NL1026730C2 - Remsamenstel voor een fiets met meervoudige vervangbare remblokjes. - Google Patents

Description

REMSAMENSTEL VOOR EEN FIETS MET MEERVOUDIGE VERVANGBARE REMBLOKJES

Achtergrond

De achtergrond van de uitvinding zal in twee delen besproken worden: 5

Gebied van de uitvinding

De uitvinding heeft betrekking op remsamen-stellen voor fietsen, en meer in het bijzonder op een sa-10 menstel omvattende een remblokhouder met verwisselbare rem-blokjes met verschillende remeigenschappen, waarbij de houder en de remblokjes vormgegeven zijn voor het weerstand bieden aan samendrukking van het blokje en het uitschieten daarvan als gevolg van de door de beweging van de wielvelg 15 op de blokjes uitgeoefende druk.

Beschrijving van de stand van de techniek

Fietsen omvatten gewoonlijk remsamenstellen die 20 aangrijpen op de wielvelg van de fiets in respons op bediening van remhefbomen. Dergelijke remsamenstellen zijn over het algemeen aangebracht op het fietsframe en omvatten rem- 1 026730 2 schoenen die beweegbaar aangebracht zijn op caliper-(krompasser) samenstellen die over de velg reiken. De remschoenen bezitten een remblokje van wrijvingverschaffend materiaal om aan te komen tegen de velg en deze met wrij-5 ving aan te grijpen om de fiets te vertragen of te stoppen. Het grootste deel van dergelijke remblokjes zijn van een enkel materiaalcompositie en bezitten in het aangrijpopper-vlak een bepaalde ontwerpvorm, gelijkend op het loopvlak-ontwerp van banden, om wrijving voor een bepaalde remtoe-10 stand te bevorderen, of voor het remmen in het algemeen om de fiets te stoppen. In enkele bekende remblokjes is de compositie van het wrijvingsmateriaal zodanig dat piepen of trillen veroorzaakt wordt, en in zowat alle omstandigheden ongelijke slijtage van de remblokjes op de plaats van aan-15 grijping optreedt, resulterend in een ongelijke krachtaan-grijping op de velg. Remschoenen met dergelijke blokjes zijn in het algemeen rechthoekig met een bevestigingspen in het midden daarvan.

Amerikaans octrooi 5.555.958, op 17 september 20 1996 verleend aan Richard C. Everett, en Amerikaans octrooi 5.896.955, op 27 april 1999 verleend aan Richard C. Everett, tonen en beschrijven remblokjes voor fietsen met een van een scheiding voorzien eendelig blokje met tenminste twee blokjes gevormd van verschillend materiaal, waarbij de 25 blokjesdelen gevormd zijn voor gelijktijdige aangrijping van de fietsvelg. Dergelijke remblokjes zijn gevormd uit verschillende combinaties van meervoudig rubber van elastomeer in plaats van uit een enkele materiaalcompositie, om aldus remeigenschappen te verbeteren, zoals remmen onder 30 natte of droge omstandigheden en/of het piepen en schokken te stoppen, met hetzelfde blokje.

Amerikaans octrooi 6.244.396, op 12 juni 2001 verleend aan Lumpkin, toont een langwerpige remblokjeshouder met een aantal verwijderbare blokjessegmenten die axi-35 aal in de houder geplaatst zijn. Een steun houdt de blokjes in een vaste positie binnen de houder. Er is daarin geen voorziening gemaakt om samendrukking van het blokje en het 1 02 673 0 3 uittrekken van het blokje als gevolg van door de wielvelg-beweging op de blokjes uitgeoefende druk te bepalen, en daarmee blokjesstabiliteit te verschaffen.

Dergelijke inrichtingen zijn illustratief voor de 5 vele en verscheidene opstellingen waarmee pogingen zijn gedaan om het remmen van fietsen te verbeteren. De reniblok-jes, zelfs de remsamenstellen, volgens de stand van de techniek, blijven echter beperkt in variatie en flexibiliteit in remeigenschappen. Om de voorgaande redenen bestaat 10 er behoefte aan een remblokjessamenstel met vervangbare blokjes met verschillende remeigenschappen voor het verschaffen van variatie en flexibiliteit in het remmen onder verschillende rij-omstandigheden, met toereikende voorzieningen voor stabiliteit van het blokje in de blokjeshouder. 15 Het is aldus een aspect van de onderhavige uit vinding om een nieuw en verbeterd fietsremsamenstel te verschaffen met verwisselbare remblokjes voor het verschaffen van variatie en flexibiliteit in het remmen onder verschillende rij-omstandigheden.

