NL1017918C2 - Inrichting en werkwijze voor het reinigen van een melkmachine en melkmachine. - Google Patents

Inrichting en werkwijze voor het reinigen van een melkmachine en melkmachine. Download PDF

Info

Publication number
NL1017918C2
NL1017918C2 NL1017918A NL1017918A NL1017918C2 NL 1017918 C2 NL1017918 C2 NL 1017918C2 NL 1017918 A NL1017918 A NL 1017918A NL 1017918 A NL1017918 A NL 1017918A NL 1017918 C2 NL1017918 C2 NL 1017918C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
cleaning
milking machine
milking
heating
memory
Prior art date
Application number
NL1017918A
Other languages
English (en)
Inventor
Renatus Ignatius Josep Fransen
Original Assignee
Lely Entpr Ag
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Family has litigation
First worldwide family litigation filed litigation Critical https://patents.darts-ip.com/?family=19773292&utm_source=google_patent&utm_medium=platform_link&utm_campaign=public_patent_search&patent=NL1017918(C2) "Global patent litigation dataset” by Darts-ip is licensed under a Creative Commons Attribution 4.0 International License.
Application filed by Lely Entpr Ag filed Critical Lely Entpr Ag
Priority to NL1017918A priority Critical patent/NL1017918C2/nl
Priority to EP02076614.3A priority patent/EP1264538B2/en
Priority to JP2002120335A priority patent/JP2002345354A/ja
Priority to IL14929702A priority patent/IL149297A0/xx
Priority to DE60205987T priority patent/DE60205987T2/de
Priority to DK02076614T priority patent/DK1264538T3/da
Priority to CA002383679A priority patent/CA2383679A1/en
Priority to AU35655/02A priority patent/AU3565502A/en
Priority to US10/128,408 priority patent/US20020152962A1/en
Publication of NL1017918C2 publication Critical patent/NL1017918C2/nl
Application granted granted Critical

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01JMANUFACTURE OF DAIRY PRODUCTS
    • A01J7/00Accessories for milking machines or devices
    • A01J7/02Accessories for milking machines or devices for cleaning or sanitising milking machines or devices
    • A01J7/022Clean-in-Place Systems, i.e. CIP, for cleaning the complete milking installation in place

