NL193197C - Pijpklem. - Google Patents

Pijpklem. Download PDF

Info

Publication number
NL193197C
NL193197C NL8502722A NL8502722A NL193197C NL 193197 C NL193197 C NL 193197C NL 8502722 A NL8502722 A NL 8502722A NL 8502722 A NL8502722 A NL 8502722A NL 193197 C NL193197 C NL 193197C
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
pipe clamp
flange
bracket
turnbuckle
nut
Prior art date
Application number
NL8502722A
Other languages
English (en)
Other versions
NL8502722A (nl
NL193197B (nl
Original Assignee
Mueller Franz
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Mueller Franz filed Critical Mueller Franz
Publication of NL8502722A publication Critical patent/NL8502722A/nl
Publication of NL193197B publication Critical patent/NL193197B/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL193197C publication Critical patent/NL193197C/nl

Links

Classifications

    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16LPIPES; JOINTS OR FITTINGS FOR PIPES; SUPPORTS FOR PIPES, CABLES OR PROTECTIVE TUBING; MEANS FOR THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16L3/00Supports for pipes, cables or protective tubing, e.g. hangers, holders, clamps, cleats, clips, brackets
    • F16L3/08Supports for pipes, cables or protective tubing, e.g. hangers, holders, clamps, cleats, clips, brackets substantially surrounding the pipe, cable or protective tubing
    • F16L3/10Supports for pipes, cables or protective tubing, e.g. hangers, holders, clamps, cleats, clips, brackets substantially surrounding the pipe, cable or protective tubing divided, i.e. with two or more members engaging the pipe, cable or protective tubing
    • F16L3/1008Supports for pipes, cables or protective tubing, e.g. hangers, holders, clamps, cleats, clips, brackets substantially surrounding the pipe, cable or protective tubing divided, i.e. with two or more members engaging the pipe, cable or protective tubing with two members engaging the pipe, cable or tubing, both being made of thin band material completely surrounding the pipe
    • F16L3/1016Supports for pipes, cables or protective tubing, e.g. hangers, holders, clamps, cleats, clips, brackets substantially surrounding the pipe, cable or protective tubing divided, i.e. with two or more members engaging the pipe, cable or protective tubing with two members engaging the pipe, cable or tubing, both being made of thin band material completely surrounding the pipe the members being joined by means of two screws
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16LPIPES; JOINTS OR FITTINGS FOR PIPES; SUPPORTS FOR PIPES, CABLES OR PROTECTIVE TUBING; MEANS FOR THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16L3/00Supports for pipes, cables or protective tubing, e.g. hangers, holders, clamps, cleats, clips, brackets
    • F16L3/08Supports for pipes, cables or protective tubing, e.g. hangers, holders, clamps, cleats, clips, brackets substantially surrounding the pipe, cable or protective tubing
    • F16L3/10Supports for pipes, cables or protective tubing, e.g. hangers, holders, clamps, cleats, clips, brackets substantially surrounding the pipe, cable or protective tubing divided, i.e. with two or more members engaging the pipe, cable or protective tubing
    • F16L3/11Supports for pipes, cables or protective tubing, e.g. hangers, holders, clamps, cleats, clips, brackets substantially surrounding the pipe, cable or protective tubing divided, i.e. with two or more members engaging the pipe, cable or protective tubing and hanging from a pendant

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Clamps And Clips (AREA)
  • Supports For Pipes And Cables (AREA)
  • Mutual Connection Of Rods And Tubes (AREA)

