NL1016205C2

NL1016205C2 - Inrichting voor het vastzetten van velvormig materiaal.

Info

Publication number: NL1016205C2
Application number: NL1016205A
Authority: NL
Inventors: Yoshinari Hirota
Original assignee: Toto Kogyo Kabushiki Kaisha
Priority date: 1999-09-16
Filing date: 2000-09-15
Publication date: 2001-03-19
Also published as: CA2306307C; KR20010050051A; IL138364A; CN1167864C; US6789978B1; KR100700433B1; CA2306307A1; IL138364A0; CN1314536A

Description

*

Titel: Inrichting voor het vastzetten van velvormig materiaal

ACHTERGROND VAN DE UITVINDING

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het vastzetten van velvormig materiaal voor het bevestigen van een lichtdoorlatend vel op het raamwerk van een vinyl huis dat wordt gebruikt 5 als een broeikas.

Een inrichting voor het vastzetten van velvormig materiaal, gebruikt in een vinyl huis als een broeikas, omvat doorgaans een langgerekt steunframe met een nauw openingsdeel en een elastisch lineair vasthoudelement dat is aangebracht in het steunframe, waarbij een vinyl 10 vel in het steunframe is gedrukt en bevestigd door gebruikmaking van het lineaire vasthoudelement.

Anderzijds worden inrichtingen voor het vastzetten van velvormig materiaal, die in staat zijn om een zachte dunne film van ongeveer 0.1 mm dikte naar behoren te bevestigen in een broeikas, geopenbaard bijvoorbeeld 15 in Japans gebruiksmodel publicatie nummer 54-42992 en gebruiksmodel registratie nummer 2094628.

De in de bovenstaande publicaties geopenbaarde inrichtingen voor het vastzetten van velvormig materiaal omvatten elk een langgerekt steunframe met een nauw openingsdeel, een deelbaar drukframe dat is 20 aangebracht in het langgerekte steunframe voor het klemmend vasthouden van een vel in samenwerking met het langgerekte steunframe en een opsluitelement dat is aangebracht in het drukframe voor het aandrukken van het drukframe tegen een binnenwand van het langgerekte steunframe. Centraal in de bodem van het drukframe is een rechte geperforeerde lijn 25 gevormd in de longitudinale richting of een inkeping die in de longitudinale richting meandert.

Volgens elk van de bovenstaande bevestigingsinrichtingen houdt het drukframe, wanneer een vel is aangebracht in het langgerekte 1016205 , 2 ste unframe door middel van het drukframe en het drukframe naar beide zijden wordt gedrukt met behulp van het opsluitelement, het vel klemmend vast in samenwerking met het langgerekte steunframe terwijl dit drukframe verdeeld is in een rechter en linker helft door de geperforeerde 5 lijn of de inkeping, waardoor rimpelen van het vel kan worden verhinderd. Daarnaast is het mogelijk, aangezien het drukframe aanwezig is tussen het vel en het opsluitelement, dat wil zeggen, aangezien het opsluitelement geen rechtstreeks contact maakt met het vel, te verhinderen dat het vel beschadigd raakt door het opsluitelement of te verhinderen dat het vel 10 scheurt tengevolge van wrijving.

Echter, in de inrichting voor het vastzetten van velvormig materiaal geopenbaard in Japans gebruiksmodel publicatienummer 54-42992, waarin een geperforeerde lijn is gevormd in het drukframe, is het drukframe niet langer bruikbaar eenmaal langs de geperforeerde lijn 15 gescheiden en derhalve is de genoemde inrichting minder economisch. Bovendien wordt, wanneer een poging wordt ondernomen het vel in het langgerekte steunframe te duwen met behulp van het drukframe, de spanning van het vel, met andere woorden, een terugwerkende kracht van het vel gericht op het terugkeren naar een horizontale toestand, uitgeoefend 20 op de rug van het drukframe, waardoor het drukframe inwaarts kan worden verbogen of kan scheeftrekken in de tegenovergestelde richting, met de geperforeerde lijn als het midden. Aangezien het werk van het bevestigen van het velmateriaal wordt uitgevoerd tijdens het onderdrukken van een dergelijke beweging, is de doelmatigheid laag.

25 Voorts is het voor het scheiden van het drukframe langs de geperforeerde lijn nodig om een opsluitelement te gebruiken met een sterke veerkracht of een sterke aandrukkracht, aldus resulterend in merkbare verslechtering van de doelmatigheid en het vervaardigen van het betreffende onderdeel wordt moeilijk.

1016205 3

Met het oog op dit aspect zal, als het drukframe is gevormd door het gieten van een materiaal dat eenvoudig snijden langs een geperforeerde lijn toelaat, bijvoorbeeld een dun kunststof materiaal, het drukframe worden overbelast door de aandrukkracht van het opsluitelement en 5 gedeeltelijk of geheel worden vervormd, met rimpelen van het vel.

Daarnaast is het drukframe schade gevoelig en inferieur in duurzaamheid.

Anderzijds wordt volgens de inrichting voor het vastzetten van velvormig materiaal geopenbaard in Japans gebruiksmodel registratienummer 2094628, welke een drukframe gebruikt met een 10 meanderende inkeping die centraal is gevormd, buigen of kromtrekken van het drukframe enigszins verholpen, maar de handeling voor het hergebruiken van het drukframe tijdens vervanging van velmateriaal is uiterst lastig. Meer in het bijzonder wordt, wanneer het drukframe wordt aangedrukt door het opsluitelement tijdens het bevestigen van een vel, dit 15 verdeeld in een rechter en linker helft welke onderling zijn gescheiden. Bij het vervangen van velmateriaal is het daarom vereist, wanneer de gehalveerde drukframedelen elk onafhankelijk uit het binnenste van het langgerekte steunframe worden gehaald en wanneer een poging wordt ondernomen het vel met de drukframedelen op te sluiten na het aanbrengen 20 van een nieuw vel in het steunframe, om de rechter en linker drukframedelen één voor één in het langgerekte steunframe aan te brengen onderwijl de ingesneden zijden tegen elkaar passend. Op hetzelfde moment wordt de spanning van het velmateriaal uitgeoefend op de rug van elk drukframedeel, waardoor de handeling voor het aanbrengen van het frame 25 en het in elkaar passen moet worden uitgevoerd tegen genoemde spanning in. Zodoende is de handeling voor het monteren van het drukframe erg lastig, hetgeen een afname in doelmatigheid veroorzaakt.

In het voorgaande Japans gebruiksmodel registratienummer 2094628 wordt tevens een techniek geopenbaard waarbij de bodem van een 30 drukframe wordt verbreed op een expansiewijze door middel van een 4 veelvoud aan inkepingen. Volgens deze techniek echter kan, wanneer het drukframe eenmaal zijdelings is uitgezet door een opsluitelement, dit niet langer terugkeren naar zijn originele stand door zijn eigen terugwerkende kracht en blijft dit uitgezet. Daarom is, wanneer het drukframe opnieuw 5 wordt gebruikt tijdens vervanging van een vel, het werk om het drukframe uit het binnenste van het langgerekte steunframe te verwijderen lastig en ook wanneer het drukframe weer in het steunframe wordt aangebracht, is het werk voor het inbrengen lastig door de te grote breedte daarvan.

10 SAMENVATTING VAN DE UITVINDING

Het is een doel van de onderhavige uitvinding te voorzien in een inrichting voor het vastzetten van velvormig materiaal voor gebruik in een vinyl huis, die in staat is om rimpelen en scheuren van een vel te verhinderen, het gebruik toelaat van een opsluitelement met een zwakke 15 aandrukkracht, in staat is om herhaaldelijk te worden hergebruikt tijdens het vervangen van velvormig materiaal en in staat is het werk ten behoeve van het installeren en verwijderen van een drukframe aanmerkelijk te verbeteren.

