NL194646C - Rijdende spoorbaanonderstopmachine met dwars en in de hoogte verstelbare stopaggregaten. - Google Patents

Rijdende spoorbaanonderstopmachine met dwars en in de hoogte verstelbare stopaggregaten. Download PDF

Info

Publication number
NL194646C
NL194646C NL9000029A NL9000029A NL194646C NL 194646 C NL194646 C NL 194646C NL 9000029 A NL9000029 A NL 9000029A NL 9000029 A NL9000029 A NL 9000029A NL 194646 C NL194646 C NL 194646C
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
stop
track
tool
frame
understop
Prior art date
Application number
NL9000029A
Other languages
English (en)
Other versions
NL9000029A (nl
NL194646B (nl
Original Assignee
Plasser Bahnbaumasch Franz
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Plasser Bahnbaumasch Franz filed Critical Plasser Bahnbaumasch Franz
Publication of NL9000029A publication Critical patent/NL9000029A/nl
Publication of NL194646B publication Critical patent/NL194646B/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL194646C publication Critical patent/NL194646C/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E01CONSTRUCTION OF ROADS, RAILWAYS, OR BRIDGES
    • E01BPERMANENT WAY; PERMANENT-WAY TOOLS; MACHINES FOR MAKING RAILWAYS OF ALL KINDS
    • E01B27/00Placing, renewing, working, cleaning, or taking-up the ballast, with or without concurrent work on the track; Devices therefor; Packing sleepers
    • E01B27/12Packing sleepers, with or without concurrent work on the track; Compacting track-carrying ballast
    • E01B27/13Packing sleepers, with or without concurrent work on the track
    • E01B27/16Sleeper-tamping machines
    • E01B27/17Sleeper-tamping machines combined with means for lifting, levelling or slewing the track
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E01CONSTRUCTION OF ROADS, RAILWAYS, OR BRIDGES
    • E01BPERMANENT WAY; PERMANENT-WAY TOOLS; MACHINES FOR MAKING RAILWAYS OF ALL KINDS
    • E01B2203/00Devices for working the railway-superstructure
    • E01B2203/10Track-lifting or-lining devices or methods
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E01CONSTRUCTION OF ROADS, RAILWAYS, OR BRIDGES
    • E01BPERMANENT WAY; PERMANENT-WAY TOOLS; MACHINES FOR MAKING RAILWAYS OF ALL KINDS
    • E01B2203/00Devices for working the railway-superstructure
    • E01B2203/12Tamping devices
    • E01B2203/125Tamping devices adapted for switches or crossings

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Architecture (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Machines For Laying And Maintaining Railways (AREA)
  • Soil Working Implements (AREA)
  • Agricultural Machines (AREA)