Description

1 193197
Pijpklem
De uitvinding heeft betrekking op een pijpklem bestaand uit: - een in wezen ringvormige beugel met een bevestigingselement en met ten minste een eerste een 5 beugelopening aan de ene zijde daarvan begrenzende, in radiale richting naar buiten stekende flens, die is voorzien van een zich in radiale richting uitstrekkende langwerpige doorgang, - een bij de andere zijde van de beugelopening, met de beugel verbonden moer.die met daarin gedraaide, van kop en steel voorziene spanschroef zwenkbaar is in een vlak evenwijdig aan het radiale vlak van de beugel om de spanschroef, althans de steel daarvan, in, uit en door de langwerpige doorgang te kunnen 10 zwenken.
Een dergelijke pijpklem is bekend uit het Duitse Offenlegungsschrift DE-3.346.423-A1. Daarbij is een moer via een daaraan gevormde koppelhaak zwenkbaar in een oog aan de beugel gehaakt. De van een radiaal naar buiten toe openende langssleuf voorziene flens ligt daarbij aan één kant van de in de beugel gevormde beugelopening en het oog waarin de moer is gehaakt ligt aan de andere kant van die beugel-15 opening en wel aan de naar de beugel gekeerde zijde van de moer. Met de spanschroef al in de moer gedraaid, kan de spanschroef met zijn steel van buiten de beugel de sleuf ingezwenkt worden, waarna de spanschroef kan worden aangedraaid om met zijn kop de flens naar de moer toe te drukken. Deze verbinding is echter niet geschikt om een grote klemkracht op te nemen, aangezien enerzijds de vast te schroeven moer aan een voor het opnemen van grote krachten ongeschikte haak is opgehangen en 20 anderzijds bij verbuiging van de flens onder invloed van de aandrukking door de kop, de schroef radiaal naar buiten toe uit het langwerpige gat kan glijden.
Het doel van de uitvinding is het verschaffen van een pijpklem van de aan het begin genoemde soort, welke hoog belast kan worden en eenvoudig gemonteerd kan worden met de spanschroef al voor plaatsing van de beugel in de moer geschroefd.
25 Dit doel wordt volgens de uitvinding bereikt, doordat een tweede flens de beugelopening aan de andere zijde daarvan begrenst, doordat de moer is aangebracht aan het radiale vrije uiteinde van een tweede flens aan de van de eerste flens afgekeerde zijde daarvan, en doordat de in de eerste flens voorziene langwerpige doorgang aan het in radiale richting buitenste eind gesloten is en bij het in radiale richting binnenste eind een verwijding heeft voor het doorlaten van de kop van de spanschroef. De pijpbeugel volgens de 30 uitvinding heeft het voordeel, dat de spanschroef aan beide uiteinden een betrouwbaar, hoog te belasten oplegging bezit, maar toch door een eenvoudige zwaaibeweging tot ingrijping kan worden gebracht. Een verder voordeel van de voorgestelde pijpklem is dat de moer tijdens montage een kipmoment op de spanschroef uitoefent in de richting waarin de schroef de langwerpige doorgang moet worden ingeleid, d.w.z. in de richting van het gesloten radiale buitenste eind van de langwerpige doorgang. Doordat ten 35 gevolge van de verzwenkbaarheid van de spanschroef met moer vervormbaarheid van de de beugelopening begrenzende flenzen niet nodig is, kan de beugel bovendien zwaarder uitgevoerd worden.
Opgemerkt wordt, dat het Duitse ’’Offenlegungsschrift” DE-3.308.459-A1 een pijpklem openbaart met een aan weerszijden door flenzen begrensde beugelopening, waarbij de ene flens van een schroefdraadgat is voorzien terwijl de andere flens is voorzien van een langwerpige doorgang, welke radiaal naar buiten toe 40 dicht is en radiaal naar binnen toe een doorgangsgat bezit. Hierbij is de spanschroef zelf met zijn kop door het doorgangsgat te bewegen teneinde met zijn steel in de langwerpige doorgang te geraken. De spanschroef, althans de steel daarvan is in de langwerpige doorgang in langsrichting daarvan beweegbaar teneinde, nadat de pijpklem om een pijp is aangebracht, het in het gefixeerde schroefdraadgat schroeven van de schroef te vergemakkelijken. Het schroefdraadgat is in de flens gevormd, hetgeen betekent dat de 45 spanschroef in in het schroefdraadgat geschroefde toestand in wezen niet verzwenkbaar is. Slechts bij verbuiging van de van een schroefdraadgat voorziene flens is enige verzwenking van de schroef mogelijk.
