NL193696C - Rijdbare spoorbaanonderstopmachine met dwars en in de hoogte verstelbare onderstopaggregaten. - Google Patents
Rijdbare spoorbaanonderstopmachine met dwars en in de hoogte verstelbare onderstopaggregaten. Download PDFInfo
- Publication number
- NL193696C NL193696C NL9000028A NL9000028A NL193696C NL 193696 C NL193696 C NL 193696C NL 9000028 A NL9000028 A NL 9000028A NL 9000028 A NL9000028 A NL 9000028A NL 193696 C NL193696 C NL 193696C
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- understop
- aggregate
- stop
- under
- frame
- Prior art date
Links
Classifications
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E01—CONSTRUCTION OF ROADS, RAILWAYS, OR BRIDGES
- E01B—PERMANENT WAY; PERMANENT-WAY TOOLS; MACHINES FOR MAKING RAILWAYS OF ALL KINDS
- E01B27/00—Placing, renewing, working, cleaning, or taking-up the ballast, with or without concurrent work on the track; Devices therefor; Packing sleepers
- E01B27/12—Packing sleepers, with or without concurrent work on the track; Compacting track-carrying ballast
- E01B27/13—Packing sleepers, with or without concurrent work on the track
- E01B27/16—Sleeper-tamping machines
- E01B27/17—Sleeper-tamping machines combined with means for lifting, levelling or slewing the track
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E01—CONSTRUCTION OF ROADS, RAILWAYS, OR BRIDGES
- E01B—PERMANENT WAY; PERMANENT-WAY TOOLS; MACHINES FOR MAKING RAILWAYS OF ALL KINDS
- E01B2203/00—Devices for working the railway-superstructure
- E01B2203/10—Track-lifting or-lining devices or methods
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E01—CONSTRUCTION OF ROADS, RAILWAYS, OR BRIDGES
- E01B—PERMANENT WAY; PERMANENT-WAY TOOLS; MACHINES FOR MAKING RAILWAYS OF ALL KINDS
- E01B2203/00—Devices for working the railway-superstructure
- E01B2203/12—Tamping devices
- E01B2203/125—Tamping devices adapted for switches or crossings
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Architecture (AREA)
- Civil Engineering (AREA)
- Structural Engineering (AREA)
- Machines For Laying And Maintaining Railways (AREA)
- Processing Of Meat And Fish (AREA)
- Soil Working Implements (AREA)
Description
I I90090
Rijdbare spoorbaanonderstopmachine met dwars en in de hoogte verstelbare onderstopaggregaten
De uitvinding heeft betrekking op een rijdbare spoorbaanonderstopmachine met een op rijstellen steunend machineframe en een om een verticale as evenwijdig aan het spoorbaanvlak zijwaarts zwenkbaar gelagerd 5 werktuigframe, alsmede met in de dwarsrichting van de spoorbaan naast elkaar opgestelde en via aandrijvingen onderling onafhankelijk dwars en in de hoogte verstelbare uit in totaal vier in de dwarsrichting van de spoorbaan naast elkaar opgestelde buitenste onderstopaggregaateenheden en binnenste onderstop-aggregaateenheden bestaande onderstopaggregaten, die voorzien zijn van via aandrijvingen bijstelbare en trilbare paren onderstopwerktuigen met links respectievelijk rechts van de ene respectievelijk andere rails in 10 de ballast insteekbare onderstophouwelen.
Een dergelijke verrijdbare spoorbaanonderstopmachine is bekend uit het Oostenrijkse octrooischrift AT-PS-380.498 en is als spoorbaanonderstop-, nivelleer- en richtmachine van de zogenaamde compacte bouwwijze uitgevoerd. Deze machines hebben zich ten opzichte van de machines met de beschreven vooruitstekende bouwwijze in de laatste twintig jaar bijzonder gehandhaafd aangezien door de opstelling 15 van de onderstopaggregaten en van het spooraanhef-richtaggregaat tussen de ver van elkaar gelegen rijstellen een aanzienlijk nauwkeurige correctie van de ligging van de spoorbaan in de hoogte en zijwaarts uitvoerbaar is, waardoor extra ten gevolge van de betrekkelijk grote afstand van de rijstellen een zwakke buiglijn van de rails voor het vermijden van een ontoelaatbare buigbelasting bereikt wordt. Bij deze spoorbaanonderstopmachine is voor elke railstreng een eigen, met zijn ene einde via een in de lengte 20 veranderbare koppelingsinrichting scharnierend aan het machineframe aangebracht werktuigframe met telkens een onderstop-, hef- en richtaggregaat aanwezig, waarbij elk zijwaarts zwenkbaar werktuigframe aan zijn andere, aan de scharnierplaats tegenovergelegen einde en voor het berijden van een rail een als vrij scharnierbaar rijstel uitgevoerd enkelvoudig rijstel heeft. De onderstop-, hef- en richtaggregaten zijn als zogenaamde wisselaggregaten met voor het bewerken van spoorbaanwisselstukken en dergelijke uitge-25 voerde, zijwaarts zwenkbare onderstopwerktuigen respectievelijk heftangen en richtende spoorkransrollen uitgevoerd.
De van de buitenste onderstopaggregaateenheden onafhankelijke opstelling van de beide binnenste onderstopaggregaateenheden heeft het voordeel dat de voor het onderstoppen van de ver buiten gelegen spoorbaandelen, in het bijzonder van de afbuigende spoorbaan, bedoelde buitenste onderstopaggregaat-30 eenheden op eenvoudige wijze van de binnenste onderstopaggregaateenheden onafhankelijk in een zeer breed verstelgebied tezamen met het zwenkbare werktuigframe verstelbaar respectievelijk centreerbaar zijn. Daarbij zijn de binnenste onderstopaggregaateenheden zoals tot nu toe op onveranderd voordelige wijze in het middengebied van de spoorbaan inzetbaar. De opstelling aan het machineframe of aan een eigen werktuigframe kan op voordelige wijze onafhankelijk van de buitenste onderstopaggregaateenheden al naar 35 gelang het soort machine voor het bewerken van wissels en/of spoorbanen constructief aangepast uitgevoerd worden. De verschillende opstellingen van de onderstopaggregaateenheden heeft ook het voordeel dat de gewichtsmatige belasting daarvan op twee verschillende delen van het machineframe verdeeld wordt.
Doel van de uitvinding is nu om een rijdbare spoorbaanonderstopmachine van in de aanhef beschreven 40 soort te verschaffen, die in het bijzonder bij moeilijke spoorbaandelen, bijvoorbeeld in wisselstukken of ook in spoorbanen met scheefliggende dwarsliggers respectievelijk met dikwijls verschillende dwarsligger-afstanden inzetbaar is en waarmee een snelle, eenvoudige en nauwkeurige aanpassing van de stopwerk-tuigen voor het insteken in de ballast bereikbaar is.
