40 cm aan het uiterste einde van het luchtgordijn.
25
Een bekend voorbeeld zijn luchtgordijnen die gebruikt worden om de deuropening van een winkelruimte af te schermen van de buitenlucht. Afhankelijk van het klimaat is de winkelruimte geacclimatiseerd door een verwarmingsinstallatie voor het verwarmen van de ruimte als het buiten relatief koud is, en/of een airconditioningsysteem, voor het 30 koelen van de ruimte wanneer het buiten relatief warm is. Wanneer een persoon de winkel in of uit loopt zal de toegangsdeur geopend moeten worden. Tijdens het openen zorgt het luchtgordijn dat langs de deuropening is geplaatst ervoor dat de buitenlucht niet de kans krijgt de ruimte binnen te dringen. Doordat de lucht voor het luchtgordijn 2 wordt aangezogen vanuit de winkel zelf, worden het gewenste klimaat en temperatuur in de winkel behouden.
Een nadeel van de bekende luchtgordijnen is dat deze relatief veel energie gebruiken, 5 ofwel dusdanig slecht werken dat relatief veel buitenlucht (eg te warmte of te koude lucht) de ruimte binnendringt. Hierdoor moet de acclimatisaticapparatuur (eg airconditioning of koelinstallatie) van de ruimte compenseren, hetgeen eveneens relatief veel energie kost.
10 De Amerikaanse octrooiaanvrage US 2002/0078701 beschrijft een vrachtwagen voorzien va een koelruimte, waarbij de toegangsopening is voorzien van een inrichting voor het vormen van een luchtgordijn, die is bevestigd aan de binnenzijde van een toegangsdeur. De installatie zuigt lucht aan door twee openingen in het vlak van de deur, en blaast deze zijdelings weer uit, zodat bij opening van de deur de ruimte 15 enigszins wordt afgeschermd van de buitenlucht door middel van een luchtgordijn, waardoor de temperatuur in de gekoelde ruimte constanter blijft bij het openen van het laadruim. Een nadeel van de getoonde techniek is dat deze relatief veel elektriciteit gebruikt, hetgeen zich bij een voertuig vertaalt in een hoger brandstofverbruik. Een ander nadeel is dat het getoonde luchtgordijn gevoelig is voor verstoringen van het 20 luchtgordijn door externe factoren zoals wind.
De uitvinding beoogt een verbeterd luchtgordijn mogelijk te maken.
De uitvinding verschaft daartoe een inrichting voor het vormen van een luchtgordijn 25 voor het afschermen van een toegangsopening van geacclimatiseerde ruimte, omvattende - een behuizing, voorzien van ten minste één uitvoer voor het vormen van een in hoofdzaak in een vlak gelegen luchtgordijn, - ten minste één toevoer ingericht voor het aanvoeren van lucht vanuit de 30 geacclimatiseerde ruimte voor het vormen van een luchtgordijn, en - de toevoer en de uitvoer verbindende luchtverplaatsingsmiddelen voor het aanzuigen van lucht door de aanvoer en het onder druk uitblazen van lucht door de uitvoer voor het vormen van een luchtgordijn, waarbij de toevoer op afstand is gelegen van de uitvoer.
3
Het blijkt dat een dergelijke inrichting het mogelijk maakt een luchtgordijn met zelfde afschermingwerking te maken met een verminderd energiegebruik. Ook is het mogelijk vergelijkbare energiegebruik als een conventionele inrichting een beter afsluitend luchtgordijn te maken, waardoor bijvoorbeeld een acclimatiseringeenheid zoals een 5 koelinstallatie, verwarming of airconditioning minder energie hoeft te gebruiken om de afgeschermde ruimte op het gewenste klimaat te houden. De uitvinding toont dus tevens aan dat doordat de aanzuigopening van conventionele inrichtingen voor luchtgordijnen zich dusdanig dicht bij het vlak van het luchtgordijn bevindt, dat dit gordijn door de eigen aanzuiging verstoord wordt, en daardoor minder effectief afschermt dan een 10 vergelijkbaar luchtgordijn volgens de uitvinding.
