NL1022500C2

NL1022500C2 - Inrichting voor het verzamelen van stof van het cycloontype voor stofzuiger.

Info

Publication number: NL1022500C2
Application number: NL1022500A
Authority: NL
Inventors: Jang-Keun Oh; Hyoung-Jong Jin
Original assignee: Samsung Kwangju Electronics Co
Priority date: 2002-05-11
Filing date: 2003-01-27
Publication date: 2004-02-10
Also published as: CN1456124A; RU2241370C2; ITTO20030310A1; ES2267327A1; NL1022500A1; CN1250151C; US20030208879A1; JP3953386B2; AU2002301379A1; GB2388307A; CA2413408A1; JP2003325402A; KR100433414B1; DE10247655A1; KR20030088534A; US6928692B2; GB0300029D0; GB2388307B; FR2839435A1

Description

Inrichting voor het verzamelen van stof van het cycloontype voor stofzuiger 1. Gebied van de uitvinding

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een stofzuiger, en meer in het bijzonder op een inrichting om stof te verzamelen van het cycloontype voor gebruik in een 5 stofzuiger, om stof te scheiden van lucht die is gevuld met stof, door middel van een centrifugale kracht.

2. Beschrijving van de stand van de techniek

Figuur 1 toont op schematische wijze de opbouw van 10 een algemene inrichting voor het verzamelen van stof van het cycloontype, voor gebruik in een stofzuiger. De algemene inrichting voor het verzamelen van stof van het cycloontype zal hieronder worden beschreven onder verwijzing naar het op algemene wijze overgedragen US octrooinr. 6 195 835 en figuur 15 1.

Zoals getoond in figuur 1, is de algemene inrichting voor het verzamelen van stof van het cycloontype voor gebruik in een stofzuiger, voorzien van een cycloonhuis 20, een stof-opvang 30 en een roosterdeel 40.

20 Het cycloonhuis 20 is voorzien van een eerste aan- sluitbuis 21, verbonden met een verlengbuis la aan de zuig-zijde, een tweede verbindingsbuis 22 verbonden met een verlengbuis lb aan de schone kant van de behuizing, een luchtinlaat 23 verbonden met de eerste aansluitbuis 21 en een lucht-25 uitlaat 24 verbonden met de tweede aansluitbuis 22. Het cycloonhuis 20 produceert een werveling van lucht beladen met stof die in de zuiger wordt getrokken door luchtinlaat 23.

Stofopvang 30 is verwijderbaar verbonden aan het cycloonhuis 20 en vangt het stof en vreemde delen op die worden 30 gescheiden van de lucht door de werveling die wordt opgewekt in het cycloonhuis 20.

Het roosterdeel 40 is aangebracht bij de luchtuit-laat 24 van het cycloonhuis 20, om een tegengestelde stroom van stof, dat is opgevangen in de stofopvang 30, te voorko- ^ 0 o ? s o o 2 men. Het roosterdeel 40 omvat een roosterlichaam 41, een veelvoud van kleine gaten 42, aangebracht in de buitenomtrek van roosterlichaam 41, om een stroomdoorgang te vormen, die verbinding geeft met de luchtuitlaat 24, en een conische om-5 gekeerde hinderplaat 43, aangebracht aan het ondereind van roosterlichaam 41.

In de algemene inrichting voor het verzamelen van stof van het cycloontype, voor gebruik in een stofzuiger, samengesteld zoals boven beschreven, wordt de van stof gevulde 10 lucht in het cycloonhuis gezogen door de eerste aansluitbuis 21, door de zuigkracht die wordt opgewekt bij de zuigmond van de stofzuiger. De lucht wordt in cycloonhuis 20 gezogen in een diagonale richting met betrekking tot het cycloonhuis 20, en creëert daarbij een werveling in het cycloonhuis 20 die 15 afdaalt naar de bodem van de stofopvang 30 (getoond door een pijl van een volgetrokken lijn in Fig. 1). Tijdens dit proces wordt stof gescheiden door de centrifugale kracht van de werveling, en wordt verzameld in de stofopvang 30.

