NL1011109C2 - Verplaatsbare inrichting voor afgeven van voer en werkwijze voor het afgeven van voer. - Google Patents

Verplaatsbare inrichting voor afgeven van voer en werkwijze voor het afgeven van voer. Download PDF

Info

Publication number
NL1011109C2
NL1011109C2 NL1011109A NL1011109A NL1011109C2 NL 1011109 C2 NL1011109 C2 NL 1011109C2 NL 1011109 A NL1011109 A NL 1011109A NL 1011109 A NL1011109 A NL 1011109A NL 1011109 C2 NL1011109 C2 NL 1011109C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
transport
feed
storage chamber
members
conveyor belts
Prior art date
Application number
NL1011109A
Other languages
English (en)
Inventor
Nicolaas Van Der Plas
Original Assignee
Trioliet Mullos
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Trioliet Mullos filed Critical Trioliet Mullos
Priority to NL1011109A priority Critical patent/NL1011109C2/nl
Priority to DE69918521T priority patent/DE69918521T2/de
Priority to DK99203201T priority patent/DK1021949T3/da
Priority to EP19990203201 priority patent/EP1021949B1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL1011109C2 publication Critical patent/NL1011109C2/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01KANIMAL HUSBANDRY; CARE OF BIRDS, FISHES, INSECTS; FISHING; REARING OR BREEDING ANIMALS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; NEW BREEDS OF ANIMALS
    • A01K5/00Feeding devices for stock or game ; Feeding wagons; Feeding stacks
    • A01K5/001Fodder distributors with mixer or shredder
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01KANIMAL HUSBANDRY; CARE OF BIRDS, FISHES, INSECTS; FISHING; REARING OR BREEDING ANIMALS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; NEW BREEDS OF ANIMALS
    • A01K5/00Feeding devices for stock or game ; Feeding wagons; Feeding stacks
    • A01K5/001Fodder distributors with mixer or shredder
    • A01K5/004Fodder distributors with mixer or shredder with mixing or shredding element rotating on vertical axis

