NL1025358C2 - Werkwijze en stelsel voor het kweken van gewassen. - Google Patents

Description

Werkwijze en stelsel voor het kweken van gewassen.

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het kweken van gewassen, waarbij die gewassen op verplaatsbare dragers aangebracht worden, 5 welke verplaatsbare dragers in een kweekruimte zoals een kas aangebracht worden, waarbij het draagvlak voor die gewassen van die verplaatsbare dragers in die kweekruimte zich tussen 10 en 35 cm boven de vloer in die kweekruimte bevindt, waarbij die verplaatsbare dragers over rails verplaatsbaar zijn.

Een dergelijke werkwijze is bekend uit EP 0352217. Daarin worden enigszins 10 verhoogd aangebrachte plateaus heen en weer verplaatst om op deze wijze de ruimte voor een gangpad of dergelijke te creëren. Deze beweging is slechts in een richting over zeer geringe afstand mogelijk om een gangpad te verwezenlijken. Bovendien zijn de betreffende ondersteuningen voorzien van een verwarming.

Voor het geven van water worden in de stand der techniek twee systemen 15 gebruikt. Een eerste systeem maakt gebruik van sproeien. Thans wordt veel een zogenaamd eb-vloedsysteem gebruikt, waarbij periodiek de onderzijde van het gewas van water voorzien wordt Daarbij is van belang dat alle gewassen evenveel water krijgen en dat steeds gegarandeerd is dat het water na het einde van een watergeef-periode wegstroomt om wortelrot en dergelijke te vermijden. Een dergelijk eb-vloed-20 systeem kan zowel gebruikt worden in kweekruimten waarbij het gewas direct op de Λ betonnen bodem geplaatst wordt als in een kweekruimte waarbij gebruik gemaakt wordt van verplaatsbare tafels of rolgoten.

Gebleken is echter dat met name bij het kweken op een betonnen bodem in kassen of andere kweekruimten het juiste afschot dat essentieel is voor een goed 25 functionerend eb-vloedsysteem moeilijk te verkrijgen respectievelijk handhaven is. In het algemeen wordt een dergelijke vloer los gestort van een eventueel onderheide fundering voor het dragen van de kap en zijdelingse begrenzing van de kweekruimte.

Indien de ondergrond waarop de vloer ligt niet uit een doorgaande zandlaag bestaat, zal altijd in de loop van de tijd enig verzakken optreden. Indien kassen of andere 30 kweekruimten met grote lengten gebruikt worden zal het afschot voor een eb-vloedsysteem zo klein mogelijk gehouden worden en zal reeds bij geringe verzakking aanzienlijke verstoring optreden in het eb-vloedstelsel met alle nadelen van dien.

Voordelen van het laag bij de grond kweken zijn dat daardoor veel ruimte boven de bovenzijde van het gewas en de bovenbegrenzing van de kweekruimte bestaat 1025358- I 2

I Daardoor wordt het Hmmaf in de kas gestabiliseerd met name ter hoogte van het I

I gewas, het vochtgehalte, CO2, en temperatuur zijn zo beter te beheersen. Bovendien is I

I het mogelijk in de vrije ruimte tussen bovenzijde gewas en onderzijde van de kap van I

I de kas een transportstelsel of andere voorzieningen aan te brengen. I

I 5 Het gebruik van verplaatsbare tafels of rolgoten heeft het voordeel dat bij het I

I optreden van dergelijke verzakkingen door aanpassingen in het railstelsel waarop I

I dergelijke verplaatsbare dragers meestal geplaatst worden in eenvoudige compensatie I

I voorzien kan worden. Dit geldt niet bij het kweken op een betonnen bodem, omdat het I

I opbrengen van een verdere betonnen laag bijzonder arbeidsintensief is. Bovendien zal I

I 10 met name verder beton aangebracht worden op de plaats die het meest verzakt is en I

