NL1006633C2 - Inrichting voor het vullen van een vorm. - Google Patents

Description

Inrichtina voor het vullen van een vorm

De onderhavige uitvindina heeft betrekking op een inrichting voor het met stortgoedmassa vullen van een vorm van een vormstukkenpers, waarbij de vorm een aantal holle 5 vormdelen vormt, waarbij een vulwagen over de vorm naar voren en terug kan worden bewogen, waarbij de vulwagen in de terugbewogen stand bij een vultrechter met doseerinrichting is geplaatst en de vulwagen is voorzien van transportmiddelen voor het afgeven van opgeslagen stortgoedmassa en de 10 transportmiddelen bij het verplaatsen van de vulwagen over de vorm heen ingeschakeld zijn.

Bij een uit de praktijk bekende inrichting van dit type, die in de bijgaande tekening in de fig. 3 en 4 is weergegeven, is een vulreservoir 1 voorzien van een relatief 15 smalle uitlaatopening die geheel geopend en gesloten kan worden en waaruit de stortgoedmassa op een vulwagen 2 terechtkomt. De vulwagen 2 wordt in hoofdzaak gevormd door een boven en beneden open kastraamwerk 3, dat in het standge-bied, waarin hij gevuld wordt, naar beneden door middel van 20 een plaatsvaste sluitplaat 4 gesloten is. Als transportmiddelen 5 zijn in het kastraamwerk 3 transportschoepen 6 aangebracht, die linksom draaien en een roerwerk vormen. De vulwagen 2 kan met de transportmiddelen 5 in de richting van een dubbele pijl 7 over een vorm 8 heen en weer bewogen 25 worden. De vorm 8 bezit holle vormdelen 9 die met een te vervaardigen vormstuk overeenkomen en in rijen, in dwarsrij-en en langsrijen zijn aangebracht.

Bij de bekende inrichting wordt de vorm gevuld, wanneer het kastraamwerk van achter naar voren rijdt, waarbij de 30 achterliggende holle vormdelen voor wat betreft de dichtheid beter gevuld worden dan de voorliggende holle vormdelen. Dit effect wordt ook, zoals wenselijk zou zijn, niet voorkomen door de transportschoepen die slechts bij een tweede deel van de voorwaartse beweging ingeschakeld zijn. De transport-3 5 schoepen hebben van hun kant de werking, dat de in de richting van de transportschoepen achter elkaar aangebrachte holle vormdelen niet gelijkmatig dicht gevuld worden. De ongelijkmatige vulling van de holle vormdelen leidt tot op 1 006633^ 2 ongelijke hoogte geperste vormstukken. Dit is ongewenst ook wanneer de ongelijkheid in afmeting slechts gering is. Het verschil van vulling van de holle vormdelen ligt in het feit, dat de verschillende vullingen niet dezelfde dichtheid 5 hebben; alle holle vormdelen zijn steeds tot bovenaan gevuld. De minder dichte vulling leidt tot een lager vormstuk dan de dichtere vulling. De ongelijkheid van de hoogte van de vormstukken ligt in de orde van een tiende millimeter en wordt bepaald door de inwendige opvering van de boven- en 10 onderstempels bezittende vormwerktuigen en is in het bijzonder bij het stapelen van de vormstukken storend.

Het is daarom een doel van de uitvinding, een inrichting van het boven genoemde type te verschaffen, waarbij de dichtheid van de stortgoedmassa-vullingen van opeenvolgende 15 holle vormdelen gelijk aan elkaar is.

Voor het bereiken van dit doel is de inrichting volgens de uitvinding daardoor gekenmerkt, dat de van de transportmiddelen voorziene vulwagen een vultransportband is, waarvan het transportpart naar voren toe kan worden aangedreven en 20 de aandrijving van de vultransportband slechts bij de teruggaande beweging daarvan is ingeschakeld, waarbij de beweging van het transportpart en de beweging van de transportband elkaar compenseren.

Met de inrichting volgens de onderhavige uitvinding 25 kunnen vullingen van de holle vormdelen worden gerealiseerd, waarvan de dichtheid van vulling tot vulling resp. van hol vormdeel tot hol vormdeel zeer goed aan elkaar gelijk is. Dit berust, naar wordt aangenomen, op het feit dat de stort-goedmassa niet door een roerwerk bewerkt en daardoor ver-30 dicht wordt. De stortgoedmassa valt, over de lengte van het transportpart gezien, op elke plek gelijkmatig op het transportpart en valt, bij de beweging van het vooreinde van het transportpart over de vorm heen, op elke plek van de bewe-gingsweg gelijkmatig in de holle vormdelen. De afmetingen 35 van de, tijdens een persslag, in de holle vormdelen van een vorm vervaardigde vormstukken zijn gelijkmatiger.