20 Het is een ander aspect van de uitvinding om een verbeterd fietsremsamenstel te verschaffen met een herbruikbare remschoen- of houder, voor opname van remblokjes die samengesteld zijn uit verschillende remstoffen welke verwisseld en herschikt kunnen worden binnen de schoen om 25 variatie te verschaffen in de remeigenschappen van het samenstel .

Het is een verder aspect van de uitvinding om een unieke fietsremhouder te verschaffen met vervangbare remblokjes, met verschillende remeigenschappen, inbegrepen een 30 verwijderbare eindkap welke verhoogde weerstand verschaft tegen samendrukking, bolstaan, en uittrekken van het blokje als gevolg van door de wielvelg op de blokjes uitgeoefende druk.

Andere aspecten, kenmerken en voordelen van de 35 uitvinding zullen duidelijk worden bij lezing van de beschrijving, genomen in samenhang met de tekeningen, waarin 1026730 4 gelijke verwijzingscijfers verwijzen naar vergelijkbare elementen in de verscheidene aanzichten.

Samenvatting 5

De onderhavige uitvinding betreft een fietsrem-blokjessamenstel in het bijzonder zoals ontschreven in de bijbehorende conclusies. Hiermee wordt de behoefte vervuld voor een remblokjessamenstel met vervangbare blokjes van 10 verschillende stoffen met verschillende remeigenschappen, waardoor remvariatie en flexibiliteit onder verschillende rij-omstandigheden wordt verschaft met een toereikende voorziening voor de stabiliteit van het blokje in de blok-jeshouder. Het samenstel omvat een aantal vervangbare blok-15 jes die in opeenvolging in een langwerpige, aan een eind open zijnde blokjeshouder ingevoerd worden, waarbij de blokjes gevormd zijn van verschillende remstoffen om de fiets verschillende remeigenschappen te verschaffen. De blokjes kunnen vervangen en/of herschikt worden binnen de 20 houder. Zij zijn door middel van grendelmiddelen, zoals een eindkap, gevormd voor passende aangrijping met de aan een eind open houder, op hun plaats opgesloten en vastgehouden. De remblokjes zijn in vorm af gestemd op de blokj eshouder en de grendelmiddelen om verhoogde weerstand te ver-25 schaffen tegen samendrukking, bolstaan en/of uittrekken van de remblokjes uit de houder als gevolg van door de beweging van de wielvelg op de blokjes uitgeoefende druk. De remblokjes kunnen een overreikend deel aan een eind en een onderreikend deel aan het andere eind bezitten, zodat bij sa-30 menvoeging in de houder het overreikend gedeelte van een blokje is gepast over het onderreikend gedeelte van het aangrenzend blokje. De ontwerpeigenschappen van het samenstel verschaffen weerstand tegen uitschieten als gevolg van druk uitgeoefend door de beweging van de wielvelg. De rem-35 blok j eshouder bezit een langskromming die in hoofdzaak overeenkomt met de kromtestraal van de wielvelg van de fiets, waardoor het contact van het blokje met de wielvelg verbeterd wordt.

1026730 5

Tekeningen

Figuur 1 is een perspectivisch aanzicht op een 5 remschoensamenstel met remblokjes van verschillende vormgeving en remstoffen, volgens de onderhavige uitvinding;

Figuur 2 is een uiteengenomen perspectivisch aanzicht op een remschoensamenstel van figuur 1;

Figuur 3 is een perspectivisch aanzicht op de 10 remschoenhouder van figuur 1, zonder de remblokjes in de houder;

Figuur 4 is een perspectivisch aanzicht waarin de vormgeving van de remblokjes volgens de onderhavige uitvinding getoond wordt; 15 Figuur 5 is een perspectivisch aanzicht van bo venaf op het remschoensamenstel van figuur 1;

Figuur 6 is een dwarsdoorsnede door het remschoensamenstel volgens figuur 5, volgens lijn VI-VI in figuur 5; 20 Figuur 7 is een zij-aanzicht op het remschoensa menstel van figuur 1;

Figuur 8 is een onderaanzicht op het remschoensamenstel volgens figuur 6;

Figuur 9 is een bovenaanzicht op het remschoensa-25 menstel van figuur 6.

