BE1021131B1 - Balenpers met opstartcontrolesysteem - Google Patents

Balenpers met opstartcontrolesysteem Download PDF

Info

Publication number
BE1021131B1
BE1021131B1 BE2013/0111A BE201300111A BE1021131B1 BE 1021131 B1 BE1021131 B1 BE 1021131B1 BE 2013/0111 A BE2013/0111 A BE 2013/0111A BE 201300111 A BE201300111 A BE 201300111A BE 1021131 B1 BE1021131 B1 BE 1021131B1
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
baler
flywheel
sensor
crank
auxiliary motor
Prior art date
Application number
BE2013/0111A
Other languages
English (en)
Inventor
Xavier G.J.M. Bonte
Pieter Vandevelde
Original Assignee
Cnh Industrial Belgium Nv
Cnh Belgium N.V.
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Cnh Industrial Belgium Nv, Cnh Belgium N.V. filed Critical Cnh Industrial Belgium Nv
Priority to BE2013/0111A priority Critical patent/BE1021131B1/nl
Priority to BR112015019957-7A priority patent/BR112015019957B1/pt
Priority to RU2015125305A priority patent/RU2606528C1/ru
Priority to US14/768,617 priority patent/US9402346B2/en
Priority to EP14704813.6A priority patent/EP2958421B1/en
Priority to PCT/EP2014/053067 priority patent/WO2014128097A1/en
Priority to CN201480003500.9A priority patent/CN104853585B/zh
Application granted granted Critical
Publication of BE1021131B1 publication Critical patent/BE1021131B1/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01FPROCESSING OF HARVESTED PRODUCE; HAY OR STRAW PRESSES; DEVICES FOR STORING AGRICULTURAL OR HORTICULTURAL PRODUCE
    • A01F15/00Baling presses for straw, hay or the like
    • A01F15/08Details
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01DHARVESTING; MOWING
    • A01D69/00Driving mechanisms or parts thereof for harvesters or mowers
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01FPROCESSING OF HARVESTED PRODUCE; HAY OR STRAW PRESSES; DEVICES FOR STORING AGRICULTURAL OR HORTICULTURAL PRODUCE
    • A01F15/00Baling presses for straw, hay or the like
    • A01F15/04Plunger presses
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01FPROCESSING OF HARVESTED PRODUCE; HAY OR STRAW PRESSES; DEVICES FOR STORING AGRICULTURAL OR HORTICULTURAL PRODUCE
    • A01F15/00Baling presses for straw, hay or the like
    • A01F15/08Details
    • A01F15/0841Drives for balers

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Harvester Elements (AREA)
  • Press Drives And Press Lines (AREA)
  • Connection Of Motors, Electrical Generators, Mechanical Devices, And The Like (AREA)

Abstract

Een balenpers (70) omvat een vliegwiel (2), een plunjer (4) via een kruk (6) vastgemaakt aan het vliegwiel (2), een hulpmotor (5) voor het in een omgekeerde richting (R) ronddraaien van het vliegwiel (2) en een opstartcontrolesysteem (1) omvattende een sensor (11) voor het verschaffen van een signaal dat indicatief is voor de positie van de kruk (6) en een aanstuureenheid (12) voor het aansturen van de hulpmotor (5) voor het in omgekeerde richting (R) ronddraaien van het vliegwiel (2) tot een vooraf bepaalde lanceerpositie voor het in staat stellen van het vliegwiel (2) om voldoende kinetische energie te verkrijgen vóór de eerste plunjerimpact, bij het volgende opstarten.

