NL1008252C2 - Volgens een boog verlopende pijpsectie. - Google Patents

Description

Volgens een boog verlopende pijpsectie

De uitvinding heeft betrekking op een volgens een boog verlopende pijpsectie, bestemd voor toepassing in een geluiddemper, omvattende twee 5 ten opzichte van het radiaalvlak van de boog spiegelsymmetrische hol gevormde vormdelen met hierop aansluitend een, in het radiaalvlak langs de buitenzijde van de boog verlopende vlakke buitenrand, welke vlakke buitenranden op elkaar zijn geplaatst zodat de vormdelen tezamen de pijpsectie vormen.

10 Dergelijke pijpsecties zijn op zich bekend. Een praktische uitvoe ringsvorm is te zien in figuur 2 van FR-2.599.082. Daarbij wordt de holle ruimte binnen de spiegelsymmetrische hol gevormde vormdelen afgesloten met een loodrecht op het radiaalvlak staande vlakke plaat met twee ronde openingen, waarin de aansluitende pijpsecties kunnen worden gemon-15 teerd.

Een andere praktische uitvoeringsvorm is getoond in figuur 2 van US-5.332.873. Bij deze uitvoeringsvorm is elk van de vormdelen voorzien van een in het radiaalvlak langs de binnenzijde van de boog verlopende vlakke binnenrand. Zowel de binnenranden als de buitenranden zijn aan 20 elkaar bevestigd met als voordeel dat de hol gevormde vormdelen aan de uiteinden van de pijpsectie twee ronde openingen vormen, waarin direct aansluitende pijpsecties kunnen worden gemonteerd.

Op het terrein van de gtiluiddempers is men continu bezig om de totale demping zo hoog mogelijk op te voeren. Enerzijds worden aan ge-25 luiddempers steeds zwaardere eisen gesteld op grond van milieutechnische overwegingen, anderzijds ervaren ook veel autobezitters een "stille" auto als zeer comfortabel.

De uitvinding heeft nu ten doel de volgens een boog verlopende pijpsectie zodanig uit te voeren, dat daarmee een hogere geluiddemping 30 kan worden gerealiseerd.

Aan deze doelstelling wordt bij een pijpsectie van in de aanhef genoemde soort voldaan doordat een derde vlak deel ter plaatse van het radiaalvlak tussen de beide vormdelen is geplaatst zodanig dat een gebogen rand van dit derde vlakke deel zich bevindt tussen de beide vlakke 35 buitenranden van de vormdelen en aan deze buitenranden is bevestigd.

in een gebogen pijpsectie zullen over het algemeen wervelingen optreden, in het bijzonder in de buitenbocht, omdat de luchtstroom van richting moet veranderen. Deze wervelingen leiden tot een ongewenste 1008252 2 geluidgeneratie. Door nu in overeenstemming met de uitvinding een derde vlak te plaatsen binnen de pijpsectie, waardoor deze in feite in twee boven elkaar gelegen halve pijpsecties wordt verdeeld, worden deze wervelingen aanzienlijk gereduceerd. In het bijzonder de zogenaamde "flow 5 noise" wordt daarmee significant verminderd.

De uitvinding kan eveneens worden toegepast bij een volgens een boog verlopende pijpsectie waarbij elk van de vormdelen voorzien is van een in het radiaalvlak langs de binnenzijde van de boog verlopende vlakke binnenrand. In dat geval wordt het derde vlakke deel niet alleen 10 tussen de buitenranden ingeklemd en vastgezet, maar ook tussen de binnenranden ingeklemd en vastgezet.

Alhoewel in demperconstructies veelvuldig gebruik wordt gemaakt van geperforeerde plaat verdient het in verband met de uitvinding de voor-l keur dat de derde vlakke plaat is gevormd uit niet-geperforeerde plaat.

! 15 De uitvinding kan worden toegepast bij pijpsecties dia over een verschillende booghoek verlopen. Bij kleinere booghoeken, waarbij minder wervelingen worden gecreëerd, zal het effect van de uitvinding over het algemeen minder zijn dan bij grotere booghoeken. Over het algemeen zal het derhalve zowel uit het oogpunt van geluidsvermindering als ook om 20 redenen van constructietechnische aard de voorkeur verdienen dat de boog verloopt over ongeveer 180°.

Een verdere, zij het veel minder significante geluidsreductie kan worden gerealiseerd indien het derde vlakke deel zodanig is uitgevoerd dat een gedeelte daarvan doorloopt tot in een der op de pijpsectie aan-25 sluitende verdere pijpen.