Beschrijving

Thans verwijzend naar de tekeningen, in het bij-30 zonder naar figuren 1 en 2, is getoond een remschoensamenstel, in het algemeen aangeduid met 10, volgens de uitvinding. Het samenstel 10 omvat een bevestigingsmiddel, zoals een van een schroef voorzien pendeel 11, bevestigd aan een remblokjessteundeel, zoals het rugdeel, of remblokjeshouder 35 12. Houder 12 is afgeknot met een open eind dat vormgegeven is om op passende wijze complementaire sluitmiddelen, zoals een eindkap 16, te ontvangen, waardoor remblokjes 13-15 in de houder 12 ingebracht kunnen worden en dan door de eind- 1026730 6 kap 16 op hun plaats opgesloten en door grendelpen 20 vast-gelegd kunnen worden. Eindkap 16 en grendelpen 20 dienen niet alleen om de blokjes 13-15 binnen de houder 12 op te sluiten en vast te leggen, maar, zoals hieronder verder 5 uiteengezet zal worden, zijn zij, in samenhang met het ontwerp van de remblokjes, ontworpen en geplaatst voor het voorkomen van het uitschieten van remschoentjes als gevolg van door de wielvelgbeweging op de blokjes uitgeoefende druk. De houder 12 kan van gesmeed en machinaal bewerkt 10 aluminium vervaardigd zijn, terwijl de eindkap 16 vervaardigd kan zijn van gegoten aluminium. Andere materialen en vervaardigingswijzen kunnen gebruikt worden zonder de geest en de strekking van de uitvinding te verlaten.

Figuur 2 toont het remschoensamenstel 10 van figuur 1 15 in uiteengenomen aanzicht. Nadat de remblokjes 13-15 in opeenvolging in de houder 12 ingevoerd zijn, zoals hieronder uiteengezet zal worden, wordt eindkap 16 op houder 12 geplaatst zoals op verscheidene wijzen getoond is in de figuren. Zoals getoond is in de figuren 2, 3 en 6 bezit de hou-20 der 12 een uitsteeksel 12a, dat bepaald is door een ondergesneden groef 17 die zich om de omtrek van de houder 12, behalve voor wat betreft het afgesneden open eind daarvan, uitstrekt. Op dezelfde wijze heeft de eindkap 16 een uitsteeksel 16 bepaald door een ondergesneden groef 19, en is 25 deze ontworpen om te passen op het afgesneden open eind van houder 12. Zoals het best getoond is in figuur 2 is het afgesneden eind van houder 12 gevormd met een eerste zijde 18 die op uitgesneden wijze binnenwaarts teruggelegen ligt in de houder 12. Hoewel niet getoond, is de andere zijde van 30 het afgesneden eind gevormd met een identieke, binnenwaarts teruggelegen zijde 18. Hierdoor is de buitenafmeting van houder 12, ter plaatse van de teruggelegen zijden 18, kleiner dan de binnenafmeting van de groef 19 van de eindkap 16. Wanneer derhalve de eindkap op de houder 12 gepast 35 wordt schuift de groef 19 om de binnenwaarts teruggelegen zijden 18, waardoor, zoals getoond in figuur 3, de buiten- 1026730 7 afmetingen van de houder 12 hetzelfde worden als de buitenafmetingen van de eindkap 16.

Verder bezitten teruggelegen zijden 18 tredevormige uitsnijdingen 18a en uitsteeksels 12a en 16a bezitten res-5 pectievelijk weggesneden gedeelten boven gaten 21b, 21c en 21a en 21d. Bij het op de houder 12 passen van de eindkap 16 overlapt aldus het uitsteeksel 16a de tredevormige uitsnijdingen 18 en passen de weggesneden gedeelten van uitsteeksels 16a en 12a op elkaar. Evenzo passen de binnen-10 waarts weggesneden gedeelten van uitsteeksel 12a en de buitenwaarts weggesneden gedeelten van uitsteeksel 16a vlak op elkaar. Op deze complementaire wijze, zoals getoond in figuur 3, op elkaar gepast, verschaffen de uitsteeksels 16a en 12 een doorlopend uitgelijnd uitsteeksel met bijbehoren-15 de ondersnijding, volledig rondom de omtrek van de combinatie van houder 12 en eindkap 16. Deze doorlopende uitsteeksel en bijbehorende ondergesneden groef van houder 12 en eindkap 16 zorgen ervoor dat de remblokjes 13-15 opgesloten en uitgelijnd zijn, zoals hierna uiteengezet wordt. De te-20 ruggelegen zijden 18 bezitten gaten 21b en 21c en eindkap 16 bezit gaten 21a en 21d, die op elkaar passen wanneer eindkap 16 op houder 12 past, zodanig dat pen 20 daardoorheen ingevoerd kan worden om de eindkap 16 te bevestigen aan de houder 12. Grendelpen 20 wordt aldus, in opeenvol-25 ging ingevoerd, in opening 21a van eindkap 16, door passende opening 21b in houder 12, door remblokjesuitsparing 22 (zie figuur 4) en dan uiteindelijk door openingen 21c en 21d van respectievelijk houder 12 en eindkap 16.