De behuizing kan bijvoorbeeld uit metaal, of kunststof bestaan. De uitvoer is doorgaans sleuf vormig, eventueel voorzien van een rooster of vinnen waarmee de uitgeblazen lucht in de gewenste vorm wordt gebracht. Alle uit de stand van techniek bekende 15 vormen van uitvoeren kunnen hiervoor in principe gebruikt worden. De toevoer kan verschillende vormen hebben, en heeft doorgaans een grotere diameter dan de uitvoer. De toevoer kan bijvoorbeeld het uiteinde van een aanvoerkanaal of aanvoerbuis zijn. Voor de luchtverplaatsingsmiddelen zijn diverse in de stand van techniek bekende luchtverplaatsingsmiddelen denkbaar, zoals diverse vormen van ventilatoren, 20 compressoren en turbines. De luchtverplaatsingsmiddelen kunnen meerdere luchtverplaatsingselementen omvatten die bijvoorbeeld parallel en/of in serie zijn geplaatst, zoals een aanzuigventilator nabij de toevoer en een compressor nabij de uitvoer. Het luchtgordijn waaiert uit vanaf de uitvoer en heeft op afstand van de uitvoer doorgaans een minder krachtige afschermende werking. In vergelijking met 25 conventionele luchtgordijnen blijkt het luchtgordijn gevormd met de inrichting volgens de uitvinding minder verstoord te worden.
Het is voordelig indien de toevoer tevens op afstand is gelegen van het vlak van het te vormen luchtgordijn. Aldus verstoort het aanzuigen zo min mogelijk het gevormde 30 luchtgordijn, waardoor een betere afschermende werking wordt bereikt.
Het is voordelig indien de inrichting is ingericht voor het vormen van een luchtgordijn met een vooraf bepaalde hoogte, waarbij de toevoer is gelegen van de uitvoer op een afstand ter grootte van ten minste een kwart, bij voorkeur ten minste een derde, van de 4 hoogte van het luchtgordijn. Bij een dergelijke minimale afstand afhankelijk van de hoogte van het luchtgordijn blijkt het gevormde luchtgordijn zo min mogelijk verstoord te worden.
5 In een voorkeursuitvoering is de toevoer gelegen op ten minste een meter van de uitvoer. Het is experimenteel gebleken dat bij een dergelijke minimale afstand, de verstoring van het luchtgordijn minimaal is.
Bij voorkeur is de inrichting voorzien van ten minste twee, onderling op afstand gelegen 10 toevoeren. Door meerdere toevoeren op onderlinge afstand te gebruiken is de verstoring van het luchtgordijn minimaal. De toevoeren kunnen zich aan weerszijde van de behuizing uitstrekken, bij voorkeur in hoofdzaak onderling parallel of in eikaars verlengde.
15 De uitvinding verschaft voorts een geacclimatiseerde ruimte voorzien van een inrichting volgens de uitvinding, waarbij de uitvoeringopening voor vormen van een luchtgordijn is gericht voor het afschermen van een toegangsopening van de ruimte. De geacclimatiseerde ruimte is hierdoor beter afgcschemid van de buitenlucht, en is hierdoor eenvoudiger en energiezuiniger op de gewenste temperatuur te houden. De 20 ruimte kan bijvoorbeeld een koelcel zijn, waarbij de relatief warme buitenlucht door het luchtgordijn wordt buitengehouden zonder dat hiervoor een fysieke, hinderlijke afsluiting zoals een deur voor nodig is. De ruimte kan tevens een ruimte voorzien van airconditioning zijn, zoals een winkel, kantoor of werkplaats. Bij een koude buitentemperatuur, bijvoorbeeld in de winter, zorgt het luchtgordijn ervoor dat de 25 relatief koude lucht buiten wordt gehouden. Bij een relatief heet en/of vochtig klimaat, zorgt het luchtgordijn ervoor dat de relatief warme en/of vochtige lucht buiten de ruimte wordt gehouden.
In een voorkeursuitvoering strekt ten minste één toevoer van de inrichting zich uit langs 30 een wand van de ruimte. Aldus neemt de aanvoer zo min mogelijk plaats in, maar wordt toch de energiebesparing van een inrichting volgens de uitvinding gerealiseerd.