Description

VERPLAATSBARE INRICHTING VOOR AFGEVEN VAN VOER EN WERKWIJZE VOOR HET AFGEVEN VAN VOER
5 De uitvinding heeft betrekking op verplaatsbare inrichting voorzien van een voorraadkamer en van buiten de voorraadkamer aangebrachte transportmiddelen omvattende een transportorgaan voor het afvoeren van het voer naar een plaats buiten de inrichting, welke 10 voorraadkamer een afvoeropening voor het doorlaten van het voer uit de voorraadkamer naar het transportorgaan, welke afvoeropening bij voorkeur , althans gedeeltelijk, in een zijwand van de voorraadkamer is aangebracht.
15 De voorraadkamer kan zijn voorzien van een beweegbaar doseerorgaan dat het in de voorraadkamer aanwezige voer gedoseerd naar de transportmiddelen kan verplaatsen.
De inrichting is bijvoorbeeld een inrichting voor het 20 mengen en/of losmaken van voer, waarbij de voorraadkamer een mengkamer is met een of meerdere beweegbare meng-organen. Het transportorgaan kan bijvoorbeeld een transportband of een transportketting zijn. De afvoeropening is bijvoorbeeld afsluitbaar.
25
Een dergelijke inrichting kan worden verplaatst door het aan een dragend voertuig te bevestigen, maar doorgaans is een detgelijke inrichting voorzien van wielen, zodat het kan rijden. Daarbij"kan’de inrichting zelfrijdend 30 zijn uitgevoerd of zijn uitgevoerd om achter een trekkend voertuig te worden bevestigd.
De inrichting kan op. een daarvoor geschikte plaats worden voorzien van voer, welk voer door een toevoer-35 opening in de voorraadkamer kan worden gebracht. Daartoe kan de voorraadkamer van boven open zijn, maar het is ook mogelijk om de zijwand van de voorraadkamer te voorzien van een al of niet afsluitbare toevoeropening 101 1109 2 voor toevoer van het voer naar de voorraadkamer.
In deze beschrijving zal hierna met name worden gesproken over een menginrichting waarbij de transport-5 middelen een transportband omvatten, maar de uitvinding heeft evenzeer betrekking op een inrichting die het voer niet mengt en/of die een ander transportmiddel omvatten.
Tijdens het mengen van het voer in de mengkamer kan de 10 inrichting worden verplaatst naar de plaats waar het voer moet worden afgegeven, in het bijzonder de voeder-plaats van vee. Op die plaats kan een voorafbepaalde hoeveelheid voer worden afgegeven door de afvoeropening in een bepaalde mate en gedurende een bepaalde tijd te 15 openen, zodat een bepaalde hoeveelheid voer op het transportorgaan valt en door het transportorgaan wordt afgevoerd naar de voederplaats die naast de inrichting, gezien in de verplaatsingsrichting, is gelegen.
20 Op deze wijze is het mogelijk om in een stal een aantal op een rij gelegen voederplaatsen van bepaalde hoeveelheden voer te voorzien. Het is niet ongebruikelijk dat een stal een middenpad heeft met een beide zijden een rij voederplaatsen. In een dergelijk geval, maar ook in 25 andere gevallen kan het wenselijk zijn om het voer aan beide zijden van de verplaatsbare inrichting te kunnen afgeven, gezien in de verplaatsingsrichting van de inrichting.
30 Daartoe kan de inrichting aan weerszijden zijn voorzien van een transportorgaan of een ander transportmiddel voor het afgeven van het voer. Wanneer de afvoeropening zich aan de achterzijde van de inrichting bevindt is het mogelijk om twee transportbanden toe te passen die in 35 eikaars verlengde liggen en in tegengestelde richting bewegen, beide beginnend nabij elkaar in het midden van de inrichting onder de afvoeropening van de voorraad- 1 n 1110 9 3 kamer.
Vooral wanneer het voer niet symmetrisch in de voorraadkamer is verdeeld zal het voer niet steeds regelmatig 5 verdeeld over de afvoeropening de voorraadkamer verlaten. Hoewel de hoeveelheid voer dat de voorraadkamer verlaat doorgaans wel te regelen is, is het moeilijk om die hoeveelheid in gelijke mate, of desgewenst in een bepaalde verhouding, over twee, aan weerszijden van de 10 inrichting gelegen voederplaatsen te verdelen.
De uitvinding beoogt een verplaatsbare inrichting voor het afgeven van voer, waarmee gelijktijdig op twee voederplaatsen bepaalde hoeveelheden voer op effectieve 15 wijze kan worden afgegeven.
Daartoe omvatten volgens de uitvinding de transportmiddelen twee in hoofdzaak naast elkaar gelegen trans-portorganen die in onderling tegengestelde richting 20 kunnen bewegen. De voorraadkamer kan voorzien zijn van beweegbare doseermiddelen om gedoseerd voer door de afvoeropening naar de transportorganen te verplaatsen.
