NL2020219B1 - Inrichting en werkwijze voor het bevestigen van een cilinder aan een chassis van een voertuig - Google Patents

Inrichting en werkwijze voor het bevestigen van een cilinder aan een chassis van een voertuig Download PDF

Info

Publication number
NL2020219B1
NL2020219B1 NL2020219A NL2020219A NL2020219B1 NL 2020219 B1 NL2020219 B1 NL 2020219B1 NL 2020219 A NL2020219 A NL 2020219A NL 2020219 A NL2020219 A NL 2020219A NL 2020219 B1 NL2020219 B1 NL 2020219B1
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
bearing
support element
bearing housing
cylinder
chassis
Prior art date
Application number
NL2020219A
Other languages
English (en)
Inventor
Hendricus Antony Van De Vondevoort Vincentius
Original Assignee
Koninklijke Nooteboom Group B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Koninklijke Nooteboom Group B V filed Critical Koninklijke Nooteboom Group B V
Priority to NL2020219A priority Critical patent/NL2020219B1/nl
Priority to ES18215917T priority patent/ES2918207T3/es
Priority to EP18215917.8A priority patent/EP3505374B1/en
Priority to PL18215917T priority patent/PL3505374T3/pl
Application granted granted Critical
Publication of NL2020219B1 publication Critical patent/NL2020219B1/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B60VEHICLES IN GENERAL
    • B60GVEHICLE SUSPENSION ARRANGEMENTS
    • B60G7/00Pivoted suspension arms; Accessories thereof
    • B60G7/005Ball joints
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B60VEHICLES IN GENERAL
    • B60GVEHICLE SUSPENSION ARRANGEMENTS
    • B60G13/00Resilient suspensions characterised by arrangement, location or type of vibration dampers
    • B60G13/001Arrangements for attachment of dampers
    • B60G13/003Arrangements for attachment of dampers characterised by the mounting on the vehicle body or chassis of the damper unit
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B60VEHICLES IN GENERAL
    • B60GVEHICLE SUSPENSION ARRANGEMENTS
    • B60G2204/00Indexing codes related to suspensions per se or to auxiliary parts
    • B60G2204/10Mounting of suspension elements
    • B60G2204/12Mounting of springs or dampers
    • B60G2204/128Damper mount on vehicle body or chassis
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B60VEHICLES IN GENERAL
    • B60GVEHICLE SUSPENSION ARRANGEMENTS
    • B60G2204/00Indexing codes related to suspensions per se or to auxiliary parts
    • B60G2204/40Auxiliary suspension parts; Adjustment of suspensions
    • B60G2204/416Ball or spherical joints
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B60VEHICLES IN GENERAL
    • B60GVEHICLE SUSPENSION ARRANGEMENTS
    • B60G2300/00Indexing codes relating to the type of vehicle
    • B60G2300/36Independent Multi-axle long vehicles

Abstract

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het bevestigen van een cilinder die een bol van een bollager heeft aan een chassis van een voertuig, omvattende een aan het chassis bevestigbaar steunelement, en een lagerhuis, dat een lagerkom van het bollager omvat waartegen de bol kan aanliggen, waarbij het lagerhuis losneembaar aan het steunelement bevestigd is. De uitvinding heeft ook betrekking op een samenstel omvattende een dergelijke inrichting, en een cilinder die een bol van een bollager heeft, waarbij de cilinder en het steunelement zijn voorzien van met elkaar samenwerkende houdmiddelen, waarmee de cilinder met zijn bol beweegbaar in de lagerkom gehouden kan worden. Daarnaast betreft de uitvinding een werkwijze voor het aan een chassis van een voertuig bevestigen van een cilinder die een bol van een bollager heeft. En tenslotte heeft de uitvinding betrekking op een voertuig omvattende een chassis en een wielas en een samenstel als hiervoor beschreven, een steunelement en een lagerhuis voor een dergelijke inrichting, en een cilinder voor in een dergelijk samenstel.

