NL1011826C2 - Op de waterleiding aan te sluiten heetwatertoestel met vacuümisolatie. - Google Patents

Description

Titel: Op de waterleiding aan te sluiten heetwatertoestel met vacuümisolatie

De uitvinding heeft betrekking op een heetwatertoestel dat tenminste de druk van het openbare waterleidingnet kan weerstaan, voorzien van ten minste één heetwatervat met een toevoerleiding die aansluitbaar is op het openbare 5 waterleidingnet en een afvoerleiding die aansluitbaar is op een tapkraan, waarbij het ten minste ene heetwatervat verder is voorzien van een verhittingselement dat is opgenomen in het heetwatervat en een temperatuurregeling, waarbij het heetwatervat is voorzien van een in hoofdzaak 10 cilindrische mantelwand en twee eindwanden.

Een dergelijke inrichting, die in dat geval bestemd is voor het leveren van water van 100° Celsius, is bekend uit het Britse octrooischrift nummer 1373990. De bekende inrichting is voorzien van een kunststofschuim-15 warmteïsolatie. Een in de laatste jaren uit milieuoverwegingen steeds sterker gevoeld nadeel van dit soort veel gebruikte inrichtingen met een heetwatervat als bufferreservoir, dat veelal continu op hogere temperatuur wordt gehouden, is het warmteverlies. Dit geldt in sterke 20 mate voor inrichtingen bestemd voor het veelvuldig, onmiddellijk leveren van kleine hoeveelheden heet water.

Tot nu toe werd de oplossing van het warmteverlies gezocht in het verbeteren van het isolatiemateriaal en door toepassing van grotere laagdikte. Beide methoden van aanpak 25 geven onvoldoende resultaat voor kleine heetwatertoestellen met een inhoud van maximaal 20 liter die bestemd zijn voor verhittingstemperaturen boven minstens 80° C. In de praktijk blijkt het niet goed mogelijk betaalbare, veel betere isolatie-eigenschappen te verkrijgen dan bij 30 voorbeeld die van een goede kwaliteit poly-urethaanschuim waarbij uit overwegingen van energiebesparing een laagdikte van 4 cm gewenst is. Toepassing van deze grote laagdikte 101 1826 2 van de isolatiemantel leidt echter niet tot het gewenste resultaat want voor apparaten voor het onmiddellijk leveren van kleine hoeveelheden heet- of kokend water is het nodig dat het verwarmingsvat zo dicht mogelijk bij het aftappunt 5 wordt geplaatst om tijdverlies, waterverlies en energieverlies tengevolge van koude voorloop door afkoeling van de tussenleiding tussen aftappunt en verwarmingsvat, te voorkomen. Dicht bij het aftappunt, zoals bij voorbeeld in de keuken van een huishouden in het keukenkastje onder het 10 aanrecht dicht bij de afwasbak is echter als regel veel te weinig ruimte aanwezig om een heetwatertoestel met een voldoend dikke isolatiemantel te kunnen plaatsen. Het is dan ook van groot belang dat de buitenmaten van een verwarmingstoestel voor dit soort toepassingen zo klein 15 mogelijk zijn. Ook voor plaatsing van een heetwatertoestel onder een wastafel, vlak bij de warmwaterkraan, is een zo klein mogelijke afmeting onder behoud van voldoende waterinhoud van voldoend hoge temperatuur, dringend nodig om een groot marktsegment van energiebesparing te 20 ontsluiten.

De totale isolatielaag van een klein cilindrisch heetwatervat, met een inhoud van minder dan 20 liter, neemt in vergelijking tot het watervolume veel ruimte in beslag. Neem bij voorbeeld een klein rechtopstaand cilindrisch 25 reservoir met een hoogte/diameter verhouding van 2/1, dan is bij een diameter van 12,4 cm de inhoud 3 liter. Wanneer deze cilinder aan de zijwand en aan de eindvlakken wordt bedekt met een isolatielaagdikte van slechts 3 cm dan is de totale inhoud al meer dan 8 liter. In dit geval is meer dan 30 5 liter aan isolatievolume nodig om 3 liter te isoleren met een isolatiedikte die eigenlijk uit milieu-overwegingen meer dan 4 cm behoort te zijn voor toestellen die dag en nacht aanstaan. Voor gebruik van het betrokken type heetwatertoestellen in ruimten met airconditioning geldt 35 dit nog des te sterker.

