NL192854C - Inrichting voor het detecteren van een discontinuïteit in een geregistreerd signaal. - Google Patents
Inrichting voor het detecteren van een discontinuïteit in een geregistreerd signaal. Download PDFInfo
- Publication number
- NL192854C NL192854C NL8103749A NL8103749A NL192854C NL 192854 C NL192854 C NL 192854C NL 8103749 A NL8103749 A NL 8103749A NL 8103749 A NL8103749 A NL 8103749A NL 192854 C NL192854 C NL 192854C
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- address
- displayed
- signal
- address signal
- circuit
- Prior art date
Links
Classifications
-
- G—PHYSICS
- G11—INFORMATION STORAGE
- G11B—INFORMATION STORAGE BASED ON RELATIVE MOVEMENT BETWEEN RECORD CARRIER AND TRANSDUCER
- G11B27/00—Editing; Indexing; Addressing; Timing or synchronising; Monitoring; Measuring tape travel
- G11B27/02—Editing, e.g. varying the order of information signals recorded on, or reproduced from, record carriers
- G11B27/031—Electronic editing of digitised analogue information signals, e.g. audio or video signals
- G11B27/036—Insert-editing
-
- G—PHYSICS
- G11—INFORMATION STORAGE
- G11B—INFORMATION STORAGE BASED ON RELATIVE MOVEMENT BETWEEN RECORD CARRIER AND TRANSDUCER
- G11B15/00—Driving, starting or stopping record carriers of filamentary or web form; Driving both such record carriers and heads; Guiding such record carriers or containers therefor; Control thereof; Control of operating function
- G11B15/005—Programmed access in sequence to indexed parts of tracks of operating tapes, by driving or guiding the tape
-
- G—PHYSICS
- G11—INFORMATION STORAGE
- G11B—INFORMATION STORAGE BASED ON RELATIVE MOVEMENT BETWEEN RECORD CARRIER AND TRANSDUCER
- G11B20/00—Signal processing not specific to the method of recording or reproducing; Circuits therefor
- G11B20/10—Digital recording or reproducing
- G11B20/10527—Audio or video recording; Data buffering arrangements
-
- G—PHYSICS
- G11—INFORMATION STORAGE
- G11B—INFORMATION STORAGE BASED ON RELATIVE MOVEMENT BETWEEN RECORD CARRIER AND TRANSDUCER
- G11B27/00—Editing; Indexing; Addressing; Timing or synchronising; Monitoring; Measuring tape travel
- G11B27/10—Indexing; Addressing; Timing or synchronising; Measuring tape travel
- G11B27/19—Indexing; Addressing; Timing or synchronising; Measuring tape travel by using information detectable on the record carrier
- G11B27/28—Indexing; Addressing; Timing or synchronising; Measuring tape travel by using information detectable on the record carrier by using information signals recorded by the same method as the main recording
- G11B27/32—Indexing; Addressing; Timing or synchronising; Measuring tape travel by using information detectable on the record carrier by using information signals recorded by the same method as the main recording on separate auxiliary tracks of the same or an auxiliary record carrier
- G11B27/322—Indexing; Addressing; Timing or synchronising; Measuring tape travel by using information detectable on the record carrier by using information signals recorded by the same method as the main recording on separate auxiliary tracks of the same or an auxiliary record carrier used signal is digitally coded
-
- G—PHYSICS
- G11—INFORMATION STORAGE
- G11B—INFORMATION STORAGE BASED ON RELATIVE MOVEMENT BETWEEN RECORD CARRIER AND TRANSDUCER
- G11B27/00—Editing; Indexing; Addressing; Timing or synchronising; Monitoring; Measuring tape travel
- G11B27/10—Indexing; Addressing; Timing or synchronising; Measuring tape travel
- G11B27/19—Indexing; Addressing; Timing or synchronising; Measuring tape travel by using information detectable on the record carrier
- G11B27/28—Indexing; Addressing; Timing or synchronising; Measuring tape travel by using information detectable on the record carrier by using information signals recorded by the same method as the main recording
- G11B27/32—Indexing; Addressing; Timing or synchronising; Measuring tape travel by using information detectable on the record carrier by using information signals recorded by the same method as the main recording on separate auxiliary tracks of the same or an auxiliary record carrier
- G11B27/322—Indexing; Addressing; Timing or synchronising; Measuring tape travel by using information detectable on the record carrier by using information signals recorded by the same method as the main recording on separate auxiliary tracks of the same or an auxiliary record carrier used signal is digitally coded
- G11B27/323—Time code signal, e.g. on a cue track as SMPTE- or EBU-time code
-
- G—PHYSICS
- G11—INFORMATION STORAGE
- G11B—INFORMATION STORAGE BASED ON RELATIVE MOVEMENT BETWEEN RECORD CARRIER AND TRANSDUCER
- G11B2220/00—Record carriers by type
- G11B2220/90—Tape-like record carriers
-
- G—PHYSICS
- G11—INFORMATION STORAGE
- G11B—INFORMATION STORAGE BASED ON RELATIVE MOVEMENT BETWEEN RECORD CARRIER AND TRANSDUCER
- G11B2220/00—Record carriers by type
- G11B2220/90—Tape-like record carriers
- G11B2220/91—Helical scan format, wherein tracks are slightly tilted with respect to tape direction, e.g. VHS, DAT, DVC, AIT or exabyte
- G11B2220/913—Digital audio tape [DAT] format
-
- G—PHYSICS
- G11—INFORMATION STORAGE
- G11B—INFORMATION STORAGE BASED ON RELATIVE MOVEMENT BETWEEN RECORD CARRIER AND TRANSDUCER
- G11B27/00—Editing; Indexing; Addressing; Timing or synchronising; Monitoring; Measuring tape travel
- G11B27/02—Editing, e.g. varying the order of information signals recorded on, or reproduced from, record carriers
- G11B27/031—Electronic editing of digitised analogue information signals, e.g. audio or video signals
- G11B27/032—Electronic editing of digitised analogue information signals, e.g. audio or video signals on tapes
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Multimedia (AREA)
- Signal Processing (AREA)
- Signal Processing For Digital Recording And Reproducing (AREA)
- Management Or Editing Of Information On Record Carriers (AREA)
- Indexing, Searching, Synchronizing, And The Amount Of Synchronization Travel Of Record Carriers (AREA)
Description
1 192854
Inrichting voor het detecteren van een discontinuïteit in een geregistreerd signaal
De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het detecteren van een discontinuïteit in een reeks periodiek optredende, digitaal geformuleerde tijdcode-adressen, die in een spoor op een videoband zijn 5 geregistreerd, welke adressen telkens met een eenheid zijn verhoogd, waarbij de inrichting omvat: - middelen voor het vanaf het spoor weergeven van de tijdcode-adressen; - een telschakeling, die bij elk uitgelezen adres de telwaarde verhoogt; - middelen voor het vergelijken van het laatst vanaf het spoor weergegeven adres met de telwaarde; en - signaleringsmiddelen voor het signaleren van een discrepantie tussen de telwaarde en het adres.
10 Een dergelijke inrichting vormt het onderwerp van de niet-voorgepubliceerde Europese octrooiaanvrage met publikatienummer 0.039.997.
De in deze literatuurplaats beschreven inrichting is ingericht om aan te geven, dat de tijdcodeadressen niet achtereenvolgens variëren op een met de besturingspulsen uniforme wijze. De waarde van het huidige tijdcodeadres en het getelde bandadres op het tijdstip van het detecteren van de discontinuïteit kan worden 15 gebruikt voor het definiëren van de plaats en de grootte van de discontinuïteit.
Aldus is een dergelijke inrichting in eerste instantie bedoeld voor het opsporen van door fouten in de handloop of door andere onregelmatigheden veroorzaakte discontinuïteiten.
Het doel van de onderhavige uitvinding is het verschaffen van een dergelijke inrichting, die bedoeld is voor het opsporen van redactiepunten. Redactiepunten zijn punten op de band of het andere opname-20 medium, waarop tijdens verschillende tijdstippen opgenomen opnamen op elkaar aansluiten. De op deze wijze opgespoorde redactiepunten kunnen worden gebruikt voor het verder herredigeren van het op de band opgenomen signaal.
