NL1010752C2 - Elektrische ontladingslamp. - Google Patents

Elektrische ontladingslamp. Download PDF

Info

Publication number
NL1010752C2
NL1010752C2 NL1010752A NL1010752A NL1010752C2 NL 1010752 C2 NL1010752 C2 NL 1010752C2 NL 1010752 A NL1010752 A NL 1010752A NL 1010752 A NL1010752 A NL 1010752A NL 1010752 C2 NL1010752 C2 NL 1010752C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
cable support
sleeve
insertion opening
insulating sleeve
insulating
Prior art date
Application number
NL1010752A
Other languages
English (en)
Other versions
NL1010752A1 (nl
Inventor
Yoshitaka Ohshima
Shinichi Irisawa
Kunimasa Mochiduki
Masato Harazaki
Yasuyoshi Numajiri
Takeshi Fukuyo
Original Assignee
Koito Mfg Co Ltd
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Koito Mfg Co Ltd filed Critical Koito Mfg Co Ltd
Publication of NL1010752A1 publication Critical patent/NL1010752A1/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL1010752C2 publication Critical patent/NL1010752C2/nl

Links

Classifications

    • HELECTRICITY
    • H01ELECTRIC ELEMENTS
    • H01JELECTRIC DISCHARGE TUBES OR DISCHARGE LAMPS
    • H01J61/00Gas-discharge or vapour-discharge lamps
    • H01J61/02Details
    • H01J61/36Seals between parts of vessels; Seals for leading-in conductors; Leading-in conductors
    • HELECTRICITY
    • H01ELECTRIC ELEMENTS
    • H01JELECTRIC DISCHARGE TUBES OR DISCHARGE LAMPS
    • H01J5/00Details relating to vessels or to leading-in conductors common to two or more basic types of discharge tubes or lamps
    • H01J5/50Means forming part of the tube or lamps for the purpose of providing electrical connection to it
    • H01J5/54Means forming part of the tube or lamps for the purpose of providing electrical connection to it supported by a separate part, e.g. base
    • HELECTRICITY
    • H01ELECTRIC ELEMENTS
    • H01JELECTRIC DISCHARGE TUBES OR DISCHARGE LAMPS
    • H01J61/00Gas-discharge or vapour-discharge lamps
    • H01J61/02Details
    • H01J61/30Vessels; Containers
    • H01J61/34Double-wall vessels or containers

