NL192851C

NL192851C - Inrichting voor het langs optische weg reproduceren van magnetisch geregistreerde informatie.

Info

Publication number: NL192851C
Application number: NL8403951A
Authority: NL
Original assignee: Fuji Photo Film Co Ltd
Priority date: 1983-12-29
Filing date: 1984-12-27
Publication date: 1998-03-04
Also published as: NL8403951A; JPS60143462A; JPH0443337B2; NL192851B; US4677513A

Description

1 192851

Inrichting voor het langs optische weg reproduceren van magnetisch geregistreerde informatie

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het reproduceren van magnetisch geregistreerde informatie welke inrichting omvat: 5 - een magnetische dunne-filmkop van het inductieve type voor het detecteren van de geregistreerde informatie op een magnetisch registratiemedium dat in contact met een spleet van een magnetisch circuit wordt bewogen, en wel op basis van een verandering in inwendige magnetisatie, waarbij de magnetische dunne-filmkop een substraat en een daarop gestapelde laag-confliguratie heeft, - een projectie-orgaan om een lichtbundel op een deel van een oppervlak van een magnetische laag van 10 de magnetische dunne-filmkop op te laten invallen zodat de lichtbundel onder een schuine hoek ten opzichte van het oppervlak van de magnetische laag invalt in een vlak bij benadering evenwijdig aan de richting van de inwendige magnetisatie in dat deel van het oppervlak van de magnetische laag en bij benadering loodrecht op het substraat, - middelen voor het ontvangen van de door dat deel van het oppervlak gereflecteerde, gepolariseerde 15 bundel en het detecteren van de polarisatiehoek van de gereflecteerde lichtbundel, en - een vlak, spiegelend orgaan in de lichtweg van het projectieorgaan via het genoemde deel van het oppervlak naar de ontvangende middelen. Een dergelijke inrichting is beschreven in de niet-voorgepubliceerde Nederlandse octrooiaanvrage 8302585.

De inrichting volgens de uitvinding onderscheidt zich van de eerder beschreven inrichting voordat het 20 projectorgaan de uitgezonden lichtbundel lineair polariseert, doordat het substraat transparant is een doordat het vlakte, spiegelende orgaan tussen het genoemde deel van het oppervlak van de magnetische laag en de ontvangende middelen staat opgesteld.

In het bijzonder onderscheidt de onderhavige inrichting zich van de eerder beschreven inrichting doordat het vlakke, spiegelende orgaan een naar boven gericht spiegelvlak heeft dat althans bij benadering 25 evenwijdig aan het magnetische registratiemedium verloopt.

De uitvinding zal aan de hand van verschillende uitvoeringsvoorbeelden nader worden toegelicht met verwijzing naar de tekeningen, waarin: figuur 1 een vooraanzicht geeft van een voorbeeld van de magnetische dunne-filmkop die gebruikt wordt 30 bij de werkwijze voor het reproduceren van magnetisch geregistreerde informatie volgens de uitvinding: figuur 2 een verticaal doorsnede-aanzicht geeft van figuur 1; figuur 3 een perspectivisch aanzicht geeft van een uitvoeringsvorm van de werkwijze voor het reproduceren van magnetisch geregistreerde informatie overeenkomstig de uitvinding: figuur 4 een verticaal doorsnede-aanzicht geeft van figuur 3; en 35 de figuren 5, 6 en 7 respectievelijk een perspectivisch aanzicht, een zijdoorsnede-aanzicht, en een perspectivisch aanzicht geven van verdere uitvoeringsvormen van de werkwijze voor het reproduceren van magnetisch geregistreerde informatie overeenkomstig de uitvinding.