Dit doel wordt bereikt, doordat de teller aanvankelijk wordt geladen met een vooraf vastgesteld vanaf het spoor weergegeven tijdcode-adres, en dat de signaleringsmiddelen zijn ingericht voor het waarnemen van 25 het optreden van een redactiepunt wanneer twee opeenvolgende, vanaf het spoor weergegeven tijdcode-adressen verschillen van de telwaarde.
Als gevolg van deze maatregelen kan de aanwezigheid van een redactiepunt nauwkeurig worden bepaald.
30 Vervolgens zal de onderhavige uitvinding worden toegelicht aan de hand van de tekening, waarin voorstellen: figuur 1 een schema van de opstelling van opneem- en weergeefomzetters, die gebruikt kunnen worden bij het uitvoeren van een redactiehandeling; figuur 2 een blokschema van een uitvoeringsvorm van het opneemgedeelte voor het opnemen van 35 informatie op het registratiemedium; figuur 3 een blokschema van een uitvoeringsvorm van het weergeefgedeelte; figuur 4 een blokschema van een uitvoeringsvorm van de uitvinding; en figuur 5 een blokschema van een andere uitvoeringsvorm van de uitvinding.
40 Figuur 1 toont schematisch een voorbeeld van de opnemende omzetters of koppen die worden gebruikt voor het opnemen van gedigitaliseerde informatie in de respectievelijke informatiesporen alsmede voor het opnemen van het stuursignaal in het stuurspoor TC. Het stelsel volgens figuur 1 is met name geschikt om informatie opgenomen in één spoor opnieuw op te nemen in een ander spoor en eveneens het elektronisch redigeren mogelijk te maken waarbij informatie uit een afzonderlijke bron, bijvoorbeeld een ander registratie-45 medium, ingeschoven wordt in één of meer gewenste informatiesporen op de invoegpunten. Voor de uitvoering volgens figuur 1 wordt aangenomen dat de magnetische band 1 in de pijlrichting wordt aangedreven.
De koppen uit figuur 1 bestaan uit een stelsel opneemkoppen HR, een stelsel weergeefkoppen HP en een stelsel opneemkoppen HR'. Elk stelsel koppen bestaat uit op één lijn gelegen koppen die gebruikt 50 worden voor het opnemen of weergeven van informatie in de respectievelijke informatiesporen TD alsmede de besturingskop voor het opnemen of weergeven van het stuursignaal in het stuurspoor TC. De opneemkoppen HR omvatten dus verschillende opneemkoppen HR., - HR8 tezamen met de opneemkop HRC voor het stuursignaal, welke alle op één lijn over de breedte van de band 1 gepositioneerd zijn. Aanvullende opneemkoppen HR' omvatten opneemkoppen HR', - HR'8 alsmede de opneemkop HR'C voor het stuur-55 signaal.
De opneemkoppen HR worden gebruikt voor het opnemen van een oorspronkelijke informatie in respectievelijke informatie- en stuursporen van de band t. Deze koppen kunnen bijvoorbeeld worden 192854 2 gebruikt om een oorspronkelijke opname tot stand te brengen. De informatie opgenomen in deze sporen wordt weergegeven door bijbehorende weergeefkoppen HB. Wanneer informatie die opgenomen is in één of meer sporen geredigeerd moet worden, dat wil zeggen dat de informatie gemodificeerd of vervangen moet worden door aanvullende informatie, worden de opneemkoppen HR' selectief bediend om dergelijke 5 aanvullende informatie op te nemen in een passende vorm.
Zoals nog nader wordt beschreven, worden stuursignalen vastgelegd in het stuurspoor wanneer een ”assemblage”-redactieverrichting wordt uitgevoerd, volgens welke nieuwe informatie wordt opgenomen volgens op de voordien opgenomen informatie.
Figuur 2 toont een blokschema van een uitvoeringsvorm volgens de uitvinding voor het vastleggen van 10 gedigitaliseerde informatie in één uit verschillende formaten. Deze gedigitaliseerde informatie kan digitale audiosignalen, bijvoorbeeld PCM geluidssignalen representeren, welke omgezet zijn in digitale vorm overeenkomstig een geselecteerde bemonsteringsfrequentie fs en die selectief benadrukt zijn in een conventioneel benadrukkingscircuit.
Figuur 2 toont voorts een besturingskanaal waarbij het besturingssignaal wordt gevormd, gemoduleerd 15 en vastgelegd in een abonderlijk besturingsspoor TC. Het besturingskanaal is gekoppeld met ingang 4a en voorts met de extra ingangsklemmen 4b en 4c. De ingangsklem 4b kan een bemonsteringsidentificatie-signaal opnemen, dat de betreffende bemonsteringsfrequentie fs, die gebruikt is voor het digitaliseren van de oorspronkelijke analoge ingangsinformatie, identificeert of representeert. Ingang 4c is ingericht om een passend kloksignaal voor het synchroniseren van de werking van het besturingskanaal te ontvangen. Deze 20 ingangsklemmen 4a, 4b en 4c zijn gekoppeld met een besturingssignaalcodeerschakeling 5, die bijvoorbeeld een controlewoordgenerator bevat, die reageert op het formaatbesturingssignaal en het bemonsterings-identificatiesignaal om het eerder genoemde controlewoord bestaande uit de bits C0 - C15 voorts een synchronisatiesignaalgenerator voor het vormen van het voorwoord en het synchronisatiepatroon als reactie op het kloksignaal op de ingang 4c. De besturingssignaalcodeerschakeling bevat een sectoradresgenerator, 25 die bijvoorbeeld een multibit binaire teller kan bevatten. In de besturingssignaalcodeerschakeling 5 is een CRC-woordgenerator opgenomen, die van een bekend type kan zijn en die wordt gevoed met het gevormde controlewoord en het sectoradres om een passend CRC-woord te kunnen vormen.
Het besturingssignaal gevormd door de codeerschakeling 5, wordt gekoppeld met de besturings-registratiekop HRC via een FM-modulator 10 en een versterker 11. Het verdient de voorkeur het besturings-30 signaal als frequentie gemoduleerd signaal vast te leggen teneinde de reproductie en detectie ervan voor alle formaten te vergemakkelijken. Dat wil zeggen, dat zelfs alhoewel de bandsnelheid van het ene formaat ten opzichte van het andere kan verschillen, het frequentie gemoduleerde besturingssignaal nauwkeurig gedetecteerd kan worden.
Alhoewel dit niet getekend is in figuur 2, bevat elk van de codeerschakelingen 3a-3h een informatiesyn-35 chronisatiesignaalgenerator voor het genereren van het informatiesynchronisatiesignaal. Het synchronisatiepatroon wordt gegenereerd door elke codeerschakeling.
De 30-bits teller vormt zowel het sectoradres als het blokadres. De teller kan synchroon met de vorming van elk informatieblok door de codeerschakeling 3a-3h opgehoogd worden. Na vier informatieblokken te hebben gegenereerd herhalen de minst-significante beide bits van de 30-bits teller hun cyclus. Na acht 40 informatieblokken gegenereerd te hebben, worden de drie minst-significante bits van de teller herhaald. Het eerder genoemde blok- en sectoradres wordt dus gevormd door deze 30-bits teller.
Uit het voorgaande zal duidelijk zijn, dat hetzelfde blokadres opgenomen wordt voor elk informatieblok dat opgenomen is in dezelfde relatieve positie in een sectorinterval in elk van de beschikbare aantal informatiesporen. Het eerste informatieblok in alle sporen, ongeacht het formaat, bevat het blokadres (000), 45 het tweede blok in elk van de sporen ongeacht het kanaal waaruit het informatieblok wordt verkregen, bevat het blokadres (001), enz.