1011826 v>* 3

De uitvinding beoogt derhalve een compact heetwatertoestel met een zeer hoge graad van isolatie. Het heetwatertoestel van het in de aanhef beschreven type wordt hiertoe gekenmerkt doordat althans het cilindrische 5 wanddeel van het heetwatervat is geïsoleerd met een vacuümisolatiemantel.

Bij toepassing van een vacuümisolatiemantel die althans de cilindrische mantelwand van het heetwatervat bedekt, blijkt het mogelijk te zijn isolatiewanddikten van 10 b.v. 1 cm of zelfs nog dunner te gebruiken met betere isolatie-eigenschappen dan 4 cm dik polyurethaanschuim. Wanneer voor één, of zelfs voor beide eindvlakken van de cilinder een dikke conventionele isolatielaag wordt toegepast is het verrassend te constateren hoeveel kleiner 15 uitwendig volume van het totale verwarmingsreservoir verkregen kan worden en hoe sterk de verwarmingsverliezen in de praktijk kunnen worden verminderd, zelfs bij toepassing van watertemperaturen boven 100° C, door althans het cilindrische wanddeel van het heetwatervat te isoleren 20 met een vacuümisolatiemantel. Daarbij verdient het de voorkeur wanneer, volgens een nadere uitwerking van de uitvinding, het warmteverlies per oppervlakte-eenheid geïsoleerd oppervlak niet meer is dan 100 Watt per vierkante meter bij een temperatuurverschil tussen de door 25 de isolatiemantel ingesloten binnenruimte en de omgevingsruimte van ten minste 90°C.

Om een dergelijke isolatie waarde te bereiken bij een vacuüm isolatiemantel met een dikte van ten hoogste 2 cm en bij voorkeur ca 1 cm is een hoog vacuüm gewenst met een 30 inwendige druk in de orde van grootte van ca. 10'2 millibar.

Volgens een nadere uitwerking van de uitvinding is het bijzonder gunstig wanneer het cilindrische wanddeel van het heetwatervat geïsoleerd is met een vacuümisolatiemantel 35 waarbij de binnen- en buitenwand van deze mantel ter plaatse van ten minste één verbindingsrand met elkaar zijn 1011826 4 verbonden, welke verbindingsrand zich op een afstand van het water in het heetwatervat bevindt die groter is dan de afstand tussen de binnen- en buitenwand ter plaatse van het heetwatervat, waarbij de afstand tussen de verbindingsrand 5 en het heetwatervat is overbrugd door een isolatiemantel-wanddeel. Op deze wijze wordt bereikt dat het isolatie-mantelwanddeel een warmtebrug vormt tussen het op hoge temperatuur staand heetwatervat en de op omgevingstemperatuur staande buitenwand van de vacuümisolatiemantel. De 10 warmteweerstand van deze warmtebrug kan vergroot worden door de hoogte van het isolatiemantelwanddeel te vergroten; door de materiaaldikte van het isolatiemantelwanddeel te verkleinen en door een materiaal te kiezen voor het isolatiemantelwanddeel dat een klein 15 warmtegeleidingsvermogen heeft. Op deze wijze kunnen de onvermijdelijke warmteverliezen als gevolg van geleiding sterk worden verminderd.

Verder is het bijzonder gunstig wanneer de of elke verbindingsrand een opening in de isolatiemantel begrenst 20 die een toegang tot het heetwatervat verschaft. Hiermee wordt het uitwisselen van bij voorbeeld verwarmingselementen en het verwijderen van ketelsteen mogelijk terwijl bovendien desgewenst een doorlaat wordt verschaft voor inlaat- en uitlaatleidingen.

25 Teneinde het niet door vacuümisolatiemantel geïsoleerde wanddeel van het heetwatervat zoveel mogeljk te beperken is het bijzonder gunstig wanneer de verhouding hoogte/diameter van het heetwatervat ten minste 1,5/1 bedraagt.

