NL1011727C1 - Zeefdrukinrichting met drukpositie-afscherming. - Google Patents

Description

Korte aanduiding: Zeefdrukinrichting met drukpositie-af scherming.

De uitvinding heeft betrekking op een zeefdrukinrichting volgens de aanhef van conclusie 1.

Een dergelijke inrichting is algemeen bekend. Te denken valt aan vlakzeefdrukinrichtingen en rotatiezeefdrukinrich-tingen. Tijdens een zeefdrukproces wordt een vloeibaar drukmedium, zoals inkt, verf of pasta, door een sjabloon heen gedoseerd op een te bedrukken substraat. Het substraat wordt door middel van transportmiddelen, bijvoorbeeld bestaande uit een aantal walsen en/of een transportband, langs meerdere drukposities gevoerd. Elke drukpositie omvat een sjabloon en een rakel. Er wordt drukmedium aangevoerd dat middels een rakel door het sjabloon heen wordt gedrukt. Het substraat kan bestaan uit textiel, papier, kunststof, metaal, en dergelijke. Indien na een drukproces een nieuw dessin gewenst is, worden de sjablonen gewisseld. Aangezien de gebruikte sjablonen en rakels met het drukmedium in aanraking zijn geweest, dienen zij gereinigd te worden. Indien na een drukproces eenzelfde dessin maar een andere kleurstelling gewenst is, worden de sjablonen uit de inrichting genomen, in een separate wasruimte gereinigd en daarna weer teruggeplaatst.

Nadelig bij de bekende zeefdrukinrichtingen is dat het risico groot is dat tijdens het wisselen van een sjabloon het daaronder liggende te bedrukken of reeds bedrukte substraat of de inrichting zelf vervuild of beschadigd raakt. Het risico op vervuiling is vooral groot indien sjablonen en rakels in de inrichting worden aangebracht die kort daarvoor zijn gereinigd, doordat wasvloeistof nog na kan druppelen. Knoeien van drukmedium, wasvloeistof, en dergelijke op te bedrukken of bedrukt substraat tijdens productie heeft tweede keus of afkeur tot gevolg. Verder is het nadelig dat het niet mogelijk is om op één of meerdere willekeurig te kiezen drukposities te drukken, terwijl tegelijkertijd op 1011727 - 2 - één of meerdere van de overige niet-gebruikte drukposities sjablonen en/of rakels gewisseld kunnen worden. Het risico van vervuiling of beschadiging van het substraat is dan te groot, omdat het substraat ook langs de niet-gebruikte 5 drukposities wordt gevoerd. Dit leidt tot grote vertragingen als gevolg van stilstandtijd van de inrichting.

De uitvinding heeft tot doel bovengenoemde nadelen te ondervangen en in het bijzonder een efficiënt en flexibel inzetbare zeefdrukinrichting te verschaffen.

10 Dit doel wordt volgens de uitvinding bereikt door een zeefdrukinrichting volgens conclusie 1. Voor elke drukposi-tie is een afzonderlijk bedienbaar bewegingsmechanisme voorzien. Door een geschikte aansturing van één of meer van de bewegingsmechanismen kunnen de bijbehorende sjablonen elk 15 afzonderlijk bewogen worden tussen een drukstand en een vrij stand. Daarnaast is voor elke drukpositie een scherm voorzien. De schermen zijn elk afzonderlijk beweegbaar tussen een parkeerstand en een afschermstand. In de afschermstand ligt het scherm tussen het bijbehorende sja- 20 bloon en de substraattransportmiddelen c.q. een daaroverheen gevoerd substraat in, en vormt een afscherming daartussen. Aldus is het volgens de uitvinding met voordeel mogelijk om zeer flexibel te drukken met elk gewenst aantal drukposities. De niet-gebruikte drukposities kunnen betrouwbaar 25 worden afgeschermd, waarmee voorkomen wordt dat drukmedium of andere vloeistoffen vanaf deze niet-gebruikte drukposities op het te bedrukken of reeds bedrukte substraat of de zeefdrukinrichting zelf terecht komen. Het is mogelijk om in een continu proces met elk gewenste aantal drukposities te 30 blijven drukken terwijl voor de niet-gebruikte drukposities reeds de voorbereidingen kunnen worden getroffen voor een volgend drukproces waarin een nieuw dessin of een andere kleurstelling dient te worden gedrukt. De sjablonen en/of rakels van de niet-gebruikte drukposities kunnen desgewenst 35 met bevochtigingsvloeistof worden natgehouden teneinde uitdroging te voorkomen. Door de afscherming wordt gewaarborgd dat er geen bevochtigingsvloeistof op het substraat kan lekken. Ook druppels wasvloeistof afkomstig van sjablo- 10U727 - 3 - nen en rakels die in de inrichting worden aangebracht nadat ze kort daarvoor zijn gewassen, worden met voordeel opgevangen door de schermen. De schermen kunnen in de afschermstand tevens dienen als geleiding of inbrengsteun bij het wisselen 5 van sjablonen op de zeefdrukinrichting.