I door het grotere gewicht van het verder aangebrachte beton zal juist verdoe verzakking I

I bevorderd worden. I

I Het voordeel van een kweekruimte waarbij de gewassen op de boden staan, is I

I dat deze gewassen bijzonder gemakkelijk toegankelijk zijn. Vaak is het noodzakelijk I

I 15 slechts aan een enkel gewas van een groep een handeling uit te voeren of heel snel een I

I groep gewassen te verzamelen (order picking). In dogelijke situaties kan een persoon I

I eenvoudig de kas in lopen en gewassen aangrijpen/behandelen. I

I Bij verplaatsbare tafels of rolgoten is dit minder eenvoudig mogelijk. Dergelijke I

I verplaatsbare dragers zijn verhoudingsgewijs groot en door de hoogte waarop deze ten I

I 20 opzichte van het vloeroppervlak opgesteld zijn, zijn deze moeilijk toegankelijk. I

I Daarom zal in de praktijk altijd verplaatsing, eventueel naar een buiten de kweekruimte I

I liggende behandelingsruimte, plaatsvinden, hetgeen bij het uitvoeren van kortstondige, I

I relatief eenvoudige, behandelingen ongewenst is. Met name indien een tafel zich I

I achteraan een reeks bevindt, zijn uitgebreide “rangeer”handelingen noodzakelijk om de I

I 25 betreffende rolcontainer in de behandelingsruimte te krijgen. I

I Het is het doel van de onderhavige uitvinding de uit de stand der techniek I

I bekende nadelen weg te nemen ai in een werkwijze en stelsel te voorzien waarmee het I

I kweken van gewas op efficiënte wijze uitgevoerd kan worden, waarbij het gewas I

I gemakkelijk toegankelijk is en de voordelen van een systeem met rolcontainers of I

I 30 tafels gehandhaafd worden. I

I Dit doel wordt bij een hierboven beschreven werkwijze verwezenlijkt doordat die I

I dragers verplaatst worden van/naar die kweekruimte naar/van een behandelingsruimte. I

I 1025353- 3

Volgens de uitvinding wordt nog steeds gebruik gemaakt van een verplaatsbare (gewas)drager. Dergelijke dragers zijn bij voorkeur nog steeds verplaatsbaar over een railstelsel. De verplaatsing van de dragers over de rails is echter in een richting evenwijdig met de langsas van de rails. Het is mogelijk dat de rails zich niet uitstrekken 5 tot de behandelruimte. In dat geval worden de dragers overgezet op een ander verplaatsingsmiddel. Echter is de constructie zodanig uitgevoerd dat de gewasdragers en meer in het bijzonder het draagvlak voor de gewassen zich zo dicht mogelijk bij het bodem-oppervlak van de kas bevindt. Door de aanwezigheid van een railstelsel of andere drager voor de tafels is in principe in een verstelbaarheid voorzien, zodat 10 eventuele verzakkingen van de dragende vloer gecompenseerd kunnen worden en in ieder geval in nauwkeurige afstelling voorzien kan worden, waardoor een eb-vloedsysteem op nauwkeurige en efficiënte wijze haalbaar is. Door de geringe hoogte is het voor personen in de kweekruimte op eenvoudige wijze mogelijk om toegang tot het gewas te verkrijgen om het gewas aan te grijpen/ te behandelen. Volgens een verdere 15 van voordeel zijnde uitvoering is de verplaatsbare drager zodanig uitgevoerd dat deze te belopen is door bewerkende personen. Immers, het hoogteverschil met de bodem is zodanig klein dat de bewerkende personen op eenvoudige wijze op de betreffende drager kunnen stappen. Daartoe is de drager voldoende sterk uitgevoerd.