30 Nadere uitwerkingen van de uitvinding zijn beschreven in de volgconclusies en worden hierna aan de hand van een viertal niet beperkende uitvoeringsvoorbeelden van goedkoop te produceren, milieuvriendelijk te recyclen, heetwater-verwarmingstoestellen met weinig ruimte innemende, nagenoeg 35 verliesvrije warmte-isolatie, onder verwijzing naar de tekeningen verder verduidelijkt.

1011826 5

Fig. 1 toont een langsdoorsnede van een heetwater-apparaat met vacuümisolatie waarbij de wand van het heetwatervat grotendeels bestaat uit de binnenwand van de vacuümisolatiemantel, 5 Fig 2 toont een doorsnede-aanzicht over lijn A-A uit figuur 1;

Fig. 3 toont een langsdoorsnede van een heetwater-apparaat met vacuümisolatie waarbij aan de bovenzijde een menginrichting voor heet- en koud water is aangebracht; 10 Fig. 4 toont een langsdoorsnede van een heetwater- apparaat met vacuümisolatie waarbij een los heetwatervat in een emmervormige vacuümisolatiemantel is geschoven; en

Fig. 5 toont een doorsnede van een heetwaterapparaat waarbij de binnen- en buitenwand van de isolatiemantel 15 zowel aan de boven- als aan de onderzijde met een verbindingsrand zijn verbonden.

Fig. 1 toont een heetwatertoestel waarbij zowel het cilindrische wanddeel 9 als de bodem lb van het heetwatervat 1 geïsoleerd zijn door een vacuüm-20 isolatiemantel 2. Het heetwatervat 1 kan via een toevoerleiding 3 op de waterleiding worden aangesloten en via de afvoerleiding 4 op een tapkraan. Verder is het heetwatertoestel 1 voorzien van een verwarmingselement 5 en van een temperatuurvoeler 6 met een electronische 25 temperatuurregeling 25 waarmee de watertemperatuur thermostatisch wordt geregeld. Aan de bovenzijde van het heetwatervat 1 is een flens 7 aangebracht waarop een deksel 8 past, zodat het heetwatervat 1 door middel van bouten 18 kan worden afgesloten. Door het deksel 8 te verwijderen 30 kunnen tevens de temperatuurvoeler 6, het verwarmingselement 5 en de wateraansluitingen 3, 4 verwijderd worden.

De vacuümisolatiemantel 2 wordt begrensd door een op verhoogde temperatuur staande binnenwand 9 en een op 35 omgevingstemperatuur staande buitenwand 10. In dit 1011826 6 uitvoeringsvoorbeeld doet de binnenwand 9 tevens dienst als wand van het heetwatervat l.

Aan de bovenzijde van de isolatiemantel 2 zijn de binnen- en de buitenwand 9 resp. 10 met een, bij voorbeeld 5 gelaste of gesoldeerde, ringvormige verbindingsrand 11 met elkaar verbonden. Deze verbindingsrand 11 die een opening open laat die groot genoeg is om het deksel 8 van het heetwatervat 1 te verwijderen, bevindt zich op een ruime afstand, zoals b.v. 5 cm van de wand 9 die in contact is 10 met het hete water van het heetwatervat 1.

Het bovenste deel van de binnenwand 9 van de isolatiemantel 2 wordt in dit voorbeeld gevormd door het isolatiemantelwanddeel 12 dat zich bevindt tussen de verbindingsrand 11 en een verbindingsrand 13 waar de 15 bovenzijde van het verwarmingsvat 1 verbonden is met de flens 7 en tevens met de onderzijde van het isolatiemantelwanddeel 12. Dit isolatiemantelwanddeel 12, dat vervaardigd wordt uit dunwandig, slecht warmtegeleidend metaal zoals bij voorbeeld sommige soorten roestvaststaal, 20 vormt de warmteverlies beperkende warmtebrug tussen de hoge temperatuur van het heetwatervat 1 en de op ongeveer kamertemperatuur staande buitenmantel 10.

Tezamen met het deksel 8 van het heetwatervat 1 vormt het betreffende isolatiemandelwanddeel 12 boven het deksel 25 8 een komvormige ruimte die gevuld kan worden met conventioneel isolatiemateriaal 14, zoals bijvoorbeeld kunststofschuim.