Description

INRICHTING EN WERKWIJZE VOOR HET BEVESTIGEN VAN EEN CILINDER AAN EENCHASSIS VAN EEN VOERTUIG
De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het aan een chassis van een voertuigbevestigen van een cilinder die een bol van een bollager heeft, omvattende een aan het chassisbevestigbaar steunelement en een lagerhuis, dat een lagerkom van het bollager omvat waartegen debol kan aanliggen.
Dergelijke inrichtingen zijn op zichzelf bekend, bijvoorbeeld in commercieel beschikbarevoertuigen. Bij deze bekende inrichtingen wordt het lagerhuis in het steunelement geperst omdaarmee vast verbonden te worden. In dergelijk voertuigen, zoals aanhangers en opleggers is decilinder verbonden met een wielas en draagt hij deze. De cilinder wordt bijvoorbeeld gebruikt alsvering, demping en/of voor het in hoogte verstellen van de wielas ten opzichte van het chassis. Decilinder steekt daarom vaak in hoofdzaak verticaal met de bol van het bollager omhoog. Om decilinder genoeg bewegingsruimte ten opzichte van het lagerhuis te geven worden deze niet aanelkaar bevestigd, maar wordt het lagerhuis slechts op de cilinder gelegd. Door het gewicht van hetchassis en de rest van het voertuig wordt het lagerhuis tegen de cilinder gedrukt. Hierdoor kan decilinder onbedoeld los raken wanneer deze ontlast wordt.
Lagerhuizen in voertuigen die grote lasten dragen, zoals aanhangers of opleggers voorzwaar transport, slijten relatief snel vanwege de grote krachten die zij te verduren krijgen. Delagerhuizen moeten daarom relatief vaak onderhouden worden. De lagerhuizen zijn slechttoegankelijk omdat zij zich nabij de onderzijde van het voertuig bevinden. Daardoor neemt hetonderhouden van lagerhuizen veel tijd in beslag, en vereist het soms specialistisch gereedschap ombijvoorbeeld het voertuig op te tillen.
Het oudere document DE 18 57 359 U een ophanging voor gestuurde wielen met eenvorkbeen en een MacPherson-poot. Het boveneinde van de MacPherson-poot is in een rubberenlager geplaatst of als balgewricht uitgevoerd. Daarbij is een huls door vulkaniseren met eenrubberen ring en een binnenste huls verbonden en wordt het bolgewricht in de binnenste hulsgeschroefd.
Het document DE 2 264 236 Al betreft een bolgewricht waarbij een bol met eenelastomeerlaag in een behuizing is geplaatst. Het gewricht kan gebruikt worden om eenschokdemper aan een voertuig op te hangen. De elastomeerlaag wordt aan de bol vastgevulkaniseerd, en over slechts een deel van de buitenzijde van de elastomeerlaag wordt eenmetalen huls of ring geplaatst. De huls of ring wordt op zijn beurt aan de elastomeerlaag vastgevulkaniseerd.
De uitvinding heeft daarom als doel het onderhouden van lagerhuizen aan voertuigen tevergemakkelijken en/of te versnellen.
Dit doel wordt volgens de uitvinding bereikt door een inrichting van de in de aanhefvermelde soort, waarbij het lagerhuis losneembaar aan het steunelement bevestigd is door middelvan een bajonetverbinding.
Doordat het lagerhuis losneembaar aan het steunelement bevestigd is, kan slechts hetlagerhuis van het voertuig worden verwijderd bij onderhoud. Daardoor hoeft niet het geheleonderhoud plaats te vinden terwijl het lagerhuis aan het voertuig is bevestigd. Voor een gedeeltevan het onderhoud kan dan een gemakkelijk toegankelijk locatie, zoals bijvoorbeeld een werkbank,worden gekozen. Alternatief kan het lagerhuis simpelweg vervangen worden door een nieuwexemplaar, of een exemplaar dat al onderhouden is.
Door de bajonetverbinding kan gemakkelijk en/of zonder gereedschap een eventueelvoorlopige verbinding worden gemaakt tussen het lagerhuis en het steunelement. Tijdensbijvoorbeeld het verbinden van het lagerhuis aan het steunelement kan een monteur beide handengebruiken om het lagerhuis te verbinden via de bajonetverbinding, waardoor een voorlopigeverbinding wordt verschaft. De monteur kan dan, eventueel wederom met beide handen, metbehulp van gereedschappen een meer permanente verbinding tot stand brengen, bijvoorbeeld doormiddel van bouten en/of moeren, zonder dat het lagerhuis vast gehouden hoeft te worden.Daardoor is de initiële montage van het lagerhuis aan het chassis van het voortuig gemakkelijker.
In een andere uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding omvat debajonetverbinding een sleuf in het steunelement en een uitsteeksel aan het lagerhuis, welkuitsteeksel beweegbaar in de sleuf opgenomen is.
Doordat juist het uitsteeksel, en niet de sleuf in het lagerhuis is aangebracht, kan hetlagerhuis relatief sterk zijn uitgevoerd. Alternatief of daarbovenop kan de beweegbaarheid van hetuitsteeksel in de sleuf zorgen voor de losneembare verbinding, en daardoor het hierbovenomschreven voordeel bieden.