Dan, doordat de lucht van de bodem van de stofopvang 20 30 draait, passeert de lucht door de kleine gaten 42 van het roosterdeel 40, de luchtuitlaat 24 en de tweede aansluitbuis 22, en dan uitgestoten in het zuigerlichaam (getoond door een pijl van een stippellijn in Fig. 1). Wanneer de lucht omhoog gaat in de stofopvang 30, komt een beetje stof in contact te- 25 gen de terugkeerhinderplaat 43 en keert terug in de wervel-stroom. Sommige stofdeeltjes, die niet gescheiden zijn van de opwaartse luchtstroom, worden gefilterd en geretourneerd naar de wervelstroom wanneer de lucht met stof wordt uitgestoten door de fijne gaten van het roosterdeel 40.

30 Sommige stofdeeltjes, die nog steeds niet gescheiden zijn van de lucht, worden samen met de lucht door de fijne gaten 42 van het roosterdeel 40 uitgestoten in de luchtuitlaat 24. Het stof wordt dan uitgefilterd door een papierfliter in het zuigerlichaam de schone lucht wordt naar buiten 35 uitgestoten via de motor.

De boven beschreven inrichting voor het verzamelen van stof van het cycloontype, voor gebruik in de stofzuiger, heeft echter enkele problemen. Dat wil zeggen, wanneer de , Ί ' - 3 lucht met stof beladen door de fijne gaten 42 van roosterdeel 40 wordt uitgestoten, hecht een deel van het stof zich aan roosterdeel 40, en zal uiteindelijk de kleine gaten 42 van het roosterdeel 40 verstoppen. Wanneer de kleine gaten 42 5 verstopt zijn, vermindert de doelmatigheid als gevolg van verslechtering van de zuigkracht, terwijl de motor van de stofzuiger overbelast raakt. Derhalve moet het stof bij de fijne gaten 42 van roosterdeel 40 worden verwijderd. Omdat het roosterdeel 40, in de inrichting voor het verzamelen van 10 stof van het algemene cycloontype, verbonden is aan het cy-cloonhuis 20, moet een gebruiker de stofopvang 30 van het cy-cloonhuis 20 losmaken om de stof uit het roosterdeel 40 te verwijderen. Wanneer de gebruiker de stofopvang scheidt van het cycloonhuis 20, is het roosterdeel 40 blootgesteld aan de 15 omgeving buiten de stofopvang, en de gebruiker dient handen of een borstel te gebruiken om een schoonmaakbewerking uit te voeren om het stof te verwijderen. Derhalve wordt het karwei om het stof te verwijderen lastig, terwijl de omgeving wordt vervuild door het stof dat tijdens het proces van het verwij-20 deren van het stof van het roosterdeel 40, in de lucht zweeft.

In EP-A 1.136.028 wordt een inrichting voor het verzamelen van stof omschreven volgens de aanhef van conclusie 1.

25

SAMENVATTING VAN DE UITVINDING

Het is derhalve een doel van de onderhavige uitvinding om een inrichting voor het verzamelen van stof van het cycloontype, voor gebruik in een stofzuiger, te verschaffen, 30 die in staat is om stof automatisch te verwijderen van een roosterdeel wanneer zich een bepaalde hoeveelheid stof aan het roosterdeel hecht, terwijl het wordt rond gedraaid in een wervelstroom binnen de inrichting voor het verzamelen van stof van het cycloontype, en die daarbij een blokkade voor-35 komt van de stroomdoorgang door het stof, en daarbij ook de aparte schoonmaakbewerking voor het verwijderen van stof door een gebruiker elimineert.

De bovenstaande doelstelling wordt bereikt door een .*N ,·> .*% i»*

1 · : -w. Ij U

4 inrichting voor het verzamelen van stof van het cycloontype, die is voorzien van een middel voor het verwijderen van stof, om stof en vreemde delen te verwijderen die aan het rooster-deel gehecht raken terwijl het roosterdeel wordt gedraaid 5 door de werveling binnen het cycloonhuis.

