BE852824A - Inrichting voor het verwijderen van bestuivings poeder in offsetpersen - Google Patents

Description

  Inrichting voor het verwijderen van bestuivingspoeder

  
in offsetpersen. 

  
De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het verwijderen van bestuivingspoeder of achtergebleven deeltjes van vellen papier terwijl deze voorafgaand aan het bedrukken of opnieuw bedrukken

  
 <EMI ID=1.1> 

  
Bij offset-steendruk is het gebruikelijk bestuivingspoeder op pas bedrukte vellen papier aan te brengen als de vellen papier door de  overbrengcylinder van de pers worden afgegeven, teneinde de droging te bevorderen en een ongewenste overdracht van inkt ("set-off") te voorkomen als de vellen op elkaar worden gestapeld. Indien het echter gewenst is de vellen nogmaals te bewerken voor het aanbrengen van een ioverdruk of bij meer-kleurig drukwerk, is het noodzakelijk dat het poe-,

  
 <EMI ID=2.1> 

  
In offset-persen worden thans diverse inrichtingen toegepast om 

  
 <EMI ID=3.1> 

  
 <EMI ID=4.1> 

  
! dat de inkt zich in de borstels opzamelt, waardoor de borstels veelvul-

  
 <EMI ID=5.1> 

  
 <EMI ID=6.1> 

  
 <EMI ID=7.1>  maakt het noodzakelijk, dat de pers tijdelijk wordt stilgezet, teneinde de juiste toestand te herstellen.

  
De uitvinding beoogt derhalve een inrichting, die in drukpersen 

  
 <EMI ID=8.1> 

  
 <EMI ID=9.1> 

  
Voorts beoogt de uitvinding een inrichting, welke het uit deeltjes :bestaande materiaal van de vellen kan vegen en vervolgens de deeltjes 

  
 <EMI ID=10.1> 

  
zonder toepassing van een vacuuminrichting. 

  
Verder beoogt de uitvinding een inrichting van de beschreven  soort, waarbij de deeltjes van de vellen worden geveegd door een rol en 

  
 <EMI ID=11.1>  <EMI ID=12.1> 

  
van de beschreven soort, welke gebruik maakt van een schoonmaakrol, die 

  
 <EMI ID=13.1> 

  
zacht en vezelig is en een bekleding van de rol vormt, die zich radiaal  buitenwaarts onder invloed van centrifugale kracht uitstrekt in lichte  aanraking met de vellen, waardoor stremming wordt voorkomen en slijtage;

  
 <EMI ID=14.1> 

  
Verder beoogt de uitvinding een inrichting van de beschreven  soort, waarbij de positie van de roller nauwkeurig kan worden ingesteld :en bijgesteld teneinde de veegwerking te besturen en daarbij de rol bij  juiste instelling geen stremming veroorzakkt. 

  
Ook beoogt de uitvinding een inrichting van de beschreven soort, 

  
 <EMI ID=15.1> 

  
ien de bekleding radiaal uitzet. 

  
In het volgende zal de uitvinding nader worden beschreven met  &#65533;verwijzing naar de bijgevoegde figuren. 

  
Figuur 1 toont een vertikale dwarsdoorsnede, welke een inrichting volgens de uitvinding vanaf een zijde van een offset-pers toont, waarbi de pers zelf slechts gedeeltelijk en schematisch is afgebeeld; Figuur 2 toont een vergroot bovenaanzicht van de inrichting van figuur 1 met weggebroken delen;  Figuur 3 toont een vertikale doorsnede op dezelfde schaal als figuur 1 langs de lijn III-III van figuur 1; <EMI ID=16.1>  doorsnede langs de lijn IV-IV van figuur 2; Figuur 5 toont op dezelfde schaal als figuur 4 een gedeeltelijk bovenaanzicht van het aangedreven uiteinde (het rechter uiteinde in figuur 2) van de schoonmaakrol; Figuur 6 toont op dezelfde schaal als figuur 4 een vertikale <EMI ID=17.1> 

  
 <EMI ID=18.1>  Figuur 7 toont in gedeeltelijke vertikale dwarsdoorsnede langs d j lijn VII-VII van figuur 6 zich aan het aangedreven uiteinde van de rol <EMI ID=19.1> 

  
! met onderbroken lijnen zijn weergegeven; en

  
 <EMI ID=20.1> 

  
Figuur 1 toont schematisch een drukplaatcylinder 10, een over-  <EMI ID=21.1> 

  
overbrengrollen niet zijn afgebeeld, daar deze geen deel uitmaken van de uitvinding. Een gedeelte van een zijframe 16 is in figuur 1 te zien, tezamen met een doosvormig framedeel 18 van het frame van de pers, welk deel 18 zich evenwijdig met de assen van de cylinders 10, 12 en 14 door de pers uitstrekt. Het deel 18 bevindt zich juist boven de kneep van

  
 <EMI ID=22.1> 

  
een geschikte bevestigingsmogelijkheid voor de inrichting van de onderhavige uitvinding.