Description

1 194646
Rijdende spoorbaanonderstopmachine met dwars en in de hoogte verstelbare stopaggregaten
De uitvinding heeft betrekking op een rijdbare spoorbaanonderstopmachine met een op rijstellen steunend machineframe en twee, elk om een verticale as evenwijdig aan het vlak van de spoorbaan zijwaarts 5 zwenkbaar gelagerde werktuigframes, alsmede met in de dwarsrichting van de spoorbaan naast elkaar opgestelde en via aandrijvingen ten opzichte van elkaar onafhankelijk dwars en in de hoogte verstelbare onderstopaggregaten die via aandrijvingen bijstelbare en trilbare onderstopwerktuigparen met in de ballast induwbare onderstophouwelen bezitten.
Een dergelijk rijdbare spoorbaanonderstopmachine is bekend uit het Oostenrijkse octrooischrift 380.498 10 en is als spoorbaanonderstopnivelleer- en richtmachine van de zogenaamde compacte bouwwijze uitgevoerd. Deze machines hebben zich in de laatste twintig jaar als bijzonder bruikbaar getoond, aangezien door de opstelling van de onderstopaggregaten en het spoorbaanhefrichtaggregaat tussen de twee ver van elkaar op afstand gelegen rijstellen een aanzienlijk nauwkeurige correctie van de ligging van de spoorbaan in de hoogte en zijwaarts uitvoerbaar is, waardoor extre ten gevolge van de betrekkelijk grote afstand van 15 de rijstellen een zwakke buiglijn van de rails voor het vermijden van een ontoelaatbare buigbelasting bereikt wordt. Bij deze spoorbaanonderstopmachine is voor elke railstreng een eigen, met zijn ene einde via een in de lengte veranderbare koppelingsinrichting scharnierend aan het machineframe aangebracht werktuigframe met telkens een onderstop-, hef- en richtaggregaat aanwezig, waarbij elk zijwaarts zwenkbaar werktuigframe aan zijn andere, tegenover de scharnierplaats gelegen einde voorzien is van een voor het berijden op een 20 rails als een vrij scharnierbaar rijstel uitgevoerd afzonderlijk steunend en leidend rijstel. De onderstop·, heten richtaggregaten zijn als zogenaamde wisselaggregaten met voor het bewerken van delen van spoorbaanwissels en dergelijke uitgevoerde, zijwaarts zwenkbare onderstopwerktuigen respectievelijk heftangen en richtende spoorkransrollen uitgevoerd. De bekende spoorbaanonderstopmachine heeft echter als nadeel dat de inzetbaarheid ter plaatse van gecompliceerde spoorbaandelen bijvoorbeeld wisseldelen of 25 spoorbanen met scheef liggende dwarsliggers respectievelijk met verschillende dwarsliggerafstanden, beperkt is.
De opgave van de uitvinding bestaat nu daarin, om een rijdende spoorbaanonderstopmachine van in de aanhef beschreven soort te verschaffen, die op dit punt verbetering brengt en waarmee een snelle, eenvoudige en nauwkeurige aanpassing van de onderstopwerktuigen bij het insteken in de ballast 30 bereikbaar is.
Dit doel wordt met een rijdbare spoorbaanonderstopmachine van in de aanhef beschreven soort volgens de uitvinding opgelost, doordat ieder van de beide werktuigframes via een eigen aandrijving onafhankelijk van de ander om een verticale as zijwaarts zwenkbaar is.
Met de uitgevonden oplossing wordt een verassend eenvoudige en toch robuuste basisconstructie 35 verschaft, die in het bijzonder de bij het toepassen in gecompliceerde en zware spoorbaaninstallaties optredende betrekkelijk hoge krachten stand houdt.
Een dergelijke uitgevonden lagering van de onderstopaggregaten op twee ten opzichte van het machineframe ten opzichte van elkaar onafhankelijk evenwijdig aan het vlak van de spoorbaan zijwaarts zwenkbare werktuigframes maakt daarom met eenvoudige constructieve inspanning een de zeer hoge en 40 vooral stotend inwerkende krachten in het onderstopbedrijf goed standhoudende, in het bijzonder robuuste opstelling mogelijk, waarbij door de ten opzichte van elkaar onafhankelijke individuele dwarsverstelbaarheid (via de betrokken aandrijvingen) op zeer eenvoudige wijze op een snel en individueel nauwkeurig zwenken van elk onderstop aggregaat voor een van de hoofdspoorbaan afwijkende centrering, bijvoorbeeld voor een wisseltong, uitvoerbaar is. Boven deze zeer voordelige toepasbaarheid, bij gecompliceerde spoorbaan-45 stukken, in het bijzonder wissels, zijn de elk met een zwenkbaar werktuigframe verbonden stopaggregaten, echter ook zonder beperking toepasbaar bij normale spoorbaanstukken, zodat op voordelige wijze ook langere spoorbanen met grote afstanden alsook wisselstukken onder verbetering van de effectiviteit met in hoofdzaak gelijke onderstopkwaliteit doorgaand onderstopbar zijn. Daarbij is van bijzonder voordeel dat gelijktijdig met de zwenkbeweging van de onderstopaggregaten tezamen met het zwenkbare werktuigframe 50 om zijn verticale as voor het centreren ook een betrekkelijk eenvoudige aanpassing van de onderstophouwelen aan de scheve ligging van de in wisselstukken aanwezige langsdwarsliggers mogelijk is.
