NL1020191C2 - Lemmet, werkwijze voor het snijden met het lemmet, en verpakkingsinrichting. - Google Patents

Description

Lemmet, werkwijze voor het snijden met het lemmet, en verpakkingsinrichting

De uitvinding heeft betrekking op een lemmet voor het snijden van verpakkingen in een verticale vulinrichting omvattende een rug en een snede, gevormd door een rand voorzien van tenminste twee hoofdtanden. De uitvinding heeft tevens 5 betrekking op een werkwijze voor het snijden van verpakkingen in een verticale vulinrichting omvattende het verschaffen van een lemmet en een foliebaan, het insteken van het lemmet in de foliebaan, het perforeren van de foliebaan, en het snijden van de foliebaan. De uitvinding heeft ook betrekking op een 10 verpakkingsinrichting voor het verticaal vullen van verpakkingen.

Een lemmet voor het snijden van verpakkingen in een verticale vulinrichting is bekend. Het lemmet bepaalt zaagtanden. Met de scherpe zaagtanden kan een folie in de 15 verpakkingsinrichting worden gesneden. Bij het snijden van een foliebaan wordt het lemmet haaks op de foliebaan bewogen, waarbij de foliebaan wordt gesneden. Het snijden met een zaagtandlemmet veroorzaakt een kartelrand in de verpakking. De verpakkingen kunnen een folie, in het bijzonder een laminaat 20 bevatten. Dergelijke verpakkingsmaterialen zijn makkelijk scheurbaar. Wanneer in de verpakking een aanzet, bijvoorbeeld door middel van het zaagtandprofiel, is aangebracht, kan de verpakking makkelijk worden gescheurd.

Het zaagtandmes zal bij gebruik slijten. Het opnieuw 25 slijpen van een zaagtandmes is kostbaar.

Doel van de uitvinding is een lemmet te verschaffen dat eenvoudig kan worden geslepen. Het lemmet volgens de uitvinding 1020191 2 wordt gekenmerkt door een snede die minder dan 9, bij voorkeur minder dan Ί in het bijzonder minder dan 5 hoofdtanden bevat. Hierdoor is de snede met eenvoudige en bekende slijpgereedschappen te herstellen tot een gewenste scherpte.

5 Met een lemmettand kan een perforatie gevormd worden.

Hoofdtanden zijn die tanden van het lemmet die bij het insteken van het lemmet in het te snijden voorwerp, als eerste een perforatie zullen maken. De verbindende lijn tussen de uitstekende hoofdtanden van het lemmet wordt aangeduid als 10 koplijn.

In de voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding bepaalt de snede twee hoofdtanden. Hierdoor wordt een eenvoudige vorm van de snede samengesteld die gemakkelijk kan worden geslepen. Door gebruik te maken van hoofdtanden wordt 15 het folie eerst geperforeerd en daarna gesneden. Wanneer het foliemateriaal een laminaat bevat, zal het materiaal gemakkelijk snijden, dan wel geleid worden bij het (in)scheuren. Hierdoor wordt het tevens mogelijk een foliebaan te snijden, zonder dat de verpakking voorzien wordt van een 20 kartelrand. Verpakking, in het bijzonder van verpakking van een laminaat, die voorzien zijn van een kartelrand kunnen snel scheuren, omdat een dergelijke kartel een aanzet kan zijn voor een te vormen scheur. Dergelijke breuken van verpakking, tijdens het snijden, dan wel tijdens het transport na het 25 snijden, leiden tot aanzienlijke verliezen. Met een lemmet, voorzien van twee hoofdtanden, voor het vormen van twee initiële perforaties in de foliebaan, worden de individuele verpakkingen verschaft, die voorzien van een in hoofdzaak gladde snij rand, die geen aanzetten vertoont, die gemakkelijk 30 kunnen scheuren.

Een lemmet met twee hoofdtanden bepaalt drie 1020191 3 onderscheidenlijke randdelen voor de snede. Er zijn twee randdelen die van de zijkanten van de snede naar de hoofdtanden toe lopen, en een binnenranddeel dat zich bevindt tussen de hoofdtanden.

