NL1025156C2 - Inrichting en werkwijze voor het verwarmen van voedsel. - Google Patents

Description

Inrichting en werkwijze voor het verwarmen van voedsel

De uitvinding betreft een inrichting voor het verwarmen van voedsel in overeenstemming met de aanhef van conclusie 1. Een dergelijke inrichting is bekend uit WO 9711628, Hoebe-5 rigs. Het nadeel van de bekende inrichting is dat de pan of korf slechts een beperkte beweging ten opzichte van het gestel maakt, zodat het voedsel slechts beperkte bewegingen maakt ten opzichte van de pan of korf waardoor het niet voldoende van alle zijden bestraald en/of verwarmd wordt.

10 Ten einde dit nadeel te vermijden is de inrichting uitgevoerd in overeenstemming met het kenmerk van conclusie 1. Hierdoor kan de pan of korf roteren en wordt verhinderd dat het te verwarmen voedsel tegen het verwarmingselement of de ventilator komt. Hierdoor kan het voedsel alzijdig verwarmd 15 worden en bakt het voedsel niet aan tegen de pan of korf.

In overeenstemming met een verbetering is de inrichting uitgevoerd in overeenstemming met conclusie 2. Hierdoor is het mogelijk om het voedsel met infraroodstraling aan te stralen waardoor het op een smakelijke wijze bruint en/of 20 gaar wordt.

In overeenstemming met een verbetering is de inrichting uitgevoerd in overeenstemming met conclusie 3. Hierdoor kan het rooster eenvoudig gereinigd worden.

In overeenstemming met een verbetering is de inrichting 25 uitgevoerd in overeenstemming met conclusie 4. Hierdoor is het op eenvoudige wijze mogelijk om de pan of korf aan het gestel te koppelen en om de gekoppelde pan of korf zodanig te kantelen dat de rotatieas van de pan of korf tijdens het roteren en verwarmen niet verticaal is waardoor het voedsel 30 in de pan of korf langs de zijwand gaat bewegen en rollen en rondom verwarmd en met infrarood straling aangestraald wordt.

1025156

In overeenstemming met een verbetering is de inrichting uitgevoerd in overeenstemming met conclusie 5. Hierdoor kan de bediening van de inrichting afhankelijk gemaakt worden van de positie van het gestel, en kunnen bijvoorbeeld be-5 veiligingen van deze positie afhankelijk gemaakt worden.

In overeenstemming met een verdere verbetering is de inrichting uitgevoerd in overeenstemming met conclusie 6. Hierdoor kan het inschakelen van de aandrijving, de verwarming en/of de ventilator afhankelijk gemaakt worden van de 10 positie van het gestel, waardoor tijdens het gebruik fouten en daarmee potentieel gevaarlijke situaties vermeden worden.

In overeenstemming met een verbetering is de inrichting uitgevoerd in overeenstemming met conclusie 7. Hierdoor is 15 het losmaken van de pan of korf van het deksel op eenvoudige wijze mogelijke zonder dat de koppelelementen daarbij vast gaan zitten ten gevolge van vormveranderingen als gevolg van verwarmen van de pan of korf of van het deksel.

In overeenstemming met een verdere verbetering is de in-20 richting uitgevoerd in overeenstemming met conclusie 8.

Hierdoor kan de pan of korf op eenvoudige wijze losgekoppeld worden van het deksel.

In overeenstemming met een verdere verbetering is de inrichting uitgevoerd in overeenstemming met conclusie 9.

25 Hierdoor kan de pan of korf met het deksel gekoppeld worden door het gestel met het deksel boven de pan of korf te plaatsen en het deksel op de pan of korf te drukken.

In overeenstemming met een verbetering is de inrichting uitgevoerd in overeenstemming met conclusie 10. Hierdoor 30 hebben de thermische uitzettingen in het deksel ten gevolge van de verwarming geen invloed op de speling in het lager. In overeenstemming met een verbetering is de inrichting uitgevoerd in overeenstemming met conclusie 11. Hierdoor 1025156 wordt de inrichting eenvoudiger uitgevoerd omdat maar één motor nodig is.

