NL1030247C2 - Inrichting en werkwijze voor het kweken van een gewas. - Google Patents

Description

\

Inrichting en werkwijze voor het kweken van een gewas

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het kweken van een gewas in een afgesloten teeltruimte, omvattende dragers voor het gewas, een 5 vemevelingsstelsel voor het in die teeltruimte ter plaatse van het gewas opwekken van een waternevel (mist).

Een dergelijke inrichting bestaat in de stand der techniek uit ruimten waarin het opkweken van een gewas direct na vermeerderen plaatsvindt. In zeer kleine ruimtes worden op compacte wijze zeer grote aantallen gewassen gekweekt.

10 Eveneens is voorgesteld om een inrichting voor het kweken van een gewas waarbij in hoofdzaak voortdurend een nevel aanwezig is op grotere schaal toe te passen bijvoorbeeld in kassen. Gezien de te verwachten hogere opbrengst van de gewassen is een dergelijke inrichting voor het telen zeer veelbelovend. Echter van belang is dat energzijds de vochtigheid ter plaatse van de bladeren of andere gewasdelen niet te groot 15 is om condensvorming op het gewas en daaruit voortvloeiende rotting en schimmelvorming te voorkomen. Anderzijds dient het gewas nog steeds apart van water te voorzien worden.

Beoogd wordt met de onderhavige uitvinding deze nadelen van de stand der techniek te vermijden en in een inrichting te voorzien voor het bevorderen van het 20 kweken van gewassen waarbij gewasdelen voortdurend in een mist aanwezig.

Dit doel wordt bij een hierboven beschreven inrichting verwezenlijkt doordat onder die dragers een waterbassin is aangebracht, waarbij ten minste 30% van het oppervlak onder die dragers dat waterbassin omvat.

Meer in het bijzonder is het oppervlak ten minste 50% en volgens een van 25 voorkeur zijnde uitvoering ten minste 70%. Bovendien zijn temperatuurregelmiddelen aanwezig volgens een verdere van voordeel zijnde uitvoering, voor het regelen van de verhouding van de temperatuur van het water dat uit het vemevelingsstelsel treedt en de temperatuur van het water in dat waterbassin, waarbij die regelmiddelen zodanig uitgevoerd zijn, dat de temperatuur van dat water in dat bassin lager is dan de 30 temperatuur van dat uit het vemevelingsstelsel tredende water.

Door de aanwezigheid van een wateroppervlak op de bodem van een kas of andere teeltruimte wordt in een condensatieplaats voorzien voor de waternevel. Door de combinatie van de temperatuur van het uit het vemevelingsstelsel tredende 1030747_ 2 vernevelde water en de temperatuur in het waterbassin is nauwkeurige regeling van de klimaatomstandigheden van het gewas mogelijk.

Met behulp van het vemevelingsstelsel kan een “mistdeken” om het gewas aangebracht worden waarvan de temperatuur nauwkeurig bekend is. Door het 5 aanbrengen van een waterbasssin dat bij voorkeur een lagere temperatuur heeft dan deze nevel kan een temperatuursgradiënt in de kweekruimte en over de hoogte van het gewas ingesteld worden. Immers indien het worteldeel van het gewas zich nabij het waterbassin bevindt zal daar condensatie van water optreden.

Meer in het bijzonder wordt er naar gestreefd de luchtvochtigheid in de nevel 10 lager dan 100% te kiezen, en bij voorkeur hoger dan 60% en meer in het bijzonder bij ongeveer 85% te kiezen. Onder die omstandigheden zal door de nauwkeurige regeling van de temperatuur van het gewasdeel dat zich in de nevel of mist bevindt daar geen condensatie optreden. Wel zullen de huidmondjes van de gewasdelen zich openen.

Ter plaatse van de wortels zal wel condensatie optreden door de lagere 15 temperatuur waardoor automatisch in bewatering van het gewas voorzien wordt.

Met andere woorden met de inrichting volgens de onderhavige uitvinding kan water geven van gewas geheel of grotendeels vermeden worden.

Er bestaan vele mogelijkheden om de hierboven beschreven temperatuurgradiënt in een teeltruimte en meer in het bijzonder over de hoogte van een gewas te 20 verwezenlijken.