Om onbedoeld wegglijden van de kop van de schroef in langsrichting uit de langwerpige doorgang te voorkomen, is het volgens de uitvinding voordelig wanneer van de langwerpige doorgang het smallere deel zich tot om de hoek tussen de eerste flens en de beugel heen in de beugel uitstrekt, en aansluitend in de 50 beugel de verwijding heeft. Op die manier kan bij de kop van de schroef wanneer deze tegen de eerste flens ligt niet door de verwijding in de beugel heen en is de doorgang die grenst aan de kop van de schroef te smal.
Opgemerkt wordt dat uit het Duitse Offenlegungsschrift DE-3.308.450-A1 een pijpklem bekend is met een beugel en de beugelopening begrenzende flenzen, waarbij een langwerpige doorgang zich vanaf een flens 55 voortzet tot in de beugel en daar als verwijding een ronde doorgang heeft voor de schroefkop. De andere flens heeft een schroefgat waar de schroef ingedraaid wordt. Een dergelijke constructie vereist meer ruimte voor de kop van de schroef ten opzichte van de flens, teneinde deze door het ronde doorgangsgat heen te 193197 2 kunnen halen.
Om daarbij bij demontage de kop van de schroef gemakkelijker tot in de verwijding te kunnen voeren en in radiale richting naar binnen uit de eerste flens los te maken, is het volgens een verdere doelmatige uitvoeringsvorm van de uitvinding voordelig wanneer op dat vlak van de eerste flens, waar de kop van de 5 spanschroef tegenaan zal liggen, een verhoging of verlaging is aangebracht, waarop een werktuig kan aangrijpen.
Volgens een voordelige uitvoeringsvorm laat de verbinding tussen de moer en de tweede flens zich op betrouwbare en eenvoudige wijze realiseren, wanneer de moer door een aan het vrije uiteinde van de tweede flens bevestigde lip vastgehouden wordt. Het is hierbij in het bijzonder doelmatig wanneer de moer 10 gevormd wordt door een omgebogen verlenging van de tweede flens, welke verlenging is voorzien van een gat met schroefdraad. De moer wordt hierbij dan als één geheel met de tweede flens uitgevoerd, waarbij de benodigde zwenkbaarheid eenvoudig verzekerd is wanneer tussen de tweede flens en de moer smalle lippen of stroken aanwezig zijn. Bij bevestiging van de moer middels een aan het vrije uiteinde van de tweede flens bevestigde lip is de moer volgens de uitvinding ook op een zwenkbaarheid toelatende en 15 eenvoudige wijze te realiseren wanneer deze is gevormd door een schijf die voorzien is van een huls met schroefdraad of een gat met schroefdraad en een verder gat, welke schijf dan door de door het verdere gat gestoken en omgebogen lip onverliesbaar vastgehouden wordt. Meedraaien van de moer bij aandraaien van de spanschroef is, wanneer de moer is uitgevoerd als schijf, gemakkelijk te verzekeren indien de schijf aan de rand zodanig is omgebogen, dat hij in gesloten toestand van de pijpklem de randvlakken van de beide 20 flenzen omsluit. Hierbij wordt bovendien een aan de zijkant afgeronde afdekking van de vaak scherpe kanten van de flenzen bereikt.
Zwenkbaarheid van de moer met daarin geschroefde spanschroef is volgens de uitvinding ook in hoge mate en op eenvoudige wijze verzekerd, wanneer de moer om een scharnierpen zwenkbaar aan de tweede flens zit.
