NL192920C - Werkwijze voor het vervaardigen van een papiermachinepersband. - Google Patents

Description

1 192920

Werkwijze voor het vervaardigen van een papiermachinepersband

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het vervaardigen van een band voor toepassing bij de papierbereiding, waarbij een mandrel met een glad oppervlak wordt genomen, waarbij op de mandrel ten 5 minste een bekledingslaag van een thermohardende hars wordt aangebracht, waarin tijdens het vervaardigingsproces een rond de mandrel geplaatste weefselbus wondt ingekapseld, en dat na droging de zo gevormde band van de mandrel wordt verwijderd.

Een dergelijke werkwijze is bekend uit de Europese octrooiaanvrage EP-A-0.194.602. Volgens deze bekende stand van de techniek wordt in een cilindrische vorm een weefselbus geplaatst. De vorm wordt 10 vervolgens gevuld met een polyurethaanhars welke de weefselbus volledig impregneert. De polyurethaan-hars wordt vervolgens uitgehard.

Een probleem van deze bekende werkwijze is dat het mogelijk is dat althans enkele garens van het basisweefsel samenvallen met het binnenoppervlak van de gerede band tengevolge waarvan deze blootstaan aan slijtage hetgeen tot vroegtijdige uitval van de band aanleiding kan zijn. Met de uitvinding 15 wordt nu beoogd dit probleem tegen te gaan. Daartoe wordt volgens de uitvinding een werkwijze voorgesteld die erdoor gekenmerkt is dat de thermohardende hars in twee lagen wordt aangebracht, d.w.z. door het eerst opbrengen van een eerste laag, welke daaropvolgend wordt gedroogd, waarna de weefselbus rond de eerste laag wordt geplaatst en de tweede laag rond het zo gevormde samenstel wordt aangebracht ter inkapseling van de weefselbus, waarna ook de tweede harslaag wordt gedroogd.

20 Opgemerkt wordt dat uit de GB Patent Specification 918.112 een werkwijze voor het vervaardigen van een band bekend is, welke echter toepassing vindt als drijfriem. Betreffende werkwijze omvat het aanwenden van een gladde mandrel, waarop eerst een eerste laag van een vloeibaar elastomeer, zoals polyure-thaan wordt aangebracht, waarna deze wordt onderworpen aan stolling en harding, waarbij vervolgens een tweede laag wordt aangebracht, welke eveneens wordt onderworpen aan stolling en harding. Na het 25 aanbrengen van de eerste laag wordt hierop een versterkingslaag aangebracht, welke echter niet de vorm heeft van een om de mandrel te plaatsen weefselbus, doch wordt gevormd door het rond de eerste laag winden van een enkele bij voorkeur uit metaal gevormde streng.

De werkwijze volgens de uitvinding is er verder door gekenmerkt, dat het oppervlak van de mandrel voorafgaande aan het gebruik wordt gepolijst, alsmede dat de eerste laag thermohardende hars na drogen 30 wordt geschuurd tot een vooraf bepaalde gelijkmatige dikte, en voorts dat de weefselbus welke hierna op en rond het geschuurde oppervlak wordt gelegd uit thermisch krimpbaar weefsel bestaat. Dit biedt een zeer eenvoudige mogelijkheid om de weefselbus nauwpassend tegen de eerste laag thermohardende hars aan te brengen zodat een grote mate van structurele integriteit van de gerede weefselbus gewaarborgd is.

Opgemerkt wordt nog dat een onder invloed van warmte krimpbare weefselbus op zichzelf bekend is uit 35 het Amerikaanse octrooischrift US-A-4.267.139 waarbij deze weefselbus wordt ingegoten in een te vormen band van polyurethaan.

Volgens weer een verder kenmerk wordt de werkwijze volgens de uitvinding erdoor gekarakteriseerd dat de stap van het aanbrengen van een tweede thermohardende harslaag verder omvat het aanbrengen van een tweede laag met een rakel, gevolgd door afstrijken van de overmaat thermohardende hars van het 40 oppervlak, hetgeen resulteert in de vorming van knokkels aan het buitenoppervlak van de band. De knokkels, die gevormd worden op het buitenoppervlak van de band, hebben het voordeel, dat ze het slippen tussen de banden tijdens de toepassing beperken.

