NL1006535C1 - Inklapbare draaginrichting voor een contactdoos. - Google Patents
Inklapbare draaginrichting voor een contactdoos. Download PDFInfo
- Publication number
- NL1006535C1 NL1006535C1 NL1006535A NL1006535A NL1006535C1 NL 1006535 C1 NL1006535 C1 NL 1006535C1 NL 1006535 A NL1006535 A NL 1006535A NL 1006535 A NL1006535 A NL 1006535A NL 1006535 C1 NL1006535 C1 NL 1006535C1
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- supporting device
- rotatable
- pair
- ring
- raised parts
- Prior art date
Links
Classifications
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B60—VEHICLES IN GENERAL
- B60D—VEHICLE CONNECTIONS
- B60D1/00—Traction couplings; Hitches; Draw-gear; Towing devices
- B60D1/58—Auxiliary devices
- B60D1/62—Auxiliary devices involving supply lines, electric circuits, or the like
- B60D1/64—Couplings or joints therefor
-
- H—ELECTRICITY
- H01—ELECTRIC ELEMENTS
- H01R—ELECTRICALLY-CONDUCTIVE CONNECTIONS; STRUCTURAL ASSOCIATIONS OF A PLURALITY OF MUTUALLY-INSULATED ELECTRICAL CONNECTING ELEMENTS; COUPLING DEVICES; CURRENT COLLECTORS
- H01R13/00—Details of coupling devices of the kinds covered by groups H01R12/70 or H01R24/00 - H01R33/00
- H01R13/60—Means for supporting coupling part when not engaged
-
- Y—GENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
- Y10—TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
- Y10T—TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER US CLASSIFICATION
- Y10T403/00—Joints and connections
- Y10T403/32—Articulated members
- Y10T403/32254—Lockable at fixed position
- Y10T403/32262—At selected angle
- Y10T403/32286—Clamping screw traverses sliding complementary arcuate bearing surfaces
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Transportation (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- Pivots And Pivotal Connections (AREA)
- Analysing Materials By The Use Of Radiation (AREA)
- Connecting Device With Holders (AREA)
Description
Inklapbare draaginrichting voor een contactdoos
De uitvinding betreft een draaginrichting voor een contactdoos ter verschaffing van een elektrische verbinding tussen een trekkend en 5 een getrokken voertuig, welke draaginrichting een basisdraagorgaan bezit dat monteerbaar is ter hoogte van de achterbumper aan het trekkend voertuig, alsmede een ten opzichte van de basisdrager draaibaar draagorgaan voor de contactdoos.
Dergelijke draaginrichtingen zijn bekend. Wanneer de contactdoos 10 niet in gebruik is, kan deze worden weggedraaid tot onder de achterbumper. Het voordeel daarvan is dat hij dan niet meer zichtbaar is. Zowel in de uitgeklapte als in de ingeklapte toestand bevindt de draaginrichting zich echter in een positie waarin hij blootgesteld wordt aan allerlei invloeden, zoals spatwater, stof en dergelijke. De 15 bekende draaginrichting, in het bijzonder het scharnier daarvan, blijkt daardoor snel aangetast te worden. Daardoor kan de gangbaarheid van het scharnier achteruit gaan. Verder kan aantasting door roestvorming optreden, in het bijzonder bij slijtage van de oppervlaktelaag van de metalen delen van de scharnierverbinding.
20 Doel van de uitvinding is daarom een draaginrichting van het hiervoor genoemde soort te verschaffen die deze nadelen niet heeft. Dat doel wordt bereikt doordat het basisorgaan en het draaibare draagorgaan onderling zijn verbonden door een kunststof scharnier.
Het kunststof scharnier heeft het voordeel dat het beter dan 25 metaal bestand is tegen de vijandige omstandigheden waaraan de draaginrichting blootstaat. Bovendien blijven de kunststof scharnierdelen lange tijd goed verdraaibaar ten opzichte van elkaar, ook bij afwezigheid van smering.
Het kunststof scharnier kan twee evenwijdige draaiplaten bezitten 30 waarvan de een is bevestigd aan het basisorgaan en de ander aan het draaibare orgaan. Deze draaiplaten worden onder veervoorspanning op elkaar gedrukt gehouden.