De beweging van het transportpart en de beweging van de transportband compenseren elkaar ongeveer en de stortgoedmassa valt vanaf het vooreinde van de vultransportband in 1 CC 66 33^» 3 hoofdzaak rechtlijnig naar beneden. Hierdoor wordt een gelijkmatige vulling van alle holle vormdelen met slechts één bewegingsweg van de vultransportband verbeterd. De voor een vormvulling bepaalde stortgoedmassa wordt in zijn tota-5 liteit oppervlakdekkend boven de vorm gebracht.

Ook is het bijzonder doelmatig en gunstig, wanneer de vultrechter zich met een uitlaatopening dwars over het transportpart uitstrekt. De meer gelijkmatige verdeling van de stortgoedmassa haaks over het transportpart verbetert de 10 gelijkmatigheid van de vullingen van de vorm.

Verder is het bijzonder doelmatig en gunstig, wanneer de vultrechter een in de openingsbreedte instelbare uitlaatopening bezit. Op deze wijze kan de hoeveelheid stortgoed-raassa, die over het transportpart wordt verdeeld, beter op 15 de betreffende behoefte van de dan te vullen vorm worden aangepast.

Ook is het bijzonder doelmatig en gunstig, wanneer voor de naar voren toe gaande beweging van het transportpart is voorzien in een besturing met een werkelijke positie-waarde 20 en een gewenste positie-waarde en dat de teruggaande beweging van de vultransportband de werkelijke positie-waarde voor de gewenste positie-waarde van de naar voren toe gaande beweging van het transportpart levert zodanig dat de aan de voorzijde van het transportpart daarvan afvallende stort-25 goedmassa geen horizontale bewegingskomponenten bezit.

De stortgoedmassa bevindt zich op het transportpart steeds over een bepaald laadtraject. Het is mogelijk om het laadtraject onafhankelijk van de betreffende vorm steeds even lang te kiezen en overtollige stortgoedmassa af te 30 werpen. Het is echter bijzonder doelmatig en gunstig, wanneer de lengte van het laadtraject door middel van de do-seerinrichting instelbaar is. De lengte van het laadtraject wordt dus op de bijpassende afmeting van de betreffende te vullen vorm aangepast. Dezelfde vultransportband kan voor 35 vormen van verschillende afmetingen worden gebruikt.

De stortgoedmassa is meestal een kalkzandsteenmassa. De stortgoedmassa kan echter bijv. ook een gipsmassa zijn, zoals bij de verwerking van afvalgips ontstaat. Op grond van de uitvinding wordt ook een door de stortgoedmassa ; 1'. o 3 ci i 4 veroorzaakte sterke slijtage van roerwerktuigen voorkomen, waarbij deze slijtage tot dusver als zeer storend wordt ervaren. Het transportpart is in de regel langs de beide in lengterichting lopende buitenranden voorzien van een wand-5 of lijstvormige begrenzing, om de stortgoedmassa zijdelings tegen te houden. De gezamenlijke holle vormdelen van de vorm worden bij slechts één beweging over de vorm heen gevuld. De beweging geschiedt in de regel in de richting van de uit het kleinere aantal holle vormdelen bestaande rij, d.w.z., haaks 10 op de uit een groter aantal holle vormdelen bestaande rij.

In de tekening is een voorkeuruitvoeringsvorm volgens de onderhavige uitvinding weergegeven en toont fig. 1 een zijaanzicht van een inrichting voor het vullen van een vorm en 15 fig. 2 een vooraanzicht van de inrichting volgens fig.

1.

