NL194994C - Werkwijze voor de vervaardiging van een koppelaar voor optische vezels en inrichting voor de vervaardiging van een koppelaar voor optische vezels volgens de werkwijze. - Google Patents

Werkwijze voor de vervaardiging van een koppelaar voor optische vezels en inrichting voor de vervaardiging van een koppelaar voor optische vezels volgens de werkwijze. Download PDF

Info

Publication number
NL194994C
NL194994C NL8820758A NL8820758A NL194994C NL 194994 C NL194994 C NL 194994C NL 8820758 A NL8820758 A NL 8820758A NL 8820758 A NL8820758 A NL 8820758A NL 194994 C NL194994 C NL 194994C
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
arc
fibers
optical fibers
chamber
melting
Prior art date
Application number
NL8820758A
Other languages
English (en)
Other versions
NL8820758A (nl
Original Assignee
Nokia Oy Ab
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Nokia Oy Ab filed Critical Nokia Oy Ab
Publication of NL8820758A publication Critical patent/NL8820758A/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL194994C publication Critical patent/NL194994C/nl

Links

Classifications

    • GPHYSICS
    • G02OPTICS
    • G02BOPTICAL ELEMENTS, SYSTEMS OR APPARATUS
    • G02B6/00Light guides; Structural details of arrangements comprising light guides and other optical elements, e.g. couplings
    • G02B6/24Coupling light guides
    • G02B6/255Splicing of light guides, e.g. by fusion or bonding
    • G02B6/2551Splicing of light guides, e.g. by fusion or bonding using thermal methods, e.g. fusion welding by arc discharge, laser beam, plasma torch

Landscapes

  • Physics & Mathematics (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Plasma & Fusion (AREA)
  • General Physics & Mathematics (AREA)
  • Optics & Photonics (AREA)
  • Mechanical Coupling Of Light Guides (AREA)