De 30-bits teller opgenomen in de codeerschakeling 5 die gebruikt wordt om de sectorblokadressen te vormen, kan worden geïncrementeerd door een kloksignaal, welk signaal een periode heeft gelijk aan een blokperiode en welk signaal synchroon is aan de digitale signalen die geleid worden naar de ingangen 50 2a-2h.
Alhoewel dit niet getekend is, kan elk van de codeerschakelingen 3a-3h een nadrukidentificatiegenerator bevatten voor het vormen van het nadrukidentificatiesignaal FB^Bq.
De tijdsbepaling van de codeerschakelingen is een functie van het formaat dat gebruikt wordt. Een passend tijdsbesturingscircuit bevattende een instelbare klokgenerator kan in elke codeerschakeling worden 55 ondergebracht, waarbij de werking van elk besturingscircuit geregeld wordt of gewijzigd wordt als reactie op het formaatstuursignaal op ingang 4a. De juiste tijdsbepaling van de gecodeerde gedigitaliseerde informatie wordt dus consistent met het gekozen formaat.
3 192854
Figuur 3 toont een blokschema van een weergeefinrichting voor het weergeven van gedigitaliseerde informatie uit sporen op het registratiemedium, welke inrichting compatibel is met elk van de formaten die gebruikt kunnen worden voor het opnemen van informatie. Deze uitvoeringsvorm omvat weergeefkoppen ΗΡ,-ΗΡβ voor het weergeven van de gedigitaliseerde informatie uit de sporen TDrTD8. De koppen PH.,-HP8 5 zijn met demodulatoren 16a-16h gekoppeld over weergeefversterkers 12a-12h en kloksignaalterugwinnende schakelingen 14a-14h. Elk kloksignaalterugwinnend circuit bevat een fasegekoppelde lus voor het genereren van het kloksignaal met een gewenste herhalingsfrequentie, welke fasegekoppelde lus gesynchroniseerd is met bijvoorbeeld de bittijdbepalingsfrequentie of fase van de weergegeven digitale signalen. Het synchronisatiepatroon dat vastgelegd is in de verschillende sporen aan het begin van elk informatieblok kan 10 worden gebruikt voor synchronisatie van de fasegekoppelde lus. De bittijdbepaling of de kloksignalen worden dus ontleend aan de informatie die uit elk spoor weergegeven wordt.
Elke demodulator kan compatibel gemaakt worden met het betreffende type modulatie dat gebruikt is voor de opname van de informatie. Elke demodulator kan dientengevolge selecteerbare demoduleringsscha-kelingen bevatten, welke reageren op een formaatidentificatiesignaal (bijvoorbeeld weergegeven door de 15 stuurbits C0-C15) van het opgenomen stuursignaal om de betreffende demoduleringsschakeling te selecteren.
De demodulatoren 16a-16h zijn gekoppeld met respectievelijke ingangen van de multiplexer 21 via tijdbasisfoutcorrectieschakelingen 22a-22h. De multiplexer 21 wordt gestuurd door een passende besturingseenheid 20, die reageert op een gedecodeerd formaatidentificatiesignaal voor het vaststellen van de 20 passende schakelvolgorde voor de multiplexer. De uitgangen van de multiplexer 21 zijn gekoppeld met de decodeerschakelingen 24a-24h, welke decodeerschakelingen bijvoorbeeld de kruis-verweven foutcorrectie-code kunnen decoderen, welke code gebruikt is voor het opnemen van gedigitaliseerde informatie. De uitgangen van de decodeerschakelingen 24a-24h zijn gekoppeld met respectievelijk de uitgangen 25a-25h, teneinde de oorspronkelijke kanalen gedigitaliseerde informatie CH.,-CHa terug te winnen.
25 De reproductie-apparatuur uit figuur 3 bevat voorts een besturingskanaal voor het terugwinnen van het besturingssignaal, dat vastgelegd was in het besturingsspoor TC. Het besturingskanaal bevat een besturingsreproductiekop HPC die gekoppeld is met een FM-demodulator 17 via een terugspeelversterker 13 en een kloksignaalextraheerschakeling 15, welke gelijk kan zijn aan de circuits 14a-14h. De FM-demodulator kan het besturingssignaal dat in frequentie voorafgaande aan de registratie gedemoduleerd 30 is, demoduleren. Dit gedemoduleerde besturingssignaal wordt dan geleid naar een foutdetectieschakeling 18, bijvoorbeeld een CRC-controleschakeling, die inwerkt op het CRD-codewoord opgenomen in het besturingssignaal voor het detecteren van het feit of een fout in het besturingssignaal aanwezig is, dat wil zeggen, dat het CRC-controlecircuit 18 detecteert of het controlewoord C0-C15 of het sectoradres S0-S27 een fout bevat. Indien geen fout gedetecteerd wordt, wordt het besturingssignaal geleid naar de decodeer-35 schakeling 19 die het controlewoord C0-C15 terugwint alsmede het sectoradres en het synchronisatiepatroon uit het besturingssignaal. Indien echter een fout gedetecteerd is in het gereproduceerde besturingssignaal, wordt een direct voorafgaand controlewoord, dat opgeslagen was om rekening te houden met de mogelijkheid dat het volgende controlesignaal een fout bevat, gebruikt. In dit verband kan een vertragingsschakeling met een vertragingstijd gelijk aan één sectorinterval gebruikt worden in bijvoorbeeld de decodeerschakeling 40 19.
Het teruggewonnen controlewoord C0-C15 wordt aan de besturingseenheid 20 geleid om het betreffende schakelstelsel tot stand te brengen door middel waarvan de gedigitaliseerde informatie die gerepresenteerd wordt uit de sporen TD.,-TD8 herverdeeld of hervervormd wordt naar de passende kanalen.
De weergeefinrichting volgens figuur 3 wint bij voorkeur de oorspronkelijk gedigitaliseerde informatie 45 terug, welke informatie dan wordt geleid naar een passende omzetschakeling voor het omzetten van de digitale signalen in hun oorspronkelijke analoge vorm. Indien bijvoorbeeld de getekende inrichting wordt gebruikt als een zogenaamde PCM-geluidsopneeminrichting, heeft de gedigitaliseerde informatie aan de uitgangen van de decodeerschakelingen 24a-24h de vorm van PCM-signalen en wordt elk PCM-signaal omgezet in een corresponderend analoog niveau teneinde het oorspronkelijke analoge geluidssignaal 50 opnieuw te vormen.
De decodeerschakeling 19 wint eveneens het besturingssynchronisatiesignaal terug alsmede het sectoradres S0-S27 dat deel uitmaakt van elk weergegeven stuursignaal. Dit besturingssynchronisatiesignaal, hetwelk een herhalingsfrequentie heeft die wordt bepaald door het sectorinterval, wordt geleid naar een servoschakeling voor de bandaandrijfrol om de besturing over die rol te regelen, zodanig, dat de band 55 uniform gedurende de weergave wordt aangedreven. Het sectoradres wordt gebruikt om een bepaald sectorinterval te identificeren waarin een gewenst informatieblok is opgenomen, waardoor nauwkeurig bepaalde inprik- of afbreekpunten bereikt kunnen worden met het oog op het redigeren. Het sectoradres kan 192854 4 eveneens worden gebruikt om de gewenste informatie te lokaliseren die opgenomen is in één of meer sporen TD^TDe. Zoals nog nader wordt beschreven wordt het sectoradres gebruikt om het redactiepunt te detecteren, bijvoorbeeld een voegredactiepunt op het registratiemedium.
