NL1017656C2 - Inrichting en werkwijze voor het testen van circuit modules. - Google Patents

Description

Titel: Inrichting en werkwijze voor het testen van circuit modules

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting en werkwijze voor het manipuleren en testen van circuit modules die elk een dragervlak met _ daarop aangebrachte componenten bevatten. De uitvinding heeft met name betrekking op het testen van geheugen modules voor PC's (Personal 5 Computers). Voorbeelden van zulke geheugen modules zijn bekend onder de naam SIMMS, DIMMs etc.

Geheugen modules worden getest voordat zij in PC's worden gemonteerd of verkocht. Dit testen gebeurt bijvoorkeur geautomatiseerd en in serie productie, waarbij een aantal modules tegelijk ingebracht wordt in 10 een testinrichting om vervolgens één voor één in contact gebracht te worden met elektrische testklemmen voor het uitvoeren van een functionele test. Afhankelijk van het resultaat van de test worden de modules vervolgens gesorteerd in goed werkende en niet goed werkende modules.

Uit US octrooi nummer 5,704,489 is een inrichting bekend voor het testen 15 van geheugen modules. Deze inrichting bevat een magazijn waarin een aantal modules op elkaar gestapeld ingebracht kunnen worden. Dit magazijn staat hoofdzakelijk verticaal op de inrichting, zodat de stapel geheugen modules op de onderkant van het magazijn rust. Aan de onderkant van het magazijn zit een mechanisme om de modules één voor 20 één uit het magazijn op een tafel te laten vallen. Op de tafel bevindt zich een schuif die de modules vervolgens in the testklemmen duwt.

De inrichting van US 5,704,489 is modulair ontworpen, zodat hij geschikt is om omgebouwd te worden als, na behandelen van een eerste partij geheugen modules van een eerste type, een tweede partij geheugen 25 modules van een tweede type met andere afmetingen of aansluiting moet worden getest.

De genoemde inrichting heeft een aantal nadelen. In de eerste plaats is het aantal geheugen modules dat tegelijk in het magazijn 1 Π 1 / !i U' · ; 2 geplaatst kan worden vrij beperkt, met name als het moderne types geheugen modules betreft. Deze moderne types modules bevatten namelijk op het dragervlak, nabij de rand van het dragervlak, een component (een EPROM) die hoger boven het dragervlak uitsteekt dan de ander 5 componenten. Daardoor waaieren de geheugen modules uit bij het stapelen: de stapel wordt het hoogst aan de kant van de uitstekende component en veel lager aan de tegenoverliggende kant. Als er sprake is van significant waaieren, dat wil zeggen waaieren over een grote hoek en/of cumulatief waaieren van meer dan enkele circuit modules, beperkt dit het maximale 10 aantal geheugen modules dat goed gestapeld kan worden. Verder drukt het gewicht van hoge stapels op de onderste modules, die slechts aan de zijkanten ondersteund worden en daarom makkelijk beschadigd kunnen raken. Ook dit beperkt het aantal modules dat gestapeld kan worden.

In de tweede plaats heeft de bekende machine het nadeel dat de 15 modules door het vallen op de tafel beschadigd kunnen raken. In de derde plaats is de omsteltijd tussen partijen van verschillende types ondanks de modulaire opbouw nog aanzienlijk, omdat de hoogte van de tafel aangepast moet worden aan de hoogte van de componenten op het dragervlak. In de vierde plaats leent het mechanisme van de bekende machine zich niet om 20 modules die onderling verschillen wat betreft de hoogte van de component die erop staan gezamenlijk in het magazijn te plaatsen voor het testen. In de vijfde plaats leent het mechanisme van de bekende machine zich slechts voor testen van één module tegelijkertijd.

Het is onder andere een doel van de uitvinding om te voorzien in 25 een inrichting en werkwijze voor het testen van circuit modules waarin een groter aantal circuit modules in het magazijn geplaatst kunnen worden.