Description

^ 4 tïAtUïA
I I
Werkwijze voor de vervaardiging van een koppelaar voor optische vezels en inrichting voor de vervaardiging van een koppelaar voor optische vezels volgens de werkwijze
De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor de vervaardiging van een koppelaar voor ten minste 5 twee optische vezels, omvattend de stappen a) verwijdering van het mantelmateriaal over een korte afstand van twee of meer optische vezels, b) het met elkaar in contact brengen van de mantelloze delen van de optische vezels, c) het aan elkaar smelten van de optische vezels binnen het contactoppervlak door ze te verwarmen. De uitvinding heeft ook betrekking op een inrichting voor de vervaardiging van een koppelaar voor optische vezels volgens de werkwijze.
10 Een dergelijke werkwijze en inrichting voor de vervaardiging van een koppelaar van optische vezels zijn bekend uit het Amerikaanse octrooischrift 4.598.974. Bij de bekende werkwijze worden een vezeleinde en een kort vezelstukje kops met elkaar verbonden. Dit dient om aan elk van twee vezeleinden een koppelstuk aan te brengen; de koppelstukken van twee te koppelen vezels worden tegen elkaar gebracht, nadat de eindvlakken gepolijst zijn. Het koppelstuk is voorzien van een uitsparing of kamer, met elektroden ter 15 plaatse van het opwekken van een boogontlading, dwars op de lengterichting van de te verbinden vezeleinden. Een boog die brandt loodrecht op de vezel leidt tot een te smalle verwarmingszone.
Dit geldt temeer wanneer men meerdere vezels wil verbinden volgens de "gesmolten taps” (E: fused tapered) techniek, zoals die bijvoorbeeld bekend is uit het Britse octrooischrift 2.112.165. Daarbij is het de bedoeling een multi-connector zoals een sterkoppelaar te maken, waarin optisch vermogen op een 20 geëxciteerde vezel verdeeld wordt over de andere vezels.
Volgens het genoemde Britse octrooischrift worden vezels over een zekere lengte ineen gedraaid in het midden van het ineen gedraaide gebied verwarmd en versmolten door middel van een microgasbrander, vervolgens uitgetrokken tot een verdunning bereikt is, daarna weer in lengterichting ingedrukt om verdikking tot een glazen bolletje te bereiken, om dat ten slotte weer te verwarmen en uit te trekken tot de gewenste 25 dubbeltapse koppelaar.
De microgasbrander werkt, evenals de boog in het genoemde Amerikaanse octrooischrift, in radiale richting op de vezels in.
De uitvinding beoogt te voorzien in een op eenvoudige wijze te beheersen werkwijze voor de vervaardiging van optische koppelaars van hoge kwaliteit en in een inrichting met een eenvoudige opbouw voor een 30 grote productiecapaciteit voor het met toepassing van deze werkwijze vervaardigen van optische koppelaars.
Daartoe heeft een werkwijze voor het vervaardigen van een koppelaar voor ten minste twee optische vezels volgens de uitvinding het kenmerk, dat de optische vezels meermalen om elkaar worden geslagen en aan elkaar worden gelijmd, dat ze worden gesmolten door middel van een ontladingsboog in hoofdzaak 35 evenwijdig aan de lengteas van de ineen gedraaide vezels, en dat de gesmolten vezels op op zichzelf bekende wijze tot tapse delen worden getrokken.
Een inrichting voor de vervaardiging van een koppelaar volgens de werkwijze van het plaatselijk aan elkaar smelten van ten minste twee optische vezels, omvattende een smeltkamer binnen een keramisch lichaam en voorzien van op een hoogspanningsbron aangesloten elektroden om binnen de smeltkamer een 40 ontladingsboog voort te brengen heeft volgens de uitvinding het kenmerk dat de kamer een langwerpige kamer is, met de grootste afmeting evenwijdig aan de lengteas van de optische vezels die men door de kamer leidt om ze aan elkaar te smelten, en met beperkte afmetingen in de radiale richtingen ten opzichte van de vezels, en dat de elektroden geplaatst zijn aan de uiteinden van die langwerpige smeltkamer.
Aldus kan het gebied waar de vezels ineen gedraaid zijn over een grote lengte worden verwarmd en 45 versmolten.
Omdat de boog de neiging heeft om van de ene elektrode naar de andere verder te lopen langs een baan die zo min mogelijk energie verbruikt, zoekt hij een richting op afstand van de koude vezel. Volgens de uitvinding wordt daarom de boog dicht naar de vezel gedrongen door hem te produceren in een kamer waarvan de maat in radiale richting van de vezel beperkt is.
50 Als de boog slechts aan één zijde van de vezel brandt, kan dit ertoe leiden dat de vezel ongelijkmatig smelt of afbrandt. In een voorkeursuitvoering van de inrichting wordt de boog dan ook met lage frequentie afgesneden, waardoor de boog wordt opgewekt en gedoofd in willekeurige punten om de hartlijn van de vezel in de kamer, zodat de warmte van de boog gelijkmatig gericht wordt op de in het midden geplaatste vezel.
55 Bij voorkeur wordt een wisselspanningsboog gebruikt met een frequentie van ongeveer 10 tot 30 kHz. Bij verdere voorkeur wordt de boog opgewekt en gedoofd met lage frequentie, zodat de boog terechtkomt op willekeurig veranderde punten rond de vezels en ze gemiddeld gelijkmatig aan alle kanten verwarmt.
194994 2