Voor het bereiken van bovengenoemd doel is volgens één aspect 20 van de onderhavige uitvinding een inrichting voor het vastzetten van velvormig materiaal voorzien, omvattende een langgerekt steunframe met een nauw openingsdeel, welk langgerekt steunframe een horizontaal bodemdeel omvat en twee zijwanddelen die respectievelijk opstaan vanaf beide zijranden van het bodemdeel, een drukframe dat is aangebracht in het 25 langgerekte steunframe voor het klemmend vasthouden van een vel in samenwerking met het langgerekte steunframe en een opsluitelement dat is aangebracht in het drukframe voor het aandrukken van het drukframe tegen een binnenwand van het langgerekte steunframe, waarbij het drukframe een centrale steunplaat omvat, geleidesleuven die longitudinaal 30 zijn gevormd aan weerszijden van de steunplaat en een paar rechter en 10162πκ 5 linker vasthoudframes met horizontale bodemdelen die transversaal schuifbaar zijn aangebracht in de respectieve geleidesleuven.

Volgens een ander aspect van de onderhavige uitvinding is een inrichting voor het vastzetten van velvormig materiaal voorzien, 5 omvattende een langgerekt steunframe met een nauw openingsdeel, waarbij het langgerekte steunframe een horizontaal bodemdeel omvat en twee zijwanddelen die respectievelijk opstaan vanaf beide zijranden van het bodemdeel, een drukframe dat is aangebracht in het langgerekte steunframe voor het klemmend vasthouden van een vel in samenwerking 10 met het langgerekte steunframe en een opsluitelement dat is aangebracht in het drukframe voor het aandrukken van het drukframe tegen een binnenwand van het langgerekte steunframe, waarbij het drukframe een centrale steunplaat omvat, een paar rechter en linker vasthoudframes die respectievelijk aan weerszijden van de steunplaat transversaal schuifbaar 15 zijn opgesteld en longitudinaal gevormde geleidesleuven in horizontale bodemdelen van de respectieve vasthoudframes, waarbij beide zijranddelen van de steunplaat zijn opgenomen in de respectieve geleidesleuven.

Volgens een verder aspect van de onderhavige uitvinding is een inrichting voor het vastzetten van velvormig materiaal voorzien, 20 omvattende een langgerekt steunframe met een nauw openingsdeel, waarbij het langgerekte steunframe een horizontaal bodemdeel omvat en twee zijwanddelen die zich respectievelijk opwaarts uitstrekken vanaf beide zijranden van het bodemdeel, een drukframe dat is aangebracht in het langgerekte steunframe voor het klemmend vasthouden van een vel in 25 samenwerking met het langgerekte steunframe en een opsluitelement dat is aangebracht in het drukframe voor het aandrukken van het drukframe tegen een binnenwand van het langgerekte steunframe, waarbij het drukframe een paar rechter en linker vasthoudframes omvat, die transversaal schuifbaar zijn opgesteld en een geleidesleuf die longitudinaal 30 is gevormd in een horizontaal bodemdeel van een van de vasthoudframes en 1016205 6 waarbij een horizontaal bodemdeel van het andere vasthoudframe is op genomen in genoemde geleidesleuf.

Volgens nog een verder aspect van de onderhavig uitvinding is een inrichting voor het vastzetten van velvormig materiaal voorzien, 5 omvattende een langgerekt steunframe met een nauw openingsdeel, waarbij het langgerekte steunframe een horizontaal bodemdeel omvat en twee zijwanddelen die zich opwaarts uitstrekken respectievelijk vanaf beide zijranden van het bodemdeel, een drukframe dat is aangebracht in het langgerekte steunframe voor het klemmend vasthouden van een vel in 10 samenwerking met het langgerekte steunframe en een opsluitelement dat is aangebracht in het drukframe voor het aandrukken van het drukframe tegen een binnenwand van het langgerekte steunframe, waarbij het drukframe een paar rechter en linker vasthoudframes omvat, die transversaal schuifbaar zijn opgesteld en longitudinaal gevormde 15 geleide sleuven in horizontale bodemdelen van de respectieve vasthoudframes, waarbij de horizontale bodemdelen van de vasthoudframes schuifbaar in elkaar zijn aangebracht door middel van de geleidesleuven.

Volgens weer een verder aspect van de onderhavig uitvinding is een inrichting voor het vastzetten van velvormig materiaal voorzien, 20 omvattende een langgerekt steunframe met een nauw openingsdeel, waarbij het langgerekte steunframe een horizontaal bodemdeel omvat en twee zijwanddelen die zich opwaarts uitstrekken respectievelijk vanaf beide zijranden van het bodemdeel, een drukframe dat is aangebracht in het langgerekte steunframe voor het klemmend vasthouden van een vel in 25 samenwerking met het langgerekte steunframe en een opsluitelement dat is aangebracht in het drukframe voor het aandrukken van het drukframe tegen een binnenwand van het langgerekte steunframe, waarbij het drukframe een paar rechter en linker vasthoudframes omvat, die onder dezelfde hoek zijn gevormd als de beide zijwanddelen van het langgerekte 30 steunframe en op een transversaal verschuifbare wijze, bodemframes die 1016205 7 integraal grenzend aan respectieve ondereinden van de vasthoudframes opwaarts of neerwaarts hellen onder een vooraf gekozen hoek en een longitudinaal gevormde geleidesleuf in ten minste één van de bodemframes, waarbij het andere bodemframe schuifbaar is opgenomen in de geleidesleuf.

5 Volgens nog weer een ander aspect van de onderhavige uitvinding is een inrichting voor het vastzetten van velvormig materiaal voorzien, omvattende een langgerekt steunframe met een nauw openingsdeel, waarbij het langgerekte steunframe een horizontaal bodemdeel omvat en twee zijwanddelen die zich respectievelijk opwaarts uitstrekken vanaf beide 10 zijranden van het bodemdeel, een drukframe dat is aangebracht in het langgerekte steunframe voor het klemmend vasthouden van een vel in samenwerking met het langgerekte steunframe en een opsluitelement dat is aangebracht in het drukframe voor het aandrukken van het drukframe tegen een binnenwand van het langgerekte steunframe, waarbij het 15 drukframe een centrale steunplaat omvat, longitudinaal gevormde geleidesleuven in beide zijden van de steunplaat, een paar rechter en linker vasthoudframes die zijn gevormd aan weerszijden van de steunplaat onder dezelfde hoek als de beide zijwanddelen van het langgerekte steunframe en op een transversaal verschuifbare wijze en bodemframes, die zich integraal 20 grenzend aan respectieve ondereinden van de vasthoudframes opwaarts of neerwaarts hellend uitstrekken onder een vooraf gekozen hoek, waarbij de bodemframes schuifbaar zijn opgenomen in de respectieve geleidesleuven.

Volgens nog een verder aspect van de onderhavige uitvinding is een inrichting voor het vastzetten van velvormig materiaal voorzien, 25 omvattende een langgerekt steunframe met een nauw openingsdeel, waarbij het langgerekte steunframe een horizontaal bodemdeel omvat en twee zijwanddelen die opstaan vanaf beide zijranden van het bodemdeel, een drukframe dat is aangebracht in het langgerekte steunframe voor het klemmend vasthouden van een vel in samenwerking met het langgerekte 30 steunframe en een opsluitelement dat is aangebracht in het drukframe voor 1016205 8 het aandrukken van het drukframe tegen een binnenwand van het langgerekte steunframe, waarbij het drukframe een centrale, horizontale steunplaat omvat, een paar rechter en linker vasthoudframes die zijn gevormd aan weerszijden van de horizontale steunplaat onder dezelfde hoek 5 als de beide zijwanddelen van het langgerekte steunframe en op een transversaal schuifbare wijze, bodemframes die zich integraal grenzend aan respectieve ondereinden van de vasthoudframes opwaarts of neerwaarts hellend uitstrekken onder een vooraf gekozen hoek en longitudinaal gevormde geleidesleuven in de respectieve bodemframes, waarbij beide 10 randdelen van de horizontale steunplaat zijn opgenomen in de respectieve geleidesleuven.