In een andere voorkeursuitvoering strekt ten minste één toevoer van de inrichting zich uit langs een plafond van de ruimte. Hierdoor wordt de ruimte zo efficiënt mogelijk 5 gebruikt. Het is tevens denkbaar dat de aanvoer langs de snijlijn van de wand en het plafond is aangebracht.
De uitvinding verschaft voorts een transportvoertuig voorzien van een 5 geacclimatiseerde laadruimte met een toegangsopening, waarbij de laadruimte is voorzien van een inrichting voor het vormen van een luchtgordijn voor afschermen van de toegangsopening. Het transportvoertuig kan een vrachtwagen zijn, maar ook toepassing in een transportvoertuig voor personenvervoer zoals een bus is denkbaar. Aldus wordt de laadruimte energie-efficiënt geacclimatiseerd, en is het eenvoudiger de 10 temperatuur van de laadruimte constant te houden. Tevens blijft het eenvoudig mogelijk goederen of personen door het luchtgordijn te verplaatsen, in tegenstelling tot bekende fysieke afdichtingen zoals flappen. Bij openen van de laadruimte van een conventioneel transportvoertuig treden vaak relatief grote temperatuurschommelingen op, hetgeen ongewenst is. Een constante temperatuur is doorgaans van belang voor de kwaliteit van 15 de vervoerde goederen, dan wel het comfort van de vervoerde personen. Naast de inrichting voor het vormen van een luchtgordijn omvat het transportvoertuig tevens een inrichting voor de acclimatisering van de laadruimte, bijvoorbeeld een koelinstallatie, verwarming of een airconditioning.
20 Bij voorkeur is het transportvoertuig voorzien van een inrichting volgens de uitvinding. De additionele energiebesparing gerealiseerd op de acclimatisering van de laadruimte is in het bijzonder van belang voor transportvoertuigen omdat de beschikbare stroomvoorziening doorgaans moet worden geleverd door herlaadbare batterijen en/of een dynamo van het voertuig, waardoor de beschikbare energie doorgaans beperkter is 25 dan bij een vaste ruimte in een gebouw. Typische transportvoertuigen waarin de inrichting kan worden toegepast zijn vrachtwagens, personenvervoerwagens, vliegtuigen en schepen. De inrichting is in het bijzonder nuttig voor geacclimatiseerde laadruimtes van vrachtwagens, meer in het bijzonder gekoelde laadruimtes, omdat hier het grootste energievoordeel kan worden behaald.
Bij voorkeur is de inrichting is gepositioneerd op afstand van de toegangsopening. Hierdoor wordt het luchtgordijn minder verstoord door externe factoren, zoals wind, zodat de temperatuur achter het luchtgordijn constanter blijft.
30 6
Het is voordelig indien de inrichting is gepositioneerd op een afstand van ten minste een vijfde, bij voorkeur ten minste een kwart van de hoogte van de toegangsopening. Bij een dergelijke afstand blijkt de afscherming door het luchtgordijn optimaal, en relatief weinig gevoelig voor verstoringen door externe factoren.
5
In een voorkeursuitvoering is de inrichting is gepositioneerd op een afstand van ten minste 0,5 meter, bij voorkeur 0,7 meter van de toegangsopening. Bij een dergelijke afstand het luchtgordijn minimaal gevoelig voor verstoringen door externe factoren.
10 Het is voordelig indien de laadruimte een in hoofdzaak rechthoekig doorsnede profiel heeft, waarbij ten minste één aanvoer van de inrichting is aangebracht in een bovenhoek van het rechthoekige doorsnedeprofiel. Aldus wordt de aanvoer ruimtebesparend aangebracht, waarbij de laadruimte zo efficiënt mogelijk gebruikt kan worden voor goederen en/of personen.
15
De uitvinding zal nu worden toegelicht aan de hand van de volgende niet-limitatieve voorbeelden. De in de voorbeelden getoonde uitvoeringsvormen kunnen door een deskundige in het vakgebied naar inzicht gecombineerd worden.