In de tekening zijn een paar, nauw aan de wand aansluitende, in elkaar passende, blokken isolatieschuim 14 30 aangegeven , waarmee de bovenkant van het heetwatervat 1 wordt geïsoleerd. Op deze wijze wordt bereikt dat de geringe warmteverliezen tengevolge van het als warmtebrug dienende isolatiemantelwanddeel 12 nagenoeg geheel beperkt blijven tot de warmtegeleidingsverliezen, omdat verliezen 35 door straling op de warmtebrug nagenoeg geheel afgeschermd worden door het isolatiemateriaal 14.

1011826 7

In het isolatiemateriaal 14 is ruimte uitgespaard om de aansluitingen voor de stroomtoevoer 22 naar het verwarmingselement 5 en naar de thermostaatsensor 6, en de water toe- en afvoer 3, 4, door te laten.

5 De sterkte van de buitenwand 10 van de isolatiemantel 2 moet voldoende zijn om als bevestiging van het gevulde heetwatervat 1 te dienen, om beschadiging van buitenaf te voorkomen en om het inwendige vacuüm te weerstaan. Hiervoor zal, afhankelijk van de waterinhoud, plaatstaal van ca.

10 0,4- 1,0 mm gebruikt kunnen worden. Voor het heetwatervat zal corrosiebestendig chroomnikkelstaal met een dikte van ca. 0,2-0,4 mm gebruikt kunnen worden.

De hoogte en dikte van het isolatiemantelwanddeel 12 is van belang voor het beperken van de 15 warmtegeleidingsverliezen. Het is een groot voordeel dat het isolatiemantelwanddeel 12 niet aan corrosie door contact met water onderhevig is en onder invloed van het vacuüm in de isolatiemantel, nagenoeg geheel op trek wordt belast. Daarom kan het uit dunne roestvast stalen plaat, 20 met een warmtegeleidingsvermogen van bij voorbeeld 10 watt/°C tot een dikte van zelfs 0,2 mm worden vervaardigd. Zolang de sterkte voldoende is om de druk van het vacuüm en het gewicht van het heetwatervat 1 te weerstaan zal het mede tengevolge van het vacuüm niet aan vervorming 25 blootstaan.

Passend op de verbindingsrand 11 van de isolatiemantel 12 is een afsluitkap 15 getekend, aan de binnenzijde waarvan de electronica voor de temperatuurregeling is aangebracht.

30 Binnen het vacuüm van de isolatiemantel 2 is in de tekening ook nog een uit dunne reflecterende folie bestaand stralingsscherm 16 aangegeven om stralingsverliezen door de vacuümwand tegen te gaan.

Tenslotte is er binnen de isolatiemantel 2 een houder 35 voor gettermateriaal 17 aangegeven om het hoge vacuüm jarenlang in stand te houden.

1011826 8

In fig. 2 is het bovenaanzicht aangegeven van de doorsnede A-A van fig.l na verwijdering van de bovenkap 15, het isolatiemateriaal 14, de waterslangen 3 en 4, en de elektrische aansluitingen zodat de bovenzijde van het 5 deksel 8 van het heetwatervat l, dat met de moeren 18 bevestigd is, gezien kan worden.

Bij de constructie aangegeven in fig.l en fig. 2 is het heetwatertoestel gemakkelijk in een klein aantal onderdelen te demonteren wat een voordeel is bij het 10 onderhoud. De afsluitkap 15 waarin de electronica is ondergebracht kan afzonderlijk worden verwijderd nadat de stekkerverbindingen naar het verwarmingselement en de temperatuurvoeler zijn losgekoppeld. Vervolgens kunnen de blokken isolatieschuim 14 worden verwijderd. Daarna kan het 15 deksel 8 van het heetwatervat 1 worden losgenomen na verwijdering van de moeren 18. De aan het deksel 8 verbonden in- en uitlaatleiding 3, 4, de temperatuurvoeler 6 en het verwarmingelement 5 kunnen samen met het deksel 8 uit het heetwatervat 1 worden genomen en afzonderlijk 20 worden gedemonteerd.