In de figuren 2, 4 en 6 worden de remblokjes 13-15 30 volgens de uitvinding beschreven, waarbij figuur 6 een dwarsdoorsnede is volgens lijn VI-VI van figuur 5. Blokjes 13 en 14 bezitten remdeeloppervlakken 13a, 14a en in hoofdzaak identieke overreikende einden 13b, 14b, onderreikende einden 13c, 14c en ondersnijdingen 13d, 14d die respectie-35 velijk blokjes-bodemuitsteeksels 13e, 14b bepalen. Remblok-je 15 is getoond in een vormgeving als speciaal blokje zoals een veegblokje en heeft als zodanig een oppervlak 15a, 1026730 8 overreikend gedeelte 15b, ondersneden inspringing 15d dat blokjesbodemuitsteeksel 15e bepaalt, en een verkort uitsteeksel 15c dat past bij eindkapuitsteeksel 16a. Aangezien uitsteeksel 15c niet gepast wordt bij een ander blokje kan 5 het, zoals getoond, een afwijkende configuratie bezitten, maar dat hoeft niet. Om zijn functie als een veegblokje op juiste wijze te kunnen uitvoeren zal blokje 15 het laatste blokje zijn dat ingevoegd wordt en derhalve het voorlopende blokje zijn wanneer de velg in het remsamenstel draait. An-10 derszins zouden de blokjes in elke gewenste volgorde inge-voerd kunnen worden en zou blokje 15 dezelfde configuratie kunnen bezitten als de blokjes 13 en 14. In dit geval zouden uitsteeksel 15c, inspringing 15d en bodemuitsteeksel 15e dezelfde configuratie bezitten als die van de blokjes 15 13 en 14 en zou dit nog steeds op voldoende wijze passen bij de eindkap 16. De blokjes bezitten elk uitsparingen 22 die vormgegeven zijn voor samenwerkende aangrijping met pen 20, zoals hiervoor beschreven.

Zoals getoond in figuur 1 en aangegeven in figuur 2, 20 worden de blokjes 13-15 in opeenvolging ingebracht in de houder 12 geladen, waarbij overreikend gedeelte 13b van blokje 13 eerst in de houder 12 geplaatst wordt, zodat, zoals getoond in figuur 6, ondersneden inspringingen 13d van het blokje langs de houderuitsteeksels 12a geschoven wor-25 den. Blokje 13 wordt langs houderuitsteeksels 12a ingevoerd tot tegen het eind van de holte van houder 12. Remblokjes 14 en 15 worden dan op dezelfde wijze vlak achter elkaar, in de houder 12 ingevoerd, waarbij de overreikende einden geheel passen over de onderreikende einden, bijvoorbeeld 30 onderreikend eind 13c past bij overreikend eind 14b. De blokjes 13-15 worden aldus op dicht bij elkaar gelegen wijze samengevoegd door middel van de passing van overreikende einden van een blokje met het onderreikende eind van een aangrenzend blokje. Het overreiken en onderreiken van de 35 einden in de houder 12 en eindkap 16 zorgt er voor dat uitsteeksels en inspringingen daarvan zich volledig rondom de blokjes uitstrekken.

1 02-673 0 9

Nadat de blokjes 13-15 geplaatst zijn worden zij op zekere wijze op hun plaats opgesloten door bevestiging van de complementaire eindkap 16 en de invoering van de gren-delpen 20. Aldus kan de blokjesvolgorde en de remeigen-5 schappen van het samenstel gewijzigd worden door het enkel verwijderen van de grendelpen en de eindkap 16, het verwijderen van de aanwezige blokjes en het invoeren van blokjes met andere remstoffen en/of het herschikken van de volgorde van de blokjes. Elk blokje kan een specifiek ontworpen 10 blokje zijn, zoals een veegblokje, geconfigureerd om het samenstel de gewenste eigenschappen te verschaffen. Het is in het algemeen gewenst dat het velgaangrijpoppervlak van elk blokje in één vlak ligt met dat van de andere blokjes, zodat het gewenste effect van elk blokje bereikt wordt met 15 in hoofdzaak gelijktijdige aangrijping van de velg door elk remblokjesoppervlak. Dit is echter geen vereiste, aangezien een blokje in aanvang hoger kan reiken dan andere blokjes maar van een stof kan zijn dat ontworpen is om over te gaan ("mush") naar een ander niveau om een extra eigenschap zo-20 als een breder rem- of reinigingsgebied te verschaffen.

