NL2018901B1 - Waterafvoermodule geschikt voor een waterafvoersysteem; waterafvoersysteem omvattende een aantal aaneengesloten waterafvoermodules. - Google Patents

Waterafvoermodule geschikt voor een waterafvoersysteem; waterafvoersysteem omvattende een aantal aaneengesloten waterafvoermodules. Download PDF

Info

Publication number
NL2018901B1
NL2018901B1 NL2018901A NL2018901A NL2018901B1 NL 2018901 B1 NL2018901 B1 NL 2018901B1 NL 2018901 A NL2018901 A NL 2018901A NL 2018901 A NL2018901 A NL 2018901A NL 2018901 B1 NL2018901 B1 NL 2018901B1
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
water
water drainage
tube
inner space
modules
Prior art date
Application number
NL2018901A
Other languages
English (en)
Inventor
Adrianus Werner Jacobus
Petrus Joseph Jan Emmaneel Robert
Original Assignee
Adrianus Werner Jacobus
Schel G W W B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Adrianus Werner Jacobus, Schel G W W B V filed Critical Adrianus Werner Jacobus
Priority to NL2018901A priority Critical patent/NL2018901B1/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL2018901B1 publication Critical patent/NL2018901B1/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E01CONSTRUCTION OF ROADS, RAILWAYS, OR BRIDGES
    • E01CCONSTRUCTION OF, OR SURFACES FOR, ROADS, SPORTS GROUNDS, OR THE LIKE; MACHINES OR AUXILIARY TOOLS FOR CONSTRUCTION OR REPAIR
    • E01C11/00Details of pavings
    • E01C11/22Gutters; Kerbs ; Surface drainage of streets, roads or like traffic areas
    • E01C11/224Surface drainage of streets
    • E01C11/227Gutters; Channels ; Roof drainage discharge ducts set in sidewalks
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E03WATER SUPPLY; SEWERAGE
    • E03FSEWERS; CESSPOOLS
    • E03F1/00Methods, systems, or installations for draining-off sewage or storm water
    • E03F1/002Methods, systems, or installations for draining-off sewage or storm water with disposal into the ground, e.g. via dry wells
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E03WATER SUPPLY; SEWERAGE
    • E03FSEWERS; CESSPOOLS
    • E03F1/00Methods, systems, or installations for draining-off sewage or storm water
    • E03F1/002Methods, systems, or installations for draining-off sewage or storm water with disposal into the ground, e.g. via dry wells
    • E03F1/005Methods, systems, or installations for draining-off sewage or storm water with disposal into the ground, e.g. via dry wells via box-shaped elements
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E03WATER SUPPLY; SEWERAGE
    • E03FSEWERS; CESSPOOLS
    • E03F3/00Sewer pipe-line systems
    • E03F3/04Pipes or fittings specially adapted to sewers
    • E03F3/046Open sewage channels

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Health & Medical Sciences (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Hydrology & Water Resources (AREA)
  • Public Health (AREA)
  • Water Supply & Treatment (AREA)
  • Architecture (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Road Paving Structures (AREA)

Abstract

Waterafvoermodule geschiktvoor een waterafvoersysteem dat verzonken langs de buitenranden van een weg wordt voorzien, waarbij de waterafvoermodule als een langwerpige koker is uitgevoerd omvattende: - een mantel van hard materiaal, - een binnenruimte binnen de mantel die zich uitstrekt in de lengterichting van de koker, waarbij de binnenruimte open zijdes heeft aan de kopse uiteinden van de koker, - een of meer waterinlaten in een bovendeel van de mantel, welke zich daartoe uitstrekken van buitenzijde tot binnenzijde van het bovendeel, - een of meer wateruitlaten in een bodemdeel van de mantel, welke zich daartoe uitstrekken van binnenzijde tot buitenzijde van het bodemdeel, met het kenmerk dat de waterinlaat hoofdzakelijk dwars op de lengterichting van de koker is aangebracht.