Deze demontage is natuurlijk ook van voordeel wanneer de onderdelen van het toestel aan het einde van de levensduur moeten worden recycled. De isolatiemantelwand 2 met flens 7 en isolatiemantelwanddeel 12 kan geheel uit 25 roestvaststaal bestaan. Het deksel 8 waaruit de doorgevoerde onderdelen kunnen worden losgekoppeld kan uit een afzonderlijk reclyclebare bronslegering bestaan. De plastic afsluitkap 15 met de electronica en de blokken isolatieschuim 14 moeten afzonderlijk worden recycled.

30 In fig.l is de cilindrische buitenwand 10 vlak gehouden. Vooral bij wat grotere heetwatertoestel kan het van voordeel zijn ter wille van de sterkte of uit esthetische overwegingen één of meer rillen of golven aan te brengen. Ook kan het gewenst zijn de inhoud van het 35 heetwatervat 1 te vergroten door de diameter van de 1011826 9 vacuümmantel 2 beneden het deksel 8 groter te maken dan de diameter van het isolatiemantelwanddeel 12.

In fig. 3 is een langsdoorsnede gegeven van een heetwatertoestel met vacuümisolatiemantel 2 waarbij een 5 menginrichting 19 voor heet- en koud water is aangebracht zodat het aftappunt wordt gevoed met warm water van lagere temperatuur dan de hoge temperatuur van het water in het heetwatervat 1. Bij deze toepassing van de uitvinding wordt bereikt dat een heetwatertoestel met een gering 10 warmteverlies, dat dankzij de kleine buitenafmeting dicht bij het aftappunt kan worden geplaatst, een veel grotere hoeveelheid warm water kan leveren dan de inhoud van het heetwatervat 1. Het water in het heetwatervat wordt daarbij op een temperatuur van ca. 100 °C gehouden terwijl het 15 uitstromende water door menging met het koude water elke gewenste temperatuur kan hebben.

In fig. 4 is een dwarsdoorsnede gegeven van een heetwatertoestel waarbij het heetwatervat 1 en de vacuümisolatiemantel 2 afzonderlijke onderdelen zijn, die 20 uit verschillende materialen kunnen worden vervaardigd. Het heetwatervat 1 voorzien van een cilindrische mantelwand la en een bodemwand lb alsmede een deksel 8 en verder toebehoren is hierbij van bovenaf in de emmervormige isolatiemantel 2 geschoven. De vacuümisolatiewand 2 is 25 voorzien van een binnenwand 9 en een buitenwand 10. Het ook in fig.l aangegeven isolatiemantelwanddeel 12, dat fungeert als warmtebrug, wordt hier gevormd door de bovenzijde van de binnenwand 9 van de isolatiemantel 2 tussen de ringvormige verbindingsrand ll en een ringvormige 30 gebiedsgrens 20 op dezelfde hoogte als de bovenzijde van het deksel 8 dat de bodem vormt van de grotendeels met isolatiemateriaal 14 gevulde komvormige ruimte.

In fig. 5 is een dwarsdoorsnede gegeven van een heetwatertoestel waarbij, evenals in fig, 4, het 35 heetwatervat 1 en de vacuümisolatiemantel 2 afzonderlijke onderdelen zijn die in elkaar kunnen worden geschoven. In 1011826 10 dit geval bestaat de isolatiemantel 2 uit een binnenwand 9 en een buitenwand 10 die zowel aan de bovenzijde als aan de onderzijde met een ringvormige verbindingsrand 11 en 21 aan elkaar zijn verbonden. Op deze wijze wordt aan beide zijden 5 een komvormige ruimte gevormd die elk met conventioneel isolatiemateriaal 14, 23 worden gevuld. Bij het in figuur 5 weergegeven uitvoeringsvoorbeeld mondt de watertoevoer 3 uit in de onderzijde van het heetwatervat 1. Teneinde ervoor te zorgen dat het koude water dat via leiding 3 10 wordt toegevoerd zich niet vermengd met het hete water dat zich bovenin het heetwatervat 1 bevindt, is boven de uitstroomopening van de leiding 3 een afschermkapje 24 geplaatst dat het binnenstromende water zijdelings afbuigt.

