BE1023141B1 - Knopenleggersysteem voor landbouwbalenpers - Google Patents

Knopenleggersysteem voor landbouwbalenpers Download PDF

Info

Publication number
BE1023141B1
BE1023141B1 BE2015/0181A BE201500181A BE1023141B1 BE 1023141 B1 BE1023141 B1 BE 1023141B1 BE 2015/0181 A BE2015/0181 A BE 2015/0181A BE 201500181 A BE201500181 A BE 201500181A BE 1023141 B1 BE1023141 B1 BE 1023141B1
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
button
baler
needles
lock
layers
Prior art date
Application number
BE2015/0181A
Other languages
English (en)
Inventor
Kenny Maelfeyt
Gersem Tom De
Original Assignee
Cnh Industrial Belgium Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Cnh Industrial Belgium Nv filed Critical Cnh Industrial Belgium Nv
Priority to BE2015/0181A priority Critical patent/BE1023141B1/nl
Priority to EP16177533.3A priority patent/EP3114921B1/en
Priority to US15/205,993 priority patent/US9730392B2/en
Application granted granted Critical
Publication of BE1023141B1 publication Critical patent/BE1023141B1/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01FPROCESSING OF HARVESTED PRODUCE; HAY OR STRAW PRESSES; DEVICES FOR STORING AGRICULTURAL OR HORTICULTURAL PRODUCE
    • A01F15/00Baling presses for straw, hay or the like
    • A01F15/08Details
    • A01F15/14Tying devices specially adapted for baling presses
    • A01F15/148Monitoring the tying, e.g. mistie detectors
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01FPROCESSING OF HARVESTED PRODUCE; HAY OR STRAW PRESSES; DEVICES FOR STORING AGRICULTURAL OR HORTICULTURAL PRODUCE
    • A01F15/00Baling presses for straw, hay or the like
    • A01F15/08Details
    • A01F15/0841Drives for balers
    • A01F15/0858Drives for balers for the tying devices or needles
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01FPROCESSING OF HARVESTED PRODUCE; HAY OR STRAW PRESSES; DEVICES FOR STORING AGRICULTURAL OR HORTICULTURAL PRODUCE
    • A01F15/00Baling presses for straw, hay or the like
    • A01F15/08Details
    • A01F15/0875Discharge devices
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01FPROCESSING OF HARVESTED PRODUCE; HAY OR STRAW PRESSES; DEVICES FOR STORING AGRICULTURAL OR HORTICULTURAL PRODUCE
    • A01F15/00Baling presses for straw, hay or the like
    • A01F15/08Details
    • A01F15/14Tying devices specially adapted for baling presses
    • A01F15/145Twine knotters
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01FPROCESSING OF HARVESTED PRODUCE; HAY OR STRAW PRESSES; DEVICES FOR STORING AGRICULTURAL OR HORTICULTURAL PRODUCE
    • A01F15/00Baling presses for straw, hay or the like
    • A01F15/08Details
    • A01F15/0841Drives for balers
    • A01F15/0858Drives for balers for the tying devices or needles
    • A01F2015/0866Clutching means for the knotting process; Bale length measuring means for triggering the clutching mean
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01FPROCESSING OF HARVESTED PRODUCE; HAY OR STRAW PRESSES; DEVICES FOR STORING AGRICULTURAL OR HORTICULTURAL PRODUCE
    • A01F15/00Baling presses for straw, hay or the like
    • A01F15/08Details
    • A01F15/14Tying devices specially adapted for baling presses
    • A01F15/141Tying devices specially adapted for baling presses for round balers
    • A01F2015/143Guiding fingers for twines in order to avoid the slippage of twines to the sides of the bale when tying it

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Harvester Elements (AREA)

Abstract

Een balenpers (10) bevat een hoofdbalenkamer (26), naalden (36), knopenleggers (34), een activeringssysteem (52), een knopenleggervergrendeling (54), een schoonblaasmechanisme (50) en een bewakingssysteem (58). De naalden (36) zijn gekoppeld aan de hoofdbalenkamer (26), en voeren touw rond een gevormde baal. De knopenleggers (34) ontvangen het touw van de naalden (36) en knopen het touw. Het activeringssysteem (52) activeert de naalden (36) en de knopenleggers (34). De knopenleggervergrendeling (54) is een manuele vergrendeling van het activeringssysteem (52) om te beletten dat de naalden (36) en de knopenleggers (34) in werking gesteld worden. Het schoonblaasmechanisme (56) richt een luchtstroom op de knopenleggers (34) en de naalden (36). Het bewakingssysteem (58) bevat een enkelvoudige sensor (76) die signalen verschaft die een indicatie geven van een normale werking van de knopenleggers (34), een inschakeling van de knopenleggervergrendeling (54); en een tijd om het schoonblaasmechanisme (56) gedurende een voorafbepaalde tijd in werking te stellen.