Description

Titel: Elektrische ontladingslamp.
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een elektrische ontladingslamp omvattende een booglamp; een isolatieplug die vervaardigd is uit synthetische hars en die de booglamp ondersteunt; een metalen kabelsteun via welke 5 elektrische energie aan de booglamp kan worden toegevoerd, welke kabelsteun een gebogen deel heeft; een isolatiehuls die vervaardigd is uit keramiek, welke isolatiehuls een holle buisvorm heeft en een inwendig oppervlak waarin de kabelsteun wordt ingebracht, waarbij voorzien is in een vooraf bepaalde 10 tussenruimte tussen het binnenoppervlak van de isolatiehuls en een buitenoppervlak van de kabelsteun, en het gebogen deel van de metalen kabelsteun contact maakt met het binnenoppervlak van de isolatiehuls.
Een dergelijke lamp is bekend uit EP-A-0579.326. In 15 deze octrooiaanvrage wordt een elektrische ontladingslamp beschreven met een metalen kabelsteun die dient om het voorste einde van een booglamp te ondersteunen en om elektrische energie toe te voeren aan de booglamp, die uitsteekt uit een isolatieplug. Een isolatiehuls wordt 20 aangebracht om een gebied van de kabelsteun dat zich uitstrekt in de isolatieplug en het deel dat zich voorwaarts uitstrekt over de isolatieplug te bedekken. Als gevolg daarvan kan de isolatie tussen de positieve elektrische aansluiting en de negatieve elektrische aansluiting die 25 tegenover elkaar zijn aangebracht, worden gehandhaafd.
De in het document beschreven lamp biedt een oplossing voor het probleem, dat de kabelsteun en de isolatiehuls relatief ten opzichte van elkaar kunnen bewegen, waardoor ongewenst lawaai kan worden veroorzaakt.
30 De aansluiting van de huls zelf in de isolatieplug is echter nog steeds van dien aard, dat de kans bestaat dat de huls van de isolatieplug losbreekt. Bovendien is het 1010752 2 inbrengen van de huls in de isolatieplug lastig, in het bijzonder in het geval dat de huls enigszins is kromgetrokken. Een ander bezwaar van de conventionele structuur van de lamp is dat de diameter van de huls dermate 5 nauwkeurig moet zijn bepaald, dat de productie van hulzen een relatief hoog afvalpercentage heeft.
Doel van de onderhavige uitvinding is om te voorzien in een elektrische ontladingslamp die betrouwbaar werkt wanneer de ontladingslamp is gemonteerd en die niet het 10 gevaar heeft dat de huls breekt.
Om het bovengenoemde doel te bereiken is volgens een eerste aspect van de uitvinding voorzien in een elektrische ontladingslamp van voornoemde soort, waarbij de isolatieplug een hulsinsteekopening heeft die opent naar het voorste 15 oppervlak van de isolatieplug en waardoor het achterste einde van de isolatiehuls kan worden ingebracht en daarin past, en een kabelsteuninsteekopening met een taps toelopende opening die in verbinding staat tussen de hulsinsteekopening en de kabelsteuninsteekopening; en waarbij de vooraf bepaalde 20 tussenruimte wordt aangebracht tussen het binnenoppervlak van de hulsinsteekopening en het buitenoppervlak van de isolatiehuls.
De tussenruimte tussen het binnenoppervlak van isolatiehuls en buitenoppervlak van de kabelsteun heeft een 25 afmeting waarmee het gebogen deel van de kabelsteun in nauw contact wordt gebracht met het binnenoppervlak van de isolatiehuls zodat de kabelsteun en de isolatiehuls één geheel met elkaar vormen. Wanneer bovendien de kabelsteun wordt ingebracht in de isolatiehuls, maakt de afmeting het 30 mogelijk dat het gebogen deel van de kabelsteun elastisch wordt gedeformeerd om geleidelijk de kabelsteun in de isolatiehuls in te brengen.
De diameter van de hulsinsteekopening is groter dan de buitendiameter van de isolatiehuls. Zelfs indien de 35 buitendiameter van de isolatiehuls een zekere 101.0752 3 ft dimensioneringsfout heeft of indien de isolatiehuls enigzins kromgetrokken is, kan de isolatiehuls geleidelijk worden ingebracht in de hulsinsteekopening. Door de tapse opening wordt het achterste einde van de kabelsteun die in de 5 isolatiehuls is geduwd en die door de isolatiehuls is gegaan, langs de taps toelopende opening bewogen en naar de kabel-steuninsteekopening geleid.
Daar de kabelsteun tegen de isolatiehuls wordt gedrukt in een aantal posities in de lengterichting in de isolatie-10 huls vormt de isolatiehuls één geheel met de kabelsteun.
Derhalve worden de twee elementen niet onderling gevibreerd door een kracht van overgedragen vibraties en derhalve kan het losraken van de twee elementen worden voorkomen. Als gevolg bestaat er geen vrees dat de isolatiehuls wordt 15 gebroken.
Volgens een tweede aspect van de uitvinding is voorzien in de elektrische ontladingslamp volgens het eerste aspect, waarbij de kabelsteuninsteekopening excentrisch is ten opzichte van de hulsinsteekopening, en waarbij de 20 kabelsteun, die wordt ingebracht door de kabelsteuninsteekopening en excentrisch is ten opzichte van de hulsinsteekopening een zijoppervlak van de isolatiehuls tegen het binnenoppervlak van de hulsinbrengopening drukt.
De kabelsteun die excentrisch is ten opzichte van de 25 centrale as van de hulsinsteekopening drukt het gehele gebied van een zijoppervlak van het binnenoppervlak van de isolatiehuls in lengterichting. Hierdoor kan het losraken van de isolatiehuls van de hulsinsteekopening worden voorkomen.
De uitvinding zal in het hiernavolgende worden 30 toegelicht aan de hand van uitvoeringsvoorbeelden onder verwijzing naar de tekening. Hierin toont:
Fig. 1 is een perspectivisch aanzicht en toont een elektrische ontladingslamp volgens een eerste uitvoeringsvorm van de uitvinding; 1010752 4 fig. 2 is een zijaanzicht en toont de elektrische ontladingslamp; fig. 3 is een vooraanzicht en toont de elektrische ontladingslamp; 5 fig. 4 is een achteraanzicht en toont de elektrische ontladingslamp; fig. 5 is een verticale dwarsdoorsnede (een dwarsdoorsnede langs de lijn V-V, getoond in fig. 3) en toont de elektrische ontladingslamp; 10 fig. 6 is een uit elkaar getrokken perspectivisch aanzicht en toont een verticaal vasthoudonderdeel voor het vasthouden van de booglamp; fig. 7 is een zijaanzicht en toont de booglamp waaraan het verticale vasthoudonderdeel is bevestigd en daarmee één 15 geheel vormt; fig. 8 is een verticale dwarsdoorsnede en toont een voorste deel van de isolatieplug waaraan een basisplaat is bevestigd en daarmee één geheel vormt; fig. 9 is een perspectivisch achteraanzicht en toont 20 de basisplaat; fig. 10 is een vergrote dwarsdoorsnede en toont een hulsinsteekopning; fig. 11 is een perspectivisch aanzicht en toont een toestand waarin een kabelsteun is ingebracht in een 25 isolatiehuls; fig. 12 is een vergrote dwarsdoorsnede en toont een deel in de nabijheid van de hulsinsteekopening waarin de isolatiehuls is ingebracht; 101075t 5 r fig. 13 is een verticale dwarsdoorsnede een toont de isolatieplug met een achterste einde dat opwaarts is gericht; fig. 14 is een perspectivisch achteraanzicht en toont 5 een aansluiting van het ring-type; fig. 15 is een perspectivisch aanzicht en toont een nok waarin een aansluiting van het dop-type past; fig. 16 is een vergrote dwarsdoorsnede en toont een tweede uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding; en 10 fig. 17 is een verticale dwarsdoorsnede en toont een conventionele elektrische ontladingslamp.
Zoals getoond in fig. 17 heeft een gebruikelijke elektrische ontladingslamp een structuur waarbij een booglamp 15 5 integraal is bevestigd op een positie vóór een isolatieplug, dat wil zeggen een isolatiebasis 1 die is vervaardigd van synthetische hars.
De booglamp 5 heeft een structuur waarbij een bol 9 voor het afschermen van ultraviolette straling integraal is 20 gelast aan een booglamplichaam 6 met een ingesloten glazen bol 7 die een licht uitzendend deel vormt waarin elektroden 7a en 7b tegenover elkaar zijn aangebracht. Derhalve is de ingesloten glazen bol 7 omgeven en afgesloten door de bol 9 voor het afschermen van ultraviolette straling. De elektroden 25 7a en 7b zijn verbonden met kabeldraden 8c en 8d die zich uitstrekken vanuit de booglamp 5 door molybdeenfoliedelen 8a en 8b die verbonden zijn om afsluitdelen 8 vast te klemmen.
Het achterste einde van de booglamp 5 is ingebracht in een afsluitopening la die gevormd is in de isolatieplug 1.
30 Het achterste buitenoppervlak van de schijf 2 wordt vastgehouden door een schotelvormige schijf 2 die is vervaardigd van keramiek en is bevestigd aan het voorste oppervlak van de isolatieplug 1 met schroeven. Bovendien 1010752 6 wordt het voorste einde van de booglamp 5 ondersteund door een metalen kabelsteun 3 die voorwaarts uitsteekt over de isolatieplug 1 en dient als passage voor het toevoeren van elektrisch vermogen aan de booglamp 5. Derhalve is de 5 booglamp 5 in zijn geheel bevestigd aan de isolatieplug 1.
Het verwijzingscijfer 2a geeft een bindmiddel aan waarmee het binnendeel van de schijf 2 is gevuld. Een keramische isolatiehuls 4 is aangebracht om isolatie te handhaven tussen de positieve elektrische passages 8d, 8b en 7b en de metalen 10 kabelsteun 3 die een negatieve elektrische passage is, waarbij de isolatiehuls 4 wordt gevormd tot een cilindrische buisvorm die is aangebracht om de metalen kabelsteun te bedekken.
1010752 7
