NL194513C - Werkwijze voor het installeren van een nieuwe bekledingsbuis in een bestaande ondergrondse leiding. - Google Patents

Description

1 194513

Werkwijze voor het installeren van een nieuwe bekledingsbuis in een bestaande ondergrondse leiding

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het installeren van een nieuwe bekledingsbuis in een 5 bestaand leidinggedeelte omvattende de volgende stappen: het in het leidinggedeelte invoeren van een lengte gewoonlijk stijve thermoplastische bekledingsbuis, die zich in een overlangs samengevouwen o1 dergelijke toestand met verkleinde doorsnede bevindt; het verwarmen van een eindgedeelte van de samengevouwen bekledingsbuis om deze flexibel te maken, het tot buisvorm doen uitzetten van het eindgedeelte, het in dit eindgedeelte invoeren van een aan de buisvorm aangepaste plug, het hier vanaf 10 doen voortbewegen van de plug door de bekledingsbuis, terwijl de bekledingsbuis wordt verwarmd, en het vervolgens laten afkoelen van de bekledingsbuis in de uitgezette toestand.

Een dergelijke werkwijze is bekend uit de Nederlandse octrooiaanvrage 8702054. Volgens figuur 6 hiervan wordt een voor het vervormbaar maken van de samengevouwen bekledingsbuis de plug inwendig verhit en aan een kabel door de bekledingsbuis getrokken, waardoor deze in de buisvorm geraakt. Deze 15 werkwijze heeft het probleem, dat de bekledingsbuis onvoldoende zal uitzetten voor aanpassing aan de bestaande leiding. Verder moet de kabel voorafgaande aan de expansie door de samengevouwen bekledingsbuis aangebracht worden.

Het is een doel van de uitvinding deze problemen op te lossen.

Hiertoe wordt de werkwijze van de in de aanhef vermelde soort volgens de uitvinding gekenmerkt, 20 doordat de plug door verwarmingsmedium onder druk wordt voortbewogen onder het toelaten van beperkte doorgang van verwarmingsmedium langs de plug tot in het nog samengevouwen bekledingsbuisgedeelte, terwijl de voortbeweging van de plug door een hierop aangrijpend verder middel wordt geremd.

Het van achter de plug onder druk in de bekledingbuis ingebracht verwarmingsmedium zal niet alleen een duwende kracht tegen de plug uitoefenen maar ook, onder het ovenvinnen van de beperking de plug 25 passeren om het nog samengevouwen bekledingsbuisgedeelte voor de plug te verwarmen en flexibel te maken. De plug kan, doordat deze tot een optimale snelheid kan worden geremd, voldoende uitwaartse druk uitoefenen op de wand van de bekledingsbuis om deze te ontvouwen en stevig tegen de wand van de leiding te dingen. Het hete medium, bijvoorbeeld stoom, vóór de plug maakt de bekledingsbuis voldoende plooibaar voor uitzetting en de mediumdruk achter de plug houdt de tot buisvorm uitgezette bekledingsbuis 30 in een uitgezette toestand totdat deze gekoeld wordt. De beperkte doorgang langs de plug in realiseerbaar door deze met gleuven in zijn oppervlak uit te rusten.

Uit het Britse octrooischrift 1.039.836 is op zichzelf een werkwijze bekend voor het herstellen van een bestaande pijpleiding, door het installeren van een buis met een kleinere diameter in de pijpleiding, het plaatsen van een hechtmiddel tussen de buis en de pijpleiding, het verhitten van de buis welke door zijn 35 thermoplastische geheugen uitzet tot de inwendige diameter van de pijpleiding waarbij de buis in uitgezette toestand gehouden wordt door het hechtmiddel. Het verhitten van de buis vindt plaats met behulp van een warm medium, dat in de buis blijvend begrensd wordt door een kogel. Door de druk van het medium wordt de kogel door de buis bewogen.

Uit het Britse octrooiaanvrage 2.018.384 is verder het aanbrengen van een voering bekend in een 40 bestaande leiding door het plaatsen van een met een adhesief middel gecoate folieslang in de leiding en het plaatsen en opblazen van een ballonplug in de slang. De plug wordt aan een trekkabel door de folieslang getrokken. Een tweede plug sluit één eindgedeelte van de slang af. Mediumdruk kan uitgeoefend worden tussen de twee pluggen. Alternatief kunnen verschillende typen pluggen van voren door de folieslang getrokken worden. Het gebruik van warmte wordt niet gesuggereerd en is ook overbodig.