Bij S-vormige pijpsecties, zoals bijvoorbeeld beschreven in het reeds genoemde US-5.332.873, verdient het de voorkeur dat de derde delen in elk van beide pijpsecties op elkaar aansluiten en zijn gevormd uit een enkele vlakke plaat.

30 De uitvinding zal in het volgende nader worden toegelicht aan de hand van de bijgaande figuren.

Figuur 1 toont in een aantal aanzichten de toepassing van de uitvinding bij een bocht van een eerste type.

Figuur 2 toont in een aantal aanzichten de toepassing van de uit-35 vinding bij een bocht van een tweede type.

in figuur 1a is een volgens een boog verlopende pijpsectie getoond van het type als geïllustreerd in figuur 2 van FR-2.599.082. De pijpsectie 10 bestaat uit twee spiegelsymmetrische delen 12 en 14, elk voorzien 1008252 3 van een centraal hol gedeelte 12a respectievelijk 14a en daarop aansluitende vlakke randdelen 12b respectievelijk 14b. In de gemonteerde toestand liggen de randdelen 12b en 14b op elkaar en zijn bijvoorbeeld via puntlassen aan elkaar bevestigd. In deze toestand liggen de randdelen in 5 het radiaalvlak van de bocht. De holle delen 12a respectievelijk 14a verlopen boven respectievelijk onder dit radiaalvlak.

De bocht wordt in feite voltooid door het plaatsen van een voorvlak 18, loodrecht op het radiaalvlak, welk voorvlak 18 voorzien is van twee ronde openingen, waarin twee aansluitende pijpen kunnen worden ge-10 plaatst. Een en ander zal aan de hand van figuur 1c nog nader worden besproken.

In overeenstemming met de uitvinding wordt, voordat de randen 12b en 14b aan elkaar worden gelast, een vlakke plaat 16 tussen de beide delen 12 en 14 geschoven. Deze vlakke plaat 16 heeft een zodanige om-15 treksvorm dat de plaat past tussen de randen 12b en 14b zoals in figuur 1b is getoond. Nadat deze drie delen op elkaar zijn geplaatst, worden de randen 12b en 14b met daartussen de rand van de plaat 16 weer aan elkaar bevestigd, bijvoorbeeld door lassen of solderen. Daarna wordt de voorplaat 18 op een niet nader te beschrijven wijze bevestigd en kunnen in 20 de beide openingen van de voorplaat 18 verdere pijpen van het dempersys-teem worden gemonteerd.

In figuur ld is aangegeven dat volgens een bijzondere uitvoeringsvorm van de uitvinding de plaat 16 ook zodanig gevormd kan zijn, dat deze nog over een zekere afstand doorloopt in één of beide pijpen, die 25 met de voorplaat 18 zijn verbonden. In het bijzonder is in figuur ld de pijp 20 met een stippellijn aangegeven en is getoond dat de plaat 16 een buiten de bocht uitstekend deel 16a heeft, dat zich bevindt binnen in de pijp 20 en deze pijp in feite overlangs in twee secties verdeelt.

Een andere uitvoeringsvorm, gebaseerd op een bocht van het type ge-30 toond in US-5.332.873 is geïllustreerd in figuur 2. Figuur 2a toont de volgens een bocht verlopende pijpsectie 30 die in wezen bestaat uit slechts twee delen 32 en 34. Beide delen 32 en 34 bezitten enerzijds een volgens de buitenbocht verlopende vlakke buitenrand 32b respectievelijk 34b en anderzijds een volgens de binnenbocht verlopende vlakke binnen-35 rand 32c respectievelijk 34c. Deze randgedeelten passen in de gemonteerde toestand op elkaar en worden aan elkaar bevestigd op een geschikte wijze. Verder bevat elk deel een hol vormdeel 32a respectievelijk 34a. De vorm van deze vormdelen is zodanig gekozen dat in de gemonteerde toe- 1008252 4 stand beide vormdelen tezamen een volgens een bocht verlopende pijpsec-tie vormen op de wijze als geïllustreerd in figuur 2a.

Een voordeel van de uitvoeringsvorm volgens figuur 2a boven die van figuur la kan zijn het feit, dat in deze uitvoeringsvorm geen extra 5 frontplaat (zoals 18 in figuur 1c) nodig is om de verdere pijpen op aan te sluiten. De vormdelen zelf bepalen direct twee ronde openingen waarop pijpen kunnen worden aangesloten.