Zoals in het voorgaande is vermeld wordt het sectoradres S0-S27 gebruikt voor het detecteren van de 5 aanwezigheid van een verbindingsredactiepunt op het registratiemedium. Wanneer het registratiemedium een magnetische band is, kunnen, zoals gebruikelijk is in analoge geluidsregistratietechnieken, twee afzonderlijke banden worden verbonden of verenigd zodanig, dat de informatie die vastgelegd is op de ene band kan volgen op de informatie die voordien op de andere band opgenomen is. Een dergelijke verbindend redigeren kan met voordeel toegepast worden in digitale geluidsopnamen en de onderhavige uitvinding 10 verschaft een relatief eenvoudige maar toch nauwkeurige methode volgens welke de plaats van het verbindingsredactiepunt tussen twee banden vastgelegd kan worden. Wanneer eenmaal dit punt is vastgesteld, kan een relatief ongemerkte overgang tussen de informatie op de respectievelijke banden worden verkregen, zoals beschreven is in de Nederlandse octrooiaanvragen 8000595 en 8005604. De decodeerschakeling 19 bevat bij voorkeur middelen waarmede dit verbindingsredactiepunt wordt gedetec-15 teerd. Figuur 4 toont een blokschema van deze inrichting.
De getekende verbindingsredactiepuntdetector bestaat uit een adresscheider, een vooraf instelbare teller 28, een vergelijkingsschakeling 27, een vertragingsschakeling 36 en een coïncidentiedetector of EN-poort 37. De adresscheider 26 wordt gevoed met het stuursignaal uit het besturingsspoor via de weergeefkop HPC, welk stuursignaal gedemoduleerd is in de demodulator 17 en onderworpen is aan foutdetectie in de 20 CRC-controleschakeling 18. De adresscheider kan een poortschakeling omvatten voor het scheiden van het sectoradres (ook het adressignaal genoemd) S0-S27 van het weergegeven stuursignaal. De poortschakeling kan bijvoorbeeld in werking worden gesteld op een vooraf vastgesteld tijdstip volgend op de detectie van het synchronisatiepatroon dat aanwezig is aan het begin van het stuursignaal. Het afgescheiden adressignaal kan naar andere niet-getekende schakelingen worden geleid om andere functies uit te voeren en aanvullend 25 daaraan kan dit afgescheiden adressignaal worden geleid naar de vergelijkingsschakeling 27 en tevens naar een teller 28. De teller 28 is een vooraf instelbare teller met een ingang, een klokaansluiting, een belastings-aansluiting en uitgangsklemmen, De ingang van de teller 28 wordt gevoed met het afgescheiden adressignaal en de teller kan vooraf ingesteld of geladen worden met dit adressignaal in reactie op een belastingssignaal op de belastingsaansluiting. De belastingsaansluiting van de teller 28 is, zoals is 30 getekend, gekoppeld met de uitgang van de EN-poort 37.
De klokingang van de teller 28 is met een bron voor kloksignalen 29 gekoppeld, welke signalen ontleend worden aan bijvoorbeeld de kloksignaalontleningsschakeling 15 (zie figuur 3). De klokaansluiting van de teller wordt gevoed met klokpulsen met een herhalingsfrequentie die gelijk is aan de frequentie waarmee elk sectorinterval weergegeven wordt van de magnetische band.
35 De telling van de teller 28 kan meteen worden opgehoogd als reactie op elke klokpuls op de klokaansluiting. De klokpulsen worden eveneens naar de vertragingsschakeling 36 geleid.
De uitgangsklemmen van de teller 28 zijn met de vergelijkingsschakeling 27 gekoppeld. De vergelijkingsschakeling kan het afgescheiden adressignaal dat weergegeven wordt met elk sectorinterval van de magnetische band vergelijken met de telling in de teller 28. De telling in de teller 28 correspondeert met een 40 "voorspelbaar” adres, dat wil zeggen het adres dat verwacht kan worden te worden gereproduceerd bij elk sectorinterval van de magnetische band. De vergelijkingsschakeling 27 vormt een uitgangssignaal in het geval dat het weergegeven adressignaal verschilt van het voorspelde signaal of verwachte adressignaal. In dit geval wordt aangenomen dat het uitgangssignaal dat gevormd wordt door dat de vergelijkingsschakeling een binaire ”1” is.
45 De uitgang van de vergelijkingsschakeling 27 is door een EN-poort 35 met de vertragingsschakeling 36 gekoppeld. De EN-poort bevat een tweede ingang die met een klem 33 via een inverter 34 is gekoppeld. De klem 33 wordt gevoed met een binaire ”0” in het geval de CRC-controle schakeling 18 (figuur 3) de afwezigheid van een fout in het weergegeven stuursignaal detecteert. In het geval van een gedetecteerde fout wordt een binaire "1” naar de klem 33 geleid. Door middel van de inverter 34 wordt de EN-poort 35 50 alleen vrijgegeven indien het weergegeven stuursignaal vrij van fouten is. In de afwezigheid van een gedetecteerde fout in het stuursignaal kan worden aangenomen, dat het weergegeven adressignaal juist is.
De vertragingsschakeling 36 kan een vooraf vastgestelde vertraging verlenen aan de uitgang die door de vergelijkingsschakeling 27 wordt gevormd en welke uitgang gepoort wordt wanneer de EN-poort 35 vrijgegeven is. De aan dit uitgangssignaal door de vertragingsschakeling 36 verleende vertraging is gelijk 55 aan de periode die opeenvolgende van de weergegeven adressignalen scheidt. De vertragingsschakeling 36 verleent een vertraging gelijk aan één sectorinterval aan het uitgangssignaal dat weergegeven wordt in de vergelijkingsschakeling 27. Dit uitgangssignaal gevormd door de vergelijkingsschakeling 27 representeert 5 192854 een discontinuïteit in het weergegeven adressignaal, welke discontinuïteit indicatief is voor een redactie-verbindingspunt. De vertragingsschakeling 36 fungeert dus om een redactieverbindingspuntindicatie op te slaan gedurende een periode die gelijk is aan één sectorinterval. De vertragingsschakeling 36 kan dus als een schuifregister, een vertragingslijn of een andere vertragingsschakeling uitgevoerd zijn.
5 De uitgang van de vertragingsschakeling 36 en de uitgang van de EN-poort 35 zijn gekoppeld met respectievelijke ingangen van een EN-poort 37, die een redactieverbindingspuntindicatie vormt in het geval dat de vertraagde uitgang van de vergelijkingsschakeling 27 alsmede de niet vertraagde uitgang daarvan samenvallen. Deze redactieverbindingspuntindicatie wordt alleen gevormd indien twee opeenvolgende gereproduceerde adressignalen verschillen van twee opeenvolgende voorspelbare adressignalen. Dit 10 voorkomt een te vroege indicatie van een redactieverbindingspunt in het geval dat een gestoord adressignaal weergegeven wordt of een gestoord voorspeld adressignaal wordt gegenereerd zelfs indien de CRC-controleschakeling 18 nalaat een fout in het weergegeven stuursignaal te detecteren. Elk gewenst aantal opeenvolgende misvergelijkingen tussen de weergegeven en voorspelde adressignalen kunnen als alternatief gebruikt worden om een foutieve indicatie van het redactieverbindingspunt te voorkomen.
15 Figuur 4 toont eveneens de uitgangsklemmen van de teller 28 die via een vertragingsschakeling 30 en een schakelcircuit 31 gekoppeld zijn met de besturingsregistratiekop HR'C via de opneemversterker 32. De vertragingsschakeling 30 kan een soortgelijke constructie hebben als de vertragingsschakeling 36 teneinde het voorspelde adressignaal dat gevormd wordt door de teller 28 te vertragen met een periode gelijk aan één sectorinterval. In het geval dat het voorspelde adressignaal moet worden opgenomen in het stuurspoor, 20 dus wanneer een assemblageredactieverrichting wordt uitgevoerd, wordt het schakelcircuit 31 bediend teneinde het vertraagde voorspelde adressignaal te koppelen met de opneemkop.
De wijze waarop de redactieverbindingspuntdetector uit figuur 4 fungeert zal in het volgende worden beschreven. Wanneer de magnetische band tijdens het weergeven wordt aangedreven, wordt het stuursignaal in het spoor TC weergegeven door de weergeefkop HPC uit figuur 3. Door de klokontlenings-25 schakeling 15 worden klokpulsen gegenereerd die gesynchroniseerd worden met de frequentie waarmee elk sectorinterval wordt weergegeven. De klokpulsen kunnen worden gesynchroniseerd met het synchronisatie-patroon dat elk stuursignaal voorafgaat. Deze klokpulsen worden geleid naar de klokaansluiting 29 en worden dus met de klokingang van de teller 28 en ook met de vertragingsschakeling 36 gekoppeld.