Een voordeel van de onderhavige werkwijze is dat de boog gemakkelijk elektrisch bestuurbaar is door middel van een hoogspanningseenheid die de elektroden voedt. De verwarming van de vezel kan bijvoorbeeld snel en nauwkeurig worden beëindigd zodra de koppeling van de vezels plaatsgevonden heeft. Het nuttige effect van de boog is ook gemakkelijk instelbaar. De boog vereist niet noodzakelijk het gebruik van 5 vacuüm of een schermgas, en de inrichting waarmee de boog wordt ingesteld kan vrij eenvoudig zijn.
In een voorkeursuitvoering bestaat het keramische lichaam uit een schijf van Macor® en is het voorzien van een centraal gat dat de smeltkamer vormt. Aan weerszijden van de keramische schijf is een elektrische elektrodeplaat aangebracht, bestaande uit wolfraam, en voorzien van een gat dat gericht ligt met het gat dat de smeltkamer vormt.
10 De oven is eenvoudig en behoeft niet bijvoorbeeld in vacuüm te worden ingesloten of omgeven door een afschermgas. De boog kan elektrisch worden bestuurd door een betrekkelijk eenvoudige inrichting en de eigenschappen van de te vervaardigen koppelaars kunnen nauwkeurig worden bepaald, wat leidt tot een verbeterde kwaliteit van de koppelaars en een grotere productiecapaciteit. Bovendien is de reproduceerbaarheid van de vervaardiging van koppelaars verbeterd.
15
De uitvinding wordt toegelicht aan de hand van de tekening. Hierin toont: figuur 1 een voorkeursuitvoering van een oven voor de vervaardiging van een koppelaar voor optische vezels; figuur 2 toont een hoogspanningsbron om een boog te produceren tussen elektroden, en 20 figuur 3 is een blokschema van een systeem met een oven voor de vervaardiging van optische koppelaars.
Figuur 1 toont een oven voor het verhitten en aan elkaar smelten van twee of meer optische vezels tijdens de vervaardiging van een optische koppelaar met toepassing van de werkwijze.
25 De oven omvat een gestel 106 waarvan het bovenoppervlak voorzien is van een in hoofdzaak ronde uitsparing met een diepte die gelijk is aan ongeveer de halve hoogte van het gestel 106. De volgende onderdelen zijn aangebracht op de bodem van de uitsparing: een onderste elektrische elektrodeplaat 103, een keramische schijf 101 en een bovenste elektrische elektrodeplaat 102, in die volgorde. Een keramische schijf 101 is voorzien van een centraal rechtopstaand gat, evenwijdig aan de hartlijn van de schijf. Het gat 30 vormt een smeltkamer 104, waarin de boog wordt geëxciteerd tussen de elektrodeplaat 102 en 103. De kamer 104 in de schijf 101 beperkt de boog en dwingt hem dichter naar de vezel dan in het normale geval mogelijk zou zijn. De elektrodeplaat 102 en 103 zijn ook voorzien van gaten 105 voor de doorgang van de vezels om die door te laten, welke gaten gericht liggen met het gat 104 in de keramische schijf. De nauwkeurigheid van de gerichtheid van de gaten 105 in de elektrodeplaten 102 en 103 met de kamer 104 is 35 van grote invloed op de beweging van de boog op de elektroden. De gerichtheid moet tot stand gebracht worden door middel van een speciaal instrument, zodat het alleen onnauwkeurigheden in de afwerking van de gaten in de elektroden zijn die afwijking van de symmetrische structuur veroorzaken.
De schijf 101 bestaat uit een geschikt keramisch of dergelijk materiaal, dat goede thermische en elektrisch isolerende eigenschappen heeft en dat bestand is tegen de temperatuur van ongeveer 1700° die 40 nodig is om de vezels te laten verweken. In de voorkeursuitvoering wordt keramisch Macor® gebruikt dat een hittebestendigheid heeft van ongeveer 1000°. De voor het smelten van de vezel benodigde hoeveelheid warmte is echter zo klein dat de temperatuur van de schijf Macoi® niet al te zeer stijgt.
De elektrodeplaten bestaan bij voorkeur uit wolfraam, dat tijdens het branden van de boog geen atomen emitteert in zodanige mate als andere mogelijke elektrodematerialen. Dit is van belang omdat de vanaf de 45 elektroden geëmitteerde atomen zich verzamelen op de vezels waardoor een extra verzwakking wordt veroorzaakt van een gerede koppelaar en de koppeling slechter wordt.
Een ringvormig deksel 107 dat de uitsparing in het gestel 106 afsluit is geplaatst op de elektrodeplaten 102 en 103 in de uitsparing van de keramische schijf 101. Zoals blijkt uit figuur 1 zijn de uitsparing in het gestel 106 en het onderste deel van het deksel 107 zo gevormd dat ze de schijf 101 nauw omgeven terwijl 50 een luchtspleet 108 vrijgelaten wordt rond de omtrek van de schijf 101. Op die manier wordt een voldoende doorslagisolatie verkregen wanneer in de structuur en afmetingen van de oven rekening is gehouden met de isolatiedikten en de lengten van de luchtspleten die vereist worden door de hoge spanning die aan de elektrodeplaten toegevoerd moeten worden. Natuurlijk moet het gestel 106, het deksel 107 en de schijf 101 elektrisch isolerend zijn.
55 In de voorkeursuitvoering bestaan het ovengestel 106 en het deksel uit teflon met een hittebestendigheid van 300°C. De praktijk heeft aangetoond dat dit voldoende is als gevolg van het feit dat de brandende boog in de hete elektroden niet in rechtstreeks contact zijn met de teflondelen.
. 40Λ004 y *»τ*/*^τ
