NL1032615C2 - Schoonmaakblad voor gebruik in beeldvormende apparatuur. - Google Patents
Schoonmaakblad voor gebruik in beeldvormende apparatuur. Download PDFInfo
- Publication number
- NL1032615C2 NL1032615C2 NL1032615A NL1032615A NL1032615C2 NL 1032615 C2 NL1032615 C2 NL 1032615C2 NL 1032615 A NL1032615 A NL 1032615A NL 1032615 A NL1032615 A NL 1032615A NL 1032615 C2 NL1032615 C2 NL 1032615C2
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- weight
- parts
- cleaning sheet
- elastomer
- rubber component
- Prior art date
Links
Classifications
-
- G—PHYSICS
- G03—PHOTOGRAPHY; CINEMATOGRAPHY; ANALOGOUS TECHNIQUES USING WAVES OTHER THAN OPTICAL WAVES; ELECTROGRAPHY; HOLOGRAPHY
- G03G—ELECTROGRAPHY; ELECTROPHOTOGRAPHY; MAGNETOGRAPHY
- G03G21/00—Arrangements not provided for by groups G03G13/00 - G03G19/00, e.g. cleaning, elimination of residual charge
- G03G21/0005—Arrangements not provided for by groups G03G13/00 - G03G19/00, e.g. cleaning, elimination of residual charge for removing solid developer or debris from the electrographic recording medium
- G03G21/0011—Arrangements not provided for by groups G03G13/00 - G03G19/00, e.g. cleaning, elimination of residual charge for removing solid developer or debris from the electrographic recording medium using a blade; Details of cleaning blades, e.g. blade shape, layer forming
- G03G21/0017—Details relating to the internal structure or chemical composition of the blades
-
- G—PHYSICS
- G03—PHOTOGRAPHY; CINEMATOGRAPHY; ANALOGOUS TECHNIQUES USING WAVES OTHER THAN OPTICAL WAVES; ELECTROGRAPHY; HOLOGRAPHY
- G03G—ELECTROGRAPHY; ELECTROPHOTOGRAPHY; MAGNETOGRAPHY
- G03G21/00—Arrangements not provided for by groups G03G13/00 - G03G19/00, e.g. cleaning, elimination of residual charge
-
- C—CHEMISTRY; METALLURGY
- C08—ORGANIC MACROMOLECULAR COMPOUNDS; THEIR PREPARATION OR CHEMICAL WORKING-UP; COMPOSITIONS BASED THEREON
- C08L—COMPOSITIONS OF MACROMOLECULAR COMPOUNDS
- C08L5/00—Compositions of polysaccharides or of their derivatives not provided for in groups C08L1/00 or C08L3/00
Landscapes
- Physics & Mathematics (AREA)
- General Physics & Mathematics (AREA)
- Chemical & Material Sciences (AREA)
- Health & Medical Sciences (AREA)
- Chemical Kinetics & Catalysis (AREA)
- Medicinal Chemistry (AREA)
- Polymers & Plastics (AREA)
- Organic Chemistry (AREA)
- Cleaning In Electrography (AREA)
- Compositions Of Macromolecular Compounds (AREA)
Description
Schoonmaakblad voor gebruik in beeldvormende apparatuur 5 De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een schoonmaakblad voor gebruik in beeldvormende apparatuur en meer specifiek op een schoonmaakblad dat bij voorkeur bij een lage temperatuur gebruikt wordt. In een elektrostatische fotokopieermachine waarin normaal papier als opnamepapier gebruikt wordt, wordt een kopieerhandeling als volgt 10 uitgevoerd: door middel van ontlading wordt een elektrostatische lading op de oppervlakte van een fotoreceptor aangebracht, een afbeelding wordt aan de fotoreceptor blootgesteld om er een elektrostatische latente afbeelding op te vormen, kleurmiddel met een tegengestelde polariteit wordt aan de elektrostatische latente afbeelding gebonden om de elektrostatische latente 15 afbeelding te ontwikkelen, een kleurmiddelbeeld wordt naar het opnamepapier overgebracht, het opnamepapier waarop het kleurmiddelbeeld overgebracht is wordt onder druk verwarmd om het kleurmiddel op het opnamepapier te fixeren.
20 Daarom is het voor het achtereenvolgens kopiëren van de afbeelding van een oorspronkelijk document naar een veelvoud van opnamepapierbladen bij het hierboven beschreven proces nodig het kleurmiddel dat nadat het kleurmiddelbeeld overgebracht is naar het opnamepapier op de oppervlakte van de fotoreceptor achtergebleven is van de fotoreceptor te verwijderen. Als 25 methode van verwijdering van het kleurmiddel is een schoonmaakmethode van het schuiven van een schoonmaakblad over de oppervlakte van de fotoreceptor bekend, waarbij het schoonmaakblad tegen de oppervlakte van de fotoreceptor gedrukt wordt.
1032615 2
Bladen vervaardigd uit elastische materialen gemaakt uit polyurethaan of dergelijke worden als het schoonmaakblad voor gebruik in de beeldvormende apparatuur gebruikt. Maar het schoonmaakblad vervaardigd uit de elastische materialen heeft de volgende problemen: 5 (1) Het is waarschijnlijk dat een geluidproducerend fenomeen optreedt als gevolg van vibraties veroorzaakt door het schuifcontact tussen het schoonmaakblad en de fotoreceptor bij een hoge temperatuur en een hoge vochtigheid.
10 (2) Het schoonmaakblad is tegenover de fotoreceptor geplaatst. Aldus bestaat er grote kans op een omkeerfenomeen dat de rand van het schoonmaakblad in de draairichting van de fotoreceptor bewogen wordt in een gebied met een kleine hoeveelheid achtergebleven kleurmiddel.
(3) Omdat recentelijk zeer fijn bolvormig kleurmiddel ontwikkeld is 15 voor de vorming van een afbeelding van hoge kwaliteit, is het moeilijk het kleurmiddel dat op de oppervlakte van de fotoreceptor achtergebleven is te verwijderen, tenzij het schoonmaakblad met grote kracht tegen de oppervlakte van de fotoreceptor gedrukt wordt. Aldus bestaat er grote kans op het optreden van onvolledige reiniging.
20 (4) Het schoonmaakblad klappert en wordt met weinig kracht tegen de fotoreceptor gedrukt als gevolg van een verandering in eigenschappen van het materiaal van het schoonmaakblad bij lage temperatuur en lage vochtigheid. Aldus bestaat er grote kans op het optreden van onvolledige reiniging.
25 Om het optreden van het geluidproducerende fenomeen en het omkeerfenomeen te voorkomen, worden conventioneel de volgende verbeteringen uitgevoerd: de oppervlakte van het schoonmaakblad wordt bedekt, secundaire onderdelen worden op de oppervlakte van het schoonmaakblad aangebracht en een glijmiddel voor vermindering van de 3 wrijvingscoëfficiënt van de fotoreceptor wordt op de oppervlakte ervan aangebracht.
Maar de bewerking van de oppervlakte van het schoonmaakblad doet 5 het aantal productieprocessen toenemen, en verhoogt daarmee de productiekosten van het schoonmaakblad, en tast de nauwkeurigheid van de oppervlakte van het schoonmaakblad aan. Het aanbrengen van het glijmiddel op de oppervlakte van de fotoreceptor vereist dat een glijmiddelaanbrengend apparaat in beeldvormende apparatuur opgesteld wordt. Daarmee neemt het 10 aantal onderdelen toe en dus de productiekosten.
Meer specifiek wordt in Japanse geopenbaarde octrooiaanvrage 2003-103686 (octrooidocument 1) een schoonmaakblad vermeld, gemaakt uit polyurethaanrubber, dat een door middel van een chemische gasfase-15 plasmaverdampingsmethode gevormde laag op de rand ervan heeft. De laag is gemaakt uit flexibel diamantachtig koolstof. Volgens de beschrijving heeft het schoonmaakblad een lage wrijvingscoëfficiënt en een uitstekende slijtvastheid zonder dat de eigenschappen van het elastische lichaam dat het basismateriaal vormt aangetast worden.
20
Het schoonmaakblad heeft een lage wrijvingscoëfficiënt als gevolg van de uit de flexibele diamantachtig koolstof gemaakte laag. Bovendien wordt het geluidproducerende fenomeen dat optreedt als gevolg van vibratie veroorzaakt door het schuifcontact tussen de fotoreceptor en het schoonmaakblad 25 onderdrukt. Maar de flexibele diamantachtige koolstof is alleen op de rand van het schoonmaakblad aangebracht. Aldus zijn de mate van duurzaamheid en slijtvastheid van het schoonmaakblad niet voldoende hoog om het schoonmaakblad praktisch toepasbaar te maken. Een ander problem van het schoonmaakblad is dat het nodig is een chemische gasfase- 4 plasmaverdampingsmethode uit te voeren voor de vorming van de flexibele diamantachtig koolstoflaag op het elastische lichaam dat het basismateriaal vormt. Aldus is het nodig een ingewikkeld productieproces te sturen en dus zijn de productiekosten hoog.
5
Om het hierboven beschreven probleem op te lossen, is een voorstel gedaan tot verbetering van de samenstelling waaruit het schoonmaakblad geconstrueerd is.
10 Bijvoorbeeld laat men in de beschrijving van Japanse geopenbaarde octrooiaanvrage 5-24049 (octrooidocument 2) polyisocyanaat en een gedeelte van een polyol met elkaar reageren om een prepolymeer te vormen en worden het overgebleven polyol en een uithardingmiddel aan het prepolymeer toegevoegd om het mengsel te gieten en te vernetten. Volgens de beschrijving 15 is het mogelijk spanning als gevolg van inclinatie te verlagen zonder de mechanische eigenschappen van de samenstelling zoals de hardheid en sterkte en de lage-temperatuurkenmerken ervan te verminderen. Aldus is het verkregen schoonmaakblad voor gebruik in een elektrofotografische kopieermachine duurzaam.
20
Alleen de glasovergangstemperatuur Tg van het geharde urethaan wordt in het "voorbeeld" van de specificatie van het octrooidocument 2 beschreven en de schoonmaakprestatie van het schoonmaakblad bij een lage temperatuur wordt niet geëvalueerd. Het polyurethaanrubber met een 25 glasovergangstemperatuur Tg niet lager dan 0°C heeft ongunstige lage-temperatuurkenmerken. Daarom wordt bij de in de octrooidocument 2 beschreven uitvinding geen verbetering van de lage-temperatuureigen-schappen van het schoonmaakblad voor gebruik in de elektrofotografische kopieermachine verkregen.