Bovendien zijn de gewassen omdat zij verhoudingsgewijs laag geplaatst zijn goed 20 te overzien door de bewerkende personen. Het kan bijvoorbeeld van belang zijn om de ontwikkeling, kwaliteit en specifieke eigenschappen van een bepaald gewas te beoordelen. Eveneens is het grootste deel van de hierboven beschreven bufferruimte tussen bovenzijde gewas en onderzijde kap gehandhaafd met alle voordelen van dien.

Met de onderhavige uitvinding is het eveneens mogelijk in een aanvoer-/afvoer-25 stelsel voor de dragers te voorzien. Dit kan op een verhoudingsgewijs geringe hoogte aangebracht zijn, zodat dit in praktijk in een van de gangpaden van de kas gepositioneerd kan worden. Dat betekent dat ter plaatse zowel bewerkende personen als aanvoer/afVoer van dragers verwezenlijkt kan worden.

Bovendien is het mogelijk de betonvloer te bevochtigen, te verwarmen of 30 daarmee andere handelingen uit te voeren, welke effect hebben op de zich daarboven bevindende gewas, of ‘het klimaat”.

De uitvinding heeft eveneens betrekking op een stelsel voor het opkweken van een gewas, omvattende een kweekruimte voorzien van een op de bodem daarvan 11025358-

4 I

afsteunend ruilstelsel en een aantal over dat railstelsel verplaatsbare dragers, welke een I

draagvlak voor die gewassen omvat, waarbij de hoogte van dat railstelsel ten opzichte I

van de bodem van die kweekruimte instelbaar is en dat dat railstelsel en die I

verplaatsbare dragers zodanig zijn uitgevoerd, dat de hoogte (a) van dat draagvlak 35 I

5 cm maximaal boven die bodem ligt I

Volgens een bijzondere variant is het aanvoer-/afvoerstelsel opgebouwd uit een I

zich loodrecht op de verplaatsingsrichting van de dragers over het dragende railstelsel I

uitstrekkende rollenbaan, waarbij een of meer van de rollen aangedreven zijn, zodat in I

verplaatsing van de tafels voorzien kan worden. Ter plaatse van elk “afgeefeinde” van I

10 een reeks dragers is een bijzondere voorziening aanwezig om de dragers op de I

rollenbaan te plaatsen. Dergelijke ovemeemmiddelen kunnen bestaan uit een zich I

dwars op de rollenbaan uitstrekkend railstelsel dat in lijn met het de dragers dragende I

railstelsel is en in hoogte verplaatsbaar is. In een bovenste stand kunnen de dragers, I

zoals tafels of rolgoten, overgenomen worden van het railstelsel dat de dragers draagt I

15 en in een onderste stand is het railstelsel vrij van de dragers en worden de dragers I

gedragen door de hierbovenbeschreven rollenbaan. Bij voorkeur wordt een dergelijke I

constructie in hoogterichting zo compact mogelijk uitgevoerd, omdat dergelijke I

ovemeemmiddelen anders de hoogte van het stelsel, zoals hierboven beschreven, I

negatief beïnvloeden. I

20 De uitvinding zal hieronder nader aan de hand van een in de tekening afgebeeld I

uitvoeringsvoorbeeld verduidelijkt worden. Daarbij toont: I

Fig. 1 schematisch het stelsel volgens de uitvinding; I

Fig. 2 schematisch de rollenbaan en ovemeemmiddelen volgens de uitvinding; I

Fig. 3a, 3b verschillende mogelijkheden voor het instelbaar aanbrengen van het I

25 railstelsel; en I

Fig. 4 de constructie van een deel van een drager uitgevoerd als tafel I

In fig. 1 en 2 is een stelsel 1 volgens de onderhavige uitvinding weergegeven. Dit I

bestaat uit een groot aantal tafels 2. Op het draagvlak 8 daarvan zijn potplanten 3 I

geplaatst In de hier afgebeelde uitvoering is de kweekruimte een schematisch I

30 afgebeelde kas 4 met bodem 5. Deze bodem 5 bestaat bij voorkeur uit een I

betonmateriaal, maar dit is niet essentieel voor de onderhavige uitvinding. Op enigerlei I

wijze is verankerd met de bodem een railstelsel 6 aanwezig. Details daarvan blijken uit I

fig. 3a, 3b. In fig 3a is een eerste variant getoond, waarbij 14 de dragende rail is I