De draaiplaten bezitten tenminste een nok en tenminste een paar uitsparingen welke tenminste twee grendelposities vein het draaibare 35 orgaan bepalen, namelijk een ingeklapte en een uitgeklapte positie.
Ook bij dergelijke draaginrichting zou opspattend vuil, stof en dergelijke tussen de draaiplaten kunnen dringen. Hoewel dat niet direct tot problemen hoeft te leiden gezien het kunststofmateriaal, 100 6535 2 verdient het niettemin in verband met een lichte gangbaarheid toch de voorkeur om dit verschijnsel zoveel mogelijk tegen te gaan. Dat is mogelijk bij een uitvoering waarbij de draaiplaten aan hun naar elkaar gekeerde oppervlak elk verhoogde delen bezitten, zodanig dat in beide 5 grendelposities de verhoogde delen een afgesloten ruimte begrenzen.
Als eerste voorbeeld kan elke draaiplaat tenminste vier regelmatig in omtreksrichting verdeelde verhoogde delen bezitten, waarvan tenminste een eerste paar uit twee tegenover elkaar liggende verhoogde delen een grotere afstand tot elkaar bezitten dan tenminste 10 een tweede paar uit de andere tenminste twee verhoogde delen, zodanig dat elk eerste paar verdraaibaar is langs een tweede paar.
Om te verhinderen dat het draaibare orgaan te ver zou worden verdraaid, zodanig dat het in een moeilijk bereikbare positie achter de bumper terecht zou komen, of in een te ver naar beneden verdraaide 15 positie, is het nuttig om eindaanslagen te voorzien. Dergelijke eindaanslagen kunnen worden verkregen indien elk tweede paar verhoogde delen zich sectorvormig uitstrekt vanaf een in de draaiplaten voorzien centraal gat. De sectordelen van de draaiplaten komen in de uiterste posities tegen elkaar aan te liggen, waardoor verder draaien niet 20 mogelijk is.
De beide grendelstanden zijn vastgelegd doordat de verhoogde delen van elk tweede paar een bol- of kegelvormige nok dragen, en elke draaiplaat tenminste een paar bijbehorende verdiepingen bezit die elk een grendelstand voor genoemde nok bepalen.
25 In een voorkeursuitvoeringsvorm is elke draaiplaat cirkelvormig, en bezit deze twee sectorvormige verhoogde delen alsmede twee randdelen waarvan de inwendige wanden een diameter bepalen die tenminste gelijk is aan de door de uitwendige wanden van de sectorvormige verhoogde delen bepaalde diameter. De wanden van alle 30 randdelen strekken zich dan uit over een boog van ongeveer ^5 graden.
Volgens een verdere mogelijke uitvoering kan elke draaiplaat een opstaande ring dragen, welke ringen elkaar concentrisch en afdichtend omgeven.
Voordeel van deze uitvoering is dat het inwendige bepaald door de 35 draaiplaten en ring goed beschermd is tegen vocht en vuil, waardoor de betrouwbaarheid groot is.
De ene ring kan nokken hebben, die zijn gericht naar de andere ring, welke andere ring een uitsparing heeft waarin de nokken 1006535 3 opneembaar zijn. Deze nokken bevinden zich "goed beschermd”, aan de binnenzijde van de ring met de grootste diameter.
Verder bezitten de draaiplaten aan hun naar elkaar gekeerde zijden aanslagen ter beperking van de onderlinge draaibeweging.
5 Elke draaiplaat kan een tweede een tweede ring met kleinere diameter bezitten dan de onderring, welke tweede ringen in elkaar passen onder vorming van een draaischarnier-verbinding.
Verder kan de basisdrager een pen bezitten die zich uitstrekt door het draaibare orgaan, welke pen een asmslag heeft en een drukveer 10 draagt die zich uitstrekt tussen de aanslag en het draaibare orgaan voor het aandrukken daarvan naar het basisorgaan. Aangezien de pen bij voorkeur van metaal is, zodanig dat hij kan worden vastgelast aan het eveneens uit metaal bestaande basisorgaan, moet ook hier gewaakt worden voor roestvorming. Dat kan worden vermeden bij een uitvoering 15 waarbij zich rond de pen een bus uitstrekt die door middel van kunststof ringen is ondersteund op de pen.