5
In Japanse geopenbaarde octrooiaanvrage 10-17718 (octrooidocument 3) wordt (beschreven in conclusie 1 en alinea [0053]) een onderdeel, samengesteld uit een halfgeleidend elastomeer, vermeld dat gebruikt kan 5 worden als een schoonmaakblad voor toepassing in een beeldvormend apparaat. Het uit het halfgeleidende elastomeer samengestelde onderdeel bevat het geleidinggevende middel, het elastomeer (a) en het elastomeer (b). Het elastomeer (a) vormt een microdomeinstructuur die een grotendeels continue fase vormt. De erin vermengde hoeveelheid van het geleidinggevende 10 middel dat het elastomeer (a) bevat is meer dan de hoeveelheid die elastomeer (b) bevat. Het elastomeer (a) heeft een grotere hardheid dan het elastomeer (b). Het elastomeer (a) heeft een drukvervormingfactor van niet meer dan 20%, terwijl het elastomeer (b) een drukvervormingfactor van niet meer dan 50% heeft. Nitrilrubber wordt (beschreven in alinea [0027]) als een bij voorkeur 15 gebruikt bestanddeel van het elastomeer (a) genoemd.
De hoeveelheid gebonden acrylonitril van de nitrilrubber wordt in het octrooidocument 3 niet beschreven noch voorgesteld, het onderdeel, samengesteld uit het halfgeleidende elastomeeronderdeel, dat in het 20 octrooidocument 3 (beschreven in alinea’s [0036], [0094]) beschreven wordt heeft een lage hardheid van 20-60 JIS-A hardheid, het onderdeel, samengesteld uit het halfgeleidend elastomeer, dat een lage hardheid heeft, heeft een inferieure schoonmaakprestatie. Aldus is het moeilijk om het onderdeel samengesteld uit het halfgeleidende elastomeer praktisch toe te 25 passen als een schoonmaakblad.
Octrooidocument 1
Japanse geopenbaarde octrooiaanvrage 2003-103686 6
Octrooidocument 2
Japanse geopenbaarde octrooiaanvrage 5-24049
Octrooidocument 3 5 Japanse geopenbaarde octrooiaanvrage 10-17718
SAMENVATTING VAN DE UITVINDING
De onderhavige uitvinding is gedaan gericht op de hierboven beschreven problemen. Daarom is een doel van de onderhavige uitvinding het 10 verschaffen van een schoonmaakblad dat door middel van een eenvoudige werkwijze met lage kosten geproduceerd kan worden, waarbij voorkomen kan worden dat het een klapperfenomeen genereert, dat optreedt als gevolg van vibraties veroorzaakt door het schuifcontact tussen het schoonmaakblad en een fotoreceptor bij een lage temperatuur en een lage vochtigheid, en dat in 15 staat is kleurmiddel dat op een oppervlakte van de fotoreceptor achtergebleven is zelfs bij lage temperatuur op betrouwbare wijze te verwijderen.
Om dit doel te bereiken verschaft de onderhavige uitvinding een schoonmaakblad voor toepassing in een beeldvormend apparaat, gevormd door 20 het vormen van een harssamenstelling bevattende een rubbercomponent bestaande uit een thermohardend elastomeer bevattende acrylonitril als een opbouwend monomeer ervan en met een hoeveelheid gebonden acrylonitril van 15-50%.
25 De onderhavige uitvinding hebben diverse experimenten met en onderzoeken van een harssamenstelling, die de gewenste reinigingseigen-schappen bij een lage temperatuur vertoont, herhaald en het volgende gevonden.
7
Het is mogelijk het optreden van een klapperfenomeen te voorkomen en te voorkomen dat het schoonmaakblad met grote kracht tegen een fotoreceptor gedrukt wordt bij lage temperatuur en lage vochtigheid door gebruik van het thermohardende elastomeer bevattende het acrylonitril als 5 het opbouwende monomeer daarvan met het gebonden acrylonitril in een hoeveelheid van 15-50% als de harssamenstelling waaruit het schoonmaakblad voor gebruik in beeldvormende apparatuur samengesteld is. Dientengevolge heeft het schoonmaakblad een verbeterde schoonmaakprestatie bij een lage temperatuur.
10
De reden dat de hoeveelheid gebonden acrylonitril van de thermohardende elastomeer op 15-50% gesteld wordt, is omdat als de gebonden hoeveelheid acrylonitril minder is dan 15%, het thermohardende elastomeer een lage mechanische sterkte heeft. Dus heeft het schoonmaak-15 blad een lage slijtvastheid en duurzaamheid. Aan de andere kant heeft het thermohardende elastomeer, als de hoeveelheid gebonden acrylonitril meer dan 50% is, een hoge glasovergangstemperatuur Tg. Aldus vertoont het schoonmaakblad een slechte schoonmaakprestatie bij een lage temperatuur en een lage vochtigheid.
20
Een gunstigere hoeveelheid gebonden is 25-42% en het beste is 28-40%.
De hoeveelheid gebonden acrylonitril in de thermohardende elastomeer kan gemeten worden volgens de in JIS K 6384 beschreven methode. Aangezien 25 de hoeveelheid gebonden acrylonitril op in de handel verkrijgbare producten aangegeven wordt, dienen producten met de in de onderhavige uitvinding gespecificeerde hoeveelheid gebonden acrylonitril gebruikt te worden.
8
Als acrylonitrilbutadieenrubber (NBR) dat bij voorkeur als een thermohardend elastomeer gebruikt kan worden, is het mogelijk ieder willekeurig laag-nitril NBR met een gebonden hoeveelheid acrylonitril minder dan 25%, middelmatig-nitril NBR met een gebonden hoeveelheid acrylonitril 5 van 25%-31%, middelmatig/hoog-nitril NBR met een gebonden hoeveelheid acrylonitril van 31%-36%, hoog-nitril NBR met een gebonden hoeveelheid acrylonitril van 36-43% en superhoog nitril NBR met een gebonden hoeveelheid acrylonitril van niet minder dan 43% te gebruiken, onder de voorwaarde dat deze een hoeveelheid gebonden acrylonitril in het bereik van 10 15-50% heeft. Het verdient met name de voorkeur om het middelmatig-nitril NBR, het middelmatig/hoog-nitril NBR of het hoog-nitril NBR te gebruiken.
Hetzelfde geldt voor het acrylonitrilbutadieenrubber (NBR) dat als het materiaal van het gehydrogeneerde acrylonitrilbutadieenrubber gebruikt 15 wordt.
Als het thermohardende elastomeer dat het acrylonitril bevat en als de rubbercomponent gebruikt wordt, is het mogelijk acrylonitrilbutadieenrubber (hierna NBR genoemd), gehydrogeneerd acrylonitrilbutadieenrubber (hierna 20 HNBR genoemd), carboxyl-gemodificeerd acrylonitrilbutadieenrubber, acrylonitrilisopreenrubber, acrylonitrilbutadieenisopreencopolymeerrubber en vloeibaar nitrilrubber (vloeibaar acrylonitrilbutadieenrubber) te noemen.
Het heeft de voorkeur uit de hierboven beschreven acrylonitril 25 bevattende thermohardende elastomeren, het acrylonitrilbutadieenrubber (NBR), een mengsel van het NBR en een andere rubbercomponent of gehydrogeneerd acrylonitrilbutadieenrubber (HNBR) met niet meer dan 10% overgebleven dubbele bindingen te kiezen. Het verdient met name de voorkeur om enkel het NBR of het HNBR te gebruiken.
9
Indien een ander elastomeer met het NBR vermengd wordt, is het gehalte NBR ten opzichte van de totale rubbercomponent bij voorkeur niet lager dan 50 gewichtsdelen en beter nog niet lager dan 70 gewichtsdelen.
5
Als het "andere elastomeer" dat in de onderhavige uitvinding gebruikt kan worden is het mogelijk natuurlijk rubber (NR), butadieenrubber (BR), styreenbutadieenrubber (SBR), isopreenrubber (IR), butylrubber (IR), chloropreenrubber (CR), acrylrubber (ACM, ANM), epichloorhydrinerubber 10 (ECO) , etbyleenpropyleenrubber (EPR) en ethyleenpropyleendieencopolymeerrubber (EPDM) te noemen. Deze elastomeren kunnen enkel of met twee of meer met elkaar vermengd gebruikt worden. Indien het thermohardende elastomeer ("elastomeer a") gebruikt wordt door vermenging met een ander elastomeer ("elastomeer b"), is de 15 menghoeveelheid van het elastomeer a 90-50 gewichtsdelen en bij voorkeur 90-70 gewichtsdelen op 100 gewichtsdelen van de totale massa van de elastomeercomponent en de menghoeveelheid van het elastomeer b is 10-50 gewichtsdelen en bij voorkeur 10-30 gewichtsdelen op 100 gewichtsdelen van de totale massa van de elastomeercomponent.
20
De reden dat de menghoeveelheid van het elastomeer a niet lager dan 50 en niet meer dan 90 gewichtsdelen is en de menghoeveelheid van het elastomeer b niet lager dan 10 en niet meer dan 50 gewichtsdelen is, is als volgt: Indien de menghoeveelheid van het elastomeer a minder dan 50 25 gewichtsdelen is en de menghoeveelheid van het elastomeer b meer dan 50 gewichtsdelen is, bestaat de kans dat het schoonmaakblad voor gebruik in beeldvormende apparatuur een lage fysische sterkte heeft. Aan de andere kant, indien de menghoeveelheid van het elastomeer a meer dan 90 gewichtsdelen is en de menghoeveelheid van het elastomeer b minder dan 10 10 gewichtsdelen is, bestaat de kans dat het elastomeer b niet zijn eigenschappen vertoont.
In een uitvoeringsvorm is het aantalgemiddelde molecuulgewicht van het thermohardend elastomeer niet lager dan 50.000.
5
Bij voorkeur is het aantalgemiddelde molecuulgewicht van het thermohardende elastomeer niet lager dan 50.000 en niet hoger dan 800.000. Het aantalgemiddelde molecuulgewicht van het thermohardende elastomeer wordt op niet lager dan 50.000 gesteld om de volgende reden: Indien het 10 aantalgemiddelde molecuulgewicht ervan lager is dan 50.000, heeft het thermohardende elastomeer een lage mechanische sterkte en dus een lage slijtvastheid en duurzaamheid. Het aantalgemiddelde molecuulgewicht van het thermohardende elastomeer wordt op niet hoger dan 800.000 gesteld om de volgende reden: Indien het aantalgemiddelde molecuulgewicht ervan meer is 15 dan 800.000, heeft het thermohardende elastomeer een hoge Mooney - viscositeit. Men vreest dat thermohardende elastomeer daardoor een lage vormverwerkbaarheid heeft.