Description

INRICHTING EN WERKWIJZE VOOR HET REINIGEN VAN EEN MELKMACHINE EN MELKMACHINE
De uitvinding heeft betrekking op een inrichting 5 volgens de aanhef van conclusie 1.
Een dergelijke inrichting is bekend uit de Nederlandse octrooiaanvrage 1007727. Deze inrichting kan soms bezig zijn met reinigen op het moment dat een boer dieren wenst te melken, hetgeen uiteraard ongewenst is. Verder 10 blijken de energiekosten van een dergelijke inrichting relatief hoog te zijn.
Het is een doel van de uitvinding deze nadelen te voorkomen of althans voor een deel te beperken.
Hiertoe bevat een inrichting voor het reinigen van 15 de bovenbeschreven soort volgens de uitvinding de maatregelen van het kenmerk van conclusie 1. De uitvinding is gebaseerd op het inzicht dat bij de bekende inrichting de reiniging geen rekening houdt met het daadwerkelijke bezoek aan de melkmachine door de dieren verspreid over de hele dag. Door 20 volgens de uitvinding het reinigingsstartorgaan te activeren door een reinigingsstartsignaal afgegeven door de computer gebaseerd op in het geheugen opgeslagen historische gegevens met betrekking tot de tijdstippen van de bezoeken van de dieren, wordt het mogelijk gemaakt een gunstig tijdstip voor 25 de reiniging te kiezen. Aldus kunnen eenvoudig en automatisch één of meer reinigingen worden ingepland.
Hoewel de melkmachine van een afzonderlijke eenheid voor het bepalen van de tijdstippen van bezoek van de dieren aan de melkmachine kan zijn voorzien, heeft het de voorkeur 30 wanneer de melkmachine is voorzien van een identificatiesysteem voor het bepalen van de identiteit van dieren en het detecteren dat dieren de melkmachine bezoeken, waarbij de computer met behulp van gegevens van het identificatiesysteem de tijdstippen van de bezoeken van de 35 dieren in het geheugen opslaat. Een dergelijk identificatiesysteem is veelal reeds aanwezig in de 101731« 2 melkmachine, zodat dit identificatiesysteem tevens kan worden gebruikt voor het bepalen van de bezoektijdstippen.
Het is bijzonder voordelig wanneer de computer een analyse-eenheid omvat voor het bepalen van de dalperiodes in 5 het bezoek aan de melkmachine. Bij voorkeur geeft dan de computer met behulp van de historische gegevens een dalsignaal af, aangevende dat een dalperiode wordt verwacht. Hierdoor wordt het mogelijk om automatisch te reinigen gedurende die periodes dat de melkmachine nauwelijks bezocht wordt, hetgeen 10 het ongemak voor de dieren als gevolg van reiniging minimaliseert. Het dalsignaal kan een reinigingsstartsignaal zijn, maar is bij voorkeur een afzonderlijk signaal dat op een vooraf bepaald tijdstip vóór de verwachte dalperiode wordt afgegeven, waardoor eventueel enkele voorbereidende 15 handelingen voor de eigenlijke reiniging kunnen worden geactiveerd.
Wanneer in het geheugen van de computer de gemiddelde reinigingsduur is opgeslagen, kan de computer, bij voorkeur bij het bereiken van het begin van een dalperiode met 20 een verwachte duur die ten minste vergelijkbaar is met de gemiddelde reinigingsduur, een activeringssignaal voor het reinigingsstartorgaan afgeven. Aldus wordt een automatisch startende reiniging mogelijk, waarbij tevens de lengte van de dalperiode vergeleken wordt met de gemiddelde reinigingsduur. 25 In het bijzonder wanneer de dalperiode niet buitensporig korter is dan de gemiddelde reinigingsduur kan de reiniging worden uitgevoerd. Dit is in het bijzonder van belang wanneer voor het handhaven van een goede hygiëne er ten minste drie keer per dag wordt gereinigd. De computer kan dus het 30 reinigingsstartorgaan drie keer per dag activeren, en voor deze periodes worden dan bij voorkeur de drie langste dalperiodes gekozen.
Bij voorkeur bevat een uitvoering van een inrichting volgens de uitvinding een reservoir voor het bevatten van 35 reinigingsvloeistof, een toevoerleiding aangesloten op het reservoir voor het toevoeren van reinigingsvloeistof aan het 1 0173 1 8 3 te reinigen deel, en een verwarmingsorgaan voor het verwarmen van de reinigingsvloeistof.
Een in het bijzonder snelle reiniging kan worden verkregen wanneer de inrichting is voorzien van een 5 verwarmingsstartorgaan voor het onmiddellijk na ontvangst van het dalsignaal doen activeren van het verwarmingsorgaan. Hierdoor kan de reinigingsvloeistof al op temperatuur gebracht zijn op het moment dat de daadwerkelijke reiniging gaat beginnen.
10 In een voorkeursuitvoering is de inrichting voorzien van een reinigingsstartorgaan voor het doen starten van de reiniging, van een meetorgaan voor het meten van de temperatuur van de reinigingsvloeistof en voor het afgeven van een temperatuursignaal aan het reinigingsstartorgaan, waarbij 15 het reinigingsstartorgaan het reinigen doet starten nadat het temperatuursignaal een vooraf bepaalde temperatuurwaarde heeft bereikt. Op deze wijze vindt de daadwerkelijke reiniging pas plaats wanneer de reinigingsvloeistof een gewenste temperatuur heeft bereikt. Op deze wijze wordt voorkomen dat de reiniging 20 bij een te lage temperatuur plaatsvindt, in welk geval een ongewenst resultaat zou worden bereikt.
Het heeft voordeel wanneer de inrichting is voorzien van een geheugen voor het bevatten van opwarmingsgegevens gemeten door het temperatuurmeetorgaan. Deze opwarmings-25 gegevens kunnen onder meer worden gebruikt om te controleren of de inrichting correct functioneert.
De melkmachine kan efficiënter worden gebruikt in een uitvoering van een inrichting volgens de uitvinding die gekenmerkt is doordat de inrichting is voorzien van een 30 rekenorgaan voor het aan de hand van de in het geheugen opgeslagen opwarmingsgegevens en de momentane temperatuur van de reinigingsvloeistof zoals gemeten door het meetorgaan bepalen van de resterende opwarmingsduur totdat de vooraf bepaalde temperatuurwaarde is bereikt. Aangezien het verwarmen 35 van de reinigingsvloeistof tot de gewenste temperatuur enige tijd in beslag neemt, kan in deze tijd, mits door de boer voldoende geacht, eventueel nog een dier worden gemolken.
1 0 1 7.q 1 a 4
Alternatief is het mogelijk dat aan het melken van een dier prioriteit wordt gegeven, zodat de reinigingsvloeistof zolang op temperatuur wordt gehouden totdat een dier is uitgemolken. Bovendien hoeft de reinigingsvloeistof niet onnodig lang op 5 temperatuur te worden gehouden alvorens met reinigen kan worden begonnen, hetgeen energiebesparend is.
Teneinde onder meer de veiligheid van de dieren te garanderen, is in een uitvoeringsvorm de inrichting voorzien van een detectieorgaan voor het detecteren van de aan-, 10 respectievelijk afwezigheid van een dier in een te reinigen melkmachine. Bij voorkeur is het detectieorgaan geschikt voor het afgeven van een signaal aan het reinigingsstartorgaan, waarbij in het bijzonder het reinigingsstartorgaan alleen activeerbaar is bij ontvangst van een signaal van het 15 detectieorgaan aangevende dat er geen dier in de te reinigen melkmachine aanwezig is.
