NL1005377C2 - Inrichting voor het vouwen van een plat stuk wasgoed, en werkwijze daarvoor. - Google Patents

Description

Nr. 153179

Inrichting voor het vouwen van een plat stuk wasgoed, en werkwijze daarvoor.

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het vouwen van een plat stuk wasgoed, zoals een tafellaken, omvattend toe- en afvoermiddelen voor het stuk wasgoed, eerste en tweede hulptransportmiddelen voor het 5 stuk wasgoed, die in toevoerrichting van het stuk wasgoed na elkaar nabij de toe- en afvoermiddelen aangebracht zijn, en eerste en tweede richtingveranderingsmiddelen voor het stuk wasgoed om het stuk wasgoed over respectievelijk de eerste en tweede hulptransportmiddelen te lei-10 den. De uitvinding heeft tevens betrekking op een werkwijze voor het vouwen van een plat stuk wasgoed met behulp van de inrichting volgens de uitvinding.

Een dergelijke inrichting is bekend en wordt door aanvraagster op de markt gebracht, zodat bijvoorbeeld 15 wasserijen platgoed, zoals bijvoorbeeld (tafel)lakens, na wassen en mangelen daarvan tweemaal op zichzelf om kunnen vouwen. Daartoe wordt het laken met behulp van de toe- en afvoermiddelen toegevoerd en wanneer de voorrand de eerste hulptransportmiddelen bereikt, door de eerste richtingver-20 anderingsmiddelen over de eerste hulptransportmiddelen geleid. Wanneer het laken voor de helft door de eerste hulptransportmiddelen is meegenomen worden de eerste richtingveranderingsmiddelen gedeactiveerd en wordt de bewegingsrichting van de eerste hulptransportmiddelen 1005377 2 omgekeerd, zodat het laken één maal op zichzelf omgevouwen tussen de toe- en afvoermiddelen en de eerste hulptrans-portmiddelen doorgevoerd wordt en door de toe- en afvoermiddelen meegenomen wordt. Bij de tweede hulptransportmid-5 delen herhaalt dit proces zich, zodat het laken uiteindelijk twee keer op zichzelf omgevouwen door de toe- en afvoerinrichting wordt afgevoerd. Met de bekende inrichting kan ook een zogenaamde Franse vouw gemaakt worden, waarbij met behulp van de eerste hulptransportmiddelen het 10 voorste derde deel van het laken omgevouwen wordt, en daarna met behulp van de tweede hulptransportmiddelen het dubbelgevouwen gedeelte op het achterste derde deel omgevouwen wordt.

Deze bekende inrichting heeft het nadeel, dat 15 wasgoed hiermee alleen een- of tweemaal op zichzelf om te vouwen of van een Franse vouw te voorzien is.

Het is een doel van de uitvinding een inrichting te verschaffen waarmee plat wasgoed ook op andere wijze gevouwen kan worden.

20 Dit doel wordt volgens de uitvinding bereikt met een inrichting van de in de aanhef aangegeven soort, waarbij de inrichting middelen om het stuk wasgoed tegen de eerste hulptransportmiddelen vast te kunnen houden, omvat.

25 Door het aanbrengen van de vasthoudmiddelen is het mogelijk om een stuk wasgoed waarvan het voorste gedeelte de eerste hulptransportmiddelen reeds gedeeltelijk gepasseerd is, achter dit voorste gedeelte tegen de eerste hulptransportmiddelen vast te houden, waardoor de 30 eerste hulptransportmiddelen het voorste gedeelte van het stuk laken tegen de bewegingsrichting van de toe- en afvoermiddelen in terug kunnen trekken en op de eerste hulptransportmiddelen kunnen leiden, zodat op de eerste hulptransportmiddelen een dubbelgevouwen gedeelte van het 35 stuk wasgoed ontstaat. Met behulp van de vasthoudmiddelen is het aldus mogelijk het stuk wasgoed op alternatieve wijze te vouwen, bijvoorbeeld in een W-vouw, zoals hierna 1005377 3 zal worden omschreven. Door de uitvinding is het derhalve mogelijk zowel op bekende wijze tweemaal op zichzelf omgevouwen of van een Franse vouw voorzien wasgoed, als op alternatieve wijze bijvoorbeeld W-vormig gevouwen wasgoed 5 te verkrijgen.