Het aantalgemiddelde molecuulgewicht ervan is beter nog niet lager 20 dan 70.000 en niet hoger dan 500.000 en het beste niet lager dan 70.000 en niet hoger dan 300.000
De samenstelling waaruit het schoonmaakblad volgens de onderhavige uitvinding voor gebruik in beeldvormende apparatuur samengesteld is, kan 25 andere componenten dan het hierboven beschreven thermohardende elastomeer bevatten, vooropgesteld dat de samenstelling het thermohardende elastomeer bevat.
11
Bij voorkeur bevat de samenstelling volgens de onderhavige uitvinding naast de hierboven beschreven elastomeer component (A) een vulstof (B) en een vernettend middel (C). Bij voorkeur bevat de samenstelling 0,1-80 gewichtsdelen van de vulstof (B) op 100 gewichtsdelen elastomeercomponent 5 (A). De reden dat de menghoeveelheid van de vulstof (B) op 100 gewichtsdelen elastomeercomponent (A) op 0,1-80 gewichtsdelen gesteld wordt is als volgt: Indien de menghoeveelheid van de vulstof (B) minder dan 0,1 gewichtsdelen is, bestaat de kans dat de elastomeercomponent niet voldoende versterkt is en ook niet voldoende vernet. Aan de andere kant, indien de menghoeveelheid van de 10 vulstof (B) meer dan 80 gewichtsdelen is, heeft de samenstelling een zeer grote hardheid. Dientengevolge vreest men dat het schoonmaakblad volgens de onderhavige uitvinding de fotoreceptor beschadigt.
Bij voorkeur bevat de samenstelling 0,1-30 gewichtsdelen van het 15 vernettende middel (C) op 100 gewichtsdelen elastomeercomponent (A). De reden dat de menghoeveelheid van het vernettende middel (C) op 100 gewichtsdelen elastomeercomponent (A) op 0,1-30 gewichtsdelen gesteld wordt is als volgt: Indien de menghoeveelheid van het vernettende middel (C) minder dan 0,1 gewichtsdelen is, is de vernettingsdichtheid laag. Daarmee bestaat de 20 kans dat de verkregen samenstelling niet de gewenste eigenschappen bezit. Aan de andere kant, indien de menghoeveelheid van het vernettende middel (C) meer dan 30 gewichtsdelen is, heeft de verkregen harssamenstelling een zeer grote hardheid als gevolg van een bovenmatige vernettingsreactie. Dientengevolge vreest men dat het schoonmaakblad volgens de onderhavige 25 uitvinding de fotoreceptor beschadigt.
De vulstof (B) die in de onderhavige uitvinding gebruikt wordt omvat een co-vernettend middel, een vulkanisatieversneller, een vulkanisatieversnellend hulpmiddel, een antiverouderingmiddel, een 12 weekmaker, een versterkend middel en een additief. Deze vulstoffen kunnen enkel of door vermenging van twee of meer ervan gebruikt worden.
Het co-vernettende middel vernet zichzelf en reageert met moleculen 5 van het thermohardende elastomeer en vernet deze, om aldus de gehele samenstelling polymeer te maken.
Het is mogelijk als het vernettende middel onverzadigde ethyleenmonomeren weergegeven door methacrylaatester en metaalzouten 10 van methacrylzuur of acrylzuur; polyfunctionele polymeren; en dioximen te gebruiken.
Als het onverzadigde ethyleenmonomeer worden de volgende stoffen genoemd: 15 (a) Monocarbonzuren zoals acrylzuur, methacrylzuur, crotonzuur en dergelijke.
(b) Dicarbonzuren zoals maleïnezuur, fumaarzuur, itaconzuur en dergelijke.
(c) Esters of anhydrides van de bovenstaande (a) en (b) (d) Metaalzouten van de boevenstaande (a) tot en met (c) 20 (e) Alifatische geconjugeerde dienen zoals 1,3-butadieen, isopreen, 2-chloor-l,3- butadieen en dergelijke (f) Aromatische vinylverbindingen zoals styreen, a-methylstyreen, vinyltolueen, ethylvinylbenzeen, divinylbenzeen en dergelijke (g) Vinylverbindingen met een heteroring zoals triallylisocyanuraat, 25 triallylcyanuraat en vinylpyridine (h) Vinylcyanideverbindingen zoals (meth)acrylonitril en een chlooracrylonitril; en vinylketonen zoals acroleïne, formylstyrol, vinylmethylketon, vinylethylketon en vinylbutylketon.
13
Als de ester van de monocarbonzuren worden de volgende stoffen genoemd: alkylesters van (meth)acrylzuur zoals methyl(meth)acrylaat, ethyl-(meth)acrylaat, n-propyl(meth)acrylaat, i-propyl (meth)acrylaat, n-butyl-5 (meth)acrylaat, i-butyl(meth)acrylaat, n-pentyl(meth)acrylaat, i-pentyl(meth)-acrylaat, n-hexyl(meth)acrylaat, cyclohexyl(meth)acrylaat, 2-ethylhexyl-(meth)acrylaat, octyl(meth)acrylaat, i-nonyl(meth)acrylaat, tert-butyl-cyclohexyl(meth)acrylaat, decyl(meth)acrylaat, dodecyl(meth)acrylaat, hydroxymethyl(meth)acrylaat; hydroxyethyl(meth)acrylaat 10 aminoalkylesters van (meth)acrylzuur zoals aminoethylacrylaat, dimethylaminoethylacrylaat, butylaminoethylacrylaat en dergelijke,· (meth)acrylaat met een aromatische ring zoals benzyl(meth)acrylaat, 15 benzoyl(meth)acrylaat, allyl(meth)acrylaat en dergelijke; (meth)acrylaat met een epoxygroep zoals glycidyl(meth)acrylaat, methglycidyl(meth)acrylaat, epoxycyclohexyl(meth)acrylaat en dergelijke, en 20 (meth)acrylaat met een functionele groep zoals N-methylol- (meth)acrylamide, y-(meth)acryloxypropyltrimethoxysilaan; (meth)acrylaat met een polyfunctionele groep zoals ethyleen-glycoIdi(meth)acrylaat, trimethy!olpropaantri(meth)acryIaat, ethyleendi-25 methacrylaat (EDMA), polyethyleenglycoldimethacrylaat, tetrahydrofurfuryl-methacrylaat, isobutyleenethyleendimethacrylaat en dergelijke.
14
Als de "esters van dicarbonzuren" van de bovenstaande (c) worden halfesters zoals methylmaleaat, methylitaconaat; diallylftalaat, diallyl-itaconaat en dergelijke genoemd.
5 Als het "anhydride" van de hierboven beschreven (c) worden anhydride van acrylzuur, anhydride van maleïnezuur en dergelijke genoemd.
Als de "metaalzouten" van de hierboven beschreven (d) worden aluminiumzouten, calciumzouten, zinkzouten en magnesiumzouten van 10 onverzadigde carbonzuren zoals acrylzuur, methacrylzuur, maleïnezuur en fumaarzuur genoemd.
Als het onverzadigde ethyleenmonomeer dat bij voorkeur in de onderhavige uitvinding gebruikt wordt, worden de volgende stoffen genoemd: 15 methacrylzuur; grote ester van methacrylzuren zoals trimethylolpropaantri-methacrylaat (TMPT), ethyleendimethacrylaat (EDMA), polyethyleen-20 glycoldimethacrylaat, cyclohexylmethacrylaat, allylmethacrylaat, tetrahydrofurfurylmethacrylaat en isobutyleenethyleendimethacrylaat; metaalzouten van methacrylzuur of acrylzuur zoals aluminium-acrylaat, aluminiummethacrylaat, zinkacrylaat, zinkmethacrylaat, 25 calciumacrylaat, calciummethacrylaat, magnesiumacrylaat, magnesium-methacrylaat en dergelijke; en triallylisocyanuraat, triallylcyanuraat, diallylftalaat, diallylitaconaat, vinyltolueen, vinylpyridine en divinylbenzeen.
15
Als de polyfunctionele polymeren worden de polymeren die gebruik maken van de functionele groep van 1,2-polybutadieen genoemd. Specifieker worden Buton 150, Buton 100, polybutadieen R-15, Diene-35, Hystal-B2000 en 5 dergelijke genoemd.
Als de hierboven beschreven dioximen worden p-chinondioxim, p,p'-dibenzoylchinondioxim, N,N'-m-fenyleenbismaleïmide genoemd.
10 De menghoeveelheid van het co-vernettende middel dient groot genoeg te zijn om de elastomeercomponent te vulkaniseren of te vernetten. Normaliter wordt de menghoeveelheid van het co-vernettende middel voor 100 gewichtsdelen van de elastomeercomponent gekozen in het bereik van 0,1 tot 10 gewichtsdelen.
15
Als de vulkanisatieversneller kunnen zowel anorganische versnellers als organische versnellers gebruikt worden.
Als de anorganische versneller is het mogelijk gebluste kalk, 20 magnesiumoxides, titaniumoxides en loodglit (PbO) te gebruiken.
Als de organische versneller worden thiurams, thiazolen, thioureums, dithiocarbamaten, guanidines en sulfeenamides genoemd.
25 Als de thiurams worden tetramethylthiurammonosulfide, tetramethylthiuramdisulfide, tetraethylthiuramdisulfïde, tetrabutyl-thiuramdisulfide en dipentamethylenethiuramtetrasulfïde genoemd.
16
Als de thiazolen is het mogelijk 2-melcaptobenzothiazol, dibenzo-thiazyldisulfide, N-cyclohexylbenzothiazol, N-cyclohexyl-2-benzothiazolsulfeen-amide, N-oxydiethyleen-2-benzothiazolesulfeenamide, N-tert-butyl-2-benzothiazolsulfeenamide en N,N-dicyclohexyl-2-benzothiazolsulfeenamide te 5 noemen.
Als de thioureums worden Ν,Ν'-diethylthioureum, ethyleenthioureum en trimethylthioureum genoemd.
10 Als de zouten van de dithiocarbamaten worden zinkdimethyldi- thiocarbamaat, zinkdiethyldithiocarbamaat, zinkdibutyldithiocarbamaat, natriumdimethyldithiocarbamaat, natriumdiethyldithiocarbamaat, koperdimethyldithiocarbamaat, ijzer(III)dimethyldithiocarbamaat, seleniumdiethyldithiocarbamaat en telluriumdiethyldithiocarbamaat 15 genoemd.
Als de guanidine versneller worden di-o-tolylguanidine, 1,3-difenylguanidine, 1-o-tolylbiguanide en di-o-tolylbiguanidezouten van dicatecholboraat te noemen.
20
Als de sulfeenamides worden N-cyclohexyl-2-benzothiazolsulfeenamide en dergelijke genoemd.