Het is een verder doel van de uitvinding om te voorzien in een inrichting en werkwijze voor het testen van circuit modules waarin de kans op schade aan de circuit modules wordt verminderd.

3

Het is een verder doel van de uitvinding om te voorzien in een inrichting en werkwijze voor het testen van circuit modules waarin de omsteltijden worden verkort.

De uitvinding voor ziet in een inrichting voor het testen van circuit 5 modules die elk een dragervlak met daarop gemonteerde componenten bevatten, welke inrichting is voorzien van - een magazijn voor het opnemen van een rij circuit modules met de dragervlakken op elkaar; - een oppakmechanisme voor het afzonderen van een individueel circuit 10 module uit de rij voor aansluiting van de individuele circuit module aan testklemmen voor het uitvoeren van een functionele test op de individuele circuit module; - een aandrukker voor het aandrukken van de rij in een richting naar het oppakmechanisme toe, waarbij de aandrukker aandrukkracht uitoefent 15 tegen het dragervlak van een circuit module aan een uiteinde van de rij in het magazijn.

Door het aandrukken van de rij modules met de aandrukker wordt significant uitwaaieren voorkomen. Daardoor kan een groter aantal modules in het magazijn worden geplaatst. Bijvoorkeur wordt het magazijn 20 nagenoeg horizontaal geplaatst, zodat de kracht die de modules op elkaar uitoefenen hoofdzakelijk van de aandrukker afkomstig is en niet van het gewicht van op elkaar gestapelde modules. Dit vermindert de kans op beschadiging.

In een inrichting volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding 25 bevat het oppakmechanisme een grijper waar de circuit modules door de aandrukker in worden geduwd. Zodoende hoeft de grijper niet zelf de oppak beweging uit te voeren, waardoor het grijpen van de circuit module betrouwbaarder wordt, met minder kans op schade.

In een uitvoeringsvorm beweegt de grijper met een gegrepen 30 module zich van de rij af minstens voor een deel in de richting van het 4 verlengde van de rij (dat wil zeggen langs de richting van de aandrukkracht). Ook wordt de grijper bijvoorkeur langs deze richting naar de rij toegebracht voor het grijpen. Als alternatief zou de grijper de gegrepen module dwars op de rij kunnen bewegen, dat wil zeggen in een richting 5 parallel aan het dragervlak, maar dit leidt tot een grotere kans op schade doordat componenten op de verschillende modules zodoende langs elkaar bewegen. Ook als de grijper de rij langs deze dwars richting zou benaderen is de kans op verkeerd pakken groter.

In een uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding 10 bevat de grijper een juk dat tevens als aanslag dient om de rij van modules op te vangen als de grijper voor de rij staat. Het juk grijpt alleen aan op de rand van het dragervlak van de voorste module in de rij. Zodoende kunnen verschillende typen modules, met componenten of andere verhogingen van verschillende hoogte behandeld worden zonder dat de inrichting hiervoor 15 hoeft te worden omgesteld. Verder is de grijper bij voorkeur voorzien van beweegbare bekken die om de module in de grijper te klemmen en van nokken die gestandaardiseerde uitsparingen in geheugen modules voor PC's vastgrijpen. Daardoor wordt het risico dat een module uit de grijper valt zo goed als uitgesloten.

20 Bijvoorkeur bevat de inrichting volgens de uitvinding een kleminrichting om één of meer modules die directe buren van de gegrepen module zijn vast te klemmen wanneer de grijper zich van de rij verwijdert. Als alternatief zouden messen gebruikt kunnen worden die ten dele tussen de gegrepen module en zijn direct buur geschoven worden, maar de 25 kleminrichting vereist minder ruimte tussen de modules en voorkomt kantelen van modules, wat bij gébruik van messen tussen de modules wel mogelijk is.