BESCHRIJVING VAN DE TEKENINGEN

Fig. 1 is een perspectivisch aanzicht van een inrichting voor het 15 vastzetten van velvormig materiaal volgens een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding;

Fig. 2 is een vooraanzicht in verticale doorsnede van Fig. 1;

Fig. 3 is een vooraanzicht in verticale doorsnede van een inrichting voor het vastzetten van velvormig materiaal volgens een andere 20 uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding;

Fig. 4 is een vooraanzicht in verticale doorsnede van een inrichting voor het vastzetten van velvormig materiaal volgens een verdere uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding;

Fig. 5 is een vooraanzicht in verticale doorsnede van een inrichting 25 voor het vastzetten van velvormig materiaal volgens nog een andere uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding;

Fig. 6 is een perspectivisch aanzicht tonende een gebruikstoestand van een inrichting voor het vastzetten van velvormig materiaal volgens nog een andere uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding; .J0 16205 9

Fig. 7 is een uiteengenomen perspectivisch aanzicht van Fig. 6;

Fig. 8 is een vergroot vooraanzicht in verticale doorsnede van Fig. 7;

Fig. 9 is een vooraanzicht in verticale doorsnede van een 5 drukframe volgens nog een andere uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding;

Fig. 10 is een vooraanzicht in verticale doorsnede van een drukframe volgens nog een andere uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding; 10 Fig. 11 is een vooraanzicht in verticale doorsnede van een drukframe volgens weer een andere uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding;

Fig. 12 is een vooraanzicht in verticale doorsnede van een drukframe volgens nog een andere uitvoeringsvorm van de onderhavige 15 uitvinding;

Fig. 13 is een vooraanzicht in verticale doorsnede van een drukframe volgens nog weer een andere uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding;

Fig. 14 is een vooraanzicht in verticale doorsnede van een 20 inrichting voor het bevestigen van velvormig materiaal volgens nog een andere uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding;

Fig. 15 is een vooraanzicht in verticale doorsnede van een inrichting voor het bevestigen van velvormig materiaal volgens nog weer een andere uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding; 25 Fig. 16 is een vooraanzicht in verticale doorsnede van een inrichting voor het bevestigen van velvormig materiaal volgens nog weer een andere uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding;

Fig. 17 is een vooraanzicht in verticale doorsnede van een drukframe volgens nog een andere uitvoeringsvorm van de onderhavige 30 uitvinding;

1 0 1 R2 0K

10

Fig. 18 is een vooraanzicht in verticale doorsnede van een inrichting voor het bevestigen van velvormig materiaal volgens nog een andere uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding; en

Fig. 19 is een vooraanzicht in verticale doorsnede van een 5 inrichting voor het vastzetten van velvormig materiaal volgens nog een andere uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding;

Fig. 20 is een perspectivisch aanzicht van een drukframe volgens nog een verdere uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding;

Fig. 21 is een perspectivisch aanzicht van een drukframe volgens 10 weer een verdere uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding;

Fig. 22 is een perspectivisch aanzicht van een drukframe volgens nog weer een verdere uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding;

Fig. 23 is een perspectivisch aanzicht van een drukframe volgens weer een andere uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding; 15 Fig. 24 is een perspectivisch aanzicht van een drukframe volgens nog een andere uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding;

Fig. 25 is een perspectivisch aanzicht van een drukframe volgens nog weer een andere uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding; en

Fig. 26(A), (B) en (C) zijn een aanzicht in verticale doorsnede en 20 gedeeltelijk doorgesneden aanzichten van een inrichting voor het vastzetten van velvormig materiaal volgens nog een verdere uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding.

GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING VAN VOORKEURS 25 UITVOERINGSVORMEN

Uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding zullen hierna worden beschreven onder referentie naar de bijgaande tekening.

Fig. 1 en 2 illustreren een inrichting voor het vastzetten van velvormig materiaal volgens een uitvoeringsvorm van de onderhavige 30 uitvinding.

1n1 11

Deze inrichting voor het vastzetten van velvormig materiaal is opgebouwd uit een langgerekt steunframe 1 met een nauw openingsdeel, welk langgerekte steunframe 1 een horizontaal bodemdeel la omvat en twee zijwanddelen lb die opstaan vanaf beide zijranden van het bodemdeel la, 5 een drukframe 3, dat is aangebracht in het langgerekte steunframe 1 voor het klemmend vasthouden van een vel synthetisch materiaal 2 in samenwerking met het steunframe 1 en een opsluitelement 6, gevormd door een lineair vasthoudelement 4 of een plaatvormig vasthoudelement 5, dat is aangebracht in het drukframe 3 om het drukframe tegen een binnenwand 10 van het langgerekte steunframe 1 te drukken. Als opsluitelement 6 kunnen ofwel het lineaire vasthoudelement 4 ofwel het plaatvormig vasthoudelement 5 alleen op een onafhankelijke wijze worden gebruikt, of beide kunnen gecombineerd worden gebruikt.

Het drukframe 3 is op gebouwd uit een centrale steunplaat 7 met 15 een H-vormige dwarsdoorsnede, een paar rechter en linker geleidesleuven 8, die in longitudinale richting zijn gevormd aan weerszijden van de steunplaat 7 en een paar rechter en linker vasthoudframes 10 met respectieve horizontale bodemdelen 9, welke in dwarsrichting verschuifbaar zijn opgenomen in de respectieve geleidesleuven 8.

20 Het langgerekte steunframe 1 heeft, net als het conventionele steunframe, een groefvormige dwarsdoorsnede in de vorm van een zwaluwstaart, met duivestaart-vormige groeven en omgekrulde bovenranden. De vasthoudframes 10 zijn gevormd overeenkomstig de vorm van liet langgerekte steunframe 1, eveneens met duivestaart-achtige 25 groeven. Het vel 2 is gelijkvormig ingesloten tussen de binnenwand van het langgerekte steunframe 1 en buitenoppervlakken van beide vasthoudframes 10, waardoor het vel is beschermd tegen rimpelen of scheuren.

De bodemdelen 9 van de vasthoudframes 10 in het drukframe 3 worden ingedrukt gehouden in de geleidesleuven 8 van de steunplaat 7, 30 waardoor de twee vasthoudframes 10 wat betreft de breedte in een smallere 1n1β?ηκ 12 toestand kunnen worden gehouden dan de breedte van het bodemdeel van het langgerekte steunframe 1. In deze toestand wordt het drukframe 3 vervoerd, opgeslagen of ingebracht in het langgerekte steunframe 1.

Meer in het bijzonder wordt voor het bevestigen van het vel 2 het 5 vel eerst in het langgerekte steunframe 1 gedrukt door middel van het drukframe 3. Met de vasthoudframes 10 in een samengedrukte toestand gehouden wordt het drukframe 3 schuin in het langgerekte steunframe 1 aangebracht vanaf het openingsdeel van het langgerekte steunframe. In deze toestand zal, bijvoorbeeld wanneer het lineaire vasthoudelement 4 10 tegen zijn eigen veerkracht in in het drukframe wordt gedrukt, het lineaire vasthoudelement 4 de vasthoudframes 10 in de richting van de pijlen in fig. 2 drukken, zodat de vasthoudframes 10, geleid door de geleidesleuven 8, horizontaal verschuiven en aan komen te liggen tegen de binnenwand van het langgerekte steunframe 1. Hierdoor wordt het vel 2 ingesloten tussen de 15 vasthoudframes 10 en het langgerekte steunframe 1 en zal dit niet loskomen.

Aan de andere kant wordt, tijdens het vervangen van velvormig materiaal, het lineaire vasthoudelement verwijderd en worden de vasthoudframes 10 inwaarts gedrukt, bijvoorbeeld met vingers, waardoor de 20 vasthoudframes 10 naar binnen verschuiven langs de geleidesleuven 8, zodat het drukframe 3, in versmalde toestand, uit het langgerekte steunframe 1 kan worden genomen. Tijdens het installeren of verwijderen van het drukframe 3 kunnen, aangezien de steunplaat 7 centraal is gelegen, de vasthoudframes 10 niet worden verbogen of scheeftrekken door 25 aanraking daarvan met de steun plaat.

Fig. 3 toont een inrichting voor het vastzetten van velvormig materiaal volgens een andere uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding, waarin een gewijzigd drukframe 3 wordt gebruikt. Het drukframe is opgebouwd uit een centrale steunplaat 17, een paar rechter en 30 linker vasthoudframes 10 en geleidesleuven 18 welke longitudinaal zijn 1016205 13 gevormd in bodemdelen 19 van de vasthoudframes 10. Beide randdelen van de steunplaat 17 zijn opgenomen in de respectieve geleidesleuven 18.

