BE1005600A3 - Werkwijze voor het fabriceren van volrubberbanden en volrubberband hierdoor bekomen. - Google Patents
Werkwijze voor het fabriceren van volrubberbanden en volrubberband hierdoor bekomen. Download PDFInfo
- Publication number
- BE1005600A3 BE1005600A3 BE9200143A BE9200143A BE1005600A3 BE 1005600 A3 BE1005600 A3 BE 1005600A3 BE 9200143 A BE9200143 A BE 9200143A BE 9200143 A BE9200143 A BE 9200143A BE 1005600 A3 BE1005600 A3 BE 1005600A3
- Authority
- BE
- Belgium
- Prior art keywords
- core
- rubber
- heel
- flanks
- tire
- Prior art date
Links
Classifications
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B29—WORKING OF PLASTICS; WORKING OF SUBSTANCES IN A PLASTIC STATE IN GENERAL
- B29D—PRODUCING PARTICULAR ARTICLES FROM PLASTICS OR FROM SUBSTANCES IN A PLASTIC STATE
- B29D30/00—Producing pneumatic or solid tyres or parts thereof
- B29D30/02—Solid tyres ; Moulds therefor
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B60—VEHICLES IN GENERAL
- B60C—VEHICLE TYRES; TYRE INFLATION; TYRE CHANGING; CONNECTING VALVES TO INFLATABLE ELASTIC BODIES IN GENERAL; DEVICES OR ARRANGEMENTS RELATED TO TYRES
- B60C7/00—Non-inflatable or solid tyres
- B60C7/10—Non-inflatable or solid tyres characterised by means for increasing resiliency
- B60C7/101—Tyre casings enclosing a distinct core, e.g. foam
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B60—VEHICLES IN GENERAL
- B60C—VEHICLE TYRES; TYRE INFLATION; TYRE CHANGING; CONNECTING VALVES TO INFLATABLE ELASTIC BODIES IN GENERAL; DEVICES OR ARRANGEMENTS RELATED TO TYRES
- B60C7/00—Non-inflatable or solid tyres
- B60C7/22—Non-inflatable or solid tyres having inlays other than for increasing resiliency, e.g. for armouring
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- Tyre Moulding (AREA)
- Moulds For Moulding Plastics Or The Like (AREA)
- Tires In General (AREA)
- Processing And Handling Of Plastics And Other Materials For Molding In General (AREA)
- Heating, Cooling, Or Curing Plastics Or The Like In General (AREA)
Abstract
Werkwijze voor het vervaardigen van volrubberbanden, daardoor gekenmerkt dat zij bestaat in opeenvolgend; het vormen van een kern (1) uit gerekupereerd materiaal; het aanbrengen op deze kern (1) van het loopvlak (2) en minstens gedeeltelijk de flanken (4,5) van de te bekomen band; het aanbrengen van de hiel (6) van de band met daarin bijvoorkeur een bewapening (7); en vervolgens het vulkaniseren van de band.
Description
<Desc/Clms Page number 1> Werkwijze voor het fabriceren van volrubberbanden en volrubberband hierdoor bekomen. De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het fabriceren van volrubberbanden, alsmede op de aldus bekomen volrubberbanden, zoals deze bijvoorbeeld gebruikt worden bij voertuigen, onder andere industriële voertuigen, bijvoorbeeld vorkheftrucks. Meer speciaal nog heeft deze uitvinding betrekking op een werkwijze die in het algemeen kan worden aangewend voor het vervaardigen van volrubberbanden waarin gerekupereerd materiaal van bijvoorbeeld oude industriële volrubberbanden of dergelijke wordt verwerkt. Het is bekend volrubberbanden, die tot op heden gefabriceerd worden uit 100 % nieuw materiaal, verscheidene nadelen bezitten. De op deze manier geproduceerde volrubberbanden zijn inderdaad duur en zij vormen een probleem voor de groeiende afvalberg aan banden. De huidige uitvinding heeft dan ook een werkwijze tot doel die, enerzijds, een bijdrage levert tot het probleem van de rubberafvalverwerking door de grote hoeveelheid ongebruikt materiaal van versleten volrubberbanden of andere massieve rubberstukken gedeeltelijk te herwinnen en, anderzijds, een nieuw produkt biedt dat wat uiterlijk en kwaliteit betreft <Desc/Clms Page number 2> eenwaardig is met gelijkaardige banden uit 100 % nieuw materiaal. Met de bedoeling een grote hoeveelheid overblijvend materiaal te rekupereren werd reeds voorgesteld op oude rubberbanden een nieuwe rubberlaag aan te brengen. Een eerste methode hiertoe vormt het herrubberen door koudverzoling. Hierbij wordt het