In een inrichting volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding bevat de aandrukker een aandrukplaat die draaibaar is, zodat hij meedraait 30 als de modules zouden uitwaaieren. Door de draaiing wordt voorkomen dat 5 de aandrukplaat op een vast punt drukt. In een uitvoeringsvorm bevat het magazijn een geleiderprofiel waaromheen de modules scharnieren als ze uitwaaieren. De draai-as van de aandrukplaat is bij voorkeur zo op gesteld dat de plaat als hij meedraait aan die kant van deze "scharnier" drukt waar 5 de rij bij uitwaaieren het dikst wordt.

De aandrukplaat is bijvoorkeur uit- en inklapbaar, zodat als achter de aandrukplaat extra modules in het magazijn geladen worden (in een laadruimte waar ze nog niet aangedrukt worden, de aandrukplaat vanachter de rij uitgeklapt kan worden en achter de geladen extra modules 10 weer ingeklapt kan worden. Zodoende is een minimum aan onderbreking nodig voor het laden van extra modules. Bijvoorkeur bevat het magazijn zijgeleiders, die in inkepingen aan de zijkant van de modules grijpen om te voorkomen dat modules uit de rij gedrukt worden. Deze zijgeleiders lopen bijvoorkeur niet door tot in de laadruimte om het laden te 15 vergemakkelijken.

Deze en andere doelen en voordelen van de inrichting en werkwijze volgens de uitvinding zullen nader worden beschreven aan de hand van de volgende figuren.

20 Fig. 1 toont een overzicht van de inrichting volgens de uitvinding

Fig. 2 toont een overzicht van het magazijn Fig. 3 toont een zij aanzicht van de grijper Fig. 4 toont een voor aanzicht van het magazijn Fig. 5 toont een bovenaanzicht van het magazijn 25 Fig. 6 toont een detail van het magazijn in bovenaanzicht

Figuur 1 toont een overzicht van de inrichting. De inrichting omvat een magazijn 10, een test connector 12, een transport mechanisme 14, een afvoerbak 16 en een afvoermechanisme 18.

6

In het magazijn 10 wordt een rij geheugenmodules 100 getoond. Verder omvat de inrichting een aandrukplaat 102 in het magazijn 10, een zuiger 104 voor het bekrachtigen van de aandrukplaat 102 en een uitklapbare verbinding 106 tussen de zuiger 104 en de aandrukplaat 102. Langs de 5 wanden van het magazijn 10 zijn profielen 108 aangebracht.

Het transportmechanisme 14 omvat een grijper 140, een steun 142, een verticale actuator 144 en een horizontale actuator 146. In de grijper 140 wordt een circuit module 15 getoond. Verder bevat de inrichting een besturingscomputer (niet getoond) voor de coördinatie en inspectie van de 10 werking van de verschillende onderdelen.

In gebruik wordt een rij circuit modules 100, bijvoorbeeld door een operator, in het magazijn 10 geplaatst. De aandrukplaat 102 duwt de rij modulesHOO naar een uiteinde van het magazijn 10. Het transportmechanisme 14 brengt de grijper 140 naar het uiteinde van het 15 magazijn 10, waar de grijper een circuit module uit de rij 100 grijpt. Het transportmechanisme 14 verplaatst vervolgens de circuit module 15 in de grijper 140 naar de test connector 12 en duwt de circuit module 15 in de test connector 12.

Via de test connector 12 wordt een reeks signalen naar de module 20 15 gestuurd en worden response signalen van de module 15 uitgelezen om de elektronische functionaliteit van de circuit module 15. Dit gebeurt bijvoorbeeld door middel van een test proces dat op zich bekend is. Het specifieke test proces is niet relevant voor de uitvinding.

Na afloop van het test proces verplaats het transportmechanisme 25 14 de grijper 140 met daarin de circuit module 15 naar afvoermechanisme 16, waarin de grijper 140 module deponeert. Het afvoermechanisme 18 bevat bijvoorbeeld twee lopende banden, een eerste voor circuit modules 15 die goed bevonden zijn in het testproces en een tweede (niet getoond) voor circuit modules 15 die niet goed bevonden zijn. Het afvoermechanisme 16 30 transporteert de module 15 naar afvoerbak 16 voor goed bevonden modules 7 of naar een verdere afvoerbak, (niet getoond) voor niet goedgekeurde modules. Als alternatief voor afvoerbakken kunnen ook intermitterende banden gemonteerd worden (niet getoond). Hierop worden de modules 15 dakpansgewijs gestapeld.