In nog een andere uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding heeft hetsteunelement een doorgaand gat, waar een fixeerelement doorheen gestoken is, dat met hetlagerhuis verbonden is.
Doordat het lagerhuis met een fixeerelement, bijvoorbeeld een bout, met het steunelementverbonden kan worden, kan een sterke doch losneembare verbinding worden verschaft. Deverbinding door middel van het fixeerelement kan voorkomen dat de bajonetverbinding ongewildlos gaat tijdens gebruik.
Eventueel is in het lagerhuis een aangrijpgat voor het fixeerelement aangebracht.
In nog een andere uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding omvat hetsteunelement een aanligvlak waartegen het lagerhuis aanligt, waarbij het aanligvlak en hetlagerhuis zijn voorzien van respectievelijk eerste en tweede met elkaar samenwerkende borgmiddelen voor het borgen van het lagerhuis tegen verplaatsing ten opzichte van hetsteunelement in een vlak dat evenwijdig is aan het aanligvlak.
Dergelijke borgmiddelen bieden het voordeel dat het lagerhuis reeds tegen bewegingen ineen vlak is geborgd, waardoor een voorlopige verbinding, bijvoorbeeld door eenbajonetverbinding, geen beweging hoeft tegen te gaan in richtingen in dat vlak. Daardoor kan devoorlopige verbinding eenvoudiger worden uitgevoerd.
In een praktische uitvoeringsvorm is het aanligvlak in gebruik een bovenzijde van hetsteunelement, waardoor het lagerhuis effectief een grote verticale kracht van de wielas naar hetchassis kan doorgeven.
In nog een andere uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding omvat hetsteunelement ten minste twee tegenover elkaar gelegen zijwanden die zich haaks op het aanligvlakuitstrekken, waarbij het uitsteeksel in één van de twee zijwanden en het doorgaande gat in deander van de twee zijwanden is aangebracht.
Doordat het gat aan een andere zijwand is aangebrachl dan de bajonetverbinding, kunnenzij samen een effectieve verbinding van het lagerhuis met het steunelement verschaffen.
Volgens een ander aspect van de uitvinding wordt een inrichting verschaft waarbij in delagerkom een dempingslaag is voorzien, zoals een rubberen laag, waartegen de bol kan aanliggen.
De dempingslaag zorgt ervoor dat trillingen van de wielas, in het bijzonder trillingen meteen hoge frequentie en/of een kleine amplitude, in mindere mate doorgegeven worden aan hetchassis. Dit voorkomt onder andere slijtage aan het chassis, en verbetert het rijcomfort van hetvoertuig.
De uitvinding betreft verder een werkwijze voor het aan een chassis van een voertuigbevestigen van een cilinder die een bol van een bollager heeft, omvattende de stappen van het aanhet chassis bevestigen van een steunelement, het losneembaar aan het steunelement bevestigen vaneen lagerhuis dat een lagerkom vertoont, en het losneembaar aan het chassis bevestigen van decilinder, zodanig dat de bol van het bollager in de lagerkom rust, waarbij het lagerhuis losneembaaraan het steunelement bevestigd wordt door middel van een bajonetverbinding.
De uitvinding heeft ook betrekking op een steunelement dat kennelijk bedoeld is voorgebruik in een inrichting volgens de uitvinding. Het steunelement kan alle hierboven genoemdekenmerken, in willekeurig welke geschikt combinatie hebben, en alle overeenkomstige voordelenbieden.
De uitvinding heeft ook betrekking op een lagerhuis dat kennelijk bedoeld is voor gebruikin een inrichting volgens de uitvinding. Het lagerhuis kan alle hierboven genoemde kenmerken, inwillekeurig welke geschikt combinatie hebben, en alle overeenkomstige voordelen bieden.
De uitvinding heeft ook betrekking op een cilinder die kennelijk bedoeld is voor gebruik ineen werkwijze volgens de uitvinding. De cilinder kan alle hierboven genoemde kenmerken, inwillekeurig welke geschikt combinatie hebben, en alle overeenkomstige voordelen bieden.
De uitvinding wordt verder toe gelicht aan de hand van de volgende figuren, waarbij:
Figuur 1 een schematisch zijaanzicht toont van een chassis van een voertuig en een daaraanopgehangen wiel;
Figuur 2 een perspectivisch aanzicht met uiteengenomen delen toont van eenuitvoeringsvorm van de uitvinding;
Figuren 3A - 3D perspectivische aanzichten tonen van verschillende stappen van hetverbinden van een lager met een steunelement volgens de uitvinding; en
Figuren 4A - 4D perspectivische aanzichten tonen van verschillende stappen van hetverbinden van een cilinder met het lager en het steunelement van de figuren 3A - 3D.