Deze opgave wordt met een rijdbare spoorbaanonderstopmachine van in de aanhef beschreven soort 45 volgens de uitvinding opgelost doordat van de telkens via hun aandrijvingen onderling onafhankelijk in de hoogte verstelbare onderstopaggregaateenheden, de beide buitenste onderstopaggregaateenheden met hun in de hoogte verstellende aandrijvingen voor het dwarsverstellen telkens op een via een eigen aandrijving onderling onafhankelijk om een verticale as ten opzichte van het machineframe zijwaarts zwenkbaar zwenkwerktuigframe zijn gelagerd en doordat de beide tussen de buitenste onderstopaggregaateenheden 50 opgestelde binnenste onderstopaggregaateenheden met hun in de hoogte verstellende aandrijvingen aan het machineframe respectievelijk aan een hiermee verbonden werktuigdrager opgesteld zijn.
Met deze verrassend eenvoudige en constructief toch zeer robuuste nieuwe basisconstructie zijn de afzonderlijke onderling onafhankelijk verstelbare onderstopaggregaateenheden met betrekking tot hun opstelling en hun onafhankelijke verstelling op constructief eenvoudige, maar zeer doelmatige wijze 55 opgesteld, waarbij de bijzondere, door de opstelling van deze vier enkelvoudige onderstopaggregaateenheden bereikbare voordelen van de doorgaande bewerking van ook moeilijke wisselstukken gehandhaafd worden en ten opzichte van het aanpassen aan de dwarsliggers nog verbeterd. Met de speciale, I94V9U «- dwars zwenkbare lagering van ten minste de buitenste onderstopaggregaateenheden op telkens een eigen zwenkbaar werktuigframe is een mechanisch hoog belastbare en constructief eenvoudige verbinding met het machineframe tot stand gebracht, waarbij door de telkens eigen werktuigframe en de dwars zwenkende aandrijving de onafhankelijkheid van de afzonderlijke onderstopaggregaateenheden ten opzichte van elkaar 5 voor een telkens gerichte en individuele afstemming op de betrokken spoorbaanhindemissen nog versterkt wordt. Door de uitvoering van ten minste de beide buitenste onderstopaggregaateenheden voor een telkens onafhankelijke zijwaarts zwenken wordt een voordelig snelle en ongehinderde aanpassing respectievelijk centrering van de onderstopwerktuigen voor een onderstopping ook van de reeds in de afbuigende spoorbaan gelegen en door de gemeenschappelijke lange dwarsliggers nog met de hoofdspoorbaan 10 verbonden onderstopdragers van een wisselstuk mogelijk gemaakt. Een bijzondere constructieve vereenvoudiging omvat ook dat voor deze zeer voordelige zijwaartse zwenking van de buitenste onderstopaggregaateenheden geen ver uit het lichtruimprofiel uitstekende en met het machineframe verbonden dwarsgeleiding met betrokken lagering noodzakelijk is. Door de bevestiging op een zwenkbaar werktuigframe zijn de beide buitenste onderstopaggregaateenheden probleemloos en snel weer binnen het profiel 15 van vrije ruimte zwenkbaar.
Een bijzonder voordelige uitvoeringsvorm van de uitvinding omvat dat de beide buitenste onderstopaggregaateenheden elk aan het eindgedeelte van hun zwenkbare werktuigframe gelagerd zijn, waarbij elk van deze langwerpig uitgevoerde zwenkbare werktuigframes in het aan de buitenste onderstopaggregaat-eenheid aangrenzende gebied op een horizontale geleidingsbaan van het machineframe extra ondersteund 20 is. Deze zodanig langwerpige en vooruitstekende uitvoering van het zwenkbare werktuigframe verschaft een betrekkelijk ver totaal zijwaarts versteltraject van de bijbehorende onderstopaggregaateenheid voor een probleemloze, eenvoudige, storingsvrije gemeenschappelijke onderstopping van de hoofdspoorbaan en de afbuigende spoorbaan, waarbij door het opleggen van elk zwenkbaar werktuigframe op de glijbaan en geleidingsbaan in elke zwenkstand een betrouwbare ondersteuning van de onderstopaggregaateenheid 25 gewaarborgd is. Door het aan het einde opstellen van de onderstopaggregaateenheden aan het zwenkbare werktuigframe is op bijzonder voordelige wijze de aan de scharnierverbinding tegenovergelegen eindgebied met elke buitenste onderstopaggregaateenheid voor een snelle en nauwkeurige centrering respectievelijk waarneming van het betrokken onderstopwerktuigpaar in hoge mate voortreffelijk zichtbaar. Dit is juist in de onder te stoppen wisseldelen met de verschillende spoorbaanhindemissen, zoals dwangrails, wisselstangen 30 en dergelijke van bijzonder belang aangezien de bedienende persoon bij dergelijke moeilijke gebieden met hoogste concentratie werkt om ook beschadigingen aan de spoorbaan te vermijden.
Een zeer doelmatige en voordelige uitvoering volgens de uitvinding omvat dat elk der beide in de werkrichting onmiddellijk voor een rijstel vrij vooruitstekend en langwerpig uitgevoerde zwenkbare werktuigframes met zijn buitenste onderstopaggregaateenheid telkens om een ongeveer boven de ene respectieve-35 lijk andere rail verticaal reikende as, van de betrokken binnenste onderstopaggregaateenheid uit, zijwaarts uitzwenkbaar aangebracht is. Met deze vrije vooruitstekende en langwerpige uitvoering van de beide zwenkbare werktuigframes zijn de buitenste onderstopaggregaateenheden in een betrekkelijk breed totaal zwenkgebied in het bijzonder voor het eenvoudig en storingvrij onderstoppen van naast de spoorbaan zich bevindende gebieden, in het bijzonder afbuigende spoorbanen, zijwaarts verstelbaar. De uitvoering van twee 40 assen voor het zwenkbare werktuigframe maakt eenvoudige uitvoering en lagering daarvan mogelijk zonder elkaar storende invloeden.
Een zeer voordelige en doelmatige uitvoering van de uitvinding omvat dat de beide, in het gebied tussen de beide zwenkbare werktuigframes respectievelijk buitenste onderstopaggregaateenheden aan het machineframe respectievelijk werktuigdrager aangebrachte binnenste onderstopaggregaateenheden met hun 45 in de hoogte verstellende aandrijvingen telkens via dwarsgeleidingen en een eigen aandrijving ten opzichte van het machineframe onafhankelijk van elkaar dwars verschuifbaar uitgevoerd zijn. Met deze lagering van de binnenste onderstopaggregaateenheden zijn deze zowel ten opzichte van elkaar alsook ten opzichte van de beide buitenste onderstopaggregaateenheden onafhankelijk voor een overeenkomstig snelle en nauwkeurige aanpassing respectievelijk centrering aan spoorbaanhindemissen op meest eenvoudige wijze 50 dwars verstelbaar. Daarbij zijn de dwarsgeleidingen zelve voor een zeer breed dwars versteltraject probleemloos binnen het profiel van vrije ruimte of zonder storende beïnvloeding van de met elk een zwenkbaar werktuigframe verbonden buitenste onderstopaggregaateenheden op te stellen. Door deze verschillende lagering van de buitenste en binnenste onderstopaggregaateenheden is op voordelige wijze ook een ontlasting van de dwarsgeleidingen van de door het snelle insteken van de onderstophouwelen in 55 de ballast betrekkelijk hoge weerstandskrachten bereikbaar.