De elektrodeplaten 102 en 103 worden op hun plaats vastgezet en de hoogspanning wordt aan de platen aangelegd door middel van de metalen buizen 109a en 109b. De metalen buis 109a, bij voorkeur van koper, wordt geplaatst in een centrale opening in het ringvormige deksel 107 op zodanige wijze dat het ondereinde van de metalen buis 109a rust op het bovenoppervlak van de bovenste elektrodeplaat 102, 5 waardoor de elektrodeplaat tegen de schijf 101 wordt gedrukt. Het boveneinde van de metalen buis 109a loopt door tot boven het deksel 107, zodat daarmee een hoogspanningsgeleider kan worden verbonden. Op overeenkomstige wijze is de andere metalen buis 109b geplaatst in een opening die gevormd is onder in het gestel 106 en drukt het boveneinde van de buis 109b de elektrodeplaat 103 tegen het beneden-oppervlak van de keramische schijf 101.
10 Binnen elke metalen buis 109 is een co-axiale geleidingsmof 110a respectievelijk 110b aangebracht en keramische Al203 buizen (aluminiumoxide) 111a respectievelijk 111b met een hittebestendigheid van ongeveer 1700°C, zijn aangebracht binnen elk van de geleidingsmoffen. De geleidingsmoffen 110 en geleidingsbuizen 111 centreren de vezels in het midden van de kamer 104, om zo te voorkomen dat de vezels hechten aan de hete elektroden 102 en 103. De keramische geleidingsbuizen 111 zijn bestand tegen 15 de hitte die uit de kamer 104 omhoogstijgt. De geleidingsmoffen 110a en 110b bestaan bijvoorbeeld uit Derlin-Pom® plastic.
De eindgedeelten van de geleidingsmoffen 110 grenzend aan de elektrodeplaten lopen toe tot een punt die geen contact maakt met de elektrodeplaten 102 en 103 en van waar keramische geleidingsbuizen 211 uitsteken tot aan gaten 105 in de elektrodeplaten of, desgewenst, tot daar binnenin.
20 De optische vezels vezels worden ingestoken door het boveneinde van de geleidingsmof 110a en lopen door de geleidingsmof 110a, de geleidingsbuis 111 en de elektrodeplaat 102 tot in de smeltkamer 104, verder buiten de kamer 104 door de elektrodeplaat 103, de geleidingsbuis 111b en de geleidingsmof 110b tot buiten de oven. Het te smelten punt wordt geplaatst tussen de elektrodeplaten. Er wórdt in de kamer een boog opgewekt evenwijdig aan de vezels wanneer een hoge spanning van 30 tot 40 kV wordt aangelegd 25 aan de elektrodeplaten 102 en 103 door de metalen buizen 109a en 109b.
Voor verwarming van de optische vezel kan een gelijk- of wisselspanningsboog worden gebruikt. Beide hebben hun voordelen en nadelen. De voordelen van de gelijkspanningsboog zijn onder meer de stabiliteit van de brandende boog en de gelijkmatigheid van het resulterende plasma, alsmede de mogelijkheid het plasma te beheersen door middel van een uitwendig magnetisch veld. Daarentegen zijn gelijkrichting en 30 filtering vereist van de hoogspanningszijde van de transformator die de elektroden voedt om een gelijk-spanningsboog te krijgen. Bovendien moet, als gevolg van de traagheid van hoogspanningsdioden, de bovenste frequentiegrens van de omzetter aan de primaire zijde van de transformator daardoor op 50 Hz worden ingesteld. De gelijkspanningsboog veroorzaakt meer slijtage aan de kathode dan aan de anode. Om te bereiken dat de kathode gelijkmatig verslijt is het noodzakelijk een geleidend magnetisch veld te 35 gebruiken. Als gevolg daarvan wordt de hoogspanningszijde ingewikkeld.
In stabiliteit en gelijkmatigheid komt de wisselspanningsboog met de gelijkspanningsboog overeen als de frequentie wordt opgevoerd tot 10 tot 30 kHz. Bij gebruik van de wisselspanningsboog dienen de elektroden afwisselend als kathode en als anode. Om deze reden is de slijtage van de elektroden minder en gelijkmatiger dan met de gelijkspanningsboog. Als gevolg van de relatief hoge frequentie wordt de boog weer 40 opgewekt nadat hij gedoofd is voordat vrije atomen tijd hebben om te recombineren, waardoor het gas tussen de elektroden altijd elektrisch geleidend is. Daardoor beweegt de kathodevlek niet in sterkere mate, dat wil zeggen de boog blijkt in hoofdzaak stationair ten opzichte van de vezels. Dit kan worden gecompenseerd door de boog te doven gedurende-een iets langere periode door gelijktijdige gedwongen besturing met een lage frequentie, bij voorkeur ongeveer 40 tot 400 Hz. De lengte van de doofpuls is bij voorkeur in 45 de orde van 700 tot 1000 ps. Door een te lange puls wordt de boog volledig gedoofd en een te korte puls maakt de puls onbeweeglijk. Op deze manier wordt een boog verkregen die willekeurig van plaats verandert, die de elektroden niet afslijt en die willekeurig draait om de vezelas. Het heetste punt ligt daardoor in het midden van de kamer. Bovendien blijft de hoogspanningsketen eenvoudig.
In de voorkeursuitvoering wordt een wisselspanningsboog gebruikt. In het navolgende deel zal tot op 50 zekere hoogte een hoogspanningstransformator worden beschreven en een invertor zoals gebruikt in de voorkeursuitvoering.
De secundaire van de hoogspanningstransformator dient bestand te zijn tegen piekspanningen van enkele tientallen kilovolt. De vereiste weerstand is lager als de transformator wordt gebruikt voor het produceren van korte vonken. In de voorkeursuitvoering wordt een transformatorstructuur gebruikt waarin 55 een primaire wikkeling en twee in serie geschakelde secundaire wikkelingen met een geaard middenpunt gewikkeld zijn om een ferrietken. De secundaire wikkelingen zijn gewikkeld om een kem met tien compartimenten van Derlin-Pom® plastic. De transformatieverhouding van de transformator is 280.
194994 4