Bij voorkeur zijn de vasthoudmiddelen gevormd door aandrukmiddelen om het stuk wasgoed tegen de eerste hulptransportmiddelen te drukken, welke aandrukmiddelen bij voorkeur een aandrukrol omvatten, om het stuk wasgoed 10 zonder te slippen tegen de eerste hulptransportmiddelen te drukken.

Bij voorkeur omvatten de aandrukmiddelen een dubbelwerkende pneumatische cilinder om de aandrukrol naar wens tegen de eerste hulptransportmiddelen te drukken, 15 zodat de aandrukrol snel en op het juiste moment geactiveerd en gedeactiveerd kan worden.

Hierbij zijn de aandrukmiddelen bij voorkeur aangebracht op de plaats, waar de eerste hulptransportmiddelen de toe- en afvoermiddelen het dichtste naderen, 20 zodat zij ten opzichte van de eerste hulptransportmiddelen aan de andere kant van de toe- en afvoermiddelen aangebracht kunnen zijn en aldus de doorvoer van een stuk wasgoed niet hinderen.

Voorkeursuitvoeringen van de uitvinding zijn 25 omschreven in de conclusies 6, 7 en 8.

De uitvinding heeft tevens betrekking op een werkwijze voor het in de vorm van een W vouwen van een plat stuk wasgoed, zoals een tafellaken, met behulp van een inrichting volgens een der voorgaande conclusies, 30 waarbij de volgende stappen uitgevoerd worden: a - het vlakke stuk wasgoed wordt toegevoerd door middel van de toe- en afvoermiddelen, die gedurende alle stappen in dezelfde richting blijven bewegen; de eerste en tweede hulptransportmiddelen worden naar de toe-35 en afvoermiddelen toe bewogen; b - op het moment dat de voor rand van het stuk wasgoed de tweede hulptransportmiddelen bereikt worden de 1005377 4 tweede richtingsveranderingsmiddelen geactiveerd en wordt de bewegingsrichting van de tweede hulptransportmiddelen omgekeerd, waarna het voorste gedeelte van het stuk wasgoed met behulp van de tweede hulptransportmiddelen van de 5 toe- en afvoermiddelen vandaan bewogen wordt; c - op het moment dat de helft van het stuk wasgoed de eerste hulptransportmiddelen gepasseerd is, worden de eerste richtingveranderingsmiddelen geactiveerd en worden tevens de vasthoudmiddelen geactiveerd om het 10 stuk wasgoed tegen de eerste hulptransportmiddelen te houden, en wordt de bewegingsrichting van zowel de eerste als de tweede hulptransportmiddelen omgekeerd; d - vanaf het midden van het stuk wasgoed wordt het middelste gedeelte van het stuk wasgoed vervolgens 15 dubbelgevouwen meegenomen op de eerste hulptransportmiddelen die van de toe- en afvoermiddelen vandaan bewegen, totdat de middelste helft van het stuk wasgoed dubbelgevouwen is; tezelfdertijd wordt het voorste gedeelte van het stuk wasgoed met behulp van de tweede hulptransport-20 middelen naar de toe- en afvoermiddelen teruggeleid; e - op het moment dat de middelste helft van het stuk wasgoed op de eerste hulptransportmiddelen dubbelgevouwen is, worden de eerste richtingsveranderingsmiddelen en de vasthoudmiddelen gedeactiveerd en wordt de bewe-25 gingsrichting van zowel de eerste als de tweede hulptransportmiddelen omgekeerd, waarna de eerste hulptransportmiddelen het dubbelgevouwen middelste gedeelte van het stuk wasgoed op het achterste gedeelte daarvan voeren, terwijl het voorste gedeelte van het stuk wasgoed met behulp van 3 0 de tweede hulptransportmiddelen van de toe- en afvoermiddelen vandaan geleid wordt, zodat het resterende gedeelte van het stuk wasgoed Z-vormig gevouwen over de toe- en afvoermiddelen geleid wordt; f - op het moment dat het Z-vormige gedeelte van 35 het stuk wasgoed de tweede hulptransportmiddelen bereikt worden de tweede richtingveranderingsmiddelen gedeactiveerd en wordt de bewegingsrichting van de tweede hulp- 1005377 5 transportmiddelen omgekeerd, waarna de tweede hulptrans-portmiddelen het voorste gedeelte van het stuk wasgoed op het Z-vormige gedeelte voeren, en de toe- en afvoermidde-len het stuk wasgoed W-vormig gevouwen afvoeren.