Fig. 1 tot 15 tonen een eerste uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding. Fig. 1 is een perspectivisch aanzicht en toont een elektrische ontladingslamp volgens een eerste uitvoeringsvorm van de uitvinding. Fig. 2 is een 5 zijaanzicht en toont de elektrische ontladingslamp. Fig. 3 is een vooraanzicht en toont de elektrische ontladingslamp. Fig. 4 is een achteraanzicht en toont de elektrische ontladingslamp. Fig. 5 is een verticale dwarsdoorsnede (een dwarsdoorsnede langs de lijn V-V getoond in fig. 3) en 10 toont de elektrische ontladingslamp. Fig. 6 is een uit elkaar getrokken perspectivisch aanzicht en toont een verticaal vasthoudonderdeel voor het vasthouden van een booglamp. Fig. 7 is een aanzicht en toont de booglamp waaraan het verticale vasthoudonderdeel aan één stuk is 15 bevestigd. Fig. 8 is een verticale dwarsdoorsnede en tog>nt een voorste einde van de isolatieplug waaraan een basisplaat is bevestigd en één geheel vormt. Fig. 9 is een perspectivisch achteraanzicht en toont de basisplaat. Fig. 10 is een vergrote dwarsdoorsnede en toont een deel in de 20 nabijheid van de hulsinsteekopening, waarin de isolatiehuls is ingebracht. Fig. 11 is een perspectivisch aanzicht en toont een toestand waarin een kabelsteun is ingebracht in de isolatiehuls. Fig. 12 is een vergrote dwarsdoorsnede en toont het deel in de nabijheid van de hulsinsteekopening, 25 waarin de isolatiehuls is ingebracht. Fig. 13 is een verticale dwarsdoorsnede een toont een isolatieplug met een achterste uiteinde dat naarboven is gericht. Fig. 14 is een perspectivisch achteraanzicht en toont een aansluiting van het ring-type. Fig. 15 is een perspectivisch aanzicht en 30 toont een nok waarin een aansluiting van het dop-type past.
Onder verwijzing naar de tekeningen is een isolatieplug 30 vervaardigd van synthetische hars en omvat een lampconnector C2 die kan worden verbonden met een connector Cl (zie fig. 2) voor het toevoeren van elektrisch energie 35 en één geheel vormt met het achterste uiteinde ervan. De isolatieplug 30 heeft een focusseringsring 34 die is aan- »1010752 8 gebracht op het buitenoppervlak ervan, waarbij de focusse-ringsring 34 een contactreferentievlak fl (zie fig. 2 en 5) vormt dat aangrijpt met een lampinbrengopening 102 (zie fig. 2) van een reflector 100 van een koplamp voor een 5 voertuig. Vóór de isolatieplug 30 is een booglamp 10 bevestigd en wordt ondersteund door een kabelsteun 36 die vervaardigd is van een metaal en zich voorwaarts uitstrekt over de plug 30 en een metalen draagonderdeel 50 dat bevestigd is aan het voorste oppervlak van de plug 30. Op 10 deze wijze is de elektrische ontladingslamp uitgevoerd.
Een kabeldraad 18a die zich uitstrekt vanaf het voorste einde van de booglamp 10 wordt door puntlassen bevestigd aan een gevouwen voorste uiteinde 37 van een kabelsteun 36 die zich uitstrekt vanaf de isolatieplug 30. 15 Bovendien wordt een aflopend uiteinde van de booglamp 10 vastgehouden door een metalen draagonderdeel 50 dat bestaat uit een metalen basisplaat 51 die is bevestigd aan het voorste oppervlak van de isolatieplug 30, een schuifplaat 61 en een booglamp-vasthoudband 71.
20 De booglamp 10 heeft een structuur waarbij een cilindrische bol 20 voor het afschermen van ultraviolette straling wordt gelast en hermetisch wordt verbonden met een booglamplichaam 11 met een ingesloten glazen bol 12 waarin elektroden 15a en 15b tegenover elkaar zijn aangebracht.
25 Derhalve wordt de ingesloten glazen bol 12 omgeven door de bol 20 voor het afschermen van ultraviolette straling. Het symbool L geeft een elektrische ontladingsas aan die de elektroden 15a en 15b met elkaar verbindt.
Het booglamplichaam 11 omvat de ingesloten glazen 30 bol 12 die is vervaardigd uit een kwartsglasbuis in de vorm van een cilindrische buis, die op een vooraf bepaalde positie in de lengterichting wordt gevormd en die een rotatie-elliptische vorm heeft die is aangebracht tussen afklemafsluitdelen 13a en 13b elk met een rechthoekige 35 dwarsdoorsnede. In de glazen bol 12 bevinden zich aanloop edelgas, kwik en een metaalhalogenide, bijvoorbeeld een B»1 0 10 7 5 2 9 natriumscandium-type licht-emitterende substantie. In de afklemafsluitdelen 13a en 13b zijn rechthoekige molybdeen-folie-onderdelen 16a en 16b verbonden. Wolfraamelektroden 15a en 15b die zijn aangebracht tegenover elkaar in de 5 ingesloten glazen bol 12 zijn verbonden met de molybdeen-folie-onderdelen 16a en 16b, terwijl de kabeldraden 18a en 18b zich uitstrekken naar de buitenzijde van het booglamp-lichaam 11 en zijn verbonden met de andere wolfraam-elektroden 15a en 15b. Een cilindrische bol 20 voor het 10 afschermen van ultraviolette straling met een binnen- diameter die groter is dan de diameter van de ingesloten glazen bol 12 wordt aan één stuk gelast aan het booglamp-lichaam 11. Derhalve worden gebieden van het booglamp-lichaam 11 vanaf de afknijpafsluitdelen 13a en 13b naar 15 de ingesloten glazen bol 12 ingesloten en hermetisch afgesloten door de bol 20 voor het afschermen van ultraviolette straling. Bovendien steekt een zich achterwaarts uitstrekkend deel 14b (zie fig. 5) dat geen afknijp-afsluitdeel van het booglamplichaam 11 is en dat wordt 20 gevormd tot een cilindrische buis uit over het achterste uiteinde van de bol 20.
De bol 20 is vervaardigd van kwartsglas waarin Ti02 en Ce02 zijn gedoopt en heeft een afschermwerking tegen ultraviolette straling om op betrouwbare wijze ultra-25 violette lichtstralen in een vooraf bepaald golflengte- gebied schadelijk voor het menselijk lichaam af te snijden, waarbij het licht wordt uitgezonden door de ingesloten glazen bol 12 die dient als elektrisch ontladingsdeel. Het inwendige deel van de bol 20 is vacuüm of is in een 30 toestand waarin inactief gas is ingesloten. Derhalve heeft de bol 20 een warmte-isolerende werking voor het isoleren van warmte die wordt uitgestraald vanuit de ingesloten glazen bol 12 die het elektrische ontladingsdeel is. Als gevolg is het ontwerp zodanig geprepareerd dat de 35 karakteristieken van de lamp niet worden beïnvloed door veranderingskrachten in de uitwendige omgeving.
*10 10752 10
Derhalve worden de metalen onderdelen zoals de kabelsteun 36 en de schuifplaat 61 bestraald met licht waaruit de ultraviolette stralen in een vooraf bepaald golflengtegebied zijn weggesneden. Derhalve kan de 5 hoeveelheid vrije elektronen die worden geëxciteerd en derhalve ontladen naar het uitwendige van de metalen onderdelen worden verminderd. Als gevolg kan het probleem dat de stoomdruk van de licht-emitterende substantie in de ingesloten glazen bol 12 wordt gereduceerd worden 10 voorkomen.
Een cilindrisch inwendig buisonderdeel 31 met een opening 32 waardoor het zich achterwaarts uitstrekkende deel 14b van de booglamp 10 kan worden ingebracht wordt gevormd aan de voorzijde van de isolerende plug 30. Een 15 cilindrisch buitenste buisdeel 33 met de focusseringsring 34 die gevormd is aan de omtrek ervan wordt gevormd rond het inwendige buisdeel 31 met uitzondering van een brugdeel 35 (zie fig. 3 en 6) met daarin gevormd een kabelsteun-insteekopening 35b.
20 Een metalen basisplaat 51 voor het vormen van een referentievlak is hermetisch bevestigd aan het voorste einde van het cilindrische buisdeel 31. Zoals getoond in fig. 6 en 8 in de vorm van vergrote aanzichten heeft de basisplaat 51 een vorm zodanig dat een cilindrisch deel 54 25 is gevormd aan het inwendige uiteinde van een ringvormig substraat 52. Door het uitvoeren van insteekgieten, hetgeen spuitgieten is dat zodanig wordt uitgevoerd dat de basisplaat 51 wordt ingebracht in een vorm, wordt de basisplaat 51 geïntegreerd met de isolatieplug 30 in een toestand 30 waarin het ringvormige substraat 52 vrij ligt. Vier gevouwen delen 56 die naar buiten zijn gevouwen worden gevormd op dezelfde intervallen in de omtreksrichting van het voorste uiteinde van het cilindrisch deel 54. De gevouwen delen 56 zijn ingebed in het cilindrische buisdeel 35 31 van de isolatieplug 30 en dienen als separatiestoppers.
Derhalve wordt de basisplaat 51 stevig bevestigd en P1 0 10752 11 geïntegreerd met het cilindrische buisdeel 31. Derhalve bestaat geen risico van separatie bijvoorbeeld afbladdering van de basisplaat 51 van de isolatieplug 30.
Het voorste oppervlak van het ringvormige substraat 5 52 van de basisplaat 51 dat is geïntegreerd met de isolatieplug 30 wordt gevormd tot een referentievlak f2 (zie fig. 5 en 8) en loopt parallel met een referentievlak fl (zie fig. 2 en 5) van de focusseringsring 34, die een plaatsingsreferentie-onderdeel ten opzichte van de 10 reflector 100. Een metalen verticaal vasthoudonderdeel 60 wordt verbonden met het bovenoppervlak van een basisdeel 52 van de basisplaat 51, waarbij het verticale vasthoudonderdeel 60 een metalen schuifplaat 61 en een booglamp-vasthoudband 71, vervaardigd van een metalen materiaal, 15 omvat. Het verticale vasthoudonderdeel 60 dat is opgesteld op een zodanig wijze dat deze de bol 20 van booglamp 10 vasthoud, wordt gelast en bevestigd. Derhalve wordt een elektrische ontladingsas L van de booglamp 10 in een vooraf bepaalde positie op de centrale as L2 (verwezen wordt naar 20 fig. 2 en 13) van de focusseringsring 34 gebracht.