Deze pen een kan borst hebben waarop enerzijds de veer steunt, en die anderzijds rust op het draaibare orgaan.
De draaiplaten kunnen elk uitsteeksels bezitten die zijn 20 opgenomen in de basisdrager danwel het draaibare orgaan voor het onverdraaibaar fixeren van de betreffende draaiplaat ten opzichte de basisdrager of het draaibare orgaan.
Vervolgens zal de uitvinding nader worden toegelicht aan de hand van een in de figuren weergegeven uitvoeringsvoorbeeld.
25 Figuur 1 toont een aanzicht in perspectief van de eerste variant van de draaginrichting volgens de uitvinding.
Figuur 2 toont een achteraanzicht van de inrichting volgens de uitvinding.
Figuur 3 toont een aanzicht in doorsnede van de inrichting 30 volgens de uitvinding.
Figuur 4 toont in detail de draaiplaten.
Figuur 5 toont een aanzicht in doorsnede van een tweede variant van de draaginrichting volgens de uitvinding.
Figuren 6a en 6b tonen de beide varianten van de bij figuur 5 35 behorende draaiplaten.
Figuur 7 toont een uiteengenomen aanzicht in perspectief van de variant van figuur 5 en 6a, 6b.
100 6535 k
De in de figuren weergegeven draaginrichting omvat een basisorgaan 1 alsmede een ten opzichte daarvan een draaibaar draagorgaan 2. Op het draagorgaan is een contactdoos 3 aangebracht waarin de stekker van bijvoorbeeld een aanhanger kan worden gestoken.
5 Zoals te zien in figuur 1, bevindt de draaginrichting volgens de uitvinding zich nabij een gedeeltelijk weergegeven trekhaak k, die verder niet beschreven zal worden.
Het basisorgaan 1 en het draagorgaan 2 zijn door middel van een in zijn geheel met 5 aangeduid scharnier met elkaar verbonden. Zoals 10 weergegeven in figuur 2 kan het draaiorgaan 2 verdraaid worden tussen een onderste positie, die in de figuren met getrokken lijnen is weergegeven, alsmede een ingeklapte positie die in figuur 2 met onderbroken lijnen is weergegeven.
In de doorsnede van figuur 3 is de plaats van de draaginrichting 15 volgens de uitvinding weergegeven nabij achterbumper 6 van het trekkende voertuig. Het basisorgaan 1 alsmede het scharnier bevinden zich te allen tijde verdekt achter die bumper 6. Het orgaan steekt in de naar onderen gedraaide toestand onder de bumper uit; in de opgeklapte toestand bevindt ook dit orgaan zich echter achter de 20 bumper 6. Om deze opklapbeweging mogelijk te maken, is de onderste flens 7 van de bumper 6 op de juiste plek uitgespaard.
Volgens de uitvinding bezit het scharnier 2 draaiplaten 8, 9· waarvan één is bevestigd aan het draaibare orgaan 2, en de ander aan het basisorgaan 1. Elke draaiplaat 8, 9 bezit uitsteeksels 10, die 25 zijn opgenomen in overeenkomstig gevormde gaten 11 van het draaibare orgaan 2 respectievelijk het basisorgaan 1, waardoor zij onverdraaibaar zijn ten opzichte van het bijbehorende orgaan.
De draaiplaten 8, 9 zijn wel verdraaibaar ten opzichte van elkaar, en bestaan uit kunststof zodanig dat zij gemakkelijk ten 30 opzichte van elkaar kunnen glijden en bij de draaibewegingen niet kunnen beschadigen.
