NL1018687C2 - Scharnierconstructie en scharnieractuator, in het bijzonder voor een buitenspiegel van een motorvoertuig. - Google Patents

Scharnierconstructie en scharnieractuator, in het bijzonder voor een buitenspiegel van een motorvoertuig. Download PDF

Info

Publication number
NL1018687C2
NL1018687C2 NL1018687A NL1018687A NL1018687C2 NL 1018687 C2 NL1018687 C2 NL 1018687C2 NL 1018687 A NL1018687 A NL 1018687A NL 1018687 A NL1018687 A NL 1018687A NL 1018687 C2 NL1018687 C2 NL 1018687C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
hinge
parts
guide
track
angular position
Prior art date
Application number
NL1018687A
Other languages
English (en)
Inventor
Stefan Frits Brouwer
Marinus Jacobus Maria Zuijlen
Paulus Gerardus Maria Stiphout
Peter Alexander Hamming
Werner John Peter Kleissen
Original Assignee
Iku Holding Montfoort Bv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Iku Holding Montfoort Bv filed Critical Iku Holding Montfoort Bv
Priority to NL1018687A priority Critical patent/NL1018687C2/nl
Priority to JP2003516847A priority patent/JP2004536740A/ja
Priority to US10/485,239 priority patent/US7171726B2/en
Priority to PCT/NL2002/000520 priority patent/WO2003011642A1/en
Priority to DE10297096T priority patent/DE10297096T5/de
Application granted granted Critical
Publication of NL1018687C2 publication Critical patent/NL1018687C2/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B60VEHICLES IN GENERAL
    • B60RVEHICLES, VEHICLE FITTINGS, OR VEHICLE PARTS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • B60R1/00Optical viewing arrangements; Real-time viewing arrangements for drivers or passengers using optical image capturing systems, e.g. cameras or video systems specially adapted for use in or on vehicles
    • B60R1/02Rear-view mirror arrangements
    • B60R1/06Rear-view mirror arrangements mounted on vehicle exterior
    • B60R1/062Rear-view mirror arrangements mounted on vehicle exterior with remote control for adjusting position
    • B60R1/07Rear-view mirror arrangements mounted on vehicle exterior with remote control for adjusting position by electrically powered actuators
    • B60R1/074Rear-view mirror arrangements mounted on vehicle exterior with remote control for adjusting position by electrically powered actuators for retracting the mirror arrangements to a non-use position alongside the vehicle

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Multimedia (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Rear-View Mirror Devices That Are Mounted On The Exterior Of The Vehicle (AREA)