Description

BALENPERS MET OPSTARTCONTROLESYSTEEM Gebied van de uitvinding
De uitvinding heeft betrekking op het gebied van landbouwbalenpersen voor het produceren van balen door het samendrukken van iandbouwgewasmateriaai. Specifieker heeft de onderhavige uitvinding betrekking op het opstarten van voorttrekbare persen voor vierkante balen met een zwaar vliegwiel voor het produceren van balen met hoge dichtheid.
Achtergrond van de uitvinding
Wanneer voor het voorttrekken van een balenpers een tractor wordt gebruikt, is de aftakas van de tractor door middel van een vliegwiel van de balenpers aan een tandwielkast gekoppeld die de diverse mechanismen aandrijft die in de balenpers worden gebruikt om het gewas van een veld op te rapen, om het gewas in balen te vormen en touw rond de balen te wikkelen. Tussen de aftakas en het vliegwiel is een eenrichtingskoppeling gerangschikt waardoor het vliegwiel sneller kan ronddraaien dan de aftakas.
In een balenpers is een groot vliegwiel vereist, in het bijzonder bij persen voor grote vierkante balen, om piekbelastingen te ondervangen waar de tandwielkast van de balenpers mee geconfronteerd wordt en dit veroorzaakt een probleem wanneer de balenpers wordt gestart. De aftakas kan wanneer aangedreven door de tractormotor op de snelheid waarbij hij moet draaien om de balenpers tijdens normale werking aan te drijven, mogelijk niet het hoge torsiemoment verschaffen dat nodig is om het vliegwiel op zijn constante snelheid (bv. 1000 rpm) te brengen. Dientengevolge kan de tractormotor afslaan wanneer de balenpers aan de tractor wordt vastgehaakt en haar vliegwiel aan de tractor-aftakas wordt vastgemaakt, of een veiligheidsmechanisme kan de aftakas van de tractormotor ontkoppelen wegens de hoge belasting op de aftakas wanneer de balenpers wordt gestart.
Een oplossing voor dit probleem die wordt voorgesteld in EP1974601, is een hydraulische motor te gebruiken om het torsiemoment dat wordt verschaft door de aftakas wanneer de rotatie van het vliegwiel van de balenpers wordt gestart aan te vullen. Deze oplossing is niet geheel bevredigend omdat zij een krachtige hydraulische motor vereist, met een arbeidsvermogen dat vergelijkbaar is met dat van de tractor-aftakas.
Een andere oplossing voor dit probleem wordt openbaar gemaakt in W02011060995, waar een tractor met een schakeltandwielkast wordt beschreven, die het mogelijk maakt dat de balenpers in twee fasen opstart. In de eerste fase wordt het vliegwiel met gebruikmaking van een eerste transmissieverhouding van de schakeltandwielkast naar een eerste snelheid versneld en in de tweede fase wordt het vliegwiel met gebruikmaking van een tweede transmissieverhouding van de schakeltandwielkast naar een tweede snelheid versneld. Een nadeel van deze techniek is dat zij een tractor met een schakeltandwielkast vereist.
Samenvatting van de uitvinding
Het is een doel van uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding om een balenpers met een goed, bv. een verbeterd, opstartgedrag te verschaffen.
Het is ook een doel van uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding om een werkwijze te verschaffen voor het upgraden van een bestaande balenpers voor het verbeteren van haar opstartgedrag.
De bovenstaande doelstellingen worden bewerkstelligd door werkwijzen en inrichtingen volgens uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding.
In een eerste aspect verschaft de onderhavige uitvinding een balenpers omvattende een as en een vliegwiel vastgemaakt aan de as en aangepast voor het in een voorwaartse richting ronddraaien voor het produceren van balen; een plunjer via een kruk vastgemaakt aan het vliegwiel, waarbij de plunjer is aangepast voor het uitvoeren van een heen-en-weerbeweging tussen een dichtbijgelegen positie waarin gewasmateriaal in een balenkamer kan worden bijgevoegd en een distale positie waarin het gewasmateriaal in de balenkamer wordt samengedrukt; en een hulpmotor die aan het vliegwiel is vast te maken voor het opstarten van rotatie daarvan. De balenpers omvat verder een opstartcontrolesysteem, omvattende ten minste één sensor die indicatief is voor een positie van de kruk; en een aanstuureenheid die operationeel is verbonden met de ten minste ene sensor en die is aangepast voor het aansturen van de hulpmotor voor het in omgekeerde richting ronddraaien van het vliegwiel tot een vooraf bepaalde lanceerpositie.
Door het vliegwiel doelbewust in een vooraf gedefinieerde lanceerpositie te positioneren, kan het vliegwiel bij opstarten, wanneer deze wordt versneld door een tractor-aftakas, meer kinetische energie verkrijgen dan vereist is voor het samendrukken van het in de balenkamer aanwezige gewasmateriaal. Met andere woorden, starten vanuit de vooraf bepaalde lanceerpositie stelt het vliegwiel in staat de eerste plunjerimpact te 'overleven' en als een succesvolle start door te blijven draaien.
Op deze manier wordt het risico van opstartweigeringen in hoge mate verminderd, of zelfs volledig geëlimineerd. Dit vermindert ook de slijtage van de tractor en de balenpers, in het bijzonder de aftakaskoppeling, en vermindert het risico van letsel. Het verhoogt ook de werkefficiëntie, aangezien er geen tijd meer wordt verloren met meerdere keren opstarten.
Door het verschaffen van een opstartcontrolesysteem dat een sensor omvat, kan het vliegwiel automatisch naar de vooraf gedefinieerde lanceerpositie worden gedraaid, wat efficiënter is, en veel veiliger, speciaal wanneer 's avonds laat wordt gewerkt, na een lange dag van zwaar werk.
Door terugwaarts (in omgekeerde richting) te draaien, hoeft de hulpmotor het in de balenkamer achtergelaten gewasmateriaal niet samen te drukken, dus de omgekeerde rotatie kan met relatief laag vermogen worden uitgevoerd en zonder de balenpers te moeten leegmaken.
Omdat het vliegwiel en de kruk naar de vooraf gedefinieerde lanceerpositie worden bewogen, zijn de opstartvereisten zeer ongedwongen en het balenpersontwerp kan hier baat bij vinden, bv. door het verminderen van het gewicht van het vliegwiel, zonder het risico van opstartproblemen te verhogen. Een slechtst denkbare maatinschrijving van de balenpersonderdelen is niet langer vereist.
Een balenpers met het boven beschreven opstartsysteem vereist een minder krachtige tractor dan dezelfde balenpers zonder het opstartsysteem. Zodoende kan om de balenpers op te starten een kleinere, minder krachtige tractor worden gebruikt.
In een balenpers volgens uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding kan de vooraf bepaalde lanceerpositie een hoekstand van de kruk bij een hoekafstand van minder dan 180° zijn, gemeten in voorwaartse richting, met betrekking tot de krukpositie waarin de plunjer zich in zijn distale positie bevindt, bij voorkeur minder dan 120°, meer bij voorkeur minder dan 60°, nog meer bij voorkeur minder dan 30°.
Door vanuit een dergelijke hoekstand te beginnen, moet de kruk ten minste over 180° draaien voordat de plunjer zijn distale positie bereikt. Hoe meer tijd het vliegwiel heeft om tijdens opstarten te versnellen, des te hoger de hoeksnelheid ervan en des te hoger de kinetische energie ervan zal zijn bij de eerste gewassamendrukking. Dit maakt het voor het vliegwiel mogelijk om voldoende kinetische energie te verkrijgen voor gegarandeerde overleving van de eerste 'plunjerimpact' en zorgt zodoende voor gegarandeerde opstartomstandigheden zonder het risico van afslaan van de tractormotor.
In een balenpers volgens uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding kan de ten minste ene sensor een druksensor zijn voor het registreren van een druk die door het gewasmateriaal op de plunjer wordt uitgeoefend en de aanstuureenheid kan zijn aangepast voor het omkeren van de hulpmotor tot de geregistreerde druk groter is dan een vooraf bepaalde drempeldruk.
In een balenpers volgens uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding kan de hulpmotor een elektrische motor zijn, de sensor kan een sensor zijn voor het meten van een bedrijfsparameter van de hulpmotor en de aanstuureenheid kan zijn aangepast voor het omkeren van de hulpmotor tot de bedrijfsparameter groter is dan een vooraf bepaalde drempelparameter.
In een balenpers volgens uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding kan de ten minste ene sensor zijn gekozen uit de groep van een IR-sensor, een capacitieve sensor, een magnetische sensor en een inductieve sensor. Een inductieve sensor is in het bijzonder gunstig aangezien hij eenvoudiger en goedkoper is dan de andere typen sensoren. Dergelijke inductieve sensor kan op het hoofdaandrijfmechanisme van de balenpers gelokaliseerd zijn en kan gericht naar de metalen krukarm of een daaraan bevestigde metalen plaat zijn gepositioneerd.
In een balenpers volgens uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding kan de ten minste ene sensor een eerste en een tweede onderdeel omvatten, waarbij één onderdeel is gelokaliseerd op het chassis van de balenpers en het andere onderdeel is gelokaliseerd op de kruk.
Het plaatsen van de sensoronderdelen op het chassis heeft het voordeel dat het op rigide wijze kan worden bevestigd, gemakkelijk toegankelijk is door elektriciteitskabels en alleen aan gematigde centrifugaalkrachten, schokken of trillingen onderhevig is.