In figuur 1 is een vooraanzicht gegeven van de basisconfiguratie van een magnetische dunne-filmkop 1, en 40 in figuur 2 is een verticaal doorsnede-aanzicht van figuur 1 gegeven. De magnetische dunne-filmkop 1 omvat een transparant substraat 10, en een magnetisch bodem- of onderpoolstuk 11, een isolatielaag 12, een geleidende spoellaag 13, een isolatielaag 14, en een magnetisch bovenpoolstuk 15 die in deze volgorde op het transparante substraat 10 zijn gestapeld. Een einddeel van het magnetische onderpoolstuk 11 ligt recht tegenover een einddeel van het magnetische bovenpoolstuk 15 waarbij een einddeel van de 45 isolatielaag 12 daartussen ligt om een spleet 16 voor het magnetische circuit te vormen. Een einddeel 13A van de geleidende spoellaag 13 loopt naar buiten voor verbinding met een uitwendig elektrische schakeling, en het andere einddeel 13B is verbonden met een geleider 17.

Bij de uitvinding is het substraat 10 gemaakt van een transparant hard materiaal met gladde oppervlakken (spiegelvormige oppervlakken). Het materiaal van het substraat 10 is bijvoorbeeld monokristallijn saffier. 50 Zoals in de figuren 3 en 4 is aangegeven wordt de met het transparante substraat 10 uitgeruste magnetische dunne-filmkop 1 geplaatst op een magnetisch registratiemedium 20, zoals een magnetische band, zodat de spleet 16 het magnetische registratiemedium 20 contracteert. Men voert een lichtbundel 30, zoals een laserbundel, door een polarisatle-orgaan 33 en men laat de lichtbundel via het substraat 10 scheef invallen op het achteroppervlak van het magnetische onderpoolstuk 11. De richting van inval van de 55 lichtbundel 30 wordt zodanig ingesteld dat deze lichtbundel vanuit een positie hoger dan de magnetische dunne-filmkop 1 op het achteroppervlak van het magnetische onderpoolstuk 11 invalt onder een schuine hoek ten opzichte van dat achteroppervlak van het poolstuk 11 in een vlak evenwijdig aan de inwendige