In overeenstemming met een verbetering is de inrichting uitgevoerd in overeenstemming met conclusie 12. Hierdoor 5 hebben de ventilator en/of het verwarmingselement een ongeveer stationaire positie ten opzichte van het gestel, waardoor de stroomvoorziening op eenvoudige wijze via een stroomkabel kan plaats vinden.

In overeenstemming met een verdere verbetering is de in-10 richting uitgevoerd in overeenstemming met conclusie 13. Hierdoor kan de motor de ventilator direct aandrijven, wat eenvoudiger is en minder aanleiding geeft tot storingen in overbrengingsriemen en dergelijke.

In overeenstemming met een verbetering is de inrichting 15 uitgevoerd in overeenstemming met conclusie 14. Hiermede is een pan beschikbaar die eenvoudig te reinigen is.

In overeenstemming met een verdere verbetering is de inrichting uitgevoerd in overeenstemming met conclusie 15. Hierdoor wordt de straling beter benut voor het bruinen 20 en/of garen van het voedsel.

In overeenstemming met een verdere verbetering is de inrichting uitgevoerd in overeenstemming met conclusie 16. Hierdoor is de pan makkelijker hanteerbaar en wordt voorkomen dat het voedsel in de pan alleen maar schuift omdat het 25 nu over de instulpingen moet rollen.

In overeenstemming met een verbetering is de inrichting uitgevoerd in overeenstemming met conclusie 17. Hierdoor kunnen de verschillende soorten voedsel tegelijk verwarmd worden.

30 In overeenstemming met een verbetering is de inrichting uitgevoerd in overeenstemming met conclusie 18. Hierdoor kan het voedsel automatisch verwarmd worden, waarbij de in 1025156 richting bijvoorbeeld deel kan uitmaken van een automaat voor het automatisch opwarmen van voedsel.

Tevens omvat de uitvinding een werkwijze in overeenstemming met conclusie 19. Door deze werkwijze kan de pan of korf 5 eenvoudig gevuld worden waarbij ha het kantelen ten gevolge van de rotatie het voedsel kan bewegen en rollen langs de zijwand van de pan of korf.

In overeenstemming met een verbetering wordt de werkwijze uitgevoerd in overeenstemming met conclusie 20. Hierdoor 10 kan de pan of korf met voedsel eenvoudig worden bewogen.

De uitvinding wordt hierna toegelicht aan de hand van een uitvoeringsvoorbeeld met behulp van een tekening. In de tekening toont:

Figuur 1 een schematische doorsnede van een verwarmingsin-15 richting voor voedsel

Figuur 2 een schematisch bovenaanzicht van de inrichting van figuur 1 met een deels opengewerkte kap en een detail van de aandrijving, en

Figuur 3 een schematisch zijaanzicht en deels een doorsnede 20 van de inrichting van figuur 1.

De in de figuur 1, 2 en 3 getoonde verwarmingsinrichting omvat een met een pan 18 koppelbare deksel 21. Het deksel 21 is roteerbaar gelagerd in een kap 5 en is daartoe aan de buitenomtrek voorzien van een lagerring 16 die in de kap 5 25 kan roteren om een rotatieas 19 en die in de axiale richting in de kap 5 is gepositioneerd door ondermeer een rand 17. De rand 17 schermt de onderzijde van het deksel 21 af, zodat voorkomen wordt dat een gebruiker per abuis tegen de hete delen van het deksel 21 stoot.

