NL1014675C2 - Hemelwaterafvoer voor kas of warenhuis. - Google Patents

Description

Hemelwaterafvoer voor kas of warenhuis

De uitvinding betreft een kas of warenhuis, omvattende een aantal evenwijdig naast elkaar opgestelde goten, op welke goten elk een afvoer is aangesloten die een van 5 opstaande wanden voorziene bak omvat met een bodem die zich onder een in de goot voorzien gat of uitlaat bevindt, welke bodem een doorlaat hebben waarop een afvoerpijp is aangesloten, welke goten elk zijn ondersteund door een reeks kolommen en dergelijke, een kap tussen elk paar zich naast elkaar bevindende goten, loodrecht op de goten verlopende kopgevels alsmede evenwijdig aan de gaten verlopende zijgevels, 10 welke bak is opgehangen aan de goot.

Uit NL-A-1002700 is een gootconstructie voor een kas of warenhuis bekend die een kokervormige goot omvat, op de onderzijde waarvan bakken voor het gescheiden afvoeren van hemelwater en condenswater vloeistofdicht zijn bevestigd. Via geschikte gaten in de bodem van de goot en van de koker kan het hemelwater resp. condenswater 15 naar de betreffende bak worden geleid. Het is daarbij van belang om de afsluiting tussen de bakken en de bodem van de koker zodanig vloeistofdicht uit te voeren, dat lekkages worden vermeden.

Deze bekende gootconstructie voldoet op zich wel, maar brengt niettemin een aantal constructieve problemen mee. Zo zijn de bakken uitgevoerd als aparte 20 profieldelen, die aan de uiteinden zijn afgedicht door middel van wanden waarvan de vorm nauwkeurig is afgestemd op die van de profieldelen en de bodem van de goot.

Dat is bewerkelijk, aangezien voor elke kokervorm aparte wanden moeten worden vervaardigd.

Verder doet zich het probleem voor dat eventueel aan de buitenzijde van de goot 25 aanhangend water alsnog kan afdruipen.

Doel van de uitvinding is een kas te verschaffen die deze nadelen mist, en die universeel kan worden toegepast. Dat doel wordt bereikt doordat een der wanden van de bak is bevestigd aan een kopeind van de goot, en dat tenminste een der andere wanden van de bak eindigt op afstand van de goot onder vrijlating van een vrije ruimte 30 daartussen.

Bij de kas volgens de uitvinding worden bewust één, meerdere of zelfs alle wanden vrij van de goot gelaten. In de praktijk blijkt namelijk dat het water betrouwbaar en zonder lekkage kan worden afgevoerd indien er voor wordt gezorgd dat f014675· 2 de wanden van de bak een geschikte hoogte bezitten voor het opvangen van het water, dat overigens direct kan worden afgevoerd door de doorlaat in de bodem van de bak. Tevens kan de bodem van de bak zo zijn geplaatst dat eventueel aan de buitenzijde van de goot aanhangend water kan worden opgevangen.

5 De bak kan twee verdere, elk op een rand van de aan het kopeind bevestigde opstaande wanden hebben, alsmede een vierde, relatief lage wand die is aangesloten op de vrije randen van de beide verdere wanden, welke relatief lage wand zich op afstand dwars onder de goot uitstrekt.

Tussen deze vier wanden en de bodem van de bak is een opvangruimte voor 10 water bepaald, die voldoende groot is om lekkage te vermijden en directe afvoer in de afvoerpijp mogelijk te maken.

De goot kan een op zich bekend profiel zijn met tenminste een in langsrichting lopend profielkanaaldeel. Een der wanden heeft een gat waar doorheen een in dat profielkanaaldeel geschroefde bout steekt. Bij voorkeur heeft de goot twee evenwijdige 15 profïelkanaaldelen, en de wanden twee overeenkomstig geplaatste gaten in elk waarvan een in een bijbehorend profielkanaaldeel geschroefde bout steekt.