Wanneer we aannemen dat het weergegeven stuursignaal foutvrij is, zal de CRC-controleschakeling 18 30 de afwezigheid van een fout in het stuursignaal detecteren. Dientengevolge wordt de binaire ”0” geleid naar de schakeling 18 op de kiem 33. De binaire "0" wordt door een inverter 34 geïnverteerd om de EN-poort 35 vrij te geven.
Het weergegeven stuursignaal wordt bovendien geleid naar de adresscheidingsschakeling 26 en het weergegeven adressignaal opgenomen in het stuursignaal wordt daarvan gescheiden en geleid naar de 35 vergelijkingsschakeling 27.
Aangenomen wordt dat een eerste weergegeven adres voordien in teller 28 is geladen. Deze teller is vooraf ingesteld met dit weergegeven adressignaal. Wanneer een volgend sectorinterval wordt weergegeven wordt deze vooraf ingestelde telling verhoogd door de klokpulsen afkomstig van de klokaansluiting 29 naar de klokingang van de teller. Wanneer bijvoorbeeld de teller 28 ingesteld is met een beginadressignaal 40 corresponderend met adres 65 op het moment dat het adres 65 wordt weergegeven van de magnetische band, dan zal, wanneer het volgende sectorinterval wordt weergegeven, de telling in teller 28 verhoogd worden met het vooraf voorspelbare adres 66. Wanneer het daarop volgende sectorinterval wordt weergegeven, komt dit voorspelbare adres op 67. Deze ophoging gaat door bij elke weergave van een sectorinterval.
45 Er kan verwacht worden dat het voorspelbare adres dat opgehoogd is van één weergegeven sectorinterval naar het volgende gelijk zal zijn aan het adressignaal dat tijdens die sectorintervallen weergegeven wordt. Wanneer het vooraf ingestelde adres in teller 28 opgehoogd wordt tot 66, zal het adres dat feitelijk weergegeven wordt van de magnetische band eveneens adres 66 zijn. De vergelijkingsschakeling 27 vormt dus een binaire ”0” dat een indicatie is van deze vergelijking. Bij de weergave van het daarop volgende 50 sectorinterval wordt de teller 28 opgehoogd voor het vormen van een adres 67 en zal het weergegeven adres eveneens 67 zijn hetgeen resulteert in een volgende binaire ”0” vanuit vergelijkingsschakeling 27. Wanneer dus elk opeenvolgend sectorinterval wordt weergegeven kan worden verwacht dat het adressignaal van de band gelijk zal zijn aan het voorspelde adres dat gevormd wordt door de teller 28.
Thans wordt aangenomen dat het redactieverbindingspunt op de band wordt bereikt. Het volgende adres 55 dat stroomopwaarts van dit redactiepunt wordt vastgelegd zal in het algemeen aanzienlijk verschillen van het adres dat stroomafwaarts van dat punt is opgenomen. Er wordt dus een discontinuïteit over het redactieverbindingspunt waargenomen. Overeenkomstig het voorgaande numerieke voorbeeld wordt 192854 6 aangenomen dat het laatste adres dat opgenomen wordt direct stroomopwaarts van het betreffende redactieverbindingspunt het adres 75 is, en dat het daarop volgende adres stroomafwaarts van het redactiepunt bijvoorbeeld adres 160 is. Wanneer adres 275 weergegeven wordt van de band kan worden verwacht dat dit overeenkomt met het voorspelde adres 75 gevormd door de teller 28. Wanneer dan het 5 daarop volgende adres 160 is, zal de teller 28 ondertussen zijn opgehoogd tot het voorspelde adres 76. De vergelijkingsschakeling 27 detecteert derhalve het verschil tussen het weergegeven en het voorspelde adres en vormt een binaire ”1 ” aan de uitgang. Indien EN-poort 35 is vrijgegeven (dat wil zeggen het stuursignaal dat weergegeven wordt van de magnetische band vrij van fouten) zal de binaire ”1” uit de vergelijkingsschakeling 27 door de EN-poort 35 gaan als het redactiepuntindicatiesignaal, hetwelk wordt geleid naar de 10 vertragingsschakeling 36 waar het wordt opgeslagen of vertraagd gedurende een periode gelijk aan de tijd die nodig is voor het weergeven van één sectorinterval van de band.
Wanneer het daarop volgende sectorinterval wordt gevormd wordt de teller 28 opgehoogd om het voorspelde adres 77 te vormen. Het adressignaal dat van de magnetische band tijdens dit sectorinterval komt is adres 161. De vergelijkingsschakeling 27 neemt het verschil tussen het weergegeven en het 15 voorspelde adres waar en vormt een volgende binaire ”1” aan de uitgang. Op dit ogenblik wordt het voortgaande binaire ”1” verbindingspuntindicatiesignaal dat geleid is naar de vertragingsschakeling 36 gevormd aan de uitgang van deze schakeling en valt derhalve samen met het momentaan verkregen binaire ”1” redactiepuntindicatiesignaal dat thans door een vergelijkingsschakeling wordt gevormd. De EN-poort 37 neemt deze gelijkheid waar en vormt op de uitgang 38 een binaire ”1 ” redactiepuntsignaal. Dit redactiepunt-20 signaal wordt eveneens als laadsignaal gebruikt en wordt geleid naar de laadaansluiting van de teller 28 waardoor de teller wordt geladen of ingesteld op het weergegeven adressignaal dat thans aan de ingang staat. De teller 28 wordt dus ingesteld op adres 161. Wanneer het daarop volgende sectorinterval door de band wordt weergegeven wordt de telling in de teller 28 opgehoogd teneinde het voorspelde adres 162 te vormen. Het adressignaal dat dan van de band komt zal het adres 162 zijn. Daarna worden de eerder 25 beschreven verrichtingen zoals de vergelijking tussen het weergegeven en het voorspelde adressignaal herhaald.
De inrichting uit figuur 4 vormt eveneens nieuwe adressen die op de magnetische band worden vastgelegd. In een assemblageredactieverrichting bijvoorbeeld, waarin nieuwe informatie opgenomen wordt volgend op voordien opgenomen informatie kunnen de opeenvolgende voorspelde adressen gevormd door 30 de teller 28 opgenomen in corresponderende sectorintervallen in overeenstemming met de nieuw opgenomen informatie door het sluiten van schakelaar 31. De vertraging van één sectorinterval verkregen door de schakeling 30 dient om te waarborgen dat het juiste adressignaal in het juiste sectorinterval wordt opgenomen. De opname van het sectoradres gaat gepaard aan het opnemen van het synchronisatiesignaal en het besturingswoord. Het zal duidelijk zijn dat de inrichting waarmee dit stuursignaal wordt opgenomen gelijk is 35 aan die welke is opgenomen in de codeerschakeling 5 (figuur 2).
In de inrichting uit figuur 4 wordt de detectie van een verbindingspunt verkregen op de uitgang 38 nadat twee opeenvolgende weergegeven adressignalen verschillen van twee opeenvolgende voorspelde adressignalen. Dit redactiepuntdetectiesignaal kan als alternatief worden gevormd na elk vooraf vastgesteld aantal weergegeven adressignalen die verschillen van de betreffende voorspelde adressignalen. Het 40 verdient de voorkeur ten minste twee opeenvolgende verschillen tussen de weergegeven en voorspelde adressignalen waar te nemen teneinde een foutieve of gestoorde redactiepuntredactie te minimaliseren.
