NL1002840C2

NL1002840C2 - Inrichting en werkwijze voor tijdelijk opslaan of bufferen van produkten.

Info

Publication number: NL1002840C2
Application number: NL1002840A
Authority: NL
Inventors: Jacob Arnold Hendrik Fr Jaquet
Original assignee: Ebm Techniek Bv
Priority date: 1995-10-26
Filing date: 1996-04-10
Publication date: 1997-05-02
Also published as: EP0958207A1; EP0958207B1; ATE211708T1; DE69618676D1; WO1997015514A1; DE69618676T2; US6170634B1

Description

INRICHTING EN WERKWIJZE VOOR TIJDELIJK OPSLAAN OF BUFFEREN VAN PRODUKTEN

5 Verpakte of onverpakte (naakte) produkten worden vanaf een produktietoevoer voor de verdere geheel of gedeeltelijk automatische verdere verwerking, zoals meten, tellen, verpakken, coderen etc, veelal tijdelijk gebufferd of verzameld in een speciaal voor dit doel 10 geschikte inrichting. Een voorbeeld van een dergelijke inrichting is beschreven in het Europese octrooi 0 509 583 van aanvraagster.

Met deze bekende inrichting kunnen met willekeurige tussenafstand aangevoerde produkten op een nage-15 noeg constante steek worden gebracht, hetgeen van belang is voor bovengenoemde verder verwerking. Om een voldoende hoge capaciteit te bereiken, waarbij bijvoorbeeld zeshonderd produkten per minuut worden in- en uitgevoerd dienen alle onderdelen van deze bekende inrichting aan hoge 20 eisen te voldoen, in het bijzonder vanwege de grote vertragingen en versnellingen die bij iedere stap van in-en uitvoer plaatsvinden.

Uit de Europese octrooiaanvrage EP-A-0496046 is een inrichting bekend, voor het groeperen van produkten, 25 waarbij elk afzonderlijk produkt wordt geplaatst in een daarvoor geschikte houder die door de transportband wordt voortbewogen. Bij in- en uitvoer van de produkten wordt de gehele transportband onderworpen aan grote versnellingen/ vertragingen. De transportband wordt voortbewogen in 30 een vertikaal vlak waardoor in- en uitvoerlokaties altijd naast elkaar gelegen dienen te zijn.

Ook het Franse octrooischrift 2.227.200 beschrijft produktdragers in de vorm van een houder voor een enkel produkt, waarbij in- en uitvoerlokaties zich 35 alleen achter elkaar gezien in transportrichting van de band kunnen bevinden. Het gaat hierbij om het ordenen van in willekeurige standen aangevoerde zakjes.

1002840 2

De onderhavige uitvinding verschaft een inrichting voor het tijdelijk opslaan of bufferen en/of op steek brengen van produkten, omvattende: - draagmiddelen voor het dragen van een aantal 5 produkten; - invoermiddelen voor het met relatief hoge snelheid in de draagmiddelen invoeren van produkten; - een transportbaan voor het met relatief lage snelheid transporteren van de draagmiddelen; en 10 - uitvoermiddelen voor het met relatief hoge snelheid uit de draagmiddelen uitvoeren van de produkten, waarbij de in- en uitvoermiddelen zijn opgesteld bij resp. lokaties van de transportbaan, waarbij de draagmiddelen in synchronisatie met de in- resp. uitvoer-15 middelen worden versneld ter aanpassing aan de relatief hoge snelheid daarvan, waarna ze worden vertraagd ter aanpassing aan de relatief lage snelheid van de transportbaan.

Doordat bovengenoemde versnellingen en vertra-20 gingen slechts behoeven plaats te vinden bij in- en uitvoer, en niet bij de transportbaan waarop de produk-ten-draagmiddelen worden getransporteerd, wordt door de onderhavige uitvinding een eenvoudige en derhalve minder kostbaar opslag/bufferinrichting verschaft. Voorts ver-25 schaft de onderhavige uitvinding een grote mate van flexibiliteit voor wat betreft de in- en uitvoerlokaties, die zich in een gewenst horizontaal vlak kunnen bevinden.

Bij voorkeur omvattend de draagmiddelen een produktdrager voor het opnemen van een aantal naast 30 elkaar ingevoerde produkten, welke produktdragers dan met bijvoorbeeld relatief lage snelheid over de transportbaan kunnen worden getransporteerd.

Het is van belang dat de produktdragers bij in-en uitvoer van produkten nauwkeurig ten opzichte van de 35 invoermiddelen, resp. de uitvoermiddelen gepositioneerd.

