NL1029956C2 - Teeltstelsel en werkwijze voor het telen van gewassen. - Google Patents
Teeltstelsel en werkwijze voor het telen van gewassen. Download PDFInfo
- Publication number
- NL1029956C2 NL1029956C2 NL1029956A NL1029956A NL1029956C2 NL 1029956 C2 NL1029956 C2 NL 1029956C2 NL 1029956 A NL1029956 A NL 1029956A NL 1029956 A NL1029956 A NL 1029956A NL 1029956 C2 NL1029956 C2 NL 1029956C2
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- carriage
- carriages
- rail system
- assembly
- greenhouse
- Prior art date
Links
Classifications
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A01—AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
- A01G—HORTICULTURE; CULTIVATION OF VEGETABLES, FLOWERS, RICE, FRUIT, VINES, HOPS OR SEAWEED; FORESTRY; WATERING
- A01G9/00—Cultivation in receptacles, forcing-frames or greenhouses; Edging for beds, lawn or the like
- A01G9/14—Greenhouses
- A01G9/1423—Greenhouse bench structures
-
- Y—GENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
- Y02—TECHNOLOGIES OR APPLICATIONS FOR MITIGATION OR ADAPTATION AGAINST CLIMATE CHANGE
- Y02A—TECHNOLOGIES FOR ADAPTATION TO CLIMATE CHANGE
- Y02A40/00—Adaptation technologies in agriculture, forestry, livestock or agroalimentary production
- Y02A40/10—Adaptation technologies in agriculture, forestry, livestock or agroalimentary production in agriculture
- Y02A40/25—Greenhouse technology, e.g. cooling systems therefor
Landscapes
- Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
- Environmental Sciences (AREA)
- Cultivation Receptacles Or Flower-Pots, Or Pots For Seedlings (AREA)
- Greenhouses (AREA)
Description
Teeltstelsel en werkwijze voor het telen van gewassen.
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een teeltstelsel omvattende een plantdrager, zoals een goot alsmede een draagconstructie voor die plantdrager, welke 5 draagconstructie omvat een boven de plantdrager aangebrachte steun en zich daarvan af naar beneden uitstrekkende ophangorganen die met die plantdrager verbonden zijn. Dergelijke teeltstelsels zijn in de stand der techniek algemeen bekend. Hangende goten zijn bij allerlei soorten teelt toegepast. Als bijzondere variant geldt de constructie, waarbij het gewicht op eenvoudige wijze bepaald wordt. In hangende goten worden 10 tomaten, paprika’s en dergelijke geteeld. Daarbij worden de goten met behulp van ophangkabels en/of stangen aan de frameconstructie van een kas bevestigd.
In de stand der techniek zijn eveneens gootconstructies bekend die afsteunen op de bodem van een kas. Meer in het bijzonder zijn constructies bekend, waarbij dergelijke goten verrolbaar in een kas opgenomen zijn. Daardoor is het mogelijk 15 enerzijds de onderlinge afstand tussen de goten tijdens de teelt te variëren en anderzijds de goot afhankelijk van het ontwikkelingsstadium van de betreffende gewassen in een andere ruimte te plaatsen respectievelijk naar een bewerkingsruimte te verplaatsen.
Het is het doel van de onderhavige uitvinding de voordelen bekend bij gebruik van op een vloer afsteunende teeltgoten te gebruiken bij hangende goten en daarbij de 20 nadelen van zowel de hangende als de op de bodem afgesteunde goten te elimineren.
Dit doel wordt bij een hierboven beschreven samenstel verwezenlijkt doordat die steun omvat een wagen.
Volgens de onderhavige uitvinding worden boven in een teeltruimte, zoals een kas, wagens aangebracht die verplaatsbaar zijn. Aan deze verplaatsbare wagens zijn een 25 of meer plantdragers, zoals goten opgehangen. Daardoor wordt het gewicht van de goten opgenomen door de kasconstructie en zijn geen afzonderlijke andere stabiele steunen die veel licht wegnemen, bijvoorbeeld voor het dragen van het gewas, noodzakelijk.. Dit heeft als voordeel dat de positieve eigenschappen die bereikt kunnen worden met verplaatsbare goten ook met een dergelijke goot verwezenlijkt kunnen 30 worden. Bovendien ontstaat het verdere voordeel dat niet langer eisen gesteld worden aan de ondergrond. Immers in het algemeen zal bij een verhoudingsgewijs slappe ondergrond de kapconstructie van een kas gefundeerd zijn. Door nu de goten indirect aan deze kapconstructie op te hangen zal het verzakken van de bodem tussen de 1029956 2 ondersteuningen voor de kap niet relevant zijn. De constructie volgens de uitvinding is bijzonder stabiel. Bovendien is bij de wagens geen gewas aanwezig, zodat dit geen negatieve invloed op het loopwerk daarvan heeft, hetgeen de levensduur daarvan vergroot. Bovendien wordt door het ontbreken van constructies op de bodem de 5 begaanbaarheid vergroot en wordt de hygiëne bevorderd, waardoor het milieu, de werkomgeving en de gezondheid van het personeel verbeterd worden. Met het onderhavige voorstel ontstaan talrijke mogelijkheden die tot nu toe in de stand der techniek niet voorstelbaar waren. Een eerste mogelijkheid is het telen van verhoudingsgewijs hooggroeiende gewassen, zoals paprika’s, komkommers en 10 tomaten. Dergelijke gewassen groeien langs draden of andere constructies omhoog, welke zich volgens de onderhavige uitvinding kunnen uitstrekken tussen de goot en de wagen. Het is thans mogelijk om dergelijke gewassen afhankelijk van het ontwikkelingsstadium te verplaatsen om bijvoorbeeld oogsten te vergemakkelijken. Daardoor is het mogelijk om in bijzondere ruimten te oogsten, waarbij de oogstende 15 persoon of inrichting zich op een hoger niveau bevindt dan de goot, zodat arbeidsonvriendelijke en onveilige manoeuvres voor het bereiken van bijvoorbeeld tomaten niet langer noodzakelijk zijn. Een en ander wordt nog bevorderd doordat de goten geïndividualiseerd aangeboden kunnen worden, zodat de oogstende persoon of inrichting zich niet tussen de goten hoeft te bewegen.