5 Figuur 2 toont het magazijn gedeelte van de inrichting in meer detail. Getoond worden geleiders 20a,b, een rij circuit modules 22, aandrukplaat 24, klemmen 26a,b, een trekveer 27, op geleiders 20a,b aangebrachte profielen 28a,b en een bodemplaat 29a van het magazijn met een daarop aangebracht profiel 29b.

10 In gebruikt dient de aandrukplaat 24 om de rij circuit modules 22 in de richting van de toeschouwer van figuur 2 te duwen (naar de "voorzijde" van figuur 2). Hoewel figuur 2 de aandrukplaat 24 voor de zichtbaarheid op enige afstand van de rij modules 22 toont zal deze aandrukplaat 24 zich in gebruik tegen de rij circuit modules 22 bevinden (aan de "achterzijde" in 15 figuur 2). Vanuit zuiger 104 wordt via verbinding 106 een kracht van bijvoorbeeld 10 Newton uitgeoefend op aandrukplaat 24. Hiermee duwt de aandrukplaat 24 de circuit modules 22 naar voren. Aan de voorkant worden de circuit modules 22 gestuit door de grijper (niet getoond in figuur 2). Hierop zal verderop nader worden ingegaan. Tijdens het duwen geleiden 20 geleiders 20a,b de circuit modules aan de zijkanten en de bodemplaat 29a geleidt de circuit modules van onderen.

De dragervlakken (in het algemeen PCB's) van geheugen modules voor PC's bevatten uitsparingen op gestandaardiseerde plaatsen. Op plaatsen waar deze uitsparingen zich in de circuit modules in de rij 22 25 bevinden zijn van voor naar achter doorlopende profielen 28a,b, 29b aangebracht (waarbij de profielen 28a,b niet volledig tot achteraan het magazijn doorlopen). De profielen 28a,b, 29b helpen de circuit modules geleiden. De profielen 28a,b op de zijgeleiders (en de zijgeleiders zelf) dienen voornamelijk om, indien nodig, beweging van de circuit modules 22 in 101.. .

8 verticale richting te voorkomen. Bijvoorkeur is er slechts één profiel 29a op de bodemplaat, bij meer profielen kan het gevaar van wrikken ontstaan. Aandrukplaat 24 voorkomt waaieren van de circuit modules 22. Veel geheugen modules voor PC's bevatten namelijk een relatief hoge component 5 (een EPROM) op het dragervlak en in de buurt van de rand ervan. De relatief hoge component is hoger dan de ander componenten op het dragervlak. Door deze hoge component hebben de circuit modules in de rij circuit modules 22 de neiging scheef te gaan staan, zodat de rij 22 aan één kant, bijvoorbeeld aan de kant van een eerste geleider 20b verder naar 10 achter toe doorloopt dan aan de kant van de tweede geleider 20a.

In het magazijn scharnieren de circuit modules rond het profiel 29b in de bodemplaat. De aandrukplaat 24 drukt de circuit modules 22 tenminste aan op een punt tussen het profiel 29b in de bodemplaat 29a en de hoge component. De preciese locatie van dit punt hangt af waar de plaat de 15 componenten op het dragervlak raakt. Daardoor wordt de rij circuit modules 22 aangedrukt zonder dat ze wezenlijk gaan waaieren.