Voorkeursuitvoeringsvormen van de produktdragers omvatten voor dit doel een tandbaan aan de onderzijde van een produktdrager, zuigmiddelen nabij een invoer- 1002840 3 lokatie, of een groef of een stift aan een produktdrager waardoor transport daarvan op nauwkeurige wijze kan plaatsvinden.

Door gebruik van de produktdrager kan een 5 uiterst flexibele inrichting en werkwijze, al naar gelang door de gebruiker gewenste omstandigheden, worden toegepast.

Voorts verschaft de onderhavige uitvinding een werkwijze en een produktdrager ten gebruike bij de in-10 richting en werkwijze volgens de onderhavige uitvinding.

Bij voorkeur is de produktdrager opgebouwd uit gestandaardiseerde dragerelementen en zijn de produktdra-gers onderling losmaakbaar verbindbaar met elkaar.

Verdere voordelen, kenmerken en details van de 15 onderhavige uitvinding zullen worden verduidelijkt aan de hand van de navolgende beschrijving van voorkeursuitvoeringsvormen daarvan, met verwijzing naar de bijgevoegde tekeningen, waarin tonen: fig. 1 een aanzicht in perspectief van een 20 invoerstation, ten gebruike bij een inrichting volgens de onderhavige uitvinding; fig. 2 een aanzicht in perspectief van een tweede voorkeursuitvoeringsvorm van een invoerstation volgens de onderhavige uitvinding; 25 fig. 3 een aanzicht in perspectief van een derde voorkeursuitvoeringsvorm van een invoerstation volgens de onderhavige uitvinding; fig. 4 een aanzicht in perspectief van een vierde voorkeursuitvoeringsvorm van een invoerstation 30 volgens de onderhavige uitvinding; fig. 5 een aanzicht in perspectief van een vijfde voorkeursuitvoeringsvorm van een invoerstation ten gebruike bij de onderhavige uitvinding; fig. 6 een aanzicht in perspectief van een 35 zesde voorkeursuitvoeringsvorm van een invoerstation volgens de onderhavige uitvinding; 1002840 4 fig. 7 een aanzicht in perspectief van een zevende voorkeursuitvoeringsvorm van een invoerstation volgens de onderhavige uitvinding; fig. 8 een bovenaanzicht van een inrichting en 5 werkwijze volgens de onderhavige uitvinding; fig. 9 een aanzicht in perspectief van een alternatieve uitvoeringsvorm van de inrichting en werkwijze volgens de onderhavige uitvinding; fig. 10 een aanzicht in perspectief van een 10 voorkeursuitvoeringsvorm van een inrichting volgens de onderhavige uitvinding; fig. 11 een bovenaanzicht van een verdere uitvoeringsvorm van de inrichting en werkwijze volgens de onderhavige uitvinding; 15 fig. 12 een aanzicht in perspectief van een uitvoerstation ten gebruike bij de inrichting en werkwijze van de onderhavige uitvinding; fig. 13 een aanzicht in perspectief van een alternatief ten gebruike bij het uitvoerstation volgens 20 fig. 12; fig. 14 een aanzicht in perspectief van een bij de onderhavige uitvinding toepasbare werkwijze en inrichting voor het tijdelijk opslaan of bufferen van draagmid-delen; 25 fig. 15 een aanzicht in perspectief van een invoerstation ten gebruike bij de inrichting volgens de onderhavige uitvinding; fig. 16 een bovenaanzicht van een uitvoerstation ten gebruike bij de inrichting volgens de onderhavige 30 uitvinding; fig. 17 een aanzicht in perspectief van een alternatieve uitvoeringsvorm van de werkwijze en inrichting volgens de onderhavige uitvinding; fig. 18 een aanzicht in perspectief van produk-35 ten in een draagorgaan; fig. 19 een aanzicht in perspectief van een aantal naast elkaar opgestelde produkt-draagmiddelen; 1002840 5 fig. 20 een aanzicht in perspectief van een uitvoerstation ten gebruike bij de inrichting volgens de onderhavige uitvinding; fig. 21 een aanzicht in perspectief van een 5 ander uitvoerstation ten gebruike bij de inrichting volgens de onderhavige uitvinding; fig. 22 een aanzicht in perspectief van een ander uitvoerstation ten gebruike bij de inrichting volgens de onderhavige uitvinding; 10 fig. 23 een aanzicht in perspectief van een uitvoerstation ten gebruike bij de inrichting en werkwijze volgens de onderhavige uitvinding; fig. 24 een aanzicht in perspectief van middelen voor het dragen van produkten ten gebruike bij een 15 inrichting volgens de onderhavige uitvinding; fig. 25 een aanzicht in perspectief van een alternatief van de verbinding van draagelementen uit fig. 24; fig. 26 een aanzicht in perspectief van een 20 alternatief draagelement; fig. 27 een aanzicht in perspectief van een andere voorkeursuitvoeringsvorm van produktdraagelement ten gebruike bij de inrichting en werkwijze volgens de onderhavige uitvinding; 25 fig. 28 een aanzicht in perspectief van een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van produktdraagelemen-ten gebruike bij de inrichting volgens de onderhavige uitvinding; fig. 29 een aanzicht in perspectief van een 30 verdere voorkeursuitvoeringsvorm van produktdraagelemen-ten volgens de onderhavige uitvinding; fig. 30 een aanzicht in perspectief van een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van een produktdraagin-richting ten gebruike bij een inrichting en werkwijze 35 volgens de onderhavige uitvinding; fig. 31 een aanzicht in perspectief van een ge-bruikstoepassing van een produktdraagelement; 1002840 6 fig. 32 een aanzicht in perspectief van een aantal gekoppelde produktdraagelementen; fig. 33 een aanzicht in perspectief van op alternatieve wijze gekoppelde produktdraagelementen; 5 fig. 34 een aanzicht in perspectief van een andere voorkeursuitvoeringsvorm van onderling gekoppelde produktdraagelementen; fig. 35 een aanzicht in perspectief van de inrichting uit fig. 34 in de produkt vrijgevende stand; 10 fig. 36 een aanzicht in perspectief van de inrichting uit fig. 34 en 35 in een alternatieve uitvoeringsvorm; fig. 37 een aanzicht in perspectief van een alternatieve uitvoeringsvorm van een produktdraagelement 15 volgens de onderhavige uitvinding; fig. 38 een aanzicht in perspectief van een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van een produktdraagelement volgens de onderhavige uitvinding; en fig. 39 een aanzicht in perspectief van een 20 alternatief van de produktdrager volgens fig. 38.