In de figuren zijn gelijke elementen met gelijke verwijzingscijfers aangeduid, en zijnovereenkomstige elementen van verschillende uitvoeringsvormen aangeduid met gelijkeverwijzingscijfers die met 100 verhoogd zijn.
Figuur 1 toont een wiel 1 dat met een balk 2 van een chassis van een voertuig isverbonden. Aan de balk 2 is een eerste arm 3 bevestigd, waaraan een tweede arm 4 met een eersteeind scharnierbaar is verbonden door scharnier 5. Het wiel 1 is aan het tweede eind van de tweedearm 4 gelagerd. De tweede arm 4 is met de balk 2 verbonden via een daarop gelagerde zuigerstang52 en cilinder 50, die tezamen een zuiger/cilindercombinatie vormen. Cilinder 50 vertoont aan zijnbovenzijde een bol 51 van een bollager, waarmee de cilinder met balk 2 is verbonden door middelvan een inrichting 9 (zie figuren 2 - 4D). Doordat de zuiger 52 in de cilinder 50 kan in- enuitschuiven, en daardoor de tweede arm 4 ten opzichte van de eerste arm 3 kan zwenken, kan hetwiel 1 ten opzichte van balk 2 van het chassis op neer bewegen. De bewegingsvrijheid van het wiel1 ten opzichte van de balk 2 kan gebruikt worden voor bijvoorbeeld vering en/of demping.Alternatief of daarbij kan de cilinder 50 worden gebruikt om de hoogte van de balk 2 boven eenwegoppervlak in te stellen, door het wiel 1 naar boven of naar beneden te bewegen door de zuiger52 ten opzichte van de cilinder 50 in of uit te laten schuiven.
Een uitvoeringsvorm van de inrichting 9 uit figuur 1 is in figuur 2 in uiteengenomentoestand weergegeven als inrichting 109. De inrichting omvat een steunelement 110 dat aan eenbalk 2 (niet getoond in figuur 2) van een chassis kan worden bevestigd. De inrichting omvat verdereen lagerhuis 130. Het steunelement 110 heeft een bovenoppervlak 111 dat een aanligvlak vormtvoor het lagerhuis 130. Haaks op het bovenlichaam staan twee zijwanden 112, 113 en achterwand114. Vanaf het vrije eind van elk van de zijwanden 112, 113 strekken zich twee vleugels 115 uit.Het steunelement 110 heeft in vooraanzicht daardoor in hoofdzaak de vorm van een Ω-teken(omegateken). In de één van de zijwanden 113 is een eerste sleuf 116 en een tweede sleuf 117 aangebracht. In de tegenovergelegen zijwand 112 is een eerste doorgaand gat 118 en een tweededoorgaand gat 119 aangebracht.
Lagerhuis 130 heeft een lagerkom 131 en een eerste uitsteeksel 132. Het lagerhuis 130 kanmet steunelement 110 worden verbonden door het eerste uitsteeksel 132 in de eerste sleuf 116 vanhet steunelement 110 te brengen, en het lagerhuis 130 ten opzichte van het steunelement 110 teroteren. Het eerste uitsteeksel 132 en de eerste sleuf 116 vormen samen een bajonetverbinding. Hellagerhuis 130 heeft ook een eerste aangrijpgat (zie figuur 3C) voor een eerste fixeerelement, zoalseen bout. Wanneer het lagerhuis 130 door middel van de bajonetverbinding met het steunelement110 is verbonden, ligt het eerste aangrijpgat in het verlengde van eerste gat 118 van steunelement110, zodat een eerste fixeerelement door het eerste gat 118 op het eerste aangrijpgat kanaangrijpen, en daardoor het lagerhuis 130 ten opzichte van het steunelement 110 kan fixeren. Hetlagerhuis 130 heeft verder tweede borgmiddelen 133, hier in de vorm van een plaatselijkverhoogde bovenzijde, die hieronder verder worden toegelicht.
In dit geval is een dempingslaag 140 voorzien, die uit een in hoofdzaak komvormigrubberen element bestaat. Een buitenoppervlak 141 van de dempingslaag 140 komt in hoofdzaak invorm overeen met de lagerkom 131, en kan daartegenaan liggen. De dempingslaag 140 heeft ookeen binnenopper vlak 142 dat ook in hoofdzaak komvormig is, zodat een bol 151 van een cilinder150 tegen het binnenoppervlak 142 van dempingslaag 140 in lagerkom 131 geplaatst kan worden.De bol 151 en de lagerkom 131 met dempingslaag 140 vormen samen een bollager.
De cilinder 150 is aan zijn bol 151 voorzien van een tweede uitsteeksel 153. Het tweedeuitsteeksel 153 vormt samen met de tweede sleuf 117 van het steunelement 110 een tweedebajonetverbinding. De tweede sleuf 117 van het steunelement 110 heeft een dwarsdoorsnedeafmeting die groter is dan een althans lokale dwarsdoorsnede afmeting van het tweede uitsteeksel153, zodat het tweede uitsteeksel 153 wanneer die in de tweede sleuf 117 is ingebracht, in detweede sleuf 117 beweegbaar is. De cilinder 150 is aan zijn bol 151 ook voorzien van een tweedeaangrijpgat (zie figuur 4C), dat wanneer de cilinder door middel van de tweede bajonetverbindingmet hel steunelement 110 is verbonden, in het verlengde ligt van tweede gat 119. Daardoor kan eentweede fixeerelement door tweede gat 119 op het tweede aangrijpgat aangrijpen en cilinder 150met steunelement 110 verbinden. Het tweede gat 119 heeft een dwarsdoorsnede afmeting die groteris dan een althans lokale dwarsdoorsnedeafmeting van het tweede fixeerelement, zodat het tweedefixeerelement kan bewegen in het tweede gat 119. Daardoor is cilinder 150 in de verbondentoestand daarvan beweegbaar ten opzichte van steunelement 110.