20 Bovendien is met de onderhavige uitvinding de afstand van de goten en zo van de gewassen afhankelijk van het groeistadium en andere behoeften te variëren.
Bij voorkeur is de wagen volgens de onderhavige uitvinding zodanig uitgevoerd dat lichtinval op de gewassen zoveel mogelijk onbelemmerd plaats vindt. Dat wil zeggen de wagen bestaat uit een verhoudingsgewijs ranke constructie. Een dergelijke 25 ranke constructie kan verwezenlijkt worden door de wagen op te bouwen uit een of meer langwerpige liggers. Volgens een van voordeel zijnde uitvoering bestaat elke ligger uit een verhoudingsgewijs dun rechtlijnig deel dat zich tussen twee tegenoverliggende wielstellen van de wagen uitstrekt. Dit verbindingsdeel steunt af op een versterkingsdeel dat tussen de uiteinden van het verbindingsdeel gespannen is en 30 op spanning gehouden wordt door een of meer verticale afstandhouders. Dit soort brugconstructies kan met verhoudingsgewijs geringe diameter uitgevoerd worden.
Een verdere methode om de lichtinval op het gewas zo weinig mogelijk te belemmeren is de constructie van de rails, waar langs de wagens zich kunnen bewegen.
1029956 3
Dergelijke rails maken volgens een bijzondere variant van de uitvinding bij voorkeur deel uit van de (traliejligger of spant die in elke kasconstructie aanwezig is en zich uitstrekt loodrecht op de langsrichting van de tussen aangrenzende kappen aangebrachte goten. Dergelijke tralieliggers steunen af op de (gefundeerde) kolommen 5 die in de kas aanwezig zijn.
Indien verscheidene op een railstelsel aangebrachte wagens aanwezig zijn kunnen daartussen afstandhouders werken. Indien een reeks wagens aanwezig is kan door het aandrijven van de “achterste” wagen van een reeks de volledige reeks bewogen worden bij het handhaven van de gewenste afstand tussen de wagens, welke afstand bepaald 10 wordt door bovengenoemde afstandhouders. Daarbij is het mogelijk de afstandhouders variabel uit te voeren bijvoorbeeld wegklapbaar, zodat afhankelijk van dat groeistadium van de teelt of andere omstandigheden de afstand gevarieerd kan worden. Dit kan op enigerlei in de stand der techniek bekende wijze mechanisch en/of handmatig uitgevoerd worden. Volgens een verdere variant van de onderhavige uitvinding is het 15 mogelijk dat de wagens gedeeltelijk in elkaar bewegen, waardoor het aantal wielstellen beperkt kan worden. Een dergelijke constructie voor het in/over elkaar bewegen is bekend uit het Nederlandse octrooi 1020882 voor een gootstelsel dat op de bodem van een kas afsteunt. Een dergelijke constructie is eveneens toepasbaar bij wagens volgens de onderhavige uitvinding die op aanzienlijke hoogte aan de kapconstructie van een kas 20 afsteunen.
Met de uitvinding wordt als verder voordeel bereikt dat de ruimte in een kas optimaal gebruikt kan worden. Afzonderlijke paden zijn niet noodzakelijk. In principe kan de kas geheel gevuld worden met aan wagens opgehangen goten en kan bij behoefte door het verplaatsen van een of meer goten een transportweg gecreëerd 25 worden.
Bovendien is het mogelijk in de verschillende delen van een kas of andere teeltruimte een aan het groeistadium van het betreffende gewas geoptimaliseerd klimaat te installeren. Indien het gewasstadium bereikt is, waar een bepaald klimaat noodzakelijk is wordt niet langer het klimaat aangepast maar wordt het gewas naar de 30 betreffende ruimte verplaatst.