Volgens een van voordeel zijnde uitvoering wordt het gewas in dragers zoals potten of andere houders aangebracht. Deze dragers kunnen zich op geringe afstand boven het waterbassin bevinden. Het is echter ook mogelijk deze houders in het waterbassin aan te brengen. Daarbij dient er vanzelfsprekend voor gezorgd te worden 25 dat de wortels van bepaalde gewassen niet voortdurend in contact met het water staan om rotting te voorkomen. Dit kan met een eb/vloedstelsel uitgevoerd worden. Eveneens is het mogelijk de gewassen op een vloer te plaatsen waarin naar boven open kanalen aangebracht zijn waardoor continu of met regelmatige tussenposen water stroomt waarvan de temperatuur zodanig verlaagd is ten opzichte van de temperatuur van de bij 30 de bladeren/vruchten aanwezige nevel dat in de wortels voldoende condensatie optreedt om afzonderlijk water geven hoofdzakelijk overbodig te maken.

Begrepen zal worden dat bij een eb/vloedstelsel door het eb/vloedstelsel ook water aan het gewas toegevoegd kan worden.

1030247 3

Door de aanwezigheid van een wateroppervlak op de vloer van een teeltruimte kan nauwkeurig het warmte-evenwicht in de kas of andere teeltruimte bepaald worden. Bovendien wordt in een watercirculatie voorzien omdat de nevel voortdurend in het bassin condenseert. Het gecondenseerde vocht kan weer aan de vemevelingsinstallatie ! 5 toegevoegd worden waarbij al dan niet sprake is van verhoging van de temperatuur.

! Vanzelfsprekend kunnen allerlei soorten toevoegingen gebruikt worden om de platengroei in de meest ruime zin van het woord te bevorderen.

De hoogte van de waterlaag in het bassin kan gering zijn van enkele millimeters i J tot centimeters. Met behulp van het bassin kan het dauwpunt van het water dat als nevel 10 aanwezig is nauwkeurig gestuurd worden.

De uitvinding heeft eveneens betrekking op een gewas aangebracht in een houder waarbij die houder een drijflichaam omvat en voorzien is van een uitstekende, van onder aangrijpbare rand.

Volgens een verder aspect van de uitvinding heeft deze betrekking op een 15 werkwijze voor het kweken van een gewas in een teeltruimte omvattende het in een waternevel plaatsen van het bladerdeel/vruchtdeel van dat gewas, waarbij dat bladerdeel/vruchtdeel van dat gewas boven een wateroppervlak geplaatst wordt.

De uitvinding zal hieronder nader aan de hand van een in de tekening afgebeeld uitvoeringsvoorbeeld verduidelijkt worden. Daarbij toont: 20 Figuur 1 schematisch een als kas uitgevoerde teeltruimte met de inrichting volgens de uitvinding;

Figuur 2 een detail van de in figuur 1 getoonde constructie; en

Figuur 3 een detail van de in figuur 2 getoonde constructie in bovenaanzicht.

In figuur 1 is met 1 een kas aangegeven welke als teeltruimte fungeert. Begrepen 25 dient te worden dat volgens de onderhavige uitvinding ook andere ruimtes daarvoor geschikt zijn. Dergelijke ruimtes kunnen al dan niet van een lichtdoorlatend oppervlak voorzien zijn al dan niet aangevuld met afzonderlijke verlichting.

De kap van de kas is met 2 aangegeven terwijl de bodem met 3 aangegeven is. Een vemevelingsstelsel is aanwezig en dit is met 4 aangegeven. Dit vemevelingsstelsel 30 is uitgevoerd om de groei van het gewas te bevorderen door ten minste tijdens een deel van de groeiperiode van het gewas een nevel om het gewas aan te brengen. Dit moet onderscheiden worden van stelsels waarmee (tijdelijk) water gegeven wordt in de vorm van een nevel. Door de aanwezigheid van een nevel rond de bladeren respectievelijk m.?o?47_ ' j 4 vruchten van het gewas kan ter plaatse in een zeer nauwkeurige temperatuurregeling voorzien worden. Deze temperatuur kan elke gewenste temperatuur zijn en word afhankelijk van het type gewas bepaald. Voorbeelden van gewassen zijn paprika’s komkommers, potplanten en dergelijke.

5 Volgens de onderhavige uitvinding is het gewas 13 opgenomen in potten 12. On deze potten 12 zijn drijflichamen 11 aangebracht die voor een aantal potter gemeenschappelijk zijn.