Wanneer zoals volgens het voornoemde Oostenrijke octrooischrift 380.498 bij de rijdbare spoorbaanonderstopmachine de beide onderstopaggregaten telkens zijn uitgerust met onderstopwerktuigparen voor het onderstoppen van dwarsliggers links en rechts van de hierop bevestigde ene of de andere rail, waarbij 55 de beide zwenkbare werktuigframes waarop deze onderstopaggregaten telkens elk zijn aangebracht langwerpig zijn uitgevoerd, is overeenkomstig een voordelige uitvoeringsvorm volgens de uitvinding elk onderstopaggregaat aan het uiteinde van het bijbehorende zwenkbare werktuigframe gelagerd en is elk van 194646 2 deze werktuigframes in het aan het onderstopaggregaat grenzende gebied op een horizontale glijdende-respectievelijk geleidende baan van het machineframe extra ondersteund. Het elk aan het einde opstellen van de onderstopaggregaten aan het zwenkbare werktuigframe heeft in het bijzonder het voordeel dat het gebied, waarbinnen de onderstopaggregaten zijwaarts verstelbaar zijn, van andere bouwdelen vrijgehouden 5 is en dat de onderstopaggregaten ten gevolge van de slechts aan één zijde aanwezige verbinding met de beide zwenkbare werktuigframes voor de aan het vrije, tegenovergelegen einde zich bevindende bedieningspersoon vrij en in hoofdzaak ongehinderd aanschouwbaar respectievelijk inzienbaar zijn, waardoor verder een hogere en nauwkeurige werkprestatie bereikbaar is. Het langwerpige zwenkbare werktuigframe maakt ook een ver naar voren uitstekende opstelling mogelijk van de onderstopaggregaten 10 voor een betrekkelijk groot totaal verstelgebied, zodat bijvoorbeeld afbuigende spoorbanen (in het gebied van wissels), die door lange dwarsliggers met de hoofdspoorbaan verbonden zijn, voor het bereiken van een duurzame en nauwkeurige correctie van de ligging gemeenschappelijk met de hoofdspoorbaan aanzienlijk beter is dan tot nu toe onderstopbaar respectievelijk corrigeerbaar zijn. Door de glijbaan respectievelijk geleidingsbaan is in elke zwenkstand een gelijkmatige en vertrouwbare ondersteuning van de 15 onderstopaggregaten aan het machineframe gewaarborgd.
Wanneer zoals volgens het voornoemde Oostenrijkse octrooischrift 380.498 bij de rijdbare spoorbaan-onderstopmachine elk onderstopaggregaat zijwaarts tot boven de ene respectievelijk de andere rail kan worden verplaatst, steken overeenkomstig een voordelige uitvoeringsvorm volgens de uitvinding de beide werktuigframes elk gezien in de werkrichting van de onderstopmachine onmiddellijk voorafgaand aan een 20 rijstel vanuit de verticaal verlopende zwenkas vrij naar voren uit, en is elk zwenkbaar werktuigframe met zijn onderstopaggregaat om de bijbehorende en boven de ene respectievelijk de andere rail verlopende zwenkas boven de ene respectievelijk de andere rail zijwaarts uitzwenkbaar opgesteld. Deze bijzondere opstelling van de beide zwenkbare werktuigframes maakt de voordelige ondersteuning daarvan mogelijk op het na het onderstopaggregaat aangebrachte rijstel, waarbij door de vrije voorwaarts uitstekende uitvoering 25 een vrije en onverhinderd zijwaarts zwenken alsmede een de werking van de onderstopwerktuigen op geen enkele wijze hinderende opstelling bereikbaar is. Door de zwenkbaarheid om assen ongeveer in het gebied boven de rails is naast een robuuste en storingsvrije bevestiging van de beide werktuigframes zonder onderling hinderen in het bijzonder een voordelig middelste, op de betrokken rails instelbaar instelgebied voor een eenvoudige aanpassingsmogelijkheid voor de centrering van de onderstopaggregaten op de 30 ligging van de, elk in geringe mate verschillend scheef liggende dwarsliggers in het wisselgebied bereikbaar.
Volgens een verdere voordelige uitvoeringsvorm volgens de uitvinding, overbruggen de beide in de richting van de langsas van de onderstopmachine weggestuikte respectievelijk hoekvormig uitgevoerde zwenkbare werktuigframes elk tussen de bijbehorende verticale as en het bijbehorende onderstopaggregaat een afstand van ten minste 4 tot 5 meter en heeft elk werktuigframe een lengte van ongeveer twee tot drie 35 en een half maal de spoorbreedte, waarbij de totale zwenkweg van het betrokken einde van het zwenkbare werktuigframe bij voorkeur ongeveer 1,7 meter bedraagt.
Deze constructief langwerpige uitvoering van het zwenkbare werktuigframe maakt in verbinding met de doelmatige stuiking een zeer voordelige, voldoende grote totale zwenkweg mogelijk voor elk stopaggregaat voor het aanpassen aan de scheve ligging van de dwarsliggers in het wisselgedeelte. In het bijzonder is het 40 daardoor een voordelige maximale aanpassing van elk instel- en zwenkhoekgebied van elk werktuigframe op de spoorbaan karakteristiek, voor een in hoge mate zelfstandige aanpassing van de, onderstopaggregaten (bij het zwenken of de scheefliggende dwarsliggers in het wisselgebied) bereikbaar, zodat bijvoorbeeld een dergelijk wisseldeel slechts door een enkele onderstopbewerking in zijn totale gebied van lange dwarsligger onderstopbaar is en daardoor ook in een zeer nauwkeurige ligging vastlegbaar is.
45 Volgens een verdere voordelige uitvoeringsvorm volgens de uitvinding, is de verticale as van elk zwenkbaar werktuigframe in de lengterichting van de spoorbaan achter de draaikom van het onmiddellijk op het onderstopaggregaat volgende als draaistel uitgevoerde rijstel opgesteld, waarbij het machineframe een scharnierend met het middendeel verbonden einddeel kan hebben.
Een op deze wijze uitgevoerde onderstopmachine maakt (onder in achtname van ook de hoogste bij het 50 onderstoppen en corrigeren optredende krachten) zowel een betrouwbare ondersteuning mogelijk via het middelste draaistel alsook een storingsvrije opstelling van de beide zwenkbare werktuigframes aan het machineframe, waarbij met een dergelijke opstelling de beide rijcabines op doelmatige wijze boven het eerste respectievelijk het laatste rijstel van de onderstopmachine opgesteld zijn.