Voorkeursuitvoeringsvormen van de uitvinding zijn vastgelegd in conclusie 2-16.

De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van de bijgaande tekening, waarin: 10 fig. 1 een schematisch aanzicht is in perspectief van een deel van een rotatiezeefdrukinrichting met twee drukpo-sities volgens de uitvinding,- fig. 2 een zijaanzicht is van fig. 1; fig. 3 een schematisch aanzicht is over de lijn III-III 15 in fig. 2; fig. 4 een zeer schematisch aanzicht is overeenkomstig fig. 3 van een uitvoeringsvariant; en fig. 5 een aanzicht is in perspectief van het scherm in fig. 4.

20 Van de zeefdrukinrichting in fig. 1 is slechts een linkerdeel weergegeven. In het weergegeven linkerdeel zijn twee naast elkaar liggende drukposities 1 getoond. Onder de drukposities 1 bevinden zich substraattransportmiddelen 3. De substraattransportmiddelen 3 omvatten een aandrijfrol 4 25 en meerdere geleidingsrollen 5. Over de rollen 4, 5 wordt een drukband 6 geleid. Op de drukband 6 wordt tijdens een drukproces een te bedrukken substraat 7 langs de drukposities 1 gevoerd en aldaar bedrukt met een gewenste afbeelding in een gewenste kleur. Elke drukpositie 1 omvat een roteer-3 0 baar sjabloon 9. Binnenin het sjabloon 9 is een rakel 10 opgesteld. Via een drukmediumtoevoer kan drukmedium van een gewenste kleur binnenin het sjabloon 9 worden toegevoerd, welk drukmedium tijdens een drukproces door middel van de rakel 10 door het ronddraaiende sjabloon 9 heen wordt ge-35 drukt en aldus op het substraat 7 terecht komt.

Het sjabloon 9 en de rakel 10 zijn aan de kopse einden ondersteund in steunmiddelen 15. De steunmiddelen 15 zijn aan weerszijden verbonden met ophangrails 16 (zie fig. 2).

1011727 - 4 -

De ophangrails 16 zijn verbonden met een bewegingsmechanisme (niet getoond), waarmee de ophangrails 16 en daarmee de steunmiddelen 15, het sjabloon 9 en de rakel 10 op en neer kunnen worden bewogen tussen een drukstand en een vrij stand.

5 In fig. 1 en 2 is voor de linker drukpositie 1 de vrij stand getoond, waarbij het sjabloon 9 op enige afstand boven het substraat 7 geheven is. Voor de rechter drukpositie is de drukstand getoond, waarbij het sjabloon 9 tegen het substraat 7 aan ligt.

10 Onder elke drukpositie 1 bevindt zich een scherm 20 dat aan zijn beide langszijden geleid is in geleidingsrails 21. De geleidingsrails 21 strekken zich met een eerste deel 21a uit tussen de substraattransportmiddelen 3 en de drukpositie 1. Een tweede deel 21b strekt zich uit onder de substraat-15 transportmiddelen 3. Het scherm 20 is handmatig of geautomatiseerd beweegbaar tussen een parkeerstand en een afscherm-stand, waarbij het eerste deel 21a overeenkomt met de af-schermstand en het tweede deel 21b overeenkomt met de parkeerstand. In fig. 1 en 2 is voor de linker drukpositie 1 de 20 afschermstand getoond en voor de rechter drukpositie 1 de parkeerstand. In de afschermstand vormt het scherm 20 een afscherming tussen het sjabloon 9 en het substraat 7 c.q. de substraattransportmiddelen 3. Doordat het tweede deel 21b zich onder de substraattransportmiddelen bevindt wordt met 25 voordeel bereikt dat het scherm 20 zich zowel in zijn parkeerstand als in zijn afschermstand grotendeels binnen de contouren van de zeefdrukinrichting bevindt. Hierdoor staat het scherm ook in zijn parkeerstand niet in de weg van een bediener en blijven de afmetingen van de zeefdrukinrichting 30 met bedienbare drukpositie-afscherming beperkt.