Zoals hierboven aangegeven is het mogelijk in een aparte ruimte behandelingen aan het gewas uit te voeren en kunnen bijvoorbeeld bij oogsten de vruchten direct afgevoerd worden zonder dat overslag noodzakelijk is. Het oogstende personeel of de 1029956 4 inrichting kan het gewas dat zich in een goot bevindt optimaal van alle zijden zonder bijzondere inspanningen benaderen en de werkruimte kan een voor de bewerkende persoon geoptimaliseerd klimaat hebben vrij van stoffen die schadelijk voor de gezondheid zijn.
5 Begrepen zal worden dat de verplaatsing van de wagens volledig geautomatiseerd verwezenlijkt kan worden. In het bijzonder wordt verwezen naar de techniek voor het verplaatsen van goten en/of (rolcontainers.
Hoewel de uitvinding hierboven beschreven is aan de hand van een goot zal begrepen worden dat andere soorten plantdragers zoals containers eveneens mogelijk 10 zijn. Bovendien kan in de goot een groep gewassen op substraat gekweekt worden maar is het ook mogelijk daarin potplanten aan te brengen. In de stand der techniek gebruikelijke constructies, zoals ebvloedsystemen en andere bewateringssystemen kunnen aangebracht worden. De goot kan dan als af voer voor vloeistof zoals water dienen en bovendien kunnen metingen uitgevoerd worden met betrekking tot het 15 gewicht van de goot om de groei van het gewas te bewaken. De toevoer van vloeistoffen kan zowel op het niveau van de goten als op het hoge niveau van de wagens uitgevoerd worden. Bovendien kunnen automatisch werkende koppelingsmiddelen aanwezig zijn die werkzaam worden bij het tegen elkaar plaatsen van wagens, waardoor een vloeistofverbinding ontstaat.
20 Eveneens zijn constructies mogelijk, waarmee een wagen van het railstelsel overgegeven kan worden naar een constructie, waarmee verplaatsing in de richting loodrecht op het railstelsel, dat wil zeggen evenwijdig met de langshartlijn van de goten mogelijk is.
Hoewel de uitvinding hierboven beschreven is aan de hand van de ophanging van 25 de wagens aan een kapconstructie van een kas is het eveneens mogelijk andere constructies aan te brengen, waaraan de wagens opgehangen kunnen worden. Dit kan zowel in een teeltruimte als daarbuiten verwezenlijkt worden.
De uitvinding zal hieronder nader aan de hand van een in de tekening afgebeeld uitvoeringsvoorbeeld verduidelijkt worden. Daarbij tonen: 30 Fig. 1 schematisch perspectivisch een kas voorzien van het teeltstelsel volgens de onderhavige uitvinding;
Fig. 2 detail II uit fig. 1;
Fig. 3 detail ΠΙ uit fig. 1; ! 1029956 5
Fig. 4a-c verschillende posities van twee wagens.
Fig. 5 in bovenaanzicht in perspectief het teeltstelsel in combinatie met een 1 transporteur; en
Fig. 6 de koppeling van het teeltstelsel met een vloeistofaansluiting.
5 In fig. 1 is met 1 een kas aangegeven. Begrepen moet worden dat de uitvinding betrekking heeft op enigerlei teeltruimte. Deze is voorzien van een aantal kappen 2, waartussen zich steeds een goot 3 uitstrekt. Onder de goot 3 zijn kolommen 4 aangebracht alsmede zich loodrecht op de goot uitstrekkende spanten zoals tralieliggers 5. Elke tralieligger bestaat, zoals uit fig. 2 blijkt, uit een enkele bovenligger 6 en twee 10 op dezelfde hoogte maar op afstand liggende benedenliggers 7. Tussen de bovenligger 6 en benedenligger 7 zijn steeds verbindingen 9 aangebracht, terwijl tussen de benedenliggers 7 verbindingen 8 aangebracht zijn. Dit kunnen eenvoudige staven of strippen zijn. Bij voorkeur is een en ander steeds uit massief materiaal uitgevoerd om het lichtvlies zoveel mogelijk te beperken.
15 De benedenprofielen 7 zijn voorzien van een verlenging 10 die als C-profiel respectievelijk rail fungeert.
Uit fig. 2 en 3 blijkt dat tussen op afstand liggende tralieliggers 5 zich wagens 11 uitstrekken. Elke wagen 11 bestaat uit twee op afstand liggende liggers 12. Elke ligger 12 is nabij de uiteinden voorzien van wielen 21 die verplaatsbaar zijn in twee 20 evenwijdige tegenover elkaar liggende op gelijke hoogte aangebrachte rails 10. Elke ligger 12 bestaat uit een zich horizontaal uitstrekkend verbindingsdeel 14 en een zich vanaf de einden daarvan uitstrekkend versterkingsdeel 16 dat door in hoofdzaak verticale afstandhouders 15 op afstand van het verbindingsdeel 14 gehouden wordt. Begrepen zal worden dat het versterkingsdeel 16 zich eveneens aan de bovenkant van 25 het verbindingsdeel 14 uit kan strekken. Twee op afstand liggende liggers 12 worden in de gewenste positie gehouden door aan weerszijden van de wagen aanwezige verbindingsprofielen 13. Op deze wijze kan met weinig materiaal dat wil zeggen met gering lichtverlies, een ligger geconstrueerd worden.