In de voorkeursuitvoering is de invertor een halve-brugkoppeling volgens figuur 2. Onder de alternatieven zijn een ”push-pull”-koppeling een een volledige brugkoppeling. De vermogenshalfgeleider was een N-FET. die gemakkelijk bestuurbaar is, bijvoorbeeld door middel van een voor dat doel gemaakte commerciële microketen via pulstransformators. Een halve-brug is gemakkelijk af te stemmen op de resonantiefrequentie 5 van de hoogspanningstransformator, en de resonantiefrequentie is betrekkelijk gemakkelijk in te stellen door het variëren van de waarden van de condensator. Het nuttige effect van de boog kan worden ingesteld door de stuurfrequentie te veranderen en, als gevolg daarvan, de frequentie van de boog.
In de halve-brugkoppeling is een eindgedeelte P-ι van de primaire wikkeling van de hoogspanningstransformator T, geschakeld tussen twee in serie geschakelde condensatoren C, en C2 die bij de werk-10 spanning met aarde zijn verbonden. Het andere eindgedeelte P2 van de primaire wikkeling van de transformator T, is geschakeld tussen twee in serie geschakelde FETs TR2 en TR4 die bij de werkspanning met aarde zijn verbonden. Door regeling van de FETs TR2 en TR4 is een voedingspunt P2 van de primaire wikkeling van de transformator T1 afwisselend met aarde en met de werkspanning verbonden, waardoor de spanning in een punt tussen de condensatoren C, en C2 een waarde krijgt die op zijn hoogst driemaal de 15 waarde is van de werkspanning. De uitgangsspanning wordt beperkt door de voedingsweerstand van de FETs en de impedantie van de belasting. Voordat een boog wordt opgewekt, laat men korte stroompieken, met waarden tot tientallen amperen, lopen door de FETs TR2 en TR4. Ze worden gedeeltelijk veroorzaakt door de traagheid van de FETs. De stroomweerstand van de koppeling wordt verhoogd door nog een FET TR1 respectievelijk TR3 parallel te schakelen met de FETs TR2 en TR4. Het grootste probleem met de 20 invertor was de voldoende bescherming van de FETs. Het probleem wordt ernstig verzwaard wanneer de belasting inductief is en, zoals in dit speciale geval, ook varieert afhankelijk van het feit of de boog brandt of dat hij op het punt staat geproduceerd te worden. De basistructuur van de halve-brug is echter niet makkelijk vanuit het oogpunt van de bescherming. Allereerst dient de besturing van de FETs, dat wil zeggen de poort-bronpolen, te worden beschermd tegen te hoge spanningen. Het poort-broninterval is bestand 25 tegen een spanning van niet meer dan ± 20 V. Het probleem is het gevolg van het feit dat de spanningspieken binnen het afvoer-broninterval ook door strooicapaciteiten verbonden zijn met het poort-broninterval. Op de tweede plaats dient ook het afvoer-broninterval beschermd te zijn tegen te hoge spanningen, hoewel dit een redelijke spanningsbestendigheid heeft (450 V).
Een probleem bij bescherming tegen te hoge spanning is dat te koppelingspieken als gevolg van een 30 inductieve belasting snel zijn. Bovendien moeten de FETs beschermd worden tegen stroompieken. Een verder ernstig probleem is de verwarming die wordt veroorzaakt door koppelingsverliezen van de FETs.
Zelfs hoewel de gebruikte FETs betrekkelijk snel zijn, zijn ze niet bestand tegen de resulterende warmteverliezen zonder een afzonderlijke bescherming, speciaal omdat de stroomweerstand ervan aanzienlijk daalt met toenemende temperatuur. Dit probleem wordt opgelost door middel van de koppeling van figuur 2, 35 waarin de mate van stroomtoename minder wordt wanneer de FET begint te geleiden en de mate van spanningstoename minder wordt wanneer de FET gesloten is. De overtollige energie wordt opgeslagen ofwel in de inductantie of capaciteit en omgezet in warmte in een weerstand. Als actieve componenten aan de koppeling worden toegevoegd, is het mogelijk het eerder in koppelingsverliezen verbruikte vermogen gedeeltelijk terug te winnen. In dit bijzonder geval is dit niet zinvol als gevolg van de kleine verliezen 40 (maximaal 20V).
Figuur 3 toont bij wijze van voorbeeld een manier van vervaardiging van optische koppelaars met toepassing van de werkwijze en de oven.
Voor de terugkoppeling wordt de helderheid van de in de oven 301 gestoken vezels gemeten door aan de vezels 302 licht toe te voeren vanuit een lichtbron 304 en door de sterkte van het licht aan het andere 45 einde van de vezel te meten door middelvan een ontvanger 306. De te meten golflengte wordt gekozen door middel van een filter 308. Het ontvangen signaal wordt door een versterker 307 aangelegd aan een vergrendelversterker 309 die het eigenlijke signaal scheidt van de ruis op basis van een signaal uit de besturing 305 van de lichtbron. De uitgang van de versterker 309 wordt gevormd door een comparator 310 die te ontvangen helderheid vergelijkt met een tevoren ingestelde drempelwaarde en een signaal aanlegt 50 aan de boogbesturingseenheid 311 om de boog af te snijden wanneer de drempelwaarde verkregen is, dat wil zeggen de koppeling van de vezels plaatsvindt. Bovendien wordt de stroom van de invertor 312 gemeten, die niet alleen de vermogeninstelling bevat maar ook informatie over het moment waarop de boog opgewekt is en wanneer hij gedoofd is. De resultaten die verkregen worden uit de meting van zowel de helderheid van de vezel als de stroom van de invertor worden opgeslagen in een computer, omdat het 55 proces zo snel is dat het waarnemen ervan op andere manier praktisch onmogelijk is.
In grote lijnen vindt het proces als volgt plaats.
Allereerst worden de vezels over een afstand van ongeveer 6 cm afgestroopt en gereinigd. Dan worden