20 Figuur 1 a en lb tonen een geacclimatiseerde ruimte voorzien van een inrichting volgens de uitvinding.
Figuur 2a, 2b en 2c tonen een transportvoertuig met geacclimatiseerde laadruimte, voorzien van een inrichting volgens de uitvinding.
25
Figuur la toont een geacclimatiseerde ruimte 1, bijvoorbeeld een koelcel, of een winkelruimte of werkplaats voorzien van airconditioning. De apparatuur benodigd voor acclimatisering, zoals een verwarming, koelinstallatie en/of airconditioning, zijn niet afgebeeld. De ruimte 1 is voorzien van een inrichting 2 volgens de uitvinding die is 30 aangebracht boven een toegangsopening 3 voorzien van geautomatiseerde schuifdeuren 4. De behuizing 2 van de inrichting heeft twee aanzuigkanalen 5 die aan weerszijden van de toegang 3 uitmonden. Middels ventilatoren 6 of andere bekende luchtverplaatsingsmiddelen wordt lucht uit de geacclimatiseerde ruimte 1 aangezogen en via een sleufvormige uitvoer uitgeblazen, om aldus een luchtgordijn 7 te vormen dat 7 de deuropening 3 afschermt. Het luchtgordijn 7 is dusdanig krachtig dat het luchtgordijn tot aan de vloer 8 van de ruimte 1 reikt. Wanneer de schuifdeuren 4 zich openen wordt de geacclimatiseerde binnenlucht door het luchtgordijn afgeschermd van de buitenlucht, die niet de gewenste temperatuur/luchtvochtigheid heeft. Aldus wordt het klimaat 5 binnen de ruimte 1 behoed voor temperatuurschommelingen. Doordat de aanzuigopeningen 5 zich op een afstand B van het luchtgordijn 7 bevindt, wordt het luchtgordijn door het aanzuigen slechts minimaal verstoord. De afstand B is ongeveer 50% van de hoogte A van het luchtgordijn 7. Een gangbare hoogte A van een deur is 2,40 meter: de afstand tot de aanvoer zou dan ongeveer 120cm zijn. Door een dergelijke 10 afstand tot het luchtgordijn 7 aan te houden treedt geen of slechts minimale verstoring van het luchtgordijn 7 op als gevolg van wervelingen die bij het aanzuigen van lucht ontstaan.
Figuur lb toont een ander geacclimatiseerde ruimte 10 met een open toegangsopening 15 11. Boven de opening 11 is een inrichting 12 volgens de uitvinding geplaatst tegen het plafond 13. Via een aanzuigopening 14 wordt door een ventilator 15 (of meerdere ventilatoren) via een aanvoerkanaal lucht aangezogen, die door meerdere uitblaasopeningen 16 een luchtgordijn 17 vormt. De aanzuigopening 14 bevindt zich op een afstand C van de uitvoeropening, en is van het luchtgordijn 17 af gericht. Hierdoor 20 veroorzaakt het aanzuigen minimale verstoring van het luchtgordijn 17. Bij voorkeur is de afstand C ten minste een meter, wat in verhouding met een deuropening met een hoogte van 2,40 meter neerkomt op zo’n 40%.
Figuur 2a en 2b tonen een koelwagen 20 in doorsnede van de zijkant respectievelijk 25 bovenzijde. De gekoelde ruimte 21 is voorzien van een koelinrichting/airconditioning 22, die de ruimte op de gewenste temperatuur houdt. Tijdens vervoer is de toegangsopening 23 aan de achterzijde afgesloten met deuren 24. Gebruikelijke types koelwagen hebben een hoogte van ongeveer 2,8 meter, hoewel er ook types met andere hoogten bestaan. Bij het openen van de deuren 24, bijvoorbeeld voor het laden of lossen 30 van goederen 25, kan de relatief warme buitenlucht de koelruimte 21 binnendringen.
