NL1004565C2 - Werkwijze en inrichting voor het vullen van houders met los materiaal. - Google Patents

Description

Korte aanduiding: Werkwijze en inrichting voor het vullen van houders met los materiaal.

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het vullen van houders met los materiaal, waarbij lege houders worden aangevoerd en gevulde houders worden af gevoerd.

Ben dergelijke werkwijze is in het vak bekend. Ben dergelijke 5 werkwijze wordt onder meer toegepast bij plantlijnen, waarbij houders, veelal bakken worden gevuld met aarde of andere teelmaterialen, vervolgens een plant of bol, veelal handmatig, in de aarde wordt gestoken en daarna af gevuld met een aanvullende laag aarde of zand. Voor een optimale groei van de plant of bol is het essentieel dat zowel bij het 10 vullen als het afvullen een gelijkmatige laag wordt verkregen.

Bij de bekende werkwijze voor het vullen van lege houders wordt het materiaal vanuit een doseerbunker geschraapt en in de houders gestort, waarna het materiaal vervolgens wordt verdeeld en geëgaliseerd met behulp van zogeheten roterende komborstels of roterende rubberen 15 pennen. Deze laatste bewerkingen zijn nodig, omdat bij het vullen van de bakken er meer materiaal in het midden van de bak terechtkomt. Bij de gebruikelijke vierkante bakken kunnen de borstels echter onvoldoende in de hoeken van de bakken komen, zodat de gewenste gelijkmatige vulhoogte niet wordt verkregen. In het algemeen dient de laagdikte een 20 nauwkeurigheid van 0,5 cm te bezitten. Daarnaast is het verwijderen van een teveel aan materiaal nagenoeg onmogelijk, omdat dit door de wanden van de bakken wordt belemmerd. Andere problemen, die zich bij de bekende werkwijze kunnen voordoen, zijn gerelateerd aan de verschillende soorten grond, alsmede de verschillende afmetingen van de 25 houders. Een voorwaarde voor verdere automatisering van plantlijnen is een gelijkmatig gevulde houder.

Voorts is het bekend bij het vullen van houders, die in een aantal afzonderlijke compartimenten zijn verdeeld, die elk tot de rand gevuld moeten worden, na het vullen het materiaal langs de bovenrand 30 van de compartimenten af te strijken teneinde het materiaal in de compartimenten te verdichten, alsmede overtollig materiaal te verwijderen. Een dergelijke werkwijze is echter niet geschikt voor het vullen van bakken, die niet volledig gevuld moeten worden.

' vJ

2

De onderhavige uitvinding heeft ten doel een werkwijze voor het vullen van houders te verschaffen, waarmee een over de houder verdeelde, gelijkmatige materiaallaagdikte kan worden verkregen.

Een ander doel van de uitvinding is een dergelijke vulwerkwij ze 5 te verschaffen, waarbij de hierboven genoemde nadelen niet optreden.

De werkwijze van het hierboven beschreven type volgens de uitvinding wordt gekenmerkt, doordat op een positie op afstand van de houders het materiaal in een richting dwars op de transportricht ing van de houders wordt verdeeld en geëgaliseerd tot een gewenste laag-10 dikte en vervolgens de houders worden gevuld.

Bij de werkwijze volgens de uitvinding is de volgorde van de stappen van de bekende werkwijze derhalve veranderd. Toegevoerd materiaal wordt eerst over een met het oppervlak van de houder overeenkomstig oppervlak verdeeld en geëgaliseerd tot een gewenste laagdikte. 15 Pas daarna wordt de houder gevuld, bijvoorbeeld door (vertikale) delen van de aldus gevormde laag af te schrapen en in de houder te laten vallen. De vereiste gelijkmatige verdeling en gewenste laagdikte worden zodoende volgens de uitvinding reeds verkregen voorafgaande aan het feitelijk vullen van de houders. Door de aard van het materiaal, 20 met name teelaarde, kunnen kleine delen worden af genomen, waarbij de reeds verkregen uniforme laagdikte van de materiaallaag niet wordt verstoord. De kleine delen zelf vormen in de houder een laag met de gewenste vulhoogte. De vulhoogte kan worden geregeld door regeling van de materiaalaanvoer, alsmede de verplaatsing van de houders. Aldus 25 wordt een optimaal gevulde houder verkregen.