Volgens een verdere voordelige uitvoeringsvorm volgens de uitvinding, zijn de beide onderstop-55 aggregaten met hun in hoogte verstellende aandrijvingen telkens aan het einde van het vrij vooruitstekende zwenkbare werktuigframe om een verdere verticale as en met elk een aandrijving gelagerd en zijn respectievelijk naar de spoorbaanas toe zwenkbaar uitgevoerd, bij voorkeur voor een totaal zijwaarts 3 194646 versteltraject van het onderstopaggregaat van ongeveer 2,0 meter.
Deze uitvoering verenigt op bijzonder voordelige wijze de eenvoudige en robuuste zijwaarts zwenkbare lagering van de onderstopaggregaten voor een ten opzichte van elkaar onafhankelijke dwarsverstelling met het voordeel van een snel en onafhankelijk van de dwarsverstelling altijd uitvoerbare nauwkeurige uitrichting 5 van de onderstophouwelen in een ten opzichte van de langsrichting van de scheefliggende dwarsliggers evenwijdige ligging. Dit uitrichten is door de via de eigen aandrijving ten opzichte van elkaar onafhankelijk uitvoerbare zwenking van elk onderstopaggregaat om de extra verticale as bereikbaar. Daardoor zijn voor de eerste maal de door een aantal spoorbaanhindernissen in verbinding met scheefliggende lange dwarsliggers bijzonder gecompliceerde wisselstukken (met praktisch via twee zwenkassen ten opzichte van 10 elkaar onafhankelijk en zeer individueel instelbare en op eenvoudige en robuuste wijze met het machine-frame verbonden onderstopaggregaten) onderstopbaar. Met het totale instelgebied van de onderstopaggregaten van ongeveer 2,0 m is via de vrij vooruitstekende zwenkbare werktuigframes een storingsvrije en betrekkelijk eenvoudige onderstopping uitvoerbaar van ook de buitenste, nog door lange dwarsliggers met elkaar verbonden wisseldelen.
15 Volgens een verdere voordelige uitvoeringsvorm volgens de uitvinding, zijn de beide werktuigframes elk meerdelig, in het bijzonder in de lengterichting van het frame telescoopvormig verlengbaar uitgevoerd en zijn de beide werktuigframes elk met een eigen aandrijving voor het overlangs verstellen van het aan het einde van elk werktuigframe gelagerde onderstopaggregaat verbonden.
Deze voordelige eenvoudige telescoopvormige verlenging van het zwenkbare werktuigframe verzekert 20 zonder benadelen van de reeds genoemde voordelen de mogelijkheid van een snel en nauwkeurig aanpassen, respectievelijk onderling onafhankelijk overlangs verschuiven van de beide onderstopaggregaten naar hun nauwkeurige centrering boven de onder te stoppen en eventueel scheef liggende dwarsligger.
Volgens een verdere voordelige uitvoeringsvorm volgens de uitvinding, zijn de met de beide werktuigframes samenwerkende hydraulische aandrijvingen aan de bovenzijde van de werktuigframes en onder het 25 machineframe opgesteld.
Deze constructief eenvoudige en robuuste uitvoering in het bijzonder met de in het bovenste dragerdeel opgestelde hydraulische aandrijvingen waarborgt in elke zwenkstand een ten opzichte van elkaar onafhankelijk en storingsvrij verstellen respectievelijk overlangs verschuiven van de onderstopaggregaten.
30 In het volgende wordt de uitvinding aan de hand van een in de tekening aangegeven uitvoeringsvoorbeeld nader beschreven.
Hierin tonen:
Figuur 1 een zijaanzicht van een spoorbaanonderstopmachine met op twee vooruit stekende en elk om een verticale as ten opzichte van elkaar onafhankelijk zijwaarts zwenkbare werktuigframes gelagerde 35 onderstopaggregaten,
Figuur 2 een bovenaanzicht op de in figuur 1 aangegeven spoorbaanonderstopmachine, waarbij een onderstopaggregaat tezamen met het betrokken zwenkbare werktuigframe voor het onderstoppen van een wisselstuk zijwaarts uitgezwenkt is,
Figuur 3 een vergrote doorsnede door de onderstopmachine volgens de lijn III—III in figuur 2 respectieve-40 lijk in figuur 5,
Figuur 4 een vergroot gedeeltelijk zijaanzicht van de met het zwenkbare werktuigframe verbonden onderstopaggregaat volgens figuur 1 en
Figuur 5 een vergroot gedeeltelijk bovenaanzicht op de beide elk met een onderstopaggregaat verbonden en door een eigen aandrijving ten opzichte van elkaar onafhankelijk zijwaarts zwenkbare werktuig-45 frames volgens figuur 2.
Een in figuren 1 en 2 aangegeven spoorbaanonderstopmachine 1 met een machineframe 2 is via twee draaistellen 3 en een afzonderlijk rijstel 4 op een uit dwarsliggers 5 en rails 6 en 7 gevormde spoorbaan rijdbaar. Voor het belasten van een rijaandrijving 8 alsmede de verschillende aandrijvingen is een centrale 50 energieverzorgingsinstallatie 9 aanwezig. De besturing van de verscheidene aandrijvingen heeft plaats via een in een werkcabine 10 zich bevindende centrale stuurinrichting 11. Voor het uitvoeren van een nauwkeurige correctie van de spoorbaanligging dient een uit tastrollen en spandraden gevormd nivelleer- en richtreferentiesysteem 12. Het aan elk einde van een rijkabine 12 voorziene machineframe 2 is door een verticale as 14 scharnierend uitgevoerd.