5 Bij voorkeur wordt de werkwijze uitgevoerd met een inrichting volgens de uitvinding die voorzien is van eerste en tweede blaasmiddelen volgens conclusie 6, waarbij bij aanvang van stap c met behulp van de eerste blaasmiddelen een luchtstoot op het stuk wasgoed uitgeoefend 10 wordt en waarbij bij aanvang van stap f met behulp van de tweede blaasmiddelen een luchtstoot op het stuk wasgoed uitgeoefend wordt, om het stuk wasgoed op de respectievelijke hulptransportmiddelen te drukken, zodat het stuk wasgoed bij het omkeren van de bewegingsrichting van de 15 hulptransportmiddelen met zekerheid meegenomen wordt en het stuk wasgoed niet over de hulptransportmiddelen zal slippen of glijden.

Uiteraard is het met de inrichting volgens de uitvinding ook mogelijk andere werkwijzen voor het vouwen 20 van een stuk wasgoed uit te voeren, bijvoorbeeld om een Z-vormig gevouwen stuk wasgoed te verkrijgen.

De uitvinding zal hieronder worden toegelicht aan de hand van de tekening.

Figuur 1 toont een voorkeursuitvoering van de 25 vouwinrichting volgens de uitvinding in zijaanzicht.

De figuren 2 tot en met 5 tonen de vouwinrichting volgens figuur 1 tijdens verschillende stadia gedurende het vouwproces van een stuk wasgoed.

Figuur 1 toont de voorkeursuitvoering van de 30 vouwinrichting 1 volgens de uitvinding in zij-aanzicht. De vouwinrichting 1 bestaat uit toe- en afvoermiddelen 10, eerste hulptransportmiddelen 30, tweede hulptransportmiddelen 40, richtingveranderingsmiddelen 20 en blaasmiddelen 50 en 51.

35 De toe- en afvoermiddelen 10 bestaan uit eindlo ze bandstroken 11, waarvan een groot aantal parallel en op afstand van elkaar langs leidrollen 12 gevoerd worden.

1Uü5377 6

Tijdens bedrijf worden de bandstroken 11 met constante snelheid in de richting, weergegeven door pijl A aangedreven door een niet-weergegeven aandrijfinrichting.

De eerste hulptransportmiddelen 30 bestaan uit 5 een frame 35 met aan twee tegenoverliggende uiteinden eindrollen 32 en 33, waaromheen een eindloze transportband 31 aangebracht is. De eindrollen 32 en 33 worden tijdens bedrijf aangedreven door een aandrijfinrichting 34, en daardoor wordt ook de eindloze transportband 31 aangedre-10 ven. De eindloze transportband 31 is in twee richtingen beweegbaar volgens pijl B. De eindrol 32 is in de onmiddellijke nabijheid van de bandstroken 11 aangebracht, zodanig dat een stuk wasgoed zonder problemen tussen de bandstroken 11 en de transportband 31 over de eindrol 32 15 kan passeren. De tweede hulptransportmiddelen 40 zijn identiek aan de eerste hulptransportmiddelen 30, waarbij de verwijzingscijfers van overeenkomstige onderdelen met het getal 10 verhoogd zijn.

De eerste richtingveranderingsmiddelen bestaan 2 0 uit een frame 22 met daarop leidvingers 21, waarbij een dubbelwerkende pneumatische cilinder 23 het frame 22 rond een zwenkpunt kan verzwenken tussen een stand, waarbij de vingers 21 onder de bandstroken 11 opgenomen zijn, zoals in figuur 1, en een stand waarin de leidvingers 21 tussen 25 de bandstroken 11 schuin uitsteken. De tweede richtingveranderingsmiddelen met de leidvingers 24, het frame 25 en de cilinder 26 zijn op overeenkomstige wijze uitgevoerd. De richtingveranderingsmiddelen zijn zodanig geplaatst dat een stuk wasgoed, wanneer de leidvingers tussen de band-30 stroken 11 uitsteken, naar de eerste of tweede transportband 31 respectievelijk 41 geleid wordt.