Description

Waterafvoer module geschikt voor een waterafvoersysteem; waterafvoersysteem omvattende een aantal aaneengesloten waterafvoermodules.
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een waterafvoermodule geschikt voor een waterafvoersysteem dat verzonken langs de buitenranden van een weg wordt voorzien, waarbij de waterafvoermodule als een langwerpige koker is uitgevoerd omvattende: - een mantel van hard materiaal, - een binnenruimte binnen de mantel die zich uitstrekt in de lengterichting van de koker, waarbij de binnenruimte open zijdes heeft aan de kopse uiteinden van de koker, - een of meer waterinlaten in een bovendeel van de mantel, welke zich daartoe uitstrekken van buitenzijde tot binnenzijde van het bovendeel, - een of meer wateruitlaten in een bodemdeel van de mantel, welke zich daartoe uitstrekken van binnenzijde tot buitenzijde van het bodemdeel,
Bovendien heeft de uitvinding betrekking op een waterafvoersysteem omvattende een aantal in lengterichting aaneengesloten waterafvoermodules.
Een gebruikelijke manier om hemelwater op een vast wegdek af te voeren is door een lagergelegen goot aan de buitenranden van het wegdek aan te brengen, waarin het water zich verzamelt. Water in deze goot wordt op regelmatige afstand van ongeveer 25 meter afgevoerd via zgn. kolken die zijn aangesloten op het rioolsysteem. Vaak zijn deze kolken als constructie opgenomen in de trottoirband, maar evengoed kunnen deze als een put in de goot zelf zijn aangebracht.
Nieuwe wet- en regelgeving aangaande het afvoeren van hemelwater vanaf een wegdek is er op gericht dat gemeentes en waterschappen zelfstandig verantwoording gaan dragen voor het afvoeren van hemelwater. Een belangrijk aspect hierbij, is dat het lozen op het riool niet langer wordt toegestaan, en dat het hemelwater plaatselijk, d.w.z. binnen hetzelfde gebied, zal moeten worden verspreid over de grond. In feite wordt hiermee een extra capaciteit voor opname van hemelwater benut, met het doel dat het overbelasten c.q. overstromen van rioolstelsels zal afnemen.
In deze context is aldus een behoefte ontstaan aan waterafvoersystemen waarmee een plaatselijke afvoer van hemelwater kan worden bereikt die voldoende effectief is. Belangrijke aspecten zijn daarbij het gelijkmatig verdelen van hemelwater over de ondergrond, en een voldoende buffercapaciteit bij zware regenval.
In dit verband wordt een waterafvoermodule van het bovengenoemde type beschreven in het Japanse octrooidocument JP 2000-328641-A. Deze module bestaat uit een kokervormige structuur met een binnenruimte waarin een hoeveelheid hemelwater kan worden opgevangen, waarbij het water zich verspreidt over de onderliggende grond via een uitlaat aan de onderzijde. Het hemelwater dat op de bovenzijde van de module terechtkomt, wordt via twee sleuven die zich over de hele lengte van de module uitstrekken, naar de binnenruimte geleid.
Deze constructie is op zichzelf nuttig in de context van het plaatselijk afvoeren van hemelwater omdat een afvoer rechtstreeks naar de ondergrond wordt bereikt en de binnenruimte een bufferfunctie heeft. De constructie heeft echter ook een aantal structurele nadelen: - de waterinlaat is een relatief gecompliceerde en uitgebreide constructie, hetgeen de productie van de module kostbaar en omslachtig maakt; - een waterafvoersysteem gebaseerd op deze aaneengeschakelde modules biedt geen goede verspreiding van de waterafvoer naar de ondergrond wanneer het systeem aan een weg ligt met hoogteverschillen, omdat het water dan vooral zal worden geleid naar de modules die op de laagste punten van de weg aanwezig zijn.
Verder is gebleken dat zo’n afvoersysteem niet zondermeer geschikt is om tijdens regelmatige onderhoudswerkzaamheden schoon te spoelen met daarvoor gebruikelijke apparatuur waarmee onder hoge druk de binnenzijdes van de modules worden schoongespoten en het afvalwater apart moet worden weggevoerd.
De onderhavige uitvinding heeft het doel om een of meer van de bovenstaande nadelen van de bekende waterafvoermodule op een adequate manier weg te nemen.
De onderhavige uitvinding slaagt in deze opzet door het verschaffen van een waterafvoermodule volgens het bovengenoemde type, met het kenmerk dat de waterinlaat hoofdzakelijk dwars op de lengterichting van de koker is aangebracht.
Allereerst is gebleken dat het mogelijk is om met een dergelijke waterinlaat nog altijd een voldoende afvoercapaciteit naar de binnenruimte van de module te bereiken, ook al is niet langer sprake van een waterinlaat die zich uitstrekt over de hele lengte van de module.
De waterinlaat kan zijn uitgevoerd op verscheidene geschikte manieren, zoals een rij doorgaande boringen, of een gleuf.
Daarbij biedt de hoofdzakelijk dwarse richting waarin de waterinlaat is aangebracht een aantal voordelen t.o.v. een waterinlaat die over de gehele lengterichting is aangebracht: - een dergelijke waterinlaat staat een eenvoudiger ontwerp ervan toe, wat voordelen biedt t.a.v. de productietijd en -kosten van een module; - aan het bovenoppervlak van de module vormt de waterinlaat een onderbreking in het oppervlak voor weggebruikers die dwars staat op de meest gebruikelijke bewegingsrichting weggebruikers. De constructie voorkomt daarmee dat weggebruikers worden gehinderd door een spoor in de lengterichting wanneer zij met een voertuig op wielen over een waterinlaat rijden.
Wat betreft de materiaalkeuze voor de mantel, heeft het de voorkeur om deze van beton te construeren. Ook andere materialen met een geschikte sterkte en hardheid zoals beton, komen overigens in aanmerking, zoals HDPE of composietmaterialen.