De menghoeveelheid van de vulkanisatieversneller dient groot genoeg 25 te zijn om de eigenschappen van de elastomeercomponent voldoende te vertonen. Normaliter wordt de menghoeveelheid van een anorganische vulkanisatieversneller voor 100 gewichtsdelen elastomeercomponent gekozen in het bereik van 0,5 tot 15 gewichtsdelen en wordt een organische 17 vulkanisatieversneller voor 100 gewichtsdelen elastomeercomponent gekozen in het bereik van 0,5 tot 3 gewichtsdelen.
Het vulkanisatie versnellende hulpmiddel dat in de onderhavige 5 uitvinding gebruikt wordt omvat metaaloxides zoals zinkoxide; vetzuren zoals stearinezuur, oliezuur, katooenzaadvetzuur; zinkcarbonaat; en bekende vulkanisatieversnellende hulpmiddelen. De metaaloxides zoals zinkoxide fungeren ook als het hieronder beschreven versterkende middel.
10 De menghoeveelheid van het vulkanisatieversnellende hulpmiddel dient groot genoeg te zijn om de eigenschappen van de elastomeercomponent voldoende te vertonen. Normaliter wordt de menghoeveelheid van het vulkanisatieversnellende hulpmiddel voor 100 gewichtsdelen elastomeercomponent gekozen in het bereik van 0,5 tot 10 gewichtsdelen.
15
Als het antiverouderingsmiddel worden amines, imidazolen en fenolen genoemd.
Als de amines worden gestyreneerd difenylamine, dialkyldifenylamine, 20 fenyl-cc-naftylamine, N,N'-difenyl-p-fenyleendiamine, N-fenyl-N'-isopropyl-p-fenyleendiamine, N,N'-di-2-naftyl-p-fenyleendiamine en N,N'-di-6-naftyl-p-fenyleendiamine genoemd.
De imidazolen die in de onderhavige uitvinding gebruikt worden 25 omvatten 2-melcaptobenzoimidazol, zinkzouten of van 2-melcaptobenzo-imidazol en 2-melcaptomethylbenzoimidazol.
Het in de onderhavige uitvinding gebruikte fenol omvat 2,5-di-tert-butylhydrochinon, 2,5-di-tert-amylhydrochinon, 2,2'-methyleenbis(4-methyl-6- 18 tert-butylfenol), 2,2'-methyleenbis(4-ethyl-6-tert-butylfenol), 2,6-di-tert-butyl- 4-methylfenol, 4,4'-thiobis(6-tert-butyl-3-methylfenol), gestyreneerd methylfenol, 4,4'-butylideenbis(3-methyl-6-tert-butylfenol), mono(a-methylbenzyl)fenol, di(a-methylbenzyl)fenol, tri(a-methylbenzyl)fenol en 1,1-5 bis(4-hydroxylfenyl)cyclohexaan.
Als het antiverouderingsmiddel kunnen poly(2,2,4-trimethyl-l,2-dihidrochinolin), 6-ethoxy-l,2-dihidro-2,2,4-trimethylchinolin, l-(N-fenyl-amino)naftaleen, nikkeldibutyldithiocarbamaat, tris(nonyfenyl)fosfiet en 10 dilaurylthiodipropionaat, diste ary lthiodipropionaat gebruikt worden.
De menghoeveelheid van het antiverouderingsmiddel dient groot genoeg te zijn om de eigenschappen van de elastomeercomponent voldoende te vertonen. Normaliter wordt de menghoeveelheid van het 15 antiverouderingsmiddel voor 100 gewichtsdelen elastomeercomponent gekozen in het bereik van 1 tot 10 gewichtsdelen.
Het verdient de voorkeur als de weekmaker weekmakers voor gebruik in rubber te gebruiken. Specifieker is het mogelijk derivaten van ftaalzuur, 20 isoftaalzuur, adipinezuur, sebacinezuur, benzoëzuur en fosforzuur te gebruiken.
Specifieker is het mogelijk dioctylftalaat (DOP) zoals dibutylftalaat (DBP) en di-(2 ethylhexyl)ftalaat; di-iso*octylftalaat (DIOP), di-(2-ethylhexyl)-25 sebacaat, polyesteradipaat, dibutyldiglycoladipaat, di(butoxyethoxyethyl)-adipaat, iso-octyl-talgolievetzuurester, tributylfosfaat (TBP), tributoxy-ethylfosfaat (TBEP), tricresylfosfaat (TCP), cresyldifenylfosfaat (CDP) en difenylalkaan te noemen.
19
De menghoeveelheid van de weekmaker dient groot genoeg te zijn om de eigenschappen van de elastomeercomponent voldoende te vertonen. Normaliter wordt de menghoeveelheid van de weekmaker voor 100 gewichtsdelen elastomeercomponent gekozen in het bereik van 0,5 tot 5 5 gewichtsdelen.
Als het versterkende middel kunnen, naast roet dat voornamelijk als een vulstof gebruikt wordt voor het sturen van een interactie van de roet met het elastomeer, anorganische versterkende middelen zoals witte kool 10 (siliciumdioxidevulstof zoals droge siliciumdioxide of natte silicium dioxide, silicaat zoals magnesiumsilicaat), calciumcarbonaat, magnesiumcarbonaat, magnesiumsilicaat, klei (aluminiumsilicaat, silaan-gemodificeerde klei en talk; en organische versterkende middelen zoals coumaron- en indeenhars, fenolhars, goog-styreenhars en houtmeel gebruikt worden.
15
Het verdient de voorkeur roet te gebruiken met het oog op het versterkende effect, de kosten en de dispergeerbaarheid en slijt vastheid.
Het verdient de voorkeur als de roet SAF-kool (gemiddelde deeltjes-20 doorsnede: 18 tot 22 μιη), SAF-HS*kool (gemiddelde deeltjesdoorsnede: ongeveer 20 pm), ISAF-kool (gemiddelde deeltjesdoorsnede: 19 tot 29 pm), N-339-kool (gemiddelde deeltjesdoorsnede: ongeveer 24 pm), ISAF-LS-kool (gemiddelde deeltjesdoorsnede: 21 tot 24 pm), I-ISAF-HS-kool (gemiddelde deeltjesdoorsnede: 21 tot 31 pm), HAF-kool (gemiddelde deeltjesdoorsnede: 25 ongeveer 26 tot 30p m), HAF-HS-kool (gemiddelde deeltjesdoorsnede: 22 tot 30 pm), N-351-kool (gemiddelde deeltjesdoorsnede: ongeveer 29 m), HAF-LS-kool (gemiddelde deeltjesdoorsnede: ongeveer 25 to 29 m), LI-HAF-kool (gemiddelde deeltjesdoorsnede: ongeveer 29 pm), MAF-kool (gemiddelde deeltjesdoorsnede: 30 tot 35 pm), FEF-kool (gemiddelde deeltjesdoorsnede: ongeveer 40 tot 52 20 μιη), SRF-kool (gemiddelde deeltjesdoorsnede: 58 tot 94 μιη), SRF-LM-kool en GPF-kool (gemiddelde deeltjesdoorsnede: 49 tot 84 μιη) te gebruiken. Het verdient met name de voorkeur FEF-kool, ISAF-kool, de SAF-kool en HAF-kool te gebruiken.
5
De menghoeveelheid van het versterkende middel dient groot genoeg te zijn om de eigenschappen van de elastomeercomponent voldoende te vertonen. Normaliter wordt de menghoeveelheid van het versterkende middel voor 100 gewichtsdelen elastomeercomponent gekozen in het bereik van 5 tot 100 10 gewichtsdelen.
Als het additief worden amide verbindingen, metaalzouten van vetzuren en was genoemd.
15 Als de amideverbindingen worden alifatische amide verb indingen en aromatische amideverbindingen genoemd. Het verdient de voorkeur de alifatische amideverbindingen te gebruiken. Als vetzuren in de alifatische amideverbindingen worden oliezuur, stearinezuur, erucazuur, capronzuur, capryilzuur, laurinezuur, myristinezuur, palmitinezuur, arachinezuur, 20 beheenzuur, palmitoleïnezuur, eicosaanzuur, erucazuur, elaïdinezuur, trans-11-eicosaanzuur, trans- 13-docosaanzuur, linolzuur, linoleenzuur en ricinolzuur genoemd. Alifatische amideverbindingen zoals oleamide, stearamide en erucamide hebben de voorkeur.
25 Wat betreft de metaalzouten van vetzuren worden laurinezuur, stearinezuur, palmitinezuur, myristinezuur en oliezuur als het vetzuur genoemd en zink, ijzer, calcium, aluminium, lithium, magnesium, strontium, barium, cerium, titanium, zirkonium, lood en mangaan als het metaal.
21
Als de was worden parafünewas, montaanwas, amidewas genoemd.
De menghoeveelheid van het additief dient groot genoeg te zijn om de eigenschappen van de elastomeercomponent voldoende te vertonen.
5 Normaliter wordt de menghoeveelheid van het additief voor 100 gewichtsdelen elastomeercomponent gekozen in het bereik van 1 tot 10 gewichtsdelen.
As het vernettende middel (C) dat in de onderhavige uitvinding gebruikt wordt, worden zwavel, organische zwavelhoudende verbindingen, 10 organische peroxiden, warmtebestendige vernettende middelen en harsvernettende middelen genoemd.
Naast het normaliter gebruikte verpulverde verzamelde zwavel, is het ook mogelijk oppervlaktebehandeld zwavel met verbeterde dispergeerbaarbeid 15 te gebruiken. Het is ook mogelijk onoplosbaar zwavel te gebruiken teneinde uitslaan van zwavel uit niet-gevulkaniseerd rubber te voorkomen.
Als de organische zwavelhoudende verbindingen worden N,N'-dithiobismorfoline en dergelijke genoemd.
20
Als de organische peroxides is het mogelijk benzoylperoxide, 1,1-di-(tert-butylperoxy)-3,3,5 trimethylcyclohexaan, 2,5-dimethyl-2,5-di-(benzoyl-peroxy)hexaan, 2,5-dimethyl-2,5-di-(benzoylperoxy)-3-hexeen, 2,5-dimethyl-2,5-di-(tert-butylperoxy)hexaan, di-tert-butylperoxy-di-isopropylbenzeen, di-25 tert-butylperoxide, di-tert-butylperoxybenzoaat, dicumylperoxide, tert-butylcumylperoxide, 2,5*dimethyl-2,5-di-(tert-butylperoxy)-3-hexeen, 1,3-bis(tert-butylperoxyisopropyl)benzeen, n-butyl-4,4 bis(tert-butylperoxyjvaleraat, p-chloorbenzoylperoxide, 2,4-dichloorbenzoylperoxide, 22 tert-butylperoxyisopropylcarbonaat, diacetylperoxide, lauroylperoxide te noemen.