Description

Titel: Scharnierconstructie en scharnieractuator, in het bijzonder voor een buitenspiegel van een motorvoertuig.
De uitvinding heeft betrekking op een scharnierconstructie, in het bijzonder voor een buitenspiegel van een motorvoertuig, omvattende twee scharnierdelen, die zwenkbaar ten opzichte van een gemeenschappelijke rotatie-as zijn opgesteld.
5 Een dergelijke scharnierconstructie is algemeen bekend en wordt toegepast in een scharnieractuator waarmee een spiegelhuis van een buitenspiegel zwenkbaar verbonden wordt met de carrosserie van een auto. Het spiegelhuis is daarbij zwenkbaar om een in hoofdzaak verticale as tussen een bedrijfsstand, waarin het spiegelhuis in hoofdzaak zijwaarts ten 10 opzichte van de carrosserie van de auto naar buiten reikt en een uiterste invouwstand, waarin het spiegelhuis zich in hoofdzaak achterwaarts langs de carrosserie van de auto uitstrekt. Hierdoor kan het spiegelhuis, bijvoorbeeld tijdens het parkeren, vanuit de bedrijfsstand worden ingevouwen, zodat het vrije uiteinde van het spiegelhuis dichter bij de 15 carrosserie van de auto komt te liggen en de kans op beschadiging kan worden verkleind.
Om de tussen de invouwstand en de werkstand begrensde rotatie mogelijk te maken zijn de twee scharnierdelen van de bekende scharnier-constructie uitgevoerd als op elkaar geplaatste schijven. In het aanligvlak 20 van het eerste scharnierdeel is daarbij voorzien in twee geleidingsbanen die zijn uitgevoerd als zich langs de omtrek van een cirkel om de rotatie-as tussen twee eerste baaneinden uitstrekkende geleidingsbanen, terwijl het tweede scharnierdeel aan het contactvlak is voorzien van twee nokken die met de geleidingsbanen kunnen samenwerken. Bij het uitvouwen naar de 25 bedrijfsstand verzwenken de scharnierdelen ten opzichte van elkaar en worden de nokken door de groeven geleid tot zij elk aanliggen tegen een baaneinde. Bij het vanuit de werkstand invouwen worden de nokken in 1018687 2 tegenovergestelde richting door de groeven geleid tot een met de uiterste invouwstand corresponderende aanslag is bereikt.
Het in- en uitvouwen wordt uitgevoerd met behulp van een elektrische aandrijving die de relatieve zwenkbeweging van de scharnier-5 delen aandrijft en die automatisch afslaat zodra één der aanslagen is bereikt.
Omwille van de veiligheid is er voor gekozen om de scharnier-constructie zo uit te voeren dat het spiegelhuis voorts vanuit de werkstand om de rotatie-as verder kan worden gezwenkt, zodat het spiegelhuis vanuit 10 de werkstand overgevouwen kan worden naar een uiterste overvouwstand waarin het spiegelhuis zich in hoofdzaak voorwaarts langs de carrosserie van de auto uitstrekt.
Bij de bekende scharnierinrichting staan de scharnierdelen hiertoe in axiale richting onder veerwerking, zodat de scharnierdelen vanuit de 15 bedrijfsstand verder kunnen worden verzwenkt doordat de nokken ter plaatse van de baaneinden uit de groeven lopen en de scharnierdelen tegen de veerkracht in, in axiale richting uiteen worden gedrukt. Bij het verder zwenken tot in de uiterste uitvouwstand worden de nokken over de tussen de groeven gelegen delen van de contactvlakken van de scharnierdelen 20 geleid. Op deze wijze kan, wanneer een obstakel het spiegelhuis raakt, het spiegelhuis in rijrichting om de rotatie-as meezwenken, zodat beschadiging van het spiegelhuis en/of het obstakel kan worden verkleind. Het vanuit de overvouwstand tot in of voorbij de werkstand terugvouwen wordt daarbij elektronisch uitgevoerd.
25 Een nadeel van de bekende scharnierconstructie is dat bij het verstellen tussen de invouwstand en de werkstand een relatief grote wrijvingskracht moet worden overgebracht, waardoor de elektrische aandrijving relatief zwaar moet worden uitgevoerd. Daarnaast is ook de wrijvingskracht tussen de nokken en het contactvlak van het eerste 3 scharnierdeel bij het verzwenken tussen de werkstand en de uiterste overvouwstand relatief groot.
Een verder nadeel van de bekende scharnierconstructie is dat slechts twee geleidingsbanen langs de cirkelomtrek kunnen worden 5 aangebracht, doordat een spiegelhuis gebruikelijkerwijs over een hoek van circa 80° tussen de invouwstand en de werkstand moet kunnen worden verzwenkt. De geleidingsbanen moeten zich zodoende over een cirkelboog van elk ten minste 80° moeten uitstrekken, zodat bij plaatsing van meer dan twee geleidingsbanen onvoldoende tussenruimte beschikbaar is om de 10 nokken tussen de werkstand en de uiterste overvouwstand te geleiden zonder dat deze in de volgende geleidingsgroef terechtkomen en zodoende niet meer met behulp van de elektrische aandrijving terug kunnen worden gehaald.
Dit heeft als nadeel dat het spiegelhuis in de overvouwstand 15 instabiel is, daar het slechts op twee nokken rust. Aangezien de scharnierconstructie in de praktijk compact en robuust moet worden uitgevoerd, is het niet wenselijk om te voorzien in meerdere concentrische geplaatste geleidingsgroeven.
De uitvinding beoogt een scharnierconstructie van de in de aanhef 20 genoemde soort, waarmee met behulp van een relatief eenvoudige constructie, met behoud van de voordelen, de nadelen kunnen worden vermeden.
Daartoe omvat een scharnierconstructie volgens de uitvinding twee van een geleidingsbaan voorziene scharnierdelen, welke scharnierdelen 25 zwenkbaar ten opzichte van een gemeenschappelijke rotatie-as zijn opgesteld, zodat de geleidingsbanen tezamen een geleiding vormen voor verplaatsbaar tussen de scharnierdelen opgenomen geleidingselementen, welke geleidingselementen met vaste tussenafstand verdeeld langs de omtrek van een om de rotatie-as gelegen cirkel op een gemeenschappelijke 30 drager zijn opgenomen, waarbij de geleidingsbanen van elk der scharnier- .1 01 8687 4 delen ten minste drie in hoofdzaak vlakke, cirkelsegmentvormige haandelen omvatten, die zich elk tussen eerste en tweede baaneinden uitstrekken en die met regelmatige tussenafstand over een corresponderende cirkelomtrek zijn verdeeld, zodat de haandelen van de scharnierdelen telkens paarsgewijs 5 een geleiding vormen voor ten minste een geleidingselement, zodanig dat de scharnierdelen ten opzichte van elkaar verzwenkbaar zijn tussen een eerste hoekstand waarin de geleidingselementen langs de haandelen verplaatsbaar in de geleidingen zijn opgenomen, en een tweede hoekstand waarin de geleidingselementen tussen eerste en tweede baaneinden van de haandelen 10 ingeklemd in de geleidingen zijn opgenomen.
Door de geleidingselementen verplaatsbaar tussen de scharnierdelen op te nemen wordt bereikt dat deze een lageringsfunctie kunnen vervullen, waardoor de wrijving tussen de scharnierdelen aanzienlijk kan worden verminderd.
15 Doordat de geleidingselementen in de geleidingen verplaatsbaar zijn langs baandelen van beide scharnierdelen, wordt bereikt dat de lengte van twee baandelen beschikbaar is voor het realiseren van een verzwenking van de scharnierdelen ten opzichte van elkaar. Hierdoor is het mogelijk om, vergeleken met de stand van de techniek, voor een vooraf bepaalde 20 begrensde rotatiehoek de baanlengte van de geleidingsbaandelen kleiner te kiezen. Bij voorkeur zijn de baandelen per scharnierdeel in één plat vlak gelegen.