Zolang het drukframe 3 niet wordt gebruikt, kunnen de vasthoudframes 10 verschuiven in hun samendrukrichtingen langs de 5 steunplaat 17 om de breedte van het drukframe te reduceren en wanneer het drukframe 3 moet worden gebruikt, worden de vasthoudframes 10 in staat gesteld richting het langgerekte steunframe 1 te verschuiven door bijvoorbeeld het lineaire vasthoudelement 4, om het vel 2 klemmend vast te houden. Andere constructieve en functionele aspecten, alsmede bereikte 10 effecten zijn hetzelfde als de in fig. 1 geïllustreerde uitvoeringsvorm.

Fig. 4 toont een inrichting voor het vastzetten van velvormig materiaal volgens een verdere uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding, waarin eveneens een gewijzigd drukframe 3 wordt gebruikt. Het drukframe 3 is opgebouwd uit een paar rechter en linker vasthoudframes 15 10, die op een transversaal verschuifbare wijze zijn opgesteld en een geleidesleuf 28, welke longitudinaal is gevormd in een horizontaal bodemdeel 29 van één vasthoudframe 10, bijvoorbeeld het vasthoudframe 10 ter linker zijde in fig. 3, waarbij een bodemdeel 29a van het andere vasthoudframe 10 schuifbaar in de geleidesleuf 28 is ingebracht. Zolang het 20 drukframe 3 niet wordt gebruikt, is het bodemdeel 29a van het rechter vasthoudframe 10 in de geleidesleuf 28 geschoven om de breedte van het gehele drukframe te reduceren en wanneer het drukframe 3 gebruikt gaat worden, worden de vasthoudframes 10 door het opsluitelement 6 aangeduwd en in staat gesteld om naar rechts en links te verschuiven voor 25 het vasthouden van het vel 2, het vel 2 insluitend tussen de vasthoudframes en het langgerekte steunframe 1. Andere constructieve en functionele aspecten, alsmede bereikte effecten zijn hetzelfde als de in fig. 1 en 3 getoonde uitvoeringsvormen.

Fig. 5 illustreert een inrichting voor het vastzetten van velvormig 30 materiaal volgens een verdere uitvoeringsvorm van de onderhavige 1016205 14 uitvinding, welke een aanpassing is van de uitvoeringsvorm getoond in fig. 4. Een drukframe 3 is opgebouwd uit vasthoudframes 10 en tegenover elkaar liggende geleidesleuven 28, gevormd in respectieve bodemdelen 29 van de vasthoudframes. De bodemdelen 29 zijn schuifbaar opgenomen in de 5 geleidesleuven 28. Functies en effecten zijn hetzelfde als van de in fig. 4 getoonde uitvoeringsvorm.

In elk van de bovenstaande uitvoeringsvormen is het opsluitelement niet speciaal begrensd in de mate waarin dit het drukframe 3 naar beide zijden van het langgerekte steunframe kan drukken. Bij 10 voorbeeld, naast de hierboven beschreven elementen, kunnen ook een visgraatvormige of golvende plaatveer of een hoog elastisch lineair onderdeel worden toegepast.

Fig. 6 tot en met 8 tonen een inrichting voor het vastzetten van velvormig materiaal volgens een verdere uitvoeringsvorm van de 15 onderhavige uitvinding.

De inrichting voor het vastzetten van velvormig materiaal volgens deze uitvoeringsvorm is op gebouwd uit een langgerekt steunframe 1 met een nauw openingsdeel, een drukframe 3 dat is aangebracht in het langgerekte steunframe 1 voor het klemmend vasthouden van een vel 2 van 20 synthetisch materiaal in samenwerking met het langgerekte steunframe en een opsluitelement 6, dat een lineair vasthoudelement 4 is of een plaatvormig vasthoudelement, aangebracht in het drukframe 3 om het drukframe 3 tegen een binnenwand van het langgerekte steunframe 1 te drukken.

25 Het langgerekte steunframe 1 heeft, net als het conventionele steunframe, een sleufvormige dwarsdoorsnede in de vorm van een zwaluwstaart met duivestaartvormige groeven en omvattende een horizontaal bodemdeel la, een paar zijwanddelen lb die zich schuin opwaarts uitstrekken vanaf beide randen van het bodemdeel la en 30 omgekrulde bovenranden lc. Het drukframe 3 is gevormd overeenkomstig 1016205 15 de vorm van het langgerekte steunframe, eveneens met duivestaart-achtige groeven. Het vel 2 ligt gelijkvormig ingesloten tussen de binnenwand van het langgerekte steunframe en een buitenvlak van het drukframe 3, waardoor het vel 2 is beschermd tegen rimpelen of scheuren.

5 Het drukframe 3 is op gebouwd uit een paar rechtere en linker vasthoudframes 37, die transversaal verschuifbaar zijn opgesteld, een bodemframe 38, grenzend aan een onderzijde van één vasthoudframe 37 en een plaatachtig bodemframe 40, grenzend aan een onderzijde van het andere vasthoudframe 37. De gekoppelde rechter en linker vasthoudframes 10 37 zijn geplaatst onder een hoek die gelijk is of bijna gelijk is aan de hoek van beide zijwanden lb van het langgerekte steunframe 1, waarbij krullen 41 in de vorm van omgebogen delen in opwaartse richting grenzen aan de vasthoudframes 37.

De bodemframes 38 en 40 strekken zich integraal grenzend aan de 15 vasthoudframes 37 hellend uit onder een neerwaartse vooraf gekozen hoek, zodanig dat de hoek 02 van een duivestaart-achtige groef 42 gevormd door elk vasthoudframe 37 en elk bodemframe 38 (40) groter is dan de hoek Θ1 van een duivestaart-achtige groef 43 gevormd aan de zijde van het langgerekte steunframe.

20 Een geleidesleuf 39 is gevormd in één bodemframe 38 in longitudinale richting en het andere bodemframe 40 is normaal in dwarsrichting verschuifbaar in de geleidesleuf 39 gestoken. Hiermee wordt de breedte tussen de beide zijden van de vasthoudframes 37 smaller gehouden dan de breedte van het bodemdeel la van het langgerekte 25 steunframe 1. In deze toestand wordt het drukframe 3 vervoerd, op geslagen of ingebracht in het langgerekte steunframe 1.

Voor het bevestigen van het vel 2 wordt eerst het vel in het langgerekte steunframe 1 gedrukt door middel van het drukframe 3. Meer in het bijzonder wordt het drukframe 3 in een samengedrukte toestand van 1016205 16 de vasthoudframes 37 schuin door het openingsdeel van het langgerekte steunframe 1 aangebracht. In deze toestand wordt bijvoorbeeld het lineaire vasthoudelement 4 tegen zijn eigen veerkracht in in het drukframe 3 aangebracht, met als gevolg dat het lineaire vasthoudelement 4 de 5 vasthoudframes 37 in de transversale richting drukt waarbij de vasthoudframes 37 en de bodemframes 38, 40 horizontaal verschuiven, geleid door de geleidesleuf 39. De aldus verschuivende vasthoudframes 37 worden in aanraking gebracht met de binnenwand van het langgerekte steunframe 1. Bijgevolg wordt het vel 2 klemmend vastgehouden door de 10 vasthoudframes 37 en beide zijwanddelen lb van het langgerekte steunframe 1 en komt dit niet langer los.

Aan de andere kant wordt voor het vervangen van het vel 2 het lineaire vasthoudelement verwijderd en worden de vasthoudframes 37 inwaarts gedrukt, bijvoorbeeld met vingers, waardoor de vasthoudframes 37 15 en de bodemframes 38, 40 naar binnen verschuiven langs de geleidegroef 39. Aldus kan het drukframe 3, in een versmalde toestand, uit het langgerekte steunframe 1 worden genomen.

Opgemerkt zij, dat wanneer de vasthoudframes 37 naar rechts en links worden verbreed door het lineaire vasthoudelement 4 als getoond in 20 fig. 8, een einddeel van het andere bodemframe 40 omhoog beweegt tot nabij een uitlaat eind van de geleidesleuf 39 en de vasthoudframes 37 in aanraking komen met beide zijwanddelen lb tijdens het klemmend vasthouden van het vel 2. Op dat moment hellen de twee bodemdelen 38 en 40 van het drukframe 3 neerwaarts in een in hoofdzaak V-vorm, waardoor 25 het drukframe 3 zelf niet omhoog kan worden verbogen vanuit zijn midden positie naar een omgekeerde V-vorm.