Het pakket bestaande uit basisorgaan 1, de beide draaiplaten 8, 9 en het draaibare orgaan 2 wordt onder veervoorspanning van veer 12 op elkaar gedrukt gehouden. Veer 12 is aangebracht rondom pen 13, waarvan 35 de kop lk is vastgelast aan het draaibare orgaan 2. Rondom de pen 13 is bovendien een bus 15 aangebracht, die een borst 16 heeft. Veer 12 is onder voorspanning opgenomen tussen deze borst 16 en de onderlegring 17, die door middel van moer 18 op het overeenkomstige 100 6535 5 schroefdraad voorziene eind van de pen 13 is bevestigd. Via de borst l6 wordt de veerkracht van veer 12 overgebracht op genoemd pakket.
De bus 15. welke door middel van puntlassen vast verbonden is met het basisorgaan 1, is door middel van kunststof lagerbusje 19, 20 5 draaibaar ondersteund ten opzichte van de pen 13. Daardoor is ook hier metaalcontact tussen pen 13 en bus 15 vermeden, zodat geen slijtage ten gevolge van de draaibewegingen kan optreden.
De draaiplaten 8, 9 zijn in perspectief weergegeven in figuur 4. Zij bezitten elk een gat 21, waardoorheen de pen 13 gestoken moet 10 worden. Aan hun naar elkaar gekeerde oppervlakken bezitten de draaiplaten 8, 9 sectorvormige verhoogde delen 22 die elk een nok 23 dragen. Deze nokken kunnen inklikken in de bijbehorende uitsparingen 24 van de andere draaibare plaat, waardoor twee uiterste draaiposities zijn bepaald. In samengestelde toestand zorgt de veer 12 ervoor dat de 15 nokken 23 niet uit de uitsparingen 24 kunnen schieten.
Aan hun naar elkaar gekeerde oppervlakken bezitten de draaibare platen 8, 9 twee verdere verhoogde randdelen 25, die over 90* verdraaid geplaatst zijn ten opzichte van de sectorvormige verhoogde delen 22. De onderlinge afstand van de inwendige oppervlakken 26 van 20 de verhoogde randdelen 25 is gelijk aan of iets groter dan de onderlinge afstand van de van elkaar afgekeerde oppervlakken 27 van de sectorvormige verhoogde delen 22. De verhoogde randdelen 25 kunnen daarom verdraaid worden langs de buitenkant van de sectorvormige verhoogde delen 22.
25 In de in figuur 4 weergegeven uitvoeringsvorm bedraagt de boog waarover de sectorvormige verhoogde delen 22 en de verhoogde randdelen 25 zich uitstrekken ongeveer 45°. De booghoek tussen twee naast elkaar liggende verdiepingen 24 is ongeveer 90°. Daardoor is verzekerd dat in elke uiterste draaistand van de draaiplaten 8, 9 ten opzichte van 30 elkaar, de omtrek van die draaiplaten, in het bijzonder hun verhoogde delen 22 en 25, een aaneengesloten omtrekswand vormen die de zich tussen de draaiplaten 8, 9 bevindende ruimte afgesloten houdt.
Bovendien vormen de sectorvormige verhoogde delen eindaanslagen, die er voor zorgen dat de draaiplaten 8, 9 niet verder dan over 35 ongeveer 90° ten opzichte van elkaar verdraaid kunnen worden.
Dankzij het feit dat de inwendige ruimte tussen de draaiplaten 8, 9 op deze manier altijd, in beide uiterste standen, afgedicht kan worden gehouden ten opzichte van de omgeving, is de draaiverbinding, 100 6535 6 in het bijzonder de pen 13. en de bus 15. goed beschermd tegen spatwater, stof en dergelijke.
Om deze onderdelen nog verder te beschermen, is, zoals weergegeven in figuur 3. een kap 30 aangebracht.
5 De in figuur 5 en 7 weergegeven draaginrichting omvat eveneens een basisorgaan en een draagorgaan 2, waarop een (niet getoonde) contactdoos kan worden aangebracht. Bij deze uitvoeringsvorm worden draaiplaten 31* 32 toegepast, die door middel van bout 13 met boutkop 14, onderlegringen 17 en moer 18 ingeklemd kunnen worden tussen het 10 basisorgaan 1 en het draagorgaan 2.