Door de geleidingselementen op een gemeenschappelijke drager, zoals een kooi of gatenplaat, op te nemen kan worden zeker gesteld dat de 25 geleidingselementen op de juiste wijze binnen de scharnierconstructie verdeeld blijven en de scharnierdelen stabiel op elkaar kunnen afsteunen. Met het oog op een statisch bepaalde krachtdoorleiding worden daarbij bij voorkeur drie geleidingselementen toegepast.
Ί ' ; ; ' v' ' 5
Bij voorkeur zijn de geleidingselementen met hun gemeenschappelijk drager als losneembaar lageringselement tussen de scharnier-delen opgenomen.
De rolelementen zijn daarbij bij voorkeur met vaste tussenafstand 5 in de gemeenschappelijke drager gelagerd.
Om de wrijving tussen de scharnierdelen te verlagen zijn de geleidingselementen bij voorkeur uitgevoerd als rolelementen, zoals cilinders, kegels of tonnen. Uiteraard kunnen de geleidingselementen eveneens zijn uitgevoerd als schuifelementen, zoals blokjes. Bij voorkeur 10 zijn de geleidingselementen uitgevoerd als bol- of kogelvormige rolelementen.
Met de scharnierconstructie volgens de uitvinding is het mogelijk om de scharnierdelen van de scharnierconstructie over een maximale zwenkhoek ten opzichte van elkaar te verzwenken tussen twee uiterste 15 hoekstanden waarin de geleidingselementen tussen eerste en tweede baaneinden van de haandelen ingeklemd in de geleidingen zijn opgenomen. Het moge echter duidelijk zijn dat de scharnierconstructie kan worden voorzien van aanslagmiddelen waardoor deze verzwenkbaar is tussen een eerste uiterste hoekstand waarin ten minste één der scharnierdelen 20 samenwerkt met een aanslag en een tweede, uiterste hoekstand waarin de geleidingselementen tussen eerste en tweede baaneinden van de baandelen ingeklemd in geleidingen zijn opgenomen. Wanneer de scharnierconstructie deel uitmaakt van een scharnieractuator voor een buitenspiegel van een motorvoertuig kan de eerste, uiterste hoekstand bijvoorbeeld corres-25 ponderen met de uiterste invouwstand van de buitenspiegel en kan de tweede hoekstand corresponderen met de werkstand van de buitenspiegel.
In een voordelige uitvoeringsvorm zijn de scharnierdelen van de scharnierconstructie voorzien van op de baandelen aansluitende hulp-geleidingsbaandelen, die paarsgewijs een hulpgeleiding vormen, zodanig dat 30 de scharnierdelen vanuit de tweede hoekstand verder verzwenkbaar zijn tot - 10186 R ' ' 6 in een derde hoekstand waarin de geleidingselementen in de hulp-geleidingen zijn opgenomen. Wanneer de scharnierconstructie wordt toegepast in een scharnieractuator voor een buitenspiegel kan hierdoor een overvouwstand worden gerealiseerd. Een uiterste overvouwstand kan 5 daarbij worden gerealiseerd door toepassing van een verdere aanslag. In de overvouwstand kunnen de geleidingselementen een relatief lage wrijving tussen de scharnierdelen waarborgen, en kunnen de scharnierdelen statisch bepaalde karakters doorleiden.
Bij voorkeur zijn de hulpgeleidingsbaandelen per scharnierdeel in 10 één plat vlak gelegen.
In een voordelige uitvoeringsvorm van de uitvinding sluiten de . / geleidingsbanen en de hulpgeleidingsbaandelen per scharnierdeel via de baaneinden aan tot een getrapt verlopende, ringvormige geleidingsbaan.
Een dergelijke constructie kan op eenvoudige wijze worden gerealiseerd, 15 bijvoorbeeld door de ringvormige baan door middel van stansen te vormen uit plaatmateriaal.
In een verdere voordelige uitvoeringsvorm van de uitvinding werkt de gemeenschappelijke drager met behulp van een meeneeminrichting samen met ten minste één der scharnierdelen. Hierdoor kan worden 20 tegengegaan dat de scharnierdelen in een tussenhoekstand kunnen geraken waarin althans één geleidingselement samenwerkt met een geleidings-baandeel van een eerste scharnierdeel enerzijds en met een hulp-geleidingsbaandeel van een ander scharnierdeel anderzijds. De meeneeminrichting kan daarbij bijvoorbeeld een op de gemeenschappelijke 25 drager geplaatste nok omvatten, die samenwerkt met een op een scharnierdeel aangebrachte aanslag.
Om tegen te gaan dat een geleidingselement met meer dan één geleiding of hulp geleiding kan samenwerken, kan althans één der scharnierdelen zijn voorzien van een begrenzer, die verzwenking van de 30 scharnierdelen ten opzichte van elkaar begrenst wanneer de scharnierdelen 2. 's ·. f' f "· - < 5 - ' I · 7 in een tussenhoekstand zijn, waarin althans één geleidingselement samenwerkt met een geleidingsbaandeel van een eerste scharnierdeel enerzijds en met een hulpgeleidingsbaandeel van een ander scharnierdeel anderzijds. Een dergelijke begrenzer omvat bij voorkeur een aanslag die zich tussen de 5 scharnierdelen uitstrekt tot een lengte die kleiner is dan de som van de afstand tussen de vlakken waarin de haandelen en de hulpgeleidings-baandelen bij beide scharnierdelen zijn gelegen.
In een verdere voordelige uitvoeringsvorm werken de scharnierdelen onder veerwerking samen. Dit is met name voordelig bij uitvoerings-10 vormen waarbij de afstand tussen de scharnierdelen toeneemt wanneer de scharnierdelen vanuit de tweede hoekstand verder verzwenken naar de derde hoekstand waarin de geleidingselementen buiten de geleidingen in de hulpgeleidingen zijn gelegen. Opgemerkt wordt dat het eveneens mogelijk is om het op de geleidingsbanen aansluitende deel van een scharnierdeel uit te 15 voeren uit veerkrachtig materiaal, zodat door vervorming van het materiaal het tussenelement kan worden opgenomen en de afstand tussen de scharnierdelen gelijk kan blijven. Een dergelijke constructie kan op elegante wijze worden gevormd door het contactvlak althans een der scharnierdelen door middel van twee componenten spuitgieten te voorzien van een zachte 20 verhoging.
In nog een verdere uitvoeringsvorm zijn de geleidingsbaandelen aan ten minste één baaneinde voorzien van een verdieping. Hierdoor kan worden bereikt dat de geleidingselementen enigszins kunnen worden geborgd in een stand waarin zij tussen eerste en tweede baaneinden van de 25 geleidingen zijn ingeklemd. Zo kan de tweede hoekstand van de scharnier-constructie enigszins worden geborgd, hetgeen bijvoorbeeld bij een scharnieractuator voor een buitenspiegel van voordeel kan zijn bij het definiëren van de werkstand. Een soortgelijk effect kan worden bereikt door de eerste en/of de tweede geleidingsbanen aan ten minste één baaneinde te 1018687 ή 8 voorzien van een verhoging, zodat het tussenelement in de tweede hoekstand kan worden ingeklemd.
Verdere voordelige uitvoeringsvormen van de uitvinding zijn weergegeven in de volgconclusies.
5 De uitvinding heeft eveneens betrekking op een scharnieractuator en een buitenspiegeleenheid voorzien van een scharnierconstructie volgens de uitvinding.