Een groot deel van de vloer of bodem 3 van de kas wordt ingenomen dooi waterbassins 16. Het oppervlak daarvan is ten minste 30% van het totale 10 vloeroppervlak waarop gewassen geplaatst wordt en bij voorkeur ten minste 50% er meer in het bijzonder ten minste 70% daarvan. Water op bodem 3 kan contini aanwezig zijn maar ook periodiek. Bovendien is het mogelijk niet het hele oppervlal van water te voorzien, maar slechts kanalen. De hoogte van het watemiveau kar afhankelijk van de gewenste omstandigheden gekozen worden in het bereik van enkek 15 mm tot tientallen cm’s. In het laatste geval kan het bassin als warmte en/of waterbuffel dienen. Bij gebruik als waterbuffer kan vemevelwater (tijdelijk) opgeslagen worden Het water kan op enigerlei wijze circuleren b.v. van het vemevelstelsel in het bassin er weer naar het vemevelstelsel.

Steeds wordt beoogd door de aanwezigheid van water op de bodem van de ka* 20 nauwkeurig een temperatuumiveau bij de bodem in te stellen. Water kan eventuee stromen waarmee het ontstaan van ongewenste schimmels en dergelijke voorkomer wordt.

Bij voorkeur wordt het temperatuurverschil tussen het water dat uit hei vemevelingsstelsel 4 treedt ten opzichte van de temperatuur in het bassin 16 zodanig 25 ingesteld dat continu water afkomstig uit het vemevelingsstelsel condenseert in hei waterbassin. Op deze wijze wordt een continue gecontroleerde beweging van fijne waterdeeltjes verkregen en kan nauwkeurig de temperatuur ter plaatse van het gewas beheerst worden. Daarbij is de temperatuur die bijvoorbeeld op een hoger niveau in dt kas of andere teeltruimte heerst volledig ondergeschikt daaraan omdat de door hei 30 gewas ondervonden temperatuur de groei daarvan (mede) bepaalt.

Volgens een van voordeel zijnde uitvoering wordt het temperatuurverschil zodanig ingesteld dat ter plaatse van bladeren en vruchten in de nevel eer luchtvochtigheid van minder dan 100% heerst om condensatie van waterdruppeltjes of I

1 03024 7 5 het gewas te voorkomen. Meer in het bijzonder ligt deze luchtvochtigheid bij minder dan 90% zoals ongeveer 85%.

Volgens de onderhavige uitvinding is een transportsysteem aanwezig in de kas om de gewassen te verplaatsen uit een positie in/boven bassin 16 naar een transport 5 en/ofbewerkingspositie.

Deze constructie betaat uit twee boven elkaar aangebracht rails 5 waarin een wagen 6 heen en weer in horizontale richting kan lopen. Wagen 6 bestaat uit een frame 19 waarin een brug 8 op en neer beweegbaar is met behulp van een motor 7.

Aan de brug zijn draden of stangen 9 bevestigd waaraan de drijflichamen hangen.

10 De draden of stangen 9 zijn voorzien van aan het uiteinde daarvan aangebrachte grijpnokken 10. Een en ander is in figuur 3 schematisch afgebeeld. De ophangdraden of stangen zijn op enigerlei wijze roteerbaar uitgevoerd waardoor in de niet-dragende positie van de ophangdraden of stangen bij verdraaien mogelijk is al dan niet onder de drijflichamen 11 te grijpen. Deze verdraaiing wordt geregeld met behulp van een strip 15 14 die in de richting van pijl 15 heen en weer beweegbaar is.

Met 17 zijn afzetsteunen aangegeven waarin de gewassen in de drijflichamen geplaatst kunnen worden. Daarna kunnen deze verder getransporteerd worden.

Begrepen zal worden dat in plaats van de afzetsteunen transportbanden en dergelijke toegepast kunnen worden.

20 In het onderhavige uitvoeringsvoorbeeld is een drijflichaam 11 getoond waarin een aantal potten 12 aangebracht is volgens een rij. Het is mogelijk in een drijflichaam verschillende rijen naast elkaar liggende potten aan te brengen maar het is ook mogelijk voor elke pot slechts een drijflichaam te gebruiken. Bovendien is het mogelijk de potten zelf van drijvend vermogen te voorzien. Met behulp van drijflichamen is het 25 mogelijk de potten in bassin 16 te plaatsen waar deze drijven.

Begrepen zal echter worden dat ook andere teeltmethoden mogelijk zijn zonder drijflichamen waarbij de potten op de bodem van de kas geplaatst worden waar eveneens een waterlaagje aanwezig is. Deze waterlaag kan continu maar ook periodiek aanwezig zijn.