Bij voorkeur omvat de inrichting middelen voor het 25 mengen en/of losmaken van voer, waarbij de voorraadkamer een mengkamer is met een beweegbaar mengorgaan. De transportoganen zijn bij voorkeur transportbanden of transportkettingen. Voorts is de afvoeropening bij voorkeur afsluitbaar.
30
Bij voorkeur staan de in hoofdzaak evenwijdige bewegingsrichtingen van de transportorganen in hoofdzaak dwars op de verplaatsingsrichting van de inrichting. De twee transportorganen kunnen zodanig worden aangebracht 35 dat het voer in gelijke mate, of in een bepaalde verhouding, op de twee transportorganen valt, ook als het voer niet centraal, maar "scheef", door de afvoeropening 1011109 4 de voorraadkamer verlaat.
Beide transportorganen, bijvoorbeeld transportbanden, kunnen dezelfde breedte hebben, maar in een voorkeurs-5 uitvoeringsvorm hebben de transportorganen verschillende breedten, hetgeen voordelig kan zijn wanneer het voer asymmetrisch op de transportorganen valt.
Bij voorkeur zijn regelmiddelen aanwezig die de twee 10 transportorganen naar keuze in dezelfde of in tegengestelde richting kunnen laten bewegen met onderling gelijke of verschillende, instelbare snelheden. Daardoor kan zowel op één als op twee voederplaatsen gelijktijdig een per voederplaats voorafbepaalde hoeveelheid voer 15 worden afgegeven.
In een voorkeursuitvoeringsvorm is inrichting voorzien van wielen en kan de inrichting achter een trekkend voertuig worden bevestigd, waarbij de transportmiddelen 20 zijn aangebracht aan de van het trekkend voertuig afgekeerde zijde van de inrichting, dus aan de achterkant van de voertuigcombinatie bij het voorwaarts rijden. Daardoor rijdt de inrichting bij het voorwaarts rijden niet vlak langs of over het voer dat reeds is 25 afgegeven, zodat het vee ongestoord kan gaan eten direct na het afgeven.
In een voorkeursuitvoeringsvorm is de mengkamer voorzien van één of meer mengorganen die om in hoofdzaak 30 verticale assen kunnen roteren. Vooral als één zo'n mengorgaan aanwezig is wordt het voer niet recht door de afvoeropening afgevoerd.
Bij voorkeur zijn verplaatsingsmiddelen aanwezig om één 35 of beide transportorganen in een richting in hoofdzaak dwars op hun bewegingsrichting te verplaatsen. Daardoor kan de positie van één of beide transportorganen worden 1011109 5 afgestemd op de aard van het voer en de wijze waarop het betreffende voer uit de afvoeropening valt. Bijvoorbeeld de vezellengte speelt daarbij een rol. Bij voorkeur kan een transportorgaan tot onder de bodem van de mengkamer 5 worden verplaatst, zodat het voer dat door de afvoeropening, die zich in hoöfdzaak in de zijwand van de mengkamer kan bevinden, wordt afgevoerd terecht komt op afstand van de naar de mengkamer toegekeerde rand van het transportorgaan.
10
Bij voorkeur zijn verplaatsingsmiddelen aanwezig om een transportorgaan te verplaatsen afhankelijk van de mate van openen van de afvoeropening. het openen van de afvoeropening en het verplaatsen van de transportorganen 15 kan door middel van hydraulische cilinders gebeuren, waarbij de verplaatsingsmiddelen worden gevormd door een regeleenheid die de beweging van de verschillende hydraulische cilinders koppelt. Ook is een mechanische koppeling, bijvoorbeeld door middel van een kabel, 20 mogelijk.
In een voorkeursuitvoeringsvorm zijn een of beide transportorganen, bijvoorbeeld transportbanden, voorzien van geleidingsrollen waarvan de rotatieas een hoek maakt 25 met de horizontaal. Zo kan het bovenvlak van het transportorgaan in een schuin vlak liggen, waardoor het op het transportorgaan gedeponeerde voer zich beter op het transportorgaan kan verspreiden of over het ene transportorgaan naar het andere transportorgaan beweegt. 30
De schuine stand van de geleidingsrollen kan zodanig zijn dat de twee transportorganen in dezelfde dwars-richting zijn gekanteld in gelijke mate of in ongelijke mate. De kanteling kan ook in tegengestelde richting 35 verlopen, waarbij de nabij elkaar gelegen zijde van elk transportorgaan hoger of lager ligt dan het overige deel van het oppervlak van het transportorgaan. Afhankelijk 1011109 6 van de vorm van de afvoeropening en de wijze waarop het voer daardoor wordt afgevoerd, kan daardoor een optimale verdeling van het voer over de transportorganen worden bereikt.
5