Hoewel de waterafvoermodule allereerst geschikt is om verzonken langs de buitenranden van een weg te voorzien, wordt daarmee de geschiktheid voor het opstellen in een middendeel van het wegdek niet uitgesloten.
In deze beschrijving wordt de waterafvoermodule ook wel aangeduid in afgekorte vorm als ‘module'.
De module wordt gevormd door het geschikte materiaal te gieten in twee voorvormen die corresponderen met een bovendeel en een bodemdeel van de module, en vervolgens het materiaal te laten uitharden. De twee uitgeharde delen worden vervolgens gelost, en verenigd tot een module.
Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm van de waterafvoermodule volgens de uitvinding, is de waterinlaat voorzien in tenminste een van de kopse uiteinden van de koker, en bij voorkeur in beide kopse uiteinden van de koker.
Het kopse uiteinde is structureel geschikt om eenvoudig een waterinlaat te voorzien, zoals hierna nader wordt toegelicht.
Verder is het voordelig om beide uiteinden te voorzien van een waterinlaat omdat aldus in een afvoersysteem waarin twee naburige modules met de uiteinden tegen elkaar aanliggen, effectief de twee aaneenliggende uiteinden een gecombineerde waterinlaat creëren met een dubbele capaciteit.
Volgens een speciale voorkeursvariant van de waterafvoermodule volgens de uitvinding, is de waterinlaat uitgevoerd, bezien vanaf het kopse uiteinde en in lengterichting van de koker, als een verdieping in de mantel.
Een uitvoering van de waterinlaat op deze manier, is zeer eenvoudig om te creëren tijdens het productieproces van de module. Voor het vormen van een dergelijke waterinlaat kan immers tijdens het gietproces een voorvorm van het bovendeel worden toegepast, die congruent is met deze specifieke vorm.
Bovendien kunnen binnen waterafvoersysteem dergelijke waterinlaten indien voorzien aan beide uiteinden, tezamen een gleuf vormen met een dubbele breedte op de vlakken waar naburige modules tegen elkaar aanliggen.
Het heeft de voorkeur dat bij de waterafvoermodule volgens de uitvinding, dat de waterinlaat is voorzien van een rooster. Hiermee kan grof vuil van de straat worden tegengehouden zodat het niet de binnenruimte van de module vervuilt of de uitstroom via de wateruitlaat belemmert.
Het heeft de verdere voorkeur bij de waterafvoermodule volgens de uitvinding, dat de wateruitlaat is uitgevoerd als een of meer sleuven, welke bij voorkeur in lengterichting van de koker georiënteerd zijn.
Aldus kan bereikt worden dat water vanuit de binnenruimte voldoende verdeeld over de lengte van de module uitstroomt, zodat het water gelijkelijk verspreid wordt over de ondergrond van een module.
Het is aantrekkelijk wanneer de wateruitlaat van de waterafvoermodule volgens de uitvinding is voorzien van een rooster. Aldus wordt voorkomen dat in de wateruitlaat zich grof vuil ophoopt waardoor de uitlaat verstopt zou kunnen raken. Bovendien kan aldus eventueel aanwezig grof vuil in de binnenruimte effectiever verwijderd worden tijdens regulier onderhoud, bijvoorbeeld door schoonspoelen.
In een bijzondere voorkeursvariant van de waterafvoermodule volgens de uitvinding, zijn in de binnenruimte en aansluitend op de binnenzijde van de mantel, een of meer vlakvormige scheidingswanden opgesteld die de binnenruimte in lengterichting doorsnijden.
Zo’n scheidingswand is in staat om te functioneren als een stuwwand voor water dat in de binnenruimte van een module aanwezig is en nog niet is uitgestroomd in de ondergrond. Bij voorkeur is de scheidingswand dwars op de lengterichting opgesteld. De scheidingswand functioneert als een stuwwand, en vormt dus niet een volledige afsluiting van de binnenruimte, die doorstroombaar blijft door een kleinere doorgang. Bij voorkeur omvat de module ten minste twee scheidingswanden waartussen aldus water wordt vastgehouden binnen een enkele module.
Het voordeel van een scheidingswand in een waterafvoermodule, is dat in een waterafvoersysteem op basis van een reeks van aaneengesloten modules er een zo gelijkmatig mogelijke verdeling van water plaatsvindt in de binnenruimtes, ook wanneer de modules niet een horizontale oriëntatie hebben, zoals bijvoorbeeld in het geval dat de modules langs een weg liggen die een hellend verloop heeft. Aldus wordt voorkomen dat langs een weg met hoogteverschillen, het water dat wordt opgevangen met het waterafvoersysteem voornamelijk naar de lager gelegen modules stroomt.
Met bijzondere voorkeur heeft daarbij de scheidingswand een hoogte die kleiner is dan de hoogte van de binnenruimte van de koker. Bij voorkeur is het hoogteverschil circa 10% tot 20%. Aldus zal een enkele module pas water afstaan aan een naburige module indien de binnenruimte die is begrensd door scheidingswanden, nagenoeg geheel gevuld is, en water over de scheidingswanden heen zal stromen.
Volgens een speciale voorkeur is de scheidingswand gefixeerd opgesteld in een daartoe voorziene groef in de binnenzijde van de koker. Op deze wijze kan de scheidingswand eenvoudig worden uitgenomen indien dat noodzakelijk is.
Bij voorkeur is bij de positie van de scheidingswand van de module volgens de uitvinding, een segment van het bovendeel van de mantel afneembaar uitgevoerd, om zowel de verwijdering van een scheidingswand te vereenvoudigen, als ook om vanaf deze positie het reinigen van de binnenkant van een module uit te voeren.
Door het afnemen van het bovendeelsegment, is binnen een aangelegd waterafvoersysteem met aaneengesloten waterafvoermodules, de binnenruimte van een module direct toegankelijk voor onderhoud of verwijdering van een scheidingswand.