Description

KNOPFNEFGGFRSYSTFFM VOOR UANDBOITWRAUFNPFRS ACHTERGROND VAN DE UITVINDING
Deze uitvinding heeft betrekking op balenpersen voor gebruik in de landbouw (verder kortweg balenpersen genoemd) en, meer bepaald, op vierkantebalenpersen met een bewakingssysteem voor de knoop/activeringssystemen.
Oogstmachines voor gebruik in de landbouw (verder kortweg oogstmachines genoemd), zoals balenpersen, worden in de landbouw gebruikt om oogstmateriaal samen te voegen en te verpakken om de opslag en de behandeling van het oogstmateriaal voor later gebruik te vergemakkeli jken. In het geval van hooi wordt gewoonli jk een maaier-kneuzer gebruikt om het oogstmateriaal af te snijden en het voor te bereiden om het in zwaden in de zon te drogen. In geval van stro ontlaadt een maaidorser oogstmateriaal dat geen graan is vanaf de achterkant van de maaidorser, dat het stro vormt (bv. tarwe- of haverstro) dat door de balenpers opgeraapt zal worden. Het afgesneden oogstmateriaal wordt gewoonlijk geharkt en gedroogd, en een balenpers, zoals een grote vierkantebalenpers of een rondebalenpers, rijdt schrijlings over en langs de zwaden om het oogstmateriaal op te pikken en er balen van te maken.
Bij een grote vierkantebalenpers verzamelt een opraapeenheid aan de voorkant van de balenpers het afgesneden en in zwaden neergelegde oogstmateriaal van de grond. De opraapeenheid bevat een opraaprol en kan facultatief andere onderdelen bevatten zoals zi jdelingse afschermingen, eenzi jdig gesteunde korte vijzels, een windscherm enz.
Een pakkereenheid wordt gebruikt om het oogstmateriaal vanaf de opraapeenheid toe te voeren aan een koker of precompressiekamer. De pakkereenheid vormt een prop oogstmateriaal binnen de precompressiekamer, die daarna overgebracht wordt naar een hoofdbalenkamer. (Voor deze bespreking zal de lading oogstmateriaal in de precompressiekamer een "prop” genoemd worden en zal de lading oogstmateriaal na samengeperst te zijn binnen de hoofdbalenkamer een "plak” genoemd worden.) Gewoonlijk bevat zulke pakkereenheid tanden of vorken om het oogstmateriaal vanuit de opraapeenheid tot in de precompressiekamer te verplaatsen. In plaats van een pakkereenheid is ook het gebruik van een rotorsnij-eenheid bekend, die het oogstmateriaal in kleinere stukken hakt.
Een vuleenheid draagt de prop oogstmateriaal over in ladingen vanuit de precompressiekamer naar de hoofdbalenkamer. Gewoonlijk bevat zulke vuleenheid vulvorken die gebruikt worden om de prop oogstmateriaal vanuit de precompressiekamer naar de hoofdbalenkamer over te brengen, synchroon met de heen-en-weergaande beweging van een plunjer binnen de hoofdbalenkamer.
In de hoofdbalenkamer drukt de plunjer de prop oogstmateriaal samen tot plakken om een baal te vormen en terzelfder tijd beweegt de baal geleidelijk naar de uitgang van de ' balenkamer. De plunjer beweegt heen en weer, naar het ontlaadeinde van de balenpers toe en weg ervan. De plunjer kan een aantal rollen bevatten, die zich zijdelings uitstrekken ten opzichte van de zijden van de plunjer. De rollen aan elke kant van de plunjer worden ontvangen in een overeenkomstige plunjergleuf die gevormd is in de zijwanden van de balenkamer, waarbij de plunjergleuven de plunjer geleiden tijdens de heen-en-weergaande bewegingen.
Wanneer er genoeg plakken werden toegevoegd en de baal een volledige (of een andere voorafbepaalde) grootte bereikt, wordt een aantal knopenleggers en naalden geactiveerd die touw, garen of iets dergelijks rond de baal wikkelen en vastknopen terwijl de baal zich nog altijd in de hoofdbalenkamer bevindt. Het touw wordt door de naalden die door de balenkamer naar de knopenleggers scharnieren aan de knopenleggers toegevoerd. Het touw wordt vastgegrepen, afgesneden en geknoopt, en de gevormde baal wordt uit de achterkant van de balenpers gestoten als een nieuwe baal gevormd is.
In octrooi EP 1066747 wordt een balenpers onthuld die werkt met een sensor en een timer, en die een activeringsarm bevat die verbonden is met een vullermechanisme en de sensor activeert. De sensor is echter niet voor een knopenleggermechanisme.
In octrooi EP2011385 wordt onthuld dat een luchtstoot gegeven kan worden op de punt van de naalden om oogstmateriaal te verdrijven als de naalden bij de knopenleggers aankomen na door de balenkamer gepasseerd te zijn.
In octrooi US465235 wordt een bewakingssysteem onthuld voor het detecteren van de slechte werking van een knoopmechanisme van een balenpers. Het systeem bewaakt echter noch bedient meerdere functies.
Wat vereist is ten opzichte van de stand van de techniek is een balenpers die effectief meerdere functies van het knoopsysteem op een efficiënte manier kan bewaken.
SAMENVATTING VAN DE UITVINDING
Deze uitvinding verschaft een balenpers waarin efficiënt gebruik wordt gemaakt van een enkelvoudige sensor voor de werking van de knopenlegger.
In één vorm is de uitvinding gericht op een balenpers die een hoofdbalenkamer, naalden, knopenleggers, een activeringssysteem, een knopenleggervergrendeling, een schoonblaasmechanisme en een bewakingssysteem bevat. De naalden zijn gekoppeld aan de hoofdbalenkamer en voeren touw rond een gevormde baal. De knopenleggers ontvangen het touw van de naalden en knopen het touw. Het activeringssysteem activeert de naalden en de knopenleggers. De knopenleggervergrendeling is een manuele vergrendeling van het activeringssysteem om te beletten dat de naalden en de knopenleggers in werking gesteld worden. Het schoonblaasmechanisme richt een luchtstroom op de knopenleggers en/of de naalden wanneer deze naar de knopenleggers bewegen. Het bewakingssysteem bevat een enkelvoudige sensor die signalen verschaft die een indicatie geven van een normale werking van de knopenleggers, een inschakeling van de knopenleggervergrendeling, en een tijd om het schoonblaasmechanisme gedurende een voorafbepaalde tijd in werking te stellen.