De uitvinding heeft tevens betrekking cp een vulinrichting voor het vullen van houders met los materiaal, omvattende een houdertrans-port inricht ing voor het transporteren van de houders, een boven de houdert ransport inricht ing cpgestelde materiaal transport inricht ing voor 30 het transporteren van los materiaal, welke wordt gekenmerkt doordat boven de materiaaltransportinrichting verdeelmiddelen voor het dwars cp de bewegingsrichting van de materiaaltransportinrichting verdelen van los materiaal, alsmede egaliseermiddelen voor het egaliseren van los materiaal en vulmiddelen voor het vullen van de houders zijn cpge-35 steld.

Bij de inrichting volgens de uitvinding worden te vullen houders getransporteerd met behulp van een houdertransport inricht ing, bijvoor- 3 beeld een transportband of rollenbaan. Het te vullen materiaal wordt, bijvoorbeeld vanuit een gebruikelijke voorraadhouder of gestort op een transportband, toegevoerd aan de materiaal transportinrichting. Tijdens verplaatsing van de materiaal transportinrichting wordt het materiaal 5 met behulp van de verdeelmiddelen over de breedte van de materiaal-transportinrichting verdeeld en vervolgens geëgaliseerd, waardoor een gelijkmatig verdeelde materiaallaag met nagenoeg uniforme laagdikte wordt verkregen. Deze materiaallaag wordt vervolgens met behulp van de vulmiddelen bij het uiteinde van de materiaal transportinrichting in de 10 daaronder bewegende houders overgebracht. Bij voorkeur zijn de bewegingsrichtingen van de beide transportinrichtingen gelijk.

Als rrateriaaltransport inrichting wordt met voordeel een doseer-band toegepast, waarvan de breedte overeenkomt met de breedte van de te vullen houders.

15 De verdeelmiddelen omvatten verder bij voorkeur om een verticale as roteerbare pennen, die door middel van vaste armen zijn verbonden met de as. Met voordeel zijn twee dergelijke middelen boven de materi-aaltransportinrichting qpgesteld, die bij voorkeur door tegengestelde draaiing het materiaal vanaf het midden van de materiaal transport in-20 richting naar de zijkanten daarvan laten bewegen teneinde de dwarsver-deling te verkrijgen. Andere voorbeelden van verdeelmiddelen, die bij de inrichting volgens de uitvinding kunnen worden toegepast, zijn ondermeer een een vaste driehoekige schuif, waarvan de punt naar achteren (gezien in de transportrichting) wijst, en verticale pennen, die 25 een heen en weergaande beweging dwars qp de transportrichting maken. Daarbij is echter van belang dat de verdeelmiddelen zelf geen buffer-werking geven.

De egaliseermiddelen, die de voorkeur hebben, omvatten een zich dwars op de bewegingsrichting van het materiaal uitstrekkende borstel, 30 die cm een horizontale as in een richting tegengesteld aan de materi-aaltransportrichting draaibaar is. Cp deze wijze wordt enerzijds de gewenste laagdikte verkregen, anderzijds vormt een dergelijke borstel een buffer van materiaal voor de borstel zelf, zodat onregelmatigheden in de toevoer van materiaal worden vereffend. Verder blijft de over-35 maat materiaal cp de materiaal transportinrichting zelf achter.

Met voordeel ondersteunt de borstel de verdeling van materiaal in de breedte. Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm van de borstel 4 zijn de borstelharen van de borstel volgens twee schroeflijnige configuraties met tegengesteld teken van de spoedhoek qpgesteld, zodat materiaal vanuit het midden naar de beide zijkanten van de materiaal-transportinrichting wordt verdeeld.