Een verregaand automatisch werkende inrichting volgens de uitvinding kan worden verkregen wanneer de inrichting is voorzien van een identificatiesysteem voor het 20 identificeren van de identiteit van een dier, welk identificatiesysteem gegevens met betrekking tot de verwachte melkduur van het dier bevat, waarbij de melkmachine een door het rekenorgaan bestuurde toegangspoort heeft, waarbij de toegangspoort wordt gesloten met behulp van een algoritme dat 25 gebruik maakt van de verwachte melkduur en de resterende opwarmingsduur. Een dergelijk identificatiesysteem voor het bepalen van de identiteit, en de daarbij behorende (bijgewerkte) verwachte melkduur van een dier, is op zich bekend.
30 In een verdere voorkeursuitvoering van een inrichting volgens de uitvinding bevatten de in het geheugen opgeslagen historische gegevens met betrekking tot de tijdstippen van de bezoeken van de dieren het tijdstip van het laatste bezoek van een willekeurig dier, waarbij de 35 computer is voorzien van een meetorgaan voor het meten van de tijdsperiode tussen de actuele tijd en het tijdstip van het laatste bezoek, en van een vergelijkingsorgaan voor het 1017918 5 vergelijken van de tijdsperiode met een drempel, waarbij het reinigingsstartorgaan geactiveerd wordt door een reinigingsstartsignaal afgegeven door de computer wanneer de tijdsperiode groter is dan of gelijk is aan de drempel.
5 Hierdoor kan wanneer de inrichting een bepaalde tijdsperiode die gelijk is aan of groter is dan een vooraf instelbare drempel niet door een dier bezocht is de reiniging automatisch gestart worden.
De uitvinding heeft verder betrekking op een 10 werkwijze voor het reinigen van althans een deel van een melkmachine voor het melken van dieren die de melkmachine kunnen bezoeken, met het kenmerk, dat de werkwijze de stap bevat van het bepalen van dalperiodes in het bezoek aan de melkmachine, waarbij het reinigen van althans het deel van de 15 melkmachine althans gedeeltelijk tijdens een dalperiode plaatsvindt.
In het bijzonder bevat de werkwijze de stap van het verwarmen van reinigingsvloeistof, waarbij het verwarmen van de reinigingsvloeistof wordt gestart op een vooraf bepaalde 20 periode voorafgaand aan het starten van het reinigen.
Bij voorkeur wordt de temperatuur van de reinigingsvloeistof gemeten, waarbij het reinigen wordt gestart nadat de temperatuur een vooraf bepaalde temperatuurwaarde heeft bereikt. Hierbij kunnen met voordeel 25 opwarmingsgegevens in een geheugen worden opgeslagen.
De uitvinding zal nu nader worden toegelicht aan de hand van de enige Figuur 1.
30 Figuur 1 geeft een voorbeeld weer van een inrichting 1 voor het melken van dieren met een reinigingsinrichting 42 voor het reinigen van althans een deel van één of meer melkmachines 33. Het zal duidelijk zijn dat de uitvinding niet beperkt is tot deze weergegeven uitvoering, maar dat binnen 35 het bereik van de vakman verscheidene specifieke uitvoeringen van de uitvinding mogelijk zijn.
- 1017318 6
De inrichting 42 voor het reinigen van althans een deel van een melkmachine zoals weergegeven in figuur 1, omvat een reservoir 2 voor reinigingsvloeistof (waaronder ook spoelvloeistof dient te worden begrepen). Op het reservoir 2 5 is een toevoerleiding 3 aangesloten. De toevoerleiding 3 kan op zich zijn aangesloten op het waterleidingnet. In de toevoerleiding 3 is bijvoorbeeld een beveiligingsinrichting 4 opgenomen die moet voorkomen dat reinigingsvloeistof in de richting van het reservoir 2 af in de toevoerleiding 3 10 stroomt. In de toevoerleiding 3 is bij voorkeur verder een warmtewisselaar 5 opgenomen met behulp waarvan de vloeistof kan worden opgewarmd. De warmtewisselaar 5 kan daarbij gebruikmaken van de warmte die vrijkomt tijdens het koelen van de melk.
15 In het reservoir 2 is een verwarmingsorgaan of verwarmingselement 6 opgenomen met behulp waarvan de vloeistof die zich in het reservoir 2 bevindt kan worden opgewarmd. De opgewarmde vloeistof wordt gebruikt voor een op zich bekende hittereiniging.
20 In de toevoerleiding 3 is bijvoorbeeld een eerste afsluiter 7 opgenomen. Op de toevoerleiding 3 is verder een eerste afvoerleiding 8 aangesloten waarin een tweede afsluiter 9 is opgenomen. Tussen de eerste afsluiter 7 en het reservoir 2 is in de toevoerleiding 3 een derde afsluiter 10 opgenomen. 25 Op de plaats waar de eerste afvoerleiding 8 op de toevoerleiding 3 is aangesloten, is een verdere leiding 11 aangesloten, die zich vertakt in twee leidingen 12 die elk zijn voorzien van een vierde afsluiter 13. Aan het uiteinde van de leidingen 12 bevinden zich aansluitelementen 14, die op 30 melkbekers 15 van een melkmachine 33 kunnen worden aangesloten. Via de aansluitelementen 14 kan vloeistof aan de melkbekers 15 en de daarmede verbonden melkleidingen worden toegevoerd. Het zal duidelijk zijn dat aan de andere leiding 12 eveneens een melkstel kan worden gekoppeld, terwijl het 35 tevens mogelijk is dat nog meer leidingen 12 zich aftakken van de verdere vloeistofleiding 11 om nog andere delen van de melkmachine 33 te reinigen.
10179 1 3 7
Op het kruispunt 16 waar de eerste afvoerleiding 8 en de verdere afvoerleidingen 11 op de toevoerleiding 3 zijn aangesloten, is eveneens een verdere leiding 17 aangesloten van een doseerinrichting 18 met behulp waarvan toevoegmiddel, 5 zoals een loog of een zuur, aan de reinigings- of spoelvloeistof kan worden toegevoerd. De doseerinrichting 18 omvat bijvoorbeeld een computergestuurde doseereenheid 19.
In de eerste afvoerleiding 8 is een filter 20 en een terugslagklep 21 opgenomen, alsmede een bufferreservoir 22. 10 Het bufferreservoir 22 omvat een toevoerleiding 23 waarlangs toevoegmiddelen aan het bufferreservoir 22 kunnen worden toegevoerd. De toevoerleiding 23 kan worden afgesloten met behulp van een vijfde afsluiter 24. Op de toevoerleiding 23 kan een zelfde doseerinrichting als de doseerinrichting 18 15 zijn aangesloten. Op het bufferreservoir 22 is verder een persleiding 25 aangesloten met behulp waarvan het bufferreservoir 22 en een zich hierin bevindende reinigings-of spoelvloeistof op druk kan worden gebracht. Het bufferreservoir 22 is verder voorzien van een 20 bufferafvoerleiding 26 die zich in dit uitvoeringsvoorbeeld vertakt in twee verdere leidingen 27. Het zal duidelijk zijn dat het aantal verdere leidingen 27 afhankelijk is van het aantal onderdelen van de melkmachine dat moet worden gereinigd. Elk van de verdere leidingen 27 is voorzien van een 25 zesde afsluiter 28. Aan het uiteinde van de verdere leidingen 27 bevindt zich een sproeireinigingsorgaan 29 met behulp waarvan een onderdeel van de melkmachine 33 met reinigings-en/of spoelvloeistof kan worden gereinigd. Bijvoorbeeld omvat het orgaan 29 een sproeikop 30. In het ene geval wordt met het 30 orgaan 29 een borstel 31 gereinigd die geschikt is om de spenen van het dier te reinigen, terwijl met het andere orgaan een deel van een robotarm 32 van een overigens niet geheel weergegeven melkrobot wordt gereinigd.