De aandrukplaat 24 is bijvoorkeur draaibaar gemonteerd rond een as 25 die zich nagenoeg boven het profiel 29b, midden tussen de geleiders 20a,b bevindt. Door de draaibaarheid kan de aandrukplaat 24 meedraaien 20 als de circuit modules initieel, of later in geringe mate uitwaaieren. De aandrukkracht wordt zodoende in de buurt van het midden geconcentreerd. Het is gebleken dat bij een niet-draaibare aandrukplaat 24 in sommige omstandigheden bij sommige typen circuit modules het gevaar bestaat dat de circuit modules uit de rij 22 geduwd worden. Vermoedelijk komt dit 25 omdat het aangrijppunt waar de aandrukplaat 24 kracht op de circuit module uitoefent door het draaien verplaatst wordt in de richting van de zijkant van de rij circuit modules 22 waar deze door het waaieren het dikst is. (Dit aangrijppunt is afhankelijk van de componenten op de circuit modules, maar ligt in de buurt van een punt van waaruit de normaal op het 30 dragervlak naar het centrum van de as 25 toewijst). Zolang het centrum van 9 de as 25 niet verder af ligt van het profiel 29b op de bodemplaat 29a dan de afstand tussen dit centrum en het contactvlak van de aandrukplaat 25 dat in contact is met de rij circuit modules. Dan kunnen verschillende types circuit modules met allerlei soorten oneffenheden behandeld worden. Als 5 echter bekend is dat de circuit modules hun hoogste punt allemaal aan één kant van het dragervlak hebben kan echter het centrum van de as ook tussen het profiel en die kant van het dragervlak geplaatst worden.

Een gebruik van een aandrukplaat 24 met een dikte van 1 tot 2 cm wordt geprefereerd om een gunstig drukpunt op de rij 22 te krijgen. Bijvoorkeur 10 zijn tenminste aan de randen van het contactvlak van de aandrukplaat 24 dat in contact is met de rij circuit modules (tenminste de randen die naar geleiders 20a,b gekeerd zijn) zodanig afgerond, of van stompe hoeken voorzien^ dat deze niet haken aan de rand van componenten op het dragervlak van een circuit module, maar erover afglijden.

15 Bijvoorkeur is het mogelijk om nieuwe circuit modules in het magazijn te laden terwijl de inrichting normaal werkt en dus aandrukplaat 24 een rij circuit modules 22 aandrukt. Daartoe is de combinatie van zuiger 104 en verbinding uitklapbaar uitgevoerd. Als bijvoorbeeld een operator eenmaal circuit modules achter de aandrukplaat 22 geladen zijn, dan wordt 20 de druk van de zuiger 104 afgehaald en klapt de operator de aandrukplaat 24 uit de ruimte tussen de geleiders 20a,b. De operator schuift vervolgens de aandrukplaat 24 tot achter de nieuw ingeladen circuit modules en klapt hem weer tussen de geleiders 20a,b. daarop wordt de druk tegen de zuiger 104 weer opgebouwd. Dit gebeurt bijvoorkeur geleidelijk, over een periode 25 van 10 seconde tot 1 minuut, wat het gevaar van ontzet raken van circuit modules vermindert.

Bijvoorkeur lopen de profielen 28a,b op de geleiders 20a,b niet geheel tot de achterkant van het magazijn door, maar laten een laadruimte zonder profielen op de zijgeleiders over in het magazijn. Hierdoor is het 30 mogelijk het magazijn aan de achterkant van boven te laden door circuit 10 modules tussen de geleiders te plaatsen. Verder heeft de bodemplaat 29a in de laadruimte bij voorkeur meer dan één profiel 29b. Het is daardoor alleen mogelijk om modules 22 over hun lengte vlak staand in het magazijn te laden als de modules 22 juist georienteerd zijn, dus niet 180° geroteerd rond 5 de verticale as. Verder kunnen de circuit modules daar zodoende niet scheef in het magazijn komen te staan. Slechts één van deze profielen 29b op de bodemplaat 29a loopt door tot in dat deel van het magazijn waar de aandrukplaat 24 werkzaam is. Dit voorkomt dat de circuit modules daar klemmen.

10 Bij voorkeur is de positie van de zij geleiders 20a,b en klemmen 26a,b verstelbaar op verschillende types circuit modules, elke type met een verschillende breedte. Aandrukplaat 24 hoeft niet verstelbaar te zijn en hoeft slechts een breedte te hebben van minder dan de breedte van circuit modules van het smalste type. Het is gebleken dat het aanduw mechanisme 15 ook dan bevredigend werkt.