In een voorkeursuitvoeringsvorm zijn de twee transportorganen gedeeltelijk onder elkaar zijn aangebracht, zodat het voer dat aanvankelijk op een transportorgaan ligt op de andere transportorgaan kan vallen, teneinde 10 het voer over de twee transportorganen te verdelen.
In een andere voorkeursuitvoeringsvorm hebben geleidingsrollen van een van de twee transportorganen een kleinere diameter dan geleidingsrollen van het 15 andere transportorgaan en bevindt het eerstgenoemde transportorgaan zich gedeeltelijk binnen genoemde andere transport bevindt. Op deze wijze wordt, in bovenaanzicht, een overlap van de transportorganen verkregen, terwijl de oppervlakken van de twee transportorganen 20 ongeveer in hetzelfde vlak kunnen liggen.
De uitvinding heeft voorts betrekking op een werkwijze voor het vervoeren van voer naar een voederplaats door middel van een verplaatsbare inrichting met een 25 voorraadkamer, waarbij het voer met twee, in hoofdzaak evenwijdige en nabij elkaar gelegen transportorganen, die in tegengestelde richting bewegen, gelijktijdig naar twee voederplaatsen wordt afgevoerd.
30 Verder kenmerken, die zowel afzonderlijk als in combinatie kunnen worden toegepast zijn beschreven in de figuurbeschrijving en zijn vermeld in de conclusies.
Ter verduidelijking van de uitvinding zal, onder 35 verwijzing naar de tekening, een uitvoeringsvoorbeeld van een verplaatsbare menginrichting worden beschreven, evenals verschillende posities van transportorganen in 1011109 7 de vorm van transportbanden.
Figuur 1 is een perspectivisch aanzicht van een deel van de inrichting; 5 figuur 2 is een bovenaanzicht van die inrichting; figuur 3 toont posities van transportbanden die in één vlak liggen; figuur 4 toont posities van een horizontale en een schuine transportband; 10 figuur 5 toont posities van twee schuine transportbanden; figuur 6 toont boven elkaar gelegen transportbanden; figuur 7 is een doorsnede van binnen elkaar gelegen transportbanden; 15 figuur 8 is een aanzicht van binnen elkaar gelegen transportbanden, en figuur 9 toont posities van binnen elkaar gelegen t ransportbanden.
20 De figuren zijn slechts schematische weergaven waarbij overeenkomende delen met gelijke verwijzingscijfers zijn aangegeven.
Het uitvoeringsvoorbeeld volgens figuren 1 en 2 is een 25 menginrichting met een mengorgaan 1 in de vorm van een rotor die om een verticale as 15 roteert. De rotor 1 heeft een schroefvormige schoep 2 en wordt vanaf de onderzijde van de inrichting aangedreven.
30 De mengkamer 3 van de inrichting heeft een bodem 4 en een op de bodem 4 aansluitende, rondom aanwezige zijwand 5. Van boven is de mengkamer 3 open, door welke opening de mengkamer 3 kan worden gevuld met voer dat gemengd en/of losgemaakt moet worden en dat moet worden 35 afgegeven op een voederplaats. Aan de achterzijde is de zijwand 5 voorzien van een .afsluitbare afvoeropening die wordt afgesloten door een schuif 6.
101 nno 8
In de figuren 1 en 2 is de afvoeropening afgesloten door schuif 6, welke schuif 6 kan worden geopend door middel van hydraulische cilinder 7 die enerzijds aan de bovenrand 8 van de zijwand 5 en anderzijds aan schuif 6 is 5 bevestigd.
In figuur 1 is een van de wielen 9 van de menginrichting zichtbaar en in figuur 2 is aan de voorkant van de inrichting een bevestigingsorgaan 10 weergegeven, 10 waarmee de inrichting aan een niet weergegeven trekkend voertuig kan worden gekoppeld.
Aan de achterkant, nabij de afvoeropening met schuif 6, is de inrichting voorzien van twee transportbanden 15 11,12, die naast elkaar zijn gepositioneerd en in dwars- richting ten opzichte van de verplaatsingsrichting van de inrichting kunnen bewegen, aangegeven met pijlen 13. Beide transportbanden 11,12 zijn voorzien van meenemers 14 in de vorm van ribben die in dwarsrichting ten 20 opzichte van de bewegingsrichting van de transportbanden 11,12 op het bandoppervlak zijn aangebracht.
Beide transportbanden 11,12 kunnen in beide richtingen met een gewenste snelheid worden aangedreven door middel 25 van elektrische of hydraulische motoren 16.
-m
Tussen de twee transportbanden 11,12 is een stationaire geleidingsstrook 17 aangebracht die de ruimte tussen de twee transportbanden 11,12 afsluit. Op de transport-30 banden 11,12 vallend voer kan daardoor niet tussen de twee transportbanden terecht komen.
De twee transportbanden 11,12 kunnen in de verplaatsingsrichting van de inrichting worden verschoven, zoals 35 aangegeven met pijl 18. Daartoe zijn geleidingsstangen 20 aan de inrichting aangebracht waarlangs die verschuiving kan plaatsvinden. Deze verplaatsing kan 1011109 9 plaatsvinden door middel van hydraulische cilinder 21, zoals weergegeven in figuur 2.