25 Voor het gemak en de snelheid van de montage speelt de vervormbaarheid of beweeglijkheid van de beugel een belangrijke rol. Hiertoe kan bij uit één deel bestaande klembeugels met een zodanige dikte, dat deze niet zonder meer gemakkelijk gebogen kunnen worden, zijn voorzien dat deze ten minste één potentiële buigplaats bezitten, die bijvoorbeeld naast een van de flenzen of op de diametraal tegenoverliggende zijde kan zijn aangebracht. Met het oog op de vervormbaarheid of beweeglijkheid van de beugel zal 30 de pijpklem volgens de uitvinding bij voorkeur een uit twee delen bestaande beugel bezitten, waarvan de verbinding is uitgevoerd met een radiale speling op de zijde die tegenover de opening ligt. Het is hierbij volgens de uitvinding in het bijzonder voordelig wanneer de verbinding op de tegenoverliggende zijde van de pijpklem bestaat uit een zich door een paar flenzen uitstrekkende tweede spanschroef, waarbij de op hetzelfde deel van de beugel als de eerste flens met de langwerpige doorgang aangebrachte flens voorzien 35 is van een gat, dat in radiale richting langer is dan de diameter van de steel van de tweede spanschroef, doch smaller is dan de diameter van de kop van de tweede spanschroef, en dat voor het overige deze verbinding net zo uitgevoerd is als de verbinding aan de opening van de pijpklem. Doordat beide span-schroeven tijdens montage kanteling daarvan toelaten, wordt de montage van de pijpklem aanzienlijk vergemakkelijkt. Een verdere mogelijkheid bij een uit twee delen bestaande pijpklem is om beide 40 verbindingsplaatsen met inhaakbare schroefverbindingen volgens de uitvinding uit te voeren.
Als een verder voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding wordt voorgesteld, dat in de gevallen waarin de verwijding van de langwerpige doorgang, waarin de kop van de spanschroef gehaakt moet worden, in de beugel is aangebracht, de eindkant van deze verwijding radiaal naar binnen toe is omgebogen. De omgebogen eindkant, die de vorm heeft van een radiaal naar binnen wijzende korte tong, levert twee 45 voordelen. Hij zorgt ervoor dat verhinderd wordt dat een in de pijpklem gelegde geluiddempende gummi-voering voor de verwijding van het langwerpige gat glijdt en daardoor montage zou bemoeilijken. Verder kan op deze manier met zeer eenvoudige middelen worden verhinderd, dat de eindkant bij de montage in een dwarssleuf in de kop van de schroef grijpt, en de verdere voor het inhaken van de spanschroef noodzakelijke zwaaibeweging zou blokkeren.
50
De uitvinding zal nu aan de hand van een in de tekening afgebeeld uitvoeringsvoorbeeld verder toegelicht worden.
Figuur 1 toont een zijaanzicht van een pijpklem in de gesloten toestand.
Figuur 2 toont de pijpklem volgens figuur 1 in de toestand bij montage.
55 Figuur 3 toont een met betrekking tot figuur 1 over 90° verdraaid zijaanzicht van de pijpklem volgens figuur 1.
I 1 ‘ 3 193197
De in de tekening getoonde pijpklem bezit een uit twee delen 10 en 12 bestaande beugel. Op het deel 10 is een bevestigingselement 14 bij voorbeeld een moer of een schroef, vastgelast. Hiermee kan de pijpklem aan een wand of een plafond bevestigd worden.
Beide delen 10 en 12 van de pijpklem hebben aan hun uiteinde flenzen, die met 16, 18 respectievelijk 5 20, 22 aangeduid zijn. De verbinding tussen de beide delen 10, 12 wordt uitgevoerd door middel van spanschroeven 24, 26 en moeren 28, 30. De spanschroeven 24, 26 zijn gestoken door langwerpige doorgangen, die radiaal gericht zijn in de flenzen 16, 18, 20. Deze langwerpige doorgangen bieden in de losse toestand volgens figuur 2 radiale speling tussen de beide delen 10,12 van de pijpklem, en maken een schuine stand mogelijk van de spanschroeven ten opzichte van de flenzen. Om deze in figuur 2 afgebeelde 10 schuine stand mogelijk te maken, worden de moeren 28, 30, die in het geval van het voorbeeld de vorm hebben van verhoudingsgewijze platte plaatschijven, elk slechts aan het vrije uiteinde van de flenzen 16,18 door middel van daaraan gezette lippen 32 respectievelijk 34 zwenkbaar vastgehouden. De lippen 32, 34 strekken zich elk door een gat uit in de moeren 28 respectievelijk 30 en zijn met hun uiteinden zodanig naar de beugel van de klem toe vervormd, dat de moeren weliswaar over een bepaalde hoek kunnen zwenken, 15 doch niet afgenomen kunnen worden van de flenzen. Daardoor worden de moeren 28, 30 onverliesbaar vastgehouden aan de pijpklem.