Een balenpers volgens uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding kan verder een lokaal activeringsmiddel omvatten voor het activeren van het opstartcontrolesysteem voor het in omgekeerde richting ronddraaien van het vliegwiel tot de vooraf bepaalde lanceerpositie.
Dergelijk lokaal activeringsmiddel kan bv. worden gebruikt door een bediener die naast de balenpers staat. Alternatief kan, zoals nader zal worden beschreven, het opstartcontrolesysteem ook van afstand worden geïnitieerd, bv. door een tractorbestuurder vanuit binnen de tractor.
In uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding kan het lokalè activeringsmiddel zijn gekozen uit de groep van een knop, een schakelaar en een hendel. Een drukknop is zeer geschikt, aangezien de aanstuureenheid slechts een startsignaal nodig heeft en het vervolgens overneemt om de balenpers automatisch in de gewenste lanceerpositie te brengen. Wanneer een schakelaar of een hendel wordt gebruikt, kan de aanstuureenheid worden verschaft voor het terugzetten van de schakelaar of hendel naar zijn aanvangspositie wanneer de lanceerpositie wordt bereikt.
In een tweede aspect verschaft de onderhavige uitvinding een combinatie van tractor en balenpers, omvattende de balenpers volgens een uitvoeringsvorm van het eerste aspect van de onderhavige uitvinding en met een drijvende as die is vast te maken aan het vliegwiel; en een tractor met een aftakas die is vast te maken aan de drijvende as van de balenpers.
Terwijl in de voorafgaande stand van de techniek een combinatie van tractor-balenpers soms opstartte en soms niet opstartte, zal een een tractor-en-balenperscombinatie met een opstartsysteem volgens uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding vaker opstarten. Als de tractor niet krachtig genoeg is, zal opstarten natuurlijk altijd mislukken.
In een combinatie van tractor en balenpers volgens uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding kan de tractor verder een activeringsmiddel op afstand omvatten dat operationeel met het opstartcontrolesysteem is verbonden.
Dit biedt het voordeel dat een tractorbestuurder, vanaf zijn bestuurdersplaats in de tractor, het opstartcontrolesysteem kan initiëren voor het in de opstartpositie positioneren van het vliegwiel. De bestuurder hoeft niet uit de tractor te stappen, wat sneller en veiliger is. Het activeringsmiddel op afstand kan een afzonderlijk activeringsmiddel (bv. een toepassingsgerichte knop) zijn, of kan in andere opstartschakelingen geïntegreerd zijn.
In een derde aspect verschaft de onderhavige uitvinding een werkwijze voor het upgraden van een bestaande balenpers voor het ronddraaien van het vliegwiel tot een vooraf bepaalde lanceerpositie. De balenpers omvat een vliegwiel dat is vast te maken aan een tractor-aftakas en aangepast is voor het in een voorwaartse richting ronddraaien voor het produceren van balen; en een plunjer via een kruk vastgemaakt aan het vliegwiel en aangepast voor het uitvoeren van een heen-en-weerbeweging tussen een dichtbijgelegen positie en een distale positie in een balenkamer (80). De werkwijze omvat het aan de balenpers toevoegen van een hulpmotor die is aangepast voor het in een omgekeerde richting ronddraaien van het vliegwiel; en het aan de balenpers toevoegen van een opstartcontrolesysteem omvattende ten minste één sensor en één aanstuureenheid, en het verbinden van de aanstuureenheid met de ten minste ene sensor en met de hulpmotor, waarbij de aanstuureenheid is aangepast voor het in omgekeerde richting aandrijven van de hulpmotor tot de sensor een signaal verschaft dat aangeeft dat de vooraf bepaalde lanceerpositie is bereikt.
Deze werkwijze wordt verschaft voor balenpersen die geen hulpmotor hebben voor het omkeren van het vliegwiel. Door het upgraden van de balenpers kan haar opstartgedrag worden verbeterd.
In een volgend aspect verschaft de onderhavige uitvinding een werkwijze voor het upgraden van een bestaande balenpers voor het ronddraaien van het vliegwiel tot een vooraf bepaalde lanceerpositie. De balenpers omvat een vliegwiel dat is vast te maken aan een tractor-aftakas en aangepast is voor het in een voorwaartse richting ronddraaien voor het produceren van balen; en een plunjer via een kruk vastgemaakt aan het vliegwiel en aangepast voor het uitvoeren van een heen-en-weerbeweging tussen een dichtbijgelegen positie en een distale positie in een balenkamer; en een hulpmotor voor het in een omgekeerde richting ronddraaien van het vliegwiel. De werkwijze omvat de stap van het aan de balenpers toevoegen van een opstartcontrolesysteem omvattende ten minste één sensor en één aanstuureenheid en het verbinden van de aanstuureenheid met de ten minste ene sensor en met de hulpmotor, waarbij de aanstuureenheid is aangepast voor het in omgekeerde richting aandrijven van de hulpmotor tot de sensor een signaal verschaft dat aangeeft dat de vooraf bepaalde lanceerpositie is bereikt.
Deze werkwijze wordt verschaft voor balenpersen die reeds een hulpmotor voor het omkeren van het vliegwiel hebben. Door het upgraden van de balenpers kan haar opstartgedrag worden verbeterd.
Specifieke en voorkeursdragende aspecten van de uitvinding zijn opgenomen in de aangehechte onafhankelijke en afhankelijke conclusies. Kenmerken van de afhankelijke conclusies kunnen worden gecombineerd met kenmerken van de onafhankelijke conclusies en met kenmerken van andere afhankelijke conclusies zoals aangewezen en niet enkel zoals uitdrukkelijk in de conclusies naar voren gebracht.
Deze en andere aspecten van de uitvinding zullen duidelijk zijn aan de hand van en verhelderd worden met verwijzing naar de hiernavolgende beschreven uitvoeringsvorm(en).
Korte beschrijving van de figuren FIG. 1 is een zijaanzicht van een deel van een klassieke tractor en een voorttrekbare balenpers. FIG. 2 is een vergroot aanzicht van een deel van de balenpers van FIG. 1, waarbij de kruk zich in een ongunstige positie E voor opstarten bevindt. FIG. 3 is een vergroot aanzicht van een deel van de balenpers van FIG. 1, waarbij de kruk zich in een gunstige positie C voor opstarten bevindt. FIG. 4 toont een voorbeeld van de snelheid en corresponderende kinetische energie van een vliegwiel van een lege balenpers bij opstarten. FIG. 5 toont schematisch een opstartcontrolesysteem als onderdeel van de balenpers van de onderhavige uitvinding.
De figuren zijn enkel schematisch en niet limiterend. In de figuren kunnen de afmetingen van sommige onderdelen overdreven en niet op schaal zijn voorgesteld voor illustratieve doeleinden.
Referentienummers in de conclusies mogen niet worden geïnterpreteerd om de beschermingsomvang te beperken.
In de verschillende figuren verwijzen dezelfde referentienummers naar dezelfde of gelijkaardige elementen.
Gedetailleerde beschrijving van illustratieve uitvoeringsvormen
De onderhavige uitvinding zal beschreven worden met betrekking tot bijzondere uitvoeringsvormen en met verwijzing naar bepaalde tekeningen, echter de uitvinding wordt daartoe niet beperkt maar is enkel beperkt door de conclusies. De beschreven tekeningen zijn slechts schematisch en niet beperkend. In de tekeningen kunnen voor illustratieve doeleinden de afmetingen van sommige elementen vergroot en niet op schaal getekend zijn. De afmetingen en de relatieve afmetingen komen soms niet overeen met de actuele praktische uitvoering van de uitvinding.
Verder worden de termen eerste, tweede en dergelijke in de beschrijving en in de conclusies gebruikt voor het onderscheiden van gelijkaardige elementen en niet noodzakelijk voor het beschrijven van een volgorde, noch in de tijd, noch spatiaal, noch in rangorde of op enige andere wijze. Het dient te worden begrepen dat de termen op die manier gebruikt onder geschikte omstandigheden verwisselbaar zijn en dat de uitvoeringsvormen van de uitvinding hierin beschreven geschikt zijn om in andere volgorde te werken dan hierin beschreven of weergegeven.
Bovendien, de termen bovenste, onderste en dergelijke in de beschrijving van de conclusies worden aangewend voor beschrijvingsdoeleinden en niet noodzakelijk om relatieve posities te beschrijven. Het dient te worden begrepen dat de termen die zo aangewend worden onder gegeven omstandigheden onderling kunnen gewisseld worden en dat de uitvoeringsvormen van de uitvinding hierin beschreven ook geschikt zijn om te werken volgens andere oriëntaties dan hierin beschreven of weergegeven.
Het dient opgemerkt te worden dat de term 'omvat', zoals gebruikt in de conclusies, niet als beperkt tot de erna beschreven middelen dient geïnterpreteerd te worden; deze term sluit geen andere elementen of stappen uit. Hij is zodoende te interpreteren als het specificeren van de aanwezigheid van de vermelde kenmerken, waarden, stappen of componenten waarnaar verwezen wordt, maar sluit de aanwezigheid of toevoeging van één of meerdere andere kenmerken, waarden, stappen of componenten, of groepen daarvan niet uit. Dus, de omvang van de uitdrukking 'een inrichting omvattende middelen A en B' dient niet beperkt te worden tot inrichtingen die slechts uit componenten A en B bestaan. Het betekent dat met betrekking tot de huidige uitvinding, A en B de enige relevante componenten van de inrichting zijn.