buitenoppervlak van de band afgeruwd en wordt er een voorgevulkaniseerd loopvlak op aangebracht om daarna het geheel op lage temperatuur, bijvoorbeeld 80 graden Celsius, te vulkaniseren onder druk in autoklaaf. Deze werkwijze bezit echter verschillende nadelen. Een eerste nadeel is dat de band na deze bewerking, op het loopvlak na, nog steeds het uiterlijk vertoont van een versleten band aangezien er slechts een dunne laag nieuwe rubber op het loopvlak wordt aangebracht. Een ander nadeel van deze werkwijze is dat de bestaande hiel van de band niet hersteld wordt met het risiko van vermoeiing van het herbruikte rubbermateriaal en als gevolg daarvan het slippen van de band op de velg. Nog een ander nadeel is dat hierbij accidentele scheuren of vermoeidheidsscheuren slechts gedeeltelijk of niet kunnen hersteld worden en enkel karkassen in zeer goede staat kunnen gebruikt worden. Volgens een tweede methode verloopt zulke herberubbering door middel van warmverzoling. Het principe hiervan is analoog aan bovenvermelde werkwijze, doch de vulkanisatie geschiedt in dit geval op een hogere temperatuur. Het aspekt van de aldus bekomen band is in het algemeen iets beter, maar de voornoemde nadelen zijn hier eveneens aanwezig. <Desc/Clms Page number 3> Bij een derde methode worden zowel het loopvlak als de flanken van de versleten band belegd met rubber, nadat de band aan het loopvlak en de flanken werd opgeruwd en van een adhesief werd voorzien, waarbij het geheel wordt gevulkaniseerd in een matrijs. Aan deze werkwijze zijn echter ook verscheidene nadelen verbonden. Inderdaad blijft het aspekt aan de binnenomtrek van de band nog altijd deze van een gebruikte band, aangezien de oude hielstruktuur behouden blijft en al dan niet verborgen vermoeidheidsscheuren de band na korte tijd kunnen vernielen. Voor deze werkwijze kunnen eveneens enkel karkassen in zeer goede staat aangewend worden en alleen oppervlakte fouten, met andere woorden zichtbare fouten, kunnen hersteld worden. Het voornaamste nadeel van deze bekende herberubberingswerkwijzen wordt gevormd door het steeds herbruiken van de hielkonstruktie. Inderdaad bestaat zulke hielkonstruktie in het algemeen uit een rubberen hielgedeelte met daarin een bewapening die bijvoorbeeld gevormd wordt door rondlopende stangen, kabels, textielweefsellagen of dergelijke, waarbij dit hielgedeelte tijdens het gebruik van de band tussen de flenzen van de velg wordt vastgeklemd en waarbij dit hielgedeelte samen met de bewapening zorgt voor de nodige klemming tussen de band en het wiel, zodat deze hielkonstruktie voortdurend onderworpen is aan spanning en aldus aan relaxatie-en vermoeidheidsverschijnselen en andere beschadigingen onderhevig is en waarbij deze beschadigingen zowel kunnen bestaan uit inwendige als uitwendige scheuren. De huidige uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het vervaardigen van nieuwe volrubberbanden met gerekupereerd materiaal, die zieh volledig onderscheidt van de voornoemde herberubberingswerkwijzen, waarbij de voornoemde nadelen zich niet voordoen. <Desc/Clms Page number 4> Hiertoe zal volgens de werkwijze van de uitvinding de volrubberband gevormd worden door een kern uit gerekupereerd materiaal, bijvoorbeeld afkomstig van een oude band waarvan alle versleten of beschadigde delen verwijderd zijn en waarbij zowel het loopvlak als de flanken alsook de hielkonstruktie, met andere woorden de rubberhiel met de hierin voorziene bewapening in textiel of staal, uit 100 % nieuw rubbermateriaal gevormd worden. Het gebruiken van 50 tot 80 % aan gerekupereerd materiaal van het in een nieuwe band gebruikte materiaal resulteert niet alleen in een lagere kostprijs dan deze van banden met 100 % nieuw materiaal, maar heeft tevens het voordeel dat op milieugebied een bijdrage wordt geleverd voor het verkleinen van de afvalberg aan banden. De werkwijze volgens de uitvinding die toelaat de voornoemde en andere voordelen te bekomen bestaat er in hoofdzaak in dat opeenvolgend een kern wordt gevormd uit gerekupereerd materiaal ; het aanbrengen op deze kern van het loopvlak en minstens gedeeltelijk de flanken van de te bekomen band ; het aanbrengen van de hielkonstruktie van de band met daarin bijvoorkeur een bewapening en vervolgens het vulkaniseren van de band. De kern kan hierbij zowel bestaan uit een volrubberkern afkomstig van een oude band of dergelijke als samengesteld zijn uit meerdere al dan niet aan elkaar gelijke delen gevormd uit gerekupereerd volrubber of samengedrukt gemalen rubber of dergelijke. De bewapening van de band kan hierbij bestaan uit rubber, staaldraad, textielweefsel, of dergelijke al dan niet in kombinatie met elkaar aangebracht. Het vulkaniseren van de band verloopt in een matrijs zoals bekend onder invloed van druk, temperatuur en tijd, waarbij <Desc/Clms Page number 5> de matrijs de uiteindelijke afmetingen, vorm en uitzicht van de band bepaalt. Met het inzicht de kenmerken volgens de uitvinding beter aan te tonen zijn hierna, als voorbeelden zonder enig beperkend karakter, enkele voorkeurdragende uitvoeringsvormen beschreven, met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin : figuur 1 een zijaanzicht weergeeft van een volrubberband volgens de uitvinding ; figuur 2 op grotere schaal een doorsnede weergeeft volgens lijn II-II in figuur 1 ; figuren 3 en 4 doorsneden weergeven gelijkaardig aan deze volgens figuur 2, doch voor uitvoeringsvarianten ; figuur 5 op grotere schaal het gedeelte weergeeft dat in figuur 4 door F5 is aangeduid ; figuren 6 en 7 varianten weergeven van figuur 5 ; figuren 8 en 9 mogelijke uitvoeringsvormen weergeven van verstevigingsringen, meer speciaal bewapenig voor volrubberbanden volgens de uitvinding ; figuur 10 een gedeeltelijke dwarsdoorsnede van een volrubberband weergeeft volgens lijn X-X in figuur 4 ; figuur 11 een dwarsdoornede weergeeft gelijkaardig aan deze volgens figuur 10, doch voor een uitvoeringsvariante ; figuren 12 tot 17 meer in detail de verschillende fasen weergeven van de werkwijze volgens de uitvinding. Zoals weergegeven in de figuren 1 en 2 wordt een volrubberband volgens de uitvinding in hoofdzaak gevormd door een kern 1, een loopvlak 2 met groeven 3, flanken 4,5 en een hiel 6 met bij voorkeur een erin aangebrachte bewapening 7. <Desc/Clms Page number 6> Volgens figuur 2 wordt de bewapening 7 langs beide kanten van de band gevormd door één of meer dubbel geplooide textielweefsellagen 8, in dit geval twee lagen waarvan de vrije uiteinden uitgeven in de aanliggende flanken 4, 5 ; twee ringen hoogwaardige staaldraad 9 en harde rubberspiedn 10, die tussen de textielweefsellagen 8 zijn aangebracht. Het bijzondere volgens de uitvinding bestaat er hierbij in dat de kern 1 uit gerekupereerd materiaal bestaat waarbij toch het kwaliteitsniveau van nieuwe banden geëvenaard wordt. Het gerekupereerde materiaal kan bijvoorbeeld afkomstig zijn van versleten of beschadigde banden, maar het kan ook afkomstig zijn van eender welke rubberstruktuur, of ekwivalent, dat aan vooropgestelde eisen voldoet. De kwaliteit van de banden volgens de uitvinding wordt hierbij inderdaad op geen enkele wijze beïnvloed door het aantal keren dat de kern opnieuw gebruikt wordt voor het fabriceren van nieuwe banden aangezien de kern dat gedeelte van een band is dat weinig of niet belast wordt en dus ook niet onderhevig is aan beschadiging. Om de kern 1 te verkrijgen worden de beschadigde of afgesleten zones van de uitgangsvorm verwijderd door afschillen op bestaande en aangepaste bandschilmachines, door afdraaien of afsteken op een aangepaste werktuigdraaibank, voor wat het oude loopvlak en de zijflanken betreft. Zoals weergegeven in figuur 2 hoeft de vorm van de bekomen kern 1 niet nauw aan te sluiten bij de uiteindelijke vorm van de afgewerkte band. Volgens de werkwijze wordt de toekomstige kern 1 bijvoorbeeld met behulp van een bandruwmachine opgeruwd tot wanneer de nodige ruwheid bekomen wordt om een voldoende hechting te garanderen. De binnenwand met de mogelijk <Desc/Clms Page number 7> beschadigde bewapening, maar alleszins gerelaxeerde