Het stof verwijderend middel bevat draaimiddelen, aangebracht in het onderste deel van het roosterdeel, om te draaien als gevolg van een luchtstroom die er doorheen gaat; een draaiend deel, dat draaibaar is verbonden aan het draai-10 middel, en gescheiden van het eind van het roosterdeel aangebracht op een bepaalde afstand; en een borsteldeel, dat met één kant is verbonden aan het draaideel, en aan de andere kant in contact is gebracht met het roosterdeel, om het stof en de vreemde delen van het roosterdeel te verwijderen.

15 Volgens de voorkeursuitvoeringsvorm van de onderha vige uitvinding bevat het draaiend middel een cilinderli-chaam, dat met een perspassing is aangebracht in het onderste deel van het roosterdeel; een draaiend schoepenrad, dat draaibaar is aangebracht in het cilinderlichaam; en een eer-20 ste en een tweede steundeel om beide einden van het draaibare schoepenrad in het cilinderlichaam te ondersteunen. De eerste en tweede steundelen zijn voorzien van ten minste twee ribben en eerste en tweede asgaten aangebracht aan een naaf, bepaald door de middendelen van de ribben, om de as van het draaibaar 25 schoepenrand te ondersteunen, waarbij het eerste steundeel een geheel vormt met één eind van het cilinderlichaam en het tweede steundeel verwijderbaar is verbonden in een inzetgat, dat is gevormd binnenin het andere eind van het cilinderlichaam. De eerste en tweede steundelen zijn bij voorkeur voor-30 zien van drie ribben die op gelijke afstand van elkaar zijn aangebracht.

Het draaiend deel is gevormd in de vorm van een conisch draaiend bord, dat ook functioneert als een terugkeer-hinderplaat, die de verontreinigingen uit de opstijgende 35 lucht terugkaatst in de werveling van de inrichting voor het verzamelen van stof van het cycloontype. De conische draaiende plaat is voorzien van een verbindingsgat dat in het midden is aangebracht waardoor een eind van de as van het draaiend 5 schoepenrad met een perspassing is aangebracht.

Het borsteldeel is voorzien van een hefboomdeel dat is verbonden aan het draaideel, en een borsteldeel dat is verbonden aan het eind van het hefboomdeel. Met meer voorkeur 5 is het borsteldeel voorzien van ten minste twee borsteldelen die tegenover elkaar zijn aangebracht. Bij voorkeur is verder een meegevend deel aangebracht om het borsteldeel een meegevende neiging te geven, om de tweede borsteldelen in nauw contact met het roosterdeel te duwen. Hoewel het meegevend 10 deel bij voorkeur een rubberen ring is, moet dat niet worden gezien als beperkend.

Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding, is het roosterdeel voorzien van een eerste roosterlichaam, dat hoofdzakelijk de vorm heeft van een ke-15 gel, en is het voorzien van een steundeel, bevestigd in de luchtuitlaat van het cycloonhuis; een tweede roosterlichaam, hoofdzakelijk in de vorm van een kegel voorzien van een open deel en een gesloten deel, dat zich uitstrekt vanuit het eerste roosterlichaam, waarbij een buitenomtrek van het open 20 deel en het gesloten deel respectievelijk geopend en gesloten kan worden langs een radiale richting, waarbij de open buitenomtrek van het open deel van het tweede roosterlichaam is bedekt door een netscherm, en dat daardoor een roosterdeel vormt dat is voorzien van een veelvoud van kleine gaatjes 25 daarin.

KORTE BESCHRIJVING VAN DE TEKENINGEN

De boven beschreven doelstellingen en de eigenschap van de onderhavige uitvinding zullen duidelijker worden door 30 de voorkeursuitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding in detail te beschrijven onder verwijzing naar de bij gevoegde tekeningen, waarin:

Fig. 1 een aanzicht is van een dwarsdoorsnede die de opbouw toont van de werking van een conventionele inrichting 35 voor het verzamelen van stof van het cycloontype, voor gebruik in een stofzuiger;

Fig. 2 een opengewerkte aanzicht is in perspectief, die de opbouw toont van een inrichting voor het verzamelen 6 van stof van het cycloontype, voor gebruik in een stofzuiger volgens de voorkeursuitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding;

Fig. 3 is een opengewerkt aanzicht in perspectief 5 dat de hoofdopbouw toont van de inrichting voor het verzamelen van stof van het cycloontype voor gebruik in een stofzuiger van figuur 2, volgens de voorkeursuitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding; en

Fig. 4 is een doorsnede om de werking te tonen van 10 de inrichting voor het verzamelen van stof van het cycloontype, volgens de voorkeursuitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding.

GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING VAN DE VOORKEURSUITVOERINGSVORM 15 De onderhavige uitvinding zal in meer detail worden beschreven onder verwijzing naar de bijgevoegde tekeningen Fign. 2-4. In de hele beschrijving, zullen dezelfde onderdelen met dezelfde opbouw en functies dezelfde verwijzingscij-fers krijgen.

20 Zoals getoond in Fig. 2, is de inrichting voor het verzamelen van stof van het cycloontype, volgens de voorkeursuitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding, voorzien van een cycloonhuis 20, een stofopvang 30, een roosteronder-deel 400 en een middel om stof te verwijderen 500.

25 Zoals getoond in Fign. 2 en 4, is het cycloonhuis 20 voorzien van een eerste verbindingsbuis 21, verbonden met een verlengbuis la aan de zijde van de zuigmond, een tweede verbindingsbuis 22 verbonden met een verlengbuis lb aan de zijde van het zuigerlichaam, een luchtinlaat 23 verbonden met de 30 eerste aansluitbuis 21 en een luchtuitlaat 24 verbonden met de tweede aansluitbuis 22.

De met stof beladen lucht, die door de zuigmond van de stofzuiger naar binnen wordt gezogen, wordt in het cycloonhuis gezogen door de eerste aansluitbuis 21 en de 35 luchtinlaat 23 in diagonale richting met betrekking tot het cycloonhuis 20. Wanneer de lucht in een diagonale richting in het cycloonhuis 20 wordt gezogen, wordt de lucht gedraaid tot een wervelstroom, en met de centrifugale kracht van de wer- i Λ λ. 3 "·' η η < -- y υ 7 velstroom, wordt het stof gescheiden van de met stof beladen lucht.

De stofopvang 30 is verwijderbaar aangebracht aan het cycloonhuis 20, en draagt bij tot de opbouw van de werve-5 ling samen met het cycloonhuis 20. De stofopvang 30 vangt ook het stof en de verontreiniging op die van de met stof beladen lucht wordt gescheiden door de centrifugale kracht.

Het roosteronderdeel 400 is aangebracht bij de luchtuitlaat 24 van het cycloonhuis 20 om te voorkomen dat 10 het stof dat is verzameld in de stofopvang 30 in een omgekeerde stroom door de luchtuitlaat 24 stroomt. Het roosteron-derdeel 400 is voorzien van een eerste roosterlichaam 410, een tweede roosterlichaam 420 en een roosterdeel 430.

Het eerste roosterlichaam 410 heeft een steundeel 15 411 dat is bevestigd aan de luchtuitlaat 24 van cycloonhuis 20. Het tweede roosterlichaam 420 heeft de vorm van een kegel met een afnemende diameter van boven naar beneden. Het tweede roosterlichaam 420 strekt zich uit van het onderste deel van het eerste roosterlichaam 410 en heeft een open deel 420, een 20 buitenomtrek die open is in een radiale richting, en een gesloten deel, waarvan de buitenomtrek gesloten is in een radiale richting. Het roosterdeel 430 is gevormd van een net-scherm, dat is aangebracht rond de omtrek van een open deel 421 van het tweede roosterlichaam 420 en bepaalt een doorgang 25 die voorzien is van vele kleine gaten. Het open deel 421 is verbonden met de luchtuitlaat 24 van het cycloonhuis 20. Vele andere alternatieven zijn ook mogelijk voor de opbouw van het roosterdeel 430. Bijvoorbeeld kan het roosterdeel 430 zijn gemaakt met de vele kleine gaten doorboord op posities die 30 overeenkomen met het tweede roosterlichaam 420.