Bij een eerste voorkeursuitvoeringsvorm (fig.

1) van de inrichting en werkwijze volgens de onderhavige uitvinding worden produktdraagelementen 10, 11 op een transportband 12 aangevoerd. Aan de onderzijde zijn de 25 produktdragers voorzien van een tandbaan 13 resp. 14. De produktdragers 10, 11 worden getransporteerd in de richting van de pijl A door middel van op tandheugels aangrijpende rondsels 15 resp. 16 die via assen 17 resp. 18 met een elektrische stappenmotor 19 zijn verbonden. De 3 0 aandrijving van de as 17 vindt plaats via een tandriem 20, waarbij het de voorkeur heeft dat de as 17 met enigszins grotere snelheid wordt aangedreven dan de as 18 door middel van een juist gekozen overbrengingsverhouding. As 17 is voorts voorzien van een slipkoppeling 21. Het is 35 van belang dat de produktdragers 10, 11 achtereenvolgens op nauwkeurige wijze gevuld kunnen worden met produkten P, P', P''. Door het sneller laten lopen van tandwiel 15, wordt produktdrager 11 door produktdrager 10 ingehaald en 1002840 7 kan die bij het invoerstation nauwkeurig aansluiten op produktdrager 11. Door de slipkoppeling 21 wordt voorkomen dat produktdrager 10 in aangesloten stand produktdrager 11 verder opduwt. Tandwiel 15 wordt door een veer 23 5 die aan een framedeel 22 is aangebracht, stevig in de vertanding 13 gedrukt.

Afhankelijk van het proces kunnen produktdra-gers 10 en 11 stappend worden aangedreven, of met meer continue snelheid.

10 In het invoerstation volgens fig. 2 worden produktdragers 30, 31, 32, 33 in de richting van de pijlen B, C en D getransporteerd en aan- en afgevoerd met behulp van een transportband 34. Een transportband 35, voorzien van zuigopeningen 36 wordt sneller voortbewogen 15 dan transportband 34 zodat produktdrager 30 versneld naar produktdrager 31 wordt toebewogen, en door zuiging door openingen 36 heen wordt vastgehouden. Een verdere transporteur 37 die is voorzien van meenemers 38, zorgt dat de produktdragers met de juiste (gestapt of continue) snel-20 heid worden bewogen tot nabij een invoertransporteur 39 voor het in de produktdragers invoeren van produkten Q.