De bak kan door middel van de bouten en de holle profïelkanaaldelen zeer stevig en betrouwbaar worden bevestigd aan de goot. Deze bevestiging is dermate stijf en stevig, dat de bak geschikt is voor het dragen van diverse hulpconstructies, 20 bijvoorbeeld de hierna te beschrijven steunen voor een reinigingsinrichting.

De goot kan op vele verschillende bekende manieren zijn uitgevoerd, bijvoorbeeld als een plaatstalen goot. De voorkeur gaat uit naar een goot met een kokervorm, die gewoonlijk is geëxtrudeerd uit aluminium, waarvan de bovenste wand van de kokervorm als opvang voor hemelwater dient, welke bovenste wand alsmede de 25 onderste wand van de kokervorm elk tenminste een gat bezitten, en de bodem van de bak zich bevindt onder het gat in de onderste wand van de kokervorm.

Als alternatief kan het afVoeren van hemelwater en/of condenswater ook aan het kopeind plaatsvinden, in welk geval geen gaten in de bovenste en/of onderste wand behoeven te worden aangebracht.

30 Zoals reeds genoemd, kan de aan de goot bevestigde bak volgens de uitvinding ook worden gebruikt voor aanvullende functies, zoals voor het aankoppelen van steunen die als omleidmiddelen fungeren voor het overbrengen van een kasdek-reinigingsinrichting tussen twee koppen van het dek. Volgens de uitvinding omvatten 1014675* 3 deze omleidmiddelen daartoe steunen die elk aan de bovenzijde een in het verlengde van de bijbehorende gootconstructie lopende uithouder omvatten, welke uithouders elk een uitsparing bezitten die haakbaar is over een aan het kopeind van de bijbehorende goot bevestigde bak.

5 Verder bezitten deze steunen elk een vanaf de uithouders naar beneden reikende arm bezitten die rust tegen een kolom en dergelijke van de kas of het warenhuis.

Over de steunen kunnen rails of geleidingen worden geplaatst, zodanig dat een vanaf de ene kop van het dek op de steunen gereden reinigingsinrichting vervolgens verplaatsbaar is naar de volgende kop.

10 De uitvinding betreft tevens een gootconstructie voor een kas of warenhuis, omvattende tenminste een goot alsmede een op de goot aangesloten afvoer, welke afvoer een aan de goot bevestigde, van opstaande wanden voorziene bak omvat met een bodem die zich onder een in de goot voorzien gat bevindt, welke bodem een doorlaat heeft waarop een afvoerpijp aansluitbaar is. Bij die gootconstructie is tenminste 15 voorzien dat een der wanden van de bak is bevestigd aan een kopeind van de goot, en dat tenminste een der andere wanden van de bak eindigt op afstand van de goot onder vrijlating van een vrije ruimte daartussen.

Vervolgens zal de uitvinding nader worden toegelicht aan de hand van een in de figuren weergegeven uitvoeringsvoorbeeld.

20 Fig. 1 toont een uiteengenomen aanzicht in perspectief van de gootconstructie voor een kas volgens de uitvinding.

Fig. 2 toont een samengesteld aanzicht, gedeeltelijk weggenomen, in perspectief.

Fig. 3 toont een gedeelte van een kas met de gootconstructie volgens de uitvinding.

25 Fig. 4 toont een gedeelte van een kas in doorsnede, alsmede een hulpconstructie.

De in fig. 1 in uiteengenomen aanzicht weergegeven gootconstructie omvat een goot 1 alsmede een bak 2. De goot 1 bestaat uit een profiel met een kokervorm, waarvan de bovenste wand 3 als opvang voor hemelwater dient, en waarvan het kokergedeelte 4 met de onderste wand 5 als opvang voor condenswater dient.