Figuren 3A - 3C tonen hoe in een eerste stap een lagerhuis 230 met een steunelement 210verbonden kan worden. In figuur 3A is steunelement 210 reeds aan balk 202 bevestigd (zie figuur3A). Lagerhuis 230 kan dan verbonden worden door eerst het eerste uitsteeksel 232 van hetlagerhuis in de eerste sleuf 216 van steunelement 210 te brengen (zie figuur 3B). Daarna kan het lagerhuis 230 ten opzichte van het steunelement 210 worden geroteerd waardoor het eersteuitsteeksel 232 in de eerste sleuf 216 beweegt. De bajonetverbinding die het eerste uitsteeksel 232en de eerste sleuf 216 samen vormen wordt daarmee gesloten. Daardoor komt ook het lagerhuis230 tegen het bovenoppervlak 211 van het steunelement te liggen. De tweede borgmiddelen 233van het lagerhuis komen daarbij in een opening 220 in het bovenoppervlak 211 te liggen, die eersteborgmiddelen vorm die met de tweede borgmiddelen 233 samenwerkt. Daardoor is het lagerhuis230 ten opzichte van het steunelement 210 geborgd tegen verplaatsing in richtingen in hetbovenoppervlak 211 (zie figuur 3C), terwijl door de ronde vorm van zowel de opening 220 als hetverhoogde deel 233 een rotatiebeweging als nodig voor de bajonetverbinding mogelijk blijft. Eeneerste aangrijpgat in het lagerhuis 230 komt bij het verbinden van de bajonetverbinding in hetverlengde van het eerste doorgaande gat 218 te liggen. Daardoor kan een eerste fixeerelement 234door het doorgaande gat 218 op het lagerhuis 230 aangrijpen om die vast en tevens losneembaarmet het steunelement 210 te verbinden (zie figuur 3D).
Figuren 4A - 4C tonen hoe in een tweede stap een cilinder 250 met het steunelement 210verbonden kan worden. Het steunelement 210 is reeds bevestigd aan een balk 202, en in hetsteunelement 210 is het lagerhuis 230 geplaatst en verbonden met het eerste fixeerelement 234 (ziefiguur 4A). Eventueel is in een lagerkom 231 van het lagerhuis 230 een dempingslaag,bijvoorbeeld van rubber aangebracht. De cilinder 250 kan met een bol 251 daarvan tegen delagerkom 231 worden gebracht, door een tweede uitsteeksel 253 van de cilinder 250 in een tweedesleuf 217 te brengen (zie figuur 4B). Het tweede uitsteeksel 253 en de tweede sleuf 217 vormensamen een tweede bajonetverbinding, die gesloten kan worden door de cilinder 250 ten opzichtevan het steunelement 210 en het lagerhuis 230 te roteren (zie figuur 4C). Daardoor komt eentweede aangrijpgat in de cilinder in het verlengde van een tweede doorgaand gat 219 in hetsteunelement 210 te liggen. Een tweede fixeerelement 254 kan daardoor door het tweededoorgaande gat 219 op de cilinder 250 aangrijpen, om deze beweegbaar met het steunelement 210te verbinden. De dwarsdoorsnedeafmetingen van de tweede sleuf 217 en het tweede doorgaandegat 219 zijn groter dan althans een lokale dwarsdoorsnede van het tweede uitsteeksel 253respectievelijk het tweede fixeerelement 254. Daardoor ontstaat een speling tussen de tweede sleuf217 en het tweede doorgaande gat 219 en het tweede uitsteeksel 253 respectievelijk het tweedefixeerelement 254. Door die speling kan cilinder 250 bewegen ten opzichte van het lagerhuis 230en het steunelement 210. Dit is van belang om variaties in de stand van de cilinder als gevolg vanhet in- of uitveren van de onderste wieldraagarm 4 op te vangen.
De uitvinding is niet beperkt tot de getoonde en/of genoemde uitvoeringsvormen, maar kanop velerlei wijze worden gevarieerd. Zo zouden het lagerhuis en/of de cilinder op andere wijze dandoor een bajonetverbinding losneembaar bevestigd kunnen worden. Ook hoeven het lagerhuis ende cilinder niet beiden op dezelfde wijze bevestigd te worden, maar zou voor een van beiden een bajonetverbinding en voor de ander een alternatieve bevestigingswijze gekozen kunnen worden.Ook de uitvoering van het lagerhuis en van het steunelement kunnen anders zijn dan hier getoonden beschreven. De cilinder zou door middel van de bajonetverbinding met een ander type lagerhuisverbonden kunnen zijn dan het getoonde lagerhuis met rubber. Anderzijds zou dit lagerhuis metrubber toegepast kunnen worden in combinatie met een cilinder die op andere wijze bevestigd is.
De omvang van de uitvinding wordt dan ook bepaald door de aangehechte conclusies.