Verdere details van het reinigingsproces zullen worden toegelicht bij een nadere bespreking van het gehele waterafvoersysteem, dat het tweede aspect van de uitvinding vormt.
Daarnaast heeft het de voorkeur bij de waterafvoermodule volgens de uitvinding, dat de scheidingswand is opgesteld nabij de kopse uiteinden van de koker.
Aldus wordt bereikt dat een zo groot mogelijke binnenruimte is begrensd door scheidingswanden, hetgeen zowel voordelig is voor het gelijkelijk verspreiden van water over de ondergrond door het systeem waarin de module is opgenomen, alsmede voor het schoonspoelen van de binnenruimte tijdens onderhoud.
Volgens een andere voorkeursvariant van de waterafvoermodule volgens de uitvinding, omvat het bovenoppervlak van de mantel een strook in de lengterichting die hoofdzakelijk vlak is uitgevoerd.
De waterafvoermodule is bedoeld om verzonken aan de rand van een weg aan te brengen, waarbij het bovenoppervlak van de module aansluit op dezelfde hoogte als het wegoppervlak, en derhalve eveneens toegankelijk is voor wegverkeer. Door het bovenoppervlak van de mantel hoofdzakelijk vlak uit te voeren, vormt een dergelijke module een goed begaanbare verbreding van het wegvlak.
In een bijzondere voorkeursvariant van de waterafvoermodule volgens de uitvinding, heeft de strook een bovenoppervlak dat licht afloopt in de richting van de waterinlaat.
Hiermee wordt bereikt dat hemelwater dat op het bovenoppervlak aanwezig is, versneld naar de waterinlaat zal stromen. Met een licht aflopend bovenoppervlak wordt in dit verband een aflopende helling met een hellingspercentage tussen 1 en 10% bedoeld, in de praktijk is meestal 1 tot 4% voldoende. Het bovenoppervlak kan ook zijn uitgevoerd als een aflopend gebogen oppervlak met een vergelijkbaar procentueel hoogteverschil.
Desgewenst kan het bovendeel van de module volgens de uitvinding, op het buitenoppervlak een opstaande verhoging omvatten die zich in langsrichting uitstrekt aan een buitenrand van de module. Deze opstaande verhoging kan dienen als trottoirband voor een naast het wegdek gelegen trottoir, of andere aangrenzende straatvoorzieningen.
Een tweede aspect van de uitvinding heeft betrekking op een waterafvoersysteem omvattende een aantal in lengterichting aaneengesloten waterafvoermodules volgens het eerste aspect van de uitvinding, waarbij de binnenruimtes van de waterafvoermodules op elkaar zijn aangesloten.
Een aldus aaneengeschakelde reeks waterafvoermodules van dezelfde dimensies, vormt een aaneengeschakelde gemeenschappelijke binnenruimte, welke als een ondergronds kanaal kan worden gezien.
Wanneer een dergelijk waterafvoersysteem wordt toegepast door het verzonken aan te brengen langs de buitenranden van een weg, dan kunnen voordelen worden behaald die hierboven reeds in detail zijn toegelicht, en waarvan de voornaamste zijn: - Geen risico van spoorvorming op het bovenoppervlak door de afwezigheid van waterinlaten in de lengterichting van de modules; - Een optimale verdeling van waterafvoer over de gehele ondergrond, ook bij hoogteverschillen in de weg; - Een eenvoudig te onderhouden waterafvoersysteem met het oog op het reinigen van de binnenruimtes van de modules;
De mogelijkheid om de respectievelijke waterinlaten van twee naburige modules op elkaar aan te laten sluiten zodat een effectieve waterinlaat wordt gevormd met een dubbele capaciteit.
Bij voorkeur omvat het waterafvoersysteem volgens de uitvinding tevens twee of meer tussenstukken, waarbij elke tussenstuk is uitgevoerd als een koker omvattende: een mantel van hard materiaal, een binnenruimte binnen de mantel die zich uitstrekt in de lengterichting van de koker, waarbij de binnenruimte open zijdes heeft aan de kopse uiteinden van de koker, waarbij het tussenstuk tussen twee naburige waterafvoermodules is opgesteld en in lengterichting aaneengesloten is met deze waterafvoermodules, zodat de binnenruimtes van het tussenstuk en de waterafvoermodules op elkaar zijn aangesloten; en waarbij de mantel van het tussenstuk een afneembaar bovendeel omvat.
Het voordeel van een dergelijk waterafvoersysteem met twee of meer tussenstukken is dat het onderhoud door reiniging kan worden uitgevoerd ter hoogte van deze tussenstukken wanneer het bovendeel is afgenomen. Aldus is het niet nodig om de waterafvoermodules van een afneembaar segment te voorzien hetgeen de productie van de modules relatief eenvoudig houdt.
De kokervorm van het tussenstuk heeft in dwarsdoorsnede een vergelijkbaar ontwerp als de waterafvoermodules, maar kan in lengte veel korter zijn uitgevoerd, en het tussenstuk behoeft in dat geval ook geen wateruitlaat te hebben.
Het reinigen wordt uitgevoerd in twee fases, waarbij in een eerste fase een waterslang voorzien van een sproeikop ter hoogte van een eerste tussenstuk wordt ingeleid, en vervolgens wordt opgevoerd door de binnenruimte van de aaneengesloten modules tot aan een eerstvolgend, i.c. tweede tussenstuk. Tijdens het opvoeren wordt door de sproeikop onder hoge druk reinigingswater gespoten op de binnenzijde van de mantel. Daarna wordt de sproeikop in een tweede fase teruggetrokken richting het eerste tussenstuk, waarbij eveneens onder hoge druk reinigingswater wordt gespoten. Tijdens beide reinigingsfases wordt het afvalwater dat afkomstig is van de reinigingsactie, via een aparte leiding weggezogen die is gestoken in het eerste tussenstuk.