Een voordeel van deze uitvinding is dat de balenpers in staat is om meerdere functies te bewaken met behulp van één sensor.
Een ander voordeel van deze uitvinding is dat de inschakeling van de knopenleggervergrendeling gedetecteerd wordt om te helpen bij het voorkomen van de werking van de balenpers wanneer de knopenleggervergrendeling ingeschakeld is. Daarna kan een bericht "knopenlegger vergrendeld" naar een display gestuurd worden, om de operator van een tractie-eenheid (bv. een tractor) te waarschuwen dat de knopenleggervergrendeling ingeschakeld is. Als alternatief of bovendien kan een akoestisch of optisch signaal in de operatorcabine gegeven worden om de operator te waarschuwen. Wanneer de knopenleggervergrendeling niet ingeschakeld is, is de normale werking van de knopenleggers en naalden mogelijk en kan de werking van de balenpers en de tractie-eenheid nu doorgaan.
Nog een ander voordeel is dat deze uitvinding ervoor zorgt dat het schoonblazen van de knopenleggers en de naalden op het geschikte moment gebeurt.
KORTE BESCHRIJVING VAN DE TEKENINGEN
De bovenvermelde en andere kenmerken en voordelen van deze uitvinding en de manier om ze te bereiken, zullen duidelijker worden en de uitvinding zal beter begrepen kunnen worden door verwijzing naar de volgende beschrijving van uitvoeringsvormen van de uitvinding samen met de bijbehorende tekeningen, waarin:
Figuur 1 een opengewerkte perspectieftekening is die de inwendige werking weergeeft van een grote vierkantebalenpers, die een uitvoeringsvorm van een bewakingssysteem volgens deze uitvinding bevat;
Figuur 2 een gedeeltelijk zijaanzicht is van de balenpers van Figuur 1 dat een uitvoeringsvorm illustreert van een sensor die gebruikt wordt in samenwerking met een activeringssysteem van deze uitvinding;
Figuur 3 een ander zijaanzicht is van het activeringssysteem van Figuur 2, wanneer een baalknoopbewerking in werking wordt gesteld;
Figuur 4 nog een ander zijaanzicht is van het activeringssysteem van Figuren 2 en 3 met ingeschakelde knopenleggervergrendeling; en
Figuur 5 een blokschema is dat aansluitingen en functies van het bewakingssysteem illustreert met behulp van de sensor samen met het activeringssysteem van Figuren 2-4 in dcP balenpers van Figuur 1.
Overeenkomstige verwijzingen (nummers en/of letters) geven door alle verschillende aanzichten heen overeenkomstige onderdelen aan. De hier uiteengezette voorbeelden illustreren uitvoeringsvormen van de uitvinding, en zulke voorbeelden mogen niet geïnterpreteerd worden alsof ze de reikwijdte van de uitvinding op enige wijze zouden beperken.
GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING VAN DE UITVINDING
Met verwijzing nu naar de tekeningen en meer bepaald naar Figuur 1, wordt er een perspectief opengewerkt aanzicht getoond dat de inwendige werking van een grote vierkantebalenpers 10 toont. De balenpers 10 werkt met een tweetrapstoevoersysteem. Oogstmateriaal wordt met behulp van een opraapeenheid 12 van zwaden opgetild en aan de balenpers 10 toegevoerd. De opraapeenheid 12 bevat een draaiende opraaprol 14 met tanden 16 die het gewas achterwaarts bewegen naar een pakkereenheid 18. Een facultatief paar eenzijdig gesteunde korte vijzels (waarvan er één is weergegeven, maar zonder nummer) is boven de opraaprol 14 gepositioneerd om het oogstmateriaal zijdelings naar binnen te bewegen. De pakkereenheid 18 bevat pakkertanden 20 die het gewas in een precompressiekamer 22 drukken om een prop oogstmateriaal te vormen. De pakkertanden 20 strengelen het gewas ineen en pakken het samen in de precompressiekamer 22. De precompressiekamer 22 en de pakkertanden 20 werken als de eerste stap van het samendrukken van het gewas. Eens de druk in de precompressiekamer 22 een voorafbepaalde gemeten waarde bereikt, beweegt een vuleenheid 24 de prop gewas uit de precompressiekamer 22 naar een hoofdbalenkamer 26. De vuleenheid 24 bevat vulvorken 28 die de prop gewas rechtstreeks tot voor een plunjer 30 drukken, die heen en weer beweegt binnen de hoofdbalenkamer 26 en de prop gewas in een plak samenperst. De vulvorken 28 keren terug naar hun originele stationaire toestand nadat de prop materiaal in de hoofdbalenkamer 26 werd bewogen. De plunjer 30 drukt de proppen gewas samen in plakken om een baal te vormen, en terzelfder tijd beweegt de baal geleidelijk naar een uitgang 32 van de hoofdbalenkamer 26. De hoofdbalenkamer 26 en de plunjer 30 functioneren als tweede trap voor het samendrukken van het gewas. Wanneer er genoeg plakken werden toegevoegd en de baal een volledige (of een andere voorafbepaalde) grootte bereikt, worden knopenleggers 34 geactiveerd die touw rond de baal wikkelen en binden terwijl de baal zich nog altijd in de hoofdbalenkamer 26 bevindt. Naalden 36 brengen het onderste touw omhoog naar de knopenleggers 34 en het knoopproces vindt plaats. Het touw wordt doorgesneden en de gevormde baal wordt uitgestoten vanuit een ontlaadhelling 38 als een nieuwe baal gevormd is.