5 Bij voorkeur wordt het lemmet volgens conclusie 3 toegepast. Het binnenranddeel is ingericht voor het snijden van een gedeelte van de foliebaan dat bij het snijden een hogere weerstand vertoont. Dit kan bijvoorbeeld zijn de langslas die wordt aangebracht bij het vormen van verpakkingen in een 10 verticale vulinrichting. Bij de langslas liggen meer dan twee lagen folie, in het bijzonder laminaat, op elkaar, waardoor het snijden van dit gedeelte lastiger zal zijn.

Bij voorkeur bepaalt tenminste één hoofdtand een in hoofdzaak asymmetrische vorm. Hierdoor kunnen de snij-15 eigenschappen van het lemmet aan weerszijden van de tandpunt worden aangepast. Het lemmet zal met de koplijn eerst naar de foliebaan worden bewogen. De foliebaan zal een perforatie vertonen op de plaats waar de hoofdtand de folie doorboort. Van daar uit zal het lemmet bij het verder bewegen van het lemmet 20 door de foliebaan heen, de folie snijden langs de tandrand. De hellingshoek van de tandrand bepaalt mede de snelheid van het snijden van een lemmet door de folie. Hoe groter de hellingshoek hoe langzamer er gesneden wordt. Bij delen van de folie die meer weerstand bieden tegen snijden, kan een 25 hellingshoek worden toegepast die groter is, zodat dit gedeelte langzamer wordt gesneden. De hellingshoek is de hoek tussen de tandrand en de koplijn.

Het is gunstig dat het lemmet een gekromde tandrand bepaalt. De kromming van de tandrand is aangepast aan de 30 weerstand-die de tandrand bij het snijden zal tegenkomen. De tandrand is dan aangepast aan de specifieke eisen van de 1020191 4 verpakkingsinrichting, waarin het lemmet wordt gebruikt.

Bij voorkeur is de afstand tussen twee hoofdtanden kleiner dan tweemaal de lengte van tenminste één van de tandranden van de respectievelijke hoofdtanden. Het 5 binnenranddeel tussen twee hoofdtanden vormt een kleiner deel dan de naar buiten toe aflopende schuine tandranden.

Bij voorkeur zijn de hoofdtanden spiegelsymmetrisch ten opzichte van het midden van het lemmet aangebracht. Hierdoor wordt een eenvoudige vorm van het lemmet samengesteld, die 10 gemakkelijk te slijpen is. Daarnaast bevindt zich de lengtelas in gebruikelijke verticale vulinrichtingen zich in het midden van de te snijden folie. Het binnenranddeel bevindt zich dan eveneens in het midden, de hoofdtanden zijn symmetrisch ten opzichte van het midden aangebracht aan weerszijden van de 15 plaats waar de lengtelas zich bevindt.

Bij voorkeur is het lemmet aan de snedezijde afgeschuind. Hierdoor zijn de kosten voor het vervaardigen van een dergelijk lemmet laag.

De uitvinding heeft tevens betrekking op een werkwijze 20 voor het snijden van een verpakking in een verticale vulinrichting. De uitvinding wordt gekenmerkt door het vormen van in hoofdzaak twee initiële perforaties in de foliebaan. Hierdoor zal het lemmet slechts op twee punten met kracht door de folie heen dringen. Hierdoor is wordt het onderhoud ten 25 gevolge van deze werkwijze teruggebracht. De werking lijkt op de werking van een punaise. Het verder insteken van het lemmet door de foliebaan zal het snijden in vier richtingen inhouden. Vanaf de initiële perforaties wordt naar twee zijden toe gesneden. Het gebruik van foliemateriaal, in het bijzonder 30 laminaat, -heeft als voordeel dat dit materiaal gemakkelijk snij dt/meescheurt.

1020191 5

Bij voorkeur wordt een foliebaan verschaft voorzien van een lengtelas, en worden de initiële perforaties aan weerszijden van die lengtelas gevormd. Op deze manier kan een onderscheid worden gemaakt tussen het snijden van het gedeelte 5 van de foliebaan zonder lengtelas en het gedeelte met lengtelas. Speciale maatregelen kunnen worden getroffen voor het snijden van het lengtelasgedeelte.