Om dit tegen te gaan is de koelruimte voorzien van een inrichting 26 volgens de uitvinding die is bevestigd aan het dak 27 van de koelruimte 21. De inrichting 26 middels niet afgebeelde luchtverplaatsingsmiddelen via een toevoeropening 28 gekoelde lucht uit de koelruimte 21 aan, die vervolgens via een uitvoer 29 als 8 luchtgordijn 30 wordt uitgeblazen. Het gegenereerde luchtgordijn 30 heeft een luchtsnelheid van 9 m/sec nabij de uittrcdc-opening 29 (met een breedte van 10 mm), die afzwakt tot 2,8 m\sec op 2,8 meter vanaf de uitblaas-opening 29. Aldus wordt de temperatuur binnen het afgeschermde deel van de koelruimte 21 constant gehouden.
5 Tijdens vervoer, wanneer de deuren 24 gesloten zijn, kan de inrichting 26 worden uitgeschakeld. Bij laden of lossen kan het luchtgordijn 30 weer worden ingeschakeld, bij voorkeur voordat de deuren 24 worden geopend.
De uitvoer 29 voor vorming van het luchtgordijn is op een afstand D van ongeveer 0,7 10 meter van de toegangsopening 23 geplaatst. Hierdoor is het luchtgordijn 30 minder gevoelig voor verstoringen door externe invloeden, zoals bijvoorbeeld wind. De aanzuigopening 28 van de inrichting 26 is op een afstand E van ongeveer 1,2 meter geplaatst van de uitvoer 29, waardoor het aanzuigen zo min mogelijk het luchtgordijn 30 verstoort. Hierdoor kan het luchtgordijn 30 zijn afschermende werking optimaal 15 vervullen en is het energieverlies bij het openen van de koelruimte 21 minimaal. In het bovenaanzicht (figuur 2b) en dwarsdoorsnede (figuur 2c) is te zien dat twee aanvoerkanalen 28 langs de ribben van de laadruimte zijn aangebracht, voor een efficiënt gebruik van de laadruimte.
20 In plaats van een koelwagen is dezelfde techniek denkbaar voor vrachtwagens die voorzien zijn van een verwarmingsinslallatie (bijvoorbeeld voor het vervoer van bloemen, planten of andere goederen die juist gebaat zijn bij een relatief warme, constante temperatuur en luchtvochtigheid), en voor transportvoertuigen voor personenvervoer. Ook is toepassing in vrachtruimtes of personencompartimenten van 25 andere transportvoertuigen denkbaar, zoals vliegtuigen en schepen.
Claims (13)
1. Inrichting voor het vormen van een luchtgordijn voor het afschermen van een toegangsopening van geacclimatiseerde ruimte, omvattende 5. een behuizing, voorzien van ten minste één uitvoer voor het vormen van een in hoofdzaak in een vlak gelegen luchtgordijn, - ten minste één toevoer ingericht voor het aanvoeren van lucht vanuit de geacclimatiseerde ruimte voor het vormen van een luchtgordijn, en de toevoer en de uitvoer verbindende luchtverplaatsingsmiddelen voor het 10 aanzuigen van lucht door de aanvoer en het onder druk uitblazen van lucht door de uitvoer voor het vormen van een luchtgordijn, waarbij de toevoer op afstand is gelegen van de uitvoer.
2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat 15 de toevoer tevens op afstand is gelegen van het vlak van het te vormen luchtgordijn.
3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de inrichting is ingericht voor het vormen van een luchtgordijn met een vooraf bepaalde hoogte, waarbij de toevoer is gelegen van de uitvoer op een afstand ter grootte van ten 20 minste een kwart, bij voorkeur ten minste een derde, van de hoogte van het luchtgordijn.
4. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de toevoer is gelegen op ten minste een meter van de uitvoer.
5. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de inrichting is voorzien van ten minste twee onderling op afstand gelegen toevoeren.
6. Geacclimatiseerde ruimte voorzien van een inrichting volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de uitvoeringopening voor het vormen van een 30 luchtgordijn is gericht voor het afschermen van een toegangsopening van de ruimte.
7. Geacclimatiseerde ruimte volgens conclusie 6, waarbij ten minste één toevoer van de inrichting zich uitstrekt langs een wand van de ruimte.
8. Geacclimatiseerde ruimte volgens conclusie 6 of 7, met het kenmerk, dat ten minste één toevoer van de inrichting zich uilstrekt langs een plafond van de ruimte.