In figuur 1 is een constructie weergegeven waarbij de 5 verschuiving van de transportbanden 11,12 plaatsvindt afhankelijk van de stand van schuif 6. Daartoe is aan de transportbanden 11,12 een kabel 22 bevestigd op een plaats aangegeven met 23. De kabel 22 loopt via kabel-wielen 24 en 25 naar schuif 6, waar de kabel 22 op een 10 plaats aangegeven met 26 aan schuif 6 is bevestigd.
Kabel 22 loopt verder via kabelwielen 27 en 28 naar de transportbanden 11,12, waar de kabel 22 is bevestigd op een plaats aangegeven met 29.
15 Het zal duidelijk zijn dat wanneer schuif 6 naar boven wordt verplaatst, waardoor de afvoeropening wordt geopend, de twee transportbanden 11,12 naar achteren worden verschoven. Daarbij is de plaats van de transportbanden 11,12 afhankelijk van de mate waarin 20 schuif 6 is verplaatst, dus de mate waarin de afvoeropening is geopend. Daardoor verplaatsen de transportbanden zodanig, dat het uit de mengkamer 3 stromende voer steeds ongeveer in het midden, bij geleidingsstrook 17, op de transportbanden 11,12 valt, 25 zodat op elk van de transportbanden ongeveer evenveel voer terecht komt.
Wanneer schuif 6 niet of nauwelijks is geopend zullen de transportbanden 11,12 zich voor een deel onder de bodem 30 4 bevinden. Is de schuif 6 geheel geopend, dan bevinden de transportbanden 11,12 zich geheel of vrijwel geheel naast die bodem 4, van bovenaf gezien.
Wanneer het gemengde voer aan één zijde van de inrich-35 ting moet worden afgegeven bewegen de transportbanden 11,12 zich in dezelfde richting. Als het gemengde voer aan beide zijden van de inrichting moet worden afgegeven 1 n 11109 10 bewegen de transportbanden 11,12 zich in tegengestelde richting. De hoeveelheid afgegeven voer kan worden geregeld door de mate van opening van schuif 6 en door de snelheid van de transportbanden 11,12 te variëren.
5
Afhankelijk van de aard van het voer, bijvoorbeeld de lengte van de aanwezige vezels en de mate waarin het voer over het oppervlak van de transportbanden 11,12 kan rollen, kunnen de transportbanden verschillende posities 10 innemen, waarbij zij al of niet verplaatsbaar zijn. In de figuren 3-6 zijn een aantal van dergelijke posities weergegeven, waarbij steeds een deel van de bodem 4 en de zijwand 5, ter plaatse van de schuif 6 is aangegeven met verwijzingscijfer 31.
15
Figuur 3A toont twee in hoofdzaak gelijke transportbanden 11,12, die naast elkaar liggen en waarvan de oppervlakken in hetzelfde horizontale vlak liggen.
20 Figuren 3B en 3C tonen twee naast elkaar gelegen transportbanden waarvan de oppervlakken in een schuin vlak liggen. De schuine stand beïnvloed de wijze waarop het voer op de transportbanden wordt verdeeld na het erop vallen.
25
Figuren 4A en 4B tonen een uitvoeringsvorm waarbij transportband 11 horizontaal staat en het oppervlak van transportband 12 schuin staat.
30 Figuren 5A en 5B tonen een uitvoeringsvorm waarbij de transportbanden 11,12 in tegengestelde richting schuin staan, terwijl volgens figuur 5C beide transportbanden in dezelfde richting schuin staan.
35 In figuur 6 is een uitvoeringsvorm weergegeven waarbij transportband 12 gedeeltelijk onder transportband 11 is aangebracht. Het voer valt dan voornamelijk op 1011109 11 transportband 11 en een gedeelte ervan valt vervolgens verder naar transportband 12.
Een ander uitvoeringsvorm is weergegeven in de figuren 5 7-9. Daarbij bevinden de transportbanden 11,12 zich gedeeltelijk binnen elkaar. Daartoe hebben de geleidingsrollen van transportband 11 een grotere diameter dan de geleidingsrollen van transportband 12.
De bovenste en onderste parten van de transportband 12 10 liggen dichter bij elkaar dan de onderste en bovenste parten van transportband 11, zodat transportband 12 tot tussen de bovenste en onderste parten van transportband 11 kan reiken. Daardoor is een geleidingsstrook 17 niet nodig en sluiten de transportbanden 11,12 goed op elkaar 15 aan.
Figuur is een dwarsdoorsnede van de twee transportbanden en figuur 8 is een aanzicht vanaf de rechterkant van figuur 7.
20
Figuren 9A, 9B en 9C tonen drie posities waarin de transportbanden volgens figuren 7 en 8 kunnen zijn aangebracht.
25 De slechts schematisch weergegeven uitvoeringsvormen zijn slechts voorbeelden, vele andere uitvoeringsvormen zijn mogelijk.
1011109