Het is gunstig de delen van de foliebaan in te snijden onder verschillende hoeken. De hellingshoek van de snij rand van 10 het lemmet bepaalt de snelheid van het snijden, samen met de insteeksnelheid van het lemmet. Wanneer het lemmet met een constante snelheid in de foliebaan wordt gestoken zal een scherpe hellingshoek van een tand op het lemmet een langzamer snijden veroorzaken dan een kleinere hoek. Het langzamer 15 snijden/inscheuren van de folie na de initiële perforatie kan gebruikt worden voor het snijden van een materiaal van hogere weerstand.

De uitvinding heeft tevens betrekking op een verpakkingsinrichting voor het verticaal vullen van 20 verpakkingen. De verpakkingsinrichting wordt gekenmerkt door een lemmet zoals hierboven beschreven. Hierdoor wordt een verpakkingsinrichting verschaft die goedkoper is in gebruik.

In de voorkeursuitvoeringsvorm is het lemmet zodanig aangebracht, dat de hoofdtanden aan weerszijden van een 25 lengtelas kunnen aangrijpen. Daardoor worden tenminste vier snij richtingen bepaald bij het insteken van het lemmet in de foliebaan. Een kleinere ruimte tussen de hoofdtanden laat zich goed gebruiken voor het snijden van de lengtelas, terwijl een groter gebied, met een kleinere hellingshoek van de snij rand 30 kan worden gebruikt voor het snijden van de overige delen van de foliebaan.

1020191 6

De uitvinding zal verder worden beschreven aan de hand van de bij gevoegde figuren. Daarin worden getoond:

Figuur 1 toont een perspectivisch aanzicht van een verpakkingsinrichting volgens de uitvinding.

5 Figuur 2 toont vijf stappen a-e van het verpakken volgens de uitvinding.

Figuur 3 toont een dwarsdoorsnede van de lasinrichting voorzien van een lemmet volgens de uitvinding.

Figuur 4 toont een uitvoeringsvorm van een lemmet 10 volgens de uitvinding.

Figuur 5 toont een detail van een perspectivisch aanzicht van de voorkeursuitvoeringsvorm van een lemmet volgens de uitvinding

Getoond wordt een verticale vulinrichting 1, waarbij 15 foliemateriaal 2, bijvoorbeeld een laminaat, bij een kraag 3 rond een buis 4 wordt aangebracht. In de buis 4 kan vulmateriaal volgens pijl 5 worden gestort.

Het verpakkingsmateriaal 2 wordt aangegrepen door riemen 6, 7 gespannen over rollen 8-11 die zijn verbonden met 20 een aandrijving 12. Door middel van de aandrijving 12 kan het verpakkingsmateriaal 2 langs buis 4 naar beneden bewegen.

Het verpakkingsmateriaal 2 wordt door lasinrichting 13 over de lengte verbonden zodat een cilindervormige verpakkingsbuis wordt gevormd. Lasinrichting 13 stelt een 25 lasverbinding 14 over de lengte van het verpakkingsmateriaal 2 samen. Dit is de lengtelas 14.

Nabij het uiteinde 15 van buis 4 gaat de cilindervormige verpakkingsbuis over in een zakvormige verpakking. Het verpakkingsmateriaal 2 wordt daarbij 30 aangegrepen door lasinrichting 16 die horizontaal is geplaatst. Lasinrichting 16 bestaat uit twee delen 17, 18. Lasdeel 17 is 1020191 7 verbonden met gedeelte 19, dat met zuigers(niet getoond) kan worden bewogen volgens pijl 20. Lasdeel 18 is beweegbaar verbonden met het gesteldeel 21 en kan eveneens volgens pijl 20 worden bewogen. De lasdelen kunnen in horizontale richting naar 5 elkaar toe en van elkaar af bewogen worden. Lasinrichting 16 is tevens beweegbaar volgens pijl 22 in de verticale richting.

Lasinrichting 16 is ingericht op het lassen en doorsnijden van verpakkingen. De lasinrichting omvat een lemmet volgens de uitvinding. De individuele verpakkingen worden 10 volgens pijl 23 opgevangen op geleider 24 en afgevoerd.