Het warmtebestendige vernettende middel dat in de onderhavige 5 uitvinding gebruikt wordt omvat l,3-bis(citraconicimidemethyl)benzeen, hexamethyleen-l,6-natriumbisthiosulfaatdihydraat, l,6-bis(dibenzyl-thiocarbamoyldisulfïde)hexaan.
Als het harsvernettende middel worden alkylfenolhars of gebromeerde 10 alkylfenolformaldehydehars zoals Tackyroll 201 (vervaardigd door Taoka Kagaku Kogyo Ine.), Tackyroll 250-111 (vervaardigd door Taoka Taoka Kagaku Kogyo Ine.) en Hitanol 2501 (vervaardigd door Taoka Hitachi Kasei Kogyo Ine.) genoemd.
15 De samenstelling waaruit het schoonmaakblad volgens de onderhavige uitvinding voor gebruik in het beeldvormend apparaat samengesteld is, wordt verkregen door middel van vermenging van de componenten ervan met elkaar met gebruik van een bekend rubberkneedapparaat zoals een enkele-asextruder, een 1,5-asextruder, een biaxiale extruder, een open walsrol, een 20 kneder, een Banbury-mixer en een verwarmde wals.
De volgorde van vermenging van de componenten is niet specifiek beperkt, maar het is mogelijk de componenten allen tegelijk of een gedeelte van de componenten aan het kneedapparaat toe te voeren, ze te kneden om 25 een mengsel te verkrijgen, de overige componenten aan het mengsel toe te voeren en het mengsel en de overige componenten samen te kneden. Het heeft de voorkeur om een werkwijze uit te voeren waarbij de elastomeercomponent (A) en de vulstof (B) gekneed worden om een mengsel te verkrijgen, het 23 vernettende middel (C) aan het mengsel toe te voegen en daarna het mengsel en het vernettende middel (C) samen te kneden.
Het schoonmaakblad volgens de onderhavige uitvinding voor gebruik 5 in beeldvormende apparatuur wordt verkregen door vorming van de op de hierboven beschreven wijze verkregen samenstelling door middel van een bekende vormmethode zoals persgieten of spuitgieten.
Het heeft de voorkeur dat het schoonmaakblad volgens de onderhavige 10 uitvinding voor gebruik in het beeldvormend apparaat de volgende eigenschappen heeft:
Het is gunstig dat het schoonmaakblad een hardheid heeft van 60-90 in JIS-A. Als de JIS-A-hardheid lager dan 60 is, kan geen druk op de punt van 15 het schoonmaakblad uitgeoefend worden. Dientengevolge kan kleurmiddel niet van de fotoreceptor verwijderd worden. Aan de andere kant beschadigt het schoonmaakblad de fotoreceptor als de JIS-A hardheid groter dan 90 is. Bij voorkeur heeft het schoonmaakblad een hardheid van 70-85 in JIS-A.
20 Het is gunstig dat het schoonmaakblad een treksterkte niet lager dan 6,0 MPa heeft. Indien het schoonmaakblad een treksterkte lager dan 6,0 MPa heeft, is het schoonmaakblad fragiel en slijt sterk af. Beter nog ligt de treksterkte in het bereik van 6,0-30 MPa en het beste in het bereik van 9,0-30 MPa.
25
De elastische terugvering van het schoonmaakblad is bij voorkeur in het bereik van 15-70%. Indien de elastische terugvering ervan lager dan 15% is, heeft het schoonmaakblad geen terugverende kracht voor verwijdering van het kleurmiddel van de fotoreceptor en is aldus niet in staat het kleurmiddel 24 ervan te verwijderen. Indien de elastische terugvering ervan hoger dan 70% is, klappert het schoonmaakblad in hoge mate en is dus niet in staat het kleurmiddel te verwijderen. Beter nog is de elastische terugvering van het schoonmaakblad in het bereik van 15-60%.
5
De glasovergangstemperatuur van het schoonmaakblad is bij voorkeur niet hoger dan 10°C. Indien de glasovergangstemperatuur ervan hoger is dan 10°C, vertoont het schoonmaakblad een slechte schoonmaakprestatie bij lage temperatuur en lage vochtigheid. Beter nog is de glasovergangstemperatuur 10 van het schoonmaakblad in het bereik van -20-10°C en het beste in het bereik van -20-6°C.
Het effect van de onderhavige uitvinding wordt hieronder beschreven. Door gebruik van het thermohardende elastomeer met de hoeveelheid 15 gebonden acrylonitril in het gespecificeerde bereik, heeft het schoonmaakblad volgens de onderhavige uitvinding een verbeterde mechanische sterkte. Daarom is het mogelijk het optreden van het omkeerfenomeen van de rand van het schoonmaakblad in het gebied waar een kleine hoeveelheid achtergebleven kleurmiddel aanwezig is te voorkomen. Het is ook mogelijk te voorkomen dat 20 het schoonmaakblad bij hoge temperatuur en hoge vochtigheid geluiden maakt en dat het met grote kracht tegen de fotoreceptor gedrukt wordt en dat bij een lage temperatuur en lage vochtigheid een klapperfenomeen optreedt. Dientengevolge is het mogelijk de schoonmaakprestatie niet alleen bij normale temperaturen maar ook bij lage temperatuur te verbeteren.
25
Wat betreft de samenstelling waaruit het schoonmaakblad volgens de onderhavige uitvinding samengesteld is, worden de vulstof en het vernettende middel aan het thermohardende elastomeer met de hoeveelheid gebonden acrylonitril in het gespecificeerde bereik toegevoegd. Derhalve is het mogelijk 25 verscheidene eigenschappen te verkrijgen door de mengverhouding tussen de elastomeercomponent, de vulstof en het vernettende middel te veranderen.
Bijvoorbeeld is het mogelijk door toevoeging van de vulstof aan het 5 thermohardende elastomeer het thermohardende elastomeer en/of de vulstof op de oppervlakte van het schoonmaakblad te laten bloeden en de wrijvingscoëfficiënt tussen het schoonmaakblad en de fotoreceptor tot een lage waarde aan te passen. Daarom kan bij het schoonmaakblad volgens de onderhavige uitvinding, in tegenstelling tot bij het conventionele 10 schoonmaakblad met een hoge wrijvingscoëfficiënt, voorkomen worden dat het het omkeerfenomeen van de rand ervan opwekt. Verder is het mogelijk het opwekken van het geluidproducerende fenomeen door het schoonmaakblad, dat optreedt als gevolg van de door het schuifcontact tussen het schoonmaakblad en de fotoreceptor bij hoge temperatuur en hoge vochtigheid 15 veroorzaakte vibratie, tegen te houden. Het is ook mogelijk het klapperfenomeen van het schoonmaakblad, dat optreedt als gevolg van de door. het schuifcontact tussen het schoonmaakblad en de fotoreceptor bij lage temperatuur en lage vochtigheid veroorzaakte vibratie, tegen te houden. Door regulering van de mate van elasticiteit van de harssamenstelling van het 20 schoonmaakblad afhankelijk van de mengverhouding tussen de componenten van de harssamenstelling, is het mogelijk het schoonmaakblad met grote kracht tegen de fotoreceptor te drukken en achtergebleven bolvormig, fijn kleurmiddel betrouwbaar te verwijderen. Aldus vertoont het schoonmaakblad een goede schoonmaakprestatie, geschikt voor zeer fijn bolvormig kleurmiddel 25 dat gebruikt wordt voor de vorming van een afbeelding van hoge kwaliteit.
Het schoonmaakblad volgens de onderhavige uitvinding kan vervaardigd worden door enkel vorming van de samenstelling, bevattende het zoals hierboven gespecificeerde thermohardende elastomeer. Daarom is het 26 niet nodig specifieke bewerking van de oppervlakte van het schoonmaakblad uit te voeren, in tegenstelling tot de uitvinding beschreven in het octrooidocument 1. Aldus is het mogelijk het productieproces te vereenvoudigen en de regulering van het productieproces te vergemakkelijken, 5 en aldus het schoonmaakblad met lage kosten te produceren. Verder is het niet nodig het beeldvormende apparaat te voorzien van een apparaat voor het aanbrengen van een glijmiddel op de oppervlakte van de fotoreceptor. Aldus is het mogelijk het schoonmaakblad als zodanig in beeldvormende apparatuur op te nemen en het beeldvormende apparaat compact te maken. Aldus is het 10 mogelijk het schoonmaakblad met lage kosten te produceren.
KORTE BESCHRIJVING VAN DE FIGUREN
Fig. 1 is een illustratieve weergave van een kleurenbeeldvormend apparaat waarop het schoonmaakblad volgens de onderhavige uitvinding 15 geïnstalleerd is.
Fig. 2 geeft een werkwijze weer voor onderzoek van de prestatie van schoonmaakbladen uit voorbeelden van de onderhavige uitvinding en vergelijkende voorbeelden.
20 UITGEBREIDE BESCHRIJVING VAN DE VOORKEURSUITVOERINGEN De uitvoering van een schoonmaakblad volgens de onderhavige uitvinding en een beeldvormend apparaat waarop het schoonmaakblad geïnstalleerd is worden hieronder beschreven met verwijzing naar de figuren. 25
Zoals weergegeven in Fig. 1 is een schoonmaakblad 20 volgens de onderhavige uitvinding met een hechtmiddel aan een ondersteunend onderdeel 21 bevestigd. Het ondersteunende onderdeel 21 is samengesteld uit een stijf metaal, een elastische metaal, kunststof of keramiek. Het heeft de voorkeur 27 dat het ondersteunende onderdeel 21 uit metaal gemaakt is, en beter nog is het gemaakt uit Chrome Free SECC.
Als het hechtmiddel voor bevestiging van het schoonmaakblad 20 aan 5 het ondersteunende onderdeel 21 worden een polyamide- of polyurethaansmeltlijm en een epoxy- of fenolhechtmiddel gebruikt. Het verdient de voorkeur de smeltlijm te gebruiken.
Het in Fig. 1 weergegeven beeldvormende apparaat heeft een laadwals 10 11, een fotoreceptor 12, een tussenoverdrachtband 13, een fïxeerwals 14, kleurmiddelen 15a, 15b, 15c en 15d, een spiegel 16, een laser 17, een over te dragen onderwerp 18, een primaire overdrachtwals 19a, een secundaire overdrachtwals 19b en een kleurmiddelverzameldoos 22.