Aan de wagens zijn ophangkabels 19 bevestigd (deze worden uitsluitend op trek 30 belast). In een variant kunnen deze elkaar naar nabij het vrije benedeneinde daarvan kruisen. Aan deze ophangkabels zijn op een lager niveau goten 18 bevestigd. De afstand tussen de wagens 11 en de goten 18 is bij voorkeur meer dan 2 m. Eventueel kunnen in de ophangkabels verstelmechanismen aanwezig zijn om de positie van de 1029956 6 goten te stellen. De goten kunnen zuiver horizontaal gehangen worden, maar het is eveneens mogelijk deze onder een gering afschot te plaatsen voor de afvoer van water. Bovendien kunnen zich tussen de wagens 11 en de goten groeistangen 20 uitstrekken. Deze dienen eveneens om het gewicht van de goten over te brengen naar de wagens 11.
5 Elke wagen is nabij een uiteinde van aanslagen 22 voorzien. Uit fig. 4a blijkt dat deze aanslagen wegklapbaar zijn. In een dergelijk geval komen de wagens 11 dicht tegen elkaar te liggen. Indien de aanslagen 22 uitgeklapt zijn ontstaat de situatie getoond in fig. 4b. Bovendien is de situatie voorstelbaar, waarbij een wagen een andere wagen gedeeltelijk “overlapt”, waardoor slechts een wielstel per wagen bij aanzienlijke 10 verplaatsing belast wordt (fig. 4c).
Met de onderhavige uitvinding is het mogelijk door het uitoefenen van een drukkracht op de meest linker wagen in fig. 4 de meest rechter wagen te verplaatsen. Een en ander kan motorisch op enigerlei in de stand der techniek voorstelbare wijze uitgevoerd worden.
~~ 15 In de goten 20 is een gewas 25 opgenomen, zoals tomaten en dergelijke.
Met de onderhavige uitvinding is het mogelijk de opgehangen goten naar wens te verplaatsen, hetzij naar een bewerkingsruimte, hetzij naar een andere teeltruimte. Onder teeltruimte wordt zowel een overdekte ruimte (kas) als de buitenlucht verstaan. Deze verplaatsing kan met een groep goten gebeuren maar eveneens is geïndividualiseerde 20 verplaatsing mogelijk.
In fig. 5 is een verdere uitvoering van de onderhavige uitvinding getoond.
Daarbij zijn de onderdelen die wat functie betreft overeenkomen met de onderdelen in de eerdere figuren voorzien van hetzelfde verwijzingscijfer. Elk verbindingsprofiel 13 is voorzien van een meeneemnok 46. In deze uitvoering is goot 3 naast kolom 4 25 geplaatst waarbij kolom 4 zich bij de goot naar boven uitstrekt. Op dit verhoogde deel is een verhoogde kas aangebracht met eigen goot 26. De kapconstructie daarvan is schematisch met 27 aangegeven. In dit verhoogde deel van de kas is een hoger gelegen tralieligger 28 aanwezig voorzien van daaraan opgehangen rails 29. Deze rails strekken zich loodrecht op rails 10 uit en strekken zich over de hele lengte van de betreffende 30 kap 27 uit. Een hulpwagen 30 met frame 31 is via de daarop aangebrachte wielen 32, 34 verplaatsbaar in rails 29 volgens de met pijl B aangegeven richtingen. Wielen 34 van hulpwagen 30 zijn aangedreven. De daarvoor noodzakelijke aandrijving is niet getoond maar kan bijvoorbeeld werken op de gemeenschappelijke as 35 van de wielen.
1029956 7
Onder het frame 31 zijn rails 36 aangebracht die in lijn gebracht kunnen worden met rails 10. Deze rails 36 kunnen volgens de richting van pijl 37 bewegen om in aansluiting op rails 10 te voorzien. De beweging van de rails 36 kan mechanisch uitgevoerd worden (niet getoond).
5 Aan het frame 31 is een niet in detail uitgewerkt mechanisme 39 aangebracht voor het overzetten van wagen 11 afkomstig van rails 10 naar rails 36 of van rails 36 naar rails 10. Elk mechanisme 39 omvat een vaste behuizing 40 bevestigd aan frame 31. Daarin kan een telescoperende arm 41 volgens de richting van pijl 42 bewegen. Beweging van de armen 41 wordt op niet nader afgebeelde wijze verwezenlijkt.
10 Het uiteinde van arm 41 is voorzien van een meenemer 44 die roteerbaar is in de richting van pijl 45. Daardoor kan, aangenomen dat de wagen 11 zich in de juiste positie bevindt, nok 46 al dan niet aangegrepen worden. De beweging van meenemer 44 is op niet nader afgebeelde wijze uitgevoerd. Verticale geleiderwielen 47 zijn aanwezig ter plaatse van de wielen 32 en 34. Deze geleiderwielen 47 zijn bij voorkeur 15 zodanig aangebracht dat bij het overzetten van de wagen 11 van rails 36 naar rails 10 of andersom deze wielen zich in hoofdzaak onder tralieligger 28 bevinden waardoor de daarop werkende krachten 20 en direct mogelijk aan de tralieligger 28 overgedragen worden.