Een bijzonder de voorkeur verdienende verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding omvat dat de werktuigdrager met de beide onderling onafhankelijk in de hoogte verstelbare binnenste onderstop-
o I WWW
aggregaateenheden bij voorkeur tezamen met de dwargeleidingen en de beide dwarsverschuifaandrijvingen via een eigen aandrijving om een, in de door de onderstopaggregaateenheden reikend dwars verticaal vlak en door de langsas van de machine verlopende, verticale as evenwijdig aan het vlak van de spoorbaanvlak draaibaar aan het machineframe gelagerd is. Deze draaibare lagering van de werktuigdrager heeft het 5 bijzondere voordeel dat de beide binnenste onderstopaggregaateenheden onder onveranderlijk handhaven van hun onafhankelijke dwarsverschuifbaarheid extra nog om een verticale as draaibaar zijn. Op deze wijze zijn onder slechts geringe constructieve extra inspanning de onderstophouwelen van de binnenste onderstopaggregaateenheden op voordelige wijze evenwijdig aan schuinliggende dwarsliggers richtbaar en gelijktijdig ook door overeenkomstig dwars verschuiven nauwkeurig boven de onder te stoppen plaats 10 centreerbaar. De van de spoorbaanas verder verwijderd liggende, in het bijzonder ook tot in de nevenspoorbaan reikende gebieden worden daarentegen met de buitenste onderstopaggregaateenheden bèwerkt door zijdelings zwenken van het zwenkbare werktuigframe naar de betrokken ligging van de dwarsliggers respectievelijk rails. Daardoor kunnen zelfs de moeilijkste wisseldelen met een veelvoud aan verschillende spoorbaanhindernissen in het bijzonder in de vorm van wisseltongen op snelle wijze met gelijkblijvende 15 onderstopkwaliteit onderstopt respectievelijk gecorrigeerd worden. Bovendien wordt door deze speciale opstelling van de binnenste onderstopaggregaateenheden zonder eigen zwenkbaar werktuigframe een in hoofdzaak onafhankelijke opstelling van de beide met de buitenste onderstopaggregaateenheden verbonden zwenkbare werktuigframes mogelijk gemaakt.
Volgens een bijzonder de voorkeur verdienende uitvoeringsvorm volgens de uitvinding is de verticale as 20 van elk zwenkbaar werktuigframe in de werkrichting achter de middenas opgesteld van het onmiddellijk op de buitenste en binnenste onderstopaggregaateenheden volgende rijstel dat bij voorkeur als draaistel is uitgevoerd en waarbij tegen de werkrichting in ten opzichte van het vlak door de beide verticale assen, het machineframe scharnierend uitgevoerd machineframe is. Deze uitvoeringsvorm maakt het op voordelige wijze mogelijk om een bijzonder stabiele ondersteuning van het zwenkbare werktuigframe op het middelste 25 rijstel te bereiken, waarbij als draaistel het gewicht van het werktuigframe en de onderstopaggregaateenheden op twee assen verdeeld wordt. Bovendien is door de scharnierende uitvoering van het machineframe een verplaatsing van de rijcabine vanaf het middelste rijstel voor een volledig ongehinderd opstellen en uitvoeren van de beide zwenkbare werktuigframes en de bijbehorende aandrijvingen mogelijk.
Een zeer voordelige verdere uitvoering van de uitvinding omvat dat het beide buitenste onderstop-30 aggregaateenheden met hun in de hoogte verstellende aandrijvingen elk in het verticale tegenovergelegen eindgedeelte van het zwenkbare werktuigframe om een andere verticale as draaibaar gelagerd zijn en voor het inzwenken naar de spoorbaanas respectievelijk naar de betrokken binnenste onderstopaggregaat-eenheid toe met elk een aandrijving verbonden zijn. Door deze tweevoudige scharnierverbinding van het zwenkbare werktuigframe is een zeer vergaande aanpassing aan ook moeilijk onder te stoppen wisseldelen 35 mogelijk zonder beperkingen van de in de aanhef genoemde voordelen. Met behulp van de tweede verticale as is onafhankelijk van de door de eerste verticale as bereikbare zijwaartse ligging van de buitenste onderstopaggregaateenheid voor het nauwkeurig centreren boven de onder te stoppen dwarsligger een nauwkeurig uitrichten van de onderstophouwelen in een ten opzichte van de langsrichting van de scheefliggende lange dwarsliggers evenwijdige ligging op zeer eenvoudige wijze uitvoerbaar. Daardoor zijn, in 40 verbinding met de binnenste onderstopaggregaateenheden, ook dergelijke scheefliggende en daarom op zich moeilijker onder te stoppen dwarsliggers in het bijzonder ook in verbinding met verschillende spoorbaanhindernissen, sneller, nauwkeuriger en gelijkmatiger onderstopbaar. Daarbij is het van voordeel dat deze tweevoudige scharnierverbinding van het zwenkbare werktuigframe slechts een geringe constructieve complicatie vereist.
45 Volgens een verdere kenmerkende uitvoeringsvorm van de uitvinding is elk langwerpig uitgevoerd zwenkbaar werktuigframe vanaf zijn verticale as in de werkrichting uitstekend opgesteld en met zijn vrije eindgedeelte, bij voorkeur onmiddellijk aan de geleidingsbaan aansluitend, met de buitenste onderstopaggregaateenheid scharnierend verbonden. De opstelling van de buitenste onderstopaggregaateenheden in het vrije eindgedeelte van het uitstekende zwenkbare werktuigframe heeft het voordeel dat voor de 50 bedienende persoon een beter en in hoofdzaak ongehinderd uitzicht respectievelijk controle op de buitenste onderstopaggregaateenheden voor het snel en nauwkeurig centreren daarvan, in het bijzonder ook boven het buiten de spoorbaan gelegen wisseldeel, verschaft wordt. De opstelling van de glijbaan respectievelijk geleidingsbaan onmiddellijk naast de onderstopaggregaateenheden waarborgt bovendien onder ontlasten van het zwenkbare werktuigframe een bijzonder solide ondersteuning van de onderstopaggregaateenheden. 55 Een bijzonder voordelige verdere uitvoering van de uitvinding is gekenmerkt doordat beide langwerpige zwenkbare werktuigframes in verscheidene delen, in het bijzonder in de langsrichting van het frame telescoopvormig verlengbaar uitgevoerd is en met een eigen aandrijving voor het in de lengte verstellen van I9QU9V “τ de aan het einde van het werktuigframe gelagerde buitenste onderstopaggregaateenheid, verbonden is.