30 Voor het koppelen van de pan 18 aan het deksel 21 zijn aan het deksel 21 zes veren 30 aangebracht, die aan de losse uiteinden voorzien zijn van een haak 29 die om een bovenrand van de pan 18 kan grijpen (In figuur 1 zijn voor de 1025156 , duidelijkheid in de linkerhelft van de figuur de veren 30 in een over dertig graden geroteerde positie getekend). Als het deksel 21 op de pan 18 gedrukt wordt, drukt de bovenrand van de pan 18 de haken 29 opzij totdat deze haken 29 5 om de bovenrand vallen en de pan 18 vastgrijpen, zodat de pan 18 en het deksel 21 gekoppeld zijn. Tussen de pan 18 en het deksel 21 is als afdichting een verende ring 20 geplaatst. Deze verende ring 20 en de veren 30 zijn zodanig uitgevoerd dat bij indrukken van de ring 20 de haken 29 om 10 de bovenrand kunnen vallen, waarna de ring 20 de bovenrand zodanig naar beneden kan drukken dat deze vastgedrukt wordt tegen de haak 29.

Aan de naar de pan 18 gerichte zijde van het deksel 21 is een spiraalvormig verwarmingselement 23 geplaatst en ook 15 een ventilator 24. De ventilator 24 is bevestigd op een as 25 van een motor 7. Voor het afschermen van het verwarmingselement 23 en de ventilator 24 is aan de onderzijde van het deksel 21 een rooster 22 aangebracht. Dit rooster 22 is bij voorkeur van gaas met dunne metalen draden en 2Q heeft kleine mazen, zodat er een goede doorlaatbaarheid is voor de door het verwarmingselement 23 uitgezonden infrarode straling. Het rooster 22 is losneembaar van het deksel 21 zodat het eenvoudig gereinigd kan worden.

In het getoonde uitvoeringsvoorbeeld is het deksel 21 uit-25 gevoerd in metaal, maar er kunnen ook andere materialen toegepast worden. Tijdens inschakelen van het verwarmingselement 23 verwarmt het deksel 21, waardoor de diameter ervan toeneemt. Tussen het warm wordende deel van het deksel 21 en de lagerring 16 is een expansierand 15 aangebracht, 30 waarin de toename van de diameter van het verwarmde deel van het deksel 21 kan worden opgenomen zodat de lagerspe-ling tussen de lagerring 16 en de kap 5 niet te klein wordt.

10251 56'

Voor het losmaken van de pan 18 van het deksel 21 moeten de zes haken 29 tegelijk naar buiten bewogen worden. Om dit te bereiken rust een ring 14 tegen de veren 30, waarbij de veren 30 een zodanige vorm hebben dat bij het naar beneden 5 drukken van de ring 14 de haken 29 naar buiten bewegen. De veren 30 en de ring 14 roteren met het deksel 21. De ring 14 heeft een vlak bovenvlak dat bij het roteren van het deksel 21 onder drukknoppen 1 langs beweegt. Met de drukknoppen 1 kan de ring 14 naar beneden gedrukt worden, waar-10 door de haken 29 naar buiten bewegen en de pan 18 los is van het deksel 21 en het deksel 21 met de kap 5 van de pan 18 getild kan worden. De drukknoppen 1 worden door de veren 30 en de ring 14 naar boven gedrukt. De opwaartse beweging van de drukknop 1 in de kap 5 is begrensd door een pen 2.