Verwijzing doorheen deze specificatie naar 'één uitvoeringsvorm' of 'een uitvoeringsvorm' betekent dat een specifiek kenmerk, structuur of karakteristiek beschreven in verband met de uitvoeringsvorm is opgenomen in ten minste één uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding. Dus, voorkomen van de uitdrukkingen 'in één uitvoeringsvorm' of 'in een uitvoeringsvorm' op diverse plaatsen doorheen deze specificatie hoeven niet noodzakelijk allemaal naar dezelfde uitvoeringsvorm te refereren, maar kunnen dit wel doen. Voorts, de specifieke kenmerken, structuren of karakteristieken kunnen gecombineerd worden op eender welke geschikte manier, zoals duidelijk zou zijn voor een gemiddelde vakman op basis van deze bekendmaking, in één of meerdere uitvoeringsvormen.
Vergelijkbaar dient het geapprecieerd te worden dat in de beschrijving van voorbeeldmatige uitvoeringsvormen van de uitvinding verscheidene kenmerken van de uitvinding soms samen gegroepeerd worden in één enkele uitvoeringsvorm, figuur of beschrijving daarvan met als doel het stroomlijnen van de openbaarmaking en het helpen in het begrijpen van één of meerdere van de verscheidene inventieve aspecten. Deze methode van openbaarmaking dient hoe dan ook niet geïnterpreteerd te worden als een weerspiegeling van een intentie dat de uitvinding meer kenmerken vereist dan expliciet vernoemd in iedere conclusie. Eerder, zoals de volgende conclusies weerspiegelen, inventieve aspecten liggen in minder dan alle kenmerken van één enkele voorafgaande openbaar gemaakte uitvoeringsvorm. Dus, de conclusies volgend op de gedetailleerde beschrijving zijn hierbij expliciet opgenomen in deze gedetailleerde beschrijving, met iedere op zichzelf staande conclusie als een afzonderlijke uitvoeringsvorm van deze uitvinding.
Voorts, terwijl sommige hierin beschreven uitvoeringsvormen sommige, maar niet andere, in andere uitvoeringsvormen inbegrepen kenmerken bevatten, zijn combinaties van kenmerken van verschillende uitvoeringsvormen bedoeld als gelegen binnen de reikwijdte van de uitvinding, en vormen deze verschillende uitvoeringsvormen, zoals zou begrepen worden door de vakman. Bijvoorbeeld, in de volgende conclusies kunnen eender welke van de beschreven uitvoeringsvormen gebruikt worden in eender welke combinatie.
In de hier voorziene beschrijving worden talrijke specifieke details naar voren gebracht. Het is hoe dan ook te begrijpen dat uitvoeringsvormen van de uitvinding kunnen uitgevoerd worden zonder deze specifieke details. In andere gevallen zijn welgekende werkwijzen, structuren en technieken niet in detail getoond om deze beschrijving helder te houden.
Waar in uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding wordt verwezen naar balenpersen, dan wordt verwezen naar machines voor het door elk geschikt middel, bv. plunjers, vormen van balen van landbouwgewasmateriaal, zoals het vormen van blokvormige balen, ook rechthoekige balen genoemd.
Waar in uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding wordt verwezen naar gewasmateriaal, dan wordt verwezen naar elk geschikt type biomassa dat kan worden geoogst en in balen samengeperst, zoals bijvoorbeeld hooi, silovoer, stro of iets anders.
Waar in uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding wordt verwezen naar opraapassemblages, dan wordt verwezen naar assemblages die zijn aangepast voor het oprapen van gewasmateriaal, bv. een zwad, vanaf de grond en het voeden ervan in een erop volgende verwerkingseenheid, bv. een balenkamer, of een landbouwmachine, bijvoorbeeld een landbouwoogstmachine, zoals een balenpers.
Waar in uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding wordt verwezen naar 'normale werking van de balenpers', dan wordt de toestand van de balenpers bedoeld waarbij het vliegwiel in een richting wordt rondgedraaid voor het produceren van balen.
Waar in uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding wordt verwezen naar 'normale richting' of 'voorwaartse richting' van de drijvende as of het vliegwiel of de kruk van de balenpers, dan wordt verwezen naar de draairichting van het vliegwiel tijdens normale productie van balen.
Vergelijkbaar, waar in uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding wordt verwezen naar 'omgekeerde richting' of 'terugwaartse richting' van de drijvende as of het vliegwiel of de kruk van de balenpers, dan wordt verwezen naar de draairichting tegengesteld aan de normale richting.
Waar in uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding wordt verwezen naar 'plunjerimpact op het gewasmateriaal', dan wordt verwezen naar het moment in de tijd waarop de reactiekracht uitgeoefend op de plunjer door het samengedrukte gewasmateriaal boven een vooraf bepaalde drempelwaarde is, bv. boven 25 kN.
Waar in uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding wordt verwezen naar de 'distale positie van de plunjer in de balenkamer', dan wordt die positie bedoeld waar de plunjer zich het verst weg van zijn aanhechtingspunt met de krukas bevindt.
Waar in uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding wordt verwezen naar 'balen met hoge dichtheid', dan worden balen met een dichtheid hoger dan 100 bedoeld, bijvoorbeeld hoger dan 190 kg/m3.
Verwijzend naar de tekeningen, toont FIG. 1 een voorbeeld van een landbouwbalenpers 70 omvattende een chassis 25 dat is uitgerust met een zich voorwaarts uitstrekkende tong 26 aan de voorkant ervan met vasthaakmiddelen (niet getoond) voor het koppelen van de balenpers 70 aan een tractor 17. Een opraapassemblage 27 tilt tot zwaden gevormd gewasmateriaal van het veld op terwijl de balenpers 70 daaroverheen beweegt, bv. terwijl deze door een tractor 17 wordt getrokken, en levert dergelijk materiaal af in de voorzijde van een achterwaarts en opwaarts gekromd, lading vormend aanvoerkanaal 28. Het kanaal 28 communiceert aan het boveneinde ervan met een hoger aangebrachte, langsscheepse balenkamer 80 waarin door een cyclisch werkend vulmechanisme 29 gewasladingen worden geladen. Een continu werkend laadmechanisme 24 beneden aan de voorkant van het aanvoerkanaal 28 voedt en laadt voortdurend materiaal in het kanaal 28 waardoor ladingen van het gewasmateriaal de interne configuratie van het kanaal 28 krijgen en aannemen voorafgaand aan periodieke aangrijping door het vulmechanisme 29 en inbrengen in de balenkamer 80. Het laadmechanisme 24 kan worden vervangen door een rotormechanisme dat ook voortdurend materiaal in het kanaal 28 zal voeden en laden. Het aanvoerkanaal 28 kan zijn uitgerust met middelen (niet geïllustreerd) voor het vaststellen of zich daarin een volledige lading heeft gevormd en voor het bedienen van het vulmechanisme 29 in respons daarop. Elke actie van het vulmechanisme 29 introduceert een 'lading' of 'vlok' gewasmateriaal uit het kanaal 28 in de kamer 80.
Een plunjer 4 beweegt heen en weer in een langsscheepse richting binnen de balenkamer 80, ten minste binnen een eerste deel daarvan. Biomassa of gewasmateriaal gevoed via het aanvoerkanaal 28 wordt daardoor verdicht, bv. samengedrukt of op andere wijze behandeld, waardoor bij de bovenbeschreven bediening van de landbouwbalenpers 70 balen worden gevormd. Er worden blokvormige balen gevormd, ook bekend als 'rechthoekige balen'. De gevormde balen kunnen vervolgens voorwaarts worden bewogen door de heen en weer gaande beweging van de plunjer 4 om serieel en incrementeel doorheen de balenkamer 80 richting een afvoeruitlaat 23 te verschuiven, waaruit de balen 16 uiteindelijk kunnen worden uitgestoten. De balenpers 70 kan bovendien componenten zoals een knopermechanisme omvatten voor het automatisch vastknopen van de voltooide balen 16 met bv. touw of een vergelijkbaar lijnvormig voorwerp om ze zelfstandig te maken, bijvoorbeeld voor verzending en opslag. Eenmaal vastgeknoopt worden de balen 16 van de afvoeruitlaat 23 van de balenkamer 80 uitgeworpen op een afvoer 31 in de vorm van een goot, voor het rustig neerlaten van de balen tot vlak bij maaiveldhoogte.
Grote balenpersen 70, in het bijzonder rechthoekige balenpersen voor het produceren van balen met hoge dichtheid, hebben een vliegwiel 2 met een relatief grote diameter (bv. in het bereik van 75 tot 130 cm, bv. 110 cm) en hoog gewicht (bv. in het bereik van 300 tot 1000 kg, bv. 700 kg) en hoge traagheidsmassa of energie-equivalent. Wanneer alle gewasmateriaal van één veld in balen 16 is verdicht, wordt de werking van de balenpers 70 tijdelijk stopgezet, bv. door het ontkoppelen of uitschakelen van de tractor-aftakas zodat het vliegwiel 2 langzamer zal gaan tot het stopt, en de gerelateerde functies, zoals de opraap-, laad- of rotormechanismen, worden ook gedeactiveerd. De balenpers 70 wordt vervolgens naar een ander veld overgebracht, gewoonlijk terwijl er nog steeds wat gewasmateriaal in de balenkamer 80 is achtergebleven. Bij aankomst op het volgende te oogsten veld moet de balenpers 70 opnieuw worden opgestart, maar het is gebleken, in het bijzonder met grote balenpersen met een groot en zwaar vliegwiel 2, dat problemen kunnen ontstaan door de hoge traagheid van het vliegwiel 2, in het bijzonder wanneer er nog steeds gewasmateriaal in de balenkamer 80 is achtergebleven, wat het geval kan zijn, aangezien balenpersen 70 niet altijd tussen verschillende velden worden geleegd.