45 Op gunstige wijze wordt de voortbewegingssnelheid van de plug binnen de thermoplastische bekledingsbuis door een van een lier of dergelijke afwikkelende kabel die aan de plugachterzijde is bevestigd.

De tekening illustreert de werkwijze en een inrichting voor het op voortschrijdende wijze rondmaken en doen uitzetten van een na platmaken overlangs gevouwen thermoplastische pijp 22 binnen de bestaande een 50 inwendig te bekleden, bijvoorbeeld ondergrondse leiding of leidinggedeelte 10, nadat de pijp in haar gevouwen toestand geïnstalleerd is in de leiding. De werkwijze heeft als doel het zodanig op voortschrijdende wijze rondmaken en doen uitzetten van de gevouwen kunststofpijp 22 vanaf één eind van het te herstellen leidinggedeelte naar het andere eind daarvan, dat vloeistoffen, die aanwezig zijn in de leiding 10, daar uitgedreven worden voorafgaande aan de zich ontvouwende kunststof pijp, in plaats van dat deze 55 tijdens het rondmaken en het doen uitzetten als bellen opgesloten raken tussen de kunststof pijp en de leiding 10. Het voortschrijdende rondmaken en doen uitzetten helpt tevens de nieuwe pijp een glad binnenoppervlak te verschaffen in de rondgemaakte toestand, ondanks eventuele onregelmatigheden in de 194513 2 leiding 10.

De inrichting voor het uitvoeren van deze werkwijze omvat een doorstroomeindplug 32, die zodanige ' afmetingen heeft dat deze geschikt is om geïnstalleerd te worden in een rond gemaakt einde 33 van de gevouwen thermoplastische pijp 22. Een dergelijke plug omvat een doorgang 34 daardoorheen voor 5 ontvangst van een ingangspijp 35, waarmee een toevoerpijp 36 voor stoom of een ander heet medium verbonden is, welke toevoerpijp weer verbonden is met een afgelegen bron (niet weergegeven) voor een dergelijk heet medium. Oe doorgang 34 van de plug 32 maakt het ook mogelijk dat een beheersingskabel 42 op vrije wijze daardoorheen schuift met het oog op een nog te beschrijven doel.

Een verplaatsbare bal of plug 40 heeft zodanige afmetingen en is zodanig ontworpen, dat deze door de 10 gevouwen kunststof pijp 22 heen bewogen kan worden, waarbij met het bewegen van de plug de pijp ontvouwen wordt, rondgemaakt wordt en uitgezet wordt. De plug 40 is bij voorkeur een opblaasbare rubber bal met een van gleuven voorzien oppervlak, dat het mogelijk maakt dat hete stoom of een ander van daarachter geïnjecteerd (ingespoten) drukmedium de bal in enige mate passeert, om de gevouwen kunststof pijp voor de bal binnen te gaan en derhalve voor te verwarmen om deze voldoende flexibel te houden, 15 zodat zij zich vlug ontvouwt wanneer de bal nadert.

De plug 40 kan ofwel voortgestuwd worden door middel van een drukmedium van achter af of door middel van een trekkabel (niet weergegeven), die bevestigd is aan een vooroppervlak van de bal. In de geïllustreerde uitvoering van figuur 5 wordt de plug 40 voortgestuwd door middel van een drukmedium, waarbij het binnenkomt via eindplug 32. De plug oefent voldoende buitenwaartse druk uit op de wanden van 20 de zich ontvouwende kunststof pijp 22 wanneer deze verwarmd en flexibel is, om de wanden van de kunststof pijp dicht tegen de wanden van de bestaande leiding te dwingen, met behulp van het drukmedium.

Nochthans heeft de beweegbare plug, zijnde een opblaasbare rubber bal, voldoende flexibiliteit om tijdens zijn beweging tegengekomen onregelmatigheden in de bestaande leiding te passeren. De bal met zijn van groeven voorziene oppervlak heeft zodanige afmetingen, dat de stroom van verwarmd drukmedium 25 daarachter zodanig beperkt wordt dat de bal door de pijp 22 voortgestuwd wordt. Nochthans maakt de bal het mogelijk dat een voldoende hoeveelheid van een dergelijk drukmedium over zijn van gleuven voorziene oppervlak passeert, de daardoor gelegen gevouwen kunststof pijp in, teneinde de gevouwen pijp voor de bal te verwarmen en het de bal mogelijk te maken om zijn rondmakende en uitzettende functie uit te voeren.