De opgaande wervelstroom in de stofopvang 30 wordt uitgestoten in de luchtuitlaat 24 van het cycloonhuis 20 via het roosterdeel 430 van het roosteronderdeel 400. Op dit moment raken een aantal stofdeeltjes of vreemde substanties van 35 de luchtstroom gehecht aan het roosterdeel 430, en verstopt daardoor roosterdeel 430. Het stof verwijderend middel 500 voorkomt het verstoppen van het roosterdeel 430 door het stof of vreemde delen die gehecht zijn aan het roosterdeel 430, 8 omdat het stof verwijderend middel 500 dergelijk stof of vreemde delen verwijdert tijdens het ronddraaien als gevolg van de wervelstroom.

Zoals getoond in Fign. 3 en 4, is het stof verwijde-5 rend middel 500 voorzien van een draaiend middel 510, een draaideel 520 en een borsteldeel 530.

Het draaiend middel 510 is draaibaar aangebracht in het onderste deel van het roosteronderdeel, om te worden rond gedraaid door de luchtstroom die er doorheen gaat, en het be-10 vat een cilinderlichaam 511, een ronddraaiend schoepenrad 512, een eerste steundeel 513 en een tweede steundeel 514.

Het cilinderlichaam 511 is met een perspassing aangebracht in het gesloten deel 422 van het tweede roosterlichaam 420. Het draaiende schoepenrad 512 is draaibaar aangebracht in het ci-15 linderlichaam 511. Beide einden van een as 512a van het ronddraaiend schoepenrad 512 worden ondersteund in het cilinder-lichaam 511 door het eerste en het tweede steundeel 513, 514, zodat het ronddraaiend schoepenrad 512 wordt rond gedraaid binnen het cilinderlichaam 511 door de lucht die er doorheen 20 gaat. De eerste en tweede steundelen 513, 514 zijn voorzien van ten minste twee, en bij voorkeur drie ribben 513a, 514a. De ribben 513a, 514a zijn aangebracht om respectievelijk eerste en tweede asgaten 513b, 514b te omgeven, die in het midden zijn gevormd, en waardoor beide einden van de as 512a 25 zijn gestoken. Het eerste steundeel 513 vormt een geheel met een eind (bovenste eind in Fig. 3) van het cilinderlichaam 511, en het tweede steundeel 514 is verwijderbaar verbonden met het andere einde (onderste eind in Fig. 3) van het cilinderlichaam 511. Met dit doel is het cilinderlichaam 511 voor-30 zien van drie insteekgaten 511a, die zijn aangebracht direct naast de binnenzijde van het onderste eind van het cilinderlichaam 511, en het tweede steundeel 514 is verbonden wanneer de einden van de ribben 514a worden ingebracht in elk in-steekgat 511a.

35 Het ronddraaiend deel 520 is verbonden met het rond draaiend middel 510 om daarmee samen te worden rond gedraaid. Zoals getoond in Fig. 4, is het ronddraaiende deel 520 op een vooraf bepaalde afstand gescheiden aangebracht van het eind ’ : o o 9 van het roosteronderdeel 400. Derhalve stroomt de opwaartse terugkerende luchtstroom van de stofopvang 30 in de ruimte tussen het eind van het roosteronderdeel 400 en het draaiend deel 520 en doet daarbij het draaiend schoepenrad 512 draai-5 en.

Op dit moment wordt het stof dat is vervat in de opwaarts terugkerende luchtstroom, door het ronddraaiend deel 520 teruggekaatst in de wervelstroom. Bijvoorkeur heeft het ronddraaiend deel 520 de vorm van een kegelvormig ronddraai-10 ende plaat om te voorkomen dat de bewegingsrichting van het stof wordt omgekeerd, en is het voorzien van een verbindings-gat 521 dat in het midden is aangebracht, waardoor het eind van as 512a van het draaiende schoepenrad 512 met een pers-passing is aangebracht. Derhalve draait het draaiend deel 520 15 samen met het draaiend schoepenrad 512.