De richting van bewegend contact van de velg is direct naar remblokje 15, zodat blokje 15 en eindkap 16 op directe wijze de contactkrachten van het draaiende velgoppervlak dragen welke krachten de blokjes samendrukken, verplaatsen 25 en uit het remsamenstel 10 neigen te trekken. Dit probleem wordt verholpen door de combinatie van de kenmerken van de uitvinding zoals beschreven en getoond. De interactie van de uitsteeksels 12a, 16a van houder 12 en eindkap 16 met de inspringingen 13d, 14d, 15d van de remblokjes, het elkaar 30 overlappen van de blokjes en de grendelende eindkap 16 werken aldus samen om het uittrekken uit het remsamenstel 10 van de blokjes 10 te beletten.

Hoewel niet aangegeven in figuur 6 kan verder een gedeelte van het remblokj e vervaardigd zijn van een stof die 35 ontworpen is om remblokjes weerstand te verlenen tegen het bewegen en het uittrekken als gevolg van krachten door de beweging van de wielvelg, terwijl de rest van het remblokj e 1026730 10 de gewenste remeigenschappen vertoont. Het remblokjesgedeelte aangegeven met verwijzingscijfer 15c, 15d en 15e zou bijvoorbeeld van een stof kunnen zijn welke weerstand verschaft tegen breken en/of uittrekken van het remblokje, 5 terwijl het buitengelegen remblokjesgedeelte gevormd is van een stof welke de gewenste remeigenschap verschaft.

Figuur 6 is een perspectivisch aanzicht, figuur 7 een zij-aanzicht, figuur 8 een onderaanzicht en figuur 9 een bovenaanzicht op het remblokje volgens de uitvinding. Zoals 10 aangeduid in de figuren 7-9 bezit de houder 12 een lang-kromming die in hoofdzaak in overeenstemming is met de kromtestraal van de wielvelg van de fiets, voor beter contact van de remblokj es met de wielvelg van de fiets. De configuratie van het samenstel zorgt ervoor dat de blokjes 15 in opeenvolging in lijn liggen met de gekromde houder 12 en relatief in lijn met de bewegingsrichting van de velg van de fiets. Zoals ook aangeduid in figuur 5, bezit de bovenkant van de houder 12 vrij liggende, vormen verkregen functionele structurele ribben 30, in een golfvormig patroon 20 welke aanvullende stijfheid en sterkte aan de houder 12 verschaft.

Remschoensamenstel 10 is getoond met houder 12 met drie remblokj es daarin, hoewel meer of minder blokjes gebruikt zouden kunnen worden door variatie van de lengtes 25 en/of de configuratie van de blokjes en/of wijziging van de lengte van de houder 12. In het algemeen is elk blokje vervaardigd van geselecteerde stoffen die de verscheidene gewenste remeigenschappen verschaffen en afzonderlijk gehard en gevormd zijn zodat zij in opeenvolging ingevoerd kunnen 30 worden in de blokjeshouder 12 en daaruit verwijderd kunnen worden, een en ander zoals beschreven. Hoewel de blokjes in het algemeen afzonderlijk gevormd worden van verschillende stoffen, moet echter begrepen worden dat een blokje als één geheel gevormd kan zijn om twee of meer van de weergegeven 35 blokjes te omvatten of gevormd kan zijn van verschillende stoffen om weerstand tegen breken of uittrekken te verbeteren, zoals beschreven. Meervoudige rubber of elastomere 1026730 11 stoffen met verschillende combinaties van meervoudig-rubber of elastomeren, niet een combinatie in het bijzonder, kunnen gebruikt worden om de gewenste remeigenschappen te verschaffen. Voorts kunnen de blokjes, of gedeelten van de 5 blokjes, verschillende kleuren hebben als middel voor een kleurcodering om bepaalde eigenschappen van de blokjes te onderscheiden. Ook kunnen verschillende blokjesoppervlakpa-tronen gebruikt worden om bepaalde remeigenschappen te identificeren. Hoewel niet getoond, kunnen bijvoorbeeld 10 remblokj esoppervlakken 13a en 14a geselecteerde vormgeving bezitten om verschillende eigenschappen te identificeren. Hoewel de middelen voor het op complementaire wijze sluiten van de af gesneden blokj eshouder getoond en beschreven is als een eindkap met een grendelpen, kunnen voorts binnen de 15 strekking en de geest van de uitvinding andere complementaire sluitmiddelen, zoals een op te klikken eindkap met grendelmiddelen voor een passende plaatsing op de houder gebruikt worden.