Met de bodemframes 38 en 40 aldus gekanteld in een in hoofdzaak V-vorm zal, zelfs als een externe kracht gebaseerd op wind of regen en werkend om het geheel van het drukframe 3 samen te drukken in de 30 richtingen van pijlen X in fig. 8 wordt uitgeoefend op de vasthoudframes 37 1016205 17 en bodemframes 38, 40 vanaf de zijde van het vel 2, deze samendrukkende kracht de vasthoudframes 37 schuin naar binnen drukken, zodanig dat de bodemframes 38 en 40 hellen onder een hoek onder welke een scherpere V-vorm wordt gevormd. Bijgevolg, als getoond in fig. 8, wordt een bovenvlak 5 van een einddeel van het andere bodemframe 40 gegrepen door een buitenrand A van de geleidesleuf 39 en overeenkomstig komt een onderrand B van het einddeel van het bodemframe 40 in aangrijping met een ondervlak van de geleidesleuf 39 onder een scherpe hoek. Onder deze aangrijpende werking van de twee randen A en B treedt het andere 10 bodemframe 40 niet de geleidesleuf 39 binnen en blijft uitgestrekt buiten de groef. Met andere woorden, in de transversaal uitgeschoven toestand van het drukframe 3, houdt het drukframe in samenwerking met het langgerekte steunframe 1 het vel 2 klemmend in een gelijkvormige toestand en zelfs als een externe kracht wordt uitgeoefend op het vel 2 wordt het 15 drukframe 3 niet samengedrukt en kan daarom het vel 2 in zijn gelijkvormige ingesloten toestand worden gehandhaafd. Bovendien verenigen, aangezien de bodemframes 38 en 40 in de gestrekte V-stand worden gehouden, het langgerekte steunframe 1 en het V-vormig drukframe 3 zich tot een stijve constructie.

20 Fig. 9 tot en met 15 tonen verder uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding, waarbij het drukframe 3 is voorzien van een antislip voorziening of een aangrijpvoorziening om te verhinderen dat het andere bodemframe 40 terug beweegt in de geleidesleuf 39.

Net als bij de in fig. 6 getoonde uitvoeringsvorm, omvat elk van de 25 uitvoeringsvormen van een inrichting voor het vastzetten van velvormig materiaal een langgerekt steunframe 1 met een nauw openingsdeel, een drukframe 3 dat is aangebracht in het langgerekte steunframe 1 voor het klemmend vasthouden van een vel 2 in samenwerking met het langgerekte steunframe 1 en een opsluitelement 6 dat is aangebracht in het drukframe 3 30 voor het aandrukken van het drukframe tegen een binnenwand van het 1016205 18 langgerekte steunframe 1. Het drukframe 3 is opgebouwd uit een paar rechter en linker vasthoudframes 37 die op een transversaal verschuifbare wijze zijn opgesteld, bodemframes 38 en 40, integraal grenzend aan ondereinden van de vasthoudframes 37 in een neerwaartse stand onder een 5 vooraf gekozen hoek en een geleidesleuf 39, longitudinaal gevormd in één bodemframe 38. Het andere bodemframe 40 is schuifbaar aangebracht in de geleidesleuf 39. Deze aspecten zijn gemeenschappelijk in alle betreffende uitvoeringsvormen.

In de uitvoeringsvorm getoond in fig. 9 is een groot aantal tanden 10 45 zoals zaagtanden gevormd op een ondervlak van de geleidesleuf 39, waarbij de tanden 45 zowel als een antislip voorziening als een aangrijpvoorziening dienen, aangeduid met 44. Een onderrand B van een voorste einde van het andere bodemframe 40 wordt in aangrijping gebracht met een van de tanden 45, bij voorkeur een die gelegen is aan de voorzijde, 15 om te voorkomen dat het andere bodemframe 40 de geleidesleuf 39 binnen treedt.

In de uitvoeringsvorm getoond in fig. 10 is een groot aantal tanden 47 zoals zaagtanden gevormd op een bovenvlak van het andere bodemframe 40, waarbij de tanden 47 zowel als antislip voorziening dienen, als als 20 aangrijpvoorziening, aangeduid met 46 en een rand A van een uitlaat eind van de geleidesleuf 39 in aangrijping is met een van de tanden 47.

In de uitvoeringsvorm getoond in fig. 11 zijn het bovenvlak van het andere bodemframe 40 en het ondervlak van de geleidesleuf 39 gevormd als ruwe oneffen oppervlakken 49 en 50 respectievelijk, daarmee een antislip 25 voorziening 48 vormend.

In de in fig. 12 getoonde uitvoeringsvorm is een lager deel van een voorste einde van een bodemframe 38 afgesneden en daardoor verkort om een aangrijpend deel 51 te vormen van een aangrijpvoorziening 50 en is een voorste einde van het andere bodemframe 40 in verbinding gebracht met het 30 aangrijpende deel 51.

10 162 05 19

In de uitvoeringsvorm getoond in fig. 13 is een groot aantal holten 52 gevormd als een aangrijpvoorziening in boven- en ondervlakken van de geleidesleuven 39, terwijl bollingen 53 zijn gevormd aan buitenvlakken van het andere bodemframe 40 en wanneer het bodemframe 40 in de samendruk 5 richting wordt geduwd, wordt een boiling 53 opgenomen in een holte 52 om een verdere beweging van het bodemframe 40 in de samendruk richting te verhinderen.

In de uitvoeringsvorm getoond in fig. 14 is als aangrijpvoorziening 54 een groot aantal wigvormige uitsparingen 55 gevormd in zowel boven-10 als ondervlakken van de geleidesleuf 39 in één bodemframe 38, terwijl wigvormige uitsteeksels 56 zijn gevormd op buitenvlakken van het andere bodemframe 40 en wanneer het andere bodemframe 40 een kracht ondervindt werkend in de samendrukbare richting, komen eindvlakken van de uitsteeksels 56 in contact met eindvlakken van de uitsparingen 55 of een 15 van de uitsteeksels 56 komt aan te liggen tegen een uitwendig eindvlak van één bodemframe 38, ter verhindering van een verdere beweging van het andere bodemframe 40 in de samendrukbare richting vanuit de aangrijppositie.

Ofschoon in deze uitvoeringsvorm de tweezijdige vasthoudframes 20 37 als componenten van het drukframe 3 onder dezelfde hoek zijn gevormd als beide zijwanddelen lb van het langgerekte steunframe 1 en de bodemframes 38 en 40 horizontaal zijn gevormd, kunnen de bodemframes 38 ook neerwaarts hellend zijn.

In de uitvoeringsvorm getoond in fig. 15 is een hellend pootdeel 57 25 voorzien tussen het andere bodemframe 40 en het bijbehorende vasthoudframe 37, waarbij het pootdeel 57 is gevormd onder een hoek welke toelaat dat randen A en B van einddelen van de bodemframes 38 en 40 makkelijk in aangrijping geraken met het andere bodemframe 40, daardoor beweging van het bodemframe 40 in de samendrukbare richting 30 verhinderend. In dit geval is een relatief grote ruimte S gevormd onder het 1016205 20 bodemframe 40, waardoor, bijvoorbeeld wanneer machine schroeven of dergelijke centraal door het bodemdeel la van het langgerekte steunframe 1 worden gedreven, het mogelijk is verstoring van het bodemframe 40 door de schroeven te voorkomen.

5 In de uitvoeringsvorm getoond in fig. 16 is ook in het andere bodemframe 40 een geleidesleuf 39a gevormd en zijn een paar rechter en linker bodemframes 38 en 40 verschuifbaar in elkaar aangebracht door middel van de respectieve geleidesleuven 39 en 39a. Als een aangrijpvoorziening zijn twee boven- en onderranden B gevormd aan een 10 voorste einde van het andere bodemframe 40. De randen B worden schuin in aangrijping gebracht met een bovenvlak van een bodemframe 38 en een ondervlak van de geleidesleuf 39 teneinde in te grijpen op beide oppervlakken. Daarom wordt, zelfs als het drukframe 3 in de samendrukbare richting wordt geduwd door het vel 2, samendrukken van 15 het drukframe verhinderd met een verankeringskracht van de randen B.

De uitvoeringsvorm getoond in fig. 17 is in hoofdzaak hetzelfde als de uitvoeringsvorm getoond in fig. 6. Maar in deze uitvoeringsvorm is een stopper 60 opgericht op een einddeel van een bodemframe 38 en in contact gebracht met het lineaire vasthoudelement 4 als het opsluitelement 6.