In figuur 2 worden vijf stappen (a-e) getoond, waarbij het samenstellen van een enkele verpakking wordt getoond. Rond buis 4 is verpakkingsmateriaal 2 aangebracht. Verticale lasinrichting 13 verbindt het foliemateriaal zodanig dat een 15 cilinder wordt gevormd. De koker van foliemateriaal 2 beweegt volgens pijl 25 naar beneden. Door de holle buis 4 wordt vulling 26 aangebracht. Deze valt naar beneden onder aanwending van de zwaartekracht.

Voorbij uiteinde 15 van buis 4 bevindt zich bij stap a 20 een trechtervormige zak van verpakkingsmateriaal, gevuld met vulling 26. Deze bevindt zich tussen de lasdelen 17, 18. De lasinrichting 16 is in zijn geheel beweegbaar volgens pijl 27.

Wanneer voldoende vulling 26 is aangebracht, bewegen de lasdelen 17, 18 zich naar elkaar, zie stap b. Daarbij worden de 25 zijkanten van het verpakkingsmateriaal 2 naar elkaar toegebracht, waardoor een zak 28 met vulling 26 wordt gevormd. De lasdelen 17, 18 lassen de zak 28 aan de bovenzijde dicht. De lasinrichting 16 sluit tevens de nieuwe trechtervorm 29, gevormd tussen uiteinde 15 van buis 4 en lasinrichting 16, aan 30 de onderzijde af.

Tijdens het lassen in stap b beweegt de lasinrichting 1020191 8 16 naar beneden volgens pijl 27, met dezelfde snelheid als het foliemateriaal 2 volgens pijl 25.

In figuur 2c is te zien dat de verpakking 28 is losgesneden met mes 30 dat is opgenomen in de lasinrichting 16.

5 Verpakking 28 is nu los van verpakkingsdeel 29, waarin zich reeds nieuwe vulling 31 bevindt.

In stap d zijn de lasdelen 17 en 18 van elkaar weg bewogen volgens pijlen 32, 33. Foliemateriaal 2 is verder naar beneden bewogen volgens pijl 25, waardoor zich een grotere 10 trechter 29 gevormd heeft, die tevens gevuld is met en nog gevuld wordt door vulmateriaal 31.

In stap e beweegt lasinrichting 16 zich naar boven volgens pijl 34 om terug te bewegen naar de uitgangspositie volgens stap a. Trechter 29 is verder gevuld. De werkwijze a-e 15 kan worden herhaald.

In figuur 3 is een dwarsdoorsnede te zien van de lasdelen 17 en 18 die aangrijpmiddelen 35-38 omvatten, lasmiddelen 39 en 40 en een mes 30. De foliebaan zal zicht bevinden tussen de respectievelijke lasdelen 17, 18. Wanneer de 20 lasdelen 17, 18 bewogen worden volgens pijl 41 en 42 zullen allereerst de aangrijpmiddelen van de respectievelijk lasdelen op elkaar aangrijpen. De aangrijpmiddelen 35-38 zijn flexibel en kunnen inveren. De aangrijpmiddelen 35-38 geleiden de foliebaan van de buisvorm naar de plattere verpakkingsvorm en 25 kunnen daarvoor speciaal zijn uitgevoerd. De aangrijpmiddelen 35-38 strekken zich daartoe uit over de breedte (horizontaal) van de respectievelijke lasdelen.

Na het klemmend aangrijpen zal het lemmet 30 contact maken met de foliebaan en deze snijden. De lasdelen worden 30 daarna nog dichter naar elkaar toe bewogen, waarbij de lasdelen 39, 40 contact zullen maken met de foliebaan en de foliebaan 102019 1 9 over de breedte van de lasdelen 17, 18 zal aangrijpen en samen lassen. Lassen is algemeen bekend. De lasmethode die wordt toegepast is afgestemd op het gebruikte foliemateriaal.

De lasdelen 17, 18 en dus het lemmet 30 bewegen in een 5 horizontaal vlak naar elkaar toe. Het lemmet wordt horizontaal ingestoken. Het lemmet 30 is in dwarsdoorsnede vlak met aan één zijde, een afgeschuinde zijde die toeloopt in een punt. Dit is de snede 43 van het lemmet. De rug 44 van het lemmet bevindt zich aan de binnenzijde. De lasmiddelen hebben een 10 dwarsdoorsnede in de vorm van een vork en zijn rondom het lemmet aangebracht, zodat een las aan de onder- en bovenzijde van het mes kan worden aangebracht, overeenkomend met een las aan de bovenzijde van een losgesneden verpakking en een las aan de onderzijde van een nieuw te vormen verpakking.