30 Begrepen zal worden dat andere transportsystemen dan het hierboven beschreven systeem toegepast kunnen worden.

Met de onderhavige uitvinding is het bij juiste regeling met behulp van sturing 18 van de temperatuur van het bassin 16 en het water dat uit het vemevelingsstelsel 4 1030247 ____ » 6 treedt niet langer noodzakelijk de gewassen in een afzonderlijke stap water te geven. Daardoor kan de hantering van de gewassen aanzienlijk vereenvoudigd worden en de kostprijs van de kasconstructie aanzienlijk verlaagd.

De temperatuur van bijvoorbeeld het water in bassin 16 kan geregeld worden 5 door ’s nachts het betreffende water bloot te stellen aan de omgeving dat wil zeggen op natuurlijke wijze aanzienlijk te laten afkoelen door de uitstraling die ’s nachts plaatsvindt.

Na het lezen van het bovenstaande zullen bij degenen bekwaam in de stand der techniek dadelijk varianten opkomen. Deze zijn voor de hand liggend en liggen binnen 10 het bereik van de bijgaande conclusies waarbij begrepen dient te worden dat uitdrukkelijk rechten gevraagd worden voor de materie beschreven in de volgconclusies onafhankelijk van de hoofdconclusie.

_1 03Q? 4 7

Claims (15)

4

1. Inrichting voor het kweken van een gewas (13) in een afgesloten teeltruimte (1), omvattende dragers (12) voor het gewas, een vemevelingsstelsel (4) voor het in die 5 teeltruimte ter plaatse van het gewas opwekken van een waternevel (mist), met het kenmerk, dat onder die dragers (13) een waterbassin is aangebracht, waarbij ten minste 30% van het oppervlak onder die dragers dat waterbassin omvat.

2. Inrichting volgens conclusie 1, waarbij ten minste 50% en bij voorkeur ten minste 10 70% van het oppervlak onder die dragers dat waterbassin omvat.

3. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, omvattende temperatuurregelmiddelen (18) voor het regelen van de verhouding van de temperatuur van het water dat uit het vemevelingsstelsel (4) treedt en de 15 temperatuur van het water in dat waterbassin, waarbij die regelmiddelen zodanig uitgevoerd zijn, dat de temperatuur van dat water in dat bassin (16) lager is dan de temperatuur van dat uit het vemevelingsstelsel tredende water.

4. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, in het bijzonder voor in 20 houders (12) aangebrachte gewassen (13) waarbij die houders van drijvers (11) voorzien zijn en het waterbassin uitgevoerd is voor het ontvangen van die houders.

5. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, omvattende een transportstelsel voor die dragers. 25

6. Inrichting volgens conclusie 5, waarbij dat transportstelsel uitgevoerd is voor het hangend transporteren van die gewassen.

7. Inrichting volgens conclusie 6, omvattende een aan de bovenzijde van die 30 teeltruimte opgehangen wagen (6) die in horizontale richting en in verticale richting veiplaatsbaar is, voorzien van aangrijpmiddelen voor het aangrijpen van die dragers (12). 1030247 * Λ

8. Inrichting volgens conclusie 7, waarbij die aangrijpmiddelen (10) onder die dragers (12) plaatsbare haken omvatten.

9. Gewas (13) aangebracht in een houder (12) waarbij die houder een drijflichaam 5 (11) omvat en voorzien is van een uitstekende, van onder aangrijpbare rand.

10. Gewas volgens conclusie 9, waarbij dat drijflichaam voor een aantal houders (12) gemeenschappelijk is.

11. Werkwijze voor het kweken van een gewas in een teeltruimte (1) omvattende het in een waternevel plaatsen van het bladerdeel/vruchtdeel van dat gewas, met het kenmerk, dat dat bladerdeel/vruchtdeel van dat gewas boven een wateroppervlak (16) geplaatst wordt.

12. Werkwijze volgens conclusie 11, waarbij de temperatuur van dat wateroppervlak lager ingesteld is dan de temperatuur van die waternevel.

13. Werkwijze volgens conclusie 11 of 12, waarbij aan die waternevel de plantengroei bevorderende stoffen toegevoegd zijn. 20

14. Werkwijze volgens een van de conclusies 11-13, waarbij die gewassen in een waterbassin (16) drijven. J

15. Werkwijze volgens een van de conclusies 11-14, waarbij die gewassen in houders 25 opgenomen zijn, die verticaal en horizontaal door die teeltruimte verplaatst worden. i i i i 1030247