Claims (14)

1. Verplaatsbare inrichting voorzien van een voorraad kamer en van buiten de voorraadkamer aangebrachte transportmiddelen omvattende een transportorgaan voor het afvoeren van het voer naar een plaats buiten de inrichting, welke voorraadkamer een 10 afvoeropening voor het doorlaten van het voer uit de voorraadkamer naar het transportorgaan, met het kenmerk, dat de transportmiddelen twee in hoofdzaak naast elkaar gelegen transportorganen omvatten die in onderling tegengestelde richting kunnen bewegen. 15
2. Inrichting volgens conclusie 1, gekenmerkt door middelen voor het mengen en/of losmaken van voer, waarbij de voorraadkamer een mengkamer is met een beweegbaar mengorgaan. 20
3. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de transportoganen transportbanden of transportkettingen zijn.
4. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de afvoeropening afsluitbaar is.
5. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, 30 met het kenmerk, dat de in hoofdzaak evenwijdige bewegingsrichtingen van de transportorganen in hoofdzaak dwars op de verplaatsingsrichting van de inrichting staan. 1011109 i
6. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, gekenmerkt door regelmiddelen die de twee transportorganen naar keuze in dezelfde of in 5 tegengestelde richting kunnen laten bewegen met onderling gelijke of verschillende, instelbare snelheden.
7. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, 10 met het kenmerk, dat de inrichting is voorzien van wielen en achter een trekkend voertuig kan worden bevestigd, waarbij de transportmiddelen zijn aangebracht aan de van het trekkend voertuig afgekeerde zijde van de inrichting. 15
8. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de voorraadkamer is voorzien van één of meer mengorganen die om in hoofdzaak verticale assen kunnen roteren. 20
9. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, gekenmerkt door verplaatsingsmiddelen om één of beide transportorganen in een richting in hoofdzaak dwars op hun bewegingsrichting te verplaatsen. 25
10. Inrichting volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat de verplaatsingsmiddelen een transportorgaan kunnen verplaatsen afhankelijk van de mate van openen van de afvoeropening. 30
11. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat een of beide transportorganen zijn voorzien van geleidingsrollen waarvan de rotatieas een hoek maakt met de horizontaal. 1011109
12. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de twee transportorganen gedeeltelijk onder elkaar zijn aangebracht. 5
13. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat geleidingsrollen van een van de twee transportorganen een kleinere diameter hebben dan geleidingsrollen van het andere transport- 10 orgaan en dat het eerstgenoemde transportorgaan zich gedeeltelijk binnen genoemde andere transportorgaan bevindt.
14. Werkwijze voor het vervoeren van voer naar een 15 voederplaats door middel van een verplaatsbare inrichting met een voorraadkamer, met het kenmerk, dat het voer met twee, in hoofdzaak evenwijdige en nabij elkaar gelegen transportorganen, die in tegengestelde richting bewegen, gelijktijdig naar 20 twee voederplaatsen wordt afgevoerd. i 1011109
NL1011109A 1999-01-22 1999-01-22 Verplaatsbare inrichting voor afgeven van voer en werkwijze voor het afgeven van voer. NL1011109C2 (nl)