De plunjer 30 is verbonden via een krukarm 40 met een tandwielkast 42. De tandwielkast 42 wordt aangedreven door een vliegwiel 44, dat op zijn beurt via een aandrijfas 46 verbonden is met de aftakaskoppeling (PTO-koppeling) 48. De aftakaskoppeling 48 is afneembaar verbonden met de spieas van de aftakas aan de achterkant van de tractie-eenheid, zoals een tractor (niet weergegeven). De aftakaskoppeling 48, de aandrijfas 46 en het vliegwiel 44 definiëren samen een gedeelte van een aandrijflijn 50, die rotatie-energie verschaft aan de tandwielkast 42. Het vliegwiel 44 heeft een voldoende massa om de plunjer 30 door een compressieslag heen te helpen wanneer door de tractie-eenheid energie op aandrijfas 46 wordt aangebracht (niet weergegeven).
Welnu, eveneens met verwijzing naar de Figuren 2-5, worden zijaanzichten weergegeven van een activeringssysteem 52 en een bewakingssysteem 58 (schematisch weergegeven in Figuur 5) dat erbij behoort en op de balenpers 10 is geplaatst. Het activeringssysteem 52 is over het algemeen aan een bovenkant van de hoofdbalenkamer 26 geplaatst, samen met een knopenleggervergrendeling 54 en een schoonblaasmechanisme 56 (schematisch weergegeven in de Figuur 5). Het bewakingssysteem 58 werkt in op elementen van het activeringssysteem 52 en een deel van het bewakingssysteem 58 kan in een tractie-eenheid ondergebracht zijn, zoals een tractor (niet weergegeven) die de balenpers 10 trekt en vermogen toevoert.
Het activeringssysteem 52 bevat een sterwiel 60, een koppelingswiel 62, een scharnierend bochtstuk 64, een schakelhefboom 66 en een veer 68. Het sterwiel 60 neemt het oogstmateriaal mee langs een bovenkant van de baal wanneer de baal in de hoofdbalenkamer 26 beweegt. Het sterwiel 60 beweegt evenredig mee met de lengte van de balen waardoor het koppelingswiel 62 het scharnierende bochtstuk 64 in een opwaartse richting doet bewegen. Wanneer het scharnierende bochtstuk 64 omhoog gedraaid is tot in een vrijgavepunt 70 (zoals te zien is in Figuur 3), trekt de spanning op de veer 68 het onderste gedeelte van de schakelhefboom 66 naar rechts en doet de gebeurtenis zich voor die het startsignaal geeft van de balenknoopsequentie. Dit wordt voorkomen als de knopenleggervergrendeling 54 ingeschakeld is (zoals weergegeven in Figuur 4), waarbij een handgreep 72 rechtsom bewogen werd waardoor een vergrendelingsgedeelte 74 een deel van het activeringssysteem 52 koppelt. De knopenleggervergrendeling 54 wordt ingeschakeld om veiligheidsredenen wanneer onderhoud gedaan wordt aan de balenpers 10 om de werking van de naalden 36 en de knopenleggers 34 te beletten. Als de knopenleggervergrendeling 54 ingeschakeld blijft en de balenpers 10 bediend wordt, zal er geen knoopbewerking plaatsvinden en kan de operator een aanzienlijke hoeveelheid oogstmateriaal hebben samengedrukt en touw en tijd verloren hebben, en moet het oogstmateriaal vervolgens opnieuw in balen geperst worden.
Het bewakingssysteem 58 bevat een sensor 76, een controller 78 en een display 80. * Het display 80 kan deel uitmaken van de tractie-eenheid en zich in een operatorcabine van de tractie-eenheid bevinden om informatie naar de operator over te dragen. De controller 78 kan een autonome eenheid zijn of de functie ervan kan uitgeoefend worden door een andere controller in de balenpers, of d.m.v. van specifieke schakelingen. De sensor 76 is een enkelvoudige sensor die verscheidene functies uitvoert wegens de positionering ervan en de gegevens die ter beschikking staan van de sensor 76 als gevolg van zijn positionering volgens de uitvinding en de interpretatie door de software van het signaal dat hij ernaar stuurt. De sensor 76 kan een naderingsschakelaar zijn, een optische sensor, een contactsensor, een magnetische sensor of een ander type sensor dat kan dienen voor het hier beoogde doel.
In Figuur 2 bevindt de knopenleggervergrendeling 54 zich in een niet-ingeschakelde positie waarbij het vergrendelingsgedeelte 74 verwijderd is van de sensor 76, en de schakelhefboom 66 ook verwijderd is van de sensor 76, dit resulteert in ofwel een "niet"-signaal van de sensor 76 of een signaal dat aangeeft dat er niets gedetecteerd wordt in de buurt van de sensor 76, waaruit de controller 78 kan opmaken dat de knopenleggervergrendeling 54 niet ingeschakeld is en er geen waarschuwing gezonden dient te worden naar het display 80. Wanneer het sterwiel 60 vooruit bewogen wordt en het scharnierende bochtstuk 64 verder bewogen wordt, zoals weergegeven in Figuur 3, doet dit de schakelhefboom 66 bewegen tot in de buurt van de sensor 76, wordt de nabijheid van de schakelhefboom 66 gedetecteerd en wordt een signaal opgewekt. Ondertussen bewegen de naalden 36 door de hoofdbalenkamer 26 heen, wordt het touw naar de knopenleggers 34 getransporteerd en wordt de baal geknoopt. Als dit gebeurt, wordt het activeringssysteem teruggesteld ("gereset") doordat de schakelhefboom 66 teruggetrokken is waardoor het scharnierende bochtstuk 64 neerwaarts kan scharnieren totdat de bovenkant van het scharnierende bochtstuk 64 tegen het koppelingsw iel 62 aankomt en er blijft. Het spreekt vanzelf dat deze beweging de schakelhefboom 66 weg doet bewegen van de sensor 76, terug naar een positie die weergegeven is in Figuur 2. Aangezien de schakelhefboom 66 zich niet langer in de buurt van de sensor 76 bevindt, geeft het opgewekte signaal aan de controller 78 aan dat een tijdelijke aanwezigheid van minder dan één seconde tot enkele seconden lang zich heeft voorgedaan en dat de detectie overeenkomt met een normale werking van de balenpers 10 en meer bepaald van het knopenleggersysteem bestaande uit de knopenleggers 34, de naalden 36 en het activeringssysteem 52.