en vermoeide rubber, wordt door middel van snijdende stansringen, onder een pers of door middel van afsteken op een aangepaste werktuigdraaibank verwijderd. De binnenwand kan dan verder opgeruwd worden met een aangepaste ruwmachine. De geruwde kern wordt vervolgens behandeld met voor de rubberindustrie speciaal ontworpen bekende adhesieven, bijvoorbeeld een dissolutie waarbij rubber in benzine is opgelost. Na het aanbrengen en drogen van deze adhesieven kan de toekomstige kern omwikkeld worden met een speciale op zichzelf bekende dunne laag aanhechtingsrubber, zoals bijvoorbeeld het zogenaamde "cushion gum" dat specifieke hechtingseigenschappen voor en na vulkanisatie bezit, om de aanhechting van de nieuwe rubberen stukken, meer speciaal loopvlak 2, flanken 4,5 en de hiel 6, te vergemakkelijken. Volgens de uitvinding wordt de hiel 6 gevormd door nieuwe rubber met voldoende hardheid en voorzien van een bewapening 7 die is aangebracht in een zone die onder belasting, ten gevolge van kontakt met de wielflenzen, sterk aan vermoeiing en spanning onderhevig is. Zoals weergegeven in figuur 2 wordt de hiel 6 onderaan de kern 1 aangebracht, dit is aan de binnenwand van de geruwde struktuur. Dit kan gebeuren door verschillende lagen rubber achtereenvolgens aan te brengen of door een gespoten stuk rubber met korrekte afmetingen in de binnenwand te plooien. De hiel 6 kan eventueel samen met een gedeelte van de flanken 4,5 een geheel vormen. Het nieuwe loopvlak 2 en de flanken 4 en 5 worden in een of verschillende lagen door wikkeling aangebracht op een bekende bandenbouwmachine, waarbij deze lagen kunnen <Desc/Clms Page number 8> afkomstig zijn van een rubberwals, een kalander of een extruder. Het loopvlak 2 kan samen met de flanken 4,5 uit één geheel bestaan, terwijl de hiel 6 een tweede deel vormt. De flanken kunnen ook in schijven op de zijkant aangebracht worden, het loopvlak kan gewikkeld worden. De bewapening 7, waarbij op de staaldraden 9 een rubberspie 10 geplaatst wordt en die omgeven is door textielweefsellagen 8, wordt vooraf gekonfektioneerd. De textielweefsellagen 8 bestaan bijvoorbeeld uit een min of meer open struktuur van speciaal voor aanhechting met rubber behandelde polyamide of polyester, of uit een ander gelijkaardig textielmateriaal. De rubberspie 10 dient voldoende hard te zijn om vervormingen tijdens het vulkaniseren en tijdens het gebruik van de band te beperken. Het samengesteld geheel wordt in laatste instantie op de juiste plaats aangebracht en wordt belegd met een slijtvaste en goed hechtende rubber. Dit systeem garandeert een radiale onvervormbaarheid, vooral bij axiale kompressie. De aldus bekomen konstruktie wordt op traditionele wijze gevulkaniseerd in een matrijs, die ofwel, twee-delig en axiaal sluitend kan zijn ofwel, bestaande uit acht delen en deels axiaal deels radiaal sluitend. De matrijs wordt in een pers aangebracht, bij voorkeur onder een druk van minstens 10 bar maar wenselijk 50 bar- of hoger, een temperatuur van minimum 130 graden Celsius en gedurende een voldoende lange tijd, afhankelijk van de bandenmaat. De verdeling van de nieuw aan te brengen rubber over de flanken, het loopvlak en de hiel is zeer kritisch in <Desc/Clms Page number 9> verband met de vervormingen van het gerekupereerd gedeelte in de matrijs en dient nauwkeurig vooraf bepaald en uiteindelijk aangebracht te worden. De kern 1 kan eveneens in een matrijs geplaatst worden waarna nieuwe rubber rond de kern 1 wordt gespoten en aldus het loopvlak 2, de flanken 4,5 en de hiel 6 gevormd worden. Hiervoor zijn verschillende technieken mogelijk. Volgens een eerste techniek wordt de kern 1 voorbereid, wordt de hiel 6 met de bewapening 7 aangebracht en wordt eventueel een deel van de flanken 4,5 aangebracht. Vervolgens wordt dit geheel in een matrijs geplaatst, waarin de nieuwe rubber voor het loopvlak 2 en gedeeltelijk voor de flanken 4,5 ingespoten wordt. Bij een tweede techniek wordt er op de kern 1 de bewapening 7, de flanken 4,5 en het loopvlak 2 aangebracht. Het geheel