Aldus wordt het afvalwater ter hoogte van het eerste tussenstuk via een aparte stroom weggeleid, en bijvoorbeeld tijdelijk opgeslagen in een mobiele opslagtank. Uiteindelijk wordt dit afvalwater vanwege de onvermijdelijke vervuiling aangeboden aan waterzuiveringsinstallaties.
Door het waterafvoersysteem te voorzien van tussenstukken, wordt het systeem in secties verdeeld tussen twee opvolgende tussenstukken, waarbij per sectie een reinigingsactie kan worden uitgevoerd.
Met het oog op deze reinigingsprocedure, is het meest praktisch dat een tussenstuk in de rij van aaneengesloten modules wordt opgenomen per 100 meter lengte van het systeem, zodat telkens secties van 100 meter lengte worden gecreëerd. De gangbare reinigingsapparatuur is er namelijk in staat om een rij van 100 meter aaneengesloten modules te kunnen reinigen. Een grotere afstand tussen de tussenstukken wordt echter niet uitgesloten.
Volgens een voorkeursvariant van het waterafvoersysteem volgens de uitvinding is het tussenstuk voorzien van een of meer waterinlaten in het bovendeel van de mantel, welke zich daartoe uitstrekken van buitenzijde tot binnenzijde van het bovendeel, waarbij de waterinlaat zich hoofdzakelijk in dwarsrichting over de koker uitstrekt.
Aldus wordt een zelfde waterinlaat geschapen in het tussenstuk als in de waterafvoermodules, met dezelfde voordelen van dien.
Daarbij kunnen de waterinlaten in het tussenstuk desgewenst worden uitgevoerd op dezelfde wijze als de voorkeursuitvoeringsvormen die reeds hierboven zijn beschreven voor de waterinlaten van de waterafvoermodules.
Het heeft bijzondere voorkeur bij het waterafvoersysteem volgens de uitvinding, dat in de binnenruimte van het tussenstuk, en aansluitend op de binnenzijde van de mantel, een of meer vlakvormige scheidingswanden zijn opgesteld die de binnenruimte in lengterichting doorsnijden.
Dergelijke scheidingswanden bieden dezelfde voordelen als hierboven genoemd voor de waterafvoermodules: zij bewerkstelligen een zo gelijk mogelijke spreiding van water over het gehele waterafvoersysteem.
Daarnaast zijn de scheidingswanden in de tussenstukken tevens voordelig bij het reinigen van een sectie van het waterafvoersysteem tussen twee tussenstukken: het onbedoeld wegstromen van afvalwater van de reinigingsprocedure naar naburige secties wordt door de scheidingswanden voorkomen, zodat het apart wegleiden van afvalwater beter is geborgd.
De scheidingswanden in de tussenstukken kunnen desgewenst zijn uitgevoerd en aangebracht in de koker, overeenkomstig de hierboven beschreven varianten voor de scheidingswanden in de waterafvoermodules.
Volgens een speciale voorkeursvariant van het waterafvoersysteem, is de mantel van het tussenstuk voorzien van een afvoerpoort die zich uitstrekt van de binnenzijde tot aan de buitenzijde van de mantel.
Een dergelijke afvoerpoort biedt een vaste mogelijkheid voor het aansluiten van een additionele afvoerleiding om overmatige hoeveelheden hemelwater te verwerken, wanneer naburige modules reeds zijn volgelopen. Omdat deze afvoerleiding alleen in zeer uitzonderlijke gevallen zal worden benut, kan deze eventueel op het rioolstelsel zijn aangesloten.
Als bijzondere uitbreiding van het waterafvoersysteem volgens het tweede aspect van de uitvinding, omvat deze een of meer knikstukken, waarbij elk knikstuk is uitgevoerd als een koker omvattende: een mantel van hard materiaal, een binnenruimte binnen de mantel die zich uitstrekt in de lengterichting van de koker, waarbij de binnenruimte open zijdes heeft aan de kopse uiteinden van de koker, waarbij het knikstuk tussen twee naburige waterafvoermodules is opgesteld en in lengterichting aaneengesloten is met deze waterafvoermodules, zodat de binnenruimtes van het knikstuk en de waterafvoermodules op elkaar zijn aangesloten; en waarbij de twee open zijdes van de mantel van het knikstuk twee raakvlakken definiëren waarop respectievelijke waterafvoermodules zijn aangesloten, welke twee raakvlakken niet parallel zijn aan elkaar.
Aldus is het mogelijk om binnen het waterafvoersysteem modules die recht zijn uitgevoerd (d.w.z. modules met parallelle raakvlakken aan beide uiteindes) in een niet-lineair verband met elkaar te plaatsen, door een knikstuk er tussenin te plaatsen.
De uitvinding wordt hieronder in meer detail toegelicht aan de hand van de bijgevoegde figuren, waarin:
Figuur 1 een zijaanzicht in perspectief is van twee aaneengesloten waterafvoermodules volgens de uitvinding;
Figuur 2 een bovenaanzicht in perspectief is van het gebied waar de twee waterafvoermodules weergegeven in fig. 1, op elkaar aansluiten;
Figuur 3 een loodrecht bovenaanzicht is van de twee waterafvoermodules weergegeven in fig. 1;
Figuur 4 een zijaanzicht in perspectief is van een tussenstuk volgens de uitvinding;
Figuur 5 een loodrecht bovenaanzicht is van het tussenstuk weergegeven in fig. 4.
Figuur 1 toont twee aaneengesloten waterafvoermodules 1A, 1B als een langwerpige koker zijn uitgevoerd omvattende een mantel van hard materiaal bestaande uit een bovendeel 3 een bodemdeel 7 en twee zijdelen 9, welke delen als wanden zijn uitgevoerd. Binnen de mantel is een binnenruimte 5 aanwezig die zich uitstrekt in de lengterichting van de koker, welke binnenruimte 5 open zijdes heeft aan de kopse uiteinden van de koker. In het bovendeel 3 zijn aan beide uiteinden van de module 1A waterinlaten 11A voorzien, welke zich uitstrekken van buitenzijde 15 tot binnenzijde 16 van het bovendeel 3. In de weergave van figuur 1 is de mantel bezien vanaf een eerste kops uiteinde van de module 1A waarbij de getoonde waterinlaat 11A als een gelijkmatige verdieping in de lengterichting van de mantel aangebracht. Verder omvat de module 1A een tweetal wateruitlaten 17 die als sleuven in de lengterichting van het bodemdeel 7 zijn aangebracht, en welke zich uitstrekken van binnenzijde 18 tot buitenzijde 19 van het bodemdeel 7.