Claims (4)

1. Werkwijze voor de vervaardiging van een koppelaar voor ten minste twee optische vezels, omvattend de 30 stappen a) verwijdering van het mantelmateriaal over een korte afstand van twee of meer optische vezels, b) het met elkaar in contact brengen van de mantelloze delen van de optische vezels, c) het aan elkaar smelten van de optische vezels binnen het contactoppervlak door ze te verwarmen door middel van een boogontlading, met het kenmerk, dat de optische vezels meermalen om elkaar worden geslagen en aan elkaar worden gelijmd, dat ze worden gesmolten door middel van een ontladingsboog in hoofdzaak 35 evenwijdig aanm de lengteas van de ineen gedraaide vezels, en dat de gesmolten vezels op op zichzelf bekende wijze tot tapse delen worden getrokken.
2. Werkwijze voor de vervaardiging van een koppelaar volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de boog wordt opgewekt en gedoofd met lage frequentie, zodat de boog terechtkomt op willekeurig veranderde punten rond de vezels en ze gemiddeld gelijkmatig aan alle kanten verwarmt.
3. Inrichting voor de vervaardiging van een koppelaar volgens een werkwijze volgens conclusies 1 of 2, voor het plaatselijk aan elkaar smelten van twee of meer optische vezels, omvattend een smeltkamer binnen een keramisch lichaam en voorzien van op een hoogspanningsbron aangesloten elektroden om binnen de smeltkamer een ontladingsboog te produceren, met het kenmerk, dat de kamer een langwerpige kamer is, met de grootste afmeting evenwijdig aan de lengteas van de optische vezels die men door de 45 kamer leidt om ze aan elkaar te smelten, en met beperkte afmetingen in de radiale richtingen ten opzichte van de vezels, en dat de elektroden geplaatst zijn aan de uiteinden van die langwerpige smeltkamer.
4. Inrichting voor de vervaardiging van een koppelaar volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat het keramisch lichaam een keramische schijf is, voorzien van een gat evenwijdig aan de centrale as ervan en waardoor de smeltkamer wordt gevormd, en waarin een geperforeerde elektrische elektrodeplaat aange-50 bracht is aan weerszijden van de keramische schijf welke plaat voorzien is van een gat dat gericht is met het gat dat de smeltkamer vormt. Hierbij 2 bladen tekening
NL8820758A 1987-10-16 1988-10-12 Werkwijze voor de vervaardiging van een koppelaar voor optische vezels en inrichting voor de vervaardiging van een koppelaar voor optische vezels volgens de werkwijze. NL194994C (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
FI874562A FI79412C (fi) 1987-10-16 1987-10-16 Foerfarande och anordning foer framstaellning av ett optiskt foergreningsmedel.
FI874562 1987-10-16