20 Wanneer het drukframe 3 een samendrukkende kracht ondergaat, wordt niet alleen de rand B aan een einddeel van het bodemframe 40 schuin in aangrijping gebracht met het ondervlak van de geleidesleuf 39 zoals in de uitvoeringsvorm van fig. 6, maar komt ook de stopper 60 aan te liggen tegen het lineaire vasthoudelement 4 om sterker een opwaarts verplaatsen van de 25 bodemframes 38 en 40 te verhinderen. De constructie met de stopper 60 is ook toepasbaar op alle inrichtingen voor het vastzetten van velvormig materiaal die in verband met de andere uitvoeringsvormen van fig. 8 tot en met 16 hierboven zijn beschreven.

1016205 21

Fig. 18 toont een inrichting voor het vastzetten van velvormig materiaal volgens nog een verdere uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding.

Deze uitvoeringsvorm van een inrichting voor het vastzetten van 5 velvormig materiaal is, net als degene die is getoond in fig. 6, gevormd uit een langgerekt steunframe 1 met een nauw openingsdeel, een drukframe 3 dat is aangebracht in het langgerekte steunframe 1 voor het klemmend vasthouden van een vel in samenwerking met het langgerekte steunframe en een opsluitelement 6, dat is aangebracht in het drukframe 3 voor het 10 aandrukken van het drukframe tegen een binnenwand van het langgerekte steunframe 1. Het drukframe 3 is op gebouwd uit een centrale steunplaat 58, een paar longitudinale geleidesleuven 59 in beide zijden van de steunplaat 58, een paar rechter en linker vasthoudframes 37, die transversaal schuifbaar zijn opgesteld aan weerszijden van de steunplaat 58 en 15 bodemframes 38 en 40, integraal grenzend aan respectieve ondereinden van de vasthoudframes 37 in een neerwaarts hellende stand onder een vooraf gekozen hoek, waarbij de bodemframes 38 en40 schuifbaar zijn opgenomen in de respectieve geleidesleuven 59.

In deze uitvoeringsvorm kunnen, aangezien de steunplaat 58 20 centraal is opgesteld, de gekoppelde bodemframes 38 en 40 niet omhoog verplaatsen, zelfs niet wanneer de rechter en linker vasthoudframes 37 in de samendrukbare richting worden geduwd. Voorts komen randen B van einddelen van de bodemframes 38 en 40 in aangrijping met ondervlakken van de geleidesleuven 59 en randen C van einddelen van de geleidesleuven 25 59 in aangrijping met bovenvlakken van de bodemframes 38 en 40 om beweging van de bodemframes in de samendrukbare richting te verhinderen.

Fig. 19 toont een inrichting voor het bevestigen van velvormig materiaal volgens nog een andere uitvoeringsvorm van de onderhavige 30 uitvinding.

1016205 22

Overeenkomstig de uitvoeringsvorm van fig. 6 is de inrichting voor het vastzetten van velvormig materiaal opgebouwd uit een langgerekt steunframe 1 met een nauw openingsdeel, een drukframe 3 dat is aangebracht in het langgerekte steunframe 1 voor het klemmend 5 vasthouden van een vel 2 in samenwerking met het langgerekte steunframe en een opsluitelement 6, dat is aangebracht in het drukframe 3 voor het aandrukken van het drukframe tegen een binnenwand van het langgerekte steunframe 1. Het drukframe 3 is opgebouwd uit een centrale, horizontale steunplaat 60, een paar rechter en linker vasthoudframes 37, die aan 10 weerszijden van de horizontale steunplaat 60 op een transversaal verschuifbare wijze zijn opgesteld, bodemframes 38 en 40, integraal grenzend aan respectieve ondereinden van de vasthoudframes 37 in een neerwaarts hellende stand onder een vooraf gekozen hoek en geleidesleuven 39 die zijn gevormd in de respectieve bodemframes 38 en 40 in de 15 longitudinale richting. Beide einddelen van de horizontale steunplaat 60 zijn opgenomen in de respectieve geleidesleuven 39.

In deze uitvoeringsvorm kunnen, net als bij de uitvoeringsvorm van fig. 18, de gekoppelde bodemframes 38 en 40 niet opwaarts drijven omdat de horizontale steunplaat 60 centraal is op gesteld. Wanneer de 20 vasthoudframes 37 en de bodemframes 38, 40 een samendrukkende kracht ondergaan onder de belasting van het vel 2, grijpen randen A van einddelen van de geleidesleuven 39 aan op een bovenvlak van de horizontale steunplaat 60 en grijpen onderranden D van einddelen van de horizontale steunplaat 60 aan op ondervlakken van de geleidesleuven 39 zodat de 25 bodemframes 38 en 40 niet in de samendrukbare richting kunnen bewegen.

In de uitvoeringsvormen geïllustreerd in fig. 15 tot en met 19, kunnen dergelijke antislip voorzieningen of aangrijpvoorzieningen als getoond in fig. 9 tot en met 14 worden voorzien tussen de geleidesleuven 39, 39a en het bodemframe 40 van de steunplaat 60. Voorts kunnen, ofschoon in 30 elk van de bovenstaande uitvoeringsvormen de bodemframes 38 en 40 zich 1016205 23 neerwaarts hellend uitstrekken, deze zich ook schuin opwaarts uitstrekken. In dat geval neemt, wanneer het drukframe 3 wordt verbreed, dit een omgekeerde V-vorm aan, hetgeen dezelfde functies en effecten oplevert als hierboven.

5 Fig. 20 tot en met 26 illustreren inrichtingen voor het vastzetten van velvormig materiaal volgens weer verdere uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding in elk waarvan een drukframe 3 en een langgerekt steunframe 1 zijn voorzien van een voorziening voor het verhinderen van wegglijden van het vel 2.

10 Wanneer het vel 2 eenmaal klemmend wordt vastgehouden door het drukframe 3 in het langgerekte steunframe 1, komt dit niet los onder de werking van een zodanige externe kracht als de normale wind, maar in het geval dat het vel 2 is vervaardigd uit bijvoorbeeld een glad materiaal zoals een stijve synthetische hars, kan het vel 2 gemakkelijk wegglijden ten 15 opzichte van het langgerekte steunframe 1 en het drukframe 3.

Dientengevolge zal, indien een grote externe kracht zoals een tyfoon wordt uitgeoefend op het vel 2, het vel 2 verticaal klapperen en wordt een kracht op het vel 2 uitgeoefend die erop is gericht dit in horizontale richting te doen loskomen van het langgerekte steunframe 1, met als gevolg dat het vel 2 20 wegglijdt en los komt.

De antislip voorziening voor het velvormig materiaal als getoond in fig. 20 tot en met 26 kan het hiervoor genoemde ongemak elimineren.

In fig. 20 is een antislip voorziening T gehecht aan een buitenoppervlak van een drukframe 3 voor velvormig materiaal. Meer in het 25 bijzonder is een antislip voorziening T, dat een groot aantal zaagtandachtige groeven 51 omvat, in longitudinale richting gevormd in een lager gelegen deel van een buitenoppervlak van een vasthoudframe 10. Wanneer een drukframe 3 wordt aangebracht in een langgerekt steunframe 1 komt de antislip voorziening T in stevig contact met het vel 2 om slippen 30 van het vel 2 te verhinderen.

1016205 24

In fig. 21 is, naast de in fig. 20 getoonde voorziening, een antislip voorziening T voorzien waarin dezelfde groeven 51 als hierboven zijn gevormd in een buitenoppervlak van een snijdeel tussen een vasthoudframe 10 en een krul C. Het verdient de voorkeur dat de antislip voorziening T 5 wordt aangebracht op een locatie waar de klemkracht voor het vel 2 het grootst is. Maar de antislip voorziening T kan worden gevormd langs het gehele buitenoppervlak van het drukframe 3.

Fig. 22 toont een antislip voorziening T waarbij een ruw oppervlak 52 is gevormd op een buiten oppervlak van een vasthoudframe 10, welk 10 ruwe oppervlak 52 wrijving uitoefent op het vel 2.