De uitvinders hebben gevonden dat het opstartprobleem optreedt wanneer het vliegwiel 2 de eerste plunjerimpact op het oogstmateriaal niet 'overleeft' of niet in staat is te voltooien, d.w.z. wanneer de plunjer 4 blijft steken tijdens de eerste samendrukkingscyclus van het gewasmateriaal in de balenkamer 80, kort na opstarten. Een voorbeeld van een dergelijke opstartstand waar dit optreedt, wordt geïllustreerd in FIG. 2 die de aanvangstoestand van de kruk 6 en plunjer 4 laat zien net voordat de balenpers 70 wordt gestart. In het voorbeeld van FIG. 2 is de kruk 6 gelokaliseerd op een hoekafstand Θ1 van ongeveer -45° met betrekking tot de positie die de kruk 6 zou aannemen wanneer de plunjer 4 zich in zijn distale positie 8 binnen de balenkamer 80 bevindt. Daarom moet de kruk 6 over ongeveer 45° ronddraaien voordat de plunjer 4 zijn distale positie bereikt. Wanneer de balenpers 70 vanuit deze aanvangspositie van de kruk 6 en plunjer 4 wordt gestart, kan het vliegwiel 2 niet voldoende snelheid krijgen voordat de plunjer 4 het gewasmateriaal 18, bv. stro of silovoer, in de balenkamer 80 ineenperst of bereikt en de tractormotor slaat af of het veiligheidsmechanisme ontkoppelt de aftakas 15 van de tractormotor, wat resulteert in een opstartweigering van de balenpers 70.
Tijdens tests bemerkten de uitvinders dat, wanneer de balenpers 70 werd afgezet en haar vrijelijk lieten uitlopen, het vliegwiel 2 en de kruk 6 automatisch neigden te draaien naar een ongunstige toestand, bv. A of E in FIG. 2, corresponderend met een hoek Θ1 van respectievelijk ongeveer -90° en ongeveer -45°, vanwege de zwaartekracht die op de zware krukarmen 6 inwerkt.
De uitvinders vonden ook dat, wanneer de balenpers 70 vanuit een gunstige krukpositie werd gestart, bv. krukpositie C in FIG. 3, er werd gevonden dat het opstarten van de balenpers 70 nooit mislukte. In positie C van FIG. 3 laat de kruk 6 een hoek Θ2 zien bij een hoekafstand van ongeveer 300° met betrekking tot de positie die de kruk 6 zal aannemen nadat het vliegwiel 2 in voorwaartse richting F wordt gedraaid tot de plunjer 4 zijn distale positie 8 binnen de balenkamer 80 bereikt.
Dit gedrag werd verder onderzocht en het opstartgedrag van een vliegwiel 2 van een combinatie van een specifieke lege balenpers 70 en een specifieke tractor 17, waarbij het opstarten soms mislukte, werd gemeten, zoals getoond in FIG. 4. De gemiddelde vakman kan gemakkelijk vergelijkbare krommen maken voor andere combinaties van tractor 17 en balenpers 70, op voorwaarde natuurlijk dat de tractor 17 voldoende vermogen heeft om de balenpers 70 onder de meest optimale omstandigheden op te starten. In het specifieke geval van FIG. 4 werd de lege balenpers 70 gestart met haar kruk 6 in de positie A, maar een andere startpositie zou ook kunnen worden gebruikt, en de hoeksnelheid ω(ΐ) van het vliegwiel 2 werd gemeten en uitgezet zoals getoond in FIG. 4. Op de horizontale as wordt de relatieve hoekstand Θ van de kruk 6 getoond met betrekking tot de startpositie ervan. De hoeksnelheid ω(ΐ) van het vliegwiel 2 wordt op de linker verticale as getoond, terwijl de corresponderende kinetische energie van het vliegwiel 2 op de rechter verticale as wordt getoond. Merk op dat, door de tandwielkasttransmissieverhouding, het vliegwiel 2 voor elke krukrotatie meerdere keren roteert. Alleen de eerste volledige omwenteling van de kruk 6 na opstarten wordt getoond, die correspondeert met meerdere omwentelingen van het vliegwiel 2, bv. 18 tot 28 omwentelingen. Zoals kan worden gezien uit FIG. 4, is nadat de kruk 6 over 30° is gedraaid, de kinetische energie El van het vliegwiel 2 na opstarten ongeveer 10 kJ en is de hoeksnelheid ωΐ van het vliegwiel 2 ongeveer 110 rpm. Wanneer de kruk 6 over 270° is gedraaid, is de kinetische energie E2 van het vliegwiel 2 ongeveer 115 kJ en is de hoeksnelheid ω2 van het vliegwiel 2 ongeveer 380 rpm. De exacte getallen zijn niet belangrijk, maar het is duidelijk uit dit voorbeeld dat hoe meer tijd de balenpers heeft vóór de eerste impact, des te hoger de hoeksnelheid. In het voorbeeld is de hoeksnelheidverhouding ω2/ω1 ongeveer 380/110 = 3,45, maar aangezien de kinetische energie (voor een zuivere rotatiebeweging) evenredig is met het kwadraat van de hoeksnelheid, is de verhouding van de kinetische energie E2/E1 ongeveer 115/10 = 11,5. Dit voorbeeld laat zien dat wanneer wordt gestart vanuit een gunstige startpositie (ook 'lanceerpositie' genoemd), de kinetische energie van het vliegwiel 2 vóór de eerste impact van de plunjer 4 in het gewasmateriaal 18 binnen de balenkamer 80 met een factor 11,5 (meer dan tien) kan worden verhoogd, wanneer vergeleken met starten vanuit een ongunstige positie, zoals bv. krukpositie A in FIG. 3. Het dient te worden opgemerkt dat de in FIG. 4 getoonde kromme van de kinetische energie, in ieder geval voor de eerste omwenteling van de kruk 6, monotoon toeneemt met de krukashoek Θ. Dus hoe hoger de waarde van Θ, des te meer kinetische energie het vliegwiel 2 zal hebben vóór de 'eerste impact', d.w.z. voordat de plunjer 4 zijn distale positie 8 in de balenkamer 80 bereikt.
Het principe achter de onderhavige uitvinding is een balenpers 70 te verschaffen waarbij het vliegwiel 2 voldoende kinetische energie heeft verkregen vóór de eerste impact van de plunjer 4 op het gewasmateriaal 18 in de balenkamer 80, of, preciezer gezegd, aangezien de hoeveelheid gewasmateriaal 18 in de balenkamer een variabele hoeveelheid kan zijn en zelfs afwezig kan zijn, vóór de plunjer 4 zijn distale positie 8 bereikt. Dit wordt verkregen door het vliegwiel 2 in omgekeerde richting R (d.w.z. terugwaarts) rond te draaien vanaf eender welke positie de kruk 6 werd gestopt (bv. positie E in FIG. 2) tot een vooraf bepaalde lanceerpositie (bv. positie C in FIG. 3). Om er zeker van te zijn dat het vliegwiel 2 veilig, correct en efficiënt wordt teruggedraaid, wordt het conform uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding automatisch uitgevoerd door middel van een opstartcontrolesysteem 1 omvattende ten minste één sensor 11 voor het bepalen van een positie van de kruk 6, en een aanstuureenheid 12 die is verbonden met een uitgang van de sensor 11, waarbij de aanstuureenheid is aangepast voor het aansturen van een hulpmotor 5 voor het in omgekeerde richting R ronddraaien van het vliegwiel 2 tot de kruk 6 de vooraf bepaalde lanceerpositie bereikt. Wanneer vanaf deze lanceerpositie wordt gestart, wordt het risico van opstartproblemen verminderd, zo niet volledig geëlimineerd.
Dus, aannemend dat de kruk 6 zich in positie C (FIG. 3) bevindt, kan de balenpers 17 nu gestart worden, bv. door het koppelen of in werking stellen van de drijvende as 3 van de balenpers met een tractor-aftakas 15 (FIG. 1). Het vliegwiel 2 wordt aangedreven in normale (d.w.z. voorwaartse) richting F vanuit krukpositie C (vooraf bepaalde lanceerpositie) en tegen de tijd dat de plunjer 4 het gewasmateriaal 18 bereikt, zal het vliegwiel 2 voldoende kinetische energie hebben verkregen om het gewasmateriaal 18 samen te drukken en rond te blijven draaien. Tijdens de eerste samendrukking zal het vliegwiel 2 inderdaad een deel van zijn kinetische energie kwijtraken (bv. 0 tot 25 kJ, afhankelijk van de hoeveelheid en toestand van het gewasmateriaal 18 in de balenkamer 80), maar dankzij de start vanuit de vooraf bepaalde lanceerpositie zal een voldoende hoeveelheid kinetische energie overblijven, ondanks de tijdens de samendrukking kwijtgeraakte energie, zodat het vliegwiel 2 kan blijven ronddraaien. Het vliegwiel zal typisch vertragen tot de plunjer 4 zijn distale positie 8 heeft bereikt, maar zal opnieuw versnellen om zijn kinetische energie voor de volgende samendrukking te verhogen. Aangezien de kruk 6 nu bijna een volledige omwenteling heeft, zal het niet alleen de tijdens de eerste impact kwijtgeraakte energie terugwinnen, maar zal nog verder versnellen, etc., en blijven versnellen tijdens de volgende omwentelingen tot het zijn nominale snelheid heeft bereikt (bv. 1000 rpm).
In een uitvoeringsvorm van het opstartsysteem is de sensor 11 een druksensor die is aangepast voor het registreren van de druk die wordt uitgeoefend door het gewasmateriaal 18 op de plunjer 4, en de aanstuureenheid 12 is aangepast voor het omkeren van de hulpmotor 5 tot de geregistreerde druk groter of gelijk is aan een vooraf bepaalde drempeldruk. Deze werkwijze zou niet werken voor een lege balenpers 70, maar er is geen opstartprobleem voor een lege balenpers en de aanstuureenheid 12 kan gemakkelijk worden ontworpen om deze toestand te incorporeren, bv. wanneer de motor 5 langer dan een vooraf bepaalde tijd geactiveerd is zonder met de drempelwaarde geconfronteerd te worden, dan kan het terugdraaien stoppen, omdat dan elke opstartpositie een deugdelijke lannceerpositie zou zijn.
Een vergelijkbaar gedrag kan worden bereikt door een elektrische hulpmotor 5 te gebruiken en door het meten van een bedrijfsparameter, bv. stroom als een indicatie van het torsiemoment uitgeoefend door de hulpmotor tegen de druk uitgeoefend door het gewasmateriaal 18 in de balenkamer 80. Wanneer de bedrijfsparameter, bv. stroom, een vooraf bepaalde drempelwaarde bereikt, zal de aanstuureenheid 12 stoppen met terugdraaien.