In de aanwezigheid van een redactieverbindingspunt is er dus een zeer lage waarschijnlijkheid dat twee opeenvolgende adressignalen continu zijn, dat wil zeggen dat ze met één zullen verschillen. Met het oog op deze lage waarschijnlijkheid kunnen derhalve de vergelijkingsschakeling 27 en de teller 28 worden 45 vereenvoudigd tot een capaciteit van minder dan 28 bits. Een vooraf vastgesteld aantal lagere ordebits van het weergegeven adres kunnen dus worden onderzocht en vergeleken met een soortgelijk aantal bits die het voorspelde adres vormen teneinde een discontinuïteit in het weergegeven adres vast te stellen waardoor het optreden van een redactieverbindingspunt wordt aangegeven. Door het vrijgaan van de EN-poort 35 alleen wanneer het weergegeven stuursignaal foutvrij wordt geacht, wordt de mogelijkheid van 50 het onjuist waarnemen van een discontinue tijd in het weergegeven adressignaal tengevolge van bijvoorbeeld een daarin optredende fout aanzienlijk verkleind.
Figuur 5 toont een andere uitvoeringsvorm van de redactieverbindingspuntdetector volgens de uitvinding. In deze uitvoering wordt het verbindingspunt dat opeenvolgende adressignalen stroomopwaarts van dat punt scheidt van opeenvolgende adressignalen stroomafwaarts daarvan waargenomen. Delen van de uitvoering 55 uit figuur 5 zijn soortgelijk aan de overeenkomstig aangegeven delen uit figuur 4. De uitvoering volgens figuur 5 verschilt echter van die volgens figuur 4 doordat de vertragingsschakeling 39, een opteller 40, een vergelijkingsschakeling 41 en een inverter 42 aanwezig zijn. De vertragingsschakeling 39 kan soortgelijk zijn 7 192854 aan de vertragingsschakeling 36 en is gekoppeld met de adresscheider 26 om het weergegeven adressignaal met één sectorinterval te vertragen. De uitgang van de vertragingsschakeling 39 is met de opteller 40 gekoppeld, welke weer is ingericht om het vertraagde weergegeven adressignaal met één te verhogen. De uitgang van de teller 40 is gekoppeld met de ingang van de vergelijkingsschakeling 41 waarvan de 5 andere ingang verbonden is met de adresscheider 26 teneinde het weergegeven adressignaal met het opgehoogde vertraagde adressignaal te vergelijken. Het opgehoogde vertraagde adressignaal aan de uitgang van de opteller 40 representeert het volgende te verwachten adres dat weergegeven wordt van de band.
De vergelijkingsschakeling 41 kan een binaire ”0” vormen wanneer het weergegeven adressignaal gelijk 10 is aan het verwachte adressignaal en derhalve een binaire ”1” vormen wanneer deze adressignalen verschillen. De inverter 42 inverteert de uitgang van de vergelijkingsschakeling 41 en leidt deze geïnverteerde uitgang naar een ingang van de EN-poort 35, welke een andere ingang bezit die is gekoppeld met de uitgang van de vergelijkingsschakeling 27 (evenals bij de uitvoering van figuur 4) terwijl een derde ingang met de klem 33 via de inverter 34 is gekoppeld teneinde een vrijgeefsignaal te ontvangen wanneer 15 de CRC-controleschakeling 18 (figuur 3) geen fout in het weergegeven stuursignaal waarneemt.
De vergelijkingsschakeling 27 en de teller 28 functioneren op dezelfde wijze als in het voorgaande besproken is. De teller 28 wordt dus geladen of ingesteld met een beginadres en dit adres wordt meteen opgehoogd synchroon aan het weergeven van opeenvolgende sectorintervallen voor het verkrijgen van de opeenvolgende voorspelde adressen. De vergelijkingsschakeling 27 vergelijkt elk weergegeven adressignaal 20 met een voorspeld adressignaal om een discontinuïteit waar te nemen. In het geval van een dergelijke discontinuïteit wanneer dus het weergegeven adressignaal van het voorspelde verschilt, wordt door de vergelijkingsschakeling 27 een binaire ”1 ” naar de EN-poort 35 geleid.
De vertragingsschakeling 39 en de opteller 40 werken samen voor het vormen van het volgende te verwachten adressignaal afhankelijk van het adressignaal dat van de band is gekomen. Consistent met het 25 boven beschreven numerieke voorbeeld wordt indien adres 66 van de band wordt weergegeven dit adres met één sectorinterval in de schakeling 39 vertraagd en dan tot adres 67 door de opteller 40 opgehoogd. Dit vertraagde opgehoogde adres gaat naar de vergelijkingsschakeling 41 op hetzelfde tijdstip dat het volgende adressignaal van de band komt. Te verwachten valt dat dit volgende weergegeven adres adres 67 zal zijn. Aangezien dit weergegeven adres wordt vergeleken met het volgende te verwachten adres aan de uitgang 30 van de opteller 40, vormt de vergelijkingsschakeling 41 een binaire ”0” die door de inverter 42 wordt geïnverteerd voor het vrijgeven van de EN-poort 35.
Het weergegeven adres 67 wordt in de vertragingsschakeling 39 vertraagd en door de opteller opgehoogd voor het vormen van het volgende te verwachten adres 68. Indien het volgende weergegeven adres gelijk is aan 68 zal de vergelijkingsschakeling 41 opnieuw een binaire ”0” vormen om de EN-poort 35 vrij te 35 geven.
Alhoewel de vergelijkingsschakeling 41 een binaire "0" vormt omdat het weergegeven adres gelijk is aan het volgende te verwachten adres vormt de vergelijkingsschakeling 27 eveneens een binaire ”0” omdat het weergegeven adres gelijk is aan het voorspelde adres uit de teller 28. Deze binaire ”0” gevormd door de vergelijkingsschakeling 27 dient om te voorkomen dat de EN-poort 35 het redactiepuntdetectiesignaal vormt. 40 Aangenomen wordt dat evenals in het voorgaande voorbeeld adres 75 van de band komt. Op het tijdstip dat dit adres wordt weergegeven is het voorspelde adres in de teller 28 eveneens 75. Aangezien het direct voorgaande adres 74 was zal het volgende te verwachten adres dat wordt gevormd door de opteller 40 gelijk zijn aan 75. De vergelijkingsschakelingen 27 en 41 vormen dus beide een binaire ”0”. Het volgende adres van de band zal, zo wordt aangenomen, het adres 160 zijn, hetgeen direct stroomafwaarts van het 45 redactieverbindingspunt ligt. Op het tijdstip dat dit adres wordt weergegeven, is het voorspelde adres uit de teller 28 gelijk aan het adres 76 en is het volgende te verwachten adres dat gevormd wordt door de opteller 40 eveneens gelijk aan adres 76. Aangezien het adressignaal dat van de band komt niet gelijk is aan het voorspelde adres en evenmin aan het volgende te verwachten adres, zullen beide vergelijkingsschakelingen 27 en 41 een binaire ”1” vormen. De inverter 42 inverteert deze binaire ”1” om te voorkomen dat de 50 EN-poort 35 op dit tijdstip het redactieverbindingspuntdetectiesignaal vormt.
Het adressignaal dat weergegeven wordt van de band in het volgende sectorinterval zal adres 161 zijn. Het voorgaande adres 160 is in de vertragingsschakeling 39 vertraagd en door de opteller 40 opgehoogd voor het vormen van het volgende te verwachten adres 161. Het feitelijk weergegeven adressignaal is dus gelijk aan het volgende te verwachten adressignaal. De vergelijkingsschakeling 41 wordt dus weer een 55 binaire ”0”. Het voorspelde signaal uit de teller 28 zal echter gelijk zijn aan adres 77. Aangezien het weergegeven adres 161 van dit voorspelde adres verschilt geeft de vergelijkingsschakeling 27 een binaire "1" af aan de EN-poort 35, welke poort nu wordt gevoed met een binaire ”1” op elke ingang en aan de
Claims (3)
1. Inrichting voor het detecteren van een discontinuïteit in een reeks periodiek optredende, digitaal 20 geformuleerde tijdcode-adressen, die in een spoor op een videoband zijn geregistreerd, welke adressen telkens met een eenheid zijn verhoogd, waarbij de inrichting omvat: - middelen voor het vanaf het spoor weergeven van de tijdcode-adressen: - een telschakeling, die bij elk uitgelezen adres de telwaarde verhoogt; - middelen voor het vergelijken van het laatst vanaf het spoor weergegeven adres met de telwaarde; en 25. signaleringsmiddelen voor het signaleren van een discrepantie tussen de telwaarde en het adres, met het kenmerk, dat de teller (28) aanvankelijk wordt geladen met een vooraf vastgesteld vanaf het spoor weergegeven tijdcode-adres, en dat de signaleringsmiddelen (36, 37, 39, 40, 41) zijn ingericht voor het waarnemen van het optreden van een redactiepunt wanneer twee opeenvolgende, vanaf het spoor weergegeven tijdcode-adressen verschillen van de telwaarde.