Deze verlengbare uitvoering van het zwenkbare werktuigframe maakt op zeer eenvoudige wijze een onafhankelijk overlangs verschuiven van elke buitenste onderstopaggregaateenheid mogelijk voor het nauwkeurig centreren respectievelijk aanpassen daarvan boven een met verschillende dwarsliggerafstand 5 gelegde respectievelijk bijzonder scheefliggende dwarsligger. Met de telescoopvormige uitvoering is een eenvoudige lengteverandering van het werktuigframe bij in hoofdzaak gelijke stabiliteit uitvoerbaar.
Volgens een voordelige verdere uitvoering van de uitvinding is verder elk der beide langwerpige en met de buitenste onderstopaggregaateenheden verbonden zwenkbare werktuigframes met in het bovenste dragerdeel opgestelde hydraulische aandrijvingen uitgevoerd. Deze uitvoeringsvorm van het zwenkbare 10 werktuigframe als verticale drager heeft het voordeel van een hoge buigstijfheid, waarbij door de opstelling van de hydraulische aandrijvingen in het bovenste dragerdeel een onderling storende invloed van de beide zwenkbare werktuigframes vermeden wordt.
Volgens een de voorkeur verdienende verdere uitvoering van de uitvinding is aan beide met hun betrokken zwenkbare werktuigframes onderling onafhankelijk zijwaarts uitzwenkbare buitenste onderstop-15 aggregaateenheden en aan beide onderling onafhankelijk dwars verschuifbare en bij voorkeur ook gemeenschappelijk draaibare binnenste onderstopaggregaateenheden een aan het spoorbaanhef- en richtaggregaat in de werkrichting voorafgaand opgestelde en voor het naar keuze bewerken van het linker of rechter deel van een neven spoorbaan inzetbare respectievelijk extra zijwaarts zwenkbare hefinrichting toegevoegd. Met de speciaal voor het onderstoppen van afbuigende spoorbanen of dergelijke aanwezige, 20 zijdelings uitzwenkbare buitenste onderstopaggregaateenheden in verbinding met deze extra hefinrichting is een nauwkeurig heffen van het wisseldeel over zijn gehele doorsnededeel bereikbaar, zodat ook de buitenliggende wisseldelen door deze zijwaarts zwenkbare buitenste onderstopaggregaateenheden met gelijke kwaliteit onderstopbaar zijn. Extra wordt ook een ontlasting van het aan de machine eigen spoorbaanhef- en richtaggregaat bereikt.
25
In het volgende wordt de uitvinding aan de hand van een in de tekening weergegeven uitvoeringsvoorbeeld nader beschreven.
Hierbij tonen: figuur 1 een zijaanzicht van een spoorbaanonderstop-, nivelleer- en richtmachine met op twee vooruit-30 stekende en elk om een verticale as onderling onafhankelijk zijwaarts zwenkbare werktuigframes gelagerde buitenste onderstopaggregaateenheden en twee op een met het machineframe verbonden werktuigdragers gelagerde en van elkaar onafhankelijk dwarsverstelbare binnenste onderstopaggregaateenheden, figuur 2 een bovenaanzicht op de in figuur 1 aangegeven spoorbaanonderstopmachine, waarbij een buitenste onderstopaggregaateenheid tezamen met het betrokken zwenkbare werktuigframe voor het 35 onderstoppen van een wisseldeel zijwaarts uitgezwenkt is, figuur 3 een vergrote doorsnede door de onderstopmachine volgens de lijn lll-lll in figuur 2 respectievelijk 5, figuur 4 een vergroot gedeeltelijk zijaanzicht van de met het zwenkbare werktuigframe verbonden buitenste onderstopaggregaateenheid volgens figuur 1 en 40 figuur 5 een vergroot detailbovenaanzicht op de beide elk met een buitenste onderstopaggregaateenheid verbonden en door een eigen aandrijving onderling onafhankelijk zijwaarts zwenkbare werktuigframes en de met een eigen werktuigdrager verbonden, onderling onafhankelijk dwarsverschuifbaar gelagerde en gemeenschappelijk draaibare binnenste onderstopaggregaateenheden volgens figuur 2.
45 Een in figuren 1 en 2 aangegeven spoorbaanonderstop-, nivelleer- en richtmachine 1 is via twee draaistellen 2 en een enkelvoudig rijstel 3 op een uit dwarsliggers 4 en rails 5, 6 gevormde spoorbaan 7 met behulp van een rijaandrijving 8 rijdbaar. Een langwerpig uitgevoerd machineframe 9 is met aan de einden opgestelde rijcabines 10 en een centrale energieverzorgingsinstallatie 11 is in de buurt van een verticale as 12 scharnierend uitgevoerd. Voor het overdragen van fouten in de ligging van de spoorbaan is een uit tastrollen 50 en spandraden gevormd nivelleer- en richtbetrekkingssysteem 13 aanwezig. Zoals in het bijzonder blijkt uit figuur 2, zijn de onderstopaggregaten door totaal vier in de dwarsrichting van de spoorbaan naast elkaar opgestelde onderstopaggregaateenheden 14 tot en met 17 met elk een voor het induiken links respectievelijk rechts van de ene respectievelijk andere rails 5, 6 aanwezig onderstopwerktuigpaar 18 tot 21 gevormd. Van deze vier onderstopaggregaateenheden 14 tot 17 zijn de beide buitenste onderstopaggregaateenheden 55 14 en 17 voor het dwarsverstellen elk op een via een eigen aandrijving 22, 23 onderling onafhankelijk om een verticale as 24, 25 ten opzichte van het machineframe 9 zijwaarts zwenkbare werktuigframes 26, 27 gelagerd. De beide tussen de buitenste onderstopaggregaateenheden 14,17 opgestelde binnenste onderstopaggregaateenheden 15,16 zijn met hun in de hoogte verstellende aandrijvingen aan een met het machineframe 9 verbonden werktuigdrager 28 opgesteld. De onafhankelijk van elkaar dwarsverstelbare onderstopaggregaateenheden 14 tot 17 zijn onmiddellijk in de door een pijl 29 aangegeven werkrichting achter een aan het machineframe 9 aanwezig en voor het gebruik bij wisseldelen uitgevoerde en via 5 spoorbaankransrollen 30 over de rails 7 verrijdbaar spoorbaanhef- en richtaggregaat 31 opgesteld en gemeenschappelijk hiermee tussen de beide ver van elkaar gelegen draaistellen 2 opgesteld. Aan het spoorbaanhef- en richtaggregaat 31 is in de werkrichting een extra zijwaarts zwenkbare, voor het naar keuze bewerken van het linker- of rechterdeel van een neven spoorbaan inzetbare hefinrichting 32 toegevoegd. In het zichtbereik van de onderstopaggregaateenheden 14,15, 16, 17, van het spoorbaanhef-10 en richtaggregaat 31 en de hefinrichting 32 is een bedieningscabine 33 met een tegen de werkrichting in gerichte zetel en bedieningsbord 34 opgesteld. Zoals blijkt uit figuur 2, bevindt zich zowel de buitenste onderstopaggregaateenheid 17 alsook de hefinrichting 32 zich boven een uit rails 35, 36 gevormde afbuigende spoorbaan 37.