In een kwekerij zijn meerdere railstelsels 10 aanwezig, gelegen evenwijdig aan 20 elkaar of tegenover elkaar, of beide. Op elk railstelsel bevindt zich een reeks wagens 11. Een loodrecht op die railstelsels staand railstelsel 29 strekt zich uit langs de uiteinden van die railstelsels. Over dat railstelsel 29 kan zich een hulpwagen 30 verplaatsen. De rails 36 van deze hulpwagen kunnen aansluiting maken op elk van de langs de railstelsel 29 gelegen railstelsel 10. De meenemers 44 van de overzetters 39 25 van deze hulpwagen kunnen aangrijpen op de meeneemnokken 46 van elke op een railstelsel 10 aanwezige wagen 11.
Bij op elkaar aangesloten rails 10 van een railstelsel en rails 36 kan een wagen 11 door de overzetters 39 van rails 10 op rails 36 overgezet worden. Vervolgens kan hulpwagen 30 met daarin de overgezette wagen 11 met niet aangesloten rails 10 en 36 30 zich over railstelsel 29 naar een ander railstelsel 10 verplaatsen en daar met rails 36 aansluiten op rails 10 van dat andere railstelsel. Bij op elkaar aangesloten rails 10 van dat railstelsel en rails 36 kan de wagen 11 door de overzetters 39 van rails 36 op rails 10 overgezet worden. Indien zich op dat railstelsel 10 een reeks tegen elkaar geplaatste 1 02995 6 δ wagens 11 bevindt, kunnen overzetters 39 de van rails 36 afkomstige wagen 11 tegen die reeks plaatsen en die gehele reeks opduwen en zodoende over dat railstelsel verplaatsen.
Indien aan beide uiteinden van een railstelsel 10 een hulpwagen 30 zich kan 5 verplaatsen, kan aan het ene uiteinde de ene hulpwagen 30 een wagen 11 aan een op dat railstelsel aanwezige reeks wagens 11 toevoegen en kan aan het andere uiteinde de ander hulpwagen 30 een wagen 11 van die reeks afhemen. Nadat beide hulpwagens 30 naar de uiteinden van eenzelfde ander railstelsel verplaatst zijn, kan die ene hulpwagen 30 een wagen 11 van een op dat andere railstel aanwezige reeks wagens 11 afhemen en 10 kan de andere hulpwagen 30 de eerdergenoemde van een railstelsel afgenomen wagen 11 aan die reeks toevoegen. Op deze wijze kunnen alle aanwezige wagens 11 door de kwekerij rouleren en daarbij vaste punten passeren waarop gewashandelingen, zoals oogsten van product, verricht kunnen worden.
Indien zich aan weerszijden van een railstelsel 29 railstelsels 10 bevinden, kan 15 een in dat railstelsel 29 verplaatsbare hulpwagen 30 een wagen 11 van een railstelsel 10 aan de ene zijde van het railstelsel 29 afhemen en op een railstelsel 10 aan de andere zijde van dat railstelsel 29 plaatsen, waarbij deze railstelsels 10 niet in eikaars verlengde behoeven te liggen.
Ten behoeve van de verplaatsingscapaciteiten en/of logistieke mogelijkheden kan 20 het voordelig zijn als variant de overzetters 39 niet op een hulpwagen 30 aan te brengen, maar aan een vaste constructie zoals die van een kas. Eveneens ten behoeve van verplaatsingscapaciteiten en/of logistieke mogelijkheden kan het voordelig zijn indien meerdere hulpwagens 30 zich in een railstelsel 29 kunnen verplaatsen. Bovendien kan het ten behoeve van verplaatsingscapaciteiten en/of logistieke 25 mogelijkheden voordelig zijn indien zich meerdere railstelsels 29 direct naast elkaar en evenwijdig aan elkaar bevinden.
In fig. 6 is een detail van watergeefstelsel getoond in combinatie met de verplaatsbare wagen volgens de onderhavige uitvinding. Ook hier zijn zoveel mogelijk dezelfde verwijzingscijfers als in de eerdere figuren gebruikt. Wagen 11 is nabij een 30 verbindingsprofiel 13 voorzien van een vloeistofleiding 48. Deze leiding 48 heeft aan beide einden een aansluiting 49 die indien geen verdere actie ondernomen wordt automatisch afsluitend uitgevoerd is.
1029956 9
Verdere wagens kunnen van overeenkomstige leidingen 48 voorzien zijn en bij het telgen elkaar plaatsen van wagens 11 kan in koppeling tussen aangrenzende aansluitingen 49 voorzien worden.
Een vast opgesteld mechanisme dat met 50 aangegeven is is aan de tralieligger 5 5 bevestigd. Dit mechanisme omvat een leiding 51 welke voorzien is van een 180°-bocht met aansluiting 52 welke enerzijds automatisch afsluitend is en anderzijds koppelbaar is met aansluiting 49. Het andere einde van leiding 51 is verbonden met een vloeistofbron die met 53 aangegeven is. Leiding 51 kan roteren volgens pijl 55 en transleren volgens richting 54.