Opgemerkt wordt dat het aanbrengen van een laag vloeibaar polyurethaan met behulp van een rakel alsmede de stap van het afstrijken van de opgebrachte laag op zichzelf bekend is uit het Britse octrooischrift 45 GB-A-890.788. Een band voorzien van een buitenoppervlak met zogenaamde knokkels welke het gevolg zijn van een aan het buitenoppervlak aanwezige ingevormd weefsel is op zichzelf bekend uit het Amerikaanse octrooischrift US-A-3.994.765.

Het is voorts wenselijk dat de werkwijze een stap omvat voor het aanbrengen van een loslaatmiddel op het gladde mandrel, voorafgaande aan het aanbrengen van de eerste harslaag en waarbij de stap van 50 verwijdering van de band van de mandrel daaruit bestaat, dat tussen het gepolijste oppervlak van de mandrel en de eerste harslaag perslucht wordt geïntroduceerd.

De hierboven reeds genoemde structurele integriteit van de gerede weefselbus is ermee gediend dat de stap van het krimpen van de weefselbus omvat het na krimpen in nauw contact brengen van de weefselbus met de eerste harsbekleding op de mandrel. Een eenvoudige uit te voeren methode voor het drogen van de 55 eerste en tweede lagen en het krimpen van de weefselbus bestaat erin dat daarop infrarode warmte wordt aangebracht.

Het gebruik van infrarode warmte bij het drogen van achtereenvolgens opgebrachte kunststoflagen is op 192920 2 zichzelf bekend uit het Amerikaanse octrooischrift US-A-4.643.916, waarbij deze lagen echter aan de voor-respectievelijk achterzijde op een weefsel worden aangebracht met behulp van een rakel en bovendien na droging wordt nabewerkt door te schuren.

De stabiliteit van de gerede weefselbus wordt er verder door bevorderd doordat de werkwijze als verder 5 kenmerk heeft dat de stap van drogen van de tweede laag verder omvat het in elkaar doen overlopen van de eerste en tweede lagen van thermohardende hars tot een continue laag, die de weefselbus inkapsuleert.

Andere voordelen van de onderhavige uitvinding zullen duidelijk worden bij het lezen van de volgende gedetailleerde beschrijving, die gelezen dient te worden in samenhang met de tekeningen.

10 Figuur 1 is een dwarsdoorsnede van de bewerking, waarbij een urethaanbekleding wordt aangebracht op een gepolijste mandrel en het drogen van de bekleding.

Figuur 2 toont een dwarsdoorsnede, waarbij het schuren van de gedroogde urethaanbekleding tot een bepaalde dikte wordt geïllustreerd.

Figuur 3 is een vergroot perspectivisch aanzicht, dat een basisweefselkarkas illustreert, dat gereed is 15 voor het monteren op de met urethaan beklede mandrel van figuur 2.

Figuur 4 is een dwarsdoorsnede van het basisweefselkarkas, die op het beklede mandrel door warmte-krimp wordt aangebracht.

Figuur 5 is een dwarsdoorsnede van vezels van het basisweefselkarkas, rustend op de aanvankelijke urethaanbekleding na de krimpbewerking, zoals in figuur 4 geïllustreerd.

20 Figuur 6 is een dwarsdoorsnede van een tweede bekledingslaag en droogbewerking.

Figuur 7 is een dwarsdoorsnede, gelijk als in figuur 5, na de tweede bekledingsbewerking van figuur 6.

Figuur 1 illustreert een mandrel 2, die een sterk gepolijst buitenoppervlak heeft. De mandrel 2, is aangebracht op een as 4. Het buitenoppervlak van de mandrel wordt gepolijst tot de gewenste gladheid van het 25 binnenoppervlak van de te produceren band. Een taaie thermohardende hars, bij voorkeur een vloeibaar urethaan met hoge viscositeit, wordt op het buitenvlak van de mandrel aangebracht. In figuur 1 wordt urethaan aangebracht met behulp van een rakel ter vorming van een eerste bekledingslaag. Er kan ook een verfrol worden gebruikt. Een verhittingsinrichtïng, zoals een infrarode verhittingsinrichting 10 wordt gebruikt voor het drogen van de eerste urethaanlaag. De mandrel 2 wordt geroteerd, zoals aangegeven met de klok 30 mee, terwijl gelijkmatig urethaan wordt opgebracht en met behulp van een rakel 8, gevolgd door het drogen (harden) met behulp van de verwarmingsinrichting 10. De verwarmingsinrichting omspant over een boog van bij voorkeur 180° het mandreloppervlak.