5 Teneinde de houders cp juiste wijze te vullen omvatten de vul middelen met voordeel een zogeheten vingerrol. Ben dergelijke rol bestaat uit een as, die bij de uitvinding zich dwars cp de materiaal-transportrichting uitstrekt. Cp de as zijn zich radiaal uitstrekkende vingers bevestigd. De posities van in langsrichting gezien cpeenvol-10 gende vingers zijn afwisselend ten cpzichte van elkaar verschoven. Door draaiing van de as schrapen deze vingers telkens kleine delen van de materiaallaag af. Deze materiaaldelen vallen vervolgens in de te vullen houders.

Teneinde de bufferwerking van de egaliseermiddelen te bewaken 15 kan met voordeel een detector aanwezig zijn, die de materiaalhoogte voor de egal iseermiddelen controleert en op basis daarvan de aanvoer van materiaal aan de materiaaltransportinrichting regelt.

Begrepen zal worden dat de hoogte van de verdeel-, egaliseer- en vulmiddelen ten opzichte van de materiaaltransportinrichting naar be-20 hoefte kan worden ingesteld, zodat de laagdikte cp de materiaaltransportinrichting en derhalve de vulhoogte van de houders kan worden geregeld.

In het algemeen bestaat er geen vaste verhouding tussen de laagdikte op de materiaaltransportinrichting en de vulhoogte van de hou-25 ders. De laagdikte cp de materiaaltransportinrichting kan bijvoorbeeld cp een vaste hoogte worden ingesteld, die het gemiddelde van de vulhoogte van de houders is. De vulhoogte kan verder nauwkeurig worden ingesteld door regeling van de hoeveelheid aangevoerd materiaal en de snelheid van de materiaaltransportinrichting.

30 Verder is de materiaaltransportinrichting met voordeel tussen zich in de transportrichting uitstrekkende en de materiaaltransportinrichting begrenzende zijwanden opgesteld.

De uitvinding wordt hierna verder geïllustreerd aan de hand van de volgende tekening, waarin 35 Figuur 1 een schematisch zijaanzicht van een voorkeursuitvoe- ringsvorm van een inrichting volgens de uitvinding is; en

Figuur 2 een bovenaanzicht van de in figuur 1 weergegeven in- 1004565 5 richting is.

In figuur 1 is een voorkeursuitvoeringsvorm van een vul inrichting voor het vullen van houders volgens de uitvinding getekend. De inrichting omvat een verrijdbaar gestel 1, voorzien van wielen 2. Het 5 gestel 1 is over een transportinrichting 3 voor bakken 4 geplaatst, zodat de poten 5 van het gestel 1 zich aan weerszijden van de transportinrichting 3 bevinden. Boven de transportbaan 3 is in het gestel 1 een doseerband 6 opgesteld, die over keerrollen 7 wordt geleid. De inrichting omvat verder twee verdeel inrichtingen 8, die aan het 10 stroomcpwaartse uiteinde van de doseerband 6 boven het bandoppervlak daarvan zijn qpgesteld. De verdeel inricht ingen 8 omvatten elk een ver-tikale rotatie-as 9, waaraan vaste armen 10 zijn bevestigd. Aan het uiteinde van de armen 10 zijn zich in de richting van de doseerband 6 uit strekkende verdeelpennen 11 bevestigd. Niet weergegeven aandrijf-15 middelen drijven de assen 9 in tegengestelde draairichting aan (weergegeven met pijlen in fig. 2), zodat materiaal 12 vanaf het midden naar de zijkant wordt verdeeld. Dit materiaal 12 wordt aangevoerd met een aanvoerband 13. In de transportrichting is na de verdeel inricht ingen een zich dwars op de doseerband 6 uit strekkende borstel 14 cpge-20 steld, die tegen de bewegingsrichting van de doseerband 6 in roteert, zodat voor de borstel 14 een materiaalbuffer 15 wordt gevormd. Anderzijds vormt deze borstel 14 een materiaallaag met uniforme laagdikte. Aan het eind van de doseerband 6 is een cm een horizontale as draaibare vingerrol 16 opgesteld, waarvan de vingers 17 kleine secties van de 25 gevormde materiaallaag af schrapen en in de bak 4 laten vallen.