30 Zoals weergegeven in fig. 3 en 4 zijn op de flenzen 6 van de goot roeden 7 aangesloten die schuin omhoog vanaf de goot naar een (niet getoonde) nok lopen. Tussen de roeden zijn voor lichtdoorlaatbare panelen 8 opgenomen. Tussen telkens twee naast elkaar liggende goten is op bekende wijze telkens een kap van het kasdek 1014671* 4 gevormd, welke kap bestaat uit paren roeden 7 die elk vanaf de bijbehorende goot 1 schuin omhoog lopen naar de nok, alsmede het ertussen opgenomen panelen 8.

Op bekende wijze bezit de goot 1 aan weerszijden opvanggoten 9, die via regelmatig verdeelde openingen 10 uitmonden in het kokergedeelte 4 van de goot 1 5 voor het opvangen van het condenswater. Zoals weergegeven in fig. 1 bezit het kokergedeelte 4 een afvoergat 11, waarop een afvoerpijp 27 voor condenswater is aangesloten (zie fig. 3 en 4).

Zoals eveneens weergegeven in fig. 1 zijn in de bovenste wand 3 eveneens afvoergaten 12 aangebracht, via welke het hemelwater allereerst terecht kan komen in 10 het kokergedeelte 4, vanuit welk kokergedeelte 4 het hemelwater via het in de onderste wand 5 daarvan voorziene afvoergat 13 verder kan worden afgevoerd door de afvoerpijp 14 (zie fig. 3 en 4).

Om te verhinderen dat het condenswater en het hemelwater vermengd raken, is tussen de afvoergaten 11 en 13 een schot 15 in het kokergedeelte 4 aangebracht.

15 Volgens de uitvinding wordt het uit het afvoergat 4 in de onderste wand 5 van de goot 1 afkomstige water opgenomen in de bak 2, die een bodem 16 heeft met een allereerst een wand 17 die bevestigd is aan het kopeind 43 van de goot 1, twee zijwanden 18 die elk zijn aangesloten op de wand 17, alsmede een relatief lage wand 19 die is aangesloten op beide zijwanden 18.

20 Zoals weergegeven in fig. 2 is de bak 2 door middel van bouten 20, opgenomen in gaten 21 van de wand 17, bevestigd aan de goot 1. De bouten 20 zijn daartoe elk geschroefd in de holle profïelkanaaldelen 23 van het profiel dat de goot 1 vormt. Tussen de wand 17 en het kopeind 43 is een afstandstrip 24 opgenomen, eveneens voorzien van gaten 42 voor de bouten 20, teneinde enige afstand te bewaren tussen de 25 naar elkaar gekeerde oppervlakken van die wand 17 en het kopeind 43.

Zoals weergegeven in fig. 2 is slechts de wand 17 direct aan de goot 1, dat wil zeggen aan het kopeind 43 daarvan bevestigd. De andere wanden 18,19 bezitten een afstand tot de goot. Niettemin kan het hemelwater dat afkomstig is uit het gat 13 in de onderste wand 5 van de goot 1 betrouwbaar worden afgevoerd. Het hemelwater komt 30 vrijwel direct terecht in het gat 25 in de bodem van de bak 2, waarop het pijpstuk 26 is aangesloten met de aan de afvoerpijp 14. Water dat niet direct in het gat 25 terecht komt, kan zich verzamelen op de bodem 16, doch stroomt niet weg aangezien dit wordt tegengehouden door de wand 19 die zich uitstrekt onder de goot 1.

1014675* 5

Eventueel met het hemelwater meestromend vuil kan ook betrouwbaar worden afgevoerd aangezien er enige speling overblijft tussen de wand 17 en het kopeind 43 van de goot 1, als gevolg van de aanwezigheid van de afstandstrip 24.

Zoals weergegeven in fig. 3 is op het afVoergat 11 voor het condenswater een 5 afvoerpijp 27 aangesloten.