Draaiplaat 31 bezit nokken 33. evenals draaiplaat 31 (waarvan de nokken niet te zien zijn), die gestoken worden in overeenkomstig gevormde en geplaatste gaten 34 in zowel het basisorgaan 1 als het draagorgaan 2. Elke draaiplaat 31. 32 bezit verder een opstaande ring 15 35 respectievelijk 36, zodanig dat ring 36 nauwsluitend om ring 35 heen past, zoals te zien is in figuur 5·
Ring 36 van draaiplaat 32 bezit een viertal naar binnen stekende nokken 37. terwijl in het uitwendige oppervlak van ring 35 van draaiplaat 31 een viertal uitsparingen 38 is voorzien.
20 Draaiplaten 31. 32 kunnen daardoor in twee stabiele standen ten opzichte van elkaar verdraaid worden, die over 90° ten opzichte van elkaar verdraaid zijn en in beide waarvan de nokken 37 zijn ingeklikt in de uitsparingen 38.
Draaiplaat 32 bezit verder aanslagen 39. terwijl draaiplaat 31 25 aanslagen 40 bezit.
Tenslotte bezit draaiplaat 32 een tweede ring 4l waarvan de uitwendige diameter ongeveer gelijk is aan de inwendige diameter van de tweede ring 42 op draaiplaat 31· In de gemonteerde toestand van de draaiplaten vallen deze ringen nauwsluitend in elkaar, zoals ook te 30 zien is in figuur 5·
Door de ring 4l van draaiplaat 32 loopt de bout 13, die tevens gestoken is door de gaten 44 respectievelijk 45 van het basisorgaan 2 en het draagorgaan 1.
Dankzij de met elkaar samenwerkende ringen 35. 36, en 4l, 42, is 35 bet draaimechanisme bestaande uit de draaiplaten 31. 32 goed beschermd tegen vocht, vervuiling en dergelijke, zodanig dat de gewenste werking verzekerd kan worden.
100 6535
Claims (19)
1. Draaginrichting voor een contactdoos (3) ter verschaffing van een elektrische verbinding tussen een trekkend en een getrokken 5 voertuig, welke draaginrichting een basisdraagorgaan (1) bezit dat monteerbaar is ter hoogte van de achterbumper (6) aan het trekkend voertuig, alsmede een ten opzichte van de basisdrager (1) draaibaar draagorgaan (2) voor de contactdoos, met het kenmerk dat het basisorgaan (1) en het draaibare draagorgaan (2) onderling zijn 10 verbonden door een kunststof scharnier (8, 9; 31. 32).
2. Draaginrichting volgens conclusie 1, waarbij het kunststof scharnier uit twee evenwijdige draaiplaten (8, 9; 31. 32) bestaat waarvan de een is bevestigd aan het basisorgaan (1) en de ander aan 15 het draaibare orgaan (2).
3. Draaginrichting volgens conclusie 2, waarbij de draaiplaten (8, 9; 31. 32) onder veervoorspanning op elkaar gedrukt worden.
4. Draaginrichting volgens conclusie 3. waarbij de draaiplaten (8, 9; 31. 32) tenminste een nok (23; 37) en tenminste een paar uitsparingen (24; 38) bezitten welke tenminste twee grendelposities van het draaibare orgaan (2) bepalen. 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 1006535
5· Draaginrichting volgens een der conclusies 2-4, waarbij de 2 draaiplaten (8, 9; 31. 32) aan hun naar elkaar gekeerde oppervlak elk 3 verhoogde delen (22, 25; 35. 36) bezitten, zodanig dat in beide 4 grendelposities de verhoogde delen (22, 25; 35. 36) een afgesloten 5 ruimte begrenzen. 6
6. Draaginrichting volgens conclusie 5. waarbij elke draaiplaat 8 (8, 9) tenminste vier regelmatig in omtreksrichting verdeelde 9 verhoogde delen (22, 25) bezit, waarvan tenminste een eerste paar (25) 10 uit twee tegenover elkaar liggende verhoogde randdelen een grotere 11 afstand tot elkaar bezitten dan tenminste een tweede paar (22) uit de andere tenminste twee verhoogde delen, zodanig dat elk eerste paar (25) verdraaibaar is langs een tweede paar (22).