1025358- I

5 waarop de rollen 29 en 30 van een verplaatsbare tafel 2 afsteunen (zie fig. 4). Deze rail steunt in een drager voorzien van een draagbout IS, welke met behulp van opsluit· of draagmoeren 16 verstelbaar aangebracht is ten opzichte van een bodemsteun 17. De in fig. 3b getoonde constructie werkt op overeenkomstige wijze. Uit de figuren is 5 duidelijk dat de hoogte van de bovenzijde van rail 14 ten opzichte van de onderzijde van bodemsteun 17 zo beperkt mogelijk is.

Daardoor is het mogelijk dat het draagvlak 8 van de tafels 2 zich op geringe hoogte van de bodem 5 van de kas bevindt. De afstand tussen het draagvlak 8 en de bodem 5 is in fig. 1 met a aangegeven en ligt bij voorkeur tussen 10-35 cm en is meer 10 in het bijzonder ongeveer 25 cm.

Uit fig. 2 blijkt dat een groot aantal reeksen rolcontainers 2 aanwezig is. Elke reeks beweegt langs een railstelsel 6 (fig. 1), bestaande uit twee op afstand liggende rails 14. In de kweekruimten kunnen voorzieningen zoals watertoevoer 12 en een niet afgebeelde afvoer aanwezig zijn om in een eb-vloedstelsel en verdere behandeling van 15 de gewas 3 te voorzien. Aan het “einde” van een reeks tafels 2 is een aanvoer-/afVoerstelsel 9 aanwezig. Dit is evenals het railstelsel 6 laag geplaatst en kan in een gangpad van de kas aangebracht zijn. Het stelsel 9 bestaat uit een aantal rollen 10 die een rollenbaan vormen. De rollen nabij de ovemeemmiddelen zijn voorzien van een flens voor het zijdelings opsluiten van de tafels 2. Bij vooikeur zijn sommige van de 20 rollen 10 motorisch aandrijfbaar, zodat de tafels verplaatst kunnen worden in de richting loodrecht op de verplaatsingsrichting van het railstelsel 6.

Voor het overgeven van de tafels 2 van het railstelsel 6 naar de rollenbaan zijn ovemeemmiddelen 11 aanwezig. Deze bestaan uit twee rails 20 die op gelijke afstand liggen als de rails 14 in een railstelsel 6 en onverdraaibaar zijn verbonden. Bovendien 25 liggen deze in het verlengde van dat railstelsel. Deze rails 20 zijn verticaal op en neer beweegbaar en zijdelings onverplaatsbaar door de aanwezigheid van de U-profielen 21. De verticale verplaatsing wordt veroorzaakt door het in vaste geleiding 24 verplaatsen van sledes 22, welke met behulp van rollen 23 in verticale richting opgesloten zijn in sleuven 25. De horizontale verplaatsing van sledes 22 wordt hier veroorzaakt door 30 cilinder 27. Slede 22 is voorzien van een verdieping 35, waarin rollen 26 die rails 20 dragen. Door het heen en weer bewegen van de slede 22 met de uitsparing 35 worden de rollen 26 meer of minder naar boven gedrukt en zo vindt verticale verplaatsing van rails 20 plaats door horizontale verplaatsing van de cilinders 27.

*025358- I 6 I In de bovenste stand van de rails 20 kunnen tafels van het railstelsel 6 op rails 20 I verplaatst worden. Door het vervolgens laten zakken van de rails 20 zullen de rollen 10 I tafel 2 dragen, dat wil zeggen de rollen 29 en 30 van tafel 2 grijpen niet langer aan op I de naar beneden verplaatste rails 20. Door de eerder beschreven aandrijving van de I 5 rollen kunnen de tafels vervolgens naar een gewenste plek verplaatst worden voor I behandeling daarvan.