wordt in een matrijs geplaatst en de hiel 6 wordt ingespoten. Volgens een derde techniek worden de kern 1, de staaldraden 9, de textielweefsellagen 8 en de flanken 4,5 in een matrijs gelegd, waarna het loopviak 2 en de hiel 6 door middel van twee afzonderlijke systemen worden ingespoten. De matrijs bepaalt de uiteindelijke afmetingen, vorm, uitzicht en loopvlaktekening van de band, waarbij de aldus bekomen volrubberband kwalitatief evenwaardig is aan banden gemaakt uit 100 % nieuw materiaal en langs de buitenzijde op geen enkele manier kan onderscheiden worden van zulke banden uit 100 % nieuw materiaal. In figuur 3 worden volgens een variante de staaldraden 9 op een bepaalde afstand van elkaar geplaatst om de radiale <Desc/Clms Page number 10> krachten op te vangen. De kern 1 heeft in dit geval een vierkantige doorsnede, die bijvoorbeeld bepaald is door het verwijderen van beschadigde delen van een oorspronkelijk stuk, bijvoorbeeld een oude band. Figuur 3 vertoont eveneens verstevigde hielzijden 11,12 die bestaan uit één of meerdere lagen berubberde textiel 13, ter voorkoming van inslijten en scheurgroei. Deze lagen 13 kunnen over om het even welke lengte aangebracht worden. De hiel 6 is volgens deze uitvoeringsvorm U-vormig verwezenlijkt doordat hij gedeeltelijk de flanken 4,5 vormt. In de konstruktie, zoals getoond in figuur 4, wordt er door de kombinatie van bewapeningen, zoals aangegeven in de figuren 2 en 3, maximaal rekening gehouden met axiale als met radiale kompressie. De bewapening wordt hier gevormd door meerdere naast elkaar in de hiel 6 aangebrachte staaldraden 9, waarbij de twee uiterste staaldraden 9 die in een hoek van de hiel 6 zijn aangebracht omgeven zijn door minstens een dubbel geplooide textielweefsellaag 8 waarvan de vrije uiteinden in de flanken 4,5 uitgeven. De achtkantige vorm van de kern 1 kan in dit geval ook bijvoorbeeld het gevolg zijn van het verwijderen van beschadigingen en/of scheuren uit een oorspronkelijk stuk. Het is duidelijk dat de vorm van de kern 1 totaal willekeurig is. Zoals weergegeven in figuur 5 kan de staaldraad 9 bestaan uit massieve, individuele stalen ringen. De afmetingen en de sterkte van de staaldraad 9 worden bepaald door de bandenmaat. Een variante hiervan is weergegeven in figuur 6, waar kabelkernen worden voorgesteld die bestaan uit een massieve ring 14 omgeven door een spiraalvormig gewikkelde dunnere <Desc/Clms Page number 11> staaldraad 15. Als bijkomende versteviging kan hierrond eventueel nog een in de tekening niet weergegeven weefsel gewikkeld worden. Figuur 7 toont nog een derde variante van de staaldraad 9, waarbij deze in dit geval bestaat uit een pakket van dunne staaldraden 16 ingebed in een rechthoekige, vierkante of hexagonale rubbermatrix 17. Zoals weergegeven in figuur 8 kan de staaldraad 9 cirkelvormig zijn en de naast elkaar liggende staaldraden 9 kunnen met elkaar verbonden worden door korte metalen stukjes 18. Figuur 9 toont nog een variante van de staaldraad 9 waarbij deze spiraalvormig gewikkeld is. Figuur 10 geeft in dwarsdoorsnede, de positie van de kern 1 ten opzichte van de vernieuwde lagen weer, waarbij de kern 1 is opgebouwd uit een cilindervormig geheel. In figuur 11 wordt een uitvoeringsvariante weergegeven, gelijkaardig aan figuur 10, waarbij de kern 1 is opgebouwd uit een of meerdere al dan niet aan elkaar gelijke blokken 19 die naast elkaar zijn geplaatst, en die zijn gevormd uit volrubber, samengeperst gemalen rubber, eventueel gemengd met adhesieven, textiel, nieuwe rubber of dergelijke. De werkwijze wordt volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm weergegeven in de figuren 12, 13, 14,15, 16 en 17. Figuur 12 geeft de geruwde kern 1 weer, die bekomen werd volgens de reeds eerder vermelde handelingen, en waarbij <Desc/Clms Page number 12> deze kern 1 omgeven is langs zijn volledig buitenoppervlak met een dunne laag adhesief of hechtingsrubber 20. Op de aldus met adhesief 20 beklede kern 1 wordt, zoals weergegeven in figuur 13, de hiel 6 geplaatst door verschillende