In de getoonde uitvoeringsvorm bestaat het scherm 20 uit een flexibel zeilachtig lichaam dat bij voorkeur vloeistofdicht is. Het zeilachtige lichaam kan strak zijn opgespannen tussen de geleidingsrails 21, maar kan ook enigszins 35 doorhangen waardoor het scherm 20 een gootvorm krijgt. In de getoonde uitvoeringsvorm is een tussenruimte vrijgelaten tussen het in de afschermstand geplaatste scherm 20 en het in de vrij stand geplaatste sjabloon 9. In een variant liggen 1011727 - 5 - het scherm en het sjabloon tegen elkaar aan. Het flexibele zeilachtige lichaam van het scherm 20 laat zich eenvoudig vanuit de ene naar de andere stand bewegen via een gebogen deel 21c van de geleidingsrails 21. In een variant is het 5 zeilachtige lichaam voorzien van, of steunt af op, dwarsver-stijvingsstangen. Het zeil kan dan als een gordijn van de afschermstand naar de parkeerstand worden geschoven.

Naast de getoonde uitvoeringsvorm met het flexibele zeilachtige scherm kan het scherm ook worden gevormd door 10 meerdere scharnierend met elkaar verbonden lamellen. Bij deze uitvoeringsvorm is het scherm, net als bij het zeilachtige scherm, in een richting loodrecht op de substraattrans-portrichting flexibel, en kan het scherm eenvoudig door een bocht van de ene naar de andere stand worden overgebracht. 15 In de substraattransportrichting is het lamellenscherm zelfdragend, hetgeen voordelig is voor de geleiding die daardoor eenvoudiger en lichter kan worden uitgevoerd. Het scherm kan ook worden gevormd door een beweegbare plaat, bak of andersoortig stijf profiel. Bij deze uitvoeringsvormen 20 liggen de schermen bij de parkeerstand in hetzelfde vlak als bij de afschermstand. De parkeerstand kan zich zijdelings van de zeefdrukinrichting bevinden, maar ook in de ruimte tussen twee drukposities in. In nog een andere variant wordt het scherm gevormd door een buisvormig lichaam dat vanaf een 25 zijkant over het gehele sjabloon wordt geschoven en aldus een adequate afscherming vormt.

De geleidingsrails 21 zijn vast opgesteld ten opzichte van de substraattransportmiddelen 3. In een variant zijn de geleidingsrails verbonden met de ophangrails en bewegen dan 3 0 met het sjabloon mee op en neer tussen een drukstand en een vrijstand.

In het bijzonder is een bewegingsmechanisme voorzien voor het bewegen van het scherm 20 tussen de parkeerstand en de afschermstand. Hierdoor is een verregaande automatisering 35 mogelijk. Met voordeel sluit het bewegingsmechanisme van het scherm aan op stuurmiddelen. Teneinde beschadiging van het scherm 20 en/of het sjabloon 9 te voorkomen zijn de stuurmiddelen ingericht om een beweging van het scherm 20 van de 1011727 - 6 - parkeerstand naar de afschermstand te blokkeren zolang het sjabloon 9 ten opzichte van de substraattransportmiddelen 3 in de drukstand staat. Verder kunnen de stuurmiddelen zodanig geprogrammeerd worden dat de afzonderlijke schermen 20 5 en sjablonen 9 volgens een bepaalde volgorde op gezette tijden individueel of desgewenst groepsgewijs bediend worden .