De uitvinding zal nu nader worden toegelicht aan de hand van in een tekening weergegeven uitvoerihgsvoorbeeld. In de tekening toont: 10 fig. 1 een schematisch perspectivisch aanzicht van een schematisch vooraanzicht van een voertuig met een buitenspiegel; fig. 2A-2C schematisch een bovenaanzicht van een voertuig met een buitenspiegel in een bedrijfsstand (fig. 2A), in een invouwstand (fig. 2B), en een overvouwstand (fig. 2C); 15 fig. 3 een schematisch perspectivisch aanzicht van een scharnier actuator met een scharnierconstructie volgens de uitvinding in de eerste hoekstand (al); fig. 4 een schematisch perspectivisch aanzicht van de scharnieractuator van fig. 3 in uiteengenomen toestand; 20 fig. 5 een schematisch perspectivisch aanzicht van de scharnier actuator van fig. 1 in de tweede hoekstand (a2); fig. 6 een schematisch perspectivisch aanzicht van de scharnieractuator van fig. 1 wanneer deze juist in de derde hoekstand (a3) is geraakt; fig. 7 een schematisch perspectivisch aanzicht van de scharnier-25 actuator van fig. 1 in de overvouwstand; fig. 8 een schematisch perspectivisch aanzicht van de scharnieractuator van fig. 7 vanuit een andere hoek, waarin de samenwerkende aanslagmiddelen worden getoond; fig. 9A, 9B een schematisch perspectivisch aanzicht van de 30 scharnieractuator van fig. 1 in een tussenhoekstand; ΐ Ir f O V' L ƒ * 9 fig. 10A, 10B een schematisch perspectivisch aanzicht van de scharnieractuator van fig. 1 in een tussenhoekstand waarin een begrenzer de verzwenking van de scharnierdelen ten opzichte van elkaar begrenst; en fig. 11 een schematisch perspectivisch aanzicht van de scharnier-5 actuator van fig. 10 onder een andere hoek waarin de samenwerkende aanslagen van de begrenzer zijn getoond.
Op gemerkt wordt dat de figuren slechts schematische uitvoeringen van een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding betreffen. Gelijke of overeenkomstige delen zijn met dezelfde verwijzingscijfers aangegeven.
10 Figuur 1 toont schematisch een vooraanzicht van een zijwand van een voertuig 1, waaraan een zich in hoofdzaak horizontaal uitstrekkende steun 2 is bevestigd. Aan de steun 2 is een spiegelhuis 3 bevestigd, scharnierbaar om een zich in hoofdzaak verticaal uitstrekkende basis-as 4.
Het spiegelhuis 3 is in hoofdzaak komvormig, zoals duidelijk is weergegeven 15 in de figuren 2A-C, waarbij de bodem van die komvorm naar voren is gericht. In het spiegelhuis 3 is een spiegelplaat 5 opgesteld, in hoofdzaak volgens een verticaal vlak, welke spiegelplaat 5 ten opzichte van het spiegelhuis 3 scharnierbaar is om een scharnierpunt 6. Meer in het bijzonder is in het spiegelhuis 3 een spiegelverstelmechanisme opgesteld, 20 dat is ingericht om de stand van de spiegelplaat 5 in te stellen door een scharnierbeweging om twee onderling loodrechte assen, te weten een verticale as en een horizontale as. Aangezien de aard en constructie van dat spiegelverstelmechanisme geen onderwerp vormt van de onderhavige uitvinding, en kennis daarvan voor een goed begrip van de onderhavige 25 uitvinding niet nodig is voor een deskundige, zullen deze niet nader worden beschreven. Volstaan wordt met op te merken, dat gebruik gemaakt kan worden van een op zich bekend spiegelverstelmechanisme.
In figuur 1 is voorts schematisch aangeduid, dat het spiegelhuis 3 een scharnieractuator 10 omvat, waarvan een eerste deel, dat zal worden 30 aangeduid als spiegelbasis 11, is bevestigd aan de steun 2 de basis-as 4 - 101 10 draagt, terwijl een framedeel 12 is bevestigd aan het spiegelhuis 3. Het framedeel 12 met het spiegelhuis 3 is zwenkbaar om de hartlijn van de basis--as 4 die een rotatie-as 24 vormt. De scharnieractuator 10 omvat een scharnierconstructie 20 met een eerste scharnierdeel 21 dat met de 5 spiegelbasis 11 is geïntegreerd of daarmee is verbonden, en tweede scharnierdeel 22 dat met het framedeel 12 is verbonden of daarmee is geïntegreerd.
De figuren 2A-C tonen, voor het geval van een rechterspiegel, schematisch een bovenaanzicht van het voertuig 1 met het spiegelhuis 3.
10 Tijdens normaal gebruik bevindt het spiegelhuis 3 zich in een bedrijfsstand (figuur 2A), waarbij de spiegelplaat 5 zich in hoofdzaak loodrecht ten opzichte van de zijwand van het voertuig 1 uitstrekt. Deze normale bedrijfsstand wordt ook aangeduid als uitvouwstand.
Figuur 2B illustreert schematisch een stand waarin de spiegelplaat 15 5 naar het voertuig 1 is gericht. Het spiegelhuis 3 kan vanuit de normale bedrijfsstand naar een dergelijke stand worden gebracht door een achterwaartse scharnierbeweging om de scharnieras 4 (invouwen), en het spiegelhuis 3 kan vanuit die stand worden teruggebracht naar de normale bedrijfsstand door een voorwaartse scharnierbeweging om de scharnieras 4 20 (uitvouwen). Het zal duidelijk zijn dat de scharnieractuator kan worden voorzien van een aanslag om te voorkomen dat het spiegelhuis 3 dermate ver kan worden ingevouwen, dat het spiegelhuis 3 het voertuig 1 kan raken. Een dergelijk aanslag die definieert aldus een uiterste invouwstand.
Figuur 2C illustreert schematisch een stand waarin de spiegelplaat 25 5 van het voertuig 1 weg is gericht. Het spiegelhuis 3 kan vanuit de normale bedrijfsstand naar een dergelijke stand worden gebracht door een voorwaartse scharnierbeweging om de scharnieras 4 (overvouwen), en het spiegelhuis 3 kan vanuit die stand worden teruggebracht naar de normale bedrijfsstand door een achterwaartse scharnierbeweging om de scharnieras 30 4 (terugvouwen). Het zal duidelijk zijn dat de scharnieractuator eveneens 1018687 11 kan worden voorzien van een aanslag om te voorkomen dat het spiegelhuis 3 dermate ver kan worden overgevouwen, dat het spiegelhuis 3 het voertuig 1 kan raken. Een dergelijk aanslag definieert aldus een uiterste overvouwstand.
5 Refererend aan fig. 3 en 4 is daarin een scharnierconstructie 20 volgens de uitvinding weergegeven die in een scharnieractuator 10 is geïntegreerd. De scharnierconstructie 20 omvat twee van een geleidingsbaan voorziene scharnierdelen, te weten een eerste scharnierdeel 21, dat is geïntegreerd met de spiegelbasis 11 en een tweede scharnierdeel 10 22, dat is geïntegreerd met het framedeel 12. Het eerste scharnierdeel 21 is voorzien van drie geleidingsbaandelen 23A, die zich elk tussen twee eerste baaneinden 25A1, 25A2 uitstrekken.
Het eerste scharnierdeel 21 is voorts voorzien van op de haandelen 23A aansluitende hulpgeleidingsbaandelen 33A. De haandelen 23A van het 15 eerste scharnierdeel 21 zijn in een eerste plat vlak gelegen, terwijl de hulpgeleidingsbaandelen in een tweede plat vlak zijn gelegen dat op afstand daarvan is gelegen. De geleidingsbaandelen 23A en de hulpgeleidingsbaandelen 33A sluiten aan tot een getrapt verlopende, ringvormige geleidingsbaan.
20 In fig. 4 is getoond dat de getrapte ringvormige geleidingsbaan is gevormd als een uit plaatmateriaal gestanste, losse ring 50. Het zal duidelijk zijn dat de getrapte, ringvormige baan eventueel ook één geheel kan vormen, en ook met de spiegelbasis 11 en/of het framedeel 12.
Het tweede scharnierdeel 22 is in deze uitvoeringsvorm identiek 25 aan het eerste scharnierdeel 21 en is voorzien van een losse ring 50 met drie geleidingsbaandelen 23B, die zich elk tussen twee tweede baaneinden 25B1, 25B2 uitstrekken.
De scharnierdelen 21, 22 zijn zwenkbaar ten opzichte van een gemeenschappelijke rotatieas 24 opgesteld, zodat de geleidingsbaandelen 30 23A, 23B tezamen een geleiding 23 vormen voor verplaatsbaar tussen de
i 0 j, C. C r -- - : . I
12 scharnierdelen op genomen geleidingselementen 28. De geleidingselementen zijn uitgevoerd als rolelementen, bijvoorbeeld stalen kogels, en zijn met vaste tussenafstand verdeeld langs de omtrek van een om de rotatie-as gelegen cirkel op een gemeenschappelijke drager 29 opgenomen. De 5 gemeenschappelijke drager 29 is uitgevoerd als een ringvormige schijf die is voorzien van drie uitsparingen 30 waarin de geleidingselementen 28 op vaste posities roteerbaar zijn gelagerd. De gemeenschappelijk drager 29 vormt daarbij een kooi die drie geleidingselementen draagt, zodat de scharnierdelen 21, 22 onder insluiting van de kooi als losneembaar 10 tussenelement in axiale richting langs de rotatie-as 24 uiteen zijn geplaatst.