De inrichting 1 bevat een verwarmingsstartorgaan 34 35 dat de verwarming van de vloeistof door het verwarmingsorgaan 6 start. Het moment van het starten van de verwarming ligt bij voorkeur onmiddellijk na ontvangst van een dalsignaal, of 1017918 8 binnen een bepaalde tijdsperiode na ontvangst van het dalsignaal. Een dergelijk dalsignaal wordt door de computer van het reinigingsstartorgaan 35 afgegeven gebaseerd op historische bezoekgegevens in het geheugen 37. Wanneer een 5 analyseorgaan/rekenorgaan 38 met behulp van deze historische gegevens berekent dat binnen een vooraf bepaalde tijdsperiode een dalperiode wordt verwacht, dan wordt een dergelijk dalsignaal afgegeven.
Een meetorgaan 36 meet de temperatuur van de 10 reinigingsvloeistof en geeft een temperatuursignaal af aan een reinigingsstartorgaan 35. Wanneer het temperatuursignaal aangeeft dat een vooraf bepaalde temperatuurwaarde is bereikt, start het reinigingsstartorgaan 35 de daadwerkelijke reiniging. Hiertoe is het reinigingsstartorgaan 35 verbonden 15 met de voor de reiniging relevante onderdelen van de inrichting 42.
Het geheugen 37 verschaft tevens een controle op de reiniging, en bevat hiertoe opwarmingsgegevens gemeten door het temperatuurmeetorgaan 36. Verder kan het rekenorgaan 38 20 aan de hand van de in het geheugen 37 opgeslagen opwarmingsgegevens en de momentane temperatuur van de reinigingsvloeistof zoals gemeten door het meetorgaan 36 de resterende opwarmingsduur totdat de vooraf bepaalde temperatuurwaarde is bereikt bepalen.
25 Een detectieorgaan 39 voor het detecteren van de aan-, respectievelijk afwezigheid van een dier in een te reinigen melkmachine 33 kan worden gebruikt om te voorkomen dat de inrichting de melkmachine 33 reinigt op het moment dat een dier wordt gemolken. Hiertoe geeft het detectieorgaan 39 30 een signaal af aan het reinigingsstartorgaan 35.
De inrichting 1 werkt bij voorkeur als volgt:
Bij de opstartfase worden in het geheugen 37 de bezoekdalperiodes door de boer handmatig, via bijvoorbeeld een toetsenbord, ingevoerd. Het aantal dalperiodes kan door de 35 boer worden gekozen, maar is vanuit het oogpunt van hygiëne ten minste drie.
1 0179 18 9
Verder kan de boer een tijdsperiode invoeren welke komt te liggen tussen het verwachte begin van een dalperiode en een eerder af te geven dalsignaal.
Wanneer gebaseerd op de ingevoerde gegevens een 5 dalperiode gaat optreden wordt eerst het dalsignaal afgegeven. Dit dalsignaal kan onder meer voor de activering van het verwarmingsorgaan 6 zorgen, zodat de vloeistof wordt opgewarmd.
Het detectieorgaan 39 detecteert of er al dan niet 10 een dier in de melkmachine aanwezig is. Is er een dier aanwezig, dan start het reinigingsorgaan 35 uitsluitend de daadwerkelijke reiniging bij ontvangst van een signaal van het detectieorgaan 39 aangevende dat het dier de melkmachine 33 verlaten heeft.
15 Teneinde een efficiënter gebruik van de melkmachine 33 en de reinigingsinrichting 42 te verschaffen, bepaalt een op zich bekend identificatiesysteem 40 de identiteit van een dier dat zich bij de melkmachine 33 meldt om te worden gemolken. Aan de hand van de identiteit kan een, in een 20 geheugen 37 opgeslagen en eventueel continu bijgewerkte, verwachte melkduur van het dier worden verkregen. Wanneer deze verwachte melkduur langer is dan de resterende opwarmingsduur zoals bepaald met behulp van het meetorgaan 36 en het rekenorgaan 38, blijft een toegangspoort 41 tot de melkmachine 25 33 gesloten wanneer een dier zich meldt.
Uitsluitend wanneer de verwachte melkduur korter is dan de resterende opwarmingsduur, wordt het dier alsnog toegelaten tot de melkmachine 33, en kan worden gemolken, terwijl tegelijkertijd de vloeistof in het reservoir 2 wordt 30 opgewarmd.
Wanneer het niet meer mogelijk is een dier te melken, wordt, nadat het dier de melkmachine 33 verlaten heeft, de daadwerkelijke reiniging gestart op het moment dat de vloeistof de gewenste temperatuur heeft bereikt. De 35 gewenste temperatuur is afhankelijk van het soort reinigingsproces dat wordt toepast. In het geval dat er hitte- 1017918 10 reiniging wordt toegepast zal de temperatuur meer dan 100° zijn.
De gegevens in het geheugen met betrekking tot het bezoek van de melkmachine 33 worden continu bijgewerkt om 5 rekening te kunnen houden met een gewijzigd bezoekgedrag van de melkdieren.
Bij het reinigen wordt ook rekening gehouden met de gemiddelde reinigingsduur. De dalperiodes waarin de reiniging wordt uitgevoerd zijn bij voorkeur de langste periodes, zodat 10 de melkdieren weinig hinder ondervinden van de reiniging van de melkmachine 33. Wanneer er meer dalperiodes zijn die in aanmerking komen voor reiniging, dan kunnen andere parameters mede bepalend zijn voor het uitkiezen van die dalperiodes waarop reiniging plaatsvindt. Bij voorkeur worden die 15 dalperiodes uitgekozen die in periodes van goedkope stroom, zoals nachtstroom, vallen.
In het geval dat bepaalde onderdelen van de melkmachine 33 bij een geringere temperatuur kunnen worden gereinigd dan wel gespoeld, kan door correcte sturing, mede 20 van betreffende afsluiters, ervoor worden gezorgd dat deze onderdelen op het moment van het bereiken van die temperatuur gereinigd dan wel gespoeld worden. Voorts is het ook mogelijk om tijdens het reinigen via de doseerinrichting 18 proportioneel een toevoegmiddel, zoals bijvoorbeeld chloor, 25 zuur, loog, etc. aan de vloeistof toe te voeren.
In het bufferreservoir 22 kan eveneens een toevoegmiddel, zoals bijvoorbeeld natriumhypochloriet worden toegevoerd via de toevoerleiding 23. Dit mengsel kan op druk worden gebracht via de persluchtleiding 25. Via de verdere 30 leidingen 27 en de sproeikoppen 30 is het mogelijk de borstel 31 en de robotarm 32 met een hoge druk te reinigen, c.q. te desinfecteren.
De uitvinding is niet beperkt tot de boven beschreven uitvoering, maar heeft in het algemeen betrekking 35 op het starten van de reiniging gebaseerd op historische gegevens. Zo is het bijvoorbeeld ook mogelijk dat de in het geheugen 37 opgeslagen historische gegevens met betrekking 1017918 11 tot de tijdstippen van de bezoeken van de dieren het tijdstip bevat van het laatste bezoek van een willekeurig dier, waarbij de computer is voorzien van een meetorgaan voor het meten van de tijdsperiode tussen de actuele tijd en het 5 tijdstip van het laatste bezoek, en van een vergelijkingsorgaan voor het vergelijken van de tijdsperiode met een drempel, waarbij het reinigingsstartorgaan 35 geactiveerd wordt door een reinigingsstartsignaal afgegeven door de computer wanneer de tijdsperiode groter is dan of 10 gelijk is aan de drempel. Als drempel kan bijvoorbeeld een half uur, of een andere tijdsduur gekozen worden.
- 1017918