15 Figuur 4 toont een eerste uitvoeringsvorm van het lemmet 50. Getoond is een lemmet met een rug 51 en een snede 52, waarbij de snede is gevormd door het naar één kant afschuinen van het platte lemmet. In het lemmet zijn uitsparingen aangebracht, zodat het lemmet kan worden 20 aangegrepen. De snede bepaalt twee hoofdtanden 53, 54. De hoofdtanden 53, 54 delen de sneden op in vier delen 55-58. Snederanddeel 56 en 57 vormen samen het binnenranddeel 59, dat zich tussen de hoofdtanden 53, 54 bevindt. Het binnenranddeel 59 heeft een breedte 60.

25 De hoofdtanden 53, 54 liggen op één lijn, de zogenaamde koplijn 61. Wanneer het lemmet horizontaal wordt ingestoken op een foliebaan zal het lemmet met de hoofdtanden 53, 54 als eerste contact maken met de foliebaan. De hoofdtanden 53, 54 zullen een initiële perforatie in de foliebaan aanbrengen. Het 30 verder insteken van het lemmet heeft tot gevolg dat de foliebaan wordt gesneden langs de randdelen 55, 58. Vanuit de 1020191 10 initiële perforatie, veroorzaakt door hoofdtand 53, snijdt randdeel 55 de verpakking naar buiten toe los. Het lemmet is ten minste even breed als de snijden verpakking. Langs randdeel 56 wordt vanaf de eerste perforatie naar het midden toe 5 gesneden. Hetzelfde geldt spiegelsymmetrisch voor de hoofdtand 54 en randdelen 57, 58.

Het gebruik van lemmet 50 in de verticale vulinrichting 1 volgens figuur 1 maakt het mogelijk het lemmet in de lasinrichting 16 op te nemen, zodanig dat de lengtelas 14 zich 10 bevindt tussen de hoofdtanden 53, 54. Voordeel hiervan is dat vanaf de hoofdtanden 53, 54 de verpakking naar buiten toe wordt opengesneden, terwijl het gedeelte waar zich meerder lagen verpakkingsmateriaal 2 boven op elkaar bevinden, in het bijzonder ter hoogte van de las 14, het verpakkingsmateriaal 2 15 door de randdelen 56, 57 wordt gesneden. Omdat de hellinghoek (φ1,φ2) van de binnenrand groter is dan de hellingshoek Θ van de zijranden 55, 58 zal het horizontaal insteken van het lemmet 50 in de foliebaan ter hoogte van de randdelen 56, 57 minder snijden tot gevolg hebben dan ter hoogte van de randdelen 55, 20 58. Door de grotere hoek (φ1,φ2) is het mogelijk met de randdelen 56, 57 een grotere weerstand, bijvoorbeeld die van een lengtelas 14, te overwinnen en door te snijden.

Het lemmet is spiegelsymmetrisch ten opzichte van het midden, zodat geen krachten worden uitgeoefend op de foliebaan 25 2, wanneer het mes wordt ingestoken, die de foliebaan in de breedterichting doen afwijken. Hierdoor wordt een gelijkmatige instroom van de foliebaan niet tegengewerkt.

De hellingshoek van randdeel 56 is groter dan (pl en/of φ2. Het randdeel 56 is krom, waardoor de hellingshoek varieert. 30 Met een kromme snederand kan de kracht waarmee gesneden wordt 1020191 11 worden gevarieerd, en zelfs worden aangepast op de foliebaan, wanneer de interne weerstanden bij het snijden van de foliebaan bekend zijn.