Claims (10)

1. Inrichting voor het aan een chassis van een voertuig bevestigen van een cilinder die een bolvan een bollager heeft, omvattende: - een aan het chassis bevestigbaar steunelement; en - een lagerhuis, dat een lagerkom van hel bollager omvat waartegen de bol kan aanliggen,met het kenmerk, dat het lagerhuis losneembaar aan het steunelement bevestigd is door middelvan een bajonetverbinding.
2. Inrichting volgens conclusie 1, waarbij de bajonetverbinding een sleuf in hetsteunelement en een uitsteeksel aan het lagerhuis omvat, welk uitsteeksel beweegbaar in de sleufopgenomen is.
3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, waarbij het steunelement een doorgaand gat heeft,waar een fixeerelement doorheen gestoken is, dat met het lagerhuis verbonden is.
4. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het steunelement een aanligvlakomvat waartegen het lagerhuis aanligt, waarbij het aanligvlak en het lagerhuis zijn voorzien vanrespectievelijk eerste en tweede met elkaar samenwerkende borgmiddelen voor hel borgen van hetlagerhuis tegen verplaatsing ten opzichte van het steunelement in een vlak dat evenwijdig is aanhet aanligvlak.
5. Inrichting volgens conclusies 2, 3 en 4, waarbij het steunelement ten minste tweetegenover elkaar gelegen zijwanden omvat die zich haaks op het aanligvlak uitstrekken, waarbij desleuf in één van de twee zijwanden en het doorgaande gat in de ander van de twee zijwanden isaangebracht.
6. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, waarbij in de lagerkom eendempingslaag is voorzien, zoals een rubberen laag, waartegen de bol kan aanliggen.
7. Werkwijze voor het aan een chassis van een voertuig bevestigen van een cilinder die eenbol van een bollager heeft, omvattende de stappen van: - het aan het chassis bevestigen van een steunelement; - het losneembaar aan het steunelement bevestigen van een lagerhuis dat een lagerkomvertoont; en - het losneembaar aan het chassis bevestigen van de cilinder, zodanig dat de bol van hetbollager in de lagerkom rust, waarbij het lagerhuis losneembaar aan het steunelement bevestigd wordt door middel vaneen bajonetverbinding.
8. Steunelement, kennelijk bedoeld voor gebruik in een inrichting volgens één der conclusies1-6 en/of een werkwijze volgens conclusie 7.
9. Lagerhuis, kennelijk bedoeld voor gebruik in een inrichting volgens één der conclusies 1 -6 en/of een werkwijze volgens conclusie 7.
10. Cilinder, kennelijk bedoeld voor gebruik in een werkwijze volgens conclusie 7.
NL2020219A 2017-12-30 2017-12-30 Inrichting en werkwijze voor het bevestigen van een cilinder aan een chassis van een voertuig NL2020219B1 (nl)