Figuur 3 toont een vooraanzicht van de grijper. De grijper bevat een juk 30, waarop beweegbare grijperbekken32a,b gemonteerd zijn. Verder is aan de grijper een blok 38 op een stelschroef aangebracht. De grijper bevat een bekrachtiging (niet getoond) om de grijperbekken 32a,b langs het 20 juk heen en weer te bewegen (naar links en rechts in figuur 3). Op het juk 30 bevinding zich pennen 31a,b en in de grijperbek bevinden zich sleuven 34a,b om deze beweging te geleiden. Op de grijperbekken 32a,b zijn lippen 36a,b aangebracht. Tussen de lippen 36a,b en het juk 30 bevinden zich profielen (nokken) 37a,b. Bijvoorkeur worden de profielen 37a,b op de 25 beweegbare grijperbekken 32a,b aangebracht, maar als alternatief kunnen de profielen 37a,b op het juk 30 worden aangebracht.

Figuur 4 toont een vooraanzicht van het magazijn het vooraanzicht toont de geleiders 20a,b, de profielen 26a,b, de bodemplaat 29a, en het profiel 29b, de veer 27, klemmen 26a,b met daarop rubbers 40a,b en een 30 circuit module 42.

11

Figuur 5 toont een bovenaanzicht van het magazijn. Het bovenaanzicht toont geleiders 20a,b, aandrukplaat 24, as 25, verbinding 106 profielen 28a,b bodemplaat 29a, profiel 29b en klemmen 26a,b.

Figuur 6 toont een uitvergrootte quasi-doorsnede (onderdelen niet op 5 schaal) van een hoek van het magazijn in combinatie met de grijper in bovenaanzicht. Van het magazijn worden getoond: één van de geleiders 20b, één van de klemmen 26a,b de bodemplaat 29a. Van de grijper 140 worden getoond een doorsnede van het juk 30 en van de beweegbare grijperbek 32a. Verder wordt de circuit module 42 getoond, met daarop een component 61.

10 Tot slot wordt een volgende circuit module 60 getoond.

In werking brengt transportmechanisme 14 de grijper 140 tegenover het magazijn zoals getoond in figuur 6. Dat wil zeggen, zodat het oppervlak van het juk 30 dat naar de circuit modules 42, 60 gekeerd is zich boven bodemplaat 29a bevindt. Het juk 30 steekt uit in de ruimte die 15 gevormd wordt in het verlengde van de geleiders 20a,b, zodat het juk een aanslag vormt waartegen de circuit module 42 aangedrukt wordt door de aandrukplaat 24 via de rij circuit modules 22. Daardoor kan de circuit module 42 niet voorbij het juk 30 gedrukt worden. Het juk 30 steekt slechts over een beperkte afstand in de ruimte die gevormd wordt in het verlengde 20 van de geleiders 20a,b, met name niet zover dat het enige component 61 op de circuit module 42 raakt.

Aanvankelijk zijn de grijperbekken 32a,b naar buiten geschoven, een de klemmen 26a,b zijn naar buiten geduwd (Door een niet verder getoonde actuator). Zodoende kan de circuit module 42 voorbij de lippen 25 36a,b geduwd worden, met het dragervlak tegen juk 30. Het blok 38 voorkomt dat de circuit module 42 in het midden doorbuigt. Desgewenst kan het blok 38 afgesteld worden op de hoogte van de componenten op de circuit module 42, maar dit blijkt in praktijk nauwelijks nodig te zijn.

Vervolgens worden klemmen 26a,b niet langer naar buiten 30 geduwd. Deze klemmen 26a,b worden nu door de trekveer 27 naar elkaar 12 toegetrokken zodat zij volgende circuit modules 60 vastklemmen, die volgen op de circuit module 42 die tegen het juk aangedrukt wordt (slechts één volgende circuit module getoond).