Een verdere bijzonderheid van de moeren 28, 30 is, dat hun omtrek aangepast is aan de omtrek van de flenzen en aan de rand zo omgebogen zijn, dat ze de randvlakken van de flenzen bedekken. Daardoor wordt aan de ene kant de onverdraaibare bevestiging van de moeren 28, 30 aan de flenzen verzekerd, en 20 wordt aan de andere kant een aan de zijkant afgeronde afdekking van de vaak scherpe kanten van de flens bereikt. De omgebogen rand van de moer zou ook een aanslag kunnen vormen voor bijvoorbeeld een schroevendraaier, om daarmee tegen de kop van de schroef of de flens 22 te drukken.
Zoals in figuur 1 te zien is, bevinden de in de gemonteerde toestand ver naar buiten stekende vrije uiteinden van de klemschroeven 24, 26 zich op dezelfde zijde van de flens als het bevestigingselement 14, 25 dat wil zeggen dat ze naar de wand of het plafond wijzen, terwijl de koppen van de schroeven van voren of van onderen vrij toegankelijk zijn.
Om de pijpklem op een zeer eenvoudige manier te kunnen monteren, is aan een van de flenzen, waartegen een schroefkop komt aan te liggen, in dit geval in flens 22, een langwerpige doorgang 36 aangebracht, die net zoals de langwerpige doorgang 36 in de andere flens iets breder is dan de steel van 30 de schroef en smaller is dan de kop van de schroef. In tegenstelling tot de doorgang 36 in de andere flens reikt de langwerpige doorgang 36 echter tot in de beugel van de klem. Daar gaat hij over in een verwijding 38, die iets breder en hoge is dan de schroefkop. De overgang tussen het smallere deel van de doorgang 36 en de verwijding 38 bevindt zich op geringe afstand van de overgang tussen de flens en de beugel in de beugel, zodat wordt verhinderd, dat de kop van de spanschroef 26 na het inleiden door de verwijding 38 35 van het gat en nadat hij vlak tegen de flens 22 aan is komen te liggen, weer radiaal naar binnen uit de flens 22 kan glijden. Om de pijpklem te openen moet de kop van de spanschroef 26 zo ver van de flens 22 afgetild worden, dat hij door de op afstand van de flens 22 aangebracht verwijding 38 van de doorgang 36 radiaal naar binnen toe uitgenomen kan worden.
De pijpklem kan ook uit een deel bestaan, als ook uit meer dan twee delen. In plaats van spanschroeven 40 met een dwarssleuf in de kop van de schroef voor het aanzetten van een eenvoudige schroevendraaier, kunnen ook schroeven met andersoortige koppen, zoals bijvoorbeeld kruiskopschroeven of dergelijke met een uitwendige of inwendige zeskant toegepast worden.
In afwijking van de voorkeursvorm van de doorgangen 36 met de overgang van het smallere deel naar de verwijding 38 op afstand van de flens 22 zou er ook in kunnen worden voorzien, dat de verwijding 38 45 van de doorgang 36 zich ten minste gedeeltelijk uitstrekt tot in de flens 22. Dan zouden de beide delen 10, 12 van de klem bij de montage niet zo ver ten opzichte van elkaar verschoven behoeven te worden respectievelijk zou de kop van spanschroef 26 niet zo’n grote tussenruimte tussen de pijp en de beugel van de klem nodig hebben, om door de verwijding 38 van de doorgang 36 gevoerd te kunnen worden.
De moeren 28, 30 zouden ook een eenvoudiger vorm dan de getoonde kunnen hebben, en zouden niet 50 noodzakelijk door lippen 32, 34 onverliesbaar vastgehouden behoeven te worden. Op de spanschroef 26 werkt praktisch direct na het inhaken in de langwerpige doorgang 36 in de flens een trekkracht, die de moer 30 tegen de flens 18 trekt. Om bij het aantrekken van de spanschroef 26 de moer 30 tegen verdraaiing vast te houden, is het daarom voldoende indien, onder inwerking van de trekkracht in de spanschroef 26 een niet omlopend vlak van de moer 30 tegen een uitstekend gedeelte van de flens 22 aan komt te liggen, of 55 dat omgekeerd een uitstekend gedeelte van de moer 30 tegen een randvlak van de lip 18 of een ander niet omlopend vlak komt aan te liggen.
Figuur 2 laat zien, dat bij het samenstellen van de beide delen 10, 12 van de klem bij de montage