In overeenstemming met het voorgaande is getoond en 20 beschreven een remblokjessamenstel voor een fiets met vervangbare blokjes met verschillende remeigenschappen, waardoor variatie en flexibiliteit in het remmen onder verschillende rij-omstandigheden verschaft wordt met toereikende stabliteitsvoorziening van de blokjes in de blokj es-25 houder. Afzonderlijke remblokjes bezitten afzonderlijke remeigenschappen en kunnen op gemakkelijke wijze in een af gesneden (aan een eind open) blokj eshouder ingevoerd worden en daaruit verwijderd worden, waardoor de blokjes op gemakkelijke wijze vervangen kunnen worden en herschikt kunnen 30 worden in de houder. De blokjes hebben een configuratie en de houder heeft een eindkap, welke verhoogde weerstand bieden tegen het samendrukken van het blokje, het bolstaan van het blokje en/of het uit de houder trekken van het remblok-je als gevolg van door de beweging van de wielvelg op de 35 blokjes uitgeoefende druk.

De bijbehorende conclusies zijn niet beperkt tot de beschrijving van de hier gegeven beschrijving van de uit 1026730 12 vinding, waarbij begrepen moet worden dat verscheidene andere aanpassingen en wijzigingen binnen de geest en strekking van de conclusies gemaakt kunnen worden. Geclaimd wordt: 1026730

Claims (18)

1. Een remblokjessamenstel voor een fiets voor het tegen de zijwand van de velg van een fiets dwingen van remblokj es, omvattend: een langwerpig steundeel met een zich in langsrichting uitstrekkende remblokjeshouder die daar- 5 door ondersteund wordt, waarbij de remblokjeshouder voorzien is van een gesloten eind en van een opengewerkt of af-gesneden of open eind, waarbij de houder een plat vlak met flenzen bezit die een uitsparing bepalen voor het in opeenvolging ontvangen, via het af gesneden open eind, van een 10 aantal ééndelige remblokjes met de einden tegen elkaar volgens een hartlijn die evenwijdig is aan de hoofdrichting van de zijwand, waarbij geselecteerde remblokjes samengesteld zijn van verschillende remstoffen om verschillende gewenste remeigenschappen te verlenen aan het remblokjessa-15 menstel, waarbij de remblokjeshouder en de remblokjes vormgegeven zijn voor uitwisselbaarheid van de remblokjes in de remblokjeshouder, waarbij elk van de remblokjes voorzien is van een oppervlak voor het aangrijpen van een fietswiel-velg, die in hoofdzaak in één vlak met elkaar liggen; en 20 sluitmiddelen voor het passen bij het afgesneden of open eind om de remblokjes in de remblokj eshouder vast te leggen, waarbij de sluitmiddelen voorzien zijn van een eind dat in hoofdzaak gelijk is aan het gesloten eind en een open eind om te passen op het afgesneden of open eind om 25 een doorlopende platte, van een flens voorziene uitsparing te .verschaffen.

2. Het remblokjessamenstel volgens conclusie 1, waarbij de sluitmiddelen een eindkap omvatten met grendelmidde-len voor zekere aangrijping met het afgesneden of open 30 eind. 1026730

3. Het remblokj essamenstel volgens conclusie 1 of 2, waarbij de remblokjeshouder in langsrichting een dwarskrom-ming bezit die in hoofdzaak overeenkomt met de kromtestraal van de wielvelg van de fiets, waarbij de remblokj es in 5 langsrichting ten opzichte van elkaar en ten opzichte van de remblokj eshouder in lijn liggen.

4. Het remblokj essamenstel volgens conclusie 1, 2 of 3, waarbij elk van de remblokj es opgebouwd is uit een bovengedeelte om in de remblokj eshouder aangebracht te worden 10 en een benedengedeelte dat zich uitstrekt vanaf de remblok-jeshouder, waarbij het benedengedeelte een remoppervlak heeft voor contact met de zijwand van de fietswielvelg, waarbij het bovengedeelte en het benedengedeelte bepaald zijn door een inspringing langs elke niet-tegenaankomende 15 langszijde van elk remblokje, waarbij de flens voorzien is van binnenwaarts uitstekende schouders om het bovengedeelte in de opneemruimte op te sluiten.