  
Verwezen wordt naar de figuren 2-4 en 6, alsmede naar figuur 1. Een cylindrische schoonmaakrol 20 heeft een buiten de uiteindenvan de 

  
 <EMI ID=23.1> 

  
cylindrische kern, waarover een nauw sluitende laag van lamswol is geschoven en strak is bevestigd. Een stel eindsteunen voor de rol 20

  
 <EMI ID=24.1> 

  
het bijbehorende eindgedeelte van de as 22 roteerbaar ondersteunt. Elk van de blokken 24 is voorzien van een een geheel daarmee vormende, Tvormige tong 28, die reikt in een korresponderend vertikaal spoor 30, dat wordt gevormd door een rechtopstaand kanaalorgaan, dat aan het orgaan 18 is bevestigd. Uit de figuren blijkt, dat de bodem of onderflens van elk kanaal is bevestigd aan het oppervlak van het orgaan 18, waarbij

  
 <EMI ID=25.1> 

  
gekeerde randen hebben, die een vertikale doorgang vormen voor de complementair gevormde tong 28. De twee sporen 30 zijn met horizontale tussenafstand op het orgaan 18 aangebracht en bevinden zich juist buiten de respectieve uiteinden van de tegendrukcylinder 14. De schoonmaakrol
20 heeft een lengte, die bij benadering gelijk is aan de lengte van de tegendrukcylinder 14 (figuur 3); het cylindrische oppervlak van de rol
20 is derhalve geschikt voor elke papieren maat die door de pers kan Iworden verwerkt.

  
De lagerblokken 24 kunnen in de korresponderende sporen 30 glij-  den, teneinde de vertikale stand van de rol 20 te regelen, hetgeen wordt bewerkstelligd door een stel rechtopstaande schroeven 32, die roteerbaai worden ondersteund door bodemflenzen 34, die een geheel vormen met de onderzijden van de sporen 30 (zie figuur 4). Elk van de schroeven 32  wordt weer met schroefdraad opgenomen in een zich vertikaal uitstrek-  kende, van binnenschroefdraad voorziene opening, door een tong 28 van  een korresponderend blok 24, zodat bij rotatie van de schroeven 32 de lagerblokken 24 bovenwaarts of benedenwaarts in de sporen 30 glijden.  Elk van de schroeven 32 kan worden verdraaid door een stang 36 die met 

  
 <EMI ID=26.1> 

  
 <EMI ID=27.1> 

  
stang 36 wordt nabij het bovenste uiteinde ondersteund door een lager
42, dat op een klem 44 is gemonteerd, welke om een dwarsstaaf 46 grijpt die deel uitmaakt van het frame van de pers. In figuur 2 is te zien, 

  
 <EMI ID=28.1>  zich aanzienlijk boven de respectieve uiteinden van de tegendrukcylinde
14 bevinden, zodat de knoppen eenvoudig kunnen worden bediend door het bedienend personeel.

  
De rol 20 dient om bestuivingspoeder van de vellen op de tegen-

  
 <EMI ID=29.1> 

  
welke plaatsvindt bij de kneep van de tegendrukcylinder 14 en de overbrengcylinder 12. Meel wordt normaliter gebruikt als bestuivingspoeder en dit is in water oplosbaar. Het door het oppervlak van de rol 20 verzamelde poeder wordt van de rol verwijderd door de werking van een schraapmes 48, dat zich over de lengte van de rol 20 evenwijdig met de rotatieas van de rol, bepaald door de as 22, uitstrekt. Een plaatvormig

  
 <EMI ID=30.1> 

  
tevens een geleidingsorgaan 50 om het poeder van het mes 48 naar een

  
 <EMI ID=31.1> 

  
 <EMI ID=32.1> 

  
 <EMI ID=33.1> 

  
van de pers.