De uiteindelijke stand van de produktdragers ten opzichte van de invoertransporteur 39 kan worden bepaald door de meenemers 38 en de snelheid van de aandrijf band 37, die 25 enigszins lager is dan de snelheid van de band 35, waardoor enige slip optreedt van de produktdragers ten opzichte van de band 35. De mate van zuiging door de zuigopeningen moet hierop worden afgestemd.

In de uitvoeringsvorm van fig. 3, worden pro-30 dukten R in een produktdrager 40 gevoerd, die met behulp van een elektromotor bij voorkeur intermitterend wordt aangedreven, telkens tot een opening van een produktdrager 40 voor een invoertransporteur 42 geraakt. De produktdrager 40 (en overeenkomende produktdrager 43) zijn 35 elk voorzien van een nok 44, waarvan de aanwezigheid door een niet getoond besturingssysteem wordt gevoeld door middel van een pal 45.

1002840 δ

Indien nok 44 pal 45 is gepasseerd, wordt met behulp van de achterzijde van de pal 45 en de nok 44 de produktdrager 43 versneld in de richting van de pijl B bewogen, bijvoorbeeld met behulp van een luchtcilinder 5 totdat produktdrager 43 naadloos aansluit op produktdrager 40.

Bij het laadstation volgens fig. 4 wordt een produktdrager 50 intermitterend aangedreven volgens pijlen E door een transporteur 51 met meenemers 52. Gedu-10 rende de stilstandsperiode kunnen de produktdragers 50 worden geladen met produkten S via invoertransporteur 53. De produktdrager 50 worden telkens met behulp van een duworgaan 54 vanaf de hoofdtransportbaan 55 in de richting van de pijl F op de laatste transporteur 51 gedrukt, 15 terwijl ze met behulp van geleidingen 56 en 57 worden teruggeleid volgens pijl G op de hoofdtransportbaan 55.

In de uitvoeringsvorm volgens fig. 5 zijn produktdragers 61 aan de onderzijde voorzien van aan-grijpelementen 62 die aan beide zijden worden aangegrepen 20 door banden 63, 64 resp. 65. Deze banden worden tegen de aangrijpdelen 62 gedrukt met behulp van met vloeibaar of gasvormig medium gevulde balgorganen 66, 67, 68 en 69 die bij transport in de richting van de pijl H telkens onder druk worden gebracht.

25 Bij voorkeur wordt op niet getoonde wijze de invoer van een produkt in de produktdrager 61 vastgesteld met behulp van een fotocel, waarna intermitterend het transport met behulp van de banden 63-65 en balgorganen 66-69 plaatsvindt. In deze uitvoeringsvorm behoeven de 30 transportdragers 61 niet naadloos op elkaar aan te sluiten.

In de uitvoeringsvorm volgens fig. 6 zijn produktdragers 70, 71 en 72 die in de richting van de pijl I worden voortbewogen, voorzien van een geleidings-35 groef 73 aan de onderzijde daarvan. De produktdragers zijn telkens voorzien van een nok 74 waarop een duwdeel 75 dat wordt geduwd door duwcilinder 76 aangrijpt. In de groef 73 grijpt een pendeel 77 aan, dat met behulp van 1002840 9 een cilinder 78 langs glijstang 79 volgens pijl J heen en weer wordt bewogen. De onderzijde van pen 77 wordt met behulp van een wiel 80 in een curve-baan 81 geleid, waardoor pen 77 tevens volgens K op en neer wordt bewo-5 gen. Gedeelten 82 van de groef 73 zijn telkens enigszins dieper uitgevoerd dan de overige gedeelten daarvan, in overeenstemming van de geleiding in de curve-baan 81.

Door samenwerking van cilinder 76 en 78 worden de produktdragers 70 en 71 bij elke heen en weer gaande 10 beweging van de pen 77 over één cycloïde curve van de groef 73 verder verplaatst, welke verplaatsing overeenstemt met een invoerpositie voor een produkt in de pro-duktdrager 71.

Bij de in fig. 6 getoonde aandrijving van de 15 produktdrager kan worden volstaan met gas of vloeistofci-linders voor de aandrijving.

In de uitvoeringsvorm volgens fig. 7 wordt de verplaatsing over één invoerpositie voor invoer van produkten T boven produktdragers 90 bewerkstelligd in 20 samenwerking met een duwcilinder 91, waarvan een duwdeel 92 aangrijpt op nok 93 en een door een elektromotor 94 aangedreven curverol 95, in de curve waarvan telkens een pendeel 96 aan de onderzijde van de produktdragers aangrijpt.