Ook worden de grijperbekken 32a,b naar elkaar toe bewogen, zodat 5 de lippen 36a,b over het dragervlak van circuit module 42 heen komen. De profielen 37a,b in de grijper sluiten in de uitsparingen van de circuit module 42 die eerder door zij profielen 28a,b werden geleid (zij profielen 28a,b steken niet uit buiten geleiders 20a,b). De circuit module 42 zit daardoor vast in de grijper. Het transport mechanisme 14 beweegt de grijper 142 met 10 de circuit module 42 hierna van het magazijn af in het verlengde van de rij, dat wil zeggen zo dat de afstand tussen de dragervlakken van de gegrepen circuit module 42 en de volgende circuit module 60 uit de rij direct toeneemt bij het begin van het afbewegen van de circuit module 42 uit de rij.

Zodoende is er geen contact tussen deze modules 42, 60 bij het bewegen, en 15 daardoor geen kans op schade (natuurlijk hoeft de bewegingsrichting hiervoor niet geheel in het verlengde van de rij te liggen, zolang de bewegingsrichting maar een component in het verlengde van de rij heeft). Vervolgens beweegt transportmechanisme 14 de grijper naar de test connector 12, en duwt de circuit module 42 in de grijper voor de test.

20 De klemmen 26a,b blijven naar elkaar toegetrokken zolang de grijper niet voor het magazijn staat en voorkomen zodoende dat alsdan de volgende circuit module 60 uit het magazijn valt. In principe kan elke keer wanneer een module getest is de grijper 140 weer terugbewogen worden naar het magazijn, waarbij de geteste modules nabij het magazijn op het 25 afvoermechanisme geplaatst worden dat afhankelijk van het resultaat van de test bestuurd wordt.. Zodoende zijn geen extra bewegingen nodig van het transport mechanisme voor de afvoer van modules. Zonder af te wijken van de uitvinding kan echter ook van een veeltal test connectors 12 gebruik worden gemaakt, waarbij de grijper achtereenvolgende circuit modules 13 oppakt en in test connectors plaatst terwijl circuit modules in één of meer in andere test connectors getest worden.

Het zal duidelijk zijn dat de getoonde inrichting het mogelijk maakt circuit modules, en met name geheugen modules voor PC's in serie te 5 testen, waarbij de circuit modules niet uit het magazijn hoeven te vallen om bewerkt te worden. Er wordt geen gebruik gemaakt van de zwaartekracht. Alle krachten die nodig zijn voor de bewerking zijn nauwkeurig te beheersen en zijn niet of nauwelijks afhankelijk van het aantal circuit modules die in het magazijn staan.

Claims (16)

1. Inrichting voor het testen van circuit modules die elk een dragervlak met daarop gemonteerde componenten bevatten, welke J" inrichting is voorzien van: - een magazijn voor het opnemen van een rij circuit modules met de 5 dragervlakken op elkaar; - een oppakmechanisme voor het afzonderen van een individueel circuit module uit de rij voor aansluiting van de individuele circuit module aan testklemmen voor het uitvoeren van een functionele test op de individuele circuit module; 10. een aandrukker voor het aandrukken van de rij in een richting naar het oppakmechanisme toe, waarbij de aandrukker aandrukkracht uitoefent tegen het dragervlak van een circuit module aan een uiteinde van de rij in het magazijn.

2. Inrichting volgens Conclusie 1, waarin het magazijn zo is opgesteld 15 dat een normaal op de dragervlakken van de modules in de rij hoofdzakelijk loodrecht op de zwaartekracht georiënteerd is.

3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, waarin het oppakmechanisme is voorzien van een grijper en is ingericht om de grijper bij het oppakken zo ten opzichte van het magazijn op te stellen dat een verdere circuit module 20 aan een verder eind van de rij door de aandrukkracht in de grijper geduwd wordt.

4. Inrichting volgens conclusie 3, waarin het oppakmechanisme is ingericht om de verdere module gegrepen in de grijper van de rij af te bewegen m een richting die tenminste een component heeft langs een 25 verlengde van de rij.