Een behoorlijke dikte van het geharde urethaan wordt opgebouwd op het oppervlak van het gepolijste mandrel, zoals bijvoorbeeld in een dikte van 0,051 cm en 0,254 cm. Deze eerste urethaanbekleding wordt 35 vervolgens geschuurd (zie figuur 2) tot een gewenste gelijkmatige dikte binnen een tolerantie van ± 0,005 cm. Gelijkmatigheid in dikte en nauwkeurigheid van het schuren zijn belangrijk. Men kan gebruikmaken van elke geschikte conventionele schuurmachine, zoals bijvoorbeeld een schuur/polijstmachine 12, zoals in figuur 2 afgebeeld. Het schuren kan ook dienen voor het glad polijsten van de urethaanbekleding.

Figuur 3 laat zien het aanbrengen van een geweven karkas 14 zonder einde op een mandrel 2 met een 40 eerste urethaanbekleding 6, die tevoren is opgebracht. Het cilindervormige weefselkarkas (of bus) is bij voorkeur voorzien van omtreksgarens, die in de warmte krimpen. De bus kan zijn opgebouwd uit nylon monofilamenten. Figuur 4 illustreert de stap van aanbrengen van de bus op de mandrel door middel van hittekrimp. Garens 16 en 18 zijn weergegeven voor illustratieve doeleinden. Hetzelfde infrarood verwarmingssysteem 10 als gebruikt voor het drogen van urethaan, kan ook hier gebruikt worden. De bus 45 14 wordt op de mandrel 10 gekrompen, zodanig, dat dit zeer strak om de mandrel 14 komt te liggen.

Figuur 5 is een gedetailleerde dwarsdoorsnede van de bus, die strak gekrompen is op de urethaan beklede mandrel na de in figuur 4 afgebeelde stap. Wanneer de krimpbare bus eenmaal op zijn plaats is, wordt een tweede bekleding van vloeibaar urethaan met hoge viscositeit in en door het monofilament-buisvormige busweefsel gebracht teneinde een binding met de eerst geharde urethaanlaag teweeg te 50 brengen. Dit proces wordt geïllustreerd in figuur 6. De rakel 20 is gebogen, teneinde elke overmaat vloeibaar urethaan te verwijderen, die zich uitstrekt achter de radiale uiterste punten van het weefselkarkas 14, teneinde een gelijkmatige dikte van de bekleding te waarborgen, zodat de volledige band een knijppers vormt, die een band met uniforme dikte noodzakelijk maakt. Wederom wordt gebruik gemaakt van de drooginrichting 10 voor het harden van de urethaan buitenlaag als toepassing van een proces, dat is 55 weergegeven in figuur 1. Uit figuur 7, die een dwarsdoorsnede van een gerede band is, blijkt, dat het infrarode verhittingselement het vloeibare urethaan zodanig hardt, dat de gehele structuur wordt gebonden tot een vaste urethaan ingekapselde weefselbus.

Claims (8)

1. Werkwijze voor het vervaardigen van een band voor toepassing bij de papierbereiding, waarbij een mandrel met een glad oppervlak wordt genomen, waarbij op de mandrel ten minste een bekledingslaag van een thermohardende hars wordt aangebracht, waarin tijdens het vervaardigingsproces een rond de mandrel geplaatste weefselbus wordt ingekapseld, en dat na droging de zo gevormde band van de mandrel wordt 25 verwijderd, met het kenmerk, dat de thermohardende hars in twee lagen wordt aangebracht, dat wil zeggen door het eerst opbrengen van een eerste laag, welke daaropvolgend wordt gedroogd, waarna de weefselbus rond de eerste laag wordt geplaatst en de tweede laag rond het zo gevormde samenstel wordt aangebracht ter inkapseling van de weefselbus, waarna ook de tweede harslaag wordt gedroogd.

2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het oppervlak van de mandrel voorafgaande aan 30 het gebruik wordt gepolijst, alsmede dat de eerste laag thermohardende hars na drogen wordt geschuurd tot een vooraf bepaalde gelijkmatige dikte, en voorts dat de weefselbus welke hierna op en rond het geschuurde oppervlak wordt gelegd uit thermisch krimpbaar weefsel bestaat.

3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de stap van het aanbrengen van een tweede thermohardende harslaag verder omvat het aanbrengen van een tweede laag met een rakel, gevolgd door 35 afstrijken van de overmaat thermohardende hars van het oppervlak, hetgeen resulteert in de vorming van knokkels aan het buitenoppervlak van de band.