Claims (25)

1. Inrichting (1) voor het melken van dieren, waarbij de inrichting (1) is voorzien van: 5 een reinigingsinrichting (42) voor het reinigen van althans een deel van een melkmachine (33), welke reinigingsinrichting (42) een reinigingsstartorgaan (35) voor het doen starten van de reiniging bevat, en een melkmachine (33) met een computer die een 10 geheugen (37) bevat, waarbij de computer geschikt is voor het in het geheugen (37) opslaan van de tijdstippen van de bezoeken van de dieren aan de melkmachine (33), met het kenmerk, dat het reinigingsstartorgaan (35) geactiveerd wordt door een reinigingsstartsignaal afgegeven door de computer, 15 gebaseerd op in het geheugen (37) opgeslagen historische gegevens met betrekking tot de tijdstippen van de bezoeken van de dieren.
2. Inrichting (1) volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de melkmachine (33) is voorzien van een 20 identificatiesysteem (40) voor het bepalen van de identiteit van dieren en het detecteren dat dieren de melkmachine (33) bezoeken, waarbij de computer met behulp van gegevens van het identificatiesysteem (40) de tijdstippen van de bezoeken van de dieren in het geheugen (37) opslaat.
3. Inrichting (1) volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de computer een analyse-eenheid (38) omvat voor het bepalen van de dalperiodes in het bezoek aan de melkmachine (33).
4. Inrichting (1) volgens conclusie 1, 2 of 3, met het 30 kenmerk, dat in het geheugen (37) van de computer de gemiddelde reinigingsduur is opgeslagen.
5. Inrichting (1) volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de computer met behulp van de historische gegevens een dalsignaal afgeeft aangevende dat binnen een vooraf bepaalde 35 periode een dalperiode wordt verwacht.
6. Inrichting (1) volgens conclusie 3 of 5, met het kenmerk, dat de computer bij het bereiken van het begin van 7 017918 een dalperiode met een verwachte duur die ten minste vergelijkbaar is met de gemiddelde reinigingsduur een activeringssignaal voor het reinigingsstartorgaan (35) afgeeft.
7. Inrichting (1) volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de computer het reinigingsstartorgaan (35) drie keer per dag activeert.
8. Inrichting (1) volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de inrichting (1) een 10 reservoir (2) voor het bevatten van reinigingsvloeistof, een toevoerleiding (3) aangesloten op het reservoir (2) voor het toevoeren van reinigingsvloeistof aan het te reinigen deel (15, 31, 32), en een verwarmingsorgaan (6) voor het verwarmen van de reinigingsvloeistof bevat.
9. Inrichting (1) volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de inrichting (1) is voorzien van een verwarmingsstartorgaan (34) voor het onmiddellijk na ontvangst van het dalsignaal doen activeren van het verwarmingsorgaan (6) .
10. Inrichting (1) volgens conclusie 8 of 9, met het kenmerk, dat de inrichting (1) is voorzien van een meetorgaan (36) voor het meten van de temperatuur van de reinigingsvloeistof en voor het afgeven van een temperatuursignaal aan het reinigingsstartorgaan (35), waarbij 25 het reinigingsstartorgaan (35) het reinigen doet starten nadat het temperatuursignaal een vooraf bepaalde temperatuurwaarde heeft bereikt.
11. Inrichting (1) volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat de inrichting (1) is voorzien van een geheugen 30 (37) voor het bevatten van opwarmingsgegevens gemeten door het temperatuurmeetorgaan (36) .
12. Inrichting (1) volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat de inrichting (1) is voorzien van een rekenorgaan (38) voor het aan de hand van de in het geheugen (37) 35 opgeslagen opwarmingsgegevens en de momentane temperatuur van de reinigingsvloeistof zoals gemeten door het meetorgaan (36) 1017318 bepalen van de resterende opwarmingsduur totdat de vooraf bepaalde temperatuurwaarde is bereikt.
13. Inrichting (1) volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de inrichting (1) is voorzien 5 van een detectieorgaan (39) voor het detecteren van de aan-, respectievelijk afwezigheid van een dier in een te reinigen melkmachine (33) .
14. Inrichting (1) volgens conclusie 13, met het kenmerk, dat het detectieorgaan (39) geschikt is voor het 10 afgeven van een signaal aan het reinigingsstartorgaan (35).
15. Inrichting (1) volgens conclusie 14, met het kenmerk, dat het reinigingsstartorgaan (35) alleen activeerbaar is bij ontvangst van een signaal van het detectieorgaan (39) aangevende dat er geen dier in de te 15 reinigen melkmachine (33) aanwezig is.
16. Inrichting (1) volgens conclusie 15, met het kenmerk, dat de inrichting (1) is voorzien van een identificatiesysteem (40) voor het identificeren van de identiteit van een dier, welk identificatiesysteem (40) 20 gegevens met betrekking tot de verwachte melkduur van het dier bevat, dat de melkmachine (33) een door het rekenorgaan (38) bestuurde toegangspoort (41) heeft, waarbij de toegangspoort (41) wordt gesloten met behulp van een algoritme dat gebruik maakt van de verwachte melkduur en de resterende 25 opwarmingsduur.
17. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de in het geheugen (37) opgeslagen historische gegevens met betrekking tot de tijdstippen van de bezoeken van de dieren het tijdstip bevatten van het laatste bezoek van een 30 willekeurig dier, waarbij de computer is voorzien van een meetorgaan voor het meten van de tijdsperiode tussen de actuele tijd en het tijdstip van het laatste bezoek, en van een vergeli j kingsorgaan voor het vergelijken van de tijdsperiode met een drempel, waarbij het 35 reinigingsstartorgaan (35) geactiveerd wordt door een reinigingsstartsignaal afgegeven door de computer wanneer de tijdsperiode groter is dan of gelijk is aan de drempel. 1017918
18. Werkwijze voor het reinigen van althans een deel (15, 31, 32) van een melkmachine (33) voor het melken van dieren die de melkmachine (33) kunnen bezoeken, met het kenmerk, dat de werkwijze de stap bevat van het bepalen van 5 dalperiodes in het bezoek aan de melkmachine (33), waarbij het reinigen van althans het deel van de melkmachine (33) althans gedeeltelijk tijdens een dalperiode plaatsvindt.
19. Werkwijze volgens conclusie 18, met het kenmerk, dat de werkwijze de stap bevat van het verwarmen van 10 reinigingsvloeistof, waarbij het verwarmen van de reinigingsvloeistof wordt gestart op een vooraf bepaalde periode voorafgaand aan het starten van het reinigen.
20. Werkwijze volgens conclusie 19, met het kenmerk, dat de temperatuur van de reinigingsvloeistof wordt gemeten, 15 waarbij het reinigen wordt gestart nadat de temperatuur een vooraf bepaalde temperatuurwaarde heeft bereikt.
21. Werkwijze volgens conclusie 20, met het kenmerk, dat gemeten opwarmingsgegevens in een geheugen (37) worden opgeslagen. 20
2 2. Werkwijze volgens conclusie 21, met het kenmerk, dat aan de hand van de in het geheugen (37) opgeslagen opwarmingsgegevens en de gemeten momentane temperatuur van de reinigingsvloeistof de resterende opwarmingsduur totdat de vooraf bepaalde temperatuurwaarde is bereikt wordt bepaald.
23. Werkwijze volgens een der conclusies 18 - 22, met het kenmerk, dat aan-, respectievelijk afwezigheid van een dier in de melkmachine (33) wordt gedetecteerd.
24. Werkwijze volgens conclusie 23, met het kenmerk, dat de reiniging alleen wordt geactiveerd wanneer er geen dier in 30 de melkmachine (33) aanwezig is.
25. Werkwijze volgens conclusie 22, met het kenmerk, dat de identiteit en de verwachte melkduur van een dier worden bepaald en aan het dier geen toegang tot de melkmachine (33) wordt gegeven wanneer de verwachte melkduur langer is dan de 35 resterende opwarmingsduur. 1017918
NL1017918A 2001-04-24 2001-04-24 Inrichting en werkwijze voor het reinigen van een melkmachine en melkmachine. NL1017918C2 (nl)