55 Tussen de beide draaistellen 3 zijn (voor het ten opzichte van elkaar onafhankelijk dwars verstellen en lageren van twee onderstopaggregaten 15, 16) twee aan het machineframe 2 elk via een eigen aandrijving 17, 18 ten opzichte van elkaar onafhankelijk om een verticale as 19, 20 zijwaarts zwenkbare werktuigframes 194646 4 21,22 aanwezig. De beide zijwaarts en evenwijdig aan het vlak van de spoorbaan met hun betrokken zwenkbare werktuigframes 21, 22 uitzwenkbare onderstopaggregaten 15,16 zijn op compacte wijze, onmiddellijk in de door een pijl 23 aangegeven werkrichting aangebracht achter een, aan het machineframe 2 aanwezig en voor het gebruik in wisselgebieden uitgevoerd, spoorbaanhef- en richtaggregaat 25 en 5 tezamen hiermee tussen twee ver van elkaar gelegen draaistellen 3 opgesteld. Het via spoorkransrollen 24 op de rails 6, 7 steunbare en via aandrijvingen 26, 27 in de hoogte respectievelijk zijwaarts verstelbare spoorbaanhef- en richtaggregaat 25 is in het bijzonder voor het gebruik in wisselstukken voorzien van aan de railkop aanlegbare en zijwaarts zwenkbare hefrollen 28 alsmede in de hoogte en zijwaarts verstelbare grijphaken 29. Aan de beide zijwaarts uitzwenkbare onderstopaggregaten 15, 16 is een aan het 10 spoorbaanhef- en richtaggregaat 25 in de werkrichting onmiddellijk voorafgaand opgestelde en van de ene of de andere langszijde van de machine zijwaarts uitzwenkbare hefinrichting 30 toegevoegd. Zoals in het bijzonder blijkt uit figuur 2, is deze extra hefinrichting 30 voorzien van een draagraam 31 met dubbele spoorkransrollen en hefrollen welke via een steunstang 32 scharnierend verbonden is met het machineframe 2. Deze hefinrichting 30 is in de tekening evenals het rechter onderstopaggregaat 15 op een 15 afbuigspoorbaan 33 zijwaarts uitgezwenkt, terwijl de draaistellen 3 en 4 van de machine 1 op een hoofdspoorbaan 34 staan.
Zoals in figuur 3 aangegeven, is elk van de beide onderstopaggregaten 15,16 voorzien van twee voor het links respectievelijk rechts van een rail 6 respectievelijk 7 insteken van de paren onderstopwerktuigen 35, 36 respectievelijk 37, 38. Deze zijn elk voorzien van via aandrijvingen bijstelbare en trilbare onderstop-20 werktuigen 39, 40 respectievelijk 41, 42. Alle onderstopwerktuigen 39 tot en met 42 van de beide onderstopaggregaten 15, 16 zijn via eigen hydraulische enkelvoudige aandrijvingen 43 respectievelijk 44 op bekende wijze om elk ten opzichte van de langsrichting van de machine evenwijdig reikende assen 45 met bijbehorende onderstophouwelen 46, 47 ten opzichte van elkaar onafhankelijk zijwaarts uitzwenkbaar. Elk onderstopaggregaat 15,16 is via zijn eigen verstelaandrijving 48, 49 onafhankelijk van de ander aan het 25 betrokken zwenkbare werktuigframe 21, 22 in de hoogte verstelbaar gelagerd. Zijdelings naast de rails 6 zijn wielgeleiders 50 met de dwarsliggers 5 verbonden. De extra hefinrichting 30 is voorzien van een, via een draaiaandrijving om een verticale as draaibare draagarm 51 alsmede een via een aandrijving 52 overlangs verschuifbare telescoopdrager 53. Een met het draagframe 31 verbonden kabel 54 is om een met de telescoopdrager 53 verbonden omkeerrol 55 geleid en voor het overdragen van de hefkrachten verbonden 30 met een hydraulische cilinder 56.
Zoals blijkt uit figuur 4 zijn de beide onderstopaggregaten 15, 16 elk in het eindgebied van hét betrokken zwenkbare werktuigframe 21 respectievelijk 22 gelagerd. Daarbij is elk van deze langwerpige uitgevoerde zwenkbare werktuigframes 21, 22 in het aan het onderstopaggregaat 15,16 aangrenzende gebied op een horizontale glijr respectievelijk geleidingsbaan 57 van het machineframe 2 extra ondersteund. Elk van de 35 beide zwenkbare werktuigframes 21, 22 is in de langsrichting van het frame telescoopachtig verlengbaar uitgevoerd en met een eigen aandrijving 58, 59 voor het in de lengte verstellen van het aan het einde 60 van het werktuigframe gelagerde onderstopaggregaat 15,16 verbonden. Deze zijn met hun hoogte verstel-aandrijvingen 48, 49 elk aan het einde 60 van het vrij vooruitstekende zwenkbare werktuigframe 21, 22 om een verdere verticale as 61, 62 (zie ook figuur 4) draaibaar gelagerd en met elk een aandrijving 63, 40 64 respectievelijk naar de langsas 65 van de spoorbaan respectievelijk de machine 2 toe zwenkbaar uitgevoerd. De verticale as 19, 20 van elk zwenkbaar werktuigframe 21, 22 is in de langsrichting van de spoorbaan achter de draaikom 66 van het onmiddellijk aan het onderstopaggregaat 15,16 volgende, middelste draaistel 3 van het scharnierend uitgevoerde machineframe 2 aangebracht. Met 67 zijn op de spoorbaan rolbare tastrollen van het nivelleer- en richtreferentiesysteem 12 aangeduid. Voor het blokkeren 45 van de vering van het draaistel zijn hydraulische aandrijvingen 68 met het draaistelframe en het machineframe 2 verbonden.
Zoals in het bijzonder blijkt uit figuur 5, zijn de beide zwenkbare werktuigframes 21, 22 met hun verticale assen 19, 20 op een gemeenschappelijk, met het machineframe 2 verbonden lagerblok 69 zwenkbaar gelagerd. Elk van de beide zwenkbare werktuigframes 21,22 is samengesteld uit een rechthoekvormig, met 50 de verticale assen 19, 20 verbonden binnendrager 70 en een hierop schuifbare respectievelijk in de langsrichting van de drager verschuifbare buitendrager 71. De einden 60 van de vanaf de langsas 65 van de machine weg gestuikte respectievelijk hoekvormig uitgevoerde zwenkbare werktuigframes 21, 22 zijn in dit uitvoeringsvoorbeeld elk voorzien van een totaal zwenkgebied a van ongeveer 1,7 m, waarbij de binnenste, met stippellijnen aangeduide zwenkstand zich binnen de beide, de hoofdbaan 34 vormende rails 55 6, 7 bevindt. De totale lengte van elk zwenkbaar werktuigframe 21, 22 bedraagt van zijn verticale as 19, 20 tot zijn bijbehorende onderstopaggregaat 15, 16 ten minste 4 tot 5 meter. Het gehele, via de aandrijvingen 17, 64 respectievelijk 18, 63 bereikbare zijwaartse verstelgebied van elk onderstopaggregaat 15, 16