Eén zijde van het borsteldeel 30 is verbonden met het ronddraaiend deel 520, terwijl het andere eind daarvan in contact is met het roosterdeel 430 van het roosteronderdeel 400. Dientengevolge verwijdert het borsteldeel 530 het stof 20 en de vreemde delen van het roosterdeel 430, terwijl het samen met het ronddraaiend deel 520 wordt rond gedraaid. Het borsteldeel 530 heeft een hefboomdeel 531, dat is verbonden met het draaiend deel 520, en een borsteldeel 532 dat is verbonden met het hefboomdeel 531.

25 Volgens de voorkeursuitvoeringsvorm van de onderha vige uitvinding, is de inrichting voor het verzamelen van stof van het cycloontype, voorzien van ten minste twee bor-steldelen 530, 530A, die tegenover elkaar zijn aangebracht. Verder is voorzien in een meegevend deel 533 om op meegevende 30 wijze de tweede borsteldelen 530, 530A te laten neigen tot een nauw contact met het roosterdeel 420 van het roosteronderdeel 400. Het meegevend deel 533 kan zijn gemaakt van passende delen, bijvoorbeeld een rubberen ring, die is aangebracht op het hefboomdeel 531 van de twee borsteldelen 530, 35 530A. De werking van de inrichting voor het verzamelen van stof van het cycloontype, zoals hierboven is samengesteld, volgens de onderhavige uitvinding, zal hieronder worden beschreven onder verwijzing naar Fign. 1 en 4.

10

Zoals getoond in Fig. 1, is de inrichting voor het verzamelen van stof van het cycloontype volgens de onderhavige uitvinding aangebracht op de verlengbuis la, lb van de stofzuiger. Wanneer de zuigwerking begint, wordt met stof be-5 laden lucht van het oppervlak dat moet worden schoongemaakt in het cycloonhuis 20 getrokken via de verlengbuis la, de eerste aansluitbuis 21 de luchtinlaat 23 in een diagonale richting met betrekking tot het cycloonhuis 20. Wanneer de lucht in diagonale richting wordt getrokken, wordt een 10 wervelstroom gevormd in cycloonhuis 20, en derhalve zal enig stof en enige vreemde deeltjes worden gescheiden van de naar binnen gehaalde lucht, door de centrifugale kracht die wordt opgewekt door de wervelstroom, en worden opgevangen in de stofopvang 30.

15 De naar binnen getrokken lucht gaat dan door en tus sen het eind van het roosteronderdeel 400 en het draaiend deel 520, het roosterdeel, de luchtuitlaat 24 en de tweede verbindingsbuis 22 door de naar boven terugkerende luchtstroom die van de bodem van de stofopvang 30 omhoog rijst, en 20 wordt uitgestoten in het huis van de zuiger. Tijdens dit proces, wordt het draaiend schoepenrad 512 rond gedraaid door de lucht die door het eind van het roosteronderdeel 400 en het draaiend deel 520 gaat, en stroomt in een roosteronderdeel 400, en derhalve wordt het borsteldeel 530, dat is verbonden 25 met het ronddraaiend schoepenrad 512 en het ronddraaiend deel 520, rond gedraaid. Als· het borsteldeel 532 van het borstel-onderdeel 530 in contact is met het roosterdeel 430 van het roosteronderdeel 400, worden stof en vreemde substantie verwijderd van het roosterdeel 430 wanneer het borstelonderdeel 30 530 ronddraait tijdens de schoonmaakbewerking. Als gevolg is er geen mogelijkheid dat het roosterdeel 430 verstopt raakt door het stof, en de gebruiker heeft niet het ongemak omdat hij/zij niet apart het stof van het roosterdeel 430 moet verwijderen .

35 Ondertussen worden een hoeveelheid stof en vreemde substanties, die gevangen zijn in de luchtstroom van de stof-opvang 30, teruggekaatst door het ronddraaiend onderdeel 520 in de werveling, zodat het stof en de vreemde substantie op- r> / i • Ί A* 11 nieuw in de werveling worden rond geslingerd. Op dit moment, omdat het ronddraaiend onderdeel 520 ronddraait, kan de omgekeerde beweging van het stof en de vreemde substantie meer efficiënt worden voorkomen.