15 Voor eenvoudige bediening van de drukknoppen 1 zijn in de kap 5 handgrepen 33 aangebracht.

De motor 7 kan roteren ten opzichte van het deksel 21, daartoe is in het deksel 21 een lagerring 26 opgenomen, die deze rotatie mogelijk maakt. De motor 7 is geklemd in een 20 houder 8 door een klem 34. De houder 8 is door steunen 4 gekoppeld met de kap 5. Het verwarmingselement 23 is bevestigd aan een onderzijde van de motor 7 en een voedingskabel 10 van het verwarmingselement 23 loopt via de onderzijde van de motor 7 naar een schakelaar 13, Een voedingskabel 9 25 van de motor 7 loopt eveneens naar de schakelaar 13. De motor 7 wordt ook gebruikt voor het roteren van het deksel 21 in de kap 5. Daartoe is aan de bovenzijde van de motor 7 op de as 25 een riemschijf 6 aangebracht. Om de riemschijf 6 is een aandrijfriem 3 gespannen, die ook om een schijf 36 30 loopt. De schijf 36 is bevestigd op een as 31 die aan de bovenzijde kan roteren in een niet getoonde in de kap 5 bevestigde lagering. Aan de onderzijde is de as 31 voorzien van een aandrijfrol 37 die door een veer 32 tegen de lager- 1025156 ring 16 gedrukt wordt. Door het kiezen van de diameters van de riemschijf 6, de schijf 36 en de aandrijfrol 37 kan de rotatiesnelheid van het deksel 21 en daarmee van de pan 18 gekozen worden.

5 De kap 5 is voorzien van twee steunen 28 die zodanig gedimensioneerd zijn dat er een afstand a is tussen de steunen 28 en een tafel als de rotatieas 19 verticaal is en de pan 18 op de tafel staat en vastgeklemd is door de haken 29. Na het kantelen, waarna een rotatieas 19 van de pan 18 hori-10 zontaai is, rusten de steunen 28 met een steunplaat 27 en een steunplaat 38 op de tafel en kan de pan 18 vrij roteren. Voor het vereenvoudigen van het kantelen is aan de kap 5 een handvat 35 aangebracht. Het zal duidelijk zijn dat er ook uitvoeringen kunnen zijn waarbij de steunen 28 en de 15 steunplaten 27 en 38 zodanig zijn uitgevoerd dat als de steunplaten 27 en 38 op de tafel rusten de rotatieas 19 niet een hoek van negentig graden met de verticaal maakt, maar een andere van nul afwijkende hoek.

Voor het waarnemen van deze gekantelde positie waarin de 20 pan 18 vrij kan draaien is in de kap 5 een sensor 11 opgenomen. Als de sensor 11 de gekantelde positie waarneemt kunnen het verwarmingselement 23, de ventilator 24 en daarmee de rotatieaandrijving van de pan 18 ingeschakeld worden.

25 De hiervoor beschreven pan 18 wordt tijdens gebruik gevuld met te verwarmen voedsel, gekoppeld aan het deksel 21, waarna de pan 18 gekanteld wordt. Vervolgens worden het verwarmingselement 23, de ventilator 24 en de aandrijving van het deksel 21 ingeschakeld en wordt het voedsel ver-30 warmd. Na enkele minuten als het voedsel gaar is worden het verwarmingselement 23, de ventilator 24 en de aandrijving van het deksel 21 uitgeschakeld, wordt de pan 18 op de tafel gezet. Vervolgens worden de drukknoppen 1 ingedrukt 1025156 waardoor de haken 29 naar buiten bewegen en kan de kap 5 van de pan 18 getild worden. Het verwarmde voedsel kan nu uit de pan 18 genomen worden.

De hiervoor beschreven uitvoering beschrijft^ slechts één 5 wijze waarop de uitvinding uitgevoerd kan worden. Het zal de vakman bekend zijn dat ook andere uitvoeringen mogelijk zijn.

In het getoonde uitvoeringsvoorbeeld is aangenomen dat de pan 18 ononderbroken in dezelfde richting roteert. In een 10 situatie waarbij de pan 18 wisselende draairichtingen heeft en steeds een beperkte rotatie in één richting heeft, kan de motor 7 vast in het deksel 21 bevestigd zijn, terwijl de voedingskabels 9 en 10 direct naar de motor kunnen lopen. Een sensor en/of een schakelaar voor het begrenzen van de 15 rotatie is dan wel noodzakelijk. Een uitvoering kan zijn met een keerkoppeling tussen een motor en de pan 18 waarbij de sensor de keerkoppeling schakelt zodat de draairichting van de pan 18 omkeert. Eventueel worden de aandrijving van de pan 18 en de ventilator 24 gescheiden uitgevoerd en zijn 20 er twee motoren die onafhankelijk bediend kunnen worden. Hierdoor kan het gebruik van de riemschijf 6, de schijf 36 en de aandrijfriem 3 vervallen, waardoor er minder storing op zal treden.