lagen 21 nieuwe rubber boven elkaar aan te brengen. Zoals getoond in figuur 14 wordt de nieuwe rubberlaag aan de flanken 4,5 gevormd door de rubber in schijven 22 aan te brengen. Vervolgens wordt nieuwe rubber op het loopvlak 2 aangebracht. In figuur 15 wordt dit weergegeven door de opgewikkelde lagen 23 bovenaan de kern 1. Figuur 16 geeft de positie van de vooraf gekonfektioneerde bewapening 7 weer ten opzichte van de nieuw aangebrachte rubber. De bewapening 7 bestaat in dit geval, langs weerszijden van de hiel 6, uit ringvormige staaldraad 9 met daarop een rubberspie 10 en omgeven door textielweefsellagen 8. Vervolgens wordt het aldus bekomen geheel, zoals weergegeven in figuur 17, in een matrijs 24 geplaatst, die uit bijvoorbeeld twee delen 25, 26 bestaat en die axiaal sluit. De matrijs bevindt zieh in een in de figuur 17 niet weergegeven pers, die bij het in werking stellen de matrijs 24 volledig doet sluiten. Hierbij vloeit de rubber onder invloed van druk en warmte in alle hoeken van de matrijsvorm en neemt volledig deze vorm aan. De aldus afgewerkte band zal in doorsnede, nadat deze gevulkaniseerd werd gedurende ongeveer 2 uren op een <Desc/Clms Page number 13> temperatuur van circa 135 graden Celsius, in dit voorbeeld de vorm bekomen zoals weergegeven in figuur 2. De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeelden beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvormen, doch dergelijke werkwijze en de hierdoor bekomen volrubberband, kunnen volgens verschillende varianten worden verwezenlijkt zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.
Claims (19)
1. - Werkwijze voor het vervaardigen van volrubberbanden, daardoor gekenmerkt dat zij bestaat in opeenvolgend ; het vormen van een kern (1) uit gerekupereerd materiaal ; het aanbrengen op deze kern (1) van het loopvlak (2) en minstens gedeeltelijk de flanken (4, 5) van de te bekomen band ; het aanbrengen van de hiel (6) van de band met daarin bijvoorkeur een bewapening (7) ; en vervolgens het vulkaniseren van de band.
2.-Werkwijze volgens konklusie 1, daardoor gekenmerkt dat de volrubberband bekomen wordt door het opruwen van een kern (1) uit gerekupereerd materiaal ; het behandelen van deze kern met een op zichzelf bekend adhesief ; het laten drogen van dit adhesief ; het bekleden van de aldus gevormde kern (1) met nieuwe rubber ten einde een loopvlak (2), flanken (4, 5) en een hiel (6) te vormen.
3.-Werkwijze volgens konklusie 2, daardoor gekenmerkt dat, nadat het adhesief dat is aangebracht op de kern (1) gedroogd is, omheen deze kern een op zichzelf bekende aanhechtingsrubber wordt gewikkeld vooraleer de bekleding die het nieuwe loopvlak (2), de flanken (4, 5) en de hiel (6) vormt, wordt aangebracht.
4.- Werkwijze volgens konklusie 2 of 3, daardoor gekenmerkt dat het loopvlak (2) met de flanken (4, 5) uit één geheel bestaat, terwijl de hiel (6) een tweede deel vormt.
5.-Werkwijze volgens konklusie 4, daardoor gekenmerkt dat een gedeelte van de flanken (4, 5) één geheel vormt met de hiel (6).
<Desc/Clms Page number 15>
6.- Werkwijze volgens een der voorgaande konklusies, daardoor gekenmerkt dat het loopvlak (2) met flanken (4, 5), enerzijds, en de hiel (6) met eventueel gedeeltelijke flanken (4, 5), anderzijds, gevormd worden door verschillende lagen rubber die opeenvolgend in de matrijs worden aangebracht, waarin de band gevulkaniseerd wordt.
7.-Werkwijze volgens een der konklusies 1 tot 5, daardoor gekenmerkt dat omheen de in een matrijs geplaatste kern (1) nieuw rubber wordt gespoten dat het loopvlak (2), de flanken (4, 5) en de hiel (6) vormt.
8.-Werkwijze volgens een der voorgaande konklusies, daardoor gekenmerkt dat de kern (1) afkomstig is van oude banden.
9.-Werkwijze volgens een der konklusies 1 tot 7, daardoor gekenmerkt dat de kern (1) afkomstig is van samengeperste gemalen rubber, al dan niet gemengd met adhesieven, textiel, nieuwe rubber of dergelijke.
10.-Werkwijze volgens een der voorgaande konklusies, daardoor gekenmerkt dat de kern (1) is opgebouwd uit één geheel.