15 Het kleurenbeeldvormend apparaat vormt een afbeelding door de hieronder beschreven processen:
Eerst draait de fotoreceptor 12 in de door een pijl in Fig. 1 aangegeven richting. Nadat de fotoreceptor 12 geladen is door middel van de laadwals 11, 20 bestraalt de laser 17 via de spiegel 16 een niet-beeldvormend gedeelte van de fotoreceptor 12. Als gevolg wordt het niet-beeldvormende gedeelte ladingsvrij gemaakt. Het gedeelte van de fotoreceptor 12 dat overeenkomt met een beeldvormend gedeelte wordt geladen. Daarna wordt het kleurmiddel 15a aan de fotoreceptor 12 toegevoerd en aan het geladen beeldgedeelte gebonden om 25 een kleurmiddelafbeelding van de eerste kleur te vormen. De kleurmiddelafbeelding wordt overgebracht naar de tussenoverdrachtband 13 via de primaire overdrachtwals 19a. Op dezelfde manier wordt een op de fotoreceptor 12 gevormde kleurmiddelafbeelding van elk van de andere kleurmiddelen 15b tot en met 15d overgebracht naar de tussenoverdrachtband 28 13. Een vierkleurenafbeelding samengesteld uit de vier kleurmiddelen 15a tot en met 15d wordt op de tussenoverdrachtband 13 gevormd. De vierkleurenafbeelding wordt overgedragen naar het over te dragen materiaal (normaliter papier) 18 via de secundaire overdrachtwals 19b. Als het over te 5 dragen materiaal 18 tussen een paar op een vooraf bepaald temperatuur verwarmde fixeerwalsen 14 passeert, wordt de vierkleurenafbeelding op de oppervlakte ervan gefixeerd.
In de hierboven beschreven processen wordt, voor het achtereen-10 volgende kopiëren van de afbeelding van een oorspronkelijk document naar een veelvoud van opnamepapier, kleurmiddel dat niet overgedragen is naar de tussenoverdrachtband 13 maar op de fotoreceptor 12 achtergebleven is van de oppervlakte van de fotoreceptor 12 verwijderd door wrijven over de fotoreceptor 12 met het schoonmaakblad 20, dat tegen de oppervlakte van de 15 fotoreceptor 12 gedrukt is, en wordt verzameld in de kleurmiddelverzameldoos 22.
Het schoonmaakblad 20 volgens de onderhavige uitvinding is samengesteld uit een samenstelling bestaande uit voornamelijk een 20 elastomeer component (A), een vulstof (B) en een vernettend middel (C).
Als de elastomeercomponent (A) wordt NBR met een hoeveelheid gebonden acrylonitril van 28-40% en een aantalgemiddeld molecuulgewicht niet lager dan 70.000 en niet hoger dan 200.000 gebruikt.
25
De harssamenstelling bevat de vulstof (B) in een hoeveelheid van 1-80 gewichtsdelen, bij voorkeur in een hoeveelheid van 10-80 gewichtsdelen en beter nog in een hoeveelheid van 30-75 gewichtsdelen, per 100 gewichtsdelen elastomeercomponent (A).
29
Als de vulstof (B) wordt een co-vernettend middel, een vulkanisatie-versneller, een vulkanisatieversnellend hulpmiddel, een versterkend middel en een additief gebruikt.
5
Bij voorkeur wordt methacrylzuur als het co-vernettende middel gebruikt. De harssamenstelling bevat het methacrylzuur in een hoeveelheid van 5-10 gewichtsdelen en bij voorkeur in een hoeveelheid van 7-10 gewichtsdelen, per 100 gewichtsdelen elastomeercomponent (A).
10
Bij voorkeur wordt als de vulkanisatieversneller magnesiumoxide gebruikt, dat een anorganische versneller is, of thiazolen of thiurams, die organische vrsnellers zijn. Als thiazol is dibenzothiazylsulfide het beste. Als thiuram is tetramethylthiurammonosulfide het beste. De menghoeveelheid 15 van het magnesiumoxide is bij voorkeur 5-10 gewichtsdelen en beter nog 7-10 gewichtsdelen, per 100 gewichtsdelen elastomeercomponent (A). De menghoeveelheid van de thiazolen of de thiurams is bij voorkeur 0,5-3 gewichtsdelen, per 100 gewichtsdelen elastomeercomponent (A).
20 Bij voorkeur wordt zinkoxide of stearinezuur als het vulkanisatie- versnellende hulpmiddel gebruikt. De menghoeveelheid van het vulkanisatie-versnellende hulpmiddel is bij voorkeur 1-10 gewichtsdelen en beter nog 2-8 gewichtsdelen, per 100 gewichtsdelen elastomeercomponent (A). Indien twee of meer vulkanisatieversnellende hulpmiddelen in combinatie gebruikt worden, 25 is de menghoeveelheid van een van de vulkanisatieversnellende hulpmiddelen bij voorkeur 0,5-5 gewichtsdelen, per 100 gewichtsdelen elastomeercomponent (A).
30
Als het versterkende middel wordt bij voorkeur roet gebruikt en beter nog ISAF-kool. De menghoeveelheid van de roet is bij voorkeur 10-80 gewichtsdelen en beter nog 10-60 gewichtsdelen, per 100 gewichtsdelen elastomeercomponent (A).
5
Bij voorkeur worden als het additief metaalzouten van vetzuren. Als het metaalzout van een vetzuur worden bij voorkeur metaalzouten van stearinezuur gebruikt en beter nog zinkstearaat. De menghoeveelheid van het additief is bij voorkeur 1 tot 20 gewichtsdelen en beter nog 5 tot 15 10 gewichtsdelen, per 100 gewichtsdelen elastomeercomponent (A).
De vulstof (B) kan enkel gebruikt worden of twee of meer ervan kunnen gemengd gebruikt worden, de volgende combinaties hebben de voorkeur: de combinatie van het co-vernettende middel, de vulkanisatie-15 versneller en het versterkende middel; de combinatie van het co-vernettende middel, de vulkanisatieversneller, het versterkende middel en het additief; de combinatie van de vulkanisatieversneller, het vulkanisatieversnellende hulpmiddel en het versterkende middel; de combinatie van de vulkanisatieversneller, het vulkanisatieversnellende hulpmiddel, het 20 versterkende middel en het additief; en de combinatie van het vulkanisatieversnellende hulpmiddel en het versterkende middel. De volgende combinaties hebben sterker de voorkeur: de combinatie van methacrylzuur, magnesiumoxide en roet; de combinatie van methacrylzuur, magnesium oxide, roet en metaalzouten van stearinezuur; en de combinatie van thiazolen en/of 25 thiurams, zinkoxide, stearinezuur, roet en metaalzouten van het stearinezuur. Van deze combinaties is de combinatie bevattende de metaalzouten van vetzuren het beste.
31
Als het vernettende middel (C) worden zwavel of organische peroxides gebruikt. Deze vernettende middelen kunnen enkel of in een combinatie van twee of meer ervan gebruikt worden.
5 Bij voorkeur wordt poederzwavel als het hierboven beschreven zwavel gebruikt. De menghoeveelheid van het zwavel is bij voorkeur 0,5-5 gewichtsdelen en beter nog 1-3 gewichtsdelen, per 100 gewichtsdelen elastomeercomponent (A). Als zwavel als het vernettende middel (C) gebruikt wordt, worden bij voorkeur de vulkanisatieversneller en het 10 vulkanisatieversnellende hulpmiddel als de vulstof (B) gebruikt.
Bij voorkeur wordt dicumylperoxide als het organische peroxide gebruikt. De menghoeveelheid van het organische peroxide is bij voorkeur 0,5-10 gewichtsdelen en beter nog een tot zes gewichtsdelen, per 100 15 gewichtsdelen elastomeercomponent (A). Als het organische peroxide als het vernettende middel (C) gebruikt wordt, wordt bij voorkeur het co-vernettende middel als de vulstof (B) gebruikt.
Het schoonmaakblad volgens de onderhavige uitvinding wordt 20 vervaardigd zoals hieronder beschreven:
Eerst worden de elastomeercomponent (A) en de vulstof (B) gedurende vijf tot zes minuten bij 80-120°C gekneed met het kneedapparaat zoals de enkel-asextruder, de 1,5-asextruder, de biaxiale extruder, de open walsrol, de 25 kneder, de Banbury-mixer en de verwarmde wals. Als de kneedtemperatuur lager dan 80°C en de kneedperiode korter dan vijf minuten is, is de elastomeercomponent (A) niet week gemaakt en is onvoldoende gekneed. Als de kneedtemperatuur hoger is dan 120°C en de kneedperiode langer dan zes minuten, bestaat de kans dat het vernettende middel (C) ontleed is.
32
Nadat het vernettende middel (C) aan het verkregen mengsel toegevoegd is, worden zij gedurende vijf tot zes minuten bij 80-90°C met behulp van het kneedapparaat gekneed. Als de kneedtemperatuur lager dan 5 80°C en de kneedperiode korter dan vijf minuten is, is het mengsel niet week gemaakt en onvoldoende gekneed. Als de kneedtemperatuur hoger is dan 90°C en de kneedperiode langer dan zes minuten, bestaat de kans dat het vernettende middel (C) ontleed is.
10 De door uitvoering van de hierboven beschreven werkwijze verkregen samenstelling wordt gevormd om het schoonmaakblad 20 volgens de onderhavige uitvinding te verkrijgen.
Bij voorkeur wordt de samenstelling in het rechthoekige schoonmaak-15 blad 20 met een dikte van 1 tot 3 mm, een breedte van 10-40 mm en een lengte van 200-500mm gevormd en verwerkt. De vormmethode is niet specifiek beperkt maar een bekende methode zoals de spuitgietmethode of de persgietmethode kan toegepast worden. Specifieker wordt persvulkanisatie uitgevoerd bij 155-175°C gedurende 10-30 minuten, met de in een matrijs 20 geharde samenstelling. Als de vulkanisatietemperatuur lager is dan 155°C en de vulkanisatieperiode korter dan 10 minuten, is de samenstelling niet voldoende gevulkaniseerd. Als de vulkanisatietemperatuur hoger is dan 175°C en de vulkanisatieperiode langer dan 30 minuten, bestaat de kans dat het rubber verbrandt.
25
Het door uitvoering van de hierboven beschreven werkwijze verkregen schoonmaakblad 20 heeft een hardheid van 60-90 in JIS-A en bij voorkeur 70-85 in JIS-A; een treksterkte van 9,0-35 MPa en bij voorkeur 9,0-25 MPa; een 33 elastische terugvering van 15 tot 70% en bij voorkeur 15 tot 60%; en een glasovergangstemperatuur van -20-10°C en bij voorkeur -20-6°C.
Omdat het schoonmaakblad 20 volgens de onderhavige uitvinding de 5 hierboven beschreven eigenschappen heeft, genereerde het schoonmaakblad 20 niet het klapperfenomeen in de in de voorbeelden uitgevoerde test, die hieronder uitgebreid beschreven wordt. Verder is het schoonmaakblad 20 in staat betrouwbaar al het kleurmiddel bij een lage temperatuur af te schrapen, evenals bij normale temperatuur.