Claims (8)

1. Rijdbare spoorbaanonderstopmachine met een op rijstellen steunend machineframe en twee, elk om een verticale as evenwijdig aan het vlak van de spoorbaan zijwaarts zwenkbaar gelagerde werktuigframes, alsmede met in de dwarsrichting van de spoorbaan naast elkaar opgestelde en via aandrijvingen ten 55 opzichte van elkaar onafhankelijk dwars en in de hoogte verstelbare onderstopaggregaten die via aandrijvingen bijstelbare en trilbare onderstopwerktuigparen met in de ballast induwbare onderstophouwelen bezitten, met het kenmerk, dat ieder van de beide werktuigframes (21, 22) via een eigen aandrijving (17, 18) 194646 6 onafhankelijk van de ander om een verticale as (19, 20) zijwaarts zwenkbaar is.
2. Rijdbare spoorbaanonderstopmachine volgens conclusie 1, waarbij beide onderstopaggregaten telkens zijn uitgerust met onderstopwerktuigparen voor het onderstoppen van dwarsliggers links en rechts van de hierop bevestigde ene of de andere rail, waarbij de beide zwenkbare werktuigframes waarop deze 5 onderstopaggregaten telkens elk zijn aangebracht, langwerpig zijn uitgevoerd, met het kenmerk, dat elk onderstopaggregaat (15,16) aan het uiteinde van het bijbehorende zwenkbare werktuigframe (21, 22) gelagerd is en waarbij elk van deze werktuigframes (21, 22) in het aan het onderstopaggregaat (15, 16) grenzende gebied op een horizontale glijdende- respectievelijk geleidende baan (57) van het machineframe (2) extra is ondersteund.
3. Rijdbare spoorbaanonderstopmachine volgens conclusie 1 of 2, waarbij elk onderstopaggregaat zijwaarts tot boven de ene respectievelijk de andere rail kan worden verplaatst, met het kenmerk, dat de beidé werktuigframes (21, 22) elk gezien in de werkrichting van de onderstopmachines onmiddellijk voorafgaand aan een rijstel (3) vanuit de verticaal verlopende zwenkas (19, 20) vrij naar voren uitsteken, waarbij elk zwenkbaar werktuigframe (21, 22) met zijn onderstopaggregaat (15, 16) om de bijbehorende en boven de 15 ene respectievelijk de andere rail (6, 7) verlopende zwenkas (19, 20) boven de ene respectievelijk de andere rail uitzwenkbaar is opgesteid.
4. Rijdbare spoorbaanonderstopmachine volgens conclusie 1, 2 of 3, met het kenmerk, dat de beide in de richting van de langsas van de onderstopmachine weggestuikte respectievelijk hoekvormig uitgevoerde zwenkbare werktuigframes (21, 22) elk tussen de bijbehorende verticale as (19, 20) en het bijbehorende 20 onderstopaggregaat (15,16) een afstand overbruggen van ten minste 4 tot 5 meter en elk werktuigframe een lengte heeft van ongeveer twee tot drie en een half maal de spoorbreedte, waarbij de totale zwenkweg van het betrokken einde (60) van het zwenkbare werktuigframe bij voorkeur ongeveer 1,7 meter bedraagt ·
5. Rijdbare spoorbaanonderstopmachine, volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de verticale as (19, 20) van elk zwenkbaar werktuigframe (21, 22) in de lengterichting van de spoorbaan achter 25 de draaikom (66) van het onmiddellijk op het onderstopaggregaat (15, 16) volgende als draaistel uitgevoerde rijstel (3) is opgesteld, waarbij het machineframe (2) een scharnierend met het middendeel verbonden einddeel kan hebben.
5 Voor het onderstoppen van een spoorbaanstuk worden de beide zwenkbare werktuigframes 21, 22 zodanig zijwaarts gezwenkt, dat de beide onderstopaggregaten 15,16 zich centrisch boven de te onderstoppen dwarsligger van de betrokken rails 6, 7 (zie ook de gestippelde rechter onderstopaggregaat 15 in figuur 3) komen te liggen. Daarbij wordt de hoofdspoorbaan 34 met behulp van het spoorbaanhef- en richt-aggregaat 25 zonder toepassen van de extra hefinrichting 30 in de gewenste stand getild. Zodra het in de 10 tekening, in het bijzonder in figuren 2, 3 en 5 aangegeven wisselstuk met de hoofdspoorbaan 34 en de afbuigende spoorbaan 33 bereikt is, heeft een zijwaarts zwenken van het rechter onderstopaggregaat 15 plaats totdat deze boven de buitenste rails 73 van de afbuigende spoorbaan 33 gecentreerd is (figuren 2, 3 en 5). Extra bij de door de aandrijving 18 uitgevoerde zwenkbeweging kan door belasting van de aandrijving 58 een gering overlangs verschuiven van het zwenkbare werktuigframe 21 samen met het onderstop-15 aggregaat 15 plaats hebben tot de bijbehorende onderstopwerktuigparen 35, 36 met hun onderstop- houwelen 46, 47 nauwkeurig boven het betrokken kruispunt van de lange dwarsliggers 5 met de rails komt te liggen (eventueel aangevuld met het ene of het andere onderstophouweel 46 of 47 wegens aanwezige hindernissen, bijvoorbeeld de wielgeleider 50. Onder gelijktijdig belasten van de aandrijving 63 heeft ook een gering zwenken plaats van het gehele onderstopaggregaat 15 om de verticale as 61 (figuur 