11.-Werkwijze volgens een der konklusies 1 tot 9, daardoor gekenmerkt dat de kern (1) is opgebouwd uit een of meerdere al dan niet aan elkaar gelijke blokken (19).
12.-Werkwijze volgens één der voorgaande konklusies, daardoor gekenmerkt dat de bewapening (7) in de hiel (6) bestaat uit twee ringen staaldraad (9) die ieder in een zijrand van de hiel (6) zijn aangebracht, waarbij omheen iedere staaldraad (9), een of meerdere textielweefsellagen
<Desc/Clms Page number 16>
(8) zijn dubbel geplooid waarvan de vrije uiteinden uitgeven in de aanliggende flanken (4, 5).
13.- Werkwijze volgens konklusie 12, daardoor gekenmerkt dat tussen de dubbelgeplooide delen van de textielweefsellaag, respektievelijk van de textielweefsellagen (8) een hard rubberen spie (10) is aangebracht.
14.-Werkwijze volgens één der konklusies 1 tot 11, daardoor gekenmerkt dat de bewapening (7) gevormd wordt door meerdere naast elkaar in de hiel (6) aangebrachte staaldraden (9).
15.-Werkwijze volgens één der konklusies 1 tot 11, daardoor gekenmerkt dat de bewapening (7) gevormd wordt door meerdere naast elkaar in de hiel (6) aangebrachte staaldraden (9), waarbij de twee uiterste staaldraden (9) die in een hoek van de hiel (6) zijn aangebracht omgeven zijn door minstens een dubbel geplooide textielweefsellaag (8) waarvan de vrije uiteinden in de flanken (4, 5) uitgeven.
16.-Werkwijze volgens een der voorgaande konklusies, daardoor gekenmerkt dat de volrubberband aan de hielzijden (11, 12) voorzien is van een of meer lagen berubberde textiel (13).
17.-Werkwijze volgens een der voorgaande konklusies, daardoor gekenmerkt dat de staaldraad (9) ringvormig is.
18.-Werkwijze volgens konklusie 17, daardoor gekenmerkt dat meerdere ringvormige staaldraden (9) onderling met elkaar verbonden zijn door korte metalen stukjes (18).
19.-Werkwijze volgens konklusie 17, daardoor gekenmerkt dat de staaldraad (9) spiraalvormig is.
Priority Applications (7)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
BE9200143A BE1005600A3 (nl) | 1992-02-11 | 1992-02-11 | Werkwijze voor het fabriceren van volrubberbanden en volrubberband hierdoor bekomen. |
DE92201765T DE556491T1 (de) | 1992-02-11 | 1992-06-17 | Vollgummireifen und Verfahren zu deren Herstellung. |
ES92201765T ES2044808T3 (es) | 1992-02-11 | 1992-06-17 | Procedimiento de fabricacion de neumaticos de caucho y neumaticos de caucho obtenidos siguiendo este procedimiento. |
DE69207170T DE69207170T2 (de) | 1992-02-11 | 1992-06-17 | Vollgummireifen und Verfahren zu deren Herstellung |
EP92201765A EP0556491B1 (en) | 1992-02-11 | 1992-06-17 | Method for producing full-rubber tyres and full-rubber tyres obtained in this way |
CA002072712A CA2072712A1 (en) | 1992-02-11 | 1992-06-29 | Method for producing full-rubber tyres and full-rubber tyres obtained in this way |
AU20490/92A AU653416B2 (en) | 1992-02-11 | 1992-07-21 | Method for producing full-rubber tyres and full-rubber tyres obtained in this way |
Applications Claiming Priority (1)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
BE9200143A BE1005600A3 (nl) | 1992-02-11 | 1992-02-11 | Werkwijze voor het fabriceren van volrubberbanden en volrubberband hierdoor bekomen. |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
BE1005600A3 true BE1005600A3 (nl) | 1993-11-16 |
Family
ID=3886138
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
BE9200143A BE1005600A3 (nl) | 1992-02-11 | 1992-02-11 | Werkwijze voor het fabriceren van volrubberbanden en volrubberband hierdoor bekomen. |
Country Status (6)
Country | Link |
---|---|
EP (1) | EP0556491B1 (nl) |
AU (1) | AU653416B2 (nl) |
BE (1) | BE1005600A3 (nl) |
CA (1) | CA2072712A1 (nl) |
DE (2) | DE69207170T2 (nl) |
ES (1) | ES2044808T3 (nl) |
Families Citing this family (1)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