5 Een hoeveelheid stof en vreemde substantie, die nog steeds verblijft in de opstijgende lucht boven het ronddraaiend onderdeel 520, wordt uitgefilterd door het roosterdeel 430. Meer in het bijzonder, wanneer de opstijgende lucht wordt uitgestoten door het roosterdeel 430 van het roosteron-10 derdeel 400, zal een deel van het stof en de vreemde substantie, dat groter is dan de kleine gaten van het roosterdeel 430, terug worden gekaatst in de wervelstroom.

Het overblijvende stof en vreemde substanties, die nog steeds in de luchtstroom verblijven, worden uitgestoten 15 door het roosterdeel 430 van het roosteronderdeel 400 en de luchtuitlaat 24. Het stof en de vreemde substanties worden uitgefilterd door het papierfilter van het stofzuigerlichaam, en schone lucht wordt naar buiten uit de stofzuiger uitgestoten via de motor.

20 Zoals boven is beschreven, volgens de onderhavige uitvinding, wanneer de schoonmaakbewerking begint, wordt het borstelonderdeel 530 rond gedraaid door de wervelende luchtstroom, die binnen de inrichting voor het verzamelen van stof van het cycloontype wordt gevormd, en verwijdert daardoor het 25 stof en de vreemde substanties van het roosterdeel 430 van het roosteronderdeel 400. Derhalve wordt voorkomen, dat het roosterdeel 430 van het roosteronderdeel 400 verstopt raakt door het stof en vreemde substanties, en als gevolg daarvan wordt vermindering van de zuigkracht en overbelasting van de 30 motor, die eerder het gevolg was van het verstoppen van het roosterdeel 430, voorkomen.

Volgens de onderhavige uitvinding, omdat het stof en de vreemde substanties automatisch kunnen worden verwijderd van het roosterdeel 430 van het roosteronderdeel 400 tijdens 35 de schoonmaakbewerking, hoeft de gebruiker niet aparte handmatige bewerkingen uit te voeren om het stof en de vreemde substanties van het roosterdeel 430 te verwijderen. Dientengevolge verbetert het gemak voor de gebruiker van de inven- 12 tieve stofzuiger.

Hoewel de voorkeursuitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding is beschreven, zal het voor deskundigen duidelijk zijn dat de onderhavige uitvinding niet beperkt dient te 5 worden tot de beschreven voorkeursuitvoeringsvorm, maar dat diverse wijzigingen en veranderingen kunnen worden toegepast zodat een inrichting binnen de geest en de reikwijdte van de onderhavige uitvinding kan blijven, zoals vastgelegd door de bijgevoegde conclusies.

10 - ;;;;;; r η

Claims

1. Inrichting voor het verzamelen van stof van het cycloontype, voorzien van: 5 een cycloonhuis voorzien van: een eerste aansluitbuis om aan te sluiten aan een verlengbuis aan de kant van de zaagmond van de stofzuiger; een tweede aansluitbuis voor het aansluiten aan een verlengbuis aan de kant van het lichaam van de zuiger; 10 een luchtinlaat verbonden met de eerste verbindings- buis; en een luchtuitlaat verbonden met de tweede verbin-dingsbuis; waarbij het cycloonlichaam een werveling opwekt van de met 15 stof beladen lucht, die door de luchtinlaat naar binnen wordt gezogen; een stofopvang, die verwijderbaar is verbonden aan het cycloonhuis, om het stof en de vreemde substantie op te vangen, die worden afgescheiden van de met stof beladen lucht 20 door de centrifugale kracht van de werveling; een roosteronderdeel waarvan het einde is aangebracht direct naast de luchtuitlaat van het cycloonhuis, voorzien van een roosterdeel die een doorgang bepaalt, die is verbonden met de luchtuitlaat; 25 stofverwijderingsmiddelen, om het stof en de vreemde delen van het roosterdeel te verwijderen, die aan het roosterdeel van het roosteronderdeel gehecht raken, met het kenmerk, dat het stofverwijderend middel is voorzien van: 30 een draaiend middel aangebracht aan het onderste deel van het roosteronderdeel, om te draaien door middel van een luchtstroom die er doorheen gaat; een draaiend onderdeel, dat draaibaar is bevestigd aan het draaiend middel, en gescheiden is aangebracht van het 35 eind van het roosteronderdeel op een tevoren bepaalde afstand; en een borstelonderdeel dat met één kant is verbonden aan het draaiend onderdeel en dat aan de andere kant is geplaatst in contact met het roosterdeel van het roosteronder-deel, om het stof en de vreemde substantie van het roosterdeel te verwijderen.