5) tot de 20 onderstophouwelen 46, 47 nauwkeurig evenwijdig aan de langsrichting van de te onderstoppen en in dit wisselstuk scheefliggende dwarsligger 5 opgesteld is. Het tegenovergelegen onderstopaggregaat 16 respectievelijk het bijbehorende zwenkbare werktuigframe 22 blijft in de reeds voor de doorgaande spoorbaan ingestelde stand voor het onderstoppen van de buitenste rails 6 van de hoofdspoorbaan 34. De beide hefhaken 29 worden eventueel in verbinding met de beide hefrollen 28 met de rails 6, 7 van de 25 hoofdspoorbaan 34 in aangrijping gebracht. Nadat ook de met het draagframe 31 verbonden hefrollen van de extra hefinrichting 30 met de buitenste rails 73 van de afbuigende spoorbaan 33 in verbinding gebracht zijn, vindt door gelijktijdig belasten van de aandrijvingen 26, 27 van het spoorbaanhef- en richtaggregaat 25 en van de hydraulische cilinder 56 van de hefinrichting 30 een gemeenschappelijke en in hoofdzaak gelijktijdige driepuntsheffing plaats (zie de drie 30 kleine verticale pijlen in figuur 3), totdat de zodoende in de juiste gewenste stand geheven wissel met zijn dwarsliggers met behulp van de eerder boven de betrokken rails gecentreerde stopaggregaten 15, 16 in deze stand onderstopt en vastgelegd wordt. Daarhij heeft voorafgaand aan het bedienen van de betrokken in de hoogte verstellende aandrijving 48, 49 een overeenkomstige aanpassing plaats van de onderstophouwelen 46, 47 in afhankelijkheid van de in het onderstopgebied aanwezige spoorbaanhindernissen, zoals 35 bijvoorbeeld de wielgeleider 50, doordat door overeenkomstig belasten van de aandrijvingen 43, 44 de beide aan elkaar naburige onderstophouwelen 46 respectievelijk 47 ten opzichte van elkaar onafhankelijk zijwaarts gezwenkt worden (figuur 3). Na uitgevoerde onderstopping wordt het rechter en intussen opgetilde onderstopaggregaat 15 onder belasten van de aandrijving 17 tezamen met het bijbehorende zwenkbare werktuigframe 21 boven het hartpunt 74 gezwenkt (eventueel ook via de aandrijving 63) en hierboven 40 gecentreerd. Na aanpassen van de onderstophouwelen 46, 47 aan de in dit gebied aan beide zijden aanwezige wielgeleiders 50 door zijwaarts zwenken met behulp van de aandrijving 43, 44 wordt het onderstopaggregaat 15 voor het onderstoppen van de dwarsliggers respectievelijk dwarsliggerdragers in het gebied van de hartpunt 74 in de ballast neergelaten. Daarna heeft vooruitrijden van de onderstopmachine 1 plaats tot de volgende dwarsligger, waarbij het rechter onderstopaggregaat 15 onder belasten van de 45 aandrijving 18 weer tezamen met het zwenkbare werktuigframe 21 boven de buitenste rails 73 van de afbuigende spoorbaan 33 gezwenkt wordt. Daarna heeft een nieuwe onderstopcyclus op de reeds beschreven wijze plaats.
50 Conclusies
5 194646 bedraagt ongeveer 2 meter. De beide rails van de afbuigende spoorbaan 33 zijn met 72 en 73 en het hartpunt van de wissel met 74 aangeduid. In het volgende wordt de werking van de spoorbaanonderstopmachine 1 aan de hand van de figuren 1 tot en met 5 nader verduidelijkt.
6. Rijdbare spoorbaanonderstopmachine volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de beide onderstopaggregaten (15, 16) met hun in hoogte verstellende aandrijvingen (48, 49) telkens aan het 30 einde (60) van het vrij vooruitstekende zwenkbare werktuigframe (21, 22) om een verdere verticale as (61, 62) en met elk een aandrijving (63, 64) draaibaar gelagerd zijn respectievelijk naar de spoorbaanas (65) toe zwenkbaar uitgevoerd zijn, bij voorkeur voor een totaal zijwaarts versteltraject van het onderstopaggregaat (15,16) van ongeveer 2,0 meter.
7. Rijdbare spoorbaanonderstopmachine volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de 35 beide werktuigframes (21, 22) elk meerdelig, in het bijzonder in de lengterichting van het frame telescoopvormig verlengbaar uitgevoerd zijn en dat de beide werktuigframes (21, 22) elk met een eigen aandrijving (58, 59) voor het overlangs verstellen van het aan het einde (60) van elk werktuigframe gelagerde onderstopaggregaat (15,16) verbonden zijn.
8. Rijdbare spoorbaanonderstopmachine volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de 40 beide werktuigframes (21, 22) samenwerkende hydraulische aandrijvingen (17, 18, 58, 59, 63, 64) aan de bovenzijde van de werktuigframes (21, 22) en onder het machineframe (2) zijn opgesteld. Hierbij 2 bladen tekening
NL9000029A 1989-04-18 1990-01-05 Rijdende spoorbaanonderstopmachine met dwars en in de hoogte verstelbare stopaggregaten. NL194646C (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
AT92089 1989-04-18
AT920/89A AT392498B (de) 1989-04-18 1989-04-18 Fahrbare gleisstopfmaschine mit quer- und hoehenverstellbaren stopfaggregaten