Publications (2)

Publication Number Publication Date
NL8820758A NL8820758A (nl) 1990-07-02
NL194994C true NL194994C (nl) 2003-04-16

Family

ID=8525245

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8820758A NL194994C (nl) 1987-10-16 1988-10-12 Werkwijze voor de vervaardiging van een koppelaar voor optische vezels en inrichting voor de vervaardiging van een koppelaar voor optische vezels volgens de werkwijze.

Country Status (7)

Country Link
US (1) US4906810A (nl)
JP (1) JP2552723B2 (nl)
DE (2) DE3890853C2 (nl)
FI (1) FI79412C (nl)
GB (1) GB2230356B (nl)
NL (1) NL194994C (nl)
WO (1) WO1989003538A1 (nl)

Families Citing this family (10)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CA2116934C (en) * 1994-03-03 2000-08-01 Murray R. Harman Method for controlling the contact of optical fibers
US5717813A (en) * 1994-06-27 1998-02-10 Fiberlign A Division Of Preformed Line Products (Canada) Ltd. Fusion splice element for use in splicing optical fibers
US5740301A (en) * 1994-06-27 1998-04-14 Fiberlign Division Of Preformed Line Products Ltd. Fusion splicing block with electrodes disposed on planar surface
US5481640A (en) * 1994-06-27 1996-01-02 Fiberlign Division Of Preformed Line Products (Canada) Ltd. Tool for fusing optical fibers
DE50007523D1 (de) * 2000-09-25 2004-09-23 Ccs Technology Inc Lichtwellenleiterspleissgerät zur stoffschlüssigen verbindung von optischen fasern
US6823117B2 (en) * 2001-12-07 2004-11-23 Coherent, Inc. Mode multiplexing optical coupling device
JP2003333861A (ja) * 2002-05-10 2003-11-21 Canon Inc 電源装置およびその設計方法、並びに、発電装置
CN100412586C (zh) * 2003-04-21 2008-08-20 祁甡 光纤耦合器的制作方法及装置
DE202009002113U1 (de) * 2009-02-13 2009-04-16 CCS Technology, Inc., Wilmington Vorrichtung zum Spleißen von Lichtwellenleitern
JP7223382B1 (ja) * 2022-02-10 2023-02-16 フォトニックサイエンステクノロジ株式会社 ピッチ変換器製造装置