25 Een inrichting 100 volgens fig. 8 omvat een in hoofdzaak met constante snelheid aangedreven hoofd-trans-portband 101 waarop produktdragers 102 bij het uitvoer-station 103 met behulp van een uitvoerinrichting 104, zoals een zogeheten toploader, worden uitgevoerd, bij-30 voorbeeld in (kartonnen) dozen 105. Bij de aanvoerzijde 106 zijn twee aanvoertransporteurs 107 resp. 108 geplaatst, waarmee de produktdragers 102 met produkten dienen te worden gevuld. In deze opstelling kunnen voor de invoerstations 109 resp. 110 elk van de in fig. 1-7 35 getoonde uitvoeringsvormen worden gebruikt. Voor het gelijktijdig kunnen werken met twee invoerstations, is naast de hoofdtransportband 101 een transporteur 111 geplaatst, waaraan door middel van een duwinrichting 112 10 0 2 8 40 10 produktdragers worden toegevoerd, die met behulp van een tweede duwinrichting 113 weer op de hoofdtransportbaan 101 worden teruggebracht.

In deze opstelling volgens fig. 8, is het 5 derhalve mogelijk om produkten in produktdragers 102 in te voeren met dubbele invoereenheid, zonder dat de snelheid van de hoofdtransportbaan 101 in overeenstemming behoeft te zijn met de snelheid van die invoer, waardoor minder stringente eisen aan de onderdelen van die hoofd-10 transportbaan 101 worden gesteld, en waardoor de opstelling een flexibele aanpassing in bepaalde produktie-omgevingen mogelijk maakt.

In de compacte opstelling volgens fig. 9 worden produktdragers 120 bij een invoerstation 121 vanaf een 15 aanvoertransporteur 122 met produkten T gevuld en bij een uitvoerstation 122 geledigd, bijvoorbeeld met behulp van een pick-and-place robot 123, tot in een doos 124 voor verdere verwerking van de produkten T. De geledigde produktdrager 120 worden via een terugvoertransporteur 20 125 teruggevoerd, waarna ze ter linker zijde 9 wederom op de hoofdtransportbaan 126 kunnen worden toegevoerd.

In fig. 10 is een opstelling aanschouwelijk gemaakt waarbij de produkten Q bij een invoerstation 130 in produktdragers 131 worden ingevoerd, en vervolgens via 25 de hoofdtransportbaan 132 naar een uitvoerstation 133 bijvoorbeeld met behulp van een toploader 135 uit de produktdragers 131 in verpakkingen 134 worden geplaatst.

Bij de opstelling volgens fig. 11 wordt gebruik gemaakt van een enkelvoudig invoerstation 144 voor het 30 invoeren van produkten U in produktdragers 141, terwijl de snelheid van een robot 142 optimaal wordt benut door uitvoer van de produkten uit de produktdragers te laten plaatsvinden zowel op de hoofdtransportbaan 146 als op een daarnaast opgestelde in hoofdzaak evenwijdige trans-35 portbaan 143, waarop eveneens produktdragers 141 worden toegevoerd en afgevoerd met behulp van duworganen 143 resp. 145.

1002840 11

Fig. 12 toont een voorkeursuitvoeringsvorm van een uitvoerstation 140, waarbij produkten V met behulp van vingers 147 aan een drukorgaan 148 uit een produkt-drager 141 tot in een doos 149 worden gedrukt. Vanzelf-5 sprekend kunnen een aantal van dergelijke duworganen 148 naast elkaar zijn opgesteld.

In de alternatieve uitvoeringsvorm volgens fig. 13 zijn twee produktdragers 141 boven elkaar opgesteld en is een duworgaan 150 voorzien van naast en boven elkaar 10 aangebrachte vingers 151 voor het in een doos 152 schuiven van produkten V.

Indien de toepassing van de inrichting volgens de onderhavige uitvinding daartoe aanleiding geeft, kunnen de produktdragers, zoals 141 uit fig. 12 en 13 15 gebufferd worden in een bufferstation 160 (fig. 14) . In het getoonde uitvoeringsvoorbeeld wordt in de ingangsein-de 161 een produktdrager 143 ingevoerd, die aan de onderzijde van stapel 162 wordt toegevoerd, terwijl aan de bovenzijde een bovenste produktdrager aan een tweede 20 stapel 162 wordt toegevoerd.