I Met de onderhavige uitvinding is het door de geringe hoogte waarop de tafels 2 I zich bevinden eveneens mogelijk dat bewerkende personen op de tafels stappen en ter I plaatse een of meer van de gewassen behandelen/aangrijpen. Daardoor kunnen 10 kortstondige handelingen op bijzonder efficiënte wijze uitgevoerd worden. Om het I draagvlak van de tafel zo laag mogelijk te houden en de sterkte van de rolcontainers

zodanig te maken dat een werkende persoon zonder schade aan de rolcontainer daarop I

I kan lopen, is de tafel volgens een bijzondere wijze uitgevoerd. Dit wordt nader aan de

I hand van fig. 4 beschreven. I

I 15 In fig. 4 is een deel van een verplaatsbare tafel 2 getoond. Meer in het bijzonder I is het draagvlak 8 aangegeven en de zich daaronder uitstrekkende op afstand liggende I draagbalken 31. De draagbalken 31 omvatten uitsparingen 33 aangebracht voor het I opnemen van de bevestiging van rollen 29 en 30. Uit de tekening blijkt dat rollen 30 stuurrollen zijn, dat wil zeggen deze richten zich nauwkeurig naar rail 14, terwijl rollen I 20 29 een vrije verplaatsing dwars op de langrichting van de rail toelaten. Ten opzichte I van gebruikelijke constructies is het draagvlak 8 verhoudingsgewijs stevig uitgevoerd.

I Als voorbeeld wordt bij uitvoering in aluminiummateriaal een plaatdikte van 2 mm I genoemd. Eveneens is ten opzichte van gebruikelijke constructies een groter aantal I balken 31 aanwezig. Als afstand tussen twee aangrenzende balken 31 wordt een waarde 25 van ongeveer 20 cm genoemd.

I Door deze uitsparingen 33 kan het loopvlak van de wielen pp verhoudingsgewijs I geringe afstand van de onderzijde van balk 31 aangebracht worden. Als voorbeeld I wordt een waarde van ten hoogste 5 cm en bij voorkeur ongeveer 3 cm genoemd.

I Door de hierboven beschreven stelmogelijkheid van de rails 14 kan bij installatie I 30 zeer nauwkeurig de oriëntatie van het draagvlak 8 bepaald worden, zodat met name in I een optimaal eb-vloedstelsel voorzien kan worden. Begrepen dient te worden dat de I uitvinding eveneens toepasbaar is bij uitvoeringen waar geen eb-vloedstelsel aanwezig I is. Mochten later verplaatsingen van de bodem 5 optreden, dan kan dit op eenvoudige I 11025358- 7 wijze gecompenseerd worden door het verplaatsen van de opsluit- of draagmoeren en zo de rails 6. In de hierboven beschreven kweekruimte kunnen allerlei in de stand der techniek bekende constructies aanwezig zijn, zoals hangende wagens, en dergelijke. Bovendien is het mogelijk onder de rolcontainers een bijzonder klimaat te 5 verwezenlijken (vocht/temperatuur), welke direct effect heeft op de zich daarboven bevindende gewassen. Bovendien is het mogelijk vanwege het laag geplaatste gewas de kweekruimte lager uit te voeren dan bij constructies waarbij de rolcontainers zich op gebruikelijke hoogte (70 cm en hoger) van de bodem bevinden.

Bij het lezen van de bovenstaande beschrijving zullen bij de vakman dadelijk 10 varianten en toepassingen opkomen die na bovenstaande voor de hand liggend zijn si liggen binnen het bereik van de bijgaande conclusies. Zo is het mogelijk, zoals hierboven aangegeven, in plaats van verplaatsbare tafel elk geschikt soort verplaatsbare drager toe te passen, zoals een rolgoot of een rolcontainer.