7· Draaginrichting volgens conclusie 6, waarbij elk tweede paar (22) verhoogde delen zich sectorvormig uitstrekt vanaf een in de draaiplaten (8, 9) voorzien centraal gat (21).
8. Draaginrichting volgens conclusie 7. waarbij de verhoogde delen van elk tweede paar (22) een nok (23) dragen, en elke draaiplaat (8, 9) tenminste een paar bijbehorende verdiepingen (24) bezit die elk een grendelstand voor genoemde nok (23) bepalen. 10
9· Draaginrichting volgens conclusie 8, waarbij elke draaiplaat (8, 9) cirkelvormig is, en twee sectorvormige verhoogde delen (22) bezit alsmede twee randdelen (25) waarvan de inwendige wanden (26) een diameter bepalen die tenminste gelijk is aan de door de uitwendige wanden (27) van de sectorvormige verhoogde delen (22) bepaalde 15 diameter.
10. Draaginrichting volgens conclusie 9. waarbij de wanden van alle verhoogde delen (22, 25) zich uitstrekken over een boog van ongeveer 45 graden. 20
11. Draaginrichting volgens conclusie 5. waarbij elke draaiplaat (31. 32) een opstaande ring (35, 36) draagt, welke ringen (35. 36) elkaar concentrisch en afdichtend omgeven.
12. Draaginrichting volgens conclusies 11, waarbij de ene ring (36) nokken (37) heeft die zijn gericht naar de andere ring (33). welke andere ring (33) tenminste een uitsparing (38) heeft waarin de nokken (37) opneembaar zijn.
13. Draaginrichting volgens conclusie 12, waarbij de nokken (37) zich bevinden aan de binnenzijde van de ring (35) met de grootste diameter.
14. Draaginrichting volgens conclusie 11, 12 of 13. waarbij de 35 draaiplaten (31. 32) aan hun naar elkaar gekeerde zijden aanslagen (39. 40) bezitten ter beperking van de onderlinge draaibeweging. 1006535
15· Draaginrichting volgens conclusie 11, 12, 13 of 14, waarbij elke draaiplaat (31. 32) een tweede ring (4l, 42) met kleinere diameter bezit dan de andere ring (35. 36), welke tweede ringen (4l, 42) in elkaar passen onder vorming van een draaischarnier-verbinding. 5
16. Draaginrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij aan het draaibare orgaan (2) een pen (13) vast verbonden is, die zich uitstrekt door het basisorgaan (1), welke pen (13) een aanslag (17. 18) heeft en een drukveer (12) draagt die zich uitstrekt 10 tussen de aanslag (17. 18) en het basisorgaan (1) voor het onderling aandrukken van dat basisorgaan (1) en het draaibare orgaan (2).
17. Draaginrichting volgens conclusie 16, waarbij zich rond de pen (13) een bus (15) uitstrekt die door middel van kunststof lagers 15 (19. 20) is ondersteund op de pen (13).
18. Draaginrichting volgens conclusie 17. waarbij de bus (15) een borst (l6) heeft waarop enerzijds de veer (12) steunt, en die anderzijds rust op het draaibare orgaan (2). 20
19. Draaginrichting volgens een der conclusies 2-18, waarbij de draaiplaten (8, 9) elk uitsteeksels (10) bezitten die zijn opgenomen in gaten (11) van de basisdrager (1) danwel het draaibare orgaan (2) voor het onverdraaibaar fixeren van de betreffende draaiplaat (8, 9) 25 ten opzichte de basisdrager (1) of het draaibare orgaan (2). 100 6535
Priority Applications (6)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1006535A NL1006535C1 (nl) | 1996-11-19 | 1997-07-10 | Inklapbare draaginrichting voor een contactdoos. |
EP97203593A EP0847881B1 (en) | 1996-11-19 | 1997-11-18 | Swing-aside bearing device for a socket |
AT97203593T ATE206367T1 (de) | 1996-11-19 | 1997-11-18 | Schwenkbare steckdosenhaltevorrichtung |