In overeenstemming met de uitvinding wordt de pijpsectie volgens figuur 2a nu uitgebreid met een derde deel 36, bestaande uit een vlakke 10 plaat met een zodanige vormgeving, dat deze past tussen de beide delen 32 en 34. Worden de drie delen op elkaar gestapeld, dan zal de ronde rand van de plaat 36 passen tussen de buitenranden 32b en 34b, terwijl een deel van de voorzijde van de plaat 36 past tussen de binnenranden 32c en 34c, een en ander zoals in figuur 2b is aangegeven.

15 In figuur 2c is een verdere ontwikkeling van deze pijpsectie aange duid, waarbij de vlakke plaat 36 doorloopt in althans één van de aange-j sloten rechte pijpen. In figuur 2c is verondersteld, dat deze rechte ! pijp op soortgelijke wijze als het bochtgedeelte vervaardigd is uit twee vormstukken 38 en 40, elk voorzien van een hol centraal deel en aanslui-20 tende randen 38a, 38b, 40a, 40b. Door beide vormdelen op elkaar te plaatsen met daartussen het uitstekende deel 36a van de plaat 36 en vervolgens alle randen aan elkaar te solderen of te lassen, wordt een gemakkelijke en vlotte montage gerealiseerd.

Voor alle uitvoeringsvormen van de uitvinding geldt, dat de toege-25 voegde plaat 16 in figuur 1 respectievelijk 36 in figuur 2 is vervaardigd uit een niet-geperforeerde vlakke plaat. De andere vormdelen kunnen, afhankelijk van de verdere constructie van de geluiddemper vervaardigd zijn uit wel-geperforeerde, danwel niet-geperforeerde, danwel gedeeltelijk geperforeerde plaat. In de figuren 1a en 2a is de perforatie 30 van de vormdelen 14a en 32a schematisch aangeduid. Bij voorkeur zullen daarbij de randgedeelten niet geperforeerd zijn om de montage te vergemakkelijken, terwijl, afhankelijk van de verdere constructie van de geluiddemper, de wanden van de holle vormdelen geperforeerd kunnen zijn. Het toepassen van perforaties in deze vormdelen is overigens uit de 35 stand der techniek bekend, zie o.a. de reeds genoemde US-5.332.873 en FR-2.599.082.

Door middel van de uitvinding wordt een significante verbetering ! * van de geluiddemping bereikt, hetgeen wordt toegeschreven aan een ver- 1008252 5 mindering van de luchtwervelingen in de buitenbocht van de gebogen pijp-sectie. Door het verminderen van de wervelingen in de buitenbocht wordt een vermindering bereikt van de "flow noise".

1008 252

Claims (7)

1. Volgens een boog verlopende pijpsectie, bestemd voor toepassing in een geluiddemper, omvattende twee ten opzichte van het radiaalvlak van 5 de boog spiegelsymmetrische hol gevormde vormdelen met hierop aansluitend een, in het radiaalvlak langs de buitenzijde van de boog verlopende vlakke buitenrand, welke vlakke buitenranden op elkaar zijn geplaatst zodat de vormdelen tezamen de pijpsectie vormen, met het kenmerk, dat een derde vlak deel ter plaatse van het radiaalvlak tussen de beide 10 vormdelen is geplaatst zodanig dat een gebogen rand van dit derde vlakke deel zich bevindt tussen de beide vlakke buitenranden van de vormdelen en aan deze buitenranden is bevestigd.

2. Volgens een boog verlopende pijpsectie volgens conclusie 1, met het 15 kenmerk, dat elk van de vormdelen voorzien is van een in het radiaalvlak langs de binnenzijde van de boog verlopende vlakke binnenrand en dat de I I binneranden van beide vormdelen tegen het derde vlakke deel aanliggen en bij voorkeur hieraan zijn bevestigd.

3. Volgens een boog verlopende pijpsectie volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de derde vlakke plaat is gevormd uit niet-geperforeerde plaat.

4. Volgens een boog verlopende pijpsectie volgens een der voorgaande 25 conclusies, met het kenmerk, dat de boog verloopt over ongeveer 180°.

5. Volgens een boog verlopende pijpsectie volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het derde vlakke deel zodanig is uitgevoerd dat een gedeelte daarvan doorloopt tot in een der op de pijpsectie 30 aansluitende verdere pijpen.

6. S-vormige pijpsectie, bestemd voor toepassing in een geluiddemper, omvattende twee pijpsecties als omschreven in een der voorgaande conclusies. 35

7. S-vormige pijpsectie volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de derde delen in elk van beide pijpsecties op elkaar aansluiten en zijn gevormd uit een enkele vlakke plaat. 1008252