Priority Applications (9)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1017918A NL1017918C2 (nl) 2001-04-24 2001-04-24 Inrichting en werkwijze voor het reinigen van een melkmachine en melkmachine.
DE60205987T DE60205987T2 (de) 2001-04-24 2002-04-23 Vorrichtung und Verfahren zum Reinigen einer Melkmaschine sowie Melkmaschine
JP2002120335A JP2002345354A (ja) 2001-04-24 2002-04-23 搾乳機械の洗浄装置、洗浄方法、並びに搾乳機械
IL14929702A IL149297A0 (en) 2001-04-24 2002-04-23 A device for and a method of cleaning a milking machine, and a milking machine
EP02076614.3A EP1264538B2 (en) 2001-04-24 2002-04-23 A device for and a method of cleaning a milking machine, and a milking machine
DK02076614T DK1264538T3 (da) 2001-04-24 2002-04-23 Indretning og fremgangsmåde til rengöring af en malkemaskine og en malkemaskine
CA002383679A CA2383679A1 (en) 2001-04-24 2002-04-24 A device for and a method of cleaning a milking machine, and a milking machine
AU35655/02A AU3565502A (en) 2001-04-24 2002-04-24 A device for and a method of cleaning a milking machine, and a milking machine
US10/128,408 US20020152962A1 (en) 2001-04-24 2002-04-24 Device for and a method of cleaning a milking machine, and a milking machine