5. Het remblokjessamenstel volgens conclusie 4, waarbij het bovengedeelte een versterkende stof omvat om uit- 20 trekken van de remblokjes uit de remblokjeshouder tijdens werking te voorkomen, en het benedengedeelte opgebouwd is uit een stof voor het verschaffen van een bepaalde remei-genschap aan het remblokje.

6. Het remblokj essamenstel volgens conclusie 4 of 5, 25 waarbij de combinatie van de afgeknotte remblokjeshouder en de eindkap een zich in langsrichting en omtreksrichting uitstrekkende platte flens verschaft voor samenwerking met de inspringing in de remblokjes om het bovengedeelte van elk remblokje op schuifbare wijze te ontvangen en dit op 30 zekere wijze in de remblokjeshouder op te sluiten.

7. Het remblokjessamenstel volgens conclusie 6, waarbij de flens omvat binnenwaarts reikende schouders en de grendelmiddelen een dwars gerichte uitsparing in tenminste één van de remblokjes en een grendelpin omvatten, waarbij 35 de schouders, de eindkap en de grendelpen gevormd zijn voor samenwerkende, passende aangrijping met de inspringingen om 1026730 de retnblokjes op vaste wijze te vergrendelen binnen de rem-blokj eshouder.

8. Het remblokjessamenstel volgens conclusie 1, waarbij de sluitmiddelen in combinatie omvatten: 5 inspringingen in de remblokjes en bijpassende, binnen waarts uitstekende schouders in de remblokjeshouder, waarbij de inspringingen van de remblokjes passen bij de schouders om de remblokjes op schuifbare wijze langs de schouders te ontvangen; een dwarsuitsparing in tenminste één van 10 de remblokj es; en een eindkap die op complementaire wijze past bij het afgesneden open eind en een bijbehorende gren-delpen bezit die op samenwerkende wijze door de eindkap, het open eind en de uitsparing ontvangen is, waardoor de remblokjes opgesloten zijn binnen de remblokjeshouder.

9. Een remblokjessamenstel voor een fiets, voor het tegen de zijwand van de velg van een fietswiel dwingen van een remblokje, waarbij het samenstel omvat: een langwerpige, zich in langsrichting uitstrekkende remblokjeshouder met een af ge sneden of open eind voor ontvangst van een aan-20 tal ééndelige remblokjes die tegen elkaar aan, in opeenvolging in de remschoen geplaatst zijn volgens een hartlijn evenwijdig aan het contactoppervlak van de zijwand, waarbij elk remblokj e een velg-aangrijpend remoppervlak bezit dat in hoofdzaak in één vlak ligt met de andere, welke remblok-25 jes omvatten vooraf-geselecteerde stoffen om een verscheidenheid aan remeigenschappen aan het remblokj essamenstel te verschaffen, waarbij de remblokj eshouder en de remblokj es gevormd zijn voor verschuifbare verwisselbaarheid van de remblokj es in de remblokj eshouder; waarbij elk van de rem-30 blokjes een bovengedeelte en een benedengedeelte omvat die bepaald zijn door een langsinspringing die vanaf het bovengedeelte ondersneden is aan beide zijden daarvan, waarbij de remblokjeshouder binnenwaarts uitstekende schouders omvat die gevormd zijn om te passen bij de inspringing, waar-35 door de remblokjes op schuifbare wijze langs de schouders opgenomen zijn, waarbij het benedengedeelte zich vanaf de remblokjeshouder uitstrekt en een remoppervlak bezit voor 1026730 contact met de wielvelg van de fiets; en eindkap-sluitmiddelen met zich in omtreksrichting uitstrekkende en binnenwaarts uitstekende schouders voor het op complementaire wijze passen op het afgesneden of open eind om daar-5 door de remblokjes in de remblokjeshouder vast te leggen, liggend in lijn met elkaar en met de remblokjeshouder.

10. Het remblokjessamenstel volgens een der conclusies 4-9, waarbij de inspringing omlopend is om het betreffende remblokje.

11. Het remblokj essamenstel volgens een der conclusies 4-10, waarbij de opneemruimte van de remblokj eshouder in gesloten toestand voorzien is van een omlopende flens.