De blaasmiddelen 50 en 51 omvatten respectievelijk een blaaspijp met openingen, waardoor lucht in de richting van de overgang tussen de bandstroken 11 en 35 respectievelijk de transportband 31 en de transportband 41 geblazen kan worden. De blaaspijpen zijn op niet nader beschreven wijze aan het niet weergegeven frame van de 1005377 7 inrichting bevestigd.

Tussen de eerste en tweede richtingveranderings-middelen is een drukrol 27 aangebracht, die verzwenkbaar is met behulp van een dubbelwerkende pneumatische cilinder 5 28 waarmee de drukrol in een stand te plaatsen is, waarin hij zich op afstand onder de bandstroken 11 bevindt, en een stand, waarin niet nader weergegeven cirkelvormige rillen op de aandrijfrol 27 tussen de bandstroken 11 door tegen de eindrol 32 van de eerste hulptransportmiddelen 30 10 drukken.

De werking van de inrichting voor het vormen van een W-vouw in een laken zal worden toegelicht aan de hand van de figuren 2 tot en met 5. Een laken 2 wordt toegevoerd over de bandstroken 11. In de beginsituatie bewegen 15 de transportbanden 31 en 41 naar de bandstroken 11 toe. Het laken wordt tussen de bandstroken 11 en transportband 31 doorgeleid in de richting van transportband 41. Wanneer de voorrand van het laken transportband 41 nadert, worden de leidvingers 24 geactiveerd en wordt de bewegingsrich-20 ting van transportband 41 omgekeerd, zoals weergegeven door de pijl in figuur 2. Het voorste gedeelte van het laken wordt daardoor over de tweede transportband 41 gevoerd. Dit is de situatie zoals weergegeven in figuur 2.

Op het moment dat de helft van het laken rol 32 25 gepasseerd is, wordt de bewegingsrichting van zowel transportband 31 als transportband 41 omgekeerd, zodat de bewegingsrichtingen worden zoals aangegeven door de pijlen in figuur 3. Tegelijkertijd worden de leidvingers 21 geactiveerd en wordt de aandrukrol 27 tegen de eindrol 32 30 gedrukt. De achterste helft van het laken 2 wordt nu door de leidvingers 21 over de eerste transportband 31 geleid, en tegelijkertijd wordt de voorste helft van het laken door de transportband 31 teruggetrokken tegen de bewegingsrichting van de bandstroken 11 in, doordat de drukrol 35 27 het laken tegen de transportband 31 drukt. Het terugvoeren van het voorste gedeelte van het laken wordt geholpen door de bewegingsrichting van de tweede transportband 1005377 8 41. Door het toevoeren van de achterste helft van het laken en het terugvoeren van de voorste helft van het laken wordt het middelste gedeelte van het laken dubbelgevouwen op transportband 31 van de eerste hulptransportmid-5 delen 30 meegevoerd. Dit is weergegeven in figuur 3.

Zodra de middelste helft van het laken 2 opgevouwen op transportband 31 ligt, wordt de bewegingsrichting van zowel de eerste transportband 31 als de tweede transportband 41 weer omgekeerd en worden de leidvingers 10 21 gedeactiveerd en wordt de aandrukrol 27 teruggetrokken van eindrol 32. Dit moment is weergegeven in figuur 4. Doordat de bewegingsrichting van transportband 31 omgekeerd is, zie de pijl in figuur 4, wordt het dubbelgevouwen gedeelte van het laken teruggevoerd naar de bandstro-15 ken 11 terwijl het achterste gedeelte van het laken nog steeds toegevoerd wordt door de bandstroken 11. Het dubbelgevouwen gedeelte van het laken komt hierdoor op het achterste gedeelte van het laken te liggen en dit Z-vormig gevouwen gedeelte wordt tussen de bandstroken 11 en de 20 eindrol 32 verder getransporteerd. In de situatie zoals weergegeven in figuur 4 wordt met behulp van de blaaspijp 50 een luchtstoot gegeven in de richting van het laken, waardoor het dubbelgevouwen gedeelte van het laken tegen de eerste transportband 31 gedrukt wordt, zodat dit ge-25 deelte bij het omkeren van de bewegingsrichting van transportband 31 met zekerheid meegenomen wordt en niet over transportband 31 zal slippen of glijden.