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1017918A NL1017918C2 (nl) 2001-04-24 2001-04-24 Inrichting en werkwijze voor het reinigen van een melkmachine en melkmachine.
NL1017918 2001-04-24

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1017918C2 true NL1017918C2 (nl) 2002-10-25

Family

ID=19773292

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1017918A NL1017918C2 (nl) 2001-04-24 2001-04-24 Inrichting en werkwijze voor het reinigen van een melkmachine en melkmachine.

Country Status (9)

Country Link
US (1) US20020152962A1 (nl)
EP (1) EP1264538B2 (nl)
JP (1) JP2002345354A (nl)
AU (1) AU3565502A (nl)
CA (1) CA2383679A1 (nl)
DE (1) DE60205987T2 (nl)
DK (1) DK1264538T3 (nl)
IL (1) IL149297A0 (nl)
NL (1) NL1017918C2 (nl)

Families Citing this family (9)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE10216236A1 (de) * 2002-04-12 2003-10-30 Westfalia Landtechnik Gmbh Verfahren und Einrichtung zur Reinigung einer Melkanlage
DE10316585A1 (de) * 2003-04-11 2004-10-28 Westfaliasurge Gmbh Verfahren zum Reinigen der milchführenden Teile einer Melkvorrichtung sowie Melkvorrichtung mit einer Einrichtung zum Reinigen der milchführenden Teile
US8540821B2 (en) * 2004-03-26 2013-09-24 Maasland N.V. Teat cup cleaning device and method
NL1025819C2 (nl) * 2004-03-26 2005-09-27 Lely Entpr Ag Werkwijze en inrichting voor het melken van een melkdier.
NL1025818C2 (nl) * 2004-03-26 2005-10-03 Lely Entpr Ag Inrichting en werkwijze voor het melken van een melkdier.
NL1034963C2 (nl) * 2007-05-24 2008-11-25 Maasland Nv Melkbekerreinigingsinrichting en -werkwijze.
NL1037156C2 (nl) * 2009-07-29 2011-02-02 Lely Patent Nv Werkwijze en inrichting voor genereren van een onderzoeksindicatie bij een melkdier.
WO2013081544A1 (en) 2011-12-02 2013-06-06 Delaval Holding Ab Camera cleaning system and method and rotary milking system
NL2010470C2 (en) * 2013-03-18 2014-09-24 Lely Patent Nv Method of and arrangement for managing a group of dairy animals.

Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE3920564A1 (de) * 1989-06-23 1990-03-08 Erwin Funk Reinigungsautomat zur melkanlage
WO1996016536A1 (en) * 1994-11-30 1996-06-06 Maasland N.V. An implement for milking animals
NL1007727C2 (nl) * 1997-12-08 1999-06-09 Maasland Nv Spoelvloeistofreinigingsinrichting voor het reinigen van althans een deel van een melkmachine.

Family Cites Families (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
SE430559B (sv) 1982-04-08 1983-11-28 Alfa Laval Ab Sett att mjolka och anordning herfor
NL8901339A (nl) 1989-05-26 1990-12-17 Multinorm Bv Afvoersysteem voor melk en een automatisch melksysteem voorzien van een dergelijk afvoersysteem.
NL9300143A (nl) 1993-01-26 1994-08-16 Lely Nv C Van Der Melkinrichting.
NL9301414A (nl) 1993-08-16 1995-03-16 Lely Nv C Van Der Inrichting voor het automatisch melken van dieren.
NL9400054A (nl) 1994-01-13 1995-08-01 Maasland Nv Inrichting voor het automatisch melken van dieren.
DE69524908T2 (de) 1994-03-25 2002-09-05 Maasland Nv Konstruktion mit einem gerät zum melken von tieren
SE517346C2 (sv) 1999-09-15 2002-05-28 Delaval Holding Ab Mjölkningsanordning med tvätt och sköljning av olika delar och med intervallstyrning

Patent Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE3920564A1 (de) * 1989-06-23 1990-03-08 Erwin Funk Reinigungsautomat zur melkanlage
WO1996016536A1 (en) * 1994-11-30 1996-06-06 Maasland N.V. An implement for milking animals
NL1007727C2 (nl) * 1997-12-08 1999-06-09 Maasland Nv Spoelvloeistofreinigingsinrichting voor het reinigen van althans een deel van een melkmachine.

Also Published As

Publication number Publication date
IL149297A0 (en) 2002-11-10
AU3565502A (en) 2002-10-31
CA2383679A1 (en) 2002-10-24
EP1264538B2 (en) 2017-08-16
EP1264538B1 (en) 2005-09-07
DE60205987D1 (de) 2005-10-13
DE60205987T2 (de) 2006-06-29
DK1264538T3 (da) 2006-01-16
EP1264538A1 (en) 2002-12-11
JP2002345354A (ja) 2002-12-03
US20020152962A1 (en) 2002-10-24

Similar Documents

Publication Publication Date Title
EP1374670B1 (en) A cleaning device
NL1017918C2 (nl) Inrichting en werkwijze voor het reinigen van een melkmachine en melkmachine.
EP1175145B1 (en) An apparatus for teat treatment
US5551374A (en) Automated nipple livestock feeder and method of operation
CA2413291A1 (en) Method and apparatus for treating the teats of an animal
SE529359C2 (sv) Metod och arrangemang för djurhantering
NL1017047C2 (nl) Inrichting en werkwijze voor het reinigen van een melkmachine en melkmachine.
AU1545802A (en) An arrangement for and a method of managing a herd of animals
US9795111B2 (en) Automatic cleaning system and method for cleaning/treating teats of a dairy animal
JP2001500746A (ja) 家畜の搾乳装置を含む構成及びその方法
US9095119B2 (en) Method and apparatus for supplying animals kept in restricted compartments with feed
EP2496074B1 (en) Method of milking a dairy animal by means of a milking system
NL1037142C2 (nl) Beperking van speenreinigingsbehandeling.
SE527083C2 (sv) Förfarande och mjölkningsstation för mjölkdjur
JP2003061494A (ja) 動物を搾乳する装置及び方法、並びに動物の乳頭及び/または乳房を洗浄する装置
AU2013316247B2 (en) Milking device
JP2003061495A (ja) 酪農動物の乳頭及び/または乳房を洗浄する方法及び装置、並びに動物を搾乳する方法及び装置
EP2352367B1 (en) Method for milking, computer program product, and milking system
JP2023552521A (ja) 搾乳機器を洗浄するためのシステム、及び洗剤容器
NL1024401C2 (nl) Aanbrenginrichting voor het na het melken van een melkdier aanbrengen van een fluïdum.
NL1024400C2 (nl) Inrichting en werkwijze voor het aanbrengen van een fluïdum op een speen van een melkdier.
BR102016026431A2 (pt) Sistema automático de limpeza e sanitização para ordenhadeira e processo de limpeza e sanitização para ordenhadeira canalizada
WO2000060925A1 (en) Method for milking animals

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20111101