Dat wil zeggen dat, zoals getoond in fig. 6, de booglamp-vasthoudband 71 van het verticale vasthoudonderdeel 60 rechthoekige lipvormige onderdelen 74 heeft, die y elk zijn gevouwen tot een L-vormige dwarsdoorsnede en 25 gevormd zijn bij elk van de twee aansluitende delen van een langwerpig bandlichaam 72. Wanneer de lipvormige onderdelen 74 van het bandlichaam 72 die gewonden zijn rond de bol 20 van de booglamp 10 tegen elkaar aan moeten komen bij puntlassen in een puntlasdeel 75, kan de booglamp-vasthoud-30 band 71 worden gewonden rond de bol 20 en kan worden bevestigd aan de bol 20. Elk van twee gevouwen delen 73 wordt in de lengterichting van het bandlichaam 72 gevormd. Wanneer de gevouwen delen 73 elastisch worden gedeformeerd trekt het bandlichaam 72 samen in de lengterichting.
35 Derhalve kan het bandlichaam 72 worden gewonden rond de bol 20 en kan worden bevestigd aan de bol 20.
(»1 0 10752 12
Zoals getoond in fig. 6 en 7 wordt de metalen schuifplaat 61 van het verticale vasthoudonderdeel 60 gevormd tot een ringvorm met een basisdeel 62 dat past bij de basis 52 van de basisplaat 51. Vier lipvormige vasthoud-5 onderdelen 64 in de vorm van bladveren die zijn aangebracht om rechtop te staan door snijden worden gevormd op dezelfde intervallen in de omtreksrichting van het inwendige einde van het basisdeel 62. Het buitenoppervlak van de booglamp-vasthoudband 71 die gewonden is rond de bol 20 van de 10 booglamp 10 en derhalve bevestigd aan de bol 20 wordt vastgehouden tussen de lipvormige vasthoudonderdelen 64. Bovendien worden de lipvormige vasthoudonderdelen 64 laser-gelast aan de booglamp-vasthoudband 71 op laser-gelaste delen 65. Derhalve vormt de booglamp 10 één stuk met de 15 schuifplaat 61 op een zodanige wijze dat de elektrische ontladingsas L van de booglamp 10 loodrecht staat op een verbindingsoppervlak f3 dat een bodemoppervlak van het basisdeel 62 van de schuifplaat 61 (zie fig. 7), van de schuifplaat 61 met de basisplaat 51 is en apart ligt van 20 het bodemoppervlak f3 van het basisdeel 62 over een vooraf bepaalde afstand Hl.
De schuifplaat 61, namelijk het verticale vasthoudonderdeel waarmee de booglamp 10 één geheel vormt wordt geschoven langs de basisplaat 51. Wanneer de elektrische 25 ontladingsas L samenvalt met de centrale as L2 van de focusseringsring 34, die de centrale as is van de elektrische ontladingslamp, vormt de booglamp 10 één geheel met de isolatieplug via het verticale vasthoudonderdeel 60. Derhalve wordt elektrische ontladingsas L van de booglamp 30 10 in een vereiste positie met betrekking tot de focusseringsring 34 gebracht.
Een isolatiehuls 38, waarin de kabelsteun 36 is ingebracht die wordt gevormd tot een cilindrische buisvorm en die vervaardigd is van keramiek, wordt ingebracht in de 35 hulsinbrengopening 35a die open is naar het voorste oppervlak van de isolatieplug 30. Een inbrenguiteinde van 1 0 10752 13 de kabelsteun 36 steekt achterwaarts uit over een kabel-steuninsteekopening 35b (zie fig. 5 en 10) , die is gevormd in het bodemdeel van de hulsinsteekopening 35a en doordringt in de achterzijde van de isolatieplug 30. Vervolgens 5 wordt het inbrengeinde ingebracht in een aangrijpings-opening 45a van een aansluiting 44 van het ring-type en gelast aan de aangrijpingsopening 45a.
De isolatiehuls 38 wordt aangebracht om in wezen het gehele gebied van een recht deel van de kabelsteun 36 die 10 dient als positieve passage voor elektrische energie te bedekken. Derhalve kan isolatie vanaf de kabeldraad 18b bij het achterste einde van de booglamp 10 die dient als positieve passage voor elektrische energie worden gehandhaafd.
15 Zoals in fig. 10 vergroot getoond, wordt een taps toelopende opening 35c die zich uitstrekt naar de kabel-steuninsteekopening 35b gevormd in het bodemdeel van de hulsinbrengopening 35a. Het inbrengeinde van de kabelsteun dat doordringt in de isolatiehuls 38 wordt geleid door de 20 taps toelopende opening 35c en wordt ingevoerd in de kabelsteuninsteekopening 35b. Derhalve kan de werking voor het inbrengen van de kabelsteun 36 in de kabelsteuninsteekopening 35b gemakkelijk worden uitgevoerd.
De diameter van de hulsinsteekopening 35a is 2,5 mm, 25 de buitendiameter van de isolatiehuls 38 is 2,1 mm, de binnendiameter van de isolatiehuls 38 is 1,0 mm en de buitendiameter van de kabelsteun 36 is 0,6 mm. Zoals getoond in fig. 12 wordt het ontwerp zodanig voorbereid dat tussenruimten SI en S2 elk met een afmeting van 0,4 mm 30 worden aangebracht tussen het binnenoppervlak van de hulsinsteekopening 35a en het buitenoppervlak van de isolatiehuls 38 en tussen het binnenoppervlak van de isolatiehuls 38 en het buitenoppervlak van de kabelsteun 36. Derhalve kan, zelfs indien de buitendiameter en de 35 binnendiameter de isolatiehuls 38 een dimensiefout van »1010752 14 ±0,2 mm of een kromtrekken met een afmeting van ongeveer 0,3 mm hebben, de inrichting op bevredigende wijze werken.
Daar de isolatieplug 30 een product dat vervaardigd is uit synthetische hars en de kabelsteun 36 vervaardigd is 5 van een metalen materiaal, kunnen de diameter van de huls-insteekopening 35a en de buitendiameter van de kabelsteun 36 nauwkeurig worden gerealiseerd. Een dimensiefout kan echter gemakkelijk worden ingevoerd in de buitendiameter en de binnendiameter van de isolatiehuls 38 die is vervaardigd 10 van keramiek, gewoonlijk alumina. Bovendien trekt de isolatiehuls 38 gemakkelijk krom. Derhalve worden de diameter van de hulsinsteekopening 35a en de buitendiameter van de kabelsteun 36 vooraf bepaald met inachtneming van de dimensiefout van de isolatiehuls 38, die wordt gevormd door 15 sinteren. Zelfs indien een zekere fout wordt ingevoerd in de buitendiameter, de binnendiameter en de rechtheid van de isolatiehuls 38 is het inbrengen en onderbrengen van de isolatiehuls 38 in de hulsinsteekopening 35a en het inbrengen van de kabelsteun 36 in de isolatiehuls 38 20 mogelijk.
De kabelsteun 36 wordt onder een in wezen rechte hoek naar de centrale as van de isolatieplug 30 gebogen in een positie waarbij de kabelsteun 36 vrijkomt over het voorste einde van de isolatiehuls 38. Het voorste einddeel 25 van de booglamp 10 wordt ondersteund door het gevouwen deel 37. Zoals getoond in fig. 11 zijn twee naburige gebogen delen 36a die zijn gevormd tot tegengestelde golfvormen elk met een krommingsstraal van 35,9 mm en inflectiepunten PI en P2, die apart van elkaar liggen over h (1,3 mm) 30 aangebracht voor delen van de kabelsteun nabij het voorste einde daarvan in de lengterichting. Een afknijpdeel 37 is gevormd in een gevouwen deel 37 aan het voorste einde van de kabelsteun 36 en is aangebracht om puntlassen van de kabeldraad mogelijk te maken.
35 In een toestand waarin de kabelsteun 36 is ingebracht in de isolatiehuls 38, worden de golfvormig 1 0 10752 15 gebogen delen 36a aangedrukt tegen het binnenoppervlak van de isolatiehuls 38, zoals getoond in fig. 5. Derhalve wordt het deel van de isolatiehuls 38 nabij het voorste einde ervan elastisch ondersteund door de golfvormig gebogen 5 delen 36a van de kabelsteun 36. Dientengevolge kan het losraken van de isolatiehuls 38 ten opzichte van de kabelsteun 36 worden voorkomen.
Wanneer de kabelsteun 36 wordt ingebracht in de isolatiehuls 38 worden de gebogen delen 36a elastisch 10 gedeformeerd tot een rechte vorm wanneer de kabelsteun 36 wordt ingebracht in de isolatiehuls 38. Derhalve kan de kabelsteun 36 geleidelijk worden ingebracht in de isolatiehuls 38. In het bijzonder geven de gebogen delen 36a die zijn gevormd nabij het voorste einde van de 15 kabelsteun 36 geen grote verschuiving en frictieweerstand wanneer de kabelsteun 36 wordt ingebracht in de isolatiehuls 38.
De gebogen delen 36a worden gevormd in hetzelfde vlak als die van het gevouwen deel 37 van de kabelsteun dat 20 het voorste einddeel van de booglamp 10 ondersteunt.
Derhalve kan ook een belasting die werkt vanaf het voorste einddeel van de booglamp 10 op de kabelsteun 36 worden verdragen.
Zoals beschreven in het bovenstaande worden de 25 afmeting (de krommingsstraal van 35,9 mm en de verticale afstand tussen de inflectiepunten PI en P2 van de gebogen delen van 1,3 mm) van de gebogen delen 36a van de kabelsteun en de tussenruimte S2 (0,4 mm) tussen het binnenoppervlak van de isolatiehuls 38 en het buitenoppervlak van 30 de kabelsteun 36 bepaald. Dat wil zeggen de bepaalde afmetingen maken het mogelijk dat de gebogen delen 36a van de kabelsteun 36 die is ingebracht in de isolatiehuls 38 tegen het binnenoppervlak van de isolatiehuls 38 worden gedrukt. Derhalve kan de isolatiehuls 38 worden 35 geïntegreerd met de kabelsteun 36. Bovendien kunnen (de »1 0 10 7 5 2 16 gebogen delen 36a van) de kabelsteun 36 geleidelijk worden ingebracht in de isolatiehuls 38.
De kabelsteuninsteekopening 35b en de aangrijpingsopening 45a zijn excentrisch met δ (0,4 mm of 5 groter) vervaardigd naar de buitenzijde van de centrale as van de focusseringsring 34 vanaf de hulsinsteekopening 35a. In een toestand waarbij het insteekeinde van de kabelsteun 36 is ingebracht, gelast en bevestigd aan de openingen 35b en 45a, drukt de kabelsteun 36 die excentrisch is ten 10 opzichte van de hulsinsteekopening 35a en die zich recht uitstrekt, een zijdeel van het binnenoppervlak van de isolatiehuls 38 naar het binnenoppervlak van de hulsinsteekopening 35a, zoals getoond in fig. 12. Als gevolg wordt een toestand gerealiseerd waarin het gehele lichaam 15 van de isolatiehuls 38 wordt vastgehouden tussen de kabelsteun 36 en het binnenoppervlak van de hulsinsteekopening 3 5a.