In een andere uitvoeringsvorm is de vooraf bepaalde lanceerpositie gekozen als een positie waarbij de kruk 6 een vooraf bepaalde hoekafstand laat zien, gemeten in voorwaartse (positieve) richting F, tot de positie die de kruk 6 zou aannemen wanneer de plunjer 4 zich in zijn distale positie 8 bevindt. De vooraf bepaalde hoekafstand Θ is bij voorkeur in het bereik van 0° tot 180°, bij voorkeur minder dan 120°, of minder dan 90°, of minder dan 60°, of minder dan 30°. Hoeken groter dan 120° zouden ook werken, maar kunnen een krachtiger hulpmotor 5 nodig hebben voor het samendrukken van het gewasmateriaal 18. Hoeken groter dan 180°, bv. 200°, kunnen ook werken, maar worden niet aanbevolen, omdat het vliegwiel 2 minder kinetische energie zal verkrijgen, aldus het risico van blijven steken verhogend.
Verschillende soorten sensoren 11 kunnen worden gebruikt, de sensor 11 kan bv. een IR-sensor zijn, of een capacitieve sensor of een magnetische sensor of een inductieve sensor, of elk ander geschikt type sensor dat bij de gemiddelde vakman bekend is. De sensor kan meerdere samenwerkende delen hebben maar hoeft deze niet te hebben, bv. een IR-zender en IR-ontvanger. De sensor of sensoronderdelen kunnen op verschillende locaties zijn gelokaliseerd, bv. het vliegwiel 2, het balenperschassis 25, de kruk 6, de balenkamer 80, de plunjer 4, etc. In een uitvoeringsvorm is een IR-zender bijvoorbeeld op de kruk 6 bevestigd en is een IR-ontvanger op het chassis 25 bevestigd, of vice versa. In een ander voorbeeld is een inductieve zender op de kruk 6 bevestigd en is een inductieve ontvanger op het chassis 25 bevestigd. In een ander voorbeeld is een eerste magnetisch sensoronderdeel aan de plunjer 4 bevestigd en is een ander magnetisch sensoronderdeel aan de balenkamer 80 bevestigd. In nog alternatieve uitvoeringsvormen is een sensor bv. op de plunjer gericht op de kamer verschaft, of is een sensor in de kamer gericht op de plunjer verschaft.
De sensor 11 kan van een type zijn dat een AAN/UIT-signaal verschaft, bv. een puls, indicatief dat de kruk 6 zich al dan niet in de vooraf gedefinieerde positie bevindt. De sensor 11 kan ook van een soort zijn dat samenwerkt met een codeerorgaan voor het bepalen van een absolute positie, bv. de absolute hoek van de kruk 6, of de absolute hoek van het vliegwiel 2, die naar de absolute krukpositie kan worden geconverteerd waarbij de tandwielkasttransmissieverhouding in aanmerking wordt genomen. Eén of meer sensoren 11 kunnen worden gebruikt, bijvoorbeeld twee sensoren 11 ingericht voor het detecteren van niet alleen de positie van de plunjer 4, maar ook zijn bewegingsrichting.
In een eenvoudig voorbeeld van het opstartcontrolesysteem 1 is een sensor 11 op het balenperschassis 25 vlak bij positie C bevestigd en aangepast voor het verschaffen van een eerste signaal (bv. een stroom van een eerste vooraf bepaalde waarde, bv. 20 mA) wanneer de kruk 6 zich op een hoek Θ tussen 35° en 55° bevindt, gemeten in voorwaartse richting F, tot de positie die de kruk 6 anders zou aannemen wanneer de plunjer 4 zich in zijn distale positie 8 bevindt, en aangepast voor het verschaffen van een tweede signaal (bv. een stroom van een tweede vooraf bepaalde waarde, bv. 4 mA). De aanstuureenheid 12 van het opstartcontrolesysteem 1 zou op een commando wachten dat door de bediener wordt gegeven, bv. door het drukken op een lokaal activeringsmiddel zoals knop 13 voor het voorbereiden van de balenpers voor opstarten, de aanstuureenheid 12 zou de sensor 11 activeren en zou een signaal ontvangen dat indicatief is voor de positie van de kruk 6. Als de sensor 11 een signaal van de eerste vooraf bepaalde waarde uit laat gaan, zou de aanstuureenheid 12 de hulpmotor 5 niet activeren, omdat de kruk 6 zich reeds in de vooraf gedefinieerde lanceerpositie bevindt. Echter, indien, en zolang de aanstuureenheid 12 een signaal van de tweede vooraf bepaalde waarde ontvangt, zou zij de hulpmotor 5 in omgekeerde richting R aandrijven, bv. op constant snelheid, voor het ronddraaien van het vliegwiel 2 en de kruk 6 tot de vooraf bepaalde lanceerpositie, tot zij van de sensor 11 het signaal met de eerste vooraf bepaalde waarde ontvangt en dan stopt zij de hulpmotor 5. De balenpers 17 is dan klaar voor opstarten. Alternatief kan de terugdraaiactie worden gecombineerd met een opstartactie, d.w.z. dat wanneer de bediener op een knop drukt voor het opstarten van de balenpers 70, het opstartsysteem eerst het vliegwiel 2 zou terugdraaien tot de balenpers zich in de vooraf gedefinieerde lanceerpositie bevindt en daarna automatisch de balenpers 70 zou opstarten of het signaal aan de bediener zou geven om de aftakaskoppeling in werking te stellen.
In een variant van dit eenvoudige opstartcontrolesysteem 1 is de aanstuureenheid 1 aangepast voor het verder aandrijven van de hulpmotor 5 gedurende een vooraf gedefinieerde tijdsperiode na het ontvangen van het eerste signaal vanuit de sensor 11. Zodoende kan de lanceerpositie aan te passen of te programmeren zijn door gebruik te maken van een timer, zonder de sensor(en) te hoeven vervangen. Een ander voordeel zou zijn dat de sensor 11 op een handiger locatie kan worden geplaatst, zonder de lanceerpositie te beïnvloeden.
Er kunnen verfijndere aanstuureenheden 12 worden gebruikt, die bv. geen constante terugdraaisnelheid gebruiken, maar de hulpmotor 5 versnellen en vertragen voor het minimaliseren van de tijd die vereist is om de balenpers naar de vooraf bepaalde lanceerpositie te bewegen. In een uitvoeringsvorm is de hulpmotor 5 aangepast voor het operationeel gekoppeld zijn aan het vliegwiel 2 voor het terugdraaien, en ontkoppeld van het vliegwiel 2 wanneer de balenpers zich in normale bedrijfsstand bevindt. In een uitvoeringsvorm is de aanstuureenheid 12 aangepast voor het uit laten gaan van een waarschuwingssignaal, bv. een geluids- of een lichtsignaal, terwijl de kruk 6 terugdraait. In een uitvoeringsvorm, is de aanstuureenheid 12 aangepast voor het verschaffen van een 'gereed'-signaal wanneer de lanceerpositie wordt bereikt zodat de bediener de aftakaskoppeling in werking zal stellen.
Het opstartcontrolesysteem 1 zal alleen worden gebruikt wanneer het vliegwiel 2 stilstaat. Het kan een additionele sensor hebben voor het controleren of het vliegwiel 2 werkelijk stilstaat voordat de hulpmotor 5 in werking wordt gesteld. Het opstartcontrolesysteem 1 moet worden geïnitieerd of geactiveerd, bv. door middel van een lokaal activeringsmiddel 13, bv. een drukknop bevestigd op het balenperschassis 25. In een uitvoeringsvorm wordt het opstartcontrolesysteem 1 geactiveerd vanuit een activeringsmiddel 14 op afstand, bv. een schakelaar of hendel in een tractor 17 vastgemaakt aan de balenpers 70, of zelfs op het controlescherm van de balenpers dat is geïnstalleerd op een touch screen in de tractorcabine. In plaats van een zelfstandige schakelaar of hendel kan het activeringsmiddel 14 op afstand ook in aanstuurschakelingen van de tractor geïntegreerd zijn. Het kan bijvoorbeeld op een zodanige manier geïntegreerd zijn dat één enkel commando voor het starten van de balenpers 70 automatisch eerst het opstartcontrolesysteem 1 activeert voor het terugdraaien van het vliegwiel 2 voor het positioneren van de kruk 6 in de vooraf bepaalde lanceerpositie, dan wacht voor een 'gereed'-signaal vanuit het opstartcontrolesysteem 1 en om dan automatisch de balenpers 70 op te starten, alles door één enkel commando.
De hulpmotor 5 kan bv. een hydraulische of een elektrische motor zijn. Hij kan permanent aan de drijvende as 3 of het vliegwiel 2 van de balenpers 70 vastgemaakt zijn, of kan aangepast zijn voor het ontkoppeld zijn van de drijvende as 3 en het vliegwiel 2 tijdens normaal functioneren van de balenpers, voor het vermijden van enig negatief effect, zoals energieverlies of slijtage.
Dankzij het boven beschreven opstartcontrolesysteem 1 hebben combinaties van tractor 17 en balenpers 70 een verminderd risico dat de tractormotor afslaat of het aftakas overbelastingsmechanisme tijdens opstarten van de balenpers 70 wordt geactiveerd. Bovendien maakt het opstartcontrolesysteem 1 het mogelijk dat met een gegeven type balenpers 70 minder krachtige tractoren 17 kunnen worden gebruikt.
Ook verschaft wordt een werkwijze voor het upgraden van een bestaande balenpers voor het verbeteren van haar opstartgedrag. In een eerste uitvoeringsvorm van de werkwijze voor het upgraden van een bestaande balenpers heeft de balenpers 70 al een hulpmotor 5 die in staat is tot het aandrijven van het vliegwiel 2, in welk geval aan de balenpers 70, bij voorkeur samen met een lokaal of activeringsmiddel op afstand, een opstartcontrolesysteem 1 wordt toegevoegd dat ten minste één sensor 11 en de aanstuureenheid 12 omvat. In een tweede uitvoeringsvorm van de werkwijze voor het upgraden van een bestaande balenpers 70 heeft de balenpers nog geen hulpmotor 5 die in staat is tot het terugdraaien van het vliegwiel 2. In dat geval zal aan de balenpers 70 verder ook een hulpmotor 5 worden toegevoegd.
VERWIJZINGEN 1 opstartcontrolesysteem 2 vliegwiel 3 as 4 plunjer 5 hulpmotor 6 kruk 7 dichtbijgelegen positie 8 distale positie 11 sensor 12 aanstuureenheid 13 lokaal activeringsmiddel 14 activeringsmiddel op afstand 15 tractor-aftakas 16 baal 17 tractor 18 gewasmateriaal 23 afvoeruitlaat 24 laadmechanisme 25 chassis 26 zich voorwaarts uitstrekkende tong 27 opraapassemblage 28 aanvoerkanaal 29 vulmechanisme 31 afvoer 46 tandwielkast 70 balenpers 80 balenkamer Θ hoekstand of hoekafstand E kinetische energie ω hoeksnelheid F normale/voorwaartse richting R terugwaartse/omgekeerde richting