10 Bij het verplaatsen van de wagens 11 is aansluiting 52 weggedraaid zodat leidingen 48 onbelemmerd kunnen passeren. Indien bevloering noodzakelijk is wordt de betreffende wagen zodanig gepositioneerd dat door rotatie en translatie van leiding 51 aansluiting 52 met aansluiting 49 van leiding 48 gekoppeld kan worden. Verdere wagens 11 kunnen van overeenkomstige leidingen 48 voorzien zijn en bij het tegen 15 elkaar plaatsen van die wagens kan in koppeling tussen aangrenzende aansluitingen 49 voorzien worden.
Voor het afvoeren van niet door het gewas opgenomen vloeistof kan de onder een wagen 11 hangende plantdrager voorzien zijn van één of meerdere afvoeropeningen en kan daaronder in een opvanggoot met een daarop aangesloten 20 leidingstelsel voorzien zijn.
Na het lezen van bovenstaande beschrijving zullen bij degene bekwaam in de stand der techniek dadelijk varianten opkomen. Deze liggen binnen het bereik van de bijgaande conclusies. Zo kan een wagen 30, in plaats van voorzien te zijn van rails 36 en overzetters 39, voorzien zijn van beweegbare draagarmen en met een werkwijze, 25 vergelijkbaar met die van een vorkheftruck. Zo kan het watergeefstelsel, in plaats van uit leidingen en koppelbare aansluitingen, bestaan uit vast opgestelde vloeistofuitlopen en op de wagens 11 aangebrachte opvangbakken. Zo kan voor het afvoeren van niet door het gewas opgenomen vloeistof, in plaats van opvanggoten gebruik gemaakt kunnen worden van leidingen met koppelbare aansluitingen. Hetzelfde geldt voor de 30 afVoer. Eveneens worden uitdrukkelijk rechten gevraagd voor uitvoeringen die opgenomen zijn in de volgconclusies onafhankelijk van hetgeen beschreven is in conclusie 1.
1029956
Claims (16)
1. Teeltstelsel omvattende een plantdrager, zoals een goot (18) alsmede een draagconstructie voor die plantdrager, welke draagconstructie omvat een boven de 5 plantdrager aangebrachte steun (11) en zich daarvan af naar beneden uitstrekkende ophangorganen (19) die met die plantdrager verbonden zijn, met het kenmerk, dat die steun omvat een wagen (11).
2. Teeltstelsel volgens conclusie 1, waarbij die wagen omvat een langwerpige ligger 10 (12) aan weerszijden voorzien van steeds een wielstel.
3. Teeltstelsel volgens conclusie 2, waarbij die langwerpige ligger (12) omvat een zich rechtlijnig tussen die wielstellen uitstrekkend verbindingsdeel (14) en een met de uiteinden van dat verbindingsdeel verbonden, zich daarboven of daaronder uitstrekkend 15 versterkingsdeel (16), waarbij tussen die uiteinden tenminste een zich verticaal uitstrekkende afstandhouder (15) tussen dat verbindingsdeel en dat versterkingsdeel is aangebracht.
4. Teeltstelsel volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de lengte van die 20 ophangorganen stelbaar is om de positie van die plantdrager te wijzigen.
5. Samenstel omvattende een teeltstelsel volgens een van de voorgaande conclusies, alsmede een de wagen aan weerszijden ondersteunend railstelsel (10).
6. Samenstel volgens conclusies 5, omvattende twee wagens (11), waarbij die wagens voorzien zijn van onderling samenwerkende aanslagmiddelen (22).
7. Samenstel volgens conclusie 6, waarbij de effectieve lengte van die aanslagmiddelen (22) veranderbaar is. 30
8. Samenstel volgens een van de voorgaande conclusies 5-7 omvattende een kas, waarbij die kas voorzien is van daaraan bevestigde vloeistoftoevoermiddelen met koppelingsmiddelen en die wagen eveneens voorzien is van vloeistoftoevoermiddelen i 1029956 voorzien van koppelingsmiddelen waarbij die koppelingsmiddelen van die in de kas aangebrachte vloeistoftoevoermiddelen en die koppelingen aan die wagens met elkaar verbindbaar zijn.
9. Samenstel volgens een van de conclusies 5-8, omvattende een aantal wagens, waarbij de onderlinge afstand tussen de wagens mechanisch verstelbaar is.
10. Samenstel volgens een van de voorgaande conclusies 5-8, waarbij dat railstelsel (10) aansluit op een verder transportstelsel (36), welk verder transportstelsel (36) 10 uitgevoerd is voor het ontvangen/afgeven van een wagen van/aan dat railstelsel (10).
11. Samenstel volgens conclusie 10, warbij dat verdere railstelsel (36) in hoofdzaak loodrecht op dat railstelsel (10) aansluit.