Fig. 23 toont een antislip voorziening T waarbij een longitudinale groef 53 is gevormd in een buitenoppervlak van een hoek van een vasthoudframe 10 en rubber 54 is aangebracht en vastgezet in de groef 53, welk rubber 54 wrijving uitoefent op het vel 2.

15 Fig. 24 toont een antislip voorziening T welke een opgespoten coatingmateriaal of deeltjes 55 omvat, waarbij het coatingmateriaal of de deeltjes 55 wrijving uitoefenen op het vel 2.

Fig. 25 toont een antislip voorziening T, waarbij zaagtandachtige groeven 56 of holten en bollingen zijn gevormd in een binnen oppervlak van 20 elke duivestaart-achtige groef 43 van een langgerekt steunframe 1, waarbij de groeven 56 wrijving uitoefenen op een buiten oppervlak van het vel 2. De groeven 56 kunnen zijn gevormd langs het gehele binnenoppervlak van het langgerekte steunframe 1 en kunnen worden vervangen door een dergelijk ruw oppervlak of gespoten coatingmateriaal of deeltjes als in voorgaande 25 uitvoeringsvormen.

Fig. 26 illustreert nog een verdere uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding, waarin het drukframe 3 dat gebruikt is in de inrichting voor het vastzetten van velvormig materiaal van fig. 1 is gewijzigd om de klemkracht voor het vel te verhogen en wegglijden van het 30 vel te verhinderen.

1016205 25

Als getoond in fig. 26(A) zijn boveneinden van een paar rechter en linker vasthoudframes 10, welke een drukframe 3 vormen, in opwaartse richting verlengd vanaf beide zijwanddelen lb van een langgerekt steunframe 1 teneinde krullen 10a te vormen. Aan einddelen van de krullen 5 10a zijn neerwaarts gerichte plaat-achtige uitsteeksels 56 gevormd, welke het vel 2 naar beneden drukken. De uitsteeksels 56 worden gebruikt als klemkracht uitoefenende onderdelen voor het vel. In dit geval heeft het de voorkeur dat lager gelegen einden van de uitsteeksels 56 zich neerwaarts uitstrekken vanaf toppen van krullen lc van het langgerekte steunframe 1. 10 Wanneer het vel 2 wordt uitgespreid drukken de uitsteeksels 56 het vel omlaag vanaf de toppen van de krullen lc, daardoor spanning op het vel 2 uitoefenend. Dientengevolge wordt het vel 2 strakker opgespannen. Daarnaast wordt, wanneer een externe kracht zoals wind op het vel 2 wordt uitgeoefend, het vel 2 in horizontale richting getrokken in de richting van 15 pijl X. Op dat moment duwt het vel 2 de uitsteeksels 56 omhoog als aangegeven met pijl Y. Hierdoor roteert het vasthoudframe 10 om de krullen 10a en met de krullen lc van het langgerekte steunframe 1 als steunpunt en worden de vasthoudframes 10 elk in de richting van pijl Z gedrukt, waarbij het vel 2 steviger wordt vastgeklemd. Aldus wordt de 20 klemkracht voor het vel 2 verhoogd om wegglijden van het vel te verhinderen.

In figuren 26(B) en 26(C) is een boveneinde van elke krul 10a gebogen of in hoofdzaak horizontaal gehouden en gevormd met een verdikking 56a of 56b met een ronde doorsnede om het vel 2 naar beneden 25 te drukken. De functie en het bereikte effect zijn hetzelfde als in fig. 26(A).

De volgende effecten worden met de onderhavige uitvinding bereikt.

(1) Volgens de uitvindingen gedefinieerd in de bijgevoegde conclusies worden, aangezien bodemdelen van vasthoudframes schuifbaar 30 in geleidesleuven zijn opgenomen, de vasthoudframes in staat gesteld zowel 1016205 26 in een samendruk richting als in een uitzet richting te verschuiven door de geleidesleuven en kunnen deze normaal worden samengedrukt in een compacte vorm, aldus transport en opslag vergemakkelijkend. Tijdens gebruik van de vasthoudframes worden de vasthoudframes transversaal in 5 de uitzetrichting verschoven door een opsluitelement, zodanig dat een vel klemmend wordt vastgehouden door de vasthoudframes en een langgerekt steunframe, waardoor hangen en rimpelen van het vel alsmede scheuren van het vel veroorzaakt door schuren wordt verhinderd.

(2) Volgens de uitvinding, gedefinieerd in conclusies 1 en 2, 10 kunnen, aangezien een centrale steunplaat van een drukframe het gehele drukframe versterkt, de vasthoudframes niet worden verbogen of scheefgetrokken, zelfs wanneer daarop een spanning wordt uitgeoefend door het vel. Als gevolg daarvan is het werk voor het installeren en verwijderen van het drukframe met betrekking tot het langgerekte steunframe 15 aanmerkelijk verbeterd evenals het werk voor het bevestigen van het vel, waardoor de werkdoelmatigheid is verbeterd en de werkkosten kunnen worden gereduceerd.

(3) Volgens de uitvinding, gedefinieerd in conclusies 3, 4 en 5 versterken, aangezien horizontale bodemdelen van vasthoudframes van een 20 drukframe in elkaar zijn gezet door middel van een geleidesleuf of sleuven, de horizontale bodemdelen het drukframe, waardoor buigen en scheeftrekken van elk vasthoudframe worden verhinderd en dezelfde effecten kunnen worden bereikt als hierboven.

(4) Volgens de uitvinding, gedefinieerd in conclusies 5 tot en met 9, 25 versterken, aangezien bodemframes van een drukframe in elkaar zijn aangebracht of een steunplaat centraal is gesitueerd, de bodemframes of de steunplaat het drukframesamenstel en zelfs wanneer de spanning van het vel wordt uitgeoefend op het drukframe in de samendrukbare richting, kunnen beide zijframes niet worden verbogen of scheefgetrokken.

30 Dienovereenkomstig is het werk voor het installeren en verwijderen van het 1016205 27 drukframe met betrekking tot het langgerekte steunframe aanmerkelijk verbeterd evenals het werk voor het bevestigen van het vel, met daaruit voortvloeiend verbetering van de werkdoelmatigheid en afname van de werkkosten.

5 (5) Volgens de uitvinding, gedefinieerd in conclusies 5 tot en met 9, neemt, aangezien vasthoudframes van een drukframe onder eenzelfde hoek worden gevormd als beide zijwanddelen van een langgerekt steunframe en bodemframes van het drukframe omhoog of naar beneden hellen, het drukframe een V-vorm aan wanneer dit in de dwarsrichting wordt verbreed 10 en heeft het drukframe de neiging een scherpere V-vorm te vormen wanneer dit in de samendrukbare richting een kracht ondervindt van het vel, waardoor randen van einddelen van de bodemframes in elkaar aangrijpen om te verhinderen dat het drukframe in de samendrukbare richting beweegt en kan aldus het vel in een vastgeklemde toestand worden gehouden.

15 (6) Volgens de uitvinding gedefinieerd in conclusies 6, 7 en 8, kan, aangezien een antislip voorziening of een aangrijp voorziening is voorzien, samendrukken van het drukframe met grotere kracht worden verhinderd. Daarnaast neemt het drukframe een V-vorm aan wanneer dit wordt verbreed en vormt dit in deze toestand in combinatie met het langgerekte 20 steunframe een stijve constructie. Hierdoor doet de inrichting voor het vastzetten van velvormig materiaal zelf dienst als een stijf raamwerk in een vinylen huis zoals een broeikas.

(7) Volgens de uitvinding gedefinieerd in conclusie 10, kan, aangezien wrijving wordt uitgeoefend op het vel door middel van een 25 antislip voorziening, het vel niet wegglijden en loskomen uit het langgerekte steunframe, zelfs wanneer een grote externe kracht zoals van een tyfoon op het vel wordt uitgeoefend.

10 162 05

Claims

1. Inrichting voor het vastzetten van velvormig materiaal omvattende: een langgerekt steunframe met een nauw openingsdeel, welk langgerekt steunframe een horizontaal bodemdeel omvat en twee 5 zijwanddelen welke respectievelijk opstaan vanaf beide zijranden van genoemd bodemdeel; een drukframe, aangebracht in het langgerekte steunframe voor het klemmend vasthouden van een vel in samenwerking met het langgerekte steunframe; en 10 een opsluitelement, aangebracht in het drukframe voor het aandrukken van het drukframe tegen een binnenwand van het langgerekte steunframe, waarbij het drukframe een centrale steunplaat omvat, geleidesleuven die in longitudinale richting zijn gevormd aan weerszijden 15 van de steunplaat en een paar rechter en linker vasthoudframes met horizontale bodemdelen welke transversaal schuifbaar in de respectieve geleidesleuven zijn aangebracht.