Zoals blijkt uit figuur 3 is de ene buitenste onderstopaggregaateenheid 17 boven de buitenrail 36 van de 15 afbuigende spoorbaan 37 gecentreerd, terwijl de tegenovergelegen buitenste onderstopaggregaateenheid 14 ten opzichte van de binnenste onderstopaggregaateenheid 15 voor een gemeenschappelijke onderstopping van de met de rails 6 van de hoofdspoorbaan 7 verbonden dwarsliggers tegenovergelegen opgesteld is. De andere binnenste onderstopaggregaateenheid 16 is boven de binnenste rail 35 van de afbuigende spoorbaan 37 gecentreerd. Elk via aandrijvingen bijstelbaar en trilhaar onderstopwerktuigpaar 18, 19, 20 en 20 21 is elk voorzien van vier in de langsrichting van de machine respectievelijk spoorbaan tegenover elkaar gelegen onderstophouwelen 38, 39 voor het induiken in de ballast. De onderstopaggregaateenheden 14 tot 17 zijn aan de van elkaar afgekeerde zijden in de dwarsrichting van de spoorbaan uitstekend en aan de naar elkaar toegekeerde zijden in hoofdzaak op één lijn en ten opzichte van het betrokken symmetrievlak van de spoorbaan ten opzichte van elkaar spiegelbeeldvormig uitgevoerd. De door aandrijvingen 40 om een 25 verticale as 41 draaibaar aan het machineframe 9 gelagerde werktuigdrager 28 is met dwars ten opzichte van de langsrichting van de machine reikende dwarsgeleidingen 42 verbonden, waarop met in de hoogte verstellende aandrijvingen 43, 44 voorziene en voor het in de hoogte verstelbaar lageren van de binnenste onderstopaggregaateenheden 15,16 aanwezige aggregaatframes 45, 46 dwars verschuifbaar gelagerd zijn. Voor het ten opzichte van elkaar onafhankelijk dwars verschuiven van de beide binnenste onderstop-30 aggregaateenheden 15,16 zijn aandrijvingen 47, 48 aanwezig. Het met hoogte verstellende en richtende aandrijvingen verbonden en aan de spoorbaan afrolbare spoorbaanhef- en richtaggregaat 31 is voorzien van met de rails 5, 6 van de spoorbaan 7 in aangrijping brengbare, zijwaarts en in de hoogte verstelbare hefhaken 49 en hefrollen 50. Ook de extra hefinrichting 32 is via dubbele spoorkransrollen op de rail 36 van de afbuigende spoorbaan 37 afrolbaar en met zijwaarts zwenkbare en aan de rail 36 aanlegbare hefrollen 35 51 verbonden. Deze zijn op een draagring 52 gelagerd, welke op zijn beurt via een kabel 53 met een aandrijving 54 van een telescoopdrager 55 verbonden is. Een andere aandrijving 56 is enerzijds met de telescoopdrager 55 en anderzijds met een om een verticale as via een eigen draaiaandrijving draaibare draagamn 57 verbonden. Aan het vrije einde van de telescoopdrager 55 is een omkeerrol 58 opgesteld.
De verticale as 24, 25 van elk zwenkbaar werktuigframe 26, 27 is volgens figuur 4 in de langsrichting van 40 de spoorbaan achter een middenas 59 van het onmiddellijk achter de buitenste en binnenste onderstopaggregaateenheden 14 tot 17 opgestelde draaistel 2 opgesteld. Elk zwenkbaar werktuigframe 26, 27 is vanaf zijn verticale as 24, 25 in de werkrichting uitstekend opgesteld en met zijn vrije einde in de buurt van een geleidingsbaan 60 met de buitenste onderstopaggregaateenheden 14 en 17 scharnierend verbonden.
Zoals in het bijzonder uit de figuren 4 en 5 blijkt, zijn de beide buitenste onderstopaggregaateenheden 45 14,17 elk aan de verticale as 24, 25 tegenover gelegen eindgedeelten van het zwenkbare werktuigframe 26, 27 om een andere verticale as 61, 62 draaibaar gelagerd en voor het inzwenken naar de langsas 63 van de spoorbaan respectievelijk machine respectievelijk naar de betrokken binnenste onderstopaggregaateenheid 15,16 met elk een aandrijving 64, 65 verbonden. De beide onderstopwerktuigparen 18, 21 van de beide buitenste onderstopaggregaateenheden 14 en 17 zijn via in de hoogte verstellende aandrijvingen 66 50 in de hoogte verstelbaar op het aggregaatframe 67, 68 gelagerd. Elk der beide zwenkbare werktuigframes 26, 27 is in de langsrichting van het frame telescoopvormig verlengbaar uitgevoerd en met een eigen aandrijving 69, 70 voor het overlangs verstellen van de aan het einde 71 van het werktuigframe gelagerde buitenste onderstopaggregaateenheid 14, 17 verbonden. De als verticale drager met een buitendrager 72 en een hierin overlangs verschuifbaar gelagerde binnendrager 73 uitgevoerde zwenkbare werktuigframes 26, 55 27 zijn in de buurt van de onderstopaggregaateenheden 14 en 17 naar buiten gestuit respectievelijk hoekvormig uitgevoerd en zijn met hun verticale assen 24, 25, hun verstelaandrijvingen 22, 23, 64, 65, 69, 70 en verstelgebieden met betrekking tot de langsas 63 van de machine spiegelbeeldvormig opgesteld. De lengte van elk zwenkbaar werktuigframe 26, 27 bedraagt vanaf de betrokken verticale as 24, 25 tot de betrokken buitenste onderstopaggregaateenheid 14 respectievelijk 17 ten minste ongeveer vier tot vijf meter of het twee tot drieenhalfvoudige van de spoorwijdte. De totale zwenkweg a (figuur 5) van de betrokken buitenste onderstopaggregaateenheid 14, 17 respectievelijk het einde 71 van het werktuigframe vanaf de 5 binnenste naar de buitenste zwenkstand bedraagt ten minste ongeveer 1,7 meter. Het totale, door de beide aandrijvingen 22, 64 respectievelijk 23, 65 bereikbare zijwaartse verstelgebied van elke buitenste onderstopaggregaateenheid 14,17 bedraagt ten minste ongeveer 2 meter. Dit totale verstelgebied is echter nog bij overeenkomstig dwars verschuiven van de naburige binnenste onderstopaggregaateenheid in de richting van de langsas 63 van de machine vergrootbaar.