10
VOORBEELDEN
Voorbeelden 1 tot en met 4 en vergelijkende voorbeelden 1. 2
Nadat de in tabel 1 weergegeven menghoeveelheid van elke 15 elastomeercomponent (A) en de vulstof (B) afgemeten was, werden de elastomeercomponent (A) en de vulstof (B) aan een rubberkneedapparaat zoals een biaxiale extruder, een open walsrol, een Banbury-mixer of een kneder toegevoerd. Daarna werden ze gedurende vijf tot zes minuten gekneed terwijl ze tot 80-120°C verwarmd werden.
20
Het verkregen mengsel en het vernettende middel (C), waarvan de menghoeveelheid in tabel 1 weergegeven wordt, werden toegevoerd aan het rubberkneedapparaat zoals de open walsrol, de Banbury-mixer of de kneder en werden vervolgens gedurende vijf tot zes minuten gekneed bij verarming tot 25 80-90°C.
Nadat de verkregen rubbersamenstelling in een matrijs uitgehard was, werd het door persen bij 155-175°C gedurende 10-30 minuten gevulkaniseerd om een folie te verkrijgen met een dikte van 2 mm en een samengeperste bal 34 (gevormde basismateriaal) met een diameter van 0 27,5 mm X een dikte van 12 mm.
Nadat uit de folie een schoonmaakblad met een breedte van 27 mm en 5 een lengte van 320 mm en de dikte van 2 mm gesneden was, werd het schoonmaakblad met smeltlijm (vervaardigd door Oiabond Ine.) aan een ondersteunend onderdeel, vervaardigd uit Chrome Free SECC, gehecht. Het middelste gedeelte van de folie werd op maat gesneden om een schoonmaakonderdeel te verkrijgen.
TJ (Μ S 2 => ® 2 m ο o _^cm °° co ro „ x x φ .O ° ,- τ- ι- Λ ΙΟ
Pb ® ο > > ο τ-φ 2 f J 8 ® ο Ο ί S IJ S <? χ ° < Ρ ο 2 Ο 'Tj- ]σ 1 § g 8 S g 5 t ® ο ο ο ι_ ^ w τ— Τ Ο ο > C0 Ό ® go m ^ ο η in η co q ο % « , , 0 λ “Λ “’ '-ι-ο·^ cm ν Ο Ο >
CM
eg I 8 » ο ο ο „ g S IS 5 8 «μ ο ο ο Ο τ ο > 2 ® 2 ιη ο ο ο m co ®. ’-“oi.io ^ ° — η cm s co a η 7 ο ο > < ω c ο i »- ι_ m Ο ^ _φ jU -ζ3 Τ- br (0 φ 0) -So £. 3 α> r r Η Ο '•ι' *—> λ S 5 5 s -a 2 ζ 5 & «5 ^ §> §> s Ss §3 3 η II asbs I ε φ 3 "5, φ Ν 2 TO "(5 ξ £ ΐ Ε Ο Q £ <2 Μ h 5 ® 5 ·ϊ .2 _ Μ ® ·? ο 2 φ § φ^χ.Ε2εεφ·ρφ§-Ξ,3 “ π ο „^c2ob=u)row>m>2iSm „ 5 rog ο;®α£^2ϋ:ί£υη«?·Ε- C° 3 ~ moroji.gS.gaaï^oÖTOO °^2 g1 = zcc55nwn>>nOX(o<E „5 ___I I I I I I I__J__J_ g1 φ .Φ ,Q> _ 2 c <5 <5
< < ™ > ® £ K
< m υ l| llll || - I I I ll III! 111 I I ε e 8 | isiglll
ö o o o .Pm TOÏ22JSUO
Η Ο Ο O iii> ΐι-ιηΰ^«ω 36
Van alle in tabel 1 weergegeven componenten, werden de volgende producten als de hieronder beschreven componenten gebruikt:
. NBR
5 Hoeveelheid acrylonitril 28%: Nipol DN2850 vervaardigd door Nippon
Zeon Ine.
Hoeveelheid acrylonitril 39%: Perbunan NT3965 vervaardigd door Bayer Polymeer Ine.
Hoeveelheid acrylonitril 15% en 52% (vergelijkende voorbeelden 1, 2): 10 Op experimentele basis door JSR gemaakt product.
• Roet: "Sheast ISAF" vervaardigd door Tokai Carbon Ine.
• Stearinezuur: "Tsubaki" vervaardigd door Nippon Yushi Ine.
• Zinkstearaat: "ZINKSTEARAAT" vervaardigd door Nippon Yushi Ine.
• Vulkanisatieversneller A: Dibenzothiazyldisulfide ("Knockseller DM" 15 vervaardigd door Ouchi Shinko Kagaku Kogyo Ine.) . Vulkanisatieversneller B: Tetramethylthiurammonosulfide ("Knockseller TS" vervaardigd door Ouchi Shinko Kagaku Kogyo Ine.) . Zwavel: Poederzwavel (vervaardigd door Tsurumi Kagaku Ine.) • Organisch peroxide: Dicumylperoxide ("Percumyl D" vervaardigd door 20 Nippon Yushi Ine.)
De in tabel 1 weergegeven eigenschappen (hardheid, treksterkte, elastische terugvering, glasovergangstemperatuur Tg) werden door middel van de volgende werkwijzen gemeten: 25 (1) Hardheid: de hardheid van de bereide geperste bal werd gemeten volgens JIS K 6253 (type A).
37 (2) Treksterkte: Haltervormige proefstukken nr. 3 werden uit de bereide folie met de dikte van 2 mm gestanst om de treksterkte ervan bij een treksnelheid van 500 mm/minuut te meten volgens JIS K 6251.
5 (3) Elastische terugvering: de elastische terugvering van de bereide geperste bal werd bij 23°C gemeten volgens JIS K 6255 (Lubke-methode).
(4) Glasovergangstemperatuur Tg: Nadat uit de folie met dikte 2 mm monsters met een breedte van 5 X 40 mm bereid waren, werd tanö gemeten 10 met gebruik van een viscoelasticiteitspectrometer ("VR-7110" gemaakt door Uejima Seisakusho). De piek van tan5 werd als de glasovergangstemperatuur Tg genomen. Een sinusvormige golf werd in een trekmodus met een frequentie van 10 Hz gemeten.
15 Het klapperfenomeen van het schoonmaakblad en de schoonmaakprestatie ervan werden door middel van de volgende methode beoordeeld.
Zoals in Fig. 2 weergegeven werd gepolymeriseerd kleurmiddel (in de 20 handel verkrijgbaar kleurmiddel uit een in de handel verkrijgbaar, door Canon geproduceerd afdrukapparaat), waarvan de deeltjes een diameter van 10 pm hadden, gebonden aan een horizontaal geplaatste glasplaat 23 waarop OPC (Organic Photo Conductor vervaardigd door de onderhavige uitvinder) aangebracht was. De van OPC voorziene glasplaat 23 werd met een snelheid 25 van 200 mm/seconde bewogen, waarbij het schoonmaakblad 20 van elk van de voorbeelden en de vergelijkende voorbeelden in een hoek van 20-40° ten opzichte van de van OPC voorziene glasplaat 23 gehouden werd om te zien of het klapperfenomeen en een kleurmiddelafgeschraapte toestand optraden. De test werd bij een temperatuur van 23°C en een vochtigheid van 55% 38 uitgevoerd. De schoonmaakprestatie werd bij een lage temperatuur van 10°C en een lage vochtigheid van 15% beoordeeld.
Monsters die niet klapperden werden met o gewaardeerd. Monsters 5 die weinig klapperden werden met Δ gewaardeerd. Monsters die veel klapperden werden met X gewaardeerd.
Wat betreft de schoonmaakprestatie werden monsters die al het kleurmiddel volledig afschraapten met · gewaardeerd. Monsters die 10 kleurmiddel afschraapten werden met o gewaardeerd. Monsters die een kleine hoeveelheid kleurmiddel op de glasplaat 23 achterlieten werden met Δ gewaardeerd. Monsters die zoveel kleurmiddel op de glasplaat 23 achterlieten dat het visueel waargenomen kon worden werden met X gewaardeerd.
15 Het schoonmaakblad uit het vergelijkende voorbeeld 1 had een lage glasovergangstemperatuur. Aldus vertoonde het schoonmaakblad een uitstekende schoonmaakprestatie bij een lage temperatuur. Maar het had een lage mechanische sterkte omdat het een kleine hoeveelheid gebonden acrylonitril bevatte. Dientengevolge klapperde het en had daardoor een 20 inferieure schoonmaakprestatie bij normale temperaturen.
Het schoonmaakblad uit het vergelijkende voorbeeld 2 had een hoge glasovergangstemperatuur omdat het een grotere hoeveelheid gebonden acrylonitril had. Het schoonmaakblad een inferieure schoonmaakprestatie bij 25 lage temperatuur.
De schoonmaakbladen uit de voorbeelden vertoonden niet de problemen die optraden bij de schoonmaakbladen uit de vergelijkende 39 voorbeelden. Specifieker, de schoonmaakbladen uit de voorbeelden klapperden niet en vertoonden uitstekende schoonmaakprestaties bij normale en lage temperaturen.
5 1 03 2 6 1 5
Claims (10)
1. Een schoonmaakblad voor gebruik in een beeldvormend apparaat, gevormd 5 door het vormen van een harssamenstelling bevattende een rubber- component bestaande uit een thermohardend elastomeer bevattende acrylonitril als een opbouwend monomeer ervan en met een hoeveelheid gebonden acrylonitril van 15-50%.
2. Het schoonmaakblad volgens conclusie 1, waarbij het aantalgemiddelde molecuulgewicht van genoemd thermohardend elastomeer niet lager is dan 50.000.
3. Het schoonmaakblad volgens conclusie 1, waarbij genoemd thermohardend 15 elastomeer omvattende genoemde rubbercomponent gekozen is uit acrylonitrilbutadieenrubber (NBR), een mengsel van genoemd NBR en een ander elastomeer, en gehydrogeneerd acrylonitrilbutadieenrubber (HNBR) met niet meer dan 10% overgebleven dubbele bindingen.
4. Het schoonmaakblad volgens conclusie 2, waarbij genoemd thermohardend elastomeer omvattende genoemde rubbercomponent gekozen is uit acrylonitrilbutadieenrubber (NBR), een mengsel van genoemd NBR, en een ander elastomeer en gehydrogeneerd acrylonitrilbutadieenrubber (HNBR) met niet meer dan 10% overgebleven dubbele bindingen. 25
5. Het schoonmaakblad volgens conclusie 1, waarbij genoemde harssamenstelling genoemde rubbercomponent bevat; 0,1-80 gewichtsdelen van een vulstof per 100 gewichtsdelen van genoemde 1 032 6 1 5' rubbercomponent en 0,1-30 gewichtsdelen van een vernettend middel per 100 gewichtsdelen van genoemde rubbercomponent.