Terwijl aldus het dubbelgevouwen gedeelte van het laken op transportband 31 op het eindgedeelte van het 30 laken gelegd wordt, wordt het voorste gedeelte van het laken weer over de tweede hulptransportmiddelen 40 geleid door de leidvingers 24. Dit gebeurt totdat het gevouwen gedeelte van het laken de eindrol 42 van de tweede hulptransportmiddelen 40 bereikt. Op dit moment worden de 35 leidvingers 24 gedeactiveerd en wordt de bewegingsrichting van transportband 41 omgekeerd. Deze situatie is weergegeven in figuur 5. Hierna wordt het voorste gedeelte van het 1 005377 9 laken door transportband 41 teruggeleid naar de bandstroken 11, terwijl het reeds gevouwen gedeelte van het laken verder getransporteerd wordt op de bandstroken 11. Het voorste gedeelte van het laken komt daardoor op het reeds 5 gevouwen gedeelte van het laken te liggen en het geheel wordt door de bandstroken verder getransporteerd, onder de eindrol 42 door. In de situatie zoals weergegeven in figuur 5 geeft de tweede blaaspijp 51 een luchtstoot, om het voorste gedeelte van het laken tegen de tweede transit) portband 41 te drukken, zodat dit gedeelte bij het omkeren van de bewegingsrichting met zekerheid meegenomen wordt en het risico dat het over transportband 41 zal slippen of glijden, vermeden wordt.

Met de hiervoor beschreven werkwijze wordt een 15 vlak stuk wasgoed met behulp van de inrichting tot een W-vormig gevouwen stuk wasgoed gevouwen.

De besturing van de inrichting wordt uitgevoerd met op zich bekende regelmiddelen, terwijl de inrichting voorzien kan zijn van (niet weergegeven) sensoren om 20 bijvoorbeeld de voor- of achterrand van het stuk wasgoed te detecteren.

Met behulp van de inrichting is het eveneens mogelijk een stuk wasgoed op bekende wijze tweemaal op zichzelf om te vouwen of van een Franse vouw te voorzien 25 en is het eveneens mogelijk om een stuk wasgoed bijvoorbeeld Z-vormig te vouwen.

1005377

Claims (10)

1. Inrichting voor het vouwen van een plat stuk wasgoed, zoals een tafellaken, omvattend toe- en afvoer-middelen (10) voor het stuk wasgoed, eerste (30) en tweede (40) hulptransportmiddelen voor het stuk wasgoed, die in 5 toevoerrichting van het stuk wasgoed na elkaar nabij de toe- en afvoermiddelen aangebracht zijn, en eerste en tweede richtingveranderingsmiddelen (20) voor het stuk wasgoed om het stuk wasgoed over respectievelijk de eerste en tweede hulptransportmiddelen te leiden, met het ken- 10 merk, dat de inrichting middelen om het stuk wasgoed tegen de eerste hulptransportmiddelen vast te kunnen houden, omvat.

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de vasthoudmiddelen gevormd zijn door aan- 15 drukmiddelen om het stuk wasgoed tegen de eerste hulptransportmiddelen te drukken.

3. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de aandrukmiddelen een aandrukrol (27) omvatten .

4. Inrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de aandrukmiddelen een dubbelwerkende pneumatische cilinder (28) omvatten om de aandrukrol (27) naar wens tegen de eerste hulptransportmiddelen te drukken.

5. Inrichting volgens conclusie 2, 3 of 4, met 25 het kenmerk, dat de aandrukmiddelen aangebracht zijn op de plaats, waar de eerste hulptransportmiddelen de toe- en afvoermiddelen het dichtste naderen.

6. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat boven de overgang tussen de 30 toe- en afvoermiddelen en respectievelijk de eerste en tweede hulptransportmiddelen, respectievelijk eerste (50) 1005377 en tweede (51) blaasmiddelen voor het naar de respectievelijke overgang blazen van lucht zijn aangebracht.

7. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de toe- en afvoermiddelen over 5 leidrollen (12) geleide, parallelle, op afstand van elkaar geplaatste eindloze bandstroken (11) omvatten, en dat de eerste en tweede hulptransportmiddelen een eindloze band (31 respectievelijk 41) omvatten, die rond eindrollen (32, 33 respectievelijk 42, 43) gevoerd is en door aandrijf - 10 middelen (34 respectievelijk 44) in twee richtingen beweegbaar is.