10 Zoals blijkt uit figuren 4 en 5 zijn de beide in de buurt tussen de beide zwenkbare werktuigframes 26, 27 aan de werktuigdrager 28 opgestelde binnenste onderstopaggregaateenheden 15,16 met hun in de hoogte verstellende aandrijvingen 43, 44 elk via de beide dwarsgeleidingen 42 en eigen aandrijvingen 47, 48 ten opzichte van het machineframe 9 onafhankelijk van elkaar dwars verschuifbaar uitgevoerd. De werktuigdrager 28 is met de beide binnenste onderstopaggregaateenheden 15, 16 en de beide dwarsgeleidingen 42 15 via de aandrijving 40 om de, in het door de onderstopaggregaateenheden 14 tot 17 reikende dwarse verticale vlak 74 en door de aan de langsas 63 van de machine reikende verticale as 41 evenwijdig ten opzichte van het spoorbaanvlak draaibaar aan het machineframe 9 gelagerd. Voor deze verdraaiing liggen met de dwarsgeleidingen 42 verbonden dwarsdragers 75 op met het machineframe 9 verbonden, cirkelboogvormige lagergeleidingssegmenten 76. Met de dwarsdragers 75 zijn voor het aanliggen tegen de 20 cirkelboogvormige binnenzijde van de lagergeleidingssegmenten 76, geleidingsrollen 77 verbonden. De beide dwarsdragers 75 van de werktuigdrager 28 zijn enerzijds met de lagergeleidingssegmenten 76 respectievelijk het machineframe 9 en anderzijds met een middendrager 78 scharnierend verbonden. De totale zwenking van de werktuigdrager 28 tezamen met de beide binnenste onderstopaggregaateenheden 15,16 om de verticale as 41 bedraagt ongeveer 17°C.
25 In het volgende wordt de werking van de hiervoor beschreven spoorbaanonderstop-, nivelleer- en richtmachine 1 aan de hand van de figuren 1 tot 5 nader verduidelijkt.
Voor het onderstoppen van een stuk spoorbaan wordt de werktuigdrager 28 zodanig om de verticale as 41 via de aandrijving 40 gedraaid, dat de lengteassen van de dwarsgeleidingen 42 loodrecht op de lengteas 63 van de machine reiken. Door belasten van de beide aandrijvingen 47, 48 worden de beide aggregaat-30 frames 45, 46 zodanig dwarsgesteld, dat de bijbehorende paren onderstopwerktuigen 19, 20 van de beide binnenste onderstopaggregaateenheden 15, 16 elk in de buurt van de binnenzijde van de beide rails 5, 6 komen te liggen. De beide buitenste onderstopaggregaateenheden 14 en 17 worden door belasten van de beide aandrijvingen 22, 23 tezamen met de beide zwenkbare werktuigframes 26, 27 zo lang zijwaarts versteld tot de bijbehorende paren onderstopwerktuigen 18, 21 elk in de buurt van de buitenzijde van elke 35 rail 5, 6 komen te liggen. Onder belasten van de in de hoogte verstellende aandrijvingen 66 respectievelijk 43, 44 worden aansluitend de onderstopwerktuigparen 18 tot 21 voor het onderstoppen in de ballast neergelaten. Zodra in de loop van het stapsgewijs werkend voortrijden de afbuigende spoorbaan 37 bereikt wordt, heeft zowel een onderstopping van de dwarsligger in de buurt van de beide rails 5 en 6 van de hoofdspoorbaan 7 alsook in de buurt van de beide wisseltongen respectievelijk rails 35, 36 van de 40 afbuigende spoorbaan 37 plaats. Daartoe wordt de buitenste onderstopaggregaateenheid 17 na voltooid onderstoppen van de dwarsligger in het buitenste gebied van de rail 7 van de hoofdspoorbaan 7 onder belasten van de aandrijving 23 tezamen met het bijbehorende zwenkbare werktuigframe 27 in de met volle lijnen in figuur 2 aangegeven stand gezwenkt. Gelijktijdig met een zwenken heeft een verdraaien van de onderstopaggregaateenheid 17 plaats om de verticale as 62 door belasten van de aandrijving 65, waardoor 45 de onderstophouwelen 38, 39 evenwijdig aan de langsas van de in dit wisseldeel scheefliggende dwarsligger 4 worden uitgericht. Ook de tegenovergelegen buitenste onderstopaggregaateenheid 14 wordt op de gelijke wijze door overeenkomstig bedienen van de aandrijving 64 aan de scheefliggende dwarsligger aangepast. De aanpassing van de onderstophouwelen 38, 39 van de binnenste onderstopaggregaateenheden 15,16 heeft plaats door overeenkomstig draaien van de werktuigdrager 28 om de verticale as 41 50 met behulp van de beide aandrijvingen 40 (zie in het bijzonder figuur 5). Onder overeenkomstig belasten van de beide aandrijvingen 47, 48 worden aansluitend de beide aggregaatframes 45, 46 zolang dwars verschoven tot de binnenste onderstopaggregaateenheden 15,16 boven het onder te stoppen gebied van de rails 6 respectievelijk 35 komen te liggen. Gelijktijdig daarmee heeft een in vorm aanpassende verbinding van de extra hefinrichting 32 met de afbuigspoorbaan 37 plaats, doordat de hefrollen 51 met de rail 36 in 55 aangrijping gebracht worden. Voor het uitvoeren van de onderstopping wordt de spoorbaan 7 tezamen met de afbuigende spoorbaan 37 door bedienen van de hoogte verstellende en richtende aandrijvingen van het spoorbaanhef- en richtaggregaat 31 en de aandrijving 54 van de hefinrichting 32 getild (zie drie pijlen in
Claims (11)
1. Rijdbare spoorbaanonderstopmachine met een op rijstellen steunend machineframe en een om een verticale as evenwijdig aan het spoorbaanvlak zijwaarts zwenkbaar gelagerd werktuigframe, alsmede met in de dwarsrichting van de spoorbaan naast elkaar opgestelde en via aandrijvingen onderling onafhankelijk dwars en in de hoogte verstelbare uit in totaal vier in de dwarsrichting van de spoorbaan naast elkaar 20 opgestelde buitenste onderstopaggregaateenheden en binnenste onderstopaggregaateenheden bestaande onderstopaggregaten, die voorzien zijn van via aandrijvingen bijstelbare en trilbare paren onderstop-werktuigen met links respectievelijk rechts van de ene respectievelijk andere rails in de ballast insteekbare onderstophouwelen, gekenmerkt, doordat van de telkens via hun aandrijvingen (43, 44, 66) onderling onafhankelijk in de hoogte verstelbare onderstopaggregaateenheden (14,15, 16, 17), de beide buitenste 25 onderstopaggregaateenheden (14, 17) met hun in de hoogte verstellende aandrijvingen (66) voor het dwarsverstellen telkens op een via een eigen aandrijving (22, 23) onderling onafhankelijk om een verticale as (24, 25) ten opzichte van het machineframe (9) zijwaarts zwenkbaar zwenk-werktuigframe (26, 27) zijn gelagerd en doordat de beide tussen de buitenste onderstopaggregaateenheden (14,17) opgestelde binnenste onderstopaggregaateenheden (15, 16) met hun in de hoogte verstellende aandrijvingen (43, 44) 30 aan het machineframe (9) respectievelijk aan een hiermee verbonden werktuigdrager (28) opgesteld zijn.
2. Machine volgens conclusie 1, gekenmerkt doordat de beide buitenste onderstopaggregaateenheden (14, 17. elk aan het eindgedeelte van hun zwenkbare werktuigframe (26, 27) gelagerd zijn, waarbij elk van deze langwerpig uitgevoerde zwenkbare werktuigframes (26, 27) in het aan de buitenste onderstopaggregaateenheid (14, 17) aangrenzende gebied op een horizontale geleidingsbaan (60) van het machineframe (9) 35 extra ondersteund is.