  
 <EMI ID=34.1> 

  
Ilangwerpige rechthoekige achterplaat 56 op het plaatmateriaal bevestigd

  
 <EMI ID=35.1> 

  
 <EMI ID=36.1> 

  
 <EMI ID=37.1> 

  
 <EMI ID=38.1> 

  
rechtopstaande, van schroefdraad voorziene stangen 64 op korresponde-  rende lagerblokken 24 (zie figuur 5 en 7) omsluiten. In figuur 7 is een deel van het schraapmesgedeelte van het plaatvormige orgaan weggebroken en is een deel van de achterplaat 56 eveneneens weggebroken en met onder -

  
 <EMI ID=39.1> 

  
igen 62 binnenwaarts liggen, voorkomen longitudinale beweging van de as
58, maar de as 58 kan wel in de richting van het uurwerk draaien om de

  
 <EMI ID=40.1> 

  
binnenwaarts reikende aanslagen 68 op de lagerblokken 24 begrensde  positie. 

  
De positie van het schraapmes 48 ten opzichte van de rol 20 kan worden ingesteld met behulp van een stel moeren 70 op de draadeinden 64

  
 <EMI ID=41.1> 

  
! een onderliggende schroefveer 72, die zich samengedrukt om de staaf 64 bevindt. 

  
De geleiding 50 is in eindaanzicht gebogen (zie figuur 6) en j strekt zich bovenwaarts en achterwaarts uit en vervolgens neerwaarts in

  
 <EMI ID=42.1> 

  
! Daar een enkel plaatvormig orgaan zowel het oppervlak van het schraap-

  
 <EMI ID=43.1> 

  
; het geleidingsorgaan 50, is het duidelijk, dat het geleidingsorgaan en

  
 <EMI ID=44.1> 

  
 <EMI ID=45.1> 

  
verbinding, teneinde water aan de bak toe te voeren, en een pijpleiding

  
 <EMI ID=46.1> 

  
 <EMI ID=47.1> 

  
De rol 20 wordt op een voor de betreffende pers geschikte wijze 

  
 <EMI ID=48.1> 

  
ene uiteinde van de as 22 middels een riem 82 verbonden met een aandrijf-

  
 <EMI ID=49.1> 

  
 <EMI ID=50.1> 

  
 <EMI ID=51.1> 

  
grijpers 90 van het toevoermechanisme van de pers bevinden, af. De grij.-

  
 <EMI ID=52.1> 

  
 <EMI ID=53.1> 

  
 <EMI ID=54.1>  1   <EMI ID=55.1> 

  
de lange rand van de plaat is voorzien van een reeks inkepingen 98, die

  
 <EMI ID=56.1> 

  
kepingen 98 bevinden zich in de naijlende rand van het schild 86, ge-

  
 <EMI ID=57.1> 

  
de grijpers 90 groeven veroorzaken in het oppervlak van de rol 20, ten-

  
 <EMI ID=58.1> 

  
minimaliseren, als de uitsparing 88 bij elke omwenteling van de eylinder 

  
 <EMI ID=59.1> 

  
In bedrijf wordt de schoonmaakrol 20 door bediening van de knoppen 40 bij voorkeur zodanig ingesteld, dat het cylindrische schoonmaak! oppervlak zich op zeer geringe afstand (doch juist niet in contact) be- 

  
 <EMI ID=60.1> 

  
 <EMI ID=61.1> 

  
 <EMI ID=62.1> 

  
 <EMI ID=63.1> 

  
iniet het oppervlak van de rol. Indien de pers echter in bedrijf is en 

  
 <EMI ID=64.1> 

  
 <EMI ID=65.1> 

  
 <EMI ID=66.1> 

  
 <EMI ID=67.1> 

  
waarbij het oppervlak van het vel S wordt schoongeveegd door de bekle- 

  
 <EMI ID=68.1> 

  
 <EMI ID=69.1> 

  
 <EMI ID=70.1> 

  
varieert afhankelijk van de specifieke toepassing. De rol kan bijvoor- j 

  
 <EMI ID=71.1> 

  
 <EMI ID=72.1> 

  
van de rol, die voldoende zijn om aan de omtrek van de rol niet te ver- !

  
 <EMI ID=73.1>  en daardoor vastlopen van de vellen te bewerkstelligen.

  
Het door de bekleding van de rol 20 verzamelde poeder wordt ver-

  
 <EMI ID=74.1> 

  
zette bekleding van de roterende rol 20. Het verzamelde poeder wordt

  
 <EMI ID=75.1> 

  
naar rechts afgebogen, zodat het poeder in het geleidingsorgaan 50 wordt gevoerd door de centrifugale kracht van de rol 20. Het poeder beweegt zich dan langs de gebogen onderzijde van het geleidingsorgaan naar de bak 52. Daar het poeder in water oplosbaar is, lost het direkt op in

  
 <EMI ID=76.1> 

  
water kan door de bak worden gecirculeerd door een niet afgebeelde pomp

  
 <EMI ID=77.1> 

  
pijpleiding 78 met een voldoende snelheid om te voorkomen, dat het poe- 

  
 <EMI ID=78.1> 

  
De werking is hetzelfde als de inrichting wordt gebruikt om i achterblijvende deeltjes van nog niet bedrukte vellen te verwijderen. 