Claims (12)

1. Pijpklem, bestaand uit: - een in wezen ringvormige beugel met een bevestigingselement en met ten minste een eerste een 45 beugelopening aan de ene zijde daarvan begrenzende, in radiale richting naar buiten stekende flens, die is voorzien van een zich in radiale richting uitstrekkende langwerpige doorgang, - een bij de andere zijde van de beugelopening, met de beugel verbonden moer, die met daarin gedraaide, van kop en steel voorziene spanschroef zwenkbaar is in een vlak evenwijdig aan het radiale vlak van de beugel om de spanschroef, althans de steel daarvan, in, uit en door de langwerpige 50 doorgang te kunnen zwenken, met het kenmerk, dat een tweede flens (18) de beugelopening aan de andere zijde daarvan begrenst, dat de moer (30) is aangebracht aan het radiale vrije uiteinde van de tweede flens (18) aan de van de eerste flens (22) afgekeerde zijde daarvan, en dat de in de eerste flens (22) voorziene langwerpige doorgang (36) aan het in radiale richting buitenste eind gesloten is en bij het in radiale richting binnenste eind een 55 verwijding (38) heeft voor het doorlaten van de kop van de spanschroef (26).
2. Pijpklem volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat van de langwerpige doorgang (36) het smallere deel zich tot om de hoek tussen de eerste flens (22) en de beugel (10, 12) heen in de laatste uitstrekt, en « J· » I 5 193197 aansluitend in de beugel de verwijding heeft.
3. Pijpklem volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat op dat vlak van de eerste flens (22), waar de kop van de spanschroef (26) tegenaan zal liggen, een verhoging (42) of verlaging aangebracht is, waarop een werktuig kan aangrijpen.
4. Pijpklem volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de moer (30) door een aan het vrije uiteinde van de tweede flens (18) bevestigde lip (34) vastgehouden wordt.
5. Pijpklem volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de moer (30) gevormd wordt door een omgebogen verlenging van de tweede flens (18) die voorzien is van een gat met schroefdraad.
6. Pijpklem volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de moer (30) gevormd wordt door een schijf die 10 voorzien is van een huls met schroefdraad of een gat met schroefdraad en een verder gat, welke schijf door de door het verdere gat gestoken en omgebogen lip (34) onverliesbaar vastgehouden wordt.
7. Pijpklem volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de schijf (30) aan de rand zodanig omgebogen is, dat hij in de gesloten toestand van de pijpklem de randvlakken van de beide flenzen (18, 22) omsluit.
8. Pijpklem volgens een van de conclusies 1 t/m 7, met het kenmerk, dat de moer om een scharnierpen 15 zwenkbaar aan de tweede flens (18) zit.
9. Pijpklem volgens een van de conclusies 1 t/m 8, met het kenmerk, dat hij een uit twee delen bestaande beugel (10,12) bezit, waarvan de verbinding (16, 20, 24, 28) aan de zijde die tegenover de opening ligt is uitgevoerd met een radiale speling.
10. Pijpklem volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat de verbinding bestaat uit een zich door een paar 20 flenzen (16, 20) uitstrekkende tweede spanschroef (24), waarbij de op hetzelfde deel (12) van de beugel als de eerste flens (22) met de langwerpige doorgang (36) aangebrachte flens (20) voorzien is van een gat, dat in radiale richting langer is dan de diameter van de steel van de tweede spanschroef (24), doch smaller is dan de diameter van de kop van de tweede spanschroef, en dat voor het overige deze verbinding net zo uitgevoerd is als de verbinding aan de opening van de pijpklem.
11. Pijpklem volgens een van de voorgaande conclusies, gekenmerkt door een schuin vlak op de kop van de schroef en/of het vlak waarmee hij tegen de eerste flens (22) aanligt, dat bij het wederzijds aandrukken bij het sluiten van de pijpklem de kop van de schroef radiaal naar binnen drukt.
12. Pijpklem volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat deze een in de beugel (12) aangebrachte eindkant van de verwijding (38) van de langwerpige doorgang (36) heeft, en dat de eindkant 30 (40) van de verwijding (38) radiaal naar binnen omgebogen is. Hierbij 1 blad tekening
NL8502722A 1984-10-06 1985-10-04 Pijpklem. NL193197C (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
DE3436710 1984-10-06
DE19843436710 DE3436710C2 (de) 1984-10-06 1984-10-06 Rohrschelle