Priority Applications (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1011109A NL1011109C2 (nl) 1999-01-22 1999-01-22 Verplaatsbare inrichting voor afgeven van voer en werkwijze voor het afgeven van voer.
DE69918521T DE69918521T2 (de) 1999-01-22 1999-09-30 Mobile Abgabevorrichtung für Futter und Verfahren zur Futterabgabe
DK99203201T DK1021949T3 (da) 1999-01-22 1999-09-30 Mobil indretning til udlevering af foder og en fremgangsmåde til udlevering af foder
EP19990203201 EP1021949B1 (en) 1999-01-22 1999-09-30 A mobile device for delivering fodder and a method for delivering fodder

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1011109 1999-01-22
NL1011109A NL1011109C2 (nl) 1999-01-22 1999-01-22 Verplaatsbare inrichting voor afgeven van voer en werkwijze voor het afgeven van voer.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1011109C2 true NL1011109C2 (nl) 2000-07-25

Family

ID=19768525

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1011109A NL1011109C2 (nl) 1999-01-22 1999-01-22 Verplaatsbare inrichting voor afgeven van voer en werkwijze voor het afgeven van voer.

Country Status (4)

Country Link
EP (1) EP1021949B1 (nl)
DE (1) DE69918521T2 (nl)
DK (1) DK1021949T3 (nl)
NL (1) NL1011109C2 (nl)

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL1029075C2 (nl) * 2005-05-19 2006-11-21 Trioliet Mullos Inrichting en werkwijze voor het losmaken en mengen van voer voor vee.