Wanneer het signaal dat door de sensor 76 uitgezonden wordt representatief is voor de beweging/aanwezigheid van de schakelhefboom 66, wordt niet alleen een normale werking van de balenpers 10 naar het display 80 gestuurd, maar kan ook een telsignaal gezonden worden om te melden dat een nieuwe baal werd voltooid. Vervolgens, wanneer de gebeurtenis die het startsignaal geeft zich voordoet, zendt de controller 78 een signaal naar het schoonblaasmechanisme 56 om lucht naar de knopenleggers 34 te sturen en/of naar een verst afgelegen uiteinde van de naalden 36 wanneer deze in de buurt van de knopenleggers 34 komen na door de hoofdbalenkamer 26 bewogen te zijn, en daarbij vervuild kunnen zi jn met gewasmateriaal dat verw ijderd dient te worden. Deze luchtstroom of luchtstoot helpt te zorgen voor de uitvoering van een reinigingsactie en een het daaruit volgend betrouwbaar overbrengen van het touw op de knopenleggers 34 zodat deze de knopen kunnen leggen en het touw van de voltooide baal doorsnijden.
Wanneer de knopenleggervergrendeling 54 zich in de vergrendelde positie bevindt, zoals weergegeven in Figuur 4, zendt de sensor 76 een constant signaal om de nabijheid van de knopenleggervergrendeling 54 aan te geven. De controller 78 besluit uit het constante signaal dat de knopenleggervergrendeling in een ingeschakelde positie blijft en zendt de betreffende informatie naar het display 80. Er wordt ook overwogen dat een alarmsignaal ingeleid kan worden ingeval beweging van het tractievoertuig plaats grijpt niettegenstaande de inschakeling van de knopenleggervergrendeling 54 gedetecteerd blijft worden. Dit alarmsignaal kan een indicatie zijn op het display 80, of het kan, als alternatief, een akoestisch alarm, een knipperlicht of een combinatie van de twee zijn in de operatorcabine om de operator te waarschuwen dat de knopenleggervergrendeling 54 zich nog altijd in de ingeschakelde positie bevindt en dat het verder rijden van het tractievoertuig gestopt zou moeten worden.
Deze uitvinding detecteert de normale werking van het mechanisme van de knopenleggers 34, en wekt een waarschuwingssignaal op ingeval de knopenleggervergrendeling 54 geactiveerd is (zonder dit signaal is er niets op de machine om de operator te waarschuwen als de grendel 54 nog altijd geactiveerd is na onderhoud van de knopenleggers 34. Dit is vervelend aangezien anders een heel lange baal geproduceerd zal worden tot de operator merkt dat de knopenleggers 34 niet werken). Verder verschaft deze uitvinding een signaal om het schoonblaasmechanisme 56 van de knopenleggers 34 te bedienen. (Het is voordelig als het schoonblaassysteem niet constant functioneel moet zijn). Wanneer het initiatiesignaal gebruikt wordt om ook het schoonblaasmechanisme 56 te bedienen, zal het lucht op de knopenleggers 34 kunnen blazen wanneer de naalden 36 omhoog komen (bediend door het activeringsmechanisme 52) en zal het de naalden 36 reinigen wanneer dit effectief nodig is (dit is net vooraleer de naalden 36 de knopenleggers 34 bereiken).
Anders gezegd stelt het positioneren van de sensor 76 volgens de uitvinding de sensor 76 in staat om samen met de interpretatie van het signaal, drie verschillende zaken te activeren. De sensor 76 detecteert de beweging van de schakelhefboom 66 in de knopenleggercyclus. Als de schakelhefboom 66 geactiveerd is, zou hij de sensor 76 gedurende ongeveer één seconde passeren. Dit signaal kan gebruikt worden om de knopenleggercyclus in te stellen/terug te stellen. Zo weet de software dat het een knopenleggercyclus is (en toont dit op het scherm 80). Indien iemand de beveiliging van de knopenleggervergrendeling 54 activeert, komt een gedeelte 74 vóór de sensor 76 te liggen. Dit signaal duurt langer dan één seconde en de software weet daardoor dat de knopenleggervergrendeling 54 geactiveerd is. Als de operator vergeet de veiligheid van de knopenleggervergrendeling 54 terug te stellen, zal hij op het scherm 80 een waarschuwing te zien krijgen. Hij zal weten dat hij de veiligheid 54 van de knopenleggervergrendeling dient terug te stellen ("te resetten") of te deactiveren alvorens verder te rijden om een extreem lange baal aan te maken, waarbij het materiaal later opnieuw tot balen gevormd moet worden. We kunnen ook het eerste signaal (het korte dat geactiveerd wordt door de schakelhefboom 66) gebruiken om het afblaasmechanisme 56 te activeren. Dit moet ervoor zorgen dat de knopenleggers 34 gereinigd worden vlak voordat een knoop wordt gemaakt.
Hoewel deze uitvinding werd beschreven met betrekking tot minstens één uitvoeringsvorm, kan deze uitvinding verder gewi jzigd worden binnen de geest en de reikwijdte van deze onthulling. Deze octrooiaanvraag is dan ook bedoeld om alle variaties en gebruiken of aanpassingen van de uitvinding te dekken door gebruik te maken van haar algemene principes. Verder is deze octrooiaanvraag bedoeld om zulke afwijkingen van deze onthulling te dekken die mogelijk zijn binnen bekende of gebruikelijke praktijken volgens de stand van de techniek waarop deze uitvinding betrekking heeft en die binnen de grenzen van de bijgevoegde conclusies vallen.