Zoals in fig. 2 schematisch is weergegeven vormen de borstelharen 18 van de borstel 14 twee schroefvormige structuren 19, respectievelijk 20, die eveneens een zeker materiaal transport vanuit het midden naar de zijkant van de doseerband 6 bewerkstelligen. De schroefvormige 30 structuur kan bijdragen tot een optimaal resultaat, maar is niet strikt noodzakelijk. Ook een borstel zander schroefvormige structuur kan de gewenste werking bewerkstelligen.

Aan de zijkanten van de doseerband 6 zijn zijwanden 21 aanwezig, die verhinderen dat los materiaal 12 daarvan afvalt.

35 In de fig. zijn de aandrijfmiddelen van de verschillende deelin- richtingen niet weergegeven, maar begrepen zal worden dat deze zo op elkaar kunnen worden afgestemd, dat afhankelijk van het type los mate- 1 P p Δ c; £ Γ 6 riaal de vereiste verdeling en laagdikte van materiaal op de doseer-band 6 wordt verkregen. Verder zijn uiteraard de snelheid van de do-seerband 6, de vingerrol 16 en de transportbaan 3 cp elkaar af gestemd. De buffervorming voor de borstel kan met een niet weergegeven detector 5 warden gecontroleerd, cp basis waarvan de aandrijf snelheid van de aan-voerhand wordt geregeld.

Claims (10)

1. Werkwijze voor het vullen van houders met los materiaal, waarbij lege houders worden aangevoerd en gevulde houders worden afgevoerd, met het kenmerk dat op een positie cp afstand van de houders (4) het materiaal in een richting dwars op de transportrichting van de houders 5 (4) wordt verdeeld en geëgaliseerd tot een gewenste laagdikte en ver volgens de houders (4) worden gevuld.

2. Vul inrichting voor het vullen van houders met los materiaal, omvattende een houdertransportinrichting voor het transporteren van de 10 houders, een boven de houdertransport inricht ing opgestelde materiaal -transportinrichting voor het transporteren van los materiaal, met het kenmerk dat boven de materiaal transport inricht ing (6) verdeelmiddelen (8) voor het dwars op de bewegingsrichting van de materiaaltransport-inrichting (6) verdelen van los materiaal (12), alsmede egaliseermid-15 delen (14) voor het egaliseren van los materiaal (12) en vulmiddelen (16) voor het vullen van de houders (4) zijn cpgesteld.

3. Vulinrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk dat de bewegingsrichtingen van de materiaaltransport inricht ing (6) en de houder- 20 transportinrichting (3) gelijk zijn.

4. Vulinrichitng volgens conclusie 2 of 3, met het kenmerk dat de materiaal transportinrichting (6) een doseerband is.

5. Vulinrichting volgens één van de voorgaande conclusies 2-4, met het kenmerk dat de verdeelmiddelen (8) om een vertikale as (9) roteerbare pennen (11) omvatten, die door middel van vaste armen (10) zijn verbonden met de as (9).

6. Vulinrichting volgens één van de voorgaande conclusies 2-5, met het kenmerk dat de egaliseermiddelen (14) een zich dwars cp de bewegingsrichting van materiaal uitstrekkende borstel omvatten, die om een horizontale as in een richting tegengesteld aan de materiaaltransport-richting draaibaar is. 35 1 004565

7. Vul inrichting volgens conclusie 6, met het kenmerk dat de borstelharen (18) van de borstel (14) volgens twee schroeflijnige configuraties (19, 20) met tegengesteld teken van de spoedhoek zijn opgesteld, zodat materiaal (12) vanuit het midden naar de zijkanten van de 5 materiaal transport inrichting (6) wordt verdeeld.

8. Vul inrichting volgens één van de voorgaande conclusies 2-7, met het kenmerk dat de vulmiddelen (16) een om een horizontale as draaibare vingerrol omvatten. 10

9. Vul inrichting volgens één van de voorgaande conclusies 2-8, met het kenmerk dat de materiaaltransportinrichting (6) tussen zich in de transport richting uitstrekkende en de materiaaltransportinrichting begrenzende zijwanden is opgesteld. 15

10. Vul inrichting volgens één van de voorgaande conclusie 2-9, met het kenmerk dat de vulinrichting is voorzien van een detector voor het bewaken van de werking van de egaliseermiddelen (14) . 1 0 045 65