2. Inrichting voor het verzamelen van stof van het cycloontype volgens conclusie 1, waarbij het draaiend middel is voorzien van: een cilinderlichaam, met een perspassing bevestigd in het onderste deel van het roosteronderdeel; 10 een draaibaar schoepenrad, draaibaar bevestigd in het cilinderlichaam; en eerste en tweede ondersteuningsdelen, om beide einden van het draaibare schoepenrad binnen het cilinderlichaam te ondersteunen.

3. Inrichting voor het verzamelen van stof van het cycloontype volgens conclusie 2, waarin de eerste en tweede steundelen zijn voorzien van ten minste twee ribben en eerste en tweede asgaten, aangebracht in een naaf bepaald door de middelste delen van de ribben, om de as van het draaibare 20 schoepenrad te ondersteunen, waarbij het eerste steundeel één geheel vormt met één eind van het cilinderlichaam en het tweede steundeel verwijderbaar is verbonden in een insteekgat, dat is gevormd in de binnenzijde aan de andere kant van het cilinderlichaam.

4. Inrichting voor het verzamelen van stof van het cycloontype volgens conclusie 3, waarbij de eerste en de tweede steundelen zijn voorzien van drie ribben.

5. Inrichting voor het verzamelen van stof van het cycloontype volgens conclusie 2, waarbij het draaiend onder- 30 deel de vorm heeft van een kegelvormige ronddraaiende plaat, waarbij de kegelvormig ronddraaiende plaat is voorzien van een verbindingsgat, aangebracht in het midden waardoor een eind van de as van het draaiend schoepenrad met een perspassing is verbonden.

6. Inrichting voor het verzamelen van stof van het cycloontype volgens conclusie 1, waarbij het borstelonderdeel is voorzien van een hefboomdeel, dat is verbonden met het ronddraaiend onderdeel, en een borsteldeel verbonden aan een eind van het hefboomdeel.

7. Inrichting voor het verzamelen van stof van het cycloontype volgens conclusie 6, waarbij het borstelonderdeel verder is voorzien van ten minste twee borsteldelen die te- 5 genover elkaar zijn geplaatst, en verder is voorzien in een meegevend onderdeel, dat elk borsteldeel meegevend de neiging geeft om de twee borsteldelen in nauw contact te drukken met het roosterdeel van het roosteronderdeel.

8. Inrichting voor het verzamelen van stof van het 10 cycloontype volgens conclusie 7, waarbij het meegevend onderdeel een rubberen ring is.

9. Inrichting voor het verzamelen van stof van het cycloontype volgens conclusie 1, waarbij het roosteronderdeel is voorzien van: 15 een eerste roosterlichaam, voornamelijk in de vorm van een kegel, en voorzien van een bevestigingsdeel, bevestigd in de luchtuitlaat van het cycloonhuis; een tweede roosterlichaam, voornamelijk in de vorm van een kegel, voorzien van een open deel en een gesloten 20 deel dat zich uitstrekt vanaf het eerste roosterlichaam, waarbij de buitenomtrek van het open deel en het gesloten deel respectievelijk open en gesloten zijn, in een radiale richting, waarbij de open buitenomtrek van de open delen van 25 het tweede roosterlichaam bedekt zijn met een netscherm, wat daardoor een roosterdeel vormt met daarin een veelvoud van kleine gaten. * ** ' .. .... /- \Λί \j