3. Machine volgens conclusie 1 of 2, gekenmerkt doordat elk van de beide in de werkrichting onmiddellijk voor een rijstel (2) vrij uitstekende en langwerpig uitgevoerde zwenkbare werktuigframes (26, 27) met zijn buitenste onderstopaggregaateenheid (14, 17) telkens om een ongeveer boven de ene respectievelijk andere rail (5, 6) verticaal reikende as (24, 25), vanaf de betrokken binnenste onderstopaggregaateenheid 40 (15, 16) uit, zijwaarts uitzwenkbaar aangebracht is.
4. Machine volgens conclusie 1, gekenmerkt doordat de beide, in het gebied tussen de beide zwenkbare werktuigframes (26, 27) respectievelijk buitenste onderstopaggregaateenheden (14,17) aan het machineframe respectievelijk werktuigdrager (9, 28) aangebrachte binnenste onderstopaggregaateenheden (15, 16) met hun in de hoogte verstellende aandrijvingen (43, 44) telkens via dwarsgeleidingen (42) en een eigen 45 aandrijving (47, 48) ten opzichte van het machineframe (9) onafhankelijk van elkaar dwars verschuifbaar uitgevoerd zijn.
5. Machine volgens conclusie 1 of 4, gekenmerkt doordat de werktuigdrager (28) met de beide onderling onafhankelijk in de hoogte verstelbare binnenste onderstopaggregaateenheden (15, 16) bij voorkeur tezamen met de dwarsgeleidingen (42) en de beide dwarsverschuifaandrijvingen (47, 38) via een eigen 50 aandrijving (40) om een, in de door de onderstopaggregaateenheden (14,17) reikend dwars verticaal vlak (74) en door de langsas (63) van de machine verlopende, verticale as (41) evenwijdig aan het spoorbaanvlak draaibaar aan het machineframe (9) gelagerd is.
6. Machine volgens een der conclusies 1-5, gekenmerkt doordat de verticale as (24, 25) van elk zwenkbaar werktuigframe (26, 27) in de werkrichting achter de middenas (59) is opgesteld van het onmiddellijk op de 55 buitenste en binnenste onderstopaggregaateenheden (14-17) volgende rijstel, dat bij voorkeur als draaistel (2) is uitgevoerd en waarbij tegen de werkrichting in ten opzichte van het vlak door de beide verticale assen (24, 25), het machineframe (9) scharnierend uitgevoerd is.
7. Machine volgens een der conclusies 1-6, gekenmerkt doordat de beide buitenste onderstopaggregaat-eenheden (14, 17) met hun in de hoogte verstellende aandrijvingen (66) elk in het aan de verticale as (24, 25) tegenovergelegen eindgedeelte van het zwenkbare werktuigframe (26, 27) om een andere verticale as (61, 62) draaibaar gelagerd zijn en voor het inzwenken naar de spoorbaanas (63) respectievelijk naar de 5 betrokken binnenste onderstopaggregaateenheid (15, 16) toe met elk een aandrijving (64, 65) verbonden zijn.
8. Machine volgens conclusie 7, gekenmerkt doordat elk langwerpig uitgevoerd zwenkbaar werktuigframe (26, 27) vanaf zijn verticale as (24, 25) in de werkrichting uitstekend opgesteld is en met zijn vrije eindgedeelte, bij voorkeur onmiddellijk aan de geleidingsbaan (60) aansluitend, met de buitenste onderstop- 10 aggregaateenheid (14, 17) scharnierend verbonden is.
9. Machine volgens een der conclusies 1-8, gekenmerkt doordat beide langwerpige zwenkbare werktuig-frames (26, 27) in verscheidene delen, in het bijzonder in de langsrichting van het frame telescoopvormig verlengbaar uitgevoerd is en met een eigen aandrijving (69, 70) voor het in de lengte verstellen van de aan het einde (71) van het werktuigframe gelagerde buitenste onderstopaggregaateenheid (14, 17), verbonden 15 is.
10. Machine volgens een der conclusies 1-9, gekenmerkt doordat elk der beide langwerpige en met de buitenste onderstopaggregaateenheden (14, 17) verbonden zwenkbare werktuigframes (26, 27) met in het bovenste dragerdeel opgestelde hydraulische aandrijvingen (22, 23, 69, 70, 64, 65) uitgevoerd is.
11. Machine volgens conclusie 10, gekenmerkt doordat aan beide met hun betrokken zwenkbare werktuig-20 frames (26, 27) onderling onafhankelijk zijwaarts uitzwenkbare buitenste onderstopaggregaateenheden (14, 17. en aan beide onderling onafhankelijk dwars verschuifbare en bij voorkeur ook gemeenschappelijk draaibare binnenste onderstopaggregaateenheden (15, 16) een aan het spoorbaanhef- en richtaggregaat (31) in de werkrichting voorafgaand opgestelde en voor het naar keuze bewerken van het linker- of rechterdeel van een neven spoorbaan inzetbare respectievelijk extra zijwaarts zwenkbare hefinrichting (32) 25 toegevoegd is. Hierbij 2 bladen tekening
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
AT921/89A AT392810B (de) | 1989-04-18 | 1989-04-18 | Fahrbare gleisstopfmaschine mit quer- und hoehenverstellbaren stopfaggregaten |
AT92189 | 1989-04-18 |
Publications (3)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL9000028A NL9000028A (nl) | 1990-11-16 |
NL193696B NL193696B (nl) | 2000-03-01 |
NL193696C true NL193696C (nl) | 2000-07-04 |
Family
ID=3502902
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL9000028A NL193696C (nl) | 1989-04-18 | 1990-01-05 | Rijdbare spoorbaanonderstopmachine met dwars en in de hoogte verstelbare onderstopaggregaten. |
Country Status (15)
Country | Link |
---|---|
JP (1) | JP2925234B2 (nl) |
CN (1) | CN1016626B (nl) |
AT (1) | AT392810B (nl) |
CH (1) | CH685059A5 (nl) |
CZ (1) | CZ279363B6 (nl) |
DD (1) | DD293853A5 (nl) |
DE (1) | DE4001488A1 (nl) |
ES (1) | ES2024163A6 (nl) |
FI (1) | FI95065C (nl) |
GB (1) | GB2230546B (nl) |
NL (1) | NL193696C (nl) |
SE (1) | SE508417C2 (nl) |
SK (1) | SK278889B6 (nl) |
SU (1) | SU1762763A3 (nl) |
UA (1) | UA13455A (nl) |
Families Citing this family (12)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
AT403065B (de) * | 1991-07-19 | 1997-11-25 | Plasser Bahnbaumasch Franz | Gleisstopfmaschine |