Figuur 2 toont een detailaanzicht van de twee waterafvoermodules 1 A, 1B zoals weergegeven in fig. 1, waarbij dezelfde onderdelen met dezelfde nummers zijn aangeduid. De twee modules liggen aansluitend tegen elkaar aan bij de naad 22. De twee waterinlaten 11A en 11B zijn dusdanig uitgevoerd dat zij op elkaar aansluiten en daardoor een gezamenlijke waterinlaat vormen met een dubbele breedte bw, die in totaal ca. 24 mm is. De waterinlaten 11A, 11B, strekken zich dwars uit op de lengterichting van de buitenzijde 15 die is uitgevoerd als een strook die hoofdzakelijk vlak is. De lengte /w van de waterinlaten is ca. 130 mm. Aangrenzend aan de vlakke strook 15 is een verhoging 13 voorzien, met een helling 20 die beide verbindt. Deze verhoging 13 is bedoeld om in hoogte aan te sluiten op een niet weergegeven trottoir dat hoger ligt dan het niveau van strook 15 dat aansluit op een niet weergegeven wegdek.
Figuur 3 toont de twee 1 A, 1B zoals weergegeven in fig. 1, waarbij dezelfde onderdelen met dezelfde nummers zijn aangeduid. De modules hebben een lengte /m van ca. 2,5 meter en een breedte bm van ca. 0,55 meter. De hoogte van de module is ca. 0,50 meter bij het verhoogde deel 13, en ca. 0,43 meter bij de strook 15. Het vrije kopse uiteinde 30B van module 1B, en het vrije kopse uiteinde 30A van module 1A, zijn voorzien van waterinlaten 11B en 11A. De tegen elkaar aangelegen waterinlaten 11A, 11B zijn t.a.v. fig. 2 reeds besproken, en hebben dezelfde uitvoering als de waterinlaten aan de vrije uiteinden 30A, 30B.
Figuur 4 toont een tussenstuk 40 dat als een koker is uitgevoerd omvattende een mantel van hard materiaal bestaande uit een afneembaar bovendeel 42 een bodemdeel 7 en twee zijdelen 9, welke een binnenruimte van het tussenstuk begrenzen. In de binnenruimte en aansluitend op de binnenzijde van de mantel, zijn aan weerszijden twee vlakvormige scheidingswanden 44 opgesteld (waarvan een zichtbaar is in fig. 4) die de binnenruimte in lengterichting doorsnijden. De scheidingswanden zijn gefixeerd opgesteld in een daartoe voorziene groef 46 die aan de binnenzijde van de koker in de zijdelen 9 en het bodemdeel 7 is aangebracht. De hoogte van de wanden 44 is geringer dan de hoogte van de zijdelen, zodat water in de binnenruimte kan overvloeien van de ene naar de andere zijde, wanneer het waterpeil in de binnenruimte de wandhoogte overschrijdt.
Op een zijdeel 9 is een verhoging 43 aangebracht, die geschikt is om aan te sluiten op trottoirhoogte. Het afneembare bovendeel 42 omvat een vlakke strook 15 die geschikt is om aan te sluiten op een niet weergegeven wegdek. Een helling 20 overbrugt het hoogteverschil tussen strook 15 en verhoging 43. Op een zelfde wijze zoals getoond voor de modules in fig. 1 -3, is het bovendeel 42 van het tussenstuk aan beide zijdes voorzien van een verdieping 11C die als waterinlaat fungeert.
De binnenruimte van de kokervorm van het tussenstuk heeft in dwarsdoorsnede een vergelijkbaar ontwerp als de waterafvoermodules van fig. 1-3, maar de lengte van het tussenstuk Λ is aanzienlijk korter dan lm. Tot slot is op het tussenstuk 40 een afvoerleiding 48 aangesloten voor het afvoeren van overmatig hemelwater tijdens extreme weersomstandigheden.
Figuur 5 toont het tussenstuk 40 zoals weergegeven in fig. 4 in bovenaanzicht, waarbij het bovendeel 42 is afgenomen. Beide uitneembare scheidingswanden 44 zijn aanwezig, en in een zijdeel 9 is een afvoerpoort 50 aanwezig (weergegeven met stippellijn) die zich uitstrekt van de binnenzijde 52 tot de buitenzijde 54, alwaar de poort 50 aansluit op afvoerleiding 48. Het tussenstuk 40 heeft een lengte Λ van ca. 0,40 meter, en een breedte It van ca. 0,60 meter.
Wanneer in de praktijk een waterafvoersysteem verzonken langs de buitenranden van een weg wordt aangebracht, dan wordt een tussenstuk 40 geplaatst tussen twee modules 1A,1B, zodanig dat alle binnenruimtes in lengterichting op elkaar aansluiten. Hierbij zijn de modules en het tussenstuk verzonken aangebracht in een daartoe gegraven geul in de grond langs de buitenranden van een wegdek. Alleen de bovendelen van de modules en het tussenstuk zijn direct bereikbaar vanaf het wegdek. Meerdere modules zijn aan elkaar geschakeld, waarbij een tussenstuk bij voorkeur na elke 100 meter is geplaatst tussen twee modules. Bij extreme weersomstandigheden kan via de afvoerpoort 50 en de aangesloten afvoerleiding 48 overmatig hemelwater worden weggeleid dat de capaciteit van het systeem te boven gaat.
Door het bovendeel 42 van een tussenstuk af te nemen, wordt een open toegang tot het systeem verschaft om reinigingswerkzaamheden uit te voeren. Hiertoe wordt in het tussenstuk een waterslang met sproeikop geleid, alsmede een afzuigslang voor het wegzuigen van afvalwater van het reinigingsproces. Door vervolgens een van de twee scheidingswanden 44 te verwijderen, kan de waterslang met sproeikop via die doorgang door de aaneengesloten modules worden opgevoerd. De tweede scheidingswand van het tussenstuk wordt niet weggenomen, en vormt een eerste begrenzing van de te reinigen sectie van het afvoersysteem. De sproeikop wordt opgevoerd tot aan een eerstvolgende scheidingswand van een volgend tussenstuk, welke het einde markeert van de sectie die wordt gereinigd.