Aan de afvoerzijde 164 wordt telkens de onderste produktdrager 143 afgevoerd, waardoor een systeem van first-in-first-out ontstaat. Het is evenzeer denkbaar door andere rangschikking van stapels en systeem van 25 first-in- first-out te verkrijgen.

In de uitvoeringsvorm volgens fig. 15 wordt in een produktdrager 170 allereerst gevuld met een verpakking 171 die door een van tanden voorzien inlegorgaan 172 in de produktdrager 170 wordt gelegd. Vervolgens worden 30 in de richting van pijl M produkten W in de van een verpakking 171 voorziene produktdrager gelegd. De verpakking met produkten w worden vervolgens van een uitdrukor-gaan 173 uit de produktdrager 173 omhoog gedrukt.

Bij deze voorkeursuitvoeringsvorm van de onder-35 havige uitvinding, worden produkten en verpakking gelijktijdig uit de produktdrager uitgevoerd, hetgeen verdere handelingen vereenvoudigt.

1002840 12

Bij de opstelling volgens fig. 16 is sprake van twee toevoertransporteurs 180 resp. 181 voor afzonderlijke toevoerstations 182 resp. 183 voor produkten X die in een produktdrager 184 worden geplaatst op twee hoofd-5 transportbanen 185 resp. 186 waarbij uitvoerstations 187 resp. 188 naast elkaar zijn gepositioneerd, zodat een pick-and-place robot 189 de produkten X vanuit de pro-duktdragers in dozen 190 kan overbrengen.

In de uitvoeringsvorm volgens fig. 17 worden 10 bij het aanvoerstation 200 produkten Y in produktdragers 201 geplaatst en worden de produkten Y bij uitvoerstation 202 door een robotarm 203 verwijderd, waarna de produktdragers 201 langs de onderzijde van de transportinrichting 204 ondersteboven retourneren naar aanvoerpart 205.

15 Op deze wijze wordt een uiterst compacte inrichting volgens de onderhavige uitvinding verkregen.

In fig. 18 is een produktdrager 210 getoond, waarin produkten Z in een aantal produktdragers met produkten in een aantal verschillende richtingen zijn 20 aangebracht, een zogenaamde meervoudige produktdrager, die in bepaalde toepassingen voordelen kan hebben.

Een andere uitvoeringsvorm van een meervoudige produktdrager is getoond in fig. 19, waar produkten Z in dezelfde richting naast elkaar in een meervoudige pro-25 duktdrager 212 zijn geplaatst en gelijktijdig kunnen worden uitgevoerd in drie dozen 214 met behulp van in fig. 19 niet getoonde duworganen (bijv. zoals in fig. 12)

In de voorkeursuitvoeringsvorm volgens fig. 20 worden produkten AA door middel van een duworgaan 212 uit 30 produktdrager 220 gedrukt tot in een stationaire produktdrager 222 die gealigneerd met produktdrager 220 is opgesteld, zodat de produktdragers niet behoeven te wachten totdat een robotarm 224 gereed is met het uitvoeren van de produkten uit een produktdrager, maar een 3 5 nieuwe produktdrager 22 0 direct voor het drukorgaan 221 kan worden getransporteerd.

In de voorkeursopstelling volgens fig. 21 worden produktdragers 230 volgens pijl N aangevoerd en 1002840 13 door een drukorgaan 231 dwars op die transporthoofdrich-ting N gedrukt, waarbij een in de fig. 21 niet getoonde robotarm in staat is in beide posities voor het drukorgaan 231 de produkten uit de produktdragers uit te voe-5 ren.

In de voorkeursuitvoeringsvorm volgens fig. 22 wordt met behulp van een robotarm 240 een aantal produktdragers 241 geledigd, waarna die produktdragers op een niveau onder de aanvoerband 242 door een transportband 10 243 kunnen worden afgevoerd ter verdere versnelling van het uitvoeren van de produkten. Hiertoe worden de produktdragers 241 zijdelings aangegrepen door zijbanden 244 en daartussen tijdens uitvoer van de produkten vastgeklemd, waarna de produktdragers 241 worden vrijgegevens 15 door de zijbanden 244 en onder invloed van de zwaartekracht op de onderste transportband 243 vallen.