De zeefdrukinrichting omvat reinigingsmiddelen 30 voor het automatisch reinigen van het scherm 20 indien dat van de 10 afschermstand naar de parkeerstand en vice versa wordt bewogen. De reinigingsmiddelen omvatten een roteerbare schoonmaakrol 31, die is voorzien van een borstel- of spons-achtig lichaam dat is opgesteld langs de baan waarlangs het scherm 20 zich beweegt tijdens een beweging van de af- 15 schermstand naar de parkeerstand. Eventuele verontreinigingen die tijdens het afschermen op het scherm 20 terecht zijn gekomen worden dan automatisch door de schoonmaakrol 31 verwijderd. Bij voorkeur is de schoonmaakrol 31 aandrijfbaar teneinde een grondige reiniging te bereiken. Ook kan de 20 schoonmaakrol 31 worden aangedreven voor het tussen de afschermstand en de parkeerstand bewegen van het scherm 20. Schuin boven de schoonmaakrol 31 is een buisvormig sproeior-gaan 32 met meerdere spuitmonden voorzien voor het afgeven van een reinigingsvloeistof. De afgegeven reinigingsvloei-25 stof kan zowel rechtstreeks op het scherm 20 alsook op de schoonmaakrol 31 worden gespoten. Voor het opvangen van de reinigingsvloeistof en van het scherm 20 afkomstige verontreinigingen is onder de schoonmaakrol 31 een afvoergoot 33 voorzien. Voor het verwijderen van hardnekkige verontrei-30 nigingen die bijvoorbeeld zijn vastgekoekt op het scherm 20 kan nog een schraaporgaan 35 worden voorzien (zie fig. 3) . Het zal duidelijk zijn dat voor de reinigingsmiddelen vele varianten mogelijk zijn.

In fig. 4 en 5 is een variant getoond waarbij het 35 scherm 40 wordt gevormd door een kunststof plaat die aan een zijde is voorzien van een profilering. De profilering bestaat uit meerdere zich in dwarsrichting uitstrekkende groeven 41. De groeven 41 geven het scherm 40 een buigslap- 101 1727 - 7 - heid in de bewegingsrichting, terwijl de tussen de groeven liggende plaatdelen het scherm in een richting loodrecht daarop een zekere mate van buigstijfheid verschaffen. Het scherm 40 is beweegbaar tussen een parkeerstand en een 5 afschermstand door middel van een aandrijfwiel 42. Het aan-drijfwiel 42 grijpt hierbij met voordeel aan in de profilering in het scherm 40. In de afschermstand is het scherm 40 tussen het sjabloon 45 en de drukband 46 geschoven. Onder de drukband 46 bevindt zich een opbergcassette 47 waarin het 10 scherm 40 in de parkeerstand wordt geschoven. In een variant wordt het scherm opgewikkeld op een haspel in plaats van opgeborgen in de opbergcassette 47.

Aldus is het volgens de uitvinding mogelijk om op een zeefdrukinrichting met één of meerdere willekeurig te kiezen 15 drukposities te drukken, terwijl op dezelfde inrichting tegelijkertijd op één of meerdere andere willekeurige drukposities sjablonen en/of rakels gewisseld kunnen worden zonder dat het risico van vervuiling of beschadiging van het te bedrukken of reeds bedrukte substraat of de inrichting 20 zelf bestaat. De schermen zijn individueel per drukpositie aan te brengen en worden met voordeel automatisch gereinigd op de inrichting zelf. Met voordeel voorkomen de schermen dat het substraat en/of de substraattransportmiddelen vervuild worden door drukmedium of andere vloeistoffen tijdens 25 stilstand van de niet-gebruikte drukposities en in het bijzonder tijdens het wisselen van de rakels en/of sjablonen daarvan. In een variant heeft de zeefdrukinrichting meerdere drukposities met bedienbare schermen en een of meer drukposities zonder bedienbare schermen. Ook dan kan overeenkom-30 stig de uitvindingsgedachte flexibel gedrukt worden doordat de van schermen voorziene drukposities naar wens buiten werking kunnen worden gezet en betrouwbaar worden afge-schermd. Bij het wisselen van de vaak lange en zware sjablonen en rakels kunnen de schermen worden gebruikt als gelei-35 ding of ondersteuning.