5. Inrichting volgens conclusie 3 of 4, waarin de grijper een juk bevat waartegen de aandrukkracht de verdere circuit module opduwt, waarbij het juk een uitsparing bevat, zo dat alleen van de verdere circuit module alleen tegenoverliggende randgedeelten van het dragervlak tegen het juk opgeduwd worden waarop geen componenten staan.

6. Inrichting volgens conclusie 5, waarin op het juk beweegbare 5 grijperbekken gemonteerd zijn, die zijn ingericht om, nadat de verdere circuit module tegen het juk geduwd is, naar elkaar toe te bewegen om tenminste de randgedeelten van het dragervlak te omsluiten.

7. Inrichting volgens conclusie 3, 4, 5 of 6 voor het testen van circuit modules die in elk van de randgedeelten een inkeping bevatten, waarin de 10 grijper nokken bevat om in te grijpen in de inkepingen.

8 Inrichting volgens conclusie 3, 4, 5, 6 of 7, voorzien van een bekrachtigbare kleminrichting voor het klemmen van tegenover elkaar liggende randen van het dragervlak van één of meer van de circuit modules aan het verdere uiteinde van de rij naast de verdere circuit module, waarbij 15 de inrichting ingericht is om de kleminrichting tenminste te bekrachtigen wanneer de grijper zich niet voor het magazijn bevindt en de kleminrichting te lossen gedurende een periode van de tijd dat de grijper zich voor het magazijn bevindt.

9. Inrichting volgens een der conclusies 1 tot 8, waarin de aandrukker 20 een plaat bevat, voor het overbrengen van een aandrukkracht op het dragervlak van de circuit module aan het uiteinde van de rij, waarbij de plaat draaibaar is rond een draai-as parallel aan het dragervlak van de circuit modules aan het eind van de rij.

10. Inrichting volgens conclusie 9, voor het testen van circuit modules 25 met een inkeping in een rand van het dragervlak, waarin het magazijn een geleiderprofiel bevat voor het geleiden de circuit modules in de rij met hun inkeping over het geleiderprofiel, waarbij de draai-as een hoek van nagenoeg negentig graden met genoemde rand van het dragervlak van de modules in de rij maakt. ; \ ·' „x

11. Inrichting volgens conclusie 10, waarin een afstand tussen de draai-as en het geleiderprofiel kleiner is dan een afstand tussen de draai-as en een oppervlak van de aandrukplaat die in contact komt met de circuit module aan het eind van de rij.

12. Inrichting volgens één der conclusies 1 tot en met 11, waarin de aandrukker uit- en inklapbaar is uit en in een gedeelte van het magazijn voor de rij en verschuifbaar ten opzichte van de rij.

13. Inrichting volgens conclusie 12, waarin de aandrukker een bekrachtiging bevat die tijdens het uitklappen ontkracht wordt en na het 10 inklappen de aandrukkracht geleidelijk, gedurende een tijdsinterval van tenminste 1 seconde weer opbouwt.

14. Inrichting volgens één der conclusies 1 tot en met 13, waarin het magazijn een aandrukruimte bevat met zij-profielen voor het geleiden van zij-inkepingen in de circuit modules van de rij en hoogstens één 15 bodemprofiel voor het geleiden van een inkeping in een onderkant van de circuit modules en waarin het magazijn een laadruimte bevat die via een overgangszone doorloopt in de aandrukruimte, waarin een bodem van het magazijn in de laadruimte meer dan één geleiderprofiel bevat voor respectievelijke inkepingen aan de onderkant van de circuitmodules, en 20 waarin de laadruimte geen zij-profielen bevat.

15. Inrichting volgens één der conclusies 1 tot en met 14, ingericht om circuit modules te op te pakken en te testen die geheugen modules voor PC's zijn.

16. Werkwijze voor het testen van circuit modules waarin gebruik 25 gemaakt wordt van de inrichting volgens één der conclusies 1 tot en met 15.