De pan 18 kan een diameter hebben die tussen de 20 en 60 cm 25 bedraagt, met een diepte van 15 tot 30 cm. De rotatiesnel-heid van de pan 18 is ongeveer 10 omwentelingen per minuut, eventueel tussen de 5 en 15 omwentelingen per minuut. Eventueel zijn de steunen 28 van de inrichting zodanig uitgevoerd dat de pan 18 tijdens het verhitten roteert om een 30 as die een hoek met het horizontale vlak maakt, bijvoorbeeld een hoek van dertig graden, zodat het voedsel tijdens verhitten deels steunt op de zijwand en ook op de bodem van de pan 18.

1025156

De pan 18 kan van hittebestendig glas gemaakt worden. Bij voorkeur is het glasoppervlak gemetalliseerd of is het glas op andere wijze reflecterend gemaakt, zodat de infrarood-straling van het verwarmingselement 23 op de pan 18 reflec-5 teert en het in de pan 18 aanwezige voedsel extra verwarmt. Ook andere uitvoeringen zijn mogelijk, zoals een metalen pan of ook een korf.

In een uitvoering kan de pan 18 of eventueel de korf zijn voorzien van verdeelschotten, die eventueel uitneembaar 10 kunnen zijn. In de verschillende vakken in de pan 18 zijn dan verschillende soorten voedsel geplaatst, die gescheiden van elkaar verhit worden.

Ten einde de pan goed op te kunnen pakken kunnen er instul-pingen 12 in aangebracht zijn. Deze instulpingen kunnen ook 15 van nut zijn bij het bewegen van het voedsel in de pan 18, omdat deze instulpingen het eventuele schuiven van voedsel onderbreken, waardoor het gaat "rollen" en beter alzijdig verhit wordt.

In het getoonde uitvoeringsvoorbeeld is een eenvoudige 20 schakelaar 13 getoond voor het bedienen van de inrichting. Het zal duidelijk zijn dat de inrichting ook voorzieningen kan hebben die oververhitting van het verwarmingselement 23 voorkomen en ook is het mogelijk om de inrichting uit te voeren met een programmeerbare besturing, een tijdklok en 25 andere voor het gebruik van de inrichting tijdens het bereiden van maaltijden bekende voorzieningen.

Het zal voor de vakman duidelijk zijn dat de hiervoor beschreven kap 5 in plaats van door een kok ook door een manipulator bewogen kan worden, die bijvoorbeeld deel uit 30 maakt van een automaat voor het verhitten van voedsel. Nadat het voedsel, eventueel automatisch, in de pan 18 is geplaatst, worden kap 5 en pan 18 gekoppeld door de manipulator en vervolgens ook gekanteld. Na het verhitten worden 1025156 pan 18 en kap 5 ontkoppeld door het verplaatsen van de ring 14 met een daarvoor in de kap 5 aangebrachte aandrijving.

De pan 18 wordt weggenomen en eventueel automatisch geleegd in een bakje dat uit de automaat kan worden genomen. De au-5 tomaat kan voorzien zijn van een betaalsysteem met keuze-middelen, zodat iemand na betaling een portie voedsel in de automaat kan laten verwarmen waarbij de automaat op de hiervoor omschreven wijze het verwarmen uitvoert.

10251 56

Claims (20)

1. Inrichting voor het verwarmen van voedsel omvattende een gestel (5), een pan of korf (18) waarin het op te warmen voedsel geplaatst kan worden, welke 5 pan of korf verbonden is met het gestel, en in het gestel een verwarmingselement (23), een ventilator (24) en een aandrijving (3,6,31,32,36) voor het bewegen van de pan of korf ten opzichte van het gestel met het kenmerk dat in het gestel (5) een door 10 de aandrijving roteerbaar deksel (21) is aange bracht voor het afsluiten van de pan of korf (18) waarbij aan de naar de pan of korf gerichte zijde van het deksel de ventilator (24) en het verwarmingselement (23) zijn aangebracht en een rooster 15 (22) voor het afschermen van het verwarmingselement en de ventilator.