12. Samenstel volgens conclusies 10 of 11, omvattende een verdere transportmiddel (30) voor het ontvangen van die wagen (11) en het overzetten daarvan naar dat verdere transportstelsel (36).
13. Werkwijze voor het kweken van gewassen, welke gewassen opgenomen zijn in 20 een in een teeltruimte opgehangen drager, met het kenmerk, dat die gewassen met die hangende drager in die teeltruimte verplaatst worden.
14. Werkwijze volgens conclusie 13, waarbij die gewassen met die dragers naar een [ verwerkingsruimte verplaatst worden. 25
15. Werkwijze volgens een van de conclusies 13 of 14 omvattende verscheidene aangrenzende opgehangen dragers, waarbij de afstand tussen die dragers gewijzigd wordt.
16. Werkwijze volgens een van de conclusies 13-15, omvattende het telen van paprika’s, komkommers en/of tomaten. 1Ό29956
Priority Applications (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1029956A NL1029956C2 (nl) | 2005-09-14 | 2005-09-14 | Teeltstelsel en werkwijze voor het telen van gewassen. |
EP06120699A EP1763989A1 (en) | 2005-09-14 | 2006-09-14 | Cultivation system and method for the cultivation of crops |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1029956A NL1029956C2 (nl) | 2005-09-14 | 2005-09-14 | Teeltstelsel en werkwijze voor het telen van gewassen. |
NL1029956 | 2005-09-14 |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL1029956C2 true NL1029956C2 (nl) | 2007-03-15 |
Family
ID=36097108
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL1029956A NL1029956C2 (nl) | 2005-09-14 | 2005-09-14 | Teeltstelsel en werkwijze voor het telen van gewassen. |
Country Status (2)
Country | Link |
---|---|
EP (1) | EP1763989A1 (nl) |
NL (1) | NL1029956C2 (nl) |
Cited By (1)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
CN110786186A (zh) * | 2019-11-26 | 2020-02-14 | 徐州蔬客达农业科技有限公司 | 一种智能农业种植大棚用移动作业架 |
Families Citing this family (9)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
NL1034638C2 (nl) | 2007-11-05 | 2008-07-01 | Dalsem Tuinbouwprojecten B V | Tuinbouwkas met teeltgoot. |
CN102511216B (zh) * | 2011-12-28 | 2014-05-14 | 中国农业大学 | 一种克服连作障碍的用于温室栽培黄瓜的做畦方法 |
KR101251903B1 (ko) * | 2012-10-25 | 2013-04-08 | 주식회사 그린플러스 | 식물의 대량재배장치 |
CN103918503B (zh) * | 2014-04-23 | 2016-06-15 | 王东武 | 一种能提高大棚工作效率和降低劳动强度的方法 |
JP6504362B2 (ja) * | 2015-06-26 | 2019-04-24 | 一江 水谷 | 吊り下げ式植物栽培装置 |
CN107006361A (zh) * | 2017-04-11 | 2017-08-04 | 境牧农业科技(上海)有限公司 | 一种基于轨道的行车吊绳式吊培种植系统 |
RU2687370C1 (ru) * | 2018-08-15 | 2019-05-13 | Сун Сонг Ким | Устройство для выращивания растений в подвешенном состоянии в теплице |
NL2028358B1 (en) * | 2021-06-01 | 2022-12-13 | Ridder Holding Harderwijk B V | Plant growing system, plant carrier and method of growing vertically grown plants |
CN118525695A (zh) * | 2024-07-26 | 2024-08-23 | 河南省飞诺特机械设备有限公司 | 一种自动化设施农业种植系统 |
Citations (7)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
DE3634805A1 (de) * | 1986-10-13 | 1988-04-14 | Wolfgang Rieck | Einrichtung fuer gewaechshaeuser, zur erleichterung der pflanzenarbeit und besseren ausnutzung der pflanzflaechen |
NL9201632A (nl) * | 1992-09-21 | 1994-04-18 | Stichting Inst Mech | Werkwijze voor het telen en oogsten van vruchten. |
JP2002051653A (ja) * | 2000-08-09 | 2002-02-19 | Daisen & Co Ltd | 栽培装置 |
NL1020306C2 (nl) * | 2002-04-04 | 2003-10-07 | Totaal Techniek Frans Van Zaal | Inrichting voor het kweken van gewas in kweekgoten. |
NL1020882C2 (nl) | 2002-06-17 | 2003-12-19 | W M Systems B V | Stelsel met over rails verplaatsbare plantdragers. |
NL1022530C2 (nl) * | 2003-01-30 | 2004-08-03 | Totaal Techniek Frans Van Zaal | Inrichting voor het kweken van gewas. |
NL1024621C2 (nl) * | 2003-10-24 | 2005-04-28 | Klimrek I E B V | Kasconstructie met railstelsel. |
Family Cites Families (4)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
DE2739411A1 (de) * | 1977-09-01 | 1979-03-08 | Heinz Schutz | Transportanlage fuer gewaechshaeuser |
NL1016265C2 (nl) * | 2000-09-25 | 2002-03-26 | W M Systems B V | Teeltsysteem. |