De inrichting volgens fig. 1 en 2 hoort bij een niet nader weergegeven vormstukkenpers, bij het vormwerktuig waarvan een vorm 10 hoort, die holle vormdelen 11 omvat, die 20 in langere rijen en kortere rijen zijn geplaatst. Bij de vorm 10 is een vultransportband 12 aangebracht, die een aandrijfrol 13 omvat en een transportpart 14 vormt. De vultransportband 12 kan volgens een dubbele pijl 15 boven de vorm 10 naar voren aangedreven worden. Bij de beide langs-25 randen van het transportpart is een begrenzing 17 aangebracht. Bij de vultransportband 12 is een vultrechter 18 aangebracht, die aan de onderkant een uitlaatopening bezit, die door een schuif van een doseerinrichting 19 is afgedekt. De vultransportband 12 is horizontaal verplaatsbaar. In 30 de achterste stand bevindt hij zich onder de vormstukkenpers in de laadstand. Daartoe wordt de uitlaatopening van de vultrechter 18 in een instelbare mate geopend. Vervolgens wordt de vultransportband met een trage snelheid via de aandrijfrollen 13 naar rechts bewogen. Gedurende deze bewe-35 ging wordt stortgoedmassa met een bepaalde hoogte, die overeenkomt met de stand van de doserende schuif, op de vultransportband geladen. Met behulp van deze doseringsmoge-lijkheid wordt steeds net zo veel stortgoedmassa op de vultransportband gedoseerd als voor het vullen van de dan 1 006633 1 5 gebruikte vorm nodig is. Wanneer de vultransportband langs zijn laadtraject beladen is, stopt hij en wordt de doserende schuif aan de vultrechter gesloten. Wanneer de vormstukken-pers zich in de vulstand bevindt, wordt de vultransportband 5 in zijn totaliteit snel naar voren de pers in bewogen. De vultransportband stopt automatisch, wanneer de voorliggende eindstand aan het voor einde van de vorm bereikt is. Nu wordt de vultransportband weer naar achteren terugbewogen en wordt gelijktijdig de aandrijfrol aangedreven. De snelheid van de 10 aandrijfrol is van doorslaggevend belang. Deze is zodanig gekozen, dat tijdens de achterwaartse beweging van de vultransportband de stortgoedmassa zich ten opzichte van de vormstukkenpers niet in horizontale richting beweegt. Om dit met hoge snelheid te waarborgen, maakt men gebruik van een 15 elektronisch drijfwerk. Dit houdt in, dat tijdens deze beweging de werkelijke positie-waarde van de rij-as wordt gebruikt als gewenste positie-waarde van de aandrijfas voor de aandrijfrol van de vultransportband. Daarmee is gegarandeerd, dat de stortgoedmassa zonder horizontale beweging 20 eenvoudig naar beneden in de vorm valt. Overtollige stortgoedmassa wordt verwijderd door een afstrijker, die mechanisch gekoppeld is met het aandrijfmechanisme van de vultransportband .

- conclusies - 1 006533 2

Claims (5)

1. Inrichting voor het met stortgoedmassa vullen van een vorm van een vormstukkenpers, waarbij de vorm een aantal holle vormdelen vormt, waarbij een vulwagen over de vorm 5 naar voren en terug kan worden bewogen, waarbij de vulwagen in de terugbewogen stand bij een vultrechter met doseerin-richting is geplaatst en de vulwagen is voorzien van transportmiddelen voor het afgeven van opgeslagen stortgoedmassa en de transportmiddelen bij het verplaatsen van de vulwagen 10 over de vorm heen ingeschakeld zijn, met het kenmerk, dat de van de transportmiddelen voorziene vulwagen een vultrans-portband (12) is, waarvan het transportpart (14) naar voren (16) toe kan worden aangedreven en de aandrijving van de vultransportband (12) slechts bij de teruggaande beweging 15 daarvan is ingeschakeld, waarbij de beweging van het transportpart (14) en de beweging van de transportband (12) elkaar compenseren.

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de vultrechter (18) zich met een uitlaatopening dwars 20 over het transportpart (14) heen uitstrekt.

3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de vultrechter (18) een in de openingsbreedte instelbare uitlaatopening bezit.

4. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, 25 met het kenmerk, dat voor de naar voren toe gaande beweging van het transportpart (14) is voorzien in een besturing met een werkelijke positie-waarde en een gewenste positie-waarde en dat de teruggaande beweging van de vultransportband (12) de werkelijke positie-waarde voor de gewenste positie-waarde 30 van de naar voren toe gaande beweging van het transportpart (14) levert zodanig dat de aan de voorzijde van het transportpart daarvan afvallende stortgoedmassa geen horizontale bewegingskomponenten bezit.

5. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, 35 met het kenmerk, dat de stortgoedmassa over een laadtraject op·het transportpart (14) wordt aangebracht en de lengte van het laadtraject kan worden ingesteld door middel van de doseerinrichting (19). "f l v V-