Priority Applications (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2020219A NL2020219B1 (nl) 2017-12-30 2017-12-30 Inrichting en werkwijze voor het bevestigen van een cilinder aan een chassis van een voertuig
ES18215917T ES2918207T3 (es) 2017-12-30 2018-12-30 Dispositivo y método para fijar un cilindro a un chasis de un vehículo
EP18215917.8A EP3505374B1 (en) 2017-12-30 2018-12-30 Device and method for attaching a cylinder to a chassis of a vehicle
PL18215917T PL3505374T3 (pl) 2017-12-30 2018-12-30 Urządzenie i sposób do mocowania siłownika do podwozia pojazdu

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2020219A NL2020219B1 (nl) 2017-12-30 2017-12-30 Inrichting en werkwijze voor het bevestigen van een cilinder aan een chassis van een voertuig

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL2020219B1 true NL2020219B1 (nl) 2019-07-10

Family

ID=61952936

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2020219A NL2020219B1 (nl) 2017-12-30 2017-12-30 Inrichting en werkwijze voor het bevestigen van een cilinder aan een chassis van een voertuig

Country Status (4)

Country Link
EP (1) EP3505374B1 (nl)
ES (1) ES2918207T3 (nl)
NL (1) NL2020219B1 (nl)
PL (1) PL3505374T3 (nl)

Families Citing this family (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US20240123785A1 (en) * 2022-10-12 2024-04-18 Troy A. CARTER Joint Assembly

Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE1857359U (de) * 1958-12-03 1962-08-23 Ehrenreich & Cie A Vorrichtung zur abstuetzung der radgelenke gelenkter fahrzeugraeder.
FR1476519A (fr) * 1965-02-18 1967-04-14 Automobiles Simca Sa Des Dispositif de liaison d'un vérin hydropneumatique ou pneumatique avec une suspension de véhicule automobile
DE2264236A1 (de) * 1972-01-05 1973-07-12 Raoul Dipl Ing Joern Kugelgelenk
NL7708970A (nl) * 1976-09-01 1978-03-03 Mafi Transport Systeme Gmbh Wielsteuninrichting voor voertuigen.
FR2772307A1 (fr) * 1997-12-11 1999-06-18 Mannesmann Sachs Ag Amortisseur d'oscillation ou jambage de suspension
DE102016203577A1 (de) * 2016-03-04 2017-09-07 Goldhofer Ag Nutzfahrzeug, insbesondere Schwerlastfahrzeug und Radbaugruppe für ein derartiges Nutzfahrzeug

Patent Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE1857359U (de) * 1958-12-03 1962-08-23 Ehrenreich & Cie A Vorrichtung zur abstuetzung der radgelenke gelenkter fahrzeugraeder.
FR1476519A (fr) * 1965-02-18 1967-04-14 Automobiles Simca Sa Des Dispositif de liaison d'un vérin hydropneumatique ou pneumatique avec une suspension de véhicule automobile
DE2264236A1 (de) * 1972-01-05 1973-07-12 Raoul Dipl Ing Joern Kugelgelenk
NL7708970A (nl) * 1976-09-01 1978-03-03 Mafi Transport Systeme Gmbh Wielsteuninrichting voor voertuigen.
FR2772307A1 (fr) * 1997-12-11 1999-06-18 Mannesmann Sachs Ag Amortisseur d'oscillation ou jambage de suspension
DE102016203577A1 (de) * 2016-03-04 2017-09-07 Goldhofer Ag Nutzfahrzeug, insbesondere Schwerlastfahrzeug und Radbaugruppe für ein derartiges Nutzfahrzeug

Also Published As

Publication number Publication date
EP3505374A1 (en) 2019-07-03
EP3505374B1 (en) 2022-04-13
PL3505374T3 (pl) 2022-07-04
ES2918207T3 (es) 2022-07-14

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US4995636A (en) Trailing arm modular axle suspension unit
US6485040B1 (en) Single rotation point attachment part for leaf springs
US5851021A (en) Shock absorbing trailer hitch
US3861708A (en) High strength auxiliary axle suspension system for low frame wheeled vehicles
NL2020219B1 (nl) Inrichting en werkwijze voor het bevestigen van een cilinder aan een chassis van een voertuig
JPS6044161B2 (ja) 懸架方式
US4717054A (en) Tire carrier with pivotable tire mount and variable counterforce device
EP3127726A1 (en) Pneumatic tandem axle suspension for a pair of rear axles of a vehicle, in particular a heavy goods vehicle
US2892482A (en) Vehicle seat mounting units
AU2016296919A1 (en) Pneumatic axle suspension for a rear axle of a vehicle
GB2508085A (en) A trailer chassis suspension arrangement
CA2829905C (en) Cradle for a side loading arm for refuse vehicle
NL2023417B1 (nl) Inrichting en werkwijze voor het bevestigen van een cilinder aan een chassis van een voertuig
NL1023548C2 (nl) Wielasophanging.
NL1032271C2 (nl) Schokdemperbevestiging.
EP3228485B1 (en) Axle suspension system with panhard rod and vehicle with axle suspension system
AU2008365642A1 (en) Subframe with guiding means and vehicle comprising said subframe
US4445707A (en) Suspension system with parallelogram axle stabilization and central elastomer spring
EP1707408A1 (en) Vehicle suspension systems
NL1013104C2 (nl) Draagbeugel voor het bevestigen van een assamenstel aan het chassis van een voertuig.
ES2925501T3 (es) Suspensión de eje de rueda con elevador de eje
US20230131279A1 (en) Plow Lift Cushion Assembly
CN211468098U (zh) 一种悬挂系统、底盘及轮式机器人
NL2008334C2 (nl) Wiel-ophangsysteem.
NL1021052C2 (nl) Inrichting voor het bevestigen van een wielas aan het chassis van een voertuig.