Voordeel van de bak 2 volgens de uitvinding is dat eventueel aan de onderkant van de goot 1 aanhechtend lekwater of condenswater, dat naar het einde van de goot 1 toeloopt, ook betrouwbaar kan worden opgevangen op de bodem 16, zonder op de grond te druppelen. Dat condenswater kan ook afkomstig zijn van het in fig. 3 10 weergegeven steunprofiel 28, waaraan de goot door middel van bouten 29 is bevestigd en die is ondersteund door een kolom 30. Ook ter hoogte van de bak 2 bevinden zich dergelijke bevestigingsbouten 29, en het daar vanaf druppelende condens- of lekwater kan betrouwbaar worden opgenomen in de bak 2.

Zoals te zien is in fig. 2-4, ligt de bovenste rand 31 van de wand 17 ongeveer op 15 hetzelfde niveau als de flenzen 6. De bak 2 is daarom, en ook mede gezien zijn stevige bevestiging door middel van de bouten 20/profïelkanaaldelen 23 uitstekend geschikt voor het daaraan tijdelijk of definitief bevestigen van de in zijn geheel met 32 aangegeven steunmiddelen, die een rol spelen bij het tussen telkens twee kappen verplaatsen van een kasdekreinigingsiniichting. Een dergelijke 20 kasdekreinigingsinrichting is voorzien van een steungestel 33 dat door middel van wielen 34 verrijdbaar is in de twee goten die telkens een kap zijdelings begrenzen.

Deze wielen 34 zijn over de bovenste rand 3 van de goot 1 tussen de flenzen 6 verrolbaar, en zijn over de uithouder 35 en de daaraan verbonden, naar de bovenste rand 3 aflopende hellingbaan 36 uit de goot 1 verrolbaar zijn.

25 Zodra de kasdekreinigingsinrichting zich geheel bevindt op de uithouders 35, kan deze via de zich over verscheidene uithouders 35 uitstrekkende langsbaan 37 verplaatst worden tussen de kappen.

De uithouder 35 bezit een naar beneden reikende arm 38, die door middel van een rol 39 is ondersteund tegen de fundatie of poer 40 van een kolom 30.

30 De ophanging van de steun 32 geschiedt op zeer eenvoudige wijze doordat ter hoogte van de hellingbaan 36 een uitsparing 41 is aangebracht, die gehaakt wordt over de bovenrand 31 van de wand 17 van de bak 2. In combinatie met de arm 38 en »014675· 6 steunrol 39, wordt daardoor op zeer betrouwbare wijze een stevige tijdelijke steun verschaft voor het omleiden van de kasdekreinigingsinrichting.

I01467S*

Claims (13)

1. Kas of warenhuis, omvattende een aantal evenwijdig naast elkaar opgestelde goten (1), op welke goten (1) elk een afvoer is aangesloten die een van opstaande 5 wanden (17-19) voorziene bak omvat met een bodem (16) die zich onder een in de goot (1) voorzien gat (13) of uitlaat bevindt, welke bodem (16) een doorlaat (25) hebben waarop een afVoerpijp (14) is aangesloten, welke goten (1) elk zijn ondersteund door een reeks kolommen (30) en dergelijke, een kap tussen elk paar zich naast elkaar bevindende goten (1), loodrecht op de goten (1) verlopende kopgevels alsmede 10 evenwijdig aan de goten verlopende zijgevels, welke bak (2) is opgehangen aan de goot (1), met het kenmerk dat een der wanden (17) van de bak (2) is bevestigd aan een kopeind (43) van de goot (1), en dat tenminste een der andere wanden (18,19) van de bak (2) eindigt op afstand van de goot (1) onder vrijlating van een vrije ruimte daartussen. 15

2. Kas volgens conclusie 1, waarbij de bodem (16) van de bak (2) vierkant of rechthoekig is.

3. Kas volgens conclusie 2, waarbij de bak (2) twee verdere, elk op een rand van de 20 aan het kopeind (43) bevestigde wand (17) aangesloten opstaande wanden (18) heeft.