Claims (18)

1. Waterafvoermodule geschikt voor een waterafvoersysteem dat verzonken langs de buitenranden van een weg wordt voorzien, waarbij de waterafvoermodule als een langwerpige koker is uitgevoerd omvattende: - een mantel van hard materiaal, - een binnenruimte binnen de mantel die zich uitstrekt in de lengterichting van de koker, waarbij de binnenruimte open zijdes heeft aan de kopse uiteinden van de koker, - een of meer waterinlaten in een bovendeel van de mantel, welke zich daartoe uitstrekken van buitenzijde tot binnenzijde van het bovendeel, - een of meer wateruitlaten in een bodemdeel van de mantel, welke zich daartoe uitstrekken van binnenzijde tot buitenzijde van het bodemdeel, met het kenmerk dat de waterinlaat hoofdzakelijk dwars op de lengterichting van de koker is aangebracht.
2. Waterafvoermodule volgens conclusie 1, waarbij de waterinlaat is voorzien bij tenminste een van de kopse uiteinden van de koker, en bij voorkeur bij beide kopse uiteinden van de koker.
3. Waterafvoermodule volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de waterinlaat is uitgevoerd, bezien vanaf het kopse uiteinde en in lengterichting van de koker, als een verdieping in de mantel.
4. Waterafvoermodule volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de waterinlaat is voorzien van een rooster.
5. Waterafvoermodule volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de wateruitlaat is uitgevoerd als een of meer sleuven, welke bij voorkeur in lengterichting van de koker georiënteerd zijn.
6. Waterafvoermodule volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de wateruitlaat is voorzien van een rooster.
7. Waterafvoermodule volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij in de binnenruimte en aansluitend op de binnenzijde van de mantel, een of meer vlakvormige scheidingswanden zijn opgesteld die de binnenruimte in lengterichting doorsnijden.
8. Waterafvoermodule volgens conclusie 7, waarbij de scheidingswand een hoogte heeft die kleiner is dan de hoogte van de binnenruimte van de koker.
9. Waterafvoermodule volgens conclusie 7 of 8, waarbij de scheidingswand gefixeerd is opgesteld in een daartoe voorziene groef in de binnenzijde van de koker.
10. Waterafvoermodule volgens een van de conclusies 7-9, waarbij bij de positie van de scheidingswand, een segment van het bovendeel van de mantel afneembaar is uitgevoerd.
11. Waterafvoermodule volgens een van de conclusies 7-10, waarbij de scheidingswand is opgesteld nabij de kopse uiteinden van de koker.
12. Waterafvoermodule volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het bovenoppervlak van de mantel een strook in de lengterichting omvat die hoofdzakelijk vlak is uitgevoerd.
13. Waterafvoermodule volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de strook een bovenoppervlak heeft dat licht afloopt in de richting van de waterinlaat.
14. Waterafvoersysteem omvattende een aantal in lengterichting aaneengesloten waterafvoermodules volgens een van de voorgaande conclusies 1-13, waarbij de binnenruimtes van de waterafvoermodules op elkaar zijn aangesloten.
15. Waterafvoersysteem volgens conclusie 14, welke tevens twee of meer tussenstukken omvat, waarbij elke tussenstuk is uitgevoerd als een koker omvattende: een mantel van hard materiaal, een binnenruimte binnen de mantel die zich uitstrekt in de lengterichting van de koker, waarbij de binnenruimte open zijdes heeft aan de kopse uiteinden van de koker, waarbij het tussenstuk tussen twee naburige waterafvoermodules is opgesteld en in lengterichting aaneengesloten is met deze waterafvoermodules, zodat de binnenruimtes van het tussenstuk en de waterafvoermodules op elkaar zijn aangesloten; en waarbij de mantel van het tussenstuk een afneembaar bovendeel omvat.
16. Waterafvoersysteem volgens conclusie 15, waarbij het tussenstuk is voorzien van een of meer waterinlaten in het bovendeel van de mantel, welke zich daartoe uitstrekken van buitenzijde tot binnenzijde van het bovendeel, waarbij de waterinlaat zich hoofdzakelijk in dwarsrichting over de koker uitstrekt.
17. Waterafvoersysteem volgens conclusie 15 of 16, waarbij in de binnenruimte van het tussenstuk, en aansluitend op de binnenzijde van de mantel, een of meer vlakvormige scheidingswanden zijn opgesteld die de binnenruimte in lengterichting doorsnijden.
18. Waterafvoersysteem volgens een van de voorafgaande conclusies 15-17, waarbij de mantel van het tussenstuk voorzien is van een afvoerpoort die zich uitstrekt van de binnenzijde tot aan de buitenzijde van de mantel.
NL2018901A 2017-05-11 2017-05-11 Waterafvoermodule geschikt voor een waterafvoersysteem; waterafvoersysteem omvattende een aantal aaneengesloten waterafvoermodules. NL2018901B1 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2018901A NL2018901B1 (nl) 2017-05-11 2017-05-11 Waterafvoermodule geschikt voor een waterafvoersysteem; waterafvoersysteem omvattende een aantal aaneengesloten waterafvoermodules.