9. Transportvoertuig voorzien van een geacclimatiseerde laadruimte met een 5 toegangsopening, waarbij de laadruimte is voorzien van een inrichting volgens één der conclusies 1-5 voor het vormen van een luchtgordijn voor afschermen van de toegangsopening.
10. Transportvoertuig volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat 10 de inrichting is gepositioneerd op afstand van de toegangsopening.
11. Transportvoertuig volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat de inrichting is gepositioneerd op een afstand van ten minsten een vijfde, bij voorkeur tenminste een kwart van de hoogte van de toegangsopening. 15
12. Transportvoertuig volgens conclusie 10 of 11, met het kenmerk, dat de inrichting is gepositioneerd op een afstand van ten minste 0,5 meter, bij voorkeur ten minsteOJ meter van de toegangsopening.
13. Transportvoertuig volgens één der voorgaande conclusies 9-12, met het kenmerk, dat de laadruimte een in hoofdzaak rechthoekig doorsnede profiel heeft, waarbij ten minste één aanvoer van de inrichting is aangebracht in een bovenhoek van het rechthoekige doorsnedeprofiel. 25
Priority Applications (1)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL2001326A NL2001326C2 (nl) | 2008-02-27 | 2008-02-27 | Inrichting voor het vormen van een luchtgordijn, geacclimatiseerde ruimte en geacclimatiseerd transportvoertuig. |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL2001326A NL2001326C2 (nl) | 2008-02-27 | 2008-02-27 | Inrichting voor het vormen van een luchtgordijn, geacclimatiseerde ruimte en geacclimatiseerd transportvoertuig. |
NL2001326 | 2008-02-27 |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL2001326C2 true NL2001326C2 (nl) | 2009-08-31 |
Family
ID=40091993
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL2001326A NL2001326C2 (nl) | 2008-02-27 | 2008-02-27 | Inrichting voor het vormen van een luchtgordijn, geacclimatiseerde ruimte en geacclimatiseerd transportvoertuig. |
Country Status (1)
Country | Link |
---|---|
NL (1) | NL2001326C2 (nl) |
Cited By (2)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
NL2004589C2 (en) * | 2010-04-21 | 2011-10-25 | J P Systems B V | Device for forming an air-curtain for screening the entrance of an acclimated space, acclimated space and transport vehicle. |
IT201600081959A1 (it) * | 2016-08-03 | 2018-02-03 | West Aircon S A S | Dispositivo per creare una separazione termica tra un ambiente interno climatizzato o refrigerato di un veicolo da trasporto, in condizione di apertura e l'ambiente esterno |
Citations (7)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
CH435344A (de) * | 1964-09-17 | 1967-05-15 | Staufen Fahrzeugwerke Eislinge | Kraftfahrzeug mit geschlossenem Kastenaufbau und Kühlaggregat |
EP0323196A1 (en) * | 1987-12-30 | 1989-07-05 | Isuzu Motors Limited | Air conditioning system for thermostatic chamber |
JPH05213053A (ja) * | 1992-02-04 | 1993-08-24 | Suzuki Motor Corp | 冷凍車 |
JPH1059057A (ja) * | 1996-08-22 | 1998-03-03 | Zexel Corp | 貨物温調庫 |
JPH11201618A (ja) * | 1998-01-13 | 1999-07-30 | Shinbutsuryuu System Kaihatsu Kyodo Kumiai | 冷凍,冷蔵車におけるエアーコールダクト装置 |
JP2002286345A (ja) * | 2001-03-28 | 2002-10-03 | Nissan Shatai Co Ltd | エアカーテン装置 |
DE10203036A1 (de) * | 2002-01-26 | 2003-08-14 | Ralph Kerstner | Einrichtung zum Entlüften des Laderaums beim Schliessen von Türen |
-
2008
- 2008-02-27 NL NL2001326A patent/NL2001326C2/nl active Search and Examination
Patent Citations (7)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