2. Inrichting voor het vastzetten van velvormig materiaal omvattende: 20 een langgerekt steunframe met een nauw openingsdeel, welk langgerekt steunframe een horizontaal bodemdeel omvat en twee zijwanddelen welke respectievelijk opstaan vanaf beide zijranden van genoemd bodemdeel; een drukframe, aangebracht in het langgerekte steunframe voor 25 het klemmend vasthouden van een vel in samenwerking met het langgerekte steunframe; en 1016205 een opsluitelement, aangebracht in het drukframe voor het aandrukken van het drukframe tegen een binnenwand van het langgerekte steunframe, waarbij het drukframe een centrale steunplaat omvat, een paar 5 rechter en linker vasthoudframes die respectievelijk aan weerszijden van de steunplaat zijn opgesteld op een transversaal verschuifbare wijze en geleidesleuven die in longitudinale richting zijn gevormd in horizontale bodemdelen van de respectieve vasthoudframes, waarbij beide zijranddelen van de steunplaat respectievelijk in de geleidesleuven zijn opgenomen.

3. Inrichting voor het vastzetten van velvormig materiaal omvattende: een langgerekt steunframe met een nauw openingsdeel, welk langgerekt steunframe een horizontaal bodemdeel omvat en twee zijwanddelen welke respectievelijk opstaan vanaf beide zijranden van 15 genoemd bodemdeel; een drukframe, aangebracht in het langgerekte steunframe voor het klemmend vasthouden van een vel in samenwerking met het langgerekte steunframe; en een opsluitelement, aangebracht in het drukframe voor het 20 aandrukken van het drukframe tegen een binnenwand van het langgerekte steunframe, waarbij het drukframe een paar rechter en linker vasthoudframes omvat, die op een transversaal verschuifbare wijze zijn opgesteld en een geleidesleuf, die in longitudinale richting is gevormd in een horizontaal 25 bodemdeel van een van de vasthoudframes en waarbij een horizontaal bodemdeel van het andere vasthoudframe is opgenomen in de geleidesleuf.

4. Inrichting voor het vastzetten van velvormig materiaal omvattende: een langgerekt steunframe met een nauw openingsdeel, welk 30 langgerekt steunframe een horizontaal bodemdeel omvat en twee 1016205 zij wanddelen welke respectievelijk opstaan vanaf beide zijranden van genoemd bodemdeel; een drukframe, aangebracht in het langgerekte steunframe voor het klemmend vasthouden van een vel in samenwerking met het 5 langgerekte steunframe; en een opsluitelement, aangebracht in het drukframe voor het aandrukken van het drukframe tegen een binnenwand van het langgerekte steunframe, waarbij het drukframe een paar rechter en linker vasthoudframes 10 omvat, die op een transversaal verschuifbare wijze zijn opgesteld en geleide sleuven, die in longitudinale richting zijn gevormd in horizontale bodemdelen van de respectieve vasthoudframes, waarbij de horizontale bodemdelen van de vasthoudframes schuifbaar in elkaar zijn aangebracht door middel van de geleidesleuven.

5. Inrichting voor het vastzetten van velvormig materiaal omvattende: een langgerekt steunframe met een nauw openingsdeel, welk langgerekt steunframe een horizontaal bodemdeel omvat en twee zijwanddelen welke respectievelijk opstaan vanaf beide zijranden van 20 genoemd bodemdeel; een drukframe, aangebracht in het langgerekte steunframe voor het klemmend vasthouden van een vel in samenwerking met het langgerekte steunframe; en een opsluitelement, aangebracht in het drukframe voor het 25 aandrukken van het drukframe tegen een binnenwand van het langgerekte steunframe, waarbij het drukframe omvat een paar rechter en linker vasthoudframes, die zijn gevormd onder dezelfde hoek als de beide zijwanddelen van het langgerekte steunframe en op een transversaal 30 verschuifbare wijze, bodemframes die zich integraal grenzend aan 1010205 respectieve ondereinden van de vasthoudframes hellend opwaarts of neerwaarts uitstrekken onder een vooraf gekozen hoek en een geleidesleuf die in longitudinale richting is gevormd in ten minste een van de bodemframes, waarbij het andere bodemframe schuifbaar is opgenomen in 5 de geleidesleuf.

6. Inrichting voor het vastzetten van velvormig materiaal volgens conclusie 5, waarbij genoemde geleidesleuf is gevormd in elk van de beide bodemframes en de bodemframes in elkaar zijn aangebracht door middel van de geleidesleuven.

7. Inrichting voor het vastzetten van velvormig materiaal omvattende: een langgerekt steunframe met een nauw openingsdeel, welk langgerekt steunframe een horizontaal bodemdeel omvat en twee zijwanddelen welke respectievelijk opstaan vanaf beide zijranden van 15 genoemd bodemdeel; een drukframe, aangebracht in het langgerekte steunframe voor het klemmend vasthouden van een vel in samenwerking met het langgerekte steunframe; en een opsluitelement, aangebracht in het drukframe voor het 20 aandrukken van het drukframe tegen een binnenwand van het langgerekte steunframe, waarbij het drukframe een centrale steunplaat omvat, geleidesleuven die in longitudinale richting zijn gevormd in beide zijdelen van de steunplaat, een paar rechter en linker vasthoudframes die zijn 25 gevormd aan weerszijden van de steunplaat onder dezelfde hoek als de beide zijwanddelen van het langgerekte steunframe en op een transversaal verschuifbare wijze en bodemframes, die zich integraal grenzend aan respectieve ondereinden van de vasthoudframes hellend opwaarts of neerwaarts uitstrekken onder een vooraf gekozen hoek, waarbij de 30 bodemframes schuifbaar zijn opgenomen in de respectieve geleidesleuven. 10162 OF

8. Inrichting voor het vastzetten van velvormig materiaal omvattende: een langgerekt steunframe met een nauw openingsdeel, welk langgerekt steunframe een horizontaal bodemdeel omvat en twee 5 zijwanddelen welke opstaan vanaf beide zijranden van genoemd bodemdeel; een drukframe, aangebracht in het langgerekte steunframe voor het klemmend vasthouden van een vel in samenwerking met het langgerekte steunframe; en een opsluitelement, aangebracht in het drukframe voor het 10 aandrukken van het drukframe tegen een binnenwand van het langgerekte steunframe, waarbij het drukframe een centrale, horizontale steunplaat omvat, een paar rechter en linker vasthoudframes die aan beide zijden van de horizontale steunplaat zijn gevormd onder dezelfde hoek als de beide 15 zijwanddelen van het langgerekte steunframe en op een transversaal verschuifbare wijze, bodemframes die zich integraal grenzend aan respectieve ondereinden van de vasthoudframes hellend opwaarts of neerwaarts uitstrekken onder een vooraf gekozen hoek en geleidesleuven die in longitudinale richting zijn gevormd in de respectieve bodemframes, 20 waarbij beide randdelen van de horizontale steunplaat zijn opgenomen in de respectieve geleidesleuven.

9. Inrichting voor het vastzetten van velvormig materiaal volgens een van de conclusies 5 tot en met 8, waarbij een antislip voorziening of een aangrijpvoorziening ter verhindering van terugkeer van het of elk 25 bodemframe in de of elke geleidesleuf is voorzien tussen de of elke geleidesleuf en het of elk bodemframe of de steunplaat, die in de of elke geleidesleuf is opgenomen.

10. Inrichting voor het vastzetten van velvormig materiaal volgens een van de conclusies 1 tot en met 9, waarbij het gehele of een deel van een 30 binnenoppervlak van het langgerekte steunframe of een buitenoppervlak 1016205 van het drukframe is voorzien van een antislip voorziening om wrijving uit te oefenen op het vel, waarbij de antislip voorziening is gevormd door zaagtand-achtige groeven, een veelvoud van holten en bollingen, een ruw oppervlak, een groot aantal opgespoten deeltjes of stroef rubber. 5 10162 05