2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de signaleringsmiddelen omvatten: - een vertragingsschakeling (36), voor het vertragen van het weergegeven adressignaal met één interval; - een ophoogschakeling (40) voor het ophogen van het vertraagde weergegeven adressignaal om het volgende adressignaal te vormen; - een eerste vergelijkingsschakeling (41) voor het vergelijken van het volgende te verwachten adres-35 signaal met het weergegeven adressignaal om te indiceren wanneer het weergegeven adressignaal correspondeert met het volgende te verwachten adressignaal; - een tweede vergelijkingsschakeling (27) voor het vergelijken van het voorspelde adressignaal met het weergegeven adressignaal om aan te geven wanneer het weergegeven adressignaal van het voorspelde adressignaal verschilt; en 40. een waarneemorgaan (42, 35) voor het waarnemen van het redactiepunt wanneer het weergegeven adressignaal correspondeert met het volgende verwachte adressignaal, maar verschilt van het voorspelde adressignaal.
3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat in het spoor een foutdetectiecode is opgenomen en dat de inrichting een foutdetector (18) omvat om vast te stellen of het weergegeven stuursignaal vrij is 45 van fouten, en een scheidingsschakeling omvat voor het scheiden van het adressignaal van het stuursignaal, welke detector (27, 35, 36, 37) is ingericht om een redactiepunt aan te geven wanneer het weergegeven stuursignaal foutloos is. Hierbij 3 bladen tekening
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
JP10966480A JPS5736476A (en) | 1980-08-08 | 1980-08-08 | Pcm signal recorder and reproducer |
JP10966480 | 1980-08-08 |
Publications (3)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL8103749A NL8103749A (nl) | 1982-03-01 |
NL192854B NL192854B (nl) | 1997-11-03 |
NL192854C true NL192854C (nl) | 1998-03-04 |
Family
ID=14516028
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL8103749A NL192854C (nl) | 1980-08-08 | 1981-08-10 | Inrichting voor het detecteren van een discontinuïteit in een geregistreerd signaal. |
Country Status (18)
Country | Link |
---|---|
US (1) | US4466029A (nl) |
JP (1) | JPS5736476A (nl) |
AT (1) | AT376507B (nl) |
AU (1) | AU544905B2 (nl) |
BE (1) | BE889911A (nl) |
BR (1) | BR8105110A (nl) |
CA (1) | CA1181166A (nl) |
CH (1) | CH648141A5 (nl) |
DE (1) | DE3131413A1 (nl) |
ES (1) | ES504634A0 (nl) |
FR (1) | FR2488433B1 (nl) |
GB (1) | GB2081957B (nl) |
IT (1) | IT1137860B (nl) |
MX (1) | MX149854A (nl) |
NL (1) | NL192854C (nl) |
SE (1) | SE451644B (nl) |
SU (1) | SU1176858A3 (nl) |
ZA (1) | ZA815385B (nl) |
Families Citing this family (34)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
JPS58139354A (ja) * | 1982-02-15 | 1983-08-18 | Sony Corp | デイジタル信号記録再生装置 |
JPH0656708B2 (ja) * | 1982-03-02 | 1994-07-27 | ソニー株式会社 | タイムコ−ド読取装置 |
JPS58161115A (ja) * | 1982-03-18 | 1983-09-24 | Matsushita Electric Ind Co Ltd | デイジタル録音再生装置 |
JPS59140738A (ja) * | 1983-01-31 | 1984-08-13 | Sony Corp | Pcm信号の処理装置 |
JPS59217254A (ja) * | 1983-05-23 | 1984-12-07 | Nec Corp | Vtrの調相装置 |
JPS609287A (ja) * | 1983-06-29 | 1985-01-18 | Fuji Photo Film Co Ltd | 映像記録装置のカツト制御装置 |
US4586093A (en) * | 1983-07-21 | 1986-04-29 | Sony Corporation | Method and apparatus for synchronizing playback of tapes recorded in different formats |
GB8323112D0 (en) * | 1983-08-26 | 1983-09-28 | British Broadcasting Corp | Recording of digital data |
JP2640342B2 (ja) * | 1986-07-28 | 1997-08-13 | 三菱電機株式会社 | Pcm記録再生装置及びpcm再生装置 |
EP0323119B1 (en) * | 1987-12-29 | 1994-07-20 | Sony Corporation | Method for transmitting digital data |
US4956806A (en) * | 1988-07-12 | 1990-09-11 | International Business Machines Corporation | Method and apparatus for editing source files of differing data formats using an edit tracking file |
JPH02289951A (ja) * | 1989-02-08 | 1990-11-29 | Sanyo Electric Co Ltd | キュー信号の記録方法及び検出装置 |
US5172363A (en) * | 1989-04-13 | 1992-12-15 | Philip Greenspun | Method and apparatus for automatic recording of marker during information recording |
US5018027A (en) * | 1989-05-10 | 1991-05-21 | Gse, Inc. | Method of and means for providing information to edit a video tape |
JP2969782B2 (ja) * | 1990-05-09 | 1999-11-02 | ソニー株式会社 | 符号化データ編集方法及び符号化データ編集装置 |
US5162954A (en) * | 1990-07-31 | 1992-11-10 | Seagate Technology Inc. | Apparatus for generating an index pulse in a data storage system |
JPH04209384A (ja) * | 1990-11-30 | 1992-07-30 | Sharp Corp | 磁気テープ記録/再生装置 |
EP0501621A3 (en) * | 1991-02-26 | 1994-07-06 | Hewlett Packard Co | Address prediction and verification for burst cycle data reads |
US5615222A (en) * | 1994-02-04 | 1997-03-25 | Pacific Communication Sciences, Inc. | ADPCM coding and decoding techniques for personal communication systems |
DE4410279C1 (de) * | 1994-03-24 | 1995-06-14 | Sonopress Prod | Verfahren und Vorrichtung zum Prüfen der Schnittstellenlage von in Kassetten konfektionierten Magnetbändern |
US6151366A (en) * | 1998-04-17 | 2000-11-21 | Advanced Microdevices, Inc. | Method and apparatus for modulating signals |
JP3989665B2 (ja) * | 2000-03-03 | 2007-10-10 | 株式会社リコー | 光情報記録媒体 |
JP2003529877A (ja) * | 2000-04-05 | 2003-10-07 | ソニー・ユナイテッド・キングダム・リミテッド | 識別、記録及び再生情報システム |
GB2361130A (en) * | 2000-04-05 | 2001-10-10 | Sony Uk Ltd | Identifying video and/or audio material |
US6614729B2 (en) * | 2000-09-26 | 2003-09-02 | David D. Griner | System and method of creating digital recordings of live performances |
US20050192820A1 (en) * | 2004-02-27 | 2005-09-01 | Simon Steven G. | Method and apparatus for creating and distributing recordings of events |
US10079661B2 (en) * | 2015-09-16 | 2018-09-18 | At&T Intellectual Property I, L.P. | Method and apparatus for use with a radio distributed antenna system having a clock reference |
US10051629B2 (en) | 2015-09-16 | 2018-08-14 | At&T Intellectual Property I, L.P. | Method and apparatus for use with a radio distributed antenna system having an in-band reference signal |
US9705571B2 (en) | 2015-09-16 | 2017-07-11 | At&T Intellectual Property I, L.P. | Method and apparatus for use with a radio distributed antenna system |