CH435344A (de) * | 1964-09-17 | 1967-05-15 | Staufen Fahrzeugwerke Eislinge | Kraftfahrzeug mit geschlossenem Kastenaufbau und Kühlaggregat |
EP0323196A1 (en) * | 1987-12-30 | 1989-07-05 | Isuzu Motors Limited | Air conditioning system for thermostatic chamber |
JPH05213053A (ja) * | 1992-02-04 | 1993-08-24 | Suzuki Motor Corp | 冷凍車 |
JPH1059057A (ja) * | 1996-08-22 | 1998-03-03 | Zexel Corp | 貨物温調庫 |
JPH11201618A (ja) * | 1998-01-13 | 1999-07-30 | Shinbutsuryuu System Kaihatsu Kyodo Kumiai | 冷凍,冷蔵車におけるエアーコールダクト装置 |
JP2002286345A (ja) * | 2001-03-28 | 2002-10-03 | Nissan Shatai Co Ltd | エアカーテン装置 |
DE10203036A1 (de) * | 2002-01-26 | 2003-08-14 | Ralph Kerstner | Einrichtung zum Entlüften des Laderaums beim Schliessen von Türen |
Cited By (3)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
NL2004589C2 (en) * | 2010-04-21 | 2011-10-25 | J P Systems B V | Device for forming an air-curtain for screening the entrance of an acclimated space, acclimated space and transport vehicle. |
BE1020569A3 (nl) * | 2010-04-21 | 2014-01-07 | J P Systems B V | Inrichting voor het vormen van een luchtgordijn voor het afschermen van de toegangsopening van een geacclimatiseerde ruimte,geacclimatiseerde ruimte en transportvoertuig. |
IT201600081959A1 (it) * | 2016-08-03 | 2018-02-03 | West Aircon S A S | Dispositivo per creare una separazione termica tra un ambiente interno climatizzato o refrigerato di un veicolo da trasporto, in condizione di apertura e l'ambiente esterno |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
AU2016101949B4 (en) | Improved air conditioning system | |
US8647183B2 (en) | Air curtain system for a refrigerated case | |
US7819729B2 (en) | Air curtain doorway | |
US7516624B2 (en) | Cooling room | |
US9545034B2 (en) | Data center canopy including turning vanes | |
US6106387A (en) | Conditioned and controlled air vestibule for refrigerated warehouse | |
JP4452215B2 (ja) | 冷却システム | |
CN105209291A (zh) | 用于增强热交换器气流的装置和方法 | |
NL2001326C2 (nl) | Inrichting voor het vormen van een luchtgordijn, geacclimatiseerde ruimte en geacclimatiseerd transportvoertuig. | |
US3308740A (en) | Draft-free air curtain closure | |
US20160131380A1 (en) | Method and System for Eliminating Air Pockets, Eliminating Air Stratification, Minimizing Inconsistent Temperature, and Increasing Internal Air Turns | |
CA2776685A1 (en) | Air curtain device and method for realizing a horizontal air curtain with additional airflow | |
NL9301661A (nl) | Meervoudig gasgordijn. | |
US6442957B1 (en) | Refrigeration for vehicle | |
JP6191485B2 (ja) | 冷蔵倉庫 | |
US20030031558A1 (en) | Vortex air barrier | |
CN107028433B (zh) | 陈列柜和控制装置 | |
JP6310199B2 (ja) | 低温倉庫 | |
CN210772968U (zh) | 利用缓冲间和管道风机防止外界空气进入冷藏库的结构 | |
JP6187317B2 (ja) | 調温貯蔵装置 | |
JP2009102131A (ja) | 冷蔵倉庫におけるエレベータ設備 | |
US6401477B1 (en) | Stand-alone refrigeration system and enclosure | |
BE1020569A3 (nl) | Inrichting voor het vormen van een luchtgordijn voor het afschermen van de toegangsopening van een geacclimatiseerde ruimte,geacclimatiseerde ruimte en transportvoertuig. | |
US20180178626A1 (en) | Systems and methods of dynamic airflow control within an internal space | |
DE202011005395U1 (de) | Vorrichtung zum Bilden eines Luftschleiers zum Abschirmen des Eingangs eines akklimatisierten Raumes, akklimatisierter Raum und Transportfahrzeug |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
PD2B | A search report has been drawn up |