6. Het schoonmaakblad volgens conclusie 2, waarbij genoemde 5 harssamenstelling genoemde rubbercomponent bevat; 0,1-80 gewichtsdelen van een vulstof per 100 gewichtsdelen van genoemde rubbercomponent en 0,1-30 gewichtsdelen van een vernettend middel per 100 gewichtsdelen van genoemde rubbercomponent.
7. Het schoonmaakblad volgens conclusie 3, waarbij genoemde harssamenstelling genoemde rubbercomponent bevat; 0,1-80 gewichtsdelen van een vulstof per 100 gewichtsdelen van genoemde rubbercomponent en 0,1-30 gewichtsdelen van een vernettend middel per 100 gewichtsdelen van genoemde rubbercomponent. 15
8. Het schoonmaakblad volgens conclusie 1 met een JIS-A-hardheid van 60-90, een treksterkte niet lager dan 6,0 MPa en een elastische terugvering van 15-70%.
9. Het schoonmaakblad volgens conclusie 2 met een JIS-A-hardheid van 60- 90, een treksterkte niet lager dan 6,0 MPa en een elastische terugvering van 15-70%.
10. Het schoonmaakblad volgens conclusie 3 met een JIS-A-hardheid van 60- 25 90, een treksterkte niet lager dan 6,0 MPa en een elastische terugvering van 15-70%. 1032615
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
JP2005291413A JP4463748B2 (ja) | 2005-10-04 | 2005-10-04 | 画像形成装置用クリーニングブレード |
JP2005291413 | 2005-10-04 |
Publications (2)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL1032615A1 NL1032615A1 (nl) | 2007-04-06 |
NL1032615C2 true NL1032615C2 (nl) | 2008-09-15 |
Family
ID=37902699
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL1032615A NL1032615C2 (nl) | 2005-10-04 | 2006-10-03 | Schoonmaakblad voor gebruik in beeldvormende apparatuur. |
Country Status (6)
Country | Link |
---|---|
US (1) | US7714059B2 (nl) |
JP (1) | JP4463748B2 (nl) |
KR (1) | KR100830913B1 (nl) |
CN (1) | CN1945456B (nl) |
NL (1) | NL1032615C2 (nl) |
SG (1) | SG131028A1 (nl) |
Families Citing this family (4)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
JP2008299204A (ja) * | 2007-06-01 | 2008-12-11 | Sumitomo Rubber Ind Ltd | 画像形成装置用クリーニングブレードの製造方法およびクリーニングブレード |
JP5854634B2 (ja) * | 2011-05-17 | 2016-02-09 | キヤノン株式会社 | 印刷装置、及び印刷装置の制御方法、プログラム、並びに記憶媒体 |
US8805241B2 (en) | 2011-07-27 | 2014-08-12 | Xerox Corporation | Apparatus and methods for delivery of a functional material to an image forming member |
US8676089B2 (en) * | 2011-07-27 | 2014-03-18 | Xerox Corporation | Composition for use in an apparatus for delivery of a functional material to an image forming member |
Citations (7)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
JPS60125874A (ja) * | 1983-12-13 | 1985-07-05 | Hokushin Ind Inc | オフセット防止液のコントロ−ル用ブレ−ド |
JPS60231745A (ja) * | 1985-02-26 | 1985-11-18 | Nippon Rubber Co Ltd | 裁断刃受けゴム成形用ゴム組成物 |
US5065158A (en) * | 1989-02-17 | 1991-11-12 | Canon Kabushiki Kaisha | Ink jet cleaning member |
JPH1017718A (ja) * | 1996-06-28 | 1998-01-20 | Nippon Zeon Co Ltd | 半導電性エラストマー部材及びその製法 |
JP2002062738A (ja) * | 2000-08-15 | 2002-02-28 | Ricoh Co Ltd | 液体現像装置およびそれを備える画像形成装置 |
JP2003103686A (ja) * | 2001-09-28 | 2003-04-09 | Bando Chem Ind Ltd | 弾性部材及び電子写真装置用ブレード |
US20040266938A1 (en) * | 2002-09-09 | 2004-12-30 | Hideyuki Tokumitsu | Hydronated nitrile rubber composition |
Family Cites Families (16)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
JPH0193761A (ja) | 1987-10-05 | 1989-04-12 | Canon Inc | 画像形成装置 |
JPH04311988A (ja) | 1991-04-10 | 1992-11-04 | Canon Inc | 半導電性クリーニングブレード |
JPH0524049A (ja) | 1991-07-25 | 1993-02-02 | Bando Chem Ind Ltd | 電子写真複写機用クリーニング・ブレードの製法 |
JPH06167825A (ja) | 1992-11-30 | 1994-06-14 | Mita Ind Co Ltd | 電子写真法 |
US5604573A (en) * | 1993-11-05 | 1997-02-18 | Konica Corporation | Developing unit with a smoothing plate |
DE69435298D1 (de) * | 1993-11-30 | 2010-08-05 | Canon Kk | Toner und Entwickler für elektrostatische Bilder, ihr Herstellungsverfahren, und Bildherstellungsverfahren |
JPH08328351A (ja) | 1995-02-10 | 1996-12-13 | Bridgestone Corp | 導電性部材 |
JP3305722B2 (ja) * | 1995-05-22 | 2002-07-24 | キャボット コーポレイション | 部分的に被覆されたカーボンブラックを含有するエラストマーのコンパウンド |
JPH10213971A (ja) | 1996-11-28 | 1998-08-11 | Ntn Corp | 現像剤遮断部材 |
JP2002268490A (ja) * | 2001-03-07 | 2002-09-18 | Konica Corp | 画像形成装置 |
JP2003103586A (ja) * | 2001-10-02 | 2003-04-09 | Fuji Photo Film Co Ltd | プラスチック光学部品の製造方法 |
JP2003226773A (ja) | 2002-02-07 | 2003-08-12 | Tokai Rubber Ind Ltd | 電子写真部材用ゴム発泡体およびその製法 |
JP3866117B2 (ja) | 2002-02-26 | 2007-01-10 | 株式会社沖データ | 画像形成装置 |
JP2004037739A (ja) | 2002-07-02 | 2004-02-05 | Canon Inc | プロセスカートリッジ及び電子写真装置 |
JP4534693B2 (ja) * | 2003-11-28 | 2010-09-01 | 富士ゼロックス株式会社 | 半導電性部材及び画像形成装置 |
US7358314B2 (en) * | 2005-08-18 | 2008-04-15 | Alliant Techsystems Inc. | Polybenzoxazole-filled nitrile butadiene rubber compositions |
-
2005
- 2005-10-04 JP JP2005291413A patent/JP4463748B2/ja not_active Expired - Fee Related
-
2006
- 2006-08-31 SG SG200605970-3A patent/SG131028A1/en unknown
- 2006-09-13 US US11/519,918 patent/US7714059B2/en not_active Expired - Fee Related
- 2006-09-21 CN CN2006101540801A patent/CN1945456B/zh not_active Expired - Fee Related
- 2006-09-28 KR KR1020060094570A patent/KR100830913B1/ko not_active IP Right Cessation
- 2006-10-03 NL NL1032615A patent/NL1032615C2/nl not_active IP Right Cessation
Patent Citations (7)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
JPS60125874A (ja) * | 1983-12-13 | 1985-07-05 | Hokushin Ind Inc | オフセット防止液のコントロ−ル用ブレ−ド |
JPS60231745A (ja) * | 1985-02-26 | 1985-11-18 | Nippon Rubber Co Ltd | 裁断刃受けゴム成形用ゴム組成物 |
US5065158A (en) * | 1989-02-17 | 1991-11-12 | Canon Kabushiki Kaisha | Ink jet cleaning member |
JPH1017718A (ja) * | 1996-06-28 | 1998-01-20 | Nippon Zeon Co Ltd | 半導電性エラストマー部材及びその製法 |
JP2002062738A (ja) * | 2000-08-15 | 2002-02-28 | Ricoh Co Ltd | 液体現像装置およびそれを備える画像形成装置 |
JP2003103686A (ja) * | 2001-09-28 | 2003-04-09 | Bando Chem Ind Ltd | 弾性部材及び電子写真装置用ブレード |
US20040266938A1 (en) * | 2002-09-09 | 2004-12-30 | Hideyuki Tokumitsu | Hydronated nitrile rubber composition |
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
CN1945456A (zh) | 2007-04-11 |
KR20070037997A (ko) | 2007-04-09 |
KR100830913B1 (ko) | 2008-05-22 |
SG131028A1 (en) | 2007-04-26 |
JP2007101879A (ja) | 2007-04-19 |
US20070078218A1 (en) | 2007-04-05 |
NL1032615A1 (nl) | 2007-04-06 |
JP4463748B2 (ja) | 2010-05-19 |
CN1945456B (zh) | 2010-11-24 |
US7714059B2 (en) | 2010-05-11 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
KR100895467B1 (ko) | 화상 형성 장치용 클리닝 블레이드 | |
JP4463798B2 (ja) | 画像形成装置用クリーニングブレード | |
KR100865925B1 (ko) | 화상 형성 장치용 클리닝 블레이드 | |
EP1832940B1 (en) | Cleaning blade for use in image-forming apparatus | |
NL1032615C2 (nl) | Schoonmaakblad voor gebruik in beeldvormende apparatuur. | |
JP4602272B2 (ja) | 画像形成装置用クリーニングブレード | |
EP2251744A1 (en) | Cleaning blade for image-forming apparatus | |
EP1998233B1 (en) | Method for producing cleaning blade for use in image-forming apparatus and cleaning blade | |
KR100944479B1 (ko) | 화상 형성 장치용 클리닝 블레이드 | |
JP2007047272A (ja) | 画像形成装置用クリーニングブレード | |
JP2008112149A (ja) | 画像形成装置用クリーニングブレード | |
JP2007041454A (ja) | 画像形成装置用クリーニングブレード | |
EP1936446A2 (en) | Cleaning blade for use in image-forming apparatus | |
JP2011085656A (ja) | 画像形成装置用クリーニングブレード | |
JP2002019986A (ja) | 紙葉類の重送防止ゴム部材 | |
JP2011085657A (ja) | 画像形成装置用クリーニングブレード |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
AD1A | A request for search or an international type search has been filed | ||
RD2N | Patents in respect of which a decision has been taken or a report has been made (novelty report) |
Effective date: 20080708 |
|
PD2B | A search report has been drawn up | ||
V1 | Lapsed because of non-payment of the annual fee |
Effective date: 20120501 |