US6848877B2 (en) * | 2002-06-03 | 2005-02-01 | Rob Hendriks | System for moving and hanging articles |
NL1027366C2 (nl) * | 2004-10-28 | 2006-05-04 | Pb Techniek B V | Draagorgaan, gewasondersteuningsinrichting, watertoevoerinrichting en transportinrichting en werkwijze voor het telen van gewassen. |
-
2005
- 2005-09-14 NL NL1029956A patent/NL1029956C2/nl not_active IP Right Cessation
-
2006
- 2006-09-14 EP EP06120699A patent/EP1763989A1/en not_active Withdrawn
Patent Citations (7)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
DE3634805A1 (de) * | 1986-10-13 | 1988-04-14 | Wolfgang Rieck | Einrichtung fuer gewaechshaeuser, zur erleichterung der pflanzenarbeit und besseren ausnutzung der pflanzflaechen |
NL9201632A (nl) * | 1992-09-21 | 1994-04-18 | Stichting Inst Mech | Werkwijze voor het telen en oogsten van vruchten. |
JP2002051653A (ja) * | 2000-08-09 | 2002-02-19 | Daisen & Co Ltd | 栽培装置 |
NL1020306C2 (nl) * | 2002-04-04 | 2003-10-07 | Totaal Techniek Frans Van Zaal | Inrichting voor het kweken van gewas in kweekgoten. |
NL1020882C2 (nl) | 2002-06-17 | 2003-12-19 | W M Systems B V | Stelsel met over rails verplaatsbare plantdragers. |
NL1022530C2 (nl) * | 2003-01-30 | 2004-08-03 | Totaal Techniek Frans Van Zaal | Inrichting voor het kweken van gewas. |
NL1024621C2 (nl) * | 2003-10-24 | 2005-04-28 | Klimrek I E B V | Kasconstructie met railstelsel. |
Non-Patent Citations (1)
Title |
---|
PATENT ABSTRACTS OF JAPAN vol. 2002, no. 06 4 June 2002 (2002-06-04) * |
Cited By (1)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
CN110786186A (zh) * | 2019-11-26 | 2020-02-14 | 徐州蔬客达农业科技有限公司 | 一种智能农业种植大棚用移动作业架 |
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
EP1763989A1 (en) | 2007-03-21 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
NL1029956C2 (nl) | Teeltstelsel en werkwijze voor het telen van gewassen. | |
JP2012518993A (ja) | 植物生育装置 | |
JP4956838B2 (ja) | 植物栽培装置 | |
WO2007012313A1 (de) | Anlage zum anbau von pflanzen | |
WO2013041874A1 (en) | Improved substrate growing system | |
NL1007449C1 (nl) | Werkwijze voor het continu doortelen resp. oogsten van gewassen. | |
JP3500456B2 (ja) | 栽培槽による栽培方法及び栽培装置 | |
NL1014378C2 (nl) | Rolgoot. | |
NL1020882C2 (nl) | Stelsel met over rails verplaatsbare plantdragers. | |
NL1031693C2 (nl) | Gewasondersteuningsinrichting voor gewassen. | |
NL8900200A (nl) | Inrichting voor het kweken van een gewas. | |
JP3257629B2 (ja) | 水耕栽培施設のムービングベンチシステム | |
CN107926693B (zh) | 一种用于无土栽培立体种植的种植管及其填充基质 | |
ES2892156T3 (es) | Instalación para el sistema de cultivo suspendido | |
NL1027366C2 (nl) | Draagorgaan, gewasondersteuningsinrichting, watertoevoerinrichting en transportinrichting en werkwijze voor het telen van gewassen. | |
NL1027862C2 (nl) | Land- en/of tuinbouwkas voor het kweken van een gewas. | |
RU2004143C1 (ru) | Установка дл выращивани растений | |
NL2025815B1 (nl) | Teelinrichting, teelsysteem en teelwerkwijze voor het telen van aardappelen en/of groente | |
EP1310157B1 (en) | Device and greenhouse for growing plants | |
US20240237588A1 (en) | Plant growing system, plant carrier and method of growing vertically grown plants | |
US20230255148A1 (en) | Produce production carousel | |
NL2025288B1 (en) | Construction element for a warehouse | |
RU213023U1 (ru) | Установка гидропонная карусельного типа | |
JP7142130B1 (ja) | 植物栽培装置 | |
NL2006137C2 (nl) | Warenhuis. |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
PD2B | A search report has been drawn up | ||
RC | Pledge established |
Free format text: DETAILS LICENCE OR PLEDGE: RIGHT OF PLEDGE, ESTABLISHED Name of requester: ABN AMRO BANK N.V. Effective date: 20180918 |
|
HC | Change of name(s) of proprietor(s) |
Owner name: CODEMA EMEA B.V.; NL Free format text: DETAILS ASSIGNMENT: CHANGE OF OWNER(S), CHANGE OF OWNER(S) NAME; FORMER OWNER NAME: W/M SYSTEMS B.V. Effective date: 20210702 |
|
MM | Lapsed because of non-payment of the annual fee |
Effective date: 20211001 |