Derhalve rammelt de isolatiehuls 38 die is ingebracht in de hulsinsteekopening 35a niet ten opzichte 20 van de hulsinsteekopening 35a ondanks de aangebrachte tussenruimte SI vanaf hulsinsteekopening 35a en de tussenruimte S2 vanaf de kabelsteun 36.
Daar een voorwaartse beweging van de isolatiehuls 38 wordt belemmerd door het gevouwen deel 37 aan het voorste 25 einde van de kabelsteun 36 kan een voorwaarts en achterwaarts rammelen van de isolatiehuls 38 worden voorkomen.
Daar de kabelsteuninsteekopening 35b excentrisch is vanaf de hulsinsteekopening 35a, kan het inbrengeinde van de kabelsteun 36 niet gemakkelijk worden ingebracht in de 30 kabelsteuninsteekopening 35b. Het insteekeinde van de kabelsteun 36 dat met kracht wordt ingebracht naar de bodem van de hulsinsteekopening 35a wordt geleid naar de kabelsteuninsteekopening 35b langs de taps toelopende opening 35c. Derhalve kan het inbrengen gemakkelijk en 35 betrouwbaar worden uitgevoerd.
0 1 0 7 5 2 17
Een cilindrisch buitenste buisdeel 42 dat zich naar achteren uitstrekt en een cilindrische nok 43 die zich naar achteren uitstrekt in het buitenste buisdeel 42 worden gevormd aan het achterste uiteinde van de isolatieplug 30.
5 De cilindrische aansluiting 44 van het ring-type die de negatieve aansluiting vormt van de lampconnector C2 is aan één stuk bevestigd met het buitenoppervlak van het basisdeel van het buitenste buisdeel 42. Bovendien past een aansluiting 47 van het dop-type die dient als positieve 10 aansluiting van de lampconnector aan één stuk bij de nok 43.
Zoals getoond in fig. 13 en 14 heeft de aansluiting 44 van het ring-type een cilindrisch vorm, voorzien van een buitenwaartse flens 45. De aansluiting 44 van het ring-type 15 is geïntegreerd met de isolatieplug 30 door spuitgieten hetgeen zodanig wordt uitgevoerd dat het spuitgieten wordt uitgevoerd in een toestand waarin de aansluiting 44 van het ring-type is ingebracht in een vorm. De buitenwaartse flens 45 heeft een aangrijpingsopening 45a waarmee het achterste 20 uiteinde van de kabelsteun 36 die door de isolatieplug 30 loopt is bevestigd door laser-lassen. Bovendien zijn drie uitgesneden delen 45b voor het plaatsen van de aansluiting 44 van het ring-type bij de omtreksrichting ten opzichte van de isolatieplug 30 met dezelfde intervallen aangebracht 25 voor de buitenwaartse flens 45 in de omtreksrichting.
Vier verticale ribben 43a die zich uitstrekken in de axiale richting zijn met gelijke intervallen aangebracht voor het buitenoppervlak van de nok 43 in omtreksrichting. Derhalve kan de adhesiekracht van de aansluiting 47 van het 30 dop-type dat is bevestigd aan de nok 43 worden verhoogd.
Als gevolg kan separatie van de aansluiting 47 van het dop-type worden voorkomen. Een kabeldraad-aangrijpings-opening 48 is gevormd aan het boveneinde van de aansluiting 47 van het dop-type. Derhalve wordt de kabeldraad 18b die 35 zich uitstrekt vanaf het achterste einde van de booglamp 10 en door de opening 32 kan gaan van de isolatieplug 30 en de P1 0 10752 18 kabeldraad-insteekopening 43b aangegrepen en laser-gelast aan de aangrijpingsopening 48.
Fig. 16 is een vergrote dwarsdoorsnede en toont een tweede uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding.
5 De eerste uitvoeringsvorm heeft de structuur waarbij de kabelsteuninsteekopening 35b waarin het achterste einde van de kabelsteun 36 wordt ingebracht excentrisch is vanaf de hulsinsteekopening 35a. In deze uitvoeringsvorm vallen de kabelsteuninsteekopening 35b waarin het achterste einde 10 van de kabelsteun 36A wordt ingebracht en de aangrijpingsopening 45a van de aansluiting 44 van het ring-type waaraan het achterste einde van de kabelsteun 36A wordt gelast en bevestigd, samen met de centrale as van de hulsinsteekopening 35a. Als gevolg wordt de tussenruimte 15 SI' aangebracht tussen het bi’nnenoppervlak van de hulsinsteekopening 35a en het buitenoppervlak van de isolatie-huls 38.
De golfvormige gebogen delen 36a zijn met dezelfde intervallen aangebracht over de gehele lengte van het 20 rechte deel van de kabelsteun 36A. Derhalve is de isolatie-huls 38 hermetisch geïntegreerd met de kabelsteun 36A. Derhalve kan het rammelen van de isolatiehuls 38 ten opzichte van de kabelsteun 36A en met betrekking tot de hulsinsteekopening 35a worden voorkomen.
25 De andere structuren zijn hetzelfde als die van de eerste uitvoeringsvorm. Dezelfde elementen worden weergegeven door dezelfde verwijzingscijfers en dezelfde elementen zijn weggelaten uit de beschrijving.
De bovengenoemde uitvoeringsvormen hebben de 30 structuur waarbij de bol 20 voor het isoleren van ultraviolette straling integraal is gelast aan het booglamp-lichaam 11. De onderhavige uitvinding kan worden toegepast op een elektrische ontladingslamp met een structuur waarbij de bol 20 voor het isoleren van ultraviolette straling niet 35 gelast is aan het booglamplichaam 11; waarbij het voorste einddeel van het booglamplichaam 11 wordt ondersteund door P1 0 10752 19 de kabelsteun 36; en het achterste einde van het booglamp-lichaam 11 wordt ondersteund door een ander metalen ondersteuningsonderdeel dat bevestigd is aan het voorste oppervlak van de isolatieplug 30; en waarbij het booglamp-5 lichaam 11, de kabelsteun 36 en het gehele lichaam van het andere metalen ondersteuningsonderdeel worden omgeven door een bekervormige bol voor het isoleren tegen ultraviolette straling waarbij het basisdeel is bevestigd aan het voorste oppervlak van de isolatieplug 30.
10 De eerste en tweede uitvoeringsvormen hebben de structuur waarbij de isolatiehuls 38 is aangebracht om het in wezen gehele rechte deel van de kabelsteun 36 (36A) te bedekken. De uitvinding kan worden toegepast bij een elektrische ontladingslamp met een structuur waarbij een 15 kabelsteun uit kan steken over het voorste oppervlak van de isolatieplug 30 door integrale vorming of dergelijke; en waarbij de isolatiehuls 38 is aangebracht om slechts het deel van de kabelsteun te bedekken dat voorwaarts vooruitsteekt over de isolatieplug.
20 In de bovengenoemde uitvoeringsvormen zijn de gebogen delen 36a afzonderlijk van de gevouwen deel 37 aangebracht. In plaats daarvan kan een deel van het gevouwen deel 37 drukken tegen de isolatiehuls 38, en deze kan namelijk dienen als een gebogen deel 36a om contact te 25 zijn met de isolatiehuls 38 zonder enige afzonderlijke gebogen delen.
Zoals duidelijk zal zijn uit de beschrijving heeft de elektrische ontladingslamp volgens de uitvoeringsvormen van de uitvinding een structuur waarbij de diameter van de 30 isolatiehuls voldoende groter is dan de buitendiameter van de kabelsteun. Derhalve kan het inbrengen van de kabelsteun in de isolatiehuls geleidelijk worden uitgevoerd. Als gevolg kan het monteren van de elektrische ontladingslamp worden vergemakkelijkt.
35 Daar de kabelsteun en de isolatiehuls hermetisch met elkaar via het gebogen deel zijn geïntegreerd, worden de »10 10752 20 twee elementen samen bewogen en gaan heen en weer met elkaar zelfs met overgedragen vibraties. Derhalve kunnen de problemen die worden ondervonden met de conventionele structuur bijvoorbeeld het rammelen tussen de twee 5 elementen, de collisieruis en het breken van de isolatie-huls worden voorkomen.
Zelfs een isolatiehuls, die is geclassificeerd als defect product vanwege bijvoorbeeld een zeer groot verschil in binnendiameter kan worden gebruikt als adequaat product. 10 Derhalve kan het vervaardigingsrendement van de gevormde isolatiehuls worden verbeterd. Dientengevolge kunnen de kosten van de elektrische ontladingslamp worden verminderd.
Voorts wordt de isolatiehuls aangebracht om het in wezen totale gebied van het rechte deel van de kabelsteun 15 te bedekken. Derhalve kan isolatie worden gehandhaafd tussen de kabelsteun, die de doorgang is voor elektrisch vermogen, en de corresponderende passage voor elektrisch vermogen.
Daar de diameter van de hulsinsteekopening voldoende 20 groter is dan de buitendiameter van de isolatiehuls, kan het inbrengen van de isolatiehuls in de isolatie-insteek-opening geleidelijk worden uitgevoerd. Dientengevolge kan het monteren van de elektrische ontladingslamp nog gemakkelijker worden uitgevoerd. Hoewel de tussenruimte 25 wordt gevormd tussen de isolatiehuls en de hulsinsteek- opening, voorkomt de structuur waarbij de isolatiehuls en de kabelsteun hermetisch met elkaar zijn geïntegreerd het rammelen van de isolatiehuls ten opzichte van de huls-insteekopening.
30 Voorts kan het achterste uiteinde van de kabelsteun geleidelijk worden ingebracht in de kabelsteuninsteek-opening die voortgaat naar de achterzijde van de isolatie-plug. Derhalve kan de werking voor het verenigen van de kabelsteun aan de isolatieplug makkelijk worden uitgevoerd. 35 Dientengevolge kan het monteren van de elektrische ontladingslamp nog gemakkelijker worden uitgevoerd.
ΠΟ 107 5 Γ.
21
De isolatiehuls wordt voorts hermetisch vastgehouden in de hulsinsteekopening door de kabelsteun die excentrisch is vanaf de hulsinsteekopening. Derhalve rammelt de isolatiehuls niet ten opzichte van de hulsinsteekopening.
5 Derhalve kan het probleem van ruis nog meer worden voorkomen.
Daar de isolatiehuls met een kleine fout in de buitendiameter kan worden gebruikt als een toereikend product kan het vervaardigingsrendement van de gevormde 10 isolatiehulzen op significante wijze worden verbeterd.
*10 10752