DE69707091T DE69707091T2 (de) | 1996-11-19 | 1997-11-18 | Schwenkbare Steckdosenhaltevorrichtung |
JP9361608A JPH10310054A (ja) | 1996-11-19 | 1997-11-19 | ソケット用軸受装置 |
US08/974,426 US5961220A (en) | 1996-11-19 | 1997-11-19 | Swing-aside bearing device for a socket |
Applications Claiming Priority (4)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1004567 | 1996-11-19 | ||
NL1004567A NL1004567C2 (nl) | 1996-11-19 | 1996-11-19 | Inklapbare draaginrichting voor een contactdoos. |
NL1006535A NL1006535C1 (nl) | 1996-11-19 | 1997-07-10 | Inklapbare draaginrichting voor een contactdoos. |
NL1006535 | 1997-07-10 |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL1006535C1 true NL1006535C1 (nl) | 1998-05-20 |
Family
ID=26642484
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL1006535A NL1006535C1 (nl) | 1996-11-19 | 1997-07-10 | Inklapbare draaginrichting voor een contactdoos. |
Country Status (6)
Country | Link |
---|---|
US (1) | US5961220A (nl) |
EP (1) | EP0847881B1 (nl) |
JP (1) | JPH10310054A (nl) |
AT (1) | ATE206367T1 (nl) |
DE (1) | DE69707091T2 (nl) |
NL (1) | NL1006535C1 (nl) |
Families Citing this family (12)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US6244779B1 (en) * | 1998-06-03 | 2001-06-12 | Michael Slasinski | Angularly adjustable coupling |
DE19855837A1 (de) * | 1998-12-03 | 2000-06-08 | Eberhardt Peka Fahrzeug | Steckdosenhalterung |
US20010009021A1 (en) * | 1999-02-19 | 2001-07-19 | Ellington William Woollcott | Network powered computer system and components |
NL1011699C2 (nl) * | 1999-03-30 | 2000-10-03 | Safenat Paneach N V | Wegdraaibare draaginrichting voor een contactdoos t.b.v. een afneembare trekhaak. |
NL1018687C2 (nl) * | 2001-08-02 | 2003-02-04 | Iku Holding Montfoort Bv | Scharnierconstructie en scharnieractuator, in het bijzonder voor een buitenspiegel van een motorvoertuig. |
SE524646C2 (sv) * | 2002-12-16 | 2004-09-14 | Plano System Ab | Vinkelhake |
DE20305712U1 (de) * | 2003-04-09 | 2003-06-18 | WESTFALIA-Automotive GmbH & Co. KG, 33378 Rheda-Wiedenbrück | Haltevorrichtung für eine Steckdose |
US7107648B1 (en) * | 2005-03-18 | 2006-09-19 | Shin Zu Shing Co., Ltd. | Hinge |
US20070204437A1 (en) * | 2006-03-01 | 2007-09-06 | Hartmann Richard Jr | Folding assist handle assembly |
KR101775155B1 (ko) * | 2010-12-01 | 2017-09-05 | 삼성전자주식회사 | 전자 기기의 스위블 힌지 장치 |
GB201612443D0 (en) * | 2016-07-18 | 2016-08-31 | Fluid Power Design Ltd | Equipment for services interconnection of tractor-trailer combinations |
CN109830868B (zh) * | 2019-02-20 | 2020-09-01 | 眉山中车制动科技股份有限公司 | 一种防尘装置及软管连接设备 |
Family Cites Families (6)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
DE1450282A1 (de) * | 1964-08-17 | 1969-11-27 | Bosch Gmbh Robert | Kupplungskopf |
US3586355A (en) * | 1969-01-13 | 1971-06-22 | Dominion Auto Access | Hinge joint assemblies |
IT8221604V0 (it) * | 1982-04-19 | 1982-04-19 | C G V Di Claudio Castiglioni & | Reggicoperchio snodabile da montarsi su valigette. |
DE8712103U1 (de) * | 1987-09-07 | 1987-10-22 | Peka-Fahrzeugbau Gmbh + Co Kg, 7500 Karlsruhe | Steckdosenhalter für Kraftfahrzeuge |
AU624027B2 (en) * | 1989-10-11 | 1992-05-28 | Sugatsune Industrial Co., Ltd | Door hinge |
US5190390A (en) * | 1992-01-08 | 1993-03-02 | Ming Tai Huang | Joint for connecting a canopy support to a stroller |
-
1997