Claims (13)

  1. CONCLUSIES
    1. Balenpers (10) bestaande uit: een hoofdbalenkamer (26) om oogstmateriaal in balen samen te persen, met een uitgang (32) voor het lossen van samengedrukt oogstmateriaal in de vorm van balen; naalden (36) gekoppeld aan de hoofdbalenkamer (26), waarbij de naalden bedoeld zijn om touw door de hoofdbalenkamer (26) rond een gevormde baal te voeren; knopenleggers (34) om het touw van de naalden (36) te ontvangen en om het touw te knopen; een activeringssysteem (52) om de naalden (36) en de knopenleggers (34) in werking te stellen; een knopenleggervergrendeling (54) om het activeringssysteem (52) manueel te vergrendelen en daarbij te voorkomen dat de naalden (36) en de knopenleggers (34) in werking gesteld worden; een afblaasmechanisme (56) om een luchtstroom naar de knopenleggers (34) en/of een uiteinde van de naalden (36) te richten; en een bewakingssysteem (58) gekenmerkt doordat: het bewakingssysteem (58) een enkelvoudige sensor (76) bevat die signalen verschaft die minstens het volgende aangeven: een normale werking van de knopenleggers (34); en een inschakeling van de knopenleggervergrendeling (54)
  2. 2. Balenpers (10) volgens conclusie 1, gekenmerkt doordat de enkelvoudige sensor (76) van het bewakingssysteem (58) verder een signaal verschaft om een tijd aan te geven om het schoonblaasmechanisme (56) in werking te stellen om gedurende een voorafbepaalde tijd een luchtstroom naar de knopenleggers (34) en/of naar een uiteinde van de naalden (36) te richten.
  3. 3. Balenpers (10) volgens conclusie 2, gekenmerkt doordat het activeringssysteem een schakelhefboom (66) bevat waarvan de beweging gedetecteerd wordt door de sensor (76), waarbij de detectie van de beweging van de schakelhefboom (66) een gebeurtenis is die het startsignaal geeft voor de cyclische werking van het schoonblaasmechanisme (56).
  4. 4. Balenpers (10) volgens conclusie 3, gekenmerkt doordat de detectie van de beweging van de schakelhefboom (66) ook de normale werking van de knopenleggers (34) aangeeft.
  5. 5. Balenpers (10) volgens conclusies 3 of 4, gekenmerkt doordat minstens één van twee berichten naar een display (80) wordt gezonden, één om te melden dat een baal werd voltooid en één om te melden dat de werking normaal is.
  6. 6. Balenpers (10) volgens een of meerdere van de vorige conclusies, gekenmerkt doordat het bewakingssysteem (58) verder een signaal verschaft om aan te geven dat de knopenleggers (34) beginnen werken zijn.
  7. 7. Balenpers (10) volgens een of meerdere van de vorige conclusies, gekenmerkt doordat het bewakingssysteem (58) verder een waarschuwingssignaal produceert als de knopenleggervergrendeling (54) ingeschakeld is.
  8. 8. Balenpers (10) volgens een of meerdere van de vorige conclusies, gekenmerkt doordat de knopenleggervergrendeling (54) gedetecteerd wordt als zijnde ingeschakeld wanneer een continu signaal van de sensor (76) wordt ontvangen.
  9. 9. Balenpers (10) volgens conclusie 8, gekenmerkt doordat een waarschuwingsbericht gezonden wordt naar een display (80) om te melden dat de knopenleggervergrendeling (54) ingeschakeld is wanneer de sensor (76) gedetecteerd heeft dat de knopenleggervergrendeling (54) ingeschakeld is.
  10. 10. Balenpers (10) volgens conclusie 8 of 9, gekenmerkt doordat een akoestisch en/of optisch alarm verschaft wordt dat aangeeft dat de knopenleggervergrendeling (54) ingeschakeld is wanneer de sensor (76) gedetecteerd heeft dat de knopenleggervergrendeling (54) ingeschakeld is.
  11. 11. Werkwijze voor het bedienen van de balenpers (10) volgens een of meerdere van de voorgaande conclusies, waarbij de werkwijze uit de volgende stap bestaat: het detecteren of de knopenleggervergrendeling (54) ingeschakeld is waardoor een normale werking van het activeringssysteem (52) voorkomen wordt, of niet ingeschakeld is waardoor het activeringssysteem (52) normaal kan werken.
  12. 12. Werkwijze volgens conclusie 11, waarbij de werkwijze verder uit de volgende stappen bestaat: het detecteren van een beweging van een element (66) van het activeringssysteem (52); en het ervoor zorgen dat het schoonblaasmechanisme rechtstreeks een luchtstroom richt op knopenleggers (34) en/of de naalden (36) afhankelijk van de detectie van een bewegingsstap.
  13. 13. Werkwijze volgens conclusie 11, waarbij de werkwijze verder uit de volgende stappen bestaat: het versturen van een bericht "knopenlegger vergrendeld" naar een display (80), en/of het produceren van een akoestisch alarm, en/of het produceren van een optisch alarm bij detectie van de inschakeling van de knopenleggervergrendeling (54).
BE2015/0181A 2015-07-08 2015-07-08 Knopenleggersysteem voor landbouwbalenpers BE1023141B1 (nl)