Claims (6)

1. Elektrische ontladingslamp omvattende: een booglamp; een isolatieplug die vervaardigd is uit synthetische hars en die de booglamp ondersteunt; 5 een metalen kabelsteun via welke elektrische energie aan de booglamp kan worden toegevoerd, welke kabelsteun een gebogen deel heeft; een isolatiehuls die vervaardigd is uit keramiek, welke isolatiehuls een holle buisvorm heeft en een inwendig 10 oppervlak waarin de kabelsteun wordt ingebracht, waarbij voorzien is in een vooraf bepaalde tussenruimte tussen het binnenoppervlak van de isolatiehuls en een buitenoppervlak van de kabelsteun, en het gebogen deel van de metalen kabelsteun contact maakt met het binnenoppervlak van de 15 isolatiehuls, met het kenmerk, dat de isolatieplug een hulsinsteekopening heeft die opent naar het voorste oppervlak van de isolatieplug en waardoor het achterste einde van de isolatiehuls wordt ingebracht en 20 daarin past, en een kabelsteuninsteekopening met een taps toelopende opening die in verbinding staat tussen de hulsinsteekopening en de kabelsteuninsteekopening; en dat de vooraf bepaalde tussenruimte wordt aangebracht tussen het binnenoppervlak van de hulsinsteekopening en het 25 buitenoppervlak van de isolatiehuls.
2. Elektrische ontladingslamp volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de kabelsteuninsteekopening excentrisch is ten opzichte van de hulsinsteekopening, en dat de kabelsteun die via de kabelsteuninsteekopening wordt ingebracht en 30 excentrisch is ten opzichte van de hulsinsteekopening, een zij oppervlak van de isolatiehuls tegen het binnenoppervlak van de hulsinsteekopening drukt. 1010752
3. Elektrische ontladingslamp volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de metalen kabelsteun voorts een draaglichaam en een gevouwen voorste uiteinde, dat vanaf het draaglichaam gevouwen is, omvat, en dat het gebogen deel in 5 het draaglichaam is gevormd nabij het gevouwen voorste einde om op een aantal punten te drukken tegen een binnenoppervlak van de isolatiehuls.
4. Elektrische ontladingslamp volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat het gebogen deel van de metalen kabelsteun 10 verscheidene golfvormige gebogen delen omvat die over in wezen de gehele lengte van het draaglichaam zijn aangebracht.
5. Elektrische ontladingslamp volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de metalen kabelsteun en de isolatiehuls waarin de metalen kabelsteun wordt ingebracht 15 buiten de booglamp zijn aangebracht.
6. Elektrische ontladingslamp volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de metalen kabelsteun voorts een draaglichaam, een eerste gevouwen voorste einde dat is gevouwen vanaf het draaglichaam, en een tweede gevouwen 20 voorste einde dat is gevouwen vanaf het eerste gevouwen voorste einde omvat, zodat een steundraad van de ontladingslamp tussen het eerste gevouwen voorste einde en het tweede gevouwen voorste einde kan worden vastgehouden. 1010752
NL1010752A 1997-12-08 1998-12-07 Elektrische ontladingslamp. NL1010752C2 (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
JP33709097 1997-12-08
JP33709097A JP3641120B2 (ja) 1997-12-08 1997-12-08 放電ランプ装置