1011727

Claims (16)

1. Zeefdrukinrichting voor het bedrukken van een substraat (7), omvattende: twee of meer achter elkaar geplaatste drukposities (1), elk ingericht voor plaatsing van een uitneembaar sjabloon 5 (9) en een drukmediumtoevoer; substraattransportmiddelen (3) voor een langs de drukposities (l) voeren van een substraat (7) ; met het kenmerk, dat voor twee of meer drukposities (1) zijn voorzien: 10. een bewegingsmechanisme voor het tussen een drukstand en een vrij stand ten opzichte van elkaar bewegen van het sjabloon (9) en de substraattransportmiddelen (3); en een scherm (20) dat beweegbaar is tussen een parkeerstand en een afschermstand, in welke afschermstand het 15 scherm (20) een afscherming vormt tussen het sjabloon (9) en de substraattransportmiddelen (3) respectievelijk een daaroverheen gevoerd substraat (7), waarbij de bewegingsmechanismen van de respectieve drukposities (1) afzonderlijk bedienbaar zijn, en 20 waarbij de schermen (20) van de respectieve drukposi ties (1) afzonderlijk bedienbaar zijn.

2. Zeefdrukinrichting volgens conclusie 1, waarbij het scherm (20; 40) in de bewegingsrichting van het scherm (20; 25 40) buigslap is.

3. Zeefdrukinrichting volgens conclusie 1 of 2, waarbij het scherm (40) dwars op de bewegingsrichting van het scherm (40) buigstijf is. 30

4. Zeefdrukinrichting volgens conclusie 2 en 3, waarbij het scherm (40) een kunststof plaat omvat met aan de onderzijde voorziene groeven (41) die zich dwars op de bewegingsrichting van het scherm (40) uitstrekken. 35

5. Zeefdrukinrichting volgens conclusie 3, waarbij het tO11727 - 9 - scherm meerdere scharnierend met elkaar verbonden lamellen omvat.

6. Zeefdrukinrichting volgens conclusie 2, waarbij het 5 scherm (20) een zeilachtig lichaam omvat.

7. Zeefdrukinrichting volgens conclusie 3, waarbij het scherm een plaatachtig lichaam omvat.

8. Zeefdrukinrichting volgens één van de voorgaande con clusies, waarbij het scherm (20) aan weerszijden geleid is tussen twee geleidingsrails (21) die zich met een eerste deel (21a) uitstrekken tussen de substraattransportmiddelen (3) en de drukpositie (1) , welk eerste deel (21a) bestemd is 15 voor de afschermstand van het scherm (20).

9. Zeefdrukinrichting volgens conclusie 8, waarbij de geleidingsrails (21) zich met een tweede deel (21b) uitstrekken aan de van de drukpositie (1) afgekeerde zijde van 20 de substraattransportmiddelen (3) , welke tweede deel (21b) bestemd is voor de parkeerstand van het scherm (20).

10. Zeefdrukinrichting volgens één van de voorgaande con clusies, waarbij een bewegingsmechanisme is voorzien voor 25 een bewegen van het scherm (20) tussen de parkeerstand en de afschermstand.

11. Zeefdrukinrichting volgens conclusie 2 en 10, waarbij het bewegingsmechanisme (42) aangrijpt op de aan de onder- 30 zijde van het scherm (40) voorziene groeven (41).

12. Zeefdrukinrichting volgens conclusie 10 of 11, waarbij het bewegingsmechanisme van het scherm (20) aansluit op stuurmiddelen, welke stuurmiddelen zodanig zijn ingericht 3. dat een beweging van het scherm (20) van de parkeerstand naar de afschermstand begrensd is zolang het sjabloon (9) ten opzichte van de substraattransportmiddelen (3) in de drukstand staat. 1011727 - 10 -

13. Zeefdrukinrichting volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij reinigingsmiddelen (30) zijn voorzien voor een reinigen van het scherm (20) indien dit van de afscherm-stand naar de parkeerstand wordt bewogen. 5

14. Zeefdrukinrichting volgens conclusie 13, waarbij de reinigingsmiddelen (30) een roteerbare schoonmaakrol (31) omvatten.

15. Zeefdrukinrichting volgens conclusie 14, waarbij de roteerbare schoonmaakrol (31) aandrijfbaar is voor het tussen de afschermstand en de parkeerstand bewegen en tegelijkertijd reinigen van het scherm (20).

16. Scherm voor toepassing in een zeefdrukinrichting vol gens een van de voorgaande conclusies. 1011727