- 1997-07-10 NL NL1006535A patent/NL1006535C1/nl not_active IP Right Cessation
- 1997-11-18 DE DE69707091T patent/DE69707091T2/de not_active Expired - Lifetime
- 1997-11-18 EP EP97203593A patent/EP0847881B1/en not_active Expired - Lifetime
- 1997-11-18 AT AT97203593T patent/ATE206367T1/de not_active IP Right Cessation
- 1997-11-19 JP JP9361608A patent/JPH10310054A/ja active Pending
- 1997-11-19 US US08/974,426 patent/US5961220A/en not_active Expired - Fee Related
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
ATE206367T1 (de) | 2001-10-15 |
DE69707091D1 (de) | 2001-11-08 |
JPH10310054A (ja) | 1998-11-24 |
US5961220A (en) | 1999-10-05 |
EP0847881A1 (en) | 1998-06-17 |
DE69707091T2 (de) | 2002-05-16 |
EP0847881B1 (en) | 2001-10-04 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
NL1006535C1 (nl) | Inklapbare draaginrichting voor een contactdoos. | |
KR101775976B1 (ko) | 제 1 및 2 조인트 아암을 피봇식으로 연결하기 위한 조인트 장치, 거울 리테이너 및 이러한 조인트 장치를 포함하는 거울 | |
EP0464767A1 (fr) | Dispositif formé de deux éléments articulés autour d'une charnière et reliés par une liaison électrique | |
FR2712048A1 (fr) | Joint d'étanchéité pour roulements à capteur d'informations et roulement ainsi équipé. | |
FR2821901A1 (fr) | Dispositif pour supporter un ecran plat a cristaux liquides | |
FR2994031A1 (fr) | Connecteur coaxial hyperfrequence pour relier deux cartes de circuit imprime | |
NL1004567C2 (nl) | Inklapbare draaginrichting voor een contactdoos. | |
WO2002059492A1 (fr) | Joint de transmission homocinetique et organe de transmission mecanique pour un tel joint | |
CA2524831A1 (fr) | Ensemble conducteur d'electricite, dispositif comprenant un composant electrique raccorde sur l'ensemble conducteur, et systeme de raccordement comprenant un tel ensemble | |
BE1001728A4 (fr) | Dispositif de recouvrement d'une cuvette de toilettes. | |
FR2524088A1 (fr) | Roulement integre pour roues de vehicules | |
FR2587427A1 (fr) | Frein a disque a garnitures partielles | |
FR3049548B1 (fr) | Moteur de vehicule ferroviaire et procede d'installation d'un moteur | |
FR2784178A1 (fr) | Dispositif pour mesurer l'evolution de la distance entre un premier point et un second point d'une structure | |
FR2592133A3 (fr) | Dispositif de signalisation lumineuse de detresse, egalement utilisable comme dispositif d'eclairage auxiliaire, particulierement pour vehicules automobiles. | |
FR2921309A1 (fr) | Tablette amovible multifonctions pour planche de bord, planche de bord pour une telle tablette et vehicule automobile comprenant une telle planche de bord equipee d'au moins une telle tablette | |
NL2020219B1 (nl) | Inrichting en werkwijze voor het bevestigen van een cilinder aan een chassis van een voertuig | |
FR2814181A1 (fr) | Dispositif de guidage en translation et d'amortissement de chocs, pour bornes retractables | |
FR3037914A1 (fr) | Essieu comportant au moins deux dispositifs de protection | |
JP3903472B2 (ja) | 舵頭軸の支承構造 | |
EP0299856B1 (fr) | Articulation perfectionnée pour capots de véhicules | |
EP0118337B1 (fr) | Frein à disque | |
FR2569637A1 (fr) | Articulation a rotule crantee pour retroviseur exterieur de vehicule | |
FR2622521A1 (fr) | Ensemble de retroviseurs pour vehicules utilitaires | |
NL1023573C2 (nl) | Zwenkwiel. |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
VD1 | Lapsed due to non-payment of the annual fee |
Effective date: 20020201 |