3 192920 Nadat eenmaal de urethaan ingekapselde bus wordt gehard, wordt de bus van de vormingsmandrel 2 verwijderd. Er wordt tussen het gepolijste oppervlak van de mandrel en de primaire urethaanbekleding perslucht geïntroduceerd, waarbij de bus van de mandrel wordt verwijderd. Zoals boven vermeld wordt bij voorkeur een loslaatmiddel, zoals silicon, op het gepolijste mandreloppervlak aangebracht, voorafgaande 5 aan het aanbrengen van de bekleding, hetgeen ook de verwijdering van de bus bevordert. Figuur 7 toont de band 22, die de urethaan ingekapselde bus omvat. De knokkels 26 zijn aan het buitenoppervlak van de band 22 gevormd als resultaat van het afstrijken van het oppervlak met behulp van de rakel 20, zoals in figuur 6 afgebeeld. De knokkels hebben een belangrijke functie bij de toepassing en wel in die zin, dat ze een betere grip van een viltband (niet afgebeeld) waarborgen bij het passeren door de 10 perskneep. Het unieke aspect van de band volgens het onderhavige voorstel is, dat aan het binnen- oppervlak van de band het uiterst gladde oppervlak 24, verkregen door de gepolijste opbouwmandrel, wordt gecreëerd onder oplevering van een glad oppervlak voor contact met de schoen met de verlengde kneep. Bovendien dient de band niet te worden omgekeerd. Een ander voordeel van de band 22 is, dat zijn structuur versterkt is zowel in de machinerichting als in de dwarsmachinerichting door middel van het 15 krimpbare basisweefsel van de einden. Zo zijn dus de weefsel versterkte banden geschikt is voor het kunnen verdragen van enorme drukken tot 1072 kg/cm bij de kneeppersbewerking. 20

4. Werkwijze volgens één der conclusies 1-3, met het kenmerk, dat deze voorts een stap omvat voor het aanbrengen van een loslaatmiddel op het gladde mandrel, voorafgaande aan het aanbrengen van de eerste harslaag en waarbij de stap van verwijdering van de band van de mandrel daaruit bestaat, dat tussen het 40 gepolijste oppervlak van de mandrel en de eerste harslaag perslucht wordt geïntroduceerd.

5. Werkwijze volgens één der conclusies 1-4, met het kenmerk, dat de stap van het krimpen van de weefselbus omvat het na krimpen in nauw contact brengen van de weefselbus met de eerste harsbekleding op de mandrel.

6. Werkwijze volgens conclusies 1-5, met het kenmerk, dat het drogen van de eerste en tweede lagen en 45 het krimpen van de weefselbus daaruit bestaat, dat daarop infrarode warmte wordt aangebracht.

7. Werkwijze volgens één der conclusies 1-6, met het kenmerk, dat de stap van drogen van de tweede laag verder omvat het in elkaar doen overlopen van de eerste en tweede lagen van thermohardende hars tot een continue laag, die de weefselbus inkapsuleert.

8. Werkwijze voor het vervaardigen van een band voor toepassing bij de papierbereiding, met het kenmerk, 50 dat een gladde mandrel, aangebracht op een rotatieas wordt genomen, waarna de mandrel wordt geroteerd rond de as, waarbij een eerste laag van vloeibaar urethaan wordt aangebracht, gevolgd door drogen van de eerste laag van vloeibaar urethaan met behulp van een droogapparaat, dat een deel van het mandrel-oppervlak omgeeft, waarna de eerste urethaanlaag wordt geschuurd tot een vooraf bepaalde dikte, gevolgd door aanbrengen van een krimpbare geweven weefselbus met draden in een machinerichting en een 55 dwarsmachinerichting op de mandrel, gevolgd door krimpen van de weefselbus voor het in contact brengen van de mandrel door roteren van de mandrel, terwijl deze in thermisch contact staat met de drooginrichting, waarna een tweede urethaanharslaag op de weefselbus, die de eerste laag inkapselt, wordt aangebracht 192920 4 door het roteren van de mandrel en onder gebruikmaking van afstrijkmiddelen voor het afstrijken van de overmaat urethaan, zodat het buitenoppervlak van de tweede laag zich uitstrekt tot het radiaal uiterste punt van de weefselbus, waarna de tweede laag wordt gedroogd door het roteren van de mandrel in thermisch contact met het droogapparaat, waarna de band van de mandrel wordt verwijderd, welke band bestaat uit 5 de weefselbus ingekapsuleerd in de urethaanbekledingen. Hierbij 3 bladen tekening