In een opstelling volgens fig. 23 worden volle produktdragers 245 door een omhoog en omlaag bewegende transporteur 246 opgenomen, waarbij de volle produktdra-20 gers 245 allereerst omhoog worden bewogen, vervolgens met behulp van een robotarm 247 worden geledigd en vervolgens op een parallelle transportband 248 leeg worden verder getransporteerd. De produkten BB worden in een doos 249 afgevoerd. Deze voorkeursuitvoeringsvorm heeft het verde- 2 5 re voordeel dat terwijl de produkten BB in de doos 249 door de robotarm 247 worden overgebracht, daaronder reeds een aantal volle produktdragers gereed kan staan.

De voorkeursuitvoeringsvorm volgens fig. 24 betreft de situatie waarbij produkten CC in een produkt- 3 0 drager 251 met behulp van een manipulator 252 worden omgekeerd met een in gebroken lijnen aangegeven omgekeerde stand van de produktdrager 251 boven een doos 253 wordt vervolgens door middel van een verdere manipulator 254 een plaat 255 boven de doos 253 weggetrokken, waarna 35 de produkten CC in de doos 253 vallen.

In een voorkeursuitvoeringsvorm van een produktdrager 260 (fig. 25) is deze opgebouwd uit basiselementen 261 die telkens met behulp van een zwaluwstaart- 1002840 14 verbinding in elkaar schuifbaar zijn tot een produktdra-ger van gewenste afmeting. Met behulp van het losse verbindingselement 271 volgens fig. 26 kunnen beide zijwanden 272 van twee opvolgende produktdragers, die van 5 bijvoorbeeld van geëxtridueerd aluminium of kunststof materiaal zijn vervaardigd, gelijk worden uitgevoerd, hetgeen de vervaardiging verder vergemakkelijkt.

In de voorkeursuitvoeringsvorm van een produkt-dragerelement 280 volgens fig. 27 met gesloten kopse 10 zijde 281 resp. 282 is sprake van bakvormigheid, hetgeen bij voorkeur wordt bereikt met behulp van spuitgiettech-nieken voor het bijvoorbeeld uit kunststof spuitgieten van een dergelijk element 280. In de produktdrager 290 volgens fig. 29 is sprake van een buitenbak 291, waarin 15 afhankelijk van het te behandelen produkt een los binnendeel 292 kan worden geplaatst, dat verwisselbaar is en zodoende gemakkelijk kan worden aangepast aan de afmetingen van een produkt.

Een produktdrager 300 volgens fig. 29 is in het 20 bijzonder geschikt voor produkten 231 in een flexibele verpakking zoals zakjes, en omvat schuine opstaande wanddelen 232 waartussen de verpakkingen 231 met behulp van een schuine aflopende afvoertransporteur 233 kunnen worden ingebracht.

25 Met behulp van de produktdragers 310 en 320 (fig. 30 resp. 31) kunnen produkten DD tussen opstaande wanddelen 311 met behulp van verende lippen 312 worden vastgeklemd, hetgeen voor bepaalde verpakkingsvormen eveneens van belang is. Deze vastklemming wordt volgens 30 fig. 31 bereikt met behulp van schaarverbindingen 321 tussen opvolgende zijwanden 322 van de produktdrager 320.

In de uitvoeringsvorm volgens fig. 32 wordt een produktdrager 330 gebruikt in een proces voor de totstandkoming van een produkt EE, bijvoorbeeld taart voor-35 afgaand aan het bakproces in een oven 332. Het is evenzeer denkbaar assemblage van produkten en produktdragers te laten plaatsvinden en verpakking van een geassembleerd 1002840 15 produkt vanuit een produktdrager opvolgend te laten plaatsvinden.

Bij de produktdrager 340 volgens fig. 33 zijn twee produktdraagelementen 341 resp. 342 onderling ver-5 bindbaar met behulp van een permanente magneet 343 en een metalen plaat 344, waardoor een naadloze verbinding met voldoende hechtkracht plaatsvindt, terwijl de produktdra-gerelementen 341 en 342 van elkaar losgetrokken kunnen indien dat gewenst is.

10 In de uitvoeringsvorm volgens fig. 34 zijn twee produktdragerelementen 351 en 352 onderling voor eenzelfde doel verbonden met behulp van een van een haakelement 353 voorzien palelement 354 dat met behulp van een niet getoonde nok aan een uitvoeringsvorm van de inrichting 15 volgens de onderhavige uitvinding bedienbaar is.