2. Inrichting volgens conclusie 1 waarbij het rooster (22) geschikt is voor het doorlaten van infrarode straling.

3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2 waarbij het rooster (22) losneembaar is.

4. Inrichting volgens conclusie 1,2 of 3 waarbij het gestel (5) voorzien is van steunvoeten (28) waarbij in een eerste positie van het gestel het deksel 25 (21) op de op een horizontaal blad staande pan of korf (18) geklemd kan worden en in een tweede positie van het gestel (5) de steunvoeten op het horizontale blad kunnen staan en de pan of korf gekoppeld aan het deksel om een niet verticale as (19) 30 kan roteren. 1025156/

5. Inrichting volgens conclusie 4 waarbij in het gestel (5) een sensor (11) is aangebracht voor het detecteren of het gestel in de tweede positie staat.

6. Inrichting volgens conclusie 5 waarbij de inrich ting inschakelmiddelen (13) heeft voor het inschakelen van de aandrijving (6), het verwarmingselement (23) en/of de ventilator (24) en de sensor (11) verbonden is met inschakelmiddelen.

7. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies waarbij het deksel (21) voorzien is van verende koppelelementen (29,30) voor het tegen het deksel klemmen van de pan of korf (18).

8. Inrichting volgens conclusie 7 waarbij bij de ve- 15 rende koppelelementen (29,30) door verplaatsen van een gemeenschappelijke ring (14) tegelijk naar buiten worden bewogen.

9. Inrichting volgens conclusie 7 of 8 waarbij de verende koppelelementen (29,30) voorzien zijn van een 20 afschuining voor het door de pan of korf (18) naar buiten drukken van het verende koppelelement tijdens het koppelen van de pan of korf met het deksel (21) .

10. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies 25 waarbij het deksel (21) kan roteren in een lager (16) en tussen het lager en het nabij het verwarmingselement (23) liggende deel van het deksel in het deksel een flexibele ring (15) is opgenomen.

11. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies 30 waarbij de ventilator (24) en het deksel (21) door een gemeenschappelijke motor (7) worden aangedreven. 1025156

12. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies waarbij de ventilator (24) en het verwarmingselement (23) zijn aangebracht op een houder (7) en het deksel (21) roteert ten opzichte van de houder.

13. Inrichting volgens conclusie 11 en 12 waarbij de gemeenschappelijke motor (7) is gemonteerd op de houder.

14. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies waarbij de pan (18) is uitgevoerd van hittebesten- 10 dig glas.

15. Inrichting volgens conclusie 14 waarbij de pan (18) is voorzien van een reflecterende laag.

16. Inrichting volgens conclusie 14 of 15 waarbij de pan (18) is voorzien instulpingen (12) voor gebruik 15 als handvat en/of roermiddel.

17. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies waarbij de pan of korf (18) is voorzien van ver-deelschotten.

18. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies 20 waarbij het gestel (5) is gekoppeld met een manipu lator voor het koppelen en/of ontkoppelen van de pan of korf (18) en het kantelen van het gestel (5) .

19. Werkwijze voor het in een pan of korf (18) ver- 25 warmen van voedsel door infrarode straling en/of hete lucht waarbij de pan of korf met voedsel wordt gevuld met het kenmerk dat de pan of korf na het vullen wordt gekanteld en tijdens het verwarmen wordt geroteerd om een niet verticale rotatieas 30 (19).

20. Werkwijze volgens conclusie 19 waarbij de pan of korf (18) na het vullen wordt gekoppeld aan een gestel (5) waarna het gestel wordt gekanteld. 10251 56 ''