8. Inrichting volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de eerste en tweede richtingsveranderingsmid-delen respectievelijk eerste (21) en tweede (24) leidvin- 15 gers omvatten, die tussen de bandstroken (11) door beweegbaar zijn met behulp van respectievelijk een eerste (23) en een tweede (26) dubbelwerkende pneumatische leidcilin-der.

9. Werkwijze voor het in de vorm van een W 20 vouwen van een plat stuk wasgoed, zoals een tafellaken, met behulp van een inrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de volgende stappen uitgevoerd worden: a - het vlakke stuk wasgoed wordt toegevoerd door middel van de toe- en afvoermiddelen, die gedurende 25 alle stappen in dezelfde richting blijven bewegen; de eerste en tweede hulptransportmiddelen worden naar de toe-en afvoermiddelen toe bewogen; b - op het moment dat de voorrand van het stuk wasgoed de tweede hulptransportmiddelen bereikt worden de 30 tweede richtingsveranderingsmiddelen geactiveerd en wordt de bewegingsrichting van de tweede hulptransportmiddelen omgekeerd, waarna het voorste gedeelte van het stuk wasgoed met behulp van de tweede hulptransportmiddelen van de toe- en afvoermiddelen vandaan bewogen wordt; 3. c - op het moment dat de helft van het stuk wasgoed de eerste hulptransportmiddelen gepasseerd is, worden de eerste richtingveranderingsmiddelen geactiveerd 1005377 en worden tevens de vasthoudmiddelen geactiveerd om het stuk wasgoed tegen de eerste hulptransportmiddelen te houden, en wordt de bewegingsrichting van zowel de eerste als de tweede hulptransportmiddelen omgekeerd; 5 d - vanaf het midden van het stuk wasgoed wordt het middelste gedeelte van het stuk wasgoed vervolgens dubbelgevouwen meegenomen op de eerste hulptransportmiddelen die van de toe- en afvoermiddelen vandaan bewegen, totdat de middelste helft van het stuk wasgoed dubbelge-10 vouwen is; tezelfdertijd wordt het voorste gedeelte van het stuk wasgoed met behulp van de tweede hulptransportmiddelen naar de toe- en afvoermiddelen teruggeleid; e - op het moment dat de middelste helft van het stuk wasgoed op de eerste hulptransportmiddelen dubbelge-15 vouwen is, worden de eerste richtingsveranderingsmiddelen en de vasthoudmiddelen gedeactiveerd en wordt de bewegingsrichting van zowel de eerste als de tweede hulptransportmiddelen omgekeerd, waarna de eerste hulptransportmiddelen het dubbelgevouwen middelste gedeelte van het stuk 20 wasgoed op het achterste gedeelte daarvan voeren, terwijl het voorste gedeelte van het stuk wasgoed met behulp van de tweede hulptransportmiddelen van de toe- en afvoermiddelen vandaan geleid wordt, zodat het resterende gedeelte van het stuk wasgoed Z-vormig gevouwen over de toe- en 25 afvoermiddelen geleid wordt; f - op het moment dat het Z-vormige gedeelte van het stuk wasgoed de tweede hulptransportmiddelen bereikt worden de tweede richtingveranderingsmiddelen gedeactiveerd en wordt de bewegingsrichting van de tweede hulp-30 transportmiddelen omgekeerd, waarna de tweede hulptransportmiddelen het voorste gedeelte van het stuk wasgoed op het Z-vormige gedeelte voeren, en de toe- en afvoermiddelen het stuk wasgoed W-vormig gevouwen afvoeren.

10. Werkwijze volgens conclusie 9, waarbij de 35 inrichting voorzien is van eerste en tweede blaasmiddelen volgens conclusie 6, waarbij bij aanvang van stap c met behulp van de eerste blaasmiddelen een luchtstoot op het 1005377 stuk wasgoed uitgeoefend wordt en waarbij bij aanvang van stap f met behulp van de tweede blaasmiddelen een luchtstoot op het stuk wasgoed uitgeoefend wordt, om het stuk wasgoed op de respectievelijke hulptransportmiddelen te 5 drukken. -o-o-o-o-o-o-o-o- KRT/KP 1005377