Het moge duidelijk zijn dat de uitvinding niet is 15 beperkt tot de beschreven uitvoeringsvoorbeelden maar dat diverse wijzigingen binnen het raam van de uitvinding mogelijk zijn. Zo kan ter vergroting van het beschikbare volume het heetwatertoestel zijn voorzien van een aantal heetwatervaten 1 die elk zijn voorzien van een eigen 20 vacuümisolatiemantel. Daarbij kunnen de vaten in serie zijn geschakeld, waarbij op een eerste vat de toevoerleiding 3 is aangesloten terwijl op een laatste vat in de serie de afvoerleiding 4 is aangesloten. Het spreekt vanzelf dat bij een dergelijke serieschakeling van heetwatervaten slechts 25 het eerste vat behoeft te worden voorzien van een verwarmingselement 5 met een grote capaciteit, terwijl de nageschakelde heetwatervaten slechts behoeven te worden voorzien van een verwarmingselement dat beschikt over een capaciteit die voldoende is om het zich in die vaten 30 bevindende hete water op temperatuur te houden.

T011826

Claims (23)

1. Heetwatertoestel dat tenminste de druk van het openbare waterleidingnet kan weerstaan, voorzien van ten minste één heetwatervat (1) met een toevoerleiding (3) die aansluitbaar is op het openbare waterleidingnet en met een 5 afvoerleiding (4) die aansluitbaar is op een tapkraan, waarbij het ten minste ene heetwatervat (1) verder is voorzien van een verhittingselement (5) dat is opgenomen in het heetwatervat (1) en een temperatuurregeling (25), waarbij het ten minste ene heetwatervat (1) is voorzien van 10 een in hoofdzaak cilindrische mantelwand (la, 9) en twee eindwanden (lb, 8), waarbij het ten minste ene heetwatervat (1) een inhoud heeft van ten hoogste 20 liter en bestemd is voor het verhitten van water tot ten minste 80° Celsius, met het kenmerk, dat althans het cilindrische wanddeel (la, 15 9) van het heetwatervat is geïsoleerd met een vacuümisolatiemantel (2).

2. Heetwatertoestel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het warmteverlies per oppervlakte-eenheid geïsoleerd oppervlak niet meer is dan 100 Watt per vierkante meter bij 20 een temperatuurverschil tussen de door de isolatiemantel ingesloten binnenruimte (1) en de omgevingsruimte van ten minste 90° Celsius.

3. Heetwatertoestel volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de verhouding hoogte/diameter van het 25 heetwatervat (1) tenminste 1,5/1 bedraagt.

4. Heetwatertoestel volgens één der conclusies 1-3, met het kenmerk dat de vacuümisolatiemantel (2) is voorzien van een binnenwand (9) en een buitenwand (10), waarbij de binnenwand (9) en de buitenwand (10) ter plaatse van ten 30 minste één verbindingsrand (11, 21) met elkaar zijn verbonden, welke verbindingsrand (11, 21) zich op een afstand bevindt van het water in het heetwatervat (1) die groter is dan de afstand tussen de binnen- en de buitenwand (9, resp. 10) ter plaatse van het heetwatervat (1), waarbij 1011826 de afstand tussen de verbindingsrand (11, 21) en het heetwatervat (1) is overbrugd door een isolatiemantel-wanddeel (12) .

5. Heetwatertoestel volgens conclusie 4, met het kenmerk, 5 dat de of elke verbindingsrand (11, 21) een opening in de isolatiemantel (2) begrenst die een toegang tot een eindwand (lb, 8) van het heetwatervat (1) verschaft.

6. Heetwatertoestel volgens conclusie 5, gekenmerkt door ten minste één in hoofdzaak komvormige ruimte die wordt 10 gevormd door een genoemde opening in de isolatiemantel (2), waarbij een genoemd isolatiemantelwanddeel (12) een zijbegrenzing van de ten minste ene komvormige ruimte bepaalt en een eindwand (lb, 8) van het heetwatervat een bodembegrenzing van de ten minste ene komvormige ruimte 15 bepaalt, waarbij de genoemde komvormige ruimte althans ten dele is gevuld met isolatiemateriaal (14, 23) .

7. Heetwatertoestel volgens althans conclusie 4, met het kenmerk, dat het genoemde isolatiemantelwanddeel (12) is vervaardigd uit materiaal met een relatief lage 20 warmtegeleidingscoëfficient.