Claims (12)

  1. Conclusies
    1. Balenpers (70) omvattende: - een as (3), en een vliegwiel (2) vastgemaakt aan de as (3) en aangepast voor het ronddraaien in een voorwaartse richting (F) voor het produceren van balen (16); - een plunjer (4) via een kruk (6) vastgemaakt aan het vliegwiel (2), waarbij de plunjer is aangepast voor het uitvoeren van een heen-en-weerbeweging tussen een dichtbijgelegen positie (7) waarin gewasmateriaal (18) kan worden bijgevoegd in een balenkamer (80) en een distale positie (8) waarin het gewasmateriaal (18) in de balenkamer (80) wordt samengedrukt; - een hulpmotor (5) vastmaakbaar aan het vliegwiel (2) voor het opstarten van rotatie van het vliegwiel (2); daardoor gekenmerkt dat de balenpers (17) verder een opstartcontrolesysteem (1) omvat, omvattende: - ten minste één sensor(ll) die indicatief is voor een positie van de kruk (6); - een aanstuureenheid (12) verbonden met de ten minste ene sensor (11) en aangepast voor het aansturen van de hulpmotor (5) voor het in omgekeerde richting (R) ronddraaien van het vliegwiel (2) tot een vooraf bepaalde lanceerpositie.
  2. 2. Balenpers (17) volgens conclusie 1, waarbij de vooraf bepaalde lanceerpositie een hoekstand (Θ) van de kruk (6) bij een hoekafstand van minder dan 180° is, gemeten in voorwaartse richting (F) met betrekking tot de krukpositie waarin de plunjer (4) zich in zijn distale positie (8) bevindt, bij voorkeur minder dan 120°, meer bij voorkeur minder dan 60°, nog meer bij voorkeur minder dan 30°.
  3. 3. Balenpers (70) volgens één van de voorafgaande conclusies, waarbij de ten minste ene sensor (11) een druksensor is voor het registreren van een druk uitgeoefend door het gewasmateriaal (18) op de plunjer (4) en waarbij de aanstuureenheid (12) is aangepast voor het omkeren van de hulpmotor (5) tot de geregistreerde druk groter is dan een vooraf bepaalde drempeldruk.
  4. 4. Balenpers (70) volgens één van de voorafgaande conclusies, waarbij de hulpmotor (5) een elektrische motor is en waarbij de sensor een sensor is voor het meten van een bedrijfsparameter van de hulpmotor (5) en waarbij de aanstuureenheid (12) is aangepast voor het omkeren van de hulpmotor (5) tot de bedrijfsparameter groter is dan een vooraf bepaalde drempelparameter.
  5. 5. Balenpers (70) volgens één van de voorafgaande conclusies, waarbij de ten minste ene sensor (11) is gekozen uit de groep van een IR-sensor, een capacitieve sensor, een magnetische sensor en een inductieve sensor.
  6. 6. Balenpers (70) volgens één van de voorafgaande conclusies, waarbij de ten minste ene sensor (11) een eerste en een tweede onderdeel omvat, waarbij één onderdeel op het balenperschassis (25) is gelokaliseerd en het andere onderdeel op de kruk (6) is gelokaliseerd.
  7. 7. Balenpers (70) volgens één van de voorafgaande conclusies, verder omvattende een lokaal activeringsmiddel (13) voor het activeren van het opstartcontrolesysteem (1) voor het in omgekeerde richting (R) ronddraaien van het vliegwiel (2) tot de vooraf bepaalde lanceerpositie.
  8. 8. Balenpers (70) volgens conclusie 7, waarbij het lokale activeringsmiddel (13) is gekozen uit de groep van een knop, een schakelaar en een hendel.
  9. 9. Combinatie van tractor en balenpers, omvattende: - de balenpers (70) volgens één van de voorafgaande conclusies, en met een drijvende as (3) vastmaakbaar aan het vliegwiel (2); - een tractor (17) met een aftakas (15) vastmaakbaar aan de drijvende as van de balenpers (17).
  10. 10. Combinatie van tractor en balenpers volgens conclusie 9, waarbij de tractor (17) verder een activeringsmiddel (15) op afstand omvat dat operationeel is verbonden met het opstartcontrolesysteem (1).
  11. 11. Werkwijze voor het upgraden van een bestaande balenpers (70) voor het ronddraaien van het vliegwiel (2) tot een vooraf bepaalde lanceerpositie, de balenpers omvattende een vliegwiel (2) vastmaakbaar aan een tractor-aftakas (15) en aangepast voor het in een voorwaartse richting (F) ronddraaien voor het produceren van balen (16); en een plunjer (4) via een kruk (6) vastgemaakt aan het vliegwiel (2) en aangepast voor het uitvoeren van een heen-en-weerbeweging tussen een dichtbijgelegen positie (7) en een distale positie (8) in een balenkamer (80); de werkwijze omvattende: a) het aan de balenpers (70) toevoegen van een hulpmotor (5) aangepast voor het in een omgekeerde richting (R) ronddraaien van het vliegwiel (2); b) het aan de balenpers (70) toevoegen van een opstartcontrolesysteem (1) omvattende ten minste één sensor (11) en één aanstuureenheid (12), en het verbinden van de aanstuureenheid (12) met de ten minste ene sensor (11) en met de hulpmotor (5), waarbij de aanstuureenheid (12) is aangepast voor het in omgekeerde richting (R) aandrijven van de hulpmotor (5) tot de sensor (11) een signaal verschaft dat aangeeft dat de vooraf bepaalde lanceerpositie is bereikt.
  12. 12. Werkwijze voor het upgraden van een bestaande balenpers (70) voor het ronddraaien van het vliegwiel (2) tot een vooraf bepaalde lanceerpositie, de balenpers omvattende een vliegwiel (2) vastmaakbaar aan een tractor-aftakas (15) en aangepast voor het in een voorwaartse richting (F) ronddraaien voor het produceren van balen (16); en een plunjer (4) via een kruk (6) vastgemaakt aan het vliegwiel (2) en aangepast voor het uitvoeren van een heen-en-weerbeweging tussen een dichtbijgelegen positie (7) en een distale positie (8) in een balenkamer (80); en een hulpmotor (5) voor het in een omgekeerde richting (R) ronddraaien van het vliegwiel (2); de werkwijze omvattende het aan de balenpers (70) toevoegen van een opstartcontrolesysteem (1) omvattende ten minste één sensor (11) en één aanstuureenheid (12), en het verbinden van de aanstuureenheid (12) met de ten minste ene sensor (11) en met de hulpmotor (5), waarbij de aanstuureenheid (12) is aangepast voor het in omgekeerde richting (R) aandrijven van de hulpmotor (5) tot de sensor (11) een signaal verschaft dat aangeeft dat de vooraf bepaalde lanceerpositie is bereikt.
BE2013/0111A 2013-02-20 2013-02-20 Balenpers met opstartcontrolesysteem BE1021131B1 (nl)