Priority Applications (3)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2015/0181A BE1023141B1 (nl) 2015-07-08 2015-07-08 Knopenleggersysteem voor landbouwbalenpers
EP16177533.3A EP3114921B1 (en) 2015-07-08 2016-07-01 Agricultural baler knotter system
US15/205,993 US9730392B2 (en) 2015-07-08 2016-07-08 Agricultural baler knotter system

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2015/0181A BE1023141B1 (nl) 2015-07-08 2015-07-08 Knopenleggersysteem voor landbouwbalenpers

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1023141B1 true BE1023141B1 (nl) 2016-11-29

Family

ID=55272171

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE2015/0181A BE1023141B1 (nl) 2015-07-08 2015-07-08 Knopenleggersysteem voor landbouwbalenpers

Country Status (3)

Country Link
US (1) US9730392B2 (nl)
EP (1) EP3114921B1 (nl)
BE (1) BE1023141B1 (nl)

Families Citing this family (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CA3002240A1 (en) 2015-11-05 2017-05-11 Saudi Arabian Oil Company Methods and apparatus for spatially-oriented chemically-induced pulsed fracturing in reservoirs
US11825773B2 (en) 2019-01-09 2023-11-28 Great Plains Manufacturing, Inc. High capacity baler
EP4248731A1 (en) * 2022-03-25 2023-09-27 CNH Industrial Belgium N.V. A baling machine including a knotter and needle combination

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP1813788A1 (en) * 2006-01-31 2007-08-01 Deere & Company Agricultural machine
WO2013107718A1 (en) * 2012-01-16 2013-07-25 Cnh Belgium N.V. A safe knotter for an agricultural baler
US8671834B1 (en) * 2012-11-30 2014-03-18 Deere & Company Twine tensioner arm position sensor arrangement
EP2803259A1 (de) * 2013-05-14 2014-11-19 Usines CLAAS France Kombination aus einem Zugfahrzeug und einer landwirtschaftlichen Ballenpresse