Publications (3)

Publication Number Publication Date
NL8502722A NL8502722A (nl) 1986-05-01
NL193197B NL193197B (nl) 1998-10-01
NL193197C true NL193197C (nl) 1999-02-02

Family

ID=6247267

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8502722A NL193197C (nl) 1984-10-06 1985-10-04 Pijpklem.

Country Status (6)

Country Link
AT (1) AT391747B (nl)
CH (1) CH668817A5 (nl)
DE (1) DE3436710C2 (nl)
FR (1) FR2571465B1 (nl)
GB (1) GB2182090B (nl)
NL (1) NL193197C (nl)

Families Citing this family (9)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE3543383C2 (de) * 1985-12-07 1993-10-07 Franz Mueller Rohrschelle
DE8806714U1 (nl) * 1988-05-21 1988-08-25 Flamco B.V., Gouda, Nl
DE9215190U1 (nl) * 1992-11-07 1992-12-24 Fkb Feinwerktechnik Und Kunststoffverarbeitungsgesellschaft Mbh, 7238 Oberndorf, De
DE10003183A1 (de) * 2000-01-25 2001-08-02 Wolfgang Halpaus Rohrschelle
NL1033138C2 (nl) * 2006-12-27 2008-06-30 Walraven Holding Bv J Van Pijpbeugel.
PL1962006T3 (pl) 2007-02-22 2010-08-31 Secura Services Ag Zacisk rurowy
DE102007025191A1 (de) * 2007-05-30 2008-12-04 Fischerwerke Gmbh & Co. Kg Rohrschelle
NL2006504C2 (en) * 2011-03-31 2012-10-02 Walraven Holding Bv J Van Pipe clip.
CN103322320A (zh) * 2013-07-08 2013-09-25 上海铭东建筑工程有限公司 一种带垫片卡箍

Family Cites Families (8)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US2338658A (en) * 1942-09-21 1944-01-04 Adel Prec Products Corp Temporary holding device for conduit clips
US2466912A (en) * 1944-07-04 1949-04-12 Tinnerman Products Inc Wire or conduit clip
CH506739A (de) * 1969-10-30 1971-04-30 Spirig Josef Befestigungs-Bride für Rohre und Schläuche
FR2129110A5 (nl) * 1971-03-16 1972-10-27 Vadot Rene
DE2703344C2 (de) * 1977-01-27 1985-11-21 Müller, Franz, 6200 Wiesbaden Rohrschelle
DE3230800A1 (de) * 1982-08-19 1984-02-23 Sikla GmbH & Co KG, 7201 Hausen Rohrschelle
DE3346423A1 (de) * 1983-02-23 1984-08-23 Toge-Dübel A.Gerhard GmbH, 8500 Nürnberg Rohrschelle
DE3308459A1 (de) * 1983-03-10 1984-09-13 Peter Dipl.-Ing. 8500 Nürnberg Wölfel Rohrschelle

Also Published As

Publication number Publication date
FR2571465B1 (fr) 1988-10-28
ATA287485A (de) 1990-05-15
AT391747B (de) 1990-11-26
GB8526608D0 (en) 1985-12-04
FR2571465A1 (fr) 1986-04-11
NL8502722A (nl) 1986-05-01
CH668817A5 (de) 1989-01-31
DE3436710C2 (de) 1986-09-11
GB2182090B (en) 1989-09-20
GB2182090A (en) 1987-05-07
DE3436710A1 (de) 1986-05-07
NL193197B (nl) 1998-10-01

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL193197C (nl) Pijpklem.
US6978701B1 (en) Wrench
US6173926B1 (en) Clamping device for clamping of tubes or the like
RU2155886C2 (ru) Стопорящееся резьбовое соединение
CA1172285A (en) Hingeable split pipe collar
US8047476B2 (en) Pipe clip having a curved flange
US4858860A (en) Side-load type pipe hanger with single bolt closure and liner protecting insert
US5056975A (en) Elastically compressible conical lock washer
US20060099047A1 (en) Rotatable captivated nut
US8021091B2 (en) Rotatable captivated nut
US4407479A (en) Pipe hanger
KR101512506B1 (ko) 프로파일링된 클램프
US20040020140A1 (en) Fitting for building structrures and the like
KR20010005733A (ko) 두관을 연결하기 위한 링 클램프
US6833505B1 (en) Handhole cover
NL1001709C2 (nl) Inrichting voor het bevestigen van een voorwerp, meer in het bijzonder van een leiding, aan een wand.
EP0419555A1 (en) NUT PLATE AND FIXING WITHOUT RIVET.
US9915279B2 (en) Pull-up bolt assembly
US20180135301A1 (en) Floor grate cover fastener/clamping system
NL1009276C2 (nl) Pijpbeugel.
JP3272290B2 (ja) ボルト付配管バンド
AU760961B2 (en) Screwed conveyor belt fastener
US5897199A (en) Twist light
JPH07113433B2 (ja) 管の環状クランプ
NL8204326A (nl) Bout en moersamenstel en aanbrenggereedschap daarvoor.

Legal Events

Date Code Title Description
BA A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
V4 Lapsed because of reaching the maximum lifetime of a patent

Effective date: 20051004