Bij de produktdrager 360 volgens fig. 35, kunnen afzonderlijke elementen 361, 362, 363, 364, 365 langs geleidingsstangen 366 uit elkaar worden bewogen, bijvoorbeeld tot de in de fig. 36 getoonde open stand, 20 waarbij het inbrengen van de produkten GG gemakkelijker kan plaatsvinden. Eveneens is het mogelijk slechts één produktpositie, bijvoorbeeld de meest rechtse tussen element 365 en 364 te openen voor het inbrengen van het desbetreffende GGG (fig. 37) .

25 Een verdere voorkeursuitvoeringsvorm betreft een produktdrager 390, zoals in fig. 38 getoond, waarbij de bodem wordt gevormd door tenminste gedeeltelijk elastisch snaren 391, zodat een produkt HH met behulp van een doordrukorgaan 392 door de bodem kan worden gedrukt tot 30 in een verpakkingsdoos 393, waarbij als toepassing bijvoorbeeld gedacht kan worden aan de situatie waarbij de produkten HH bijvoorbeeld kroketten zijn. Een alternatieve voorkeursuitvoeringsvorm betreft een produktdrager 400 volgens fig. 39, waarbij de bodem wordt gevormd door zich 35 over de helft uitstrekkende pennen 401 die bijvoorbeeld van polyurethaan of silicone-rubber zijn vervaardigd en waar doorheen de produkten HH kunnen worden gedrukt tot in een verpakkingsdoos 402.

1002840

Claims

1. Inrichting voor het tijdelijk opslaan of 5 bufferen en/of op steek brengen van produkten, omvattende: - draagmiddelen voor het dragen van een aantal produkten; - invoermiddelen voor het met relatief hoge 10 snelheid in de draagmiddelen invoeren van produkten; - een transportbaan voor het met relatief lage snelheid transporteren van de draagmiddelen; en - uitvoermiddelen voor het met relatief hoge snelheid uit de draagmiddelen uitvoeren van de produkten, 15 waarbij de in- en uitvoermiddelen zijn opge steld bij resp. lokaties van de transportbaan, waarbij de draagmiddelen in synchronisatie met de in- resp. uitvoermiddelen worden versneld ter aanpassing aan de relatief hoge snelheid daarvan, waarna ze worden vertraagd ter 20 aanpassing aan de relatief lage snelheid van de transportbaan.

2. Inrichting volgens conclusie 1, waarbij de draagmiddelen één of meer produktdragers voor het naast elkaar opnemen van twee of meer produkten omvatten.

3. Inrichting volgens conclusie 2, waarbij elke produktdrager is voorzien van een tandbaan waarop een rondsel dat deel uitmaakt van de invoermiddelen aangrijpt.

4. Inrichting volgens conclusie 2, waarbij de 30 invoermiddelen zijn voorzien van zuigmiddelen voor het op een transporteur vasthouden van de produktdrager.

5. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de in- en/of uitvoermiddelen worden gevormd door een toploader of robot voozien van één of 35 meer grijporganen.

6. Inrichting volgens conclusie 5, waarbij onder de toploader twee naast elkaar gelegen uitvoerloka-ties zijn aangebracht. 1002840

7. Inrichting volgens één van de conclusies 1-6, waarbij de produktdrager is opgebouwd uit in hoofdzaak gelijkvormige dragerelementen.

8. Inrichting volgens één van de voorgaande 5 conclusies, waarbij een produktdrager naar en van elkaar af beweegbare delen omvat, voor het in meer of mindere mate aangrijpen van een produkt.

9. Inrichting volgens conclusie 8, waarbij de verbindingsmiddelen tussen de dragers een magneet en een 10 plaat uit magnetiseerbaar materiaal omvatten.

10. Inrichting volgens één van de conclusies 1-9, waarbij een produktdrager is voorzien van een bodem waar doorheen produkten drukbaar zijn.

11. Produktdrager ten gebruike bij een inrich-15 ting volgens één van de conclusies 1-10.

12. Werkwijze voor het tijdelijk opslaan of bufferen en/of op steek brengen van produkten, omvattende de volgende stappen: - het in draagmiddelen invoeren van produkten 20 op een vooraf bepaalde lokatie van een transportbaan; - het met behulp van de transportbaan transporteren van de produkten in de draagmiddelen naar een vooraf bepaalde uitvoerlokatie op de transportbaan; en - het op de uitvoerlokatie uitvoeren van de 25 produkten uit de draagmiddelen.

13. Werkwijze volgens conclusie 12, waarbij een inrichting volgens één van de conclusies 1-10 en/of een produktdrager uit conclusie 11 wordt gebruikt. 10U2È4Q