DE102016000298A1 (de) * | 2016-01-15 | 2017-07-20 | Continental Reifen Deutschland Gmbh | Verfahren zur Herstellung eines Vollgummireifens, nach dem Verfahren hergestellter Vollgummireifen und Grundkörper für einen Vollgummireifen |
Citations (3)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US1380496A (en) * | 1920-10-08 | 1921-06-07 | Michael E Osborn | Automobile-tire |
US1544639A (en) * | 1923-12-05 | 1925-07-07 | Hood Rubber Co Inc | Cushion tire |
US3827792A (en) * | 1972-03-24 | 1974-08-06 | Hollins J R | Resilient tire and wheel assembly |
Family Cites Families (2)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US2709471A (en) * | 1950-04-28 | 1955-05-31 | Us Rubber Co | Solid tire and method of making same |
US4240851A (en) * | 1978-11-24 | 1980-12-23 | Oliver Tire And Rubber Company | Method for recapping solid tires with precured, premolded tread |
-
1992
- 1992-02-11 BE BE9200143A patent/BE1005600A3/nl not_active IP Right Cessation
- 1992-06-17 EP EP92201765A patent/EP0556491B1/en not_active Expired - Lifetime
- 1992-06-17 DE DE69207170T patent/DE69207170T2/de not_active Expired - Fee Related
- 1992-06-17 ES ES92201765T patent/ES2044808T3/es not_active Expired - Lifetime
- 1992-06-17 DE DE92201765T patent/DE556491T1/de active Pending
- 1992-06-29 CA CA002072712A patent/CA2072712A1/en not_active Abandoned
- 1992-07-21 AU AU20490/92A patent/AU653416B2/en not_active Ceased
Patent Citations (3)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US1380496A (en) * | 1920-10-08 | 1921-06-07 | Michael E Osborn | Automobile-tire |
US1544639A (en) * | 1923-12-05 | 1925-07-07 | Hood Rubber Co Inc | Cushion tire |
US3827792A (en) * | 1972-03-24 | 1974-08-06 | Hollins J R | Resilient tire and wheel assembly |
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
EP0556491B1 (en) | 1995-12-27 |
DE69207170D1 (de) | 1996-02-08 |
ES2044808T1 (es) | 1994-01-16 |
DE556491T1 (de) | 1994-02-03 |
DE69207170T2 (de) | 1996-08-29 |
EP0556491A1 (en) | 1993-08-25 |
ES2044808T3 (es) | 1996-05-01 |
AU2049092A (en) | 1993-08-12 |
AU653416B2 (en) | 1994-09-29 |
CA2072712A1 (en) | 1993-08-12 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
US6368439B1 (en) | Retreaded tires and method for making the same without spray cement | |
US8826952B2 (en) | Retread tire having tread band matched to base tread | |
EP2448751B1 (en) | Retreaded tire method for its manufacture | |
EP0950506A3 (de) | Verfahren zur Herstellung eines Fahrzeugluftreifens | |
US5922154A (en) | Pneumatic tire with specified breaker cover | |
FR2499475A1 (fr) | Pneumatique gros porteur dont l'armature de sommet comporte des cables circonferentiels thermoretractables, et son procede de fabrication | |
EP1011991B1 (en) | Pneumatic tires and method of making | |
US3964949A (en) | Method of treading tires | |
BE1005600A3 (nl) | Werkwijze voor het fabriceren van volrubberbanden en volrubberband hierdoor bekomen. | |
EP0875367A3 (de) | Verfahren zum Herstellen eines Fahrzeugluftreifens | |
US1779391A (en) | Method of constructing pneumatic tires | |
US3326261A (en) | Tires | |
JP3138404B2 (ja) | トラック、バス用の更生タイヤの製造方法 | |
JPH04161328A (ja) | ラジアルタイヤの製造方法 | |
US6261399B1 (en) | Pneumatic tires and method of making | |
JPH11286059A (ja) | 空気タイヤの製造方法およびこの方法で製造されたタイヤ | |
EP0426389B1 (en) | A pneumatic tyre | |
EP2700496B1 (en) | Recap manufacturing method | |
JPH03164307A (ja) | 乗物用タイヤ及びその製造方法 | |
JPH0679808A (ja) | ニューマチック型ソリッドタイヤの更生方法 | |
US3487868A (en) | Renewed heavy-duty tire | |
JP3831024B2 (ja) | 更生重荷重用空気入りタイヤの製造方法及び更生タイヤ | |
US6190479B1 (en) | Cured tread processing for tire retreading | |
KR100359657B1 (ko) | 레이디얼 타이어의 캡플라이 형성방법 | |
US6632308B1 (en) | Continuous cured innerliner for tires |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
RE | Patent lapsed |
Effective date: 20050228 |
|
RE | Patent lapsed |
Effective date: 20050228 |