Family Cites Families (15)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3810802A (en) * 1972-03-31 1974-05-14 Bell Telephone Labor Inc Optical fiber splicing device and technique
US4049414A (en) * 1975-07-28 1977-09-20 Corning Glass Works Method and apparatus for splicing optical fibers
US4274707A (en) * 1979-06-14 1981-06-23 Northern Telecom Limited Apparatus for fusion splicing of optical fibers
JPS6017085B2 (ja) * 1980-10-15 1985-05-01 日本電信電話公社 光フアイバの融着接続法
US4664732A (en) * 1981-04-27 1987-05-12 Raychem Corp. Methods and apparatus for optical fiber systems
DE3211848A1 (de) * 1982-03-31 1983-10-06 Standard Elektrik Lorenz Ag Vorrichtung zum verbinden von enden von lichtwellenleitern
GB8307850D0 (en) * 1983-03-22 1983-04-27 Gen Electric Co Plc Fabricating couplers in fibres
JPS6061705A (ja) * 1983-09-16 1985-04-09 Furukawa Electric Co Ltd:The 光フアイバ接続部の補強部材
JPS61705A (ja) * 1984-06-13 1986-01-06 Mitsubishi Electric Corp 姿勢角検出装置
US4666234A (en) * 1984-11-01 1987-05-19 American Telephone And Telegraph Company Non-tapered, butt-coupled, fused-fiber optical coupler and method of forming the same
US4598974A (en) * 1985-08-15 1986-07-08 International Business Machines Corporation Optical fiber connector having integral electrodes for use in fusion splicing
JPS6261010A (ja) * 1985-09-12 1987-03-17 Kokusai Denshin Denwa Co Ltd <Kdd> 光ファイバの融着接続方法
US4948412A (en) * 1985-09-16 1990-08-14 Fujikura Ltd. Method of fusion splicing single-mode optical fibers using an arc discharge
EP0234326A3 (en) * 1986-02-24 1988-01-07 Allied Corporation Single mode optical fiber coupler and method of manufacture thereof
US4727237A (en) * 1987-05-04 1988-02-23 Hewlett-Packard Company Pyrolysis coated optical fiber splices: apparatus and method

Also Published As

Publication number Publication date
FI79412B (fi) 1989-08-31
FI79412C (fi) 1989-12-11
GB2230356A (en) 1990-10-17
JPH03501893A (ja) 1991-04-25
NL8820758A (nl) 1990-07-02
DE3890853C2 (de) 1998-01-29
US4906810A (en) 1990-03-06
DE3890853T1 (de) 1990-08-30
FI874562A (fi) 1989-04-17
FI874562A0 (fi) 1987-10-16
WO1989003538A1 (en) 1989-04-20
GB9008307D0 (en) 1990-06-27
JP2552723B2 (ja) 1996-11-13
GB2230356B (en) 1991-10-30

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL194994C (nl) Werkwijze voor de vervaardiging van een koppelaar voor optische vezels en inrichting voor de vervaardiging van een koppelaar voor optische vezels volgens de werkwijze.
US4743283A (en) Alternating current arc for lensing system and method of using same
AR001546A1 (es) Dispositivo de calentamiento por induccion para union por fusion aparato y dispositivo para aplicar energia electromagnetica radiante y metodo de union por fusion de material termoplastico
US4894589A (en) Starting means, with piezoelectrically-located capacitive starting electrodes, for HID lamps
RU2403689C2 (ru) Прибор для зажигания
JP5822846B2 (ja) 多電極システムおよび加熱プラズマ場を発生させる方法
CN101652687A (zh) 多电极系统
NL8103908A (nl) Generator voor het starten en bedrijven van een belasting met varierende impedantiekarakteristiek.
US20160320561A1 (en) Multi-electrode system with vibrating electrodes
JPH0286049A (ja) 高光度放電ランプ用容量性起動電極装置
IT8224615A1 (it) Procedimento per l&#39;alimentazione di tensione di lampade a luminescenza e dispositivo comprendente una lampada a luminescenza ed un elemento di alimentazione
US20130326870A1 (en) Method of generating hole, recess or well in electrically insulating or semiconducting substrate
EP0278212B1 (en) Method and apparatus for forming lens-ended optical fibres
US4114114A (en) Apparatus and method for initiating electrical discharge in a laser
US2485398A (en) Starting and operating circuit for electric discharge devices
US2334568A (en) Apparatus for starting and controlling electrical discharge devices
CN103959916A (zh) 气体放电灯的功率电路
JP7129441B2 (ja) 融着機
RU2126841C1 (ru) Устройство для обработки поверхности деталей и его варианты
JPH0793102B2 (ja) 電子真空管類をプリエージングする方法と装置
NL8002140A (nl) Circuit voor het ontsteken en stabiliseren van een boogontladingslamp.
NL9002148A (nl) Voedingsinrichting.
Jaksts et al. High speed streak photography of the breakdown of transformer oil and the dependence of its nature on local stored energy
JP2707360B2 (ja) 気体レーザ装置
JP3419034B2 (ja) 無電極放電ランプ点灯装置

Legal Events

Date Code Title Description
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
NP1 Patent granted (not automatically)
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20040501