AT402307B (de) * | 1993-01-27 | 1997-04-25 | Plasser Bahnbaumasch Franz | Maschinenanordnung zum unterstopfen eines gleises |
ES2073366B1 (es) * | 1993-09-18 | 1998-07-01 | Olalde Jose Ignac Aguirrezabal | Dispositivo de acoplamiento de maquinas para trabajos de reparacion de cunetas y laterales de via de ferrocarril. |
CN1050626C (zh) * | 1994-12-13 | 2000-03-22 | 国际壳牌研究有限公司 | 烃转化工艺 |
CN1058513C (zh) * | 1997-12-16 | 2000-11-15 | 中国石化兰州炼油化工总厂 | 一种快速高效分子筛模板剂的抽提方法 |
CN1050151C (zh) * | 1997-12-23 | 2000-03-08 | 石油大学(华东) | 用于渣油悬浮床加氢裂化的催化剂 |
CN102733269B (zh) * | 2011-03-31 | 2014-10-08 | 常州市瑞泰工程机械有限公司 | 镐臂 |
CN102644221B (zh) * | 2012-05-09 | 2014-12-10 | 昆明中铁大型养路机械集团有限公司 | 轨道捣固车 |
CN104975545B (zh) * | 2015-07-30 | 2017-04-05 | 上海铁路局上海大型养路机械运用检修段 | 捣稳车捣镐防插钢轨保护装置及其应用方法 |
AT16726U1 (de) | 2018-09-13 | 2020-07-15 | Plasser & Theurer Export Von Bahnbaumaschinen Gmbh | Verfahren und Vorrichtung zum Unterstopfen von Schwellen eines Gleises |
CN110373965A (zh) * | 2019-01-25 | 2019-10-25 | 中国铁建高新装备股份有限公司 | 一种道岔捣固作业方法及捣固车 |
AT525462A1 (de) * | 2021-09-21 | 2023-04-15 | Plasser & Theurer Export Von Bahnbaumaschinen Gmbh | Vorrichtung zum Positionieren von Gleisbearbeitungsgeräten am Gleis und Gleisbearbeitungssytem |
Family Cites Families (1)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US4899664A (en) * | 1987-02-09 | 1990-02-13 | Tamper Corp. | Split workhead |
-
1989
- 1989-04-18 AT AT921/89A patent/AT392810B/de not_active IP Right Cessation
- 1989-12-14 CH CH4505/89A patent/CH685059A5/de not_active IP Right Cessation
-
1990
- 1990-01-05 NL NL9000028A patent/NL193696C/nl not_active IP Right Cessation
- 1990-01-19 DE DE4001488A patent/DE4001488A1/de active Granted
- 1990-03-19 SU SU4743342A patent/SU1762763A3/ru active
- 1990-03-19 UA UA4743342A patent/UA13455A/uk unknown
- 1990-04-02 SE SE9001189A patent/SE508417C2/sv not_active IP Right Cessation
- 1990-04-09 CN CN90101992A patent/CN1016626B/zh not_active Expired
- 1990-04-09 GB GB9007962A patent/GB2230546B/en not_active Expired - Fee Related
- 1990-04-16 ES ES9001076A patent/ES2024163A6/es not_active Expired - Lifetime
- 1990-04-17 FI FI901934A patent/FI95065C/fi active IP Right Grant
- 1990-04-17 CZ CS901904A patent/CZ279363B6/cs not_active IP Right Cessation
- 1990-04-17 SK SK1904-90A patent/SK278889B6/sk not_active IP Right Cessation
- 1990-04-17 DD DD90339803A patent/DD293853A5/de not_active IP Right Cessation
- 1990-04-18 JP JP2102773A patent/JP2925234B2/ja not_active Expired - Lifetime
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
GB9007962D0 (en) | 1990-06-06 |
UA13455A (uk) | 1997-02-28 |
FI901934A0 (fi) | 1990-04-17 |
DD293853A5 (de) | 1991-09-12 |
NL9000028A (nl) | 1990-11-16 |
FI95065B (fi) | 1995-08-31 |
GB2230546B (en) | 1993-02-17 |
CS9001904A2 (en) | 1991-10-15 |
SK278889B6 (sk) | 1998-04-08 |
SU1762763A3 (ru) | 1992-09-15 |
NL193696B (nl) | 2000-03-01 |
CN1046577A (zh) | 1990-10-31 |
CN1016626B (zh) | 1992-05-13 |
SE508417C2 (sv) | 1998-10-05 |
AT392810B (de) | 1991-06-25 |
ATA92189A (de) | 1990-11-15 |
DE4001488C2 (nl) | 1991-10-10 |
JPH0369703A (ja) | 1991-03-26 |
SE9001189L (sv) | 1990-10-19 |
CZ279363B6 (cs) | 1995-04-12 |
JP2925234B2 (ja) | 1999-07-28 |
GB2230546A (en) | 1990-10-24 |
FI95065C (fi) | 1995-12-11 |
DE4001488A1 (de) | 1990-10-25 |
SE9001189D0 (sv) | 1990-04-02 |
ES2024163A6 (es) | 1992-02-16 |
CH685059A5 (de) | 1995-03-15 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
NL193696C (nl) | Rijdbare spoorbaanonderstopmachine met dwars en in de hoogte verstelbare onderstopaggregaten. | |
US5619928A (en) | Apparatus for transporting an assembled track section | |
GB1263270A (en) | Railway trackt tamping machine | |
AU656480B2 (en) | A track tamping machine for tamping switches and crossings of a track | |
AU606228B2 (en) | A travelling track tamping, lifting and lining machine for lifting and/or laterally shifting a track at switches and crossings | |
US4207820A (en) | Mobile apparatus for the renewal and for the construction of railway tracks | |
JP2574415B2 (ja) | 連続的に走行可能な軌道工事機 | |
US3469534A (en) | Mobile track liner and tamper | |
PL155530B1 (en) | Wheeled mobile unit for lifting, carrying and laying railway track sections | |
AU627019B2 (en) | Travelling track tamping machine comprising tamping units designed for transverse and vertical displacement | |
CZ278179B6 (en) | Track packing machine being provided with packing units adjustable in the track transversal direction | |
CZ279149B6 (cs) | Pojízdný podbíjecí, nivelační a rovnací stroj s výkyvnými podbíjecími agregáty | |
JPS6352162B2 (nl) | ||
CZ286585B6 (cs) | Podbíječka koleje | |
RU2082847C1 (ru) | Шпалоподбивочная машина и способ подбивки рельсового пути | |
GB2242218A (en) | A machine for distributing and profiling track bedding ballast | |
CA2090397C (en) | Track tamping machine having an auxiliary lifting and lining unit for a branch track | |
NL194646C (nl) | Rijdende spoorbaanonderstopmachine met dwars en in de hoogte verstelbare stopaggregaten. | |
US4606273A (en) | Railway carriage with set-off apparatus | |
GB2205342A (en) | A track ballast bed cleaning machine comprising an endless conveying and clearing chain | |
NL9000041A (nl) | Spoorbaanonderstopmachine met spoorbaanhef- en richtaggregaat. |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
BB | A search report has been drawn up | ||
BC | A request for examination has been filed | ||
V1 | Lapsed because of non-payment of the annual fee |
Effective date: 20090801 |