Publications (2)

Publication Number Publication Date
NL1010752A1 NL1010752A1 (nl) 1999-06-09
NL1010752C2 true NL1010752C2 (nl) 2000-04-18

Family

ID=18305346

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1010752A NL1010752C2 (nl) 1997-12-08 1998-12-07 Elektrische ontladingslamp.

Country Status (7)

Country Link
US (1) US6274973B1 (nl)
JP (1) JP3641120B2 (nl)
CN (1) CN1129165C (nl)
DE (1) DE19856602B4 (nl)
FR (1) FR2772983B1 (nl)
GB (1) GB2332088B (nl)
NL (1) NL1010752C2 (nl)

Families Citing this family (18)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
JP3657461B2 (ja) * 1999-06-15 2005-06-08 株式会社小糸製作所 放電バルブ
US6876151B2 (en) * 2000-04-03 2005-04-05 Matsushita Electric Industrial Co., Ltd. Discharge lamp and lamp unit
EP1227511A1 (en) * 2001-01-30 2002-07-31 Stanley Electric Co., Ltd. High pressure electric discharge lamp
KR100464709B1 (ko) 2001-03-12 2005-01-06 가부시키가이샤 고이토 세이사꾸쇼 방전 램프 장치
JP3916887B2 (ja) * 2001-06-05 2007-05-23 株式会社小糸製作所 照明装置
JP3717831B2 (ja) * 2001-10-12 2005-11-16 ソーラム株式会社 ランプ装置
JP2004172056A (ja) * 2002-11-22 2004-06-17 Koito Mfg Co Ltd 放電ランプ装置用水銀フリーアークチューブ
US7002285B2 (en) 2003-01-03 2006-02-21 General Electric Company Discharge lamp with bulb fixture arrangement and method for manufacturing the same
KR20060027520A (ko) * 2004-09-23 2006-03-28 삼성코닝 주식회사 평판 램프의 제조방법
DE102005009610B4 (de) * 2005-02-28 2017-03-16 Osram Gmbh Außenkolbenanordnung mit einem Befestigungselement mit Ringnut und mit einem Außenkolben mit drei nockenartigen Erhebungen und entsprechende Entladungslampe
US7423367B2 (en) * 2005-08-25 2008-09-09 Lantis Robert M Design of high power pulsed flash lamps
JP2007220531A (ja) * 2006-02-17 2007-08-30 Koito Mfg Co Ltd 放電灯
DE102006058887B4 (de) * 2006-12-13 2019-01-17 Osram Gmbh Verfahren zum Haltern von Lampengefäßen
EP2216799B1 (en) * 2009-02-04 2013-09-25 Iwasaki Electric Co., Ltd Lamp with outer bulb
EP2425442B1 (en) * 2009-09-18 2012-11-14 Koninklijke Philips Electronics N.V. An apparatus for fastening the burner of a discharge lamp
JP5564880B2 (ja) * 2009-10-02 2014-08-06 ウシオ電機株式会社 紫外線照射装置
WO2011061639A1 (en) 2009-11-17 2011-05-26 Koninklijke Philips Electronics N.V. Method for manufacturing a conductive connection of a metallic electrode wire and a metallic lead-in wire
CN103065928A (zh) * 2011-10-18 2013-04-24 上海鑫邦节能科技有限公司 一种高强度节能气体放电灯

Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0376260A2 (en) * 1988-12-28 1990-07-04 Koito Manufacturing Co., Ltd Discharge lamp assembly
JPH03122941A (ja) * 1989-10-06 1991-05-24 Koito Mfg Co Ltd 放電ランプ装置
EP0570068A1 (en) * 1992-05-11 1993-11-18 Koninklijke Philips Electronics N.V. Capped high-pressure discharge lamp
EP0579326A1 (en) * 1992-07-13 1994-01-19 Koninklijke Philips Electronics N.V. Capped electric lamp
GB2275567A (en) * 1993-02-16 1994-08-31 Koito Mfg Co Ltd Making a discharge lamp base
US5432399A (en) * 1991-10-14 1995-07-11 Koito Manufacturing Co., Ltd. Discharge lamp apparatus

Family Cites Families (14)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE3603743A1 (de) * 1986-02-06 1987-08-13 Patent Treuhand Ges Fuer Elektrische Gluehlampen Mbh Hochdruckentladungslampe fuer die verwendung in kraftfahrzeugscheinwerfern
JP2503100Y2 (ja) * 1988-11-04 1996-06-26 名古屋油化株式会社 マスキング材
JPH0719566B2 (ja) 1989-07-31 1995-03-06 株式会社小糸製作所 放電ランプの支持構造
DE9002959U1 (nl) * 1990-03-15 1990-05-17 Patent-Treuhand-Gesellschaft Fuer Elektrische Gluehlampen Mbh, 8000 Muenchen, De
GB2245417B (en) * 1990-04-20 1994-06-08 Koito Mfg Co Ltd Discharge lamp device
US5250872A (en) 1990-07-20 1993-10-05 Koito Manufacturing Co., Ltd. Discharge lamp unit having improved discharge tube mount
US5064395A (en) * 1990-10-01 1991-11-12 Gte Products Corporation Compact outer jacket for low wattage discharge lamp
US5291092A (en) * 1992-04-24 1994-03-01 Gte Products Corporation HID vehicle headlamp capsule assembly
US5412275A (en) * 1992-07-13 1995-05-02 U.S. Philips Corporation Capped electric lamp with connection conductor butt welded to a lamp vessel current conductor
DE4404458A1 (de) * 1993-02-16 1994-08-25 Koito Mfg Co Ltd Isoliersockel für Entladungslampenvorrichtung
DE4427593A1 (de) * 1994-08-04 1996-02-08 Patent Treuhand Ges Fuer Elektrische Gluehlampen Mbh Einseitig gesockelte Hochdruckentladungslampe
JPH08162007A (ja) 1994-12-06 1996-06-21 Koito Mfg Co Ltd 放電ランプ装置
EP0774158B1 (en) 1995-05-03 2000-02-09 Koninklijke Philips Electronics N.V. Capped electric lamp
DE19602625A1 (de) * 1996-01-25 1997-07-31 Patent Treuhand Ges Fuer Elektrische Gluehlampen Mbh Elektrische Lampe

Patent Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0376260A2 (en) * 1988-12-28 1990-07-04 Koito Manufacturing Co., Ltd Discharge lamp assembly
JPH03122941A (ja) * 1989-10-06 1991-05-24 Koito Mfg Co Ltd 放電ランプ装置
US5432399A (en) * 1991-10-14 1995-07-11 Koito Manufacturing Co., Ltd. Discharge lamp apparatus
EP0570068A1 (en) * 1992-05-11 1993-11-18 Koninklijke Philips Electronics N.V. Capped high-pressure discharge lamp
EP0579326A1 (en) * 1992-07-13 1994-01-19 Koninklijke Philips Electronics N.V. Capped electric lamp
GB2275567A (en) * 1993-02-16 1994-08-31 Koito Mfg Co Ltd Making a discharge lamp base

Non-Patent Citations (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Title
PATENT ABSTRACTS OF JAPAN vol. 015, no. 326 (E - 1102) 20 August 1991 (1991-08-20) *

Also Published As

Publication number Publication date
JPH11176318A (ja) 1999-07-02
CN1129165C (zh) 2003-11-26
FR2772983A1 (fr) 1999-06-25
FR2772983B1 (fr) 2000-10-13
NL1010752A1 (nl) 1999-06-09
GB9826366D0 (en) 1999-01-27
DE19856602B4 (de) 2006-02-23
GB2332088B (en) 2000-02-02
DE19856602A1 (de) 1999-06-24
GB2332088A (en) 1999-06-09
US6274973B1 (en) 2001-08-14
CN1230008A (zh) 1999-09-29
JP3641120B2 (ja) 2005-04-20

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL1010752C2 (nl) Elektrische ontladingslamp.
EP0921553A2 (en) Electric discharge lamp apparatus
NL1010789C2 (nl) Elektische ontladingslamp en isolatieplug.
EP0821833A1 (en) Electric reflector lamp
NL194523C (nl) Isolatiebasis voor een ontladingslamp met een verbeterde scheidingswand zonder las.
NL9101280A (nl) Ontladingslampeenheid.
EP0420431A2 (en) Precision tubulation for self mounting lamp
KR100651286B1 (ko) 고밀도 방전램프의 용량성 글로 시동
EP0176103B1 (en) Automobile headlight
EP0309041A1 (en) Capped electric lamp
US5367219A (en) Electric reflector lamp for use with IEC standard
US8102121B2 (en) Single-ended ceramic discharge lamp
US20080205064A1 (en) Lamp Assembly Comprising a Uv-Enhancer
EP0763251B1 (en) Electric reflector lamp
NL8902438A (nl) Elektrische lamp.
KR20100092454A (ko) 캡을 씌운 램프/반사기 장치
NL8103436A (nl) Elektrische lamp met kitloos bevestigde lampvoet.
NL9301024A (nl) Electrische ontladingslampinrichting als lichtbron voor een autoverlichtingsinrichting.
CN1188896C (zh) 电灯
EP0543448A1 (en) Electric reflector lamp
US20020030428A1 (en) Plastic cap for compact fluorescent lamps
KR101550644B1 (ko) 개구홀이 형성된 램프용 전극 및 이를 포함하는 램프
CA2104094A1 (en) Lamp with internally pressed fuse
JP2010225506A (ja) 車両用放電灯およびこれを用いた車両用前照灯
JPH07141983A (ja) コンパクト形けい光ランプ

Legal Events

Date Code Title Description
AD1A A request for search or an international type search has been filed
RD2N Patents in respect of which a decision has been taken or a report has been made (novelty report)

Effective date: 19991215

PD2B A search report has been drawn up
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20090701