Family Cites Families (14)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US465235A (en) 1891-12-15 Snow-plow
US3366036A (en) * 1966-07-13 1968-01-30 Int Harvester Co Baling mechanism
US4196661A (en) 1978-11-24 1980-04-08 Hesston Corporation Knotting monitor for crop balers
FR2459754A1 (fr) * 1979-06-22 1981-01-16 Sperry Nv Machine a former des noeuds, en particulier pour lier les balles de fourrage
DE3607694A1 (de) * 1986-03-08 1987-09-10 Rasspe Soehne P Garnknuepfer nach dem system deering-hochdruck fuer ballenpressen und dergleichen
US4765235A (en) 1987-04-15 1988-08-23 Hay & Forage Industries Monitoring system for detecting malfunction of knotting mechanism on a crop baler
US4885991A (en) 1988-07-25 1989-12-12 Borba Frank X Device for sensing malfunction of tying apparatus on hay baler
DE68913540T2 (de) 1989-11-06 1994-06-09 Ford New Holland Nv Vorrichtung zum Einrücken der Knotenkupplung.
DD297542A5 (de) 1990-09-07 1992-01-16 Fortschritt Erntemaschinen Gmbh Neustadt In Sachsen,De Vorrichtung zur kontrolle des bindevorganges
DE4031695C2 (de) 1990-10-04 1994-08-18 Fortschritt Erntemaschinen Vorrichtung zur Erhöhung der Bindesicherheit und -qualität an Großballenpressen
GB2351940A (en) 1999-07-08 2001-01-17 Ford New Holland Nv Baler capacity display and method
GB2450716A (en) 2007-07-04 2009-01-07 Cnh Belgium Nv Improvements in square balers
US7900555B2 (en) 2009-01-15 2011-03-08 Deere & Company Flywheel fan for supplying pressurized air for cleaning knotter table
US8924091B2 (en) 2010-12-28 2014-12-30 Agco Corporation Intelligent stuffer mechanism for baler

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP1813788A1 (en) * 2006-01-31 2007-08-01 Deere & Company Agricultural machine
WO2013107718A1 (en) * 2012-01-16 2013-07-25 Cnh Belgium N.V. A safe knotter for an agricultural baler
US8671834B1 (en) * 2012-11-30 2014-03-18 Deere & Company Twine tensioner arm position sensor arrangement
EP2803259A1 (de) * 2013-05-14 2014-11-19 Usines CLAAS France Kombination aus einem Zugfahrzeug und einer landwirtschaftlichen Ballenpresse

Also Published As

Publication number Publication date
EP3114921B1 (en) 2018-05-09
US20170006780A1 (en) 2017-01-12
US9730392B2 (en) 2017-08-15
EP3114921A1 (en) 2017-01-11

Similar Documents

Publication Publication Date Title
BE1022128B1 (nl) Vuleenheid voor een balenpers voor gebruik in de landbouw met een automatische densiteitsregeling
BE1021131B1 (nl) Balenpers met opstartcontrolesysteem
US20120179338A1 (en) Baler Charge Density Feedback System
BE1023268B1 (nl) Landbouwbalenpers
BE1023831B1 (nl) Balenpers voor landbouwtoepassingen met verbeterd naaldkoppelingstoestel
US8925450B2 (en) Variable density pre-compression chamber
BE1023832B1 (nl) Verbeterd naaldkoppelingstoestel voor een balenpers voor landbouwtoepassingen
BE1023141B1 (nl) Knopenleggersysteem voor landbouwbalenpers
EP2947978B1 (en) Agricultural baler provided with means for preventing incorrect bale length
US9961837B2 (en) Agricultural baler with a common drive powering the plunger and the needles with an integrated safety
EP0974259B1 (en) Bale discharge indicator for an agricultural baler
BE1022659B1 (nl) Balenpers voor gebruik in de landbouw met een gedeeltelijke baaluitstoter
BE1022621B1 (nl) Opraapeenheid met een zwadconditioneringsrol voor een balenpers voor gebruik in de landbouw
BE1021947B1 (nl) Hulpkrachtbron voor een balenpers voor gebruik in de landbouw met mechanische remming van het vliegwiel
BE1024103B1 (nl) Balenpers voor landbouwtoepassingen met verlengd baaluitstootsysteem
BE1020446A3 (nl) Een veilige knoper voor een agrarische balenpers.
BE1021932B1 (nl) Balenpers voor gebruik in de landbouw met een hulpkrachtbron.
BE1021969B1 (nl) Balenpers voor gebruik in de landbouw met een plunjergleufafdekking
BE1021143B1 (nl) Opraapeenheid voor een oogstmachine met verwijderbare verlengplaten
BE1021885B1 (nl) Plunjergleufafdekgeheel voor een balenpers voor gebruik in de landbouw.
BE1022420B1 (nl) Balenpers voor gebruik in de landbouw met hulpenergiesysteem voor het voeden van verschillende functionele onderdelen aan boord van de balenpers
BE1022129B1 (nl) Balenpers voor gebruik in de landbouw met hulpkrachtbron aangedreven door een beweegbaar onderdeel op de balenpers
BE1023019B1 (nl) Balenpers voor gebruik in de landbouw met een plunjergleufriem
BE1022405B1 (nl) Balenpers voor gebruik in de landbouw met een hulpkrachtbron.
BE1021880B1 (nl) Plunjer voor vierkantebalenpers. .

Legal Events

Date Code Title Description
MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20190731