Figuur 5 toont een detail van een tweede 5 uitvoeringsvorm van de randdelen tussen twee hoofdtanden 70, 71. Te zien zijn de randdelen 72, 73, 74, 75, waarbij de randdelen 73, 74 het binnenranddeel vormen tussen de hoofdtanden 70, 71 waarin een deel van de foliebaan met verhoogde weerstand kan worden opgenomen. Hoofdtand 70 zal bij 10 het insteken in een foliebaan een initiële perforatie in de foliebaan aanbrengen. Het verder bewegen van het lemmet zal snijden volgens pijl 76 en 77 nabij de initiële perforatie teweeg brengen. Hetzelfde geldt voor hoofdtand 71 en snijden volgens pijlen 78, 79.

15 Het snijden volgens pijl 77 en 78 zal bij elkaar komen nabij het midden 80. Teneinde de snij rand van de verpakking recht te maken, dat wil zeggen zonder kartels en andere mogelijke aanzetten voor scheuringen van de verpakking, is het midden 79 uitgediept, zodat een scherpere hellingshoek wordt 20 bepaald, waardoor nauwkeuriger wordt gesneden en wordt voorkomen dat een dergelijke aanzet wordt gevormd.

Met het lemmet volgens de uitvinding wordt een verticale verpakkingsinrichting verschaft, waarbij verpakkingen kunnen worden gesneden die een snij rand bepalen zonder kartels.

25 Dergelijke verpakkingen zijn niet gemakkelijk scheurbaar tijdens transport. Ook wordt voorkomen dat bij het verpakken dergelijke verpakkingen kunnen scheuren, waardoor het verpakkingsproces sneller zonder fouten kan verlopen.

30 1020191

Claims (13)

1. Lemmet voor het snijden van verpakkingen in een verticale vulinrichting omvattende een rug en een snede, gevormd door een rand voorzien van ten minste twee hoofdtanden, met het kenmerk, dat de snede minder dan negen hoofdtanden 5 omvat.

2. Lemmet volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de snede twee hoofdtanden bepaalt.

3. Lemmet volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat tussen een paar hoofdtanden een binnenranddeel wordt 10 bepaald voor het opnemen van een foliebaangedeelte dat bij het snijden een verhoogde weerstand bepaalt.

4. Lemmet volgens één van de conclusies 1-3, met het kenmerk, dat ten minste één hoofdtand een in hoofdzaak asymmetrische vorm bepaalt.

5. Lemmet volgens één van de conclusies 1-4, met het kenmerk, dat een snederand die twee hoofdtanden verbindend, ten minste een hellingshoek bepaalt met een koplijn, die scherper is dan de hellingshoek van de respectievelijke hoofdtand met de andere snederand.

6. Lemmet volgens één van de conclusies 1-5, met het kenmerk, dat de hoofdtand twee tandranden heeft, waarbij ten minste één tandrand krom is.

7. Lemmet volgens één van de conclusies 1-6, met het kenmerk, dat de hoofdtanden spiegelsymmetrisch ten opzichte van 25 het midden van het lemmet zijn aangebracht.

8. Lemmet volgens één van de conclusies 1-7, met het kenmerk, dat het lemmet aan de snede zijde is afgeschuind

9: Werkwijze voor het snijden van verpakkingen in een 1020191 * verticale vulinrichting omvattende: het verschaffen van een lemmet en een foliebaan het insteken van het lemmet in de foliebaan, het perforeren van de foliebaan 5 het snijden van de foliebaan gekenmerkt door het vormen van in hoofdzaak twee initiële perforaties in de foliebaan.

10. Werkwijze volgens conclusie 9, gekenmerkt door, het 10 verschaffen van een foliebaan voorzien van een lengtelas, en het vormen van de initiële perforaties aan weerszijden van de lengtelas.

11. Verpakkingsinrichting omvattende middelen voor het verticaal vullen van verpakkingen, met het kenmerk, dat de 15 verpakkingsinrichting een lemmet omvat voor het snijden van verpakkingsmateriaal volgens één van de bovenstaande conclusies

12. Verpakkingsinrichting volgens conclusie 11, gekenmerkt door een lasinrichting voor het aanbrengen van een lengtelas op verpakkingsmateriaal.

13. Verpakkingsinrichting volgens conclusie 11 of 12, met het kenmerk, dat het lemmet zodanig is aangebracht, dat de hoofdtanden aan weerszijden van een lengtelas kunnen aangrijpen. 1020191