Het achteroppervlak van de bal 40 is verbonden met een beheersingskabel 42. De kabel 42 is buiten de 30 eindplug 32 gewikkeld op een beheersingslier of een ander geschikt beheersingsmechanisme 44 voor het regelen van de snelheid van de bal door de pijp 22 en het volgen van de voortgang daarvan.

Bij het uitvoeren van de werkwijze wordt de gevouwen pijp 22 met haar volle lengte geïnstalleerd in het te herstellen leidinggedeelte 10. Daarna wordt het eind 33 van de pijp 22 verwarmd en rondgemaakt, zodat de beweegbare bal 40 met daaraan bevestigde beheersingskabel 42 in dat eind ingevoerd kan worden. Na 35 het invoeren van de bal 40 wordt de eindplug 32 ingebracht in het eind 33 van de pijp 22 om dat eind te sluiten.

Vervolgens wordt een verwarmd medium, zoals hete stoom, onder druk geïnjecteerd in het rondgemaakte eind van de pijp 22, via pijp 36 en de doorgang 34 van de eindplug 32. Tijdens de eerste injectie van het hete drukmedium wordt de beweegbare bal 40 vastgehouden door de kabel 42 om voorwaartse 40 beweging daarvan te voorkomen. Dit maakt het mogelijk dat de stoom de kunststof pijp 22 grondig verwarmd, zowel achter als voor de bal 40, ter voorbereiding van de geregelde beweging van de bal door de pijp.

Wanneer de pijp 22 voldoende verwarmd is, wordt het de bal 40 toegestaan om voort te gaan op een geregelde snelheid door de gewouwen pijp heen, waardoor de pijp op voortschrijdende wijze rondgemaakt 45 wordt en uitzet. De plug 40 beweegt onder de stuwkracht van het van achter duwend drukmedium, of mogelijk door een trekkracht van een aan de voorzijde van de bal bevestigde trekkabel (niet weergegeven).

In beide gevallen wordt druk achter de bal 40 gehandhaafd om de pijp 22 in uitgezette toestand te houden totdat deze gekoeld is, in het bijzonder indien de pijp 22 vervaardigd is in een gevouwen toestand, zodat zij neigt tot het terugkeren naar een dergelijke toestand indien verwarmd en flexibel. Een dergelijke druk kan 50 nadat de volledige lengte van de pijp 22 uitgezet is achter de bal 40 gehandhaafd worden, door het via de eindplug 32 injecteren van een koelmedium onder druk. De voortgang van de bewegende bal 40 door de pijp 22 heen wordt geregeld en gevolgd door de beheersingskabel 42.

Met de beschreven werkwijze wordt binnen de leiding 10 aanwezig water of ander medium daaruit uitgedreven voor de bal uit. De resulterende, uitgezette binnenwanden van de kunststof pijp 22 zijn glad en 55 ongeplooid.

Claims (2)

3 194513 . Conclusies

1. Werkwijze voor het installeren van een nieuwe bekledingsbuis in een bestaand leidinggedeelte omvattende de volgende stappen: 5 het in het leidinggedeelte invoeren van een lengte gewoonlijk stijve thermoplastische bekledingsbuis, die zich in een overlangs samengevouwen of dergelijke toestand met verkleinde doorsnede bevindt; het verwarmen van een eindgedeelte van de samengevouwen bekledingsbuis om deze flexibel te maken, het tot buisvorm doen uitzetten van het eindgedeelte, het in dit eindgedeelte invoeren van een aan de buisvorm aangepaste plug, het hier vanaf doen voortbewegen van de plug door de bekledingsbuis, terwijl 10 de bekledingsbuis wordt verwarmd, en het vervolgens laten afkoelen van de bekledingsbuis in de uitgezette toestand, met het kenmerk, dat de plug door verwarmingsmedium onder druk wordt voortbewogen onder het toelaten van beperkte doorgang van verwarmingsmedium langs de plug tot in het nog samengevouwen bekledingsbuisgedeelte, terwijl de voortbeweging van de plug door een hierop aangrijpend verder middel wordt geremd.

2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de voortbewegingssnelheid van de plug binnen de thermoplastische bekledingsbuis wordt geremd door een van een lier of dergelijke afwikkelende kabel, die aan de plugachterzijde is bevestigd. Hierbij 1 blad tekening