De geleidingsbaandelen 23A, 23B zijn in hoofdzaak vlakke, cirkelsegmentvormige haandelen die met regelmatige tussenafstand over de omtrek van de om rotatie-as gelegen cirkel zijn verdeeld. De haandelen 23A, 23B vormen telkens paarsgewijs een geleiding 23 voor één 15 geleidingselement 28.
De scharnierdelen 21, 22 zijn ten opzichte van elkaar om de rotatie-as 24 verzwenkbaar tussen een in fig. 3 getoonde eerste hoekstand al waarin de geleidingselementen verplaatsbaar in de geleidingen 23 zijn opgenomen, en een tweede hoekstand a2 (getoond in 20 fig. 5) waarin de geleidingselementen 28 tussen eerste baaneinden 25B1 en tweede baaneinden 25A2 van de respectieve geleidingsbaandelen 23A, 23B ingeklemd in de daardoor gevormde geleidingen 23 zijn opgenomen.
In fig. 3 is de scharnieractuator getoond in de invouwstand, terwijl fig. 5 de scharnieractuator 10 weergeeft in de werkstand. De eerste 25 hoekstand al correspondeert daarbij met een willekeurige hoekstand tussen de invouwstand en de werkstand, terwijl de tweede hoekstand a2 correspondeert met de werkstand. Bij het verzwenken kunnen de als tussenelementen uitgevoerde geleidingselementen 28 zich langs beide haandelen 23A, 23B van de geleiding 23 verplaatsen, zodat de totale lengte 30 van de geleiding 23 wordt opgebouwd uit de lengte van de afzonderlijke 1018S$7 13 geleidingsbaandelen 23A en 23B. De in fig. 3 getoonde stand kan dan corresponderen met de in fig. 2B getoonde invouwstand van een spiegelhuis 3, terwijl de in fig. 5 getoonde stand kan corresponderen met de in fig. 2A getoonde bedrijfsstand van het spiegelhuis 3.
5 In fig. 6 is getoond dat de scharnierdelen 21, 22 vanuit de tweede hoekstand a2 in de richting van de pijl P verder verzwenkbaar zijn tot in een derde hoekstand a3, waarin de geleidingselementen 28 in de door de hulp geleidingsbaandelen 33A, 33B gevormde geleidingen 33 zijn opgenomen.
10 Opgemerkt wordt dat het door een juiste keuze van de lengte van de geleidingsbaandelen 23A, 23B mogelijk is om ook in de invouwstand de geleidingselementen 28 tussen baaneinden 25 in te klemmen. In dit uitvoeringsvoorbeeld kunnen de geleidingselementen 28 dan in de invouwstand ingeklemd zijn tussen het eerste baaneinde 25A1 van het 15 geleidingsbaandeel 23A1 van het eerste schamierdeel 21 en het tweede baaneinde 25B1 van de tweede geleidingsbaandeel 25B van het tweede schamierdeel 22. Wanneer de scharnieractuator 10 echter wordt voorzien van een aparte aanslag voor het bepalen van de invouwstand, kan de scharnieractuator 10 voor een reeks zwenkhoeken, en zowel voor linker* als 20 voor rechterbuitenspiegels worden gebruikt.
Bij het overgaan van de in fig. 5 getoonde tweede hoekstand a2 naar de in fig. 6 getoonde derde hoekstand a3, worden het eerste schamierdeel 21 en het tweede schamierdeel 22 tegen de veerwerking van een niet-weergegeven veer in, uiteengeplaatst. De geleidingselementen 28 lopen 25 daarbij over een bij voorkeur enigszins schuin verlopend geleidings- tussenstuk van de ringvormige, getrapt verlopende geleidingsbaan, gevormd door het baaneinde 25.
In de derde hoekstand <x3 kan de scharnieractuator 10, zoals is weergegeven in fig. 7, worden verzwenkt tot in de uiterste overvouwstand.
30 De uiterste overvouwstand is daarbij in dit uitvoeringsvoorbeeld, zoals is .1QU?P7 ' 14 weergegeven in fig. 8, bepaald door een nok 52 aan het tweede scharnierdeel 22 die samenwerkt met een aanslag 53 op het eerste scharnierdeel 21.
De scharnieractuator 10 kan met een elektromotor tussen de invouwstand en de werkstand heen en weer worden versteld, waarbij een 5 stroomsterktebegrenzer de motor afschakelt bij het bereiken van de tweede hoekstand, resp. een met de uiterste invouwstand corresponderende aanslag. Door middel van een externe kracht kan het spiegelhuis 3 bijvoorbeeld in de uiterste overvouwstand worden gebracht, waarbij dezelfde aandrijving zonder aanpassingen het spiegelhuis 3 kan doen 10 terugzwenken naar de invouwstand zonder dat de stroombegrenzing in werking treedt. Het verplaatsen tussen genoemde standen kan met geringe wrijving plaatsvinden, terwijl de scharnierconstructie telkens statisch bepaald is. Om de werkstand (oc2) te definiëren kunnen de geleidings-haandelen 23A, 23B nog aan hun baaneinden 25A, 25B zijn voorzien van 15 niet-weergegeven verdiepingen of verhogingen.
Om zeker te stellen dat de gemeenschappelijke drager 29 met de geleidingselementen 28 vanuit de tweede hoekstand a2 bij rotatie in de richting van de pijl P overgaat naar de derde hoekstand a3, kan de gemeenschappelijke drager 29, zoals in fig. 1 getoond, zijn voorzien van een 20 meeneeminrichting die samenwerkt met ten minste één der scharnierdelen. De meeneeminrichting is in fig. 1 uitgevoerd als een stel op de gemeenschappelijke drager 29 geplaatste nokken 54 die sam werken met respectievelijk de op het eerste scharnierdeel 21 en het tweede scharnierdeel 22 geplaatste aanslagen 55. Hierdoor wordt tegengegaan dat een in de 25 figuren 9A en 9B getoonde tussenhoekstand a4 optreedt waarin althans één geleidingselement 28 samenwerkt met een geleidingsbaandeel 23A/23B van een scharnierdeel 21/22 enerzijds en met een hulp geleidingsbaandeel 33A/33B van een ander scharnierdeel 21/22 anderzijds.
De scharnierconstructie 10 kan voorts, zoals in fig. 10A, 10B en 11 30 getoond, zijn voorzien van een begrenzer die verzwenking van de scharnier- 1018687 15 delen ten opzichte van elkaar begrenst wanneer de scharnierdelen 21/22 in een tussenhoekstand a4 zijn. Een dergelijke begrenzer omvat bij voorkeur een begrenzingsaanslag 56 die zich tussen de scharnierdelen 21/22 uitstrekt tot een lengte die kleiner is dan de som van de afstand tussen de vlakken 5 waarin de geleidingsbaandelen 23A/23B en de hulpgeleidingsbaandelen 33A/33B bij beide scharnierdelen 21/22 zijn gelegen.
In fig. 11 is getoond dat de begrenzer in werking treedt wanneer de scharnierdelen in de tussenhoekstand a4 zijn. Uit een vergelijking met fig. 8 blijkt duidelijk dat, wanneer de scharnierdelen 21, 22 in de derde hoekstand 10 a3 zijn, de nok 52 de begrenzingsaanslag 56 nog juist kan passeren.
Opgemerkt wordt dat de uitvinding niet beperkt is tot de hier aan de hand van de tekening beschreven voorkeursuitvoeringsvorm, maar dat vele variaties mogelijk zijn.
Zo kunnen de eerste en tweede scharnierdelen 21, 22 zijn 15 uitgevoerd als platte ringvormige schijven, bijvoorbeeld uitgestanst uit metaalplaat. Op naar elkaar toegekeerde zijden van de platte, ringvormige schijven kunnen dan ruggen worden gevormd waarvan de aangrenzende bovenvlakken de hulpgeleidingsbaandelen 33A/33B vormen en waarvan de randen de eerste en tweede baaneinden 25A/25B definiëren.
20 Op voordelige wijze kunnen de ruggen daarbij zijn uitgevoerd uit veerkrachtig materiaal, zodat deze vervormen om de geleidingselementen op te nomen wanneer de scharnierconstructie uit de tweede hoekstand a2 tot in de derde hoekstand oc3 wordt gebracht. In een dergelijk geval is geen axiale verplaatsing van de scharnierdelen ten opzichte van de rotatie-as 25 nodig.
Deze en andere varianten zullen de vakman duidelijk zijn en worden geacht te liggen binnen de beschermingsomvang van de uitvinding zoals verwoord in de hiernavolgende conclusies.
1018607