Families Citing this family (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE10060973B4 (de) * 2000-12-06 2005-08-18 Bernard Van Lengerich Maschinenfabrik Gmbh & Co Vorrichtung zum Mischen und Verteilen von Schüttgütern
DE102006022011B3 (de) * 2006-05-10 2007-07-26 Artemis Kautschuk- Und Kunststoff-Technik Gmbh Viehfütterungswagen
DE202012007207U1 (de) 2012-07-25 2013-10-31 Trioliet Holding B.V. Futtermittel-Bereitstellungseinrichtung
EP2845473B1 (en) * 2013-09-10 2020-10-21 Sieplo B.V. Mixing and dosing device and movable vehicle provided with such a mixing and dosing device

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB2010109A (en) * 1977-12-16 1979-06-27 Bayerische Pflugfabrik Gmbh A fodder mixing wagon
DE3427076A1 (de) * 1984-07-23 1986-01-23 Alois Pöttinger Landmaschinen-Gesellschaft mbH, 8900 Augsburg Ladewagen mit abladevorrichtung
WO1994024851A1 (en) * 1993-04-28 1994-11-10 Salford Engineering Limited A mixer feeder wagon
US5429436A (en) * 1994-07-05 1995-07-04 Art's-Way Manufacturing Co., Inc. Unibody vertical forage mixer with weighing mechanism

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB2010109A (en) * 1977-12-16 1979-06-27 Bayerische Pflugfabrik Gmbh A fodder mixing wagon
DE3427076A1 (de) * 1984-07-23 1986-01-23 Alois Pöttinger Landmaschinen-Gesellschaft mbH, 8900 Augsburg Ladewagen mit abladevorrichtung
WO1994024851A1 (en) * 1993-04-28 1994-11-10 Salford Engineering Limited A mixer feeder wagon
US5429436A (en) * 1994-07-05 1995-07-04 Art's-Way Manufacturing Co., Inc. Unibody vertical forage mixer with weighing mechanism

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL1029075C2 (nl) * 2005-05-19 2006-11-21 Trioliet Mullos Inrichting en werkwijze voor het losmaken en mengen van voer voor vee.

Also Published As

Publication number Publication date
EP1021949A1 (en) 2000-07-26
EP1021949B1 (en) 2004-07-07
DE69918521D1 (de) 2004-08-12
DE69918521T2 (de) 2005-07-28
DK1021949T3 (da) 2004-11-15

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US7506750B2 (en) Conveyor having a conveyor belt with flights, including segmented flights for gapless end transfer
CA1201735A (en) Multiple conveyor
EP2769776A1 (en) Sorting device with tiltable support member
JPH03161601A (ja) 道床用バラストの拾い上げ及び撒布のための作業機械
US5178333A (en) Air distribution apparatus for particulates
US6715599B1 (en) Conveyor system having an improved chute
NL1011109C2 (nl) Verplaatsbare inrichting voor afgeven van voer en werkwijze voor het afgeven van voer.
AT405165B (de) Schüttgutverladewagen
US4747480A (en) Apparatus for the even alignment of objects uniform among each other
NL9400388A (nl) Sorteerinrichting voor het afwerpen van goederen.
KR100563377B1 (ko) 버킷컨베이어
JP2002505244A (ja) 生産物の寸法分類輸送機構
US11458509B2 (en) Sorter
US4754864A (en) Bin infeed system for surge or blending bins or the like
NL8202987A (nl) Transportorgaan.
NL1026841C2 (nl) Inrichting voor het losmaken en mengen van voer voor vee.
NL9400297A (nl) Inrichting en werkwijze voor het doseren van silagemateriaal.
US4142560A (en) Open-type filling machine
NL7809753A (nl) Silagefreesinrichting met voorraadhouder.
NL9002003A (nl) Inrichting voor het mengen en/of gedoseerd afgeven van veevoeder of dergelijke.
NL8001010A (nl) Voertransport- en doseerwagen voor landbouwkundige doeleinden.
DE1817786U (de) Foerdervorrichtung.
NL9000682A (nl) Verplaatsbare inrichting voor het mengen en/of gedoseerd afgeven van veevoeder of dergelijke.
NL2000293C2 (nl) Inrichting voor het doseren van veevoer.
NL1017214C2 (nl) Werkwijze en inrichting voor het bekleden van voedselproducten met deeltjesvormig bekledingsmateriaal.

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20060801