12. Het remblokj essamenstel volgens conclusie 9, 10 of 11, waarbij de remblokjes een overreikend eind en een on- 15 derreikend eind bezitten, waarbij aangrenzende blokjes met het overreikende eind over het onderreikende eind met elkaar geplaatst zijn, waarbij het overreikende eind draagt op het onderreikende eind van de aangrenzende blokjes, waardoor bijgedragen wordt in het voorkomen van het uit- 20 trekken van de blokjes van de remblokj eshouder als gevolg van druk veroorzaakt door beweging van de wielvelg.

13. Het remblokjessamenstel volgens een der conclusies 9-12, waarbij de eindkap-sluitmiddelen omvatten tenminste één van de remblokjes voorzien van een dwarsuitsparing, 25 waarbij de eindkap, de uitsparing en het af gesneden eind gevormd zijn om op samenwerkende wijze de grendelpen te ontvangen om de betreffende remblokjesgedeelten op stevige wijze in de remblokjeshouder te positioneren, op te sluiten en te houden.

14. Het remblokj essamenstel volgens een der conclusies 9-13, waarbij de remblokj eshouder in langsrichting voorzien is van een dwarskromming in overeenstemming met de straal van de fietswielvelg, en waarbij elk van de remblokjes, in in de remblokj eshouder gemonteerde toestand, voorzien is 35 van een velg-aangrijp oppervlak dat in hoofdzaak in één vlak ligt met elk ander remblokje en met de zijwand van de f ietswielvelg. 1026730

15. Het remblokj essamenstel volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het oppervlak van de van de wielvelg afgekeerde wand van de remblokjeshouder vrijliggende golf-vormige inspringingen bezit voor verhoogde stijfheid en 5 sterkte.

16. Een werkwijze voor het selectief wijzigen van de remeigenschappen van een remblokjessamenstel voor een fiets, omvattend het verschaffen van een zich in langsrich-ting uitstrekkende remblokjeshouder met een dwarskromming 10 in overeenstemming met de kromtestraal van de fietswiel-velg, waarbij de remblokjeshouder een opengewerkt, open eind bezit voor het op schuifbare wijze invoeren van geselecteerde remblokjes in de remblokjeshouder via het opengewerkte eind volgens een hartlijn evenwijdig aan het contac-15 toppervlak van de zijwand van de fietswielvelg; het, naar wens, doorschuiven en verwisselen van de remblokj es om verschillende remeigenschappen aan het remblokjessamenstel te geven; het verschaffen van eindkap-sluitmiddelen die complementair zijn aan de remblokj eshouder om te passen bij 20 het opengewerkte eind en de remblokj es in de remblokj eshouder vast te leggen; en waarbij het opengewerkte eind omvat een gedeelte met verkleinde diameter en de eindkap een passend gedeelte bezit dat gevormd is om over het gedeelte met verkleinde afmeting te schuiven om een doorlopend, in 25 hoofdzaak gelijke platte van een flens voorziene uitsparing voor de remblokjes te verschaffen.

17. De werkwijze volgens conclusie 16, waarbij tenminste één van de remblokj es een bovengedeelte bezit met een stof om weerstand tegen het uittrekken van het remblokj e 30 uit de remblokj eshouder als gevolg van krachten veroorzaakt door beweging van de wielvelg te verschaffen, en een benedengedeelte, met een stof om een gewenste remeigenschap te verschaffen.

18. Een remblokj essamenstel voor een fiets voor het 35 tegen de velg van een fiets dwingen van remblokjes, omvatend: een langwerpig steundeel; een zich in langsrichting uitstrekkende remblokjeshouder die bevestigd is aan het 1026730 steundeel, waarbij de remblokjeshouder meerdere eendelige remblokjes houden die in opeenvolgend, tegen elkaar aankomend verband staan, waarbij geselecteerde remblokjes samengesteld zijn van verschillende remstoffen om verschillende 5 remeigenschappen te verschaffen, waarbij de remblokjeshouder een afgesneden of open eind bezit voor het op schuifbare wijze ontvangen van de remblokj es ,· waarbij de remblok-jeshouder en de remblokjes vormgegeven zijn voor wissel-baarheid van de remblokjes in de remblokjeshouder; en 10 sluitmiddelen voor het op complementaire wijze passen bij het afgesneden of open eind om de remblokjes in de remblok-jeshouder vast te leggen, waarbij de remblokjeshouder en de sluitmiddelen voorzien zijn van in eikaars verlengde liggende flenzen en bij voorkeur aan hun tegengestelde einden-15 van daarop aansluitende dwarsflenzen. -o-o-o-o- 1026730