Claims (17)

1. Scharnierconstructie, omvattende twee van een geleidingsbaan voorziene scharnierdelen, welke scharnierdelen zwenkbaar ten opzichte van een gemeenschappelijke rotatie-as zijn opgesteld, zodat de geleidingsbanen tezamen een geleiding vormen voor verplaatsbaar tussen de scharnierdelen 5 op genomen geleidingselementen, welke geleidingselementen met vaste tussenafstand verdeeld langs de omtrek van een om de rotatieas gelegen cirkel op een gemeenschappelijke drager zijn opgenomen, waarbij de geleidingsbanen van elk der scharnierdelen ten minste drie in hoofdzaak vlakke, cirkelsegmentvormige haandelen omvatten, die 10 zich elk tussen eerste en tweede baaneinden uitstrekken en die met regelmatige tussenafstand over een corresponderende cirkelomtrek zijn verdeeld, zodat de haandelen van de scharnierdelen telkens paarsgewijs een geleiding vormen voor ten minste een geleidingselement, zodanig dat de scharnierdelen ten opzichte van elkaar verzwenkbaar zijn tussen een eerste 15 hoekstand waarin de geleidingselementen langs de haandelen verplaatsbaar in de geleidingen zijn opgenomen, en een tweede hoekstand waarin de geleidingselementen tussen eerste en tweede baaneinden van de haandelen ingeklemd in de geleidingen zijn opgenomen.
2. Scharnierconstructie volgens conclusie 1, waarbij de haandelen per 20 scharnierdeel in één plat vlak zijn gelegen.
3. Scharnierconstructie volgens conclusie 1 of 2, waarbij de scharnierdelen zijn voorzien van op de baandelen aansluitende hulpgeleidings-baandelen die paarsgewijs een hulpgeleiding vormen, zodanig dat de scharnierdelen vanuit de tweede hoekstand verder verzwenkbaar zijn tot in 25 een derde hoekstand waarin de geleidingselementen in de hulp geleidingen zijn opgenomen. u k ' ; v
4. Scharnierconstructie volgens conclusie 3, waarbij de hulp-geleidingsbaandelen per scharnierdeel in één plat vlak zijn gelegen.
5. Scharnierconstructie volgens conclusie 3 of 4, waarbij de geleidingsbanen en de hulpgeleidingsbaandelen per scharnierdeel via de 5 baaneinden tot een getrapt verlopende, ringvormige geleidingsbaan aansluiten.
6. Scharnierconstructie volgens conclusie 5, waarbij de getrapte ringvormige baan is gevormd uit plaatmateriaal.
7. Scharnierconstructie volgens één der voorgaande conclusies, 10 waarbij de geleidingselementen rolelementen zijn, en waarbij de gemeenschappelijke drager een kooi is waarin de rolelementen zijn gelagerd.
8. Scharnierconstructie volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de gemeenschappelijke drager drie geleidingselementen draagt.
9. Scharnierconstructie volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de gemeenschappelijke drager met behulp van een meeneem-inrichting samenwerkt met ten minste één der scharnierdelen.
10. Scharnierconstructie volgens conclusie 9, waarbij de meeneem· inrichting een op de gemeenschappelijke drager geplaatste nok omvat die 20 samenwerkt met een op een scharnierdeel aangebrachte aanslag.
11. Scharnierconstructie volgens één der voorgaande conclusies 3-10, waarbij de scharnierdelen zijn voorzien van een begrenzer die verzwenking van de scharnierdelen ten opzichte van elkaar begrenst wanneer de scharnierdelen in een tussenhoekstand zijn waarin althans één geleidings- 25 element samenwerkt met een geleidingsbaandeel van een eerste scharnierdeel enerzijds en met een hulpgeleidingsbaandeel van een ander scharnierdeel anderzijds.
12. Scharnierconstructie volgens conclusie 11, waarbij de begrenzer een aanslag omvat, die zich tussen de scharnierdelen uitstrekt tot een 30 lengte die kleiner is dan de som van de afstand tussen de vlakken waarin de ~ 1 01 8687 ' haandelen en de hulpgeleidingsbaandelen bij beide scharnierdelen zijn gelegen.
13. Scharnierconstructie volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de geleidingsbanen van de scharnierdelen ten opzichte van de 5 rotatie-as in axiale richting samenwerken.
14. Scharnierconstructie volgens conclusie 13, waarbij de scharnierdelen in axiale richting onder veerwerking samenwerken.
15. Scharnieractuator, omvattende een spiegelbasis die een basis-as draagt en een ten opzichte van de basis-as door middel van een scharnier- 10 constructie volgens één der voorgaande conclusies zwenkbaar daarmee verbonden framedeel voor een spiegelbehuizing.
16. Scharnieractuator volgens conclusie 15, waarbij het eerste scharnierdeel is geïntegreerd met de spiegelbasis en/of het tweede scharnierdeel is geïntegreerd met het framedeel voor de spiegelbehuizing.
17. Buitenspiegeleenheid voor een motorvoertuig, voorzien van een scharnierconstructie volgens één der voorgaande conclusies. ,· > T- . .. | i ! C ' :
NL1018687A 2001-08-02 2001-08-02 Scharnierconstructie en scharnieractuator, in het bijzonder voor een buitenspiegel van een motorvoertuig. NL1018687C2 (nl)