US10009901B2 (en) | 2015-09-16 | 2018-06-26 | At&T Intellectual Property I, L.P. | Method, apparatus, and computer-readable storage medium for managing utilization of wireless resources between base stations |
US10136434B2 (en) | 2015-09-16 | 2018-11-20 | At&T Intellectual Property I, L.P. | Method and apparatus for use with a radio distributed antenna system having an ultra-wideband control channel |
US10009063B2 (en) | 2015-09-16 | 2018-06-26 | At&T Intellectual Property I, L.P. | Method and apparatus for use with a radio distributed antenna system having an out-of-band reference signal |
CA3025403A1 (en) * | 2016-06-10 | 2017-12-14 | At&T Intellectual Property I, L.P. | Method and apparatus for use with a radio distributed antenna system having a clock reference |
CA3025664A1 (en) * | 2016-06-10 | 2017-12-14 | At&T Intellectual Property I, L.P. | Method and apparatus for use with a radio distributed antenna system having an in-band reference signal |
Family Cites Families (10)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US3714382A (en) * | 1970-12-02 | 1973-01-30 | Sykes Datatronics Inc | Method and system for bidirectional search and positioning magnetic recording tape using a reel turn sensor controlled coarse positioning |
US3727203A (en) * | 1972-03-01 | 1973-04-10 | E Crossman | Address comparator with time interval matching transport characteristics |
JPS5143065B2 (nl) * | 1972-06-30 | 1976-11-19 | ||
JPS54139406A (en) * | 1978-04-21 | 1979-10-29 | Sony Corp | Digital signal transmission method |
DE2944405A1 (de) * | 1978-11-01 | 1980-05-22 | Minnesota Mining & Mfg | Verfahren und anordnung zum schneiden bzw. montieren digital aufgezeichneter nf-signale |
GB2034954B (en) * | 1978-11-20 | 1983-09-01 | Tsubishi Denki Kk Pcm | Recording and reproduction system |
JPS55101175A (en) * | 1979-01-05 | 1980-08-01 | Sony Corp | Pcm signal reproducing device |
JPS5616979A (en) * | 1979-07-19 | 1981-02-18 | Sony Corp | Signal reproducting unit |
US4423441A (en) * | 1979-08-30 | 1983-12-27 | Mitsubishi Denki Kabushiki Kaisha | PCM Record reproducer |
US4340916A (en) * | 1980-04-11 | 1982-07-20 | Sony Corporation | Apparatus and method for detecting discontinuities in time code addresses |
-
1980
- 1980-08-08 JP JP10966480A patent/JPS5736476A/ja active Granted
-
1981
- 1981-08-04 GB GB8123799A patent/GB2081957B/en not_active Expired
- 1981-08-05 CA CA000383223A patent/CA1181166A/en not_active Expired
- 1981-08-05 ZA ZA815385A patent/ZA815385B/xx unknown
- 1981-08-05 US US06/290,197 patent/US4466029A/en not_active Expired - Lifetime
- 1981-08-07 AU AU73882/81A patent/AU544905B2/en not_active Expired
- 1981-08-07 ES ES504634A patent/ES504634A0/es active Granted
- 1981-08-07 SE SE8104760A patent/SE451644B/sv not_active IP Right Cessation
- 1981-08-07 FR FR8115376A patent/FR2488433B1/fr not_active Expired
- 1981-08-07 SU SU813324658A patent/SU1176858A3/ru active
- 1981-08-07 BR BR8105110A patent/BR8105110A/pt not_active IP Right Cessation
- 1981-08-07 MX MX188644A patent/MX149854A/es unknown
- 1981-08-07 DE DE19813131413 patent/DE3131413A1/de active Granted
- 1981-08-10 AT AT0351681A patent/AT376507B/de not_active IP Right Cessation
- 1981-08-10 CH CH5132/81A patent/CH648141A5/fr not_active IP Right Cessation
- 1981-08-10 NL NL8103749A patent/NL192854C/nl not_active IP Right Cessation
- 1981-08-10 IT IT23456/81A patent/IT1137860B/it active
- 1981-08-10 BE BE0/205627A patent/BE889911A/fr not_active IP Right Cessation
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
BR8105110A (pt) | 1982-04-27 |
ZA815385B (en) | 1982-08-25 |
ATA351681A (de) | 1984-04-15 |
AT376507B (de) | 1984-11-26 |
AU544905B2 (en) | 1985-06-20 |
SU1176858A3 (ru) | 1985-08-30 |
NL192854B (nl) | 1997-11-03 |
GB2081957A (en) | 1982-02-24 |
SE451644B (sv) | 1987-10-19 |
AU7388281A (en) | 1982-02-11 |
IT8123456A0 (it) | 1981-08-10 |
US4466029A (en) | 1984-08-14 |
MX149854A (es) | 1983-12-29 |
JPS5736476A (en) | 1982-02-27 |
BE889911A (fr) | 1981-12-01 |
ES8301042A1 (es) | 1982-11-01 |
FR2488433A1 (fr) | 1982-02-12 |
DE3131413C2 (nl) | 1990-04-12 |
IT1137860B (it) | 1986-09-10 |
GB2081957B (en) | 1985-01-30 |
NL8103749A (nl) | 1982-03-01 |
CA1181166A (en) | 1985-01-15 |
FR2488433B1 (fr) | 1988-08-12 |
SE8104760L (sv) | 1982-03-31 |
DE3131413A1 (de) | 1982-06-03 |
CH648141A5 (fr) | 1985-02-28 |
ES504634A0 (es) | 1982-11-01 |
JPS6412033B2 (nl) | 1989-02-28 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
NL192854C (nl) | Inrichting voor het detecteren van een discontinuïteit in een geregistreerd signaal. | |
US4353090A (en) | Extended play video recording and reproducing system with selection of multiplexed audio | |
US4402021A (en) | Method and apparatus for recording digitized information on a record medium | |
RU2156039C2 (ru) | Устройство для записи цифрового сигнала | |
NL8104146A (nl) | Tijdbasiscorrectie-inrichting. | |
EP0352338A1 (en) | Apparatus for recording or reproducing time code and time code convertor | |
EP0368511A2 (en) | Synchronization of record media transports | |
US5905704A (en) | Data reproducing apparatus for reproducing data from sector units of a recording medium | |
EP0425475B1 (en) | Data transmission and detection system | |
JPS6016028B2 (ja) | タイムコ−ド読取装置 | |
KR940012363A (ko) | 디지탈신호 재생장치 및 그것에 사용하는 집적회로와 디지탈신호 재생방법 | |
JP3042607B2 (ja) | 同期検出回路 | |
JP2711352B2 (ja) | 時間情報記録再生装置 | |
KR100790036B1 (ko) | 디스크 레코더에서의 동기 기록방법 | |
JPS61233472A (ja) | デジタルオ−デイオデ−タの記録方式 | |
KR100213020B1 (ko) | 프레임 동기신호 검출장치 및 이를 이용한 광자기 디스크 신호재생을 위한 프레임 신호 검출장치 | |
KR100794550B1 (ko) | 디스크 레코더에서의 동기 기록장치 및 방법 | |
EP0159111B1 (en) | Method and apparatus for storing/retrieving digital data on video tape | |
JPH0793904A (ja) | 情報記録装置および情報再生装置および光ディスク | |
JPH0264965A (ja) | データ識別装置及びデータフォーマット | |
JPS60231947A (ja) | コントロ−ルトラツクの記録方式 | |
JPS6053386B2 (ja) | 磁気記録再生装置 | |
JPH07111046A (ja) | 光ディスク装置のデータ再生回路 | |
JPH08235691A (ja) | コントロールトラック記録方法 | |
JPS61287091A (ja) | 磁気記録再生装置 |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
A85 | Still pending on 85-01-01 | ||
BA | A request for search or an international-type search has been filed | ||
BB | A search report has been drawn up | ||
BC | A request for examination has been filed | ||
V4 | Discontinued because of reaching the maximum lifetime of a patent |
Free format text: 20010810 |