1025350-

Claims (14)

1. Werkwijze voor het kweken van gewassen, waarbij die gewassen op I I verplaatsbare dragers aangebracht worden, welke verplaatsbare dragers in een I I 5 kweekruimte zoals een kas aangebracht worden, waarbij het draagvlak voor die I I gewassen van die verplaatsbare dragers in die kweekruimte zich tussen 10 en 35 cm I I boven de vloer in die kweekruimte bevindt, waarbij die verplaatsbare dragers over rails I I verplaatsbaar zijn, met het kenmerk, dat die dragers verplaatst worden van/naar die I I kweekruimte naar/van een behandelingsruimte. I I 10

2. Werkwijze volgens conclusie 1, omvattende het individueel behandelen van die I I gewassen door een bewerkende persoon bij het door die bewerkende persoon belopen I van dat draagvlak. I I 15

3. Werkwijze volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij aan dat draagvlak I water met toevoegingen wisselend toegevoegd wordt (eb-vloedsystecm). I

4. Werkwijze volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij die verplaatsbare I I dragers over rails verplaatsbaar zijn en die rails in hoogte versteld worden voor het juist I 20 positioneren van dat draagvlak. I

5. Werkwijze volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij die gewassen I potplanten omvatten. I 25

6. Stelsel (1) voor het opkweken van gewassen (3), omvattende een kweekruimte I (4) voorzien van een op de bodem daarvan afsteunend ruilstelsel (6) en een aantal over I dat railstelsel verplaatsbare dragers (2), welke een draagvlak (8) voor die gewassen I omvat, met het kenmerk, dat de hoogte van dat railstelsel ten opzichte van de bodem I van die kweekruimte instelbaar is en dat dat railstelsel en die tafels zodanig zijn I 30 uitgevoerd, dat de maximum hoogte (a) van dat draagvlak 35 cm boven die bodem ligt.

7. Stelsel volgens conclusie 6, omvattende een aantal naast elkaar liggende I railstelsels voor het ontvangen van een aantal reeksen verplaatsbare dragers, waarbij I 1025358- t loodrecht op die railstelsels een voor die reeksen verplaatsbare dragers gemeenschappelijk aanvoer-/afvoerstelsel (9) aanwezig is.

8. Stelsel volgens conclusie 6 of 7, waarbij dat aanvoer-/afvoerstelsel omvat een 5 rollenbaan en ter plaatse van het einde van elk railstelsel ovemeemmiddelen (11) aanwezig zijn voor het van dat railstelsel ovememen van die verplaatsbare dragers en het plaatsen daarvan op de rollenbaan en omgekeerd.

9. Stelsel volgens een van de voorgaande conclusies 6-8, waarbij die 10 ovemeemmiddelen een verticale verplaatsing van die verplaatsbare dragers verwezenlijken met een horizontaal werkende actuator.

10. Stelsel volgens een van de conclusies 6-9, waarbij die verplaatsbare drager een rolgoot omvat 15

11. Stelsel volgens een van de conclusies 6-9, waarbij die verplaatsbare drager een tafel omvat

12. Stelsel volgens conclusie 11, waarbij die tafel zich onder dat draagvlak 20 uitstrekkende balken omvat, waaraan loopwielen bevestigd zijn, waarbij die loopwielen zich ten hoogste 5 cm voorbij die balken uitstrekken.

13. Stelsel volgens een van de conclusies 6-12, waarbij die plantdrager uitgevoerd is voor het dragen van gewassen en het dragen van een bewerkende persoon zonder dat 25 daaraan blijvende deformatie optreedt

14. Stelsel volgens een van de conclusies 6-13, waarbij dat stelsel voorzien is van aandrijfmiddelen voor het verplaatsen van die verplaatsbare dragers. «1025358-