Publications (3)

Publication Number Publication Date
NL9000029A NL9000029A (nl) 1990-11-16
NL194646B NL194646B (nl) 2002-06-03
NL194646C true NL194646C (nl) 2002-10-04

Family

ID=3502873

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL9000029A NL194646C (nl) 1989-04-18 1990-01-05 Rijdende spoorbaanonderstopmachine met dwars en in de hoogte verstelbare stopaggregaten.

Country Status (15)

Country Link
JP (1) JP2960944B2 (nl)
CN (1) CN1016625B (nl)
AT (1) AT392498B (nl)
CZ (1) CZ279364B6 (nl)
DD (1) DD293854A5 (nl)
DE (1) DE4001487C2 (nl)
ES (1) ES2024164A6 (nl)
FI (1) FI95066C (nl)
GB (1) GB2231076B (nl)
NL (1) NL194646C (nl)
SE (1) SE508418C2 (nl)
SK (1) SK278888B6 (nl)
SU (1) SU1762764A3 (nl)
UA (1) UA13384A (nl)
ZA (1) ZA902926B (nl)

Families Citing this family (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN110373965A (zh) * 2019-01-25 2019-10-25 中国铁建高新装备股份有限公司 一种道岔捣固作业方法及捣固车
AT522456B1 (de) * 2019-10-08 2020-11-15 Plasser & Theurer Export Von Bahnbaumaschinen Gmbh Stopfaggregat zum Unterstopfen von Schwellen eines Gleises

Family Cites Families (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
AT380498B (de) * 1983-10-12 1986-05-26 Plasser Bahnbaumasch Franz Fahrbare gleisstopfmaschine, insbesondere gleis- stopf-, nivellier- und richtmaschine

Also Published As

Publication number Publication date
GB9007978D0 (en) 1990-06-06
GB2231076B (en) 1993-03-10
FI95066C (fi) 1995-12-11
NL9000029A (nl) 1990-11-16
JPH0369702A (ja) 1991-03-26
ES2024164A6 (es) 1992-02-16
AT392498B (de) 1991-04-10
NL194646B (nl) 2002-06-03
ZA902926B (en) 1991-02-27
DE4001487A1 (de) 1990-10-25
CN1046578A (zh) 1990-10-31
FI901935A0 (fi) 1990-04-17
CN1016625B (zh) 1992-05-13
SU1762764A3 (ru) 1992-09-15
ATA92089A (de) 1990-09-15
GB2231076A (en) 1990-11-07
FI95066B (fi) 1995-08-31
CS9001905A2 (en) 1991-10-15
DE4001487C2 (de) 1997-07-17
CZ279364B6 (cs) 1995-04-12
UA13384A (uk) 1997-02-28
SK278888B6 (sk) 1998-04-08
SE9001188L (sv) 1990-10-19
SE9001188D0 (sv) 1990-04-02
SE508418C2 (sv) 1998-10-05
JP2960944B2 (ja) 1999-10-12
DD293854A5 (de) 1991-09-12

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US4236452A (en) Mobile apparatus for continuously renewing track
US3699894A (en) Movable apparatus for replacing an old track by a new track
US5619928A (en) Apparatus for transporting an assembled track section
GB2035423A (en) Travelling track-correcting machine for switches crossings and open sections of track
NL192120C (nl) Werktuig voor een verrijdbare spoorbaanbouwmachine.
NL192525C (nl) Verrijdbare spoorbaanonderstopmachine.
NL193696C (nl) Rijdbare spoorbaanonderstopmachine met dwars en in de hoogte verstelbare onderstopaggregaten.
CZ728088A3 (en) Mobile track packing machine
SE506866C2 (sv) Spårbyggnadsmaskin för kontrollerad nedsänkning av en räls
US4248154A (en) Mobile track tamping machine with lifting and lining equipment
JP2574415B2 (ja) 連続的に走行可能な軌道工事機
CZ279092B6 (en) Track packing machine, particularly for tamping switches and crossing of lines
AU627019B2 (en) Travelling track tamping machine comprising tamping units designed for transverse and vertical displacement
NL194646C (nl) Rijdende spoorbaanonderstopmachine met dwars en in de hoogte verstelbare stopaggregaten.
US4152990A (en) Mobile track tie transport apparatus
NL192524C (nl) Verrijdbare spoorbaanbewerkingsmachine.
CZ355596A3 (en) Track tamping machine
AU597487B2 (en) A track ballast bed cleaning machine comprising an endless conveying and clearing chain
RU2225908C2 (ru) Способ и машина для подбивки шпал рельсового пути
RU2002122434A (ru) Машина для обработки пути
US4565133A (en) Clamp arrangement for track lifting and aligning device
CZ379392A3 (en) Track packing machine
US4606273A (en) Railway carriage with set-off apparatus
NL9000041A (nl) Spoorbaanonderstopmachine met spoorbaanhef- en richtaggregaat.
SU308138A1 (ru) Прицепной путеукладчик на комбинированном ходу

Legal Events

Date Code Title Description
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20090801