4. Kas volgens conclusie 3, waarbij de bak (2) een vierde, relatief lage wand (19) heeft die is aangesloten op de vrije randen van de beide verdere wanden (18), welke relatief lage wand (19) zich op afstand dwars onder de goot (1) uitstrekt. 25

5. Kas volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de goot (1) een profiel is met tenminste een in langsrichting lopende profielkanaaldeel (23), en een der wanden (17) een gat (21) heeft waar doorheen een in dat profielkanaaldeel (23) geschroefde bout (20) steekt. 30

6. Kas volgens conclusie 5, waarbij de goot (1) twee evenwijdige profielkanaaldelen (23) heeft, en een der wanden (17) twee overeenkomstig geplaatste gaten (21) heeft elk waarvan een in een bijbehorend profielkanaaldeel (23) geschroefde bout (20) steekt. *014875·*

7. Kas volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de goot (1) een kokervorm heeft, en de bovenste wand (3) van de kokervorm als opvang voor hemelwater dient, welke bovenste wand (3) alsmede de onderste wand (5) van de kokervorm elk 5 tenminste een gat (12, 13) bezitten, en de bodem (16) van de bak zich bevindt onder het gat (13) in de onderste wand (5) van de kokervorm.

8. Kas volgens conclusie 3, waarbij de gaten (12,13) zich bevinden in een deel van de goot (1) waarvan het inwendige van de kokervorm is afgesloten door een schot (15). 10

9. Kas volgens conclusie 8, waarbij de bovenste rand (31) van de aan het kopeind (43) van de goot (1) bevestigde wand (17) ongeveer op hetzelfde niveau ligt als de bovenranden (6) van de goot (1).

10. Samenstel, omvattende een kas of warenhuis volgens een der voorgaande conclusies, welke gootconstructies (1,2) elk zijn ondersteund door een reeks kolommen (30) en dergelijke, een kap tussen elk paar zich naast elkaar bevindende gootconstructies (1,2), welke koppen elk paren roeden (7) omvatten die schuin naar elkaar omhoog lopen en een nok ondersteunen, lichtdoorlatende panelen (8) die elk zijn 20 opgenomen tussen een gootconstructie (1,2), een nok en twee naast elkaar gelegen roeden (7), een dekreinigingsinrichting (33,34) die verrijdbaar is ondersteund door twee naast elkaar liggende gootconstructies (1,2), alsmede omleidmiddelen (32, 37) voor het overbrengen van de reinigingsinrichting (33,34) van de ene kop naar een andere kop, met het kenmerk, dat de omleidmiddelen (32,37) steunen (32) omvatten 25 die elk aan de bovenzijde een in het verlengde van de bijbehorende gootconstructie lopende uithouder (35) omvatten, welke uithouders (35) elk een uitsparing (41) bezitten die haakbaar is over een aan het kopeind (43) van de bijbehorende goot (1) bevestigde bak (2).

11. Samenstel volgens conclusie 10, waarbij de steunen (32) elk een vanaf de uithouders (35) naar beneden reikende arm (38) bezitten die rust tegen een kolom (30) en dergelijke van de kas of het warenhuis. 1014671«

12. Samenstel volgens conclusie 10 of 11, waarbij elke uithouder (35) zich uitstrekt in het aan het kopeinde (21) grenzende deel van de goot (1), en een oplopende baan (36) vormt voor de reinigingsinrichting (33, 34).

13. Gootconstructie voor een kas of warenhuis volgens een der conclusies 1-9, omvattende tenminste een goot (1) alsmede een op de goot (2) aangesloten afvoer, welke afvoer een aan de goot (1) bevestigde, van opstaande wanden (17 - 19) voorziene bak (2) omvat met een bodem (16) die zich onder een in de goot (1) voorzien gat (13) bevindt, welke bodem (16) een doorlaat (25) heeft waarop een afvoerpijp (14) 10 aansluitbaar, is met het kenmerk, dat een der wanden (17) van de bak (2) is bevestigd aan een kopeind (43) van de goot (1), en dat tenminste een der andere wanden (18,19) van de bak (2) eindigt op afstand van de goot (1) onder vrijlating van een vrije ruimte daartussen. f014675*