Claims

192851 2 magnetisatierichtingen van de magnetische dunne-filmkop 1, zoals aangegeven door de pijlen, en loodrecht op het substraat 10. Onder ’’schuine hoek” wordt een zodanige hoek begrepen dat de hoek Θ van inval in het bovengenoemde vlak bij benadering gelijk is aan 60° (echter Θ =* 0°, d.w.z. Θ e 60° wanneer het magnetische poolstuk van Permalloy is gemaakt, en een vooraf bepaalde optimale waarde heeft wanneer 5 het magnetische poolstuk van een ander materiaal is gemaakt). De invallende gepolariseerde lichtbundel 30 wordt door het achteroppervlak van het magnetische onderpoolstuk 11 onder een hoek ten opzichte van de invalsrichting gereflecteerd en wordt vervolgens omhoog gereflecteerd door een spiegel 32 die een naar boven gericht reflectieopperviak 32A heeft evenwijdig aan het magnetische registratiemedium 20. Op dit moment wordt in het achteroppervlak van het 10 magnetische onderpoolstuk 11 het vlak van polarisatie van de invallende lichtbundel gedraaid overeenkomstig de verandering in inwendige magnetisatie als gevolg van het longitudinale Kerr-effect. Wanneer daarom een aldus gereflecteerde gepolariseerde lichtbundel 31 door een anaiyse-orgaan 34 wordt gevoerd en foto-elektrisch door een fotosensor 35 wordt gedetecteerd, duidt het uitgangssignaal van de fotosensor 35 de richting en de mate of graad van inwendige magnetisatie aan. Op deze wijze wordt het mogelijk om de 15 op het magnetische registratiemedium 20 geregistreerde informatie te detecteren en te reproduceren. Figuur 5 toont een andere uitvoeringsvorm van de werkwijze voor het reproduceren van magnetisch geregistreerde informatie overeenkomstig de uitvinding, waarin de magnetische kop 1 vele magnetische onderpoolstukken bevat die evenwijdig aan elkaar zijn geplaatst zodat een reproductie van het meervoudige-koptype wordt gerealiseerd. In figuur 5 zijn overeenkomstige elementen met dezelfde 20 verwijzingscijfers als die in de figuren 3 en 4 aangegeven. Bij de uitvoeringsvorm van het meervoudige-koptype zoals boven beschreven wordt het mogelijk om gelijktijdig een meervoudige-kanaalreproductie uit te voeren door middel van een enkelvoudige magnetische kopeenheid. De reproductie van het meervoudige-kanaaltype kan uitgevoerd worden door de lichtbundel opvolgend op 25 de met 30A, 30B.....30N aangeduide koppen te laten invallen, door opvolgend de gereflecteerde lichtbun dels 31A, 31B,..., 31N te detecteren, en door het magnetische registratiemedium 20 in de schuine strookvorm af te tasten. Het is eveneens mogelijk om een aantal optische stelsel parallel aan elkaar te plaatsen en om gelijktijdig een signaaldetectie van alle kanalen uit te voeren. Ofschoon bovenvermelde uitvoeringsvormen gelden in het geval van magnetische band, kan de 30 uitvinding ook op dezelfde wijze voor magnetische schijf worden toegepast. In dit geval moeten de meervoudige-kanaalkoppen bij voorkeur in de radiale richting van de magnetische schijf zijn opgesteld. De bovenvermelde spiegel 32 behoeft niet exact evenwijdig aan het oppervlak van het magnetische registratiemedium 20 te zijn. Zoals in figuur 6 bijvoorbeeld is aangegeven is het mogelijk om een spiegel 32’ onder een hoek ten opzichte van het magnetische registratiemedium 20 te plaatsen. Kort gesteld is het 35 voldoende wanneer de spiegel 32 of 32' zodanig geplaatst is dat deze de van het substraat 10 afkomstige gereflecteerde lichtbundel in een voor detectie geschikte richting reflecteert. Eveneens is het mogelijk zoals in figuur 7 aangegeven om een spiegel 32X zodanig te plaatsen dat een gereflecteerde lichtbundel 31X zijwaarts wordt gereflecteerd. 40

1. Inrichting voor het reproduceren van magnetisch geregistreerde informatie welke inrichting omvat: - een magnetische dunne-filmkop van het inductieve type voor het detecteren van de geregistreerde 45 informatie op een magnetisch registratiemedium dat in contact met een spleet van een magnetisch circuit wordt bewogen, en wel op basis van een verandering in inwendige magnetisatie, waarbij de magnetische dunne-filmkop een substraat en een daarop gestapelde laag-configuratie heeft, - een projectie-orgaan om een lichtbundel op een deel van een oppervlak van een magnetische laag van de magnetische dunne-filmkop te laten invallen zodat de lichtbundel onder een schuine hoek ten opzichte 50 van het oppervlak van de magnetische laag invalt in een vlak bij benadering evenwijdig aan de richting van de inwendige magnetisatie in dat deel van het oppervlak van de magnetische laag en bij benadering loodrecht op het substraat, - middelen voor het ontvangen van de door dat deel van het oppervlak gereflecteerde, gepolariseerde bundel en het detecteren van de polarisatiehoek van de gereflecteerde lichtbundel, en 55. een vlak spiegelend orgaan in de lichtweg van het projectieorgaan via het genoemde deel van het oppervlak naar de ontvangende middelen, met het kenmerk, dat het projectieorgaan de uitgezonden lichtbundel (30) lineair polariseert (33), dat het 3 192851 substraat (10) transparant is en dat het vlakke, spiegelende orgaan (32) tussen het genoemde deel van het oppervlak van de magnetische laag (11) en de ontvangende middelen (34, 35) staat opgesteld.

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het vlakke, spiegelende orgaan (32) een naar boven gericht spiegelvlak heeft dat althans bij benadering evenwijdig aan het magnetische registratiemedium (20) 5 verloopt. Hierbij 2 bladen tekening