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2018901A NL2018901B1 (nl) 2017-05-11 2017-05-11 Waterafvoermodule geschikt voor een waterafvoersysteem; waterafvoersysteem omvattende een aantal aaneengesloten waterafvoermodules.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL2018901B1 true NL2018901B1 (nl) 2018-11-15

Family

ID=59253974

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2018901A NL2018901B1 (nl) 2017-05-11 2017-05-11 Waterafvoermodule geschikt voor een waterafvoersysteem; waterafvoersysteem omvattende een aantal aaneengesloten waterafvoermodules.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL2018901B1 (nl)

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL2029089B1 (nl) * 2021-08-31 2023-03-15 Ecobeton Water Tech Nv Debietremsysteem, debietremstelsel en gebruik van debietremstelsel

Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR2713254A1 (fr) * 1993-12-03 1995-06-09 Sabla Sa Ouvrage hydraulique pour la collecte et le transfert des eaux d'une plate-forme.
DE20119104U1 (de) * 2001-11-22 2002-03-28 Betonwerk Karb Rinne zur Entwässerung von anfallendem Oberflächenwasser
EP1234913A2 (de) * 2001-02-24 2002-08-28 Kombilith GmbH Entwicklung und Verwertung Entwässerungsrinne
DE10143985C1 (de) * 2001-09-08 2003-01-30 Funke Kunststoffe Gmbh Rinnenabschnitt zur Herstellung einer Rinne zur Aufnahme von Oberflächenwasser
DE202004008848U1 (de) * 2003-06-04 2004-09-16 Graspointner GmbH & Co. KG Rigol

Patent Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR2713254A1 (fr) * 1993-12-03 1995-06-09 Sabla Sa Ouvrage hydraulique pour la collecte et le transfert des eaux d'une plate-forme.
EP1234913A2 (de) * 2001-02-24 2002-08-28 Kombilith GmbH Entwicklung und Verwertung Entwässerungsrinne
DE10143985C1 (de) * 2001-09-08 2003-01-30 Funke Kunststoffe Gmbh Rinnenabschnitt zur Herstellung einer Rinne zur Aufnahme von Oberflächenwasser
DE20119104U1 (de) * 2001-11-22 2002-03-28 Betonwerk Karb Rinne zur Entwässerung von anfallendem Oberflächenwasser
DE202004008848U1 (de) * 2003-06-04 2004-09-16 Graspointner GmbH & Co. KG Rigol

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL2029089B1 (nl) * 2021-08-31 2023-03-15 Ecobeton Water Tech Nv Debietremsysteem, debietremstelsel en gebruik van debietremstelsel

Similar Documents

Publication Publication Date Title
RU147751U1 (ru) Устройство для сбора и удаления влаги с проезжей части мостов и эстакад инженерных сооружений
US8251607B2 (en) System and apparatus of fluid storage using paver blocks
CN208857722U (zh) 一种排水设施
NL1040236C2 (nl) Tunnelopstelling.
NL1039548C2 (nl) Terreinbedekking en gebruik ervan.
NL2018901B1 (nl) Waterafvoermodule geschikt voor een waterafvoersysteem; waterafvoersysteem omvattende een aantal aaneengesloten waterafvoermodules.
US20050042030A1 (en) Drainage and irrigation approach and structure as well as its implementation
KR101728128B1 (ko) 성토사면용 도로 배수시설 및 그에 따른 시공방법
KR101282914B1 (ko) 비투수성 도로의 배수시스템
JP2006132320A (ja) 境界ブロック
DK1518964T4 (en) Surface Drainage Facilities
CN214573253U (zh) 一种uhpc与不锈钢梁的组合结构
CN111379202B (zh) 一种防积水的加强路基路面
JP3728635B2 (ja) 排水性舗装用排水路
DE10114053C2 (de) Straßenentwässerungssystem
KR101233316B1 (ko) 수로관
NL1042081B1 (nl) Systeem voor behandeling van hemelwater
KR101186881B1 (ko) 다공성 투수 경계석 및 이를 이용한 배수 시스템
NL2022355B1 (en) Rainwater drainage assembly and a method for improving a drainage capacity for draining away rainwater from a road.
CN210420776U (zh) 一种园林健康步道
KR102609204B1 (ko) 교량 선배수장치
CN219508290U (zh) 城乡道路系统
KR101741014B1 (ko) 배수로에서 배수 촉진장치
BE1019528A5 (nl) Dal en werkwijze voor het vervaardigen van een dal en hemelwaterafvoersysteem voorzien van zulke dal.
NL2029089B1 (nl) Debietremsysteem, debietremstelsel en gebruik van debietremstelsel