  
 <EMI ID=79.1> 

  
 <EMI ID=80.1> 

  
 <EMI ID=81.1> 

  
worden afgevoerd. Ook kan een geschikte borstelrol (niet afgebeeld) j

  
 <EMI ID=82.1> 

  
 <EMI ID=83.1> 

  
 <EMI ID=84.1> 

  
met de verwijdering van bestuivingspoeder of achterblijvende deeltjes 

  
 <EMI ID=85.1> 

  
 <EMI ID=86.1> 

  
baan, die zich tezamen met de tegendrukeylinder in een door een baan gevoede pers beweegt. De gebezigde term "vellen" omvatten derhalve zowel  'een continue baan als opeenvolgend toegevoerde vellen. 

  
i 

  
 <EMI ID=87.1> 

  
 <EMI ID=88.1> 

Claims (1)

1. CONCLUSIES : <EMI ID=89.1>

   <EMI ID=90.1>

   drukpers bewegende vellen, gekenmerkt door een schoonmaakrol met een oppervlak, dat geschikt is om over de vellen te vegen; middelen voor het ondersteunen van de rol nabij de vellen; aandrijfmiddelen, die met de

   <EMI ID=91.1>

   <EMI ID=92.1>

   staande materiaal te verzamelen; een nabij de rol geplaatst opvangor-

   <EMI ID=93.1>

   <EMI ID=94.1>

   <EMI ID=95.1>

   !naar het cpvangorgaan te richten, waarbij het materiaal in de vloeistof wordt vastgehouden..

   <EMI ID=96.1>

   <EMI ID=97.1>

   <EMI ID=98.1>

   <EMI ID=99.1>

   <EMI ID=100.1>

   jkend geleidingsoppervlak heeft, waarlangs het van de rol geschraapte materiaal naar het opvangorgaan kan bewegen.

   <EMI ID=101.1>

   <EMI ID=102.1>

   aansluitend geleidingsoppervlak heeft, dat zich dwars buitenwaarts daar-!

   <EMI ID=103.1>

   <EMI ID=104.1>

   <EMI ID=105.1> opvangorgaan een bak omvat, die in hoofdzaak evenwijdig met de rotatie-

   <EMI ID=106.1>

   <EMI ID=107.1>

   <EMI ID=108.1>

   ! vloeistof daaraan en voor het afvoeren van vloeistof die materiaal bevat.

   <EMI ID=109.1>

   teriaal van zich in een drukpers bewegende vellen, gekenmerkt door een

   <EMI ID=110.1>

   jnabij de vellen; aandrijfmiddelen die met de rol zijn gekoppeld voor

   <EMI ID=111.1>

   <EMI ID=112.1>

   luchtstromingen, die de vellen zouden kunnen oplichten, wordt voorkomen&#65533;

   <EMI ID=113.1>

   steuningsmiddelen de rol zodanig positioneren, dat het oppervlak daar-

   <EMI ID=114.1>

   ' stationair is.

   <EMI ID=115.1>

   steuningsmiddelen een stel op afstand van elkaar gelegen steunen omvat-

   <EMI ID=116.1>

   i sporen korresponderende eindsteunen opnemen, die daarlangs kunnen bewe-

   <EMI ID=117.1>

   ! vellen beweegt; en dat instelmiddelen aanwezig zijn voor het verschui-

   <EMI ID=118.1>

   : de rol, als deze stationair is, verschaft. 10. Inrichting volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat het uit deeltjes bestaande materiaal mengbaar is met of oplosbaar is in een vloeistof, en dat de middelen voor het verwijderen van de deeltjes een nabij de rol geplaatst opvangorgaan omvatten, dat een hoeveelheid van de vloeistof bevat; en dat een stelsel is voorzien dat bij rotatie van de rol samenwerkt met het oppervlak daarvan teneinde het verzamelde materiaal daarvan af te schrapen en dit naar het opvangorgaan te richten, waarbij het materiaal in de vloeistof wordt vastgehouden.

   11. Inrichting volgens conclusie 7,-met het kenmerk, dat de vellen zich bewegen op een tegendrukcylinder van de drukpers, welke is voorzien van-grijpers, die met de vellen kunnen samenwerken; waarbij een schild is voorzien op de cylinder, teneinde te voorkomen dat de grijpers groeven veroorzaken in het oppervlak van de rol als deze ro-

   <EMI ID=119.1>