8. Heetwatertoestel volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat het genoemde isolatiemantelwanddeel (12) is vervaardigd uit roestvrij staal.

9. Heetwatertoestel volgens althans conclusie 4, 25 met het kenmerk, dat het genoemde isolatiemantelwanddeel (12) dunwandig is.

10. Warmtegeisoleerd heetwatertoestel volgens althans conclusie 4, met het kenmerk, dat de afstand tussen de verbindingsrand (11, 21) en het heetwatervat (1) ten 30 minste 5 cm bedraagt bij een heetwatervatinhoud van 3-7 liter.

11. Heetwatertoestel volgens ten minste conclusie 4, met het kenmerk, dat het heetwatervat (1) is voorzien van een waterdicht afsluitend losneembaar deksel (8) dat een 35 opening in het heetwatervat (1) afsluit waar doorheen het verwarmingselement (5) uitneembaar is, waarbij de opening 1011826 in de isolatiemantel (2) zodanig groot is dat het deksel (8) van heetwatervat (1) verwijderbaar is via de opening in de isolatiemantel (2).

12. Heetwatertoestel volgens één der voorgaande 5 conclusies, met het kenmerk, dat de binnenwand (9) van de isolatiemantel (2) tevens althans de cilindrische mantelwand van het heetwatervat (1) vormt.

13. Warmtegeïsoleerd heetwatertoestel volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat de binnenwand van de 10 vacuümisolatiemantel (2) tevens een eindwand (lb) van het heetwatervat (1) vormt, waarbij de vacuümisolatiemantel (2) tevens de betreffende eindwand (lb) isoleert.

14. Heetwatertoestel volgens één der conclusies 1-11, met het kenmerk, dat het heetwatervat (1) en de isolatiemantel 15 (2) losse onderdelen zijn, waarbij het heetwatervat (1) schuifbaar in de isolatiemantel (2) is opgenomen.

15. Heetwatertoestel volgens conclusie 5 en 12, met het kenmerk, dat de isolatiemantel (2) is uitgevoerd als een dubbelwandig cilindrisch element waarvan de buitenwand (10) 20 en de binnenwand (9) aan de kopse einden van het cilindrische element met elkaar zijn verbonden, waarbij de beide kopse einden elk een komvormige ruimte begrenzen, welke komvormige ruimten isolatiemateriaal (14, 23) bevatten.

16. Heetwatertoestel volgens één der voorgaande conclusies,met het kenmerk, dat de druk in de onder vacuüm staande isolatiemantel lager is dan 10-2 millibar.

17. Warmtegeïsoleerd heetwatertoestel volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de buitenwand 30 (10) voldoende sterk is om de atmosferische druk te weerstaan en beschadiging gedurende het gebruik te voorkomen, waarbij de binnenwand (9) is vervaardigd uit een dun metalen plaatdeel met laag warmtegeleidingsvermogen.

18. Heetwatertoestel heetwatertoestel volgend één der 35 voorgaande conclusies met het kenmerk, dat de 1011826 temperatuurregeling (25) instelbaar is om een temperatuur van meer dan 100°C in het heetwatervat (1) te handhaven.

19. Heetwatertoestel volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat in de geëvacueerde ruimte 5 in de isolatiemantel ten minste één laag reflecterende folie (16) is opgenomen.

20. Heetwatertoestel volgens één der voorgaande conclusies met het kenmerk, dat in de geëvacueerde ruimte in de isolatiemantel (2) een, met warmte te activeren getter (17) 10 is aangebracht om het vacuüm te verbeteren.

21. Heetwatertoestel volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat in de isolatiemantel (10) een warmteïsolerend en straling reflecterend poeder is opgenomen.

22. Heetwatertoestel volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de buitenwand (10) is vervaardigd uit plaatstaal met een dikte van ca. 0,4- 1,0 mm, waarbij de binnenwand (9) is vervaardigd van chroomnikkelstaal met een dikte van 0,2- 0,4 mm.

23. Heetwatertoestel volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat een menginrichting (19) is voorzien die is ingericht voor het mengen van heet, uit het heetwatervat (1) afkomstig water en koud, uit het openbare waterleidingnet afkomstig water. 1011828