Priority Applications (7)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2013/0111A BE1021131B1 (nl) 2013-02-20 2013-02-20 Balenpers met opstartcontrolesysteem
BR112015019957-7A BR112015019957B1 (pt) 2013-02-20 2014-02-18 Enfardadeira, combinação de trator e enfardadeira, e métodos para atualizar uma enfardadeira existente
RU2015125305A RU2606528C1 (ru) 2013-02-20 2014-02-18 Пресс-подборщик с системой управления запуском
US14/768,617 US9402346B2 (en) 2013-02-20 2014-02-18 Baler with start-up control system
EP14704813.6A EP2958421B1 (en) 2013-02-20 2014-02-18 Baler with start-up control system
PCT/EP2014/053067 WO2014128097A1 (en) 2013-02-20 2014-02-18 Baler with start-up control system.
CN201480003500.9A CN104853585B (zh) 2013-02-20 2014-02-18 具有起动控制系统的打包机

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2013/0111A BE1021131B1 (nl) 2013-02-20 2013-02-20 Balenpers met opstartcontrolesysteem

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1021131B1 true BE1021131B1 (nl) 2016-01-05

Family

ID=48183954

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE2013/0111A BE1021131B1 (nl) 2013-02-20 2013-02-20 Balenpers met opstartcontrolesysteem

Country Status (7)

Country Link
US (1) US9402346B2 (nl)
EP (1) EP2958421B1 (nl