Priority Applications (5)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1018687A NL1018687C2 (nl) 2001-08-02 2001-08-02 Scharnierconstructie en scharnieractuator, in het bijzonder voor een buitenspiegel van een motorvoertuig.
JP2003516847A JP2004536740A (ja) 2001-08-02 2002-08-01 自動車のサイドミラー用のヒンジ構造およびヒンジアクチュエータ
US10/485,239 US7171726B2 (en) 2001-08-02 2002-08-01 Hinge construction and hinge actuator, in particular for a wing mirror of a motor vehicle
PCT/NL2002/000520 WO2003011642A1 (en) 2001-08-02 2002-08-01 Hinge construction and hinge actuator, in particular for a wing mirror of a motor vehicle
DE10297096T DE10297096T5 (de) 2001-08-02 2002-08-01 Scharnierkonstruktion und Scharnierbetätigungsvorrichtung, insbesondere für einen Seitenspiegel eines Motorfahrzeugs

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1018687A NL1018687C2 (nl) 2001-08-02 2001-08-02 Scharnierconstructie en scharnieractuator, in het bijzonder voor een buitenspiegel van een motorvoertuig.
NL1018687 2001-08-02

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1018687C2 true NL1018687C2 (nl) 2003-02-04

Family

ID=19773823

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1018687A NL1018687C2 (nl) 2001-08-02 2001-08-02 Scharnierconstructie en scharnieractuator, in het bijzonder voor een buitenspiegel van een motorvoertuig.

Country Status (5)

Country Link
US (1) US7171726B2 (nl)
JP (1) JP2004536740A (nl)
DE (1) DE10297096T5 (nl)
NL (1) NL1018687C2 (nl)
WO (1) WO2003011642A1 (nl)

Families Citing this family (16)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL1025433C2 (nl) 2004-02-06 2005-08-09 Iku Holding Montfoort Bv Scharnieractuator en werkwijze voor het ten opzichte van elkaar verstellen van twee delen van een scharnieractuator.
ATE381464T1 (de) * 2004-02-06 2008-01-15 Eaton Automotive Bv Gelenkstellglied und verfahren zur einstellung von zwei teilen eines gelenks eines gelenkstellglieds bezüglich einander
NL1025437C2 (nl) 2004-02-06 2005-08-09 Iku Holding Montfoort Bv Scharnieractuator.
TWM345150U (en) * 2008-06-12 2008-11-21 Protorsion Hinge Co Ltd Pivot structure for auxiliary positioning of washer
EP2436559A1 (de) * 2010-10-01 2012-04-04 Magna Auteca AG Antriebsanordnung für einen Aussenrückspiegel eines Fahrzeugs
NL2006301C2 (nl) * 2010-10-06 2012-04-11 Mci Mirror Controls Int Nl Bv Verstelmechanisme.
KR101775155B1 (ko) * 2010-12-01 2017-09-05 삼성전자주식회사 전자 기기의 스위블 힌지 장치
USD807260S1 (en) * 2016-04-11 2018-01-09 Christopher Mark Young Brake conversion hub
DE102016225763B3 (de) 2016-12-21 2018-05-17 Mekra Lang Gmbh & Co. Kg Lageranordnung, befestigungsvorrichtung hiermit, sowie anbauteil für fahrzeuge mit dieser befestigungsvorrichtung
DE112018004170B4 (de) 2017-08-17 2023-07-27 Magna Mirrors Of America, Inc. Außenrückspiegelanordnung mit einem Aktuator zum elektrischen Klappen eines Spiegelkopfes
NL2019778B1 (nl) * 2017-10-20 2019-04-29 Mci Mirror Controls Int Netherlands B V Bevestigingsconstructie, in het bijzonder voor een buitenzichteenheid van een motorvoertuig
TWI663500B (zh) * 2018-03-02 2019-06-21 宏碁股份有限公司 轉軸結構與電子裝置
DE102018109569A1 (de) * 2018-04-20 2019-10-24 Stabilus Gmbh Bremsmodul für ein antriebssystem, antriebssystem und herstellungsverfahren für ein bremsmodul
US11535159B2 (en) * 2018-07-18 2022-12-27 Faraday & Future Inc. System and methods for mounting a peripheral vehicular device
CN113276778A (zh) 2020-02-20 2021-08-20 麦格纳镜片美国有限公司 用于外部镜的电动折叠致动器
US11628772B2 (en) 2020-10-28 2023-04-18 Magna Mirrors Of America, Inc. Powerfold actuator for exterior mirror

Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
JPH02290754A (ja) * 1989-05-01 1990-11-30 Ichikoh Ind Ltd 電動格納式ドアミラー
US4981349A (en) * 1989-09-01 1991-01-01 Kabushiki Kaisha Matsuyama Seisakusho Rearview mirror assembly for automobiles including positioning means with a recess surface extending uniformly horizontally
EP0616923A1 (en) * 1993-03-24 1994-09-28 Murakami Kaimeido Co., Ltd Electrically foldable outer rearview mirror for a motor vehicle
EP0686524A1 (en) * 1994-06-09 1995-12-13 Ichikoh Industries Limited Mirror-housing positioning device for car rearview mirror
EP0764562A2 (en) * 1995-09-22 1997-03-26 Ichikoh Industries Limited Positioning device for car sideview mirror
US6130514A (en) * 1996-05-15 2000-10-10 Iku Holding Montfoort B.V. Electrically operable pivoting actuator, and wing mirror having an electrically operable pivoting mechanism

Family Cites Families (8)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US498551A (en) * 1893-05-30 Henry howarth
JP2524005Y2 (ja) * 1989-09-01 1997-01-29 株式会社ホンダロック 可倒式車両用ミラー
JP2529837Y2 (ja) * 1990-04-02 1997-03-19 株式会社村上開明堂 格納式ドアミラーの回転部構造
JPH09142212A (ja) * 1995-09-22 1997-06-03 Ichikoh Ind Ltd 車両用後視鏡の位置決め装置及び該位置決め装置を備える車両用後視鏡
NL1006535C1 (nl) * 1996-11-19 1998-05-20 Scambia Ind Dev Ag Inklapbare draaginrichting voor een contactdoos.
KR100269846B1 (ko) * 1997-10-02 2000-10-16 김영조 도어클로즈용 도어의 걸림장치
DE19901263A1 (de) * 1999-01-15 2000-07-27 Lunke Ventra Automotive Gmbh Gelenkverbindung, insbesondere Türscharnier, mit einer Vorrichtung zum Festsetzen eines ersten Bewegungselements
IT1320288B1 (it) * 2000-03-29 2003-11-26 Gammastamp Spa Cerniera per porte di veicoli con dispositivo fermaporta integrato.

Patent Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
JPH02290754A (ja) * 1989-05-01 1990-11-30 Ichikoh Ind Ltd 電動格納式ドアミラー
US4981349A (en) * 1989-09-01 1991-01-01 Kabushiki Kaisha Matsuyama Seisakusho Rearview mirror assembly for automobiles including positioning means with a recess surface extending uniformly horizontally
EP0616923A1 (en) * 1993-03-24 1994-09-28 Murakami Kaimeido Co., Ltd Electrically foldable outer rearview mirror for a motor vehicle
EP0686524A1 (en) * 1994-06-09 1995-12-13 Ichikoh Industries Limited Mirror-housing positioning device for car rearview mirror
EP0764562A2 (en) * 1995-09-22 1997-03-26 Ichikoh Industries Limited Positioning device for car sideview mirror
US6130514A (en) * 1996-05-15 2000-10-10 Iku Holding Montfoort B.V. Electrically operable pivoting actuator, and wing mirror having an electrically operable pivoting mechanism

Non-Patent Citations (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Title
PATENT ABSTRACTS OF JAPAN vol. 015, no. 061 (M - 1081) 13 February 1991 (1991-02-13) *

Also Published As

Publication number Publication date
DE10297096T5 (de) 2004-09-02
US20050000058A1 (en) 2005-01-06
US7171726B2 (en) 2007-02-06
JP2004536740A (ja) 2004-12-09
WO2003011642A1 (en) 2003-02-13

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL1018687C2 (nl) Scharnierconstructie en scharnieractuator, in het bijzonder voor een buitenspiegel van een motorvoertuig.
NL1032453C1 (nl) Ligtafel met een instelbare rugsteun.
NL7905806A (nl) Spiegelverstelinstrument voor autospiegels.
NL7907175A (nl) Electrische hoekinstelinrichting voor een motorvoer- tuigspiegel.
EP2886015B1 (en) Chair with adjustable backrest
JP2007535379A (ja) 剃刀用傾斜型アセンブリ及びそれを使用した剃刀
NL1032368C2 (nl) Scharnierconstructie alsmede buitenspiegeleenheid, in het bijzonder voor een motorvoertuig.
CA2626159A1 (en) Seat supporting assembly and wheelchair including same
JP4657812B2 (ja) ヒンジ装置
FR2929179A1 (fr) Siege de vehicule automobile et vehicule muni d&#39;un tel siege.
CA2979001A1 (fr) Dispositif de detection d&#39;obstacle pour un vehicule ferroviaire
EP2853667A1 (en) Hinge device
EP1364600B1 (fr) Système de réglage de fermeté pour rotule de sommier
NL1025433C2 (nl) Scharnieractuator en werkwijze voor het ten opzichte van elkaar verstellen van twee delen van een scharnieractuator.
EP1932631B1 (en) Manually guided articulated arm
JP2005036979A (ja) ディテント継手
FR2796602A1 (fr) Siege d&#39;automobile comportant un mecanisme de reglage en position verrouillable
EP0844134B1 (fr) Dispositif d&#39;actionnement d&#39;un organe de commande d&#39;un mécanisme de siège de véhicule automobile et siège muni d&#39;un tel dispositif
NL1025524C2 (nl) Spiegelverstelmechanisme, buitenspiegeleenheid en werkwijze.
EP2551153B1 (fr) Ensemble d&#39;un support de module optique et d&#39;un dispositif de liaison apte à recevoir un moyen de réglage de la position de support
FR2903722A1 (fr) Dispositif d&#39;articulation et volet d&#39;articulation, notamment pour vehicule automobile
EP1700988A3 (fr) Dispositif d&#39;overture et de fermeture d&#39;une structure mobile
US6939016B1 (en) Mirror mounting assembly for controlling vibration of a mirror
US6010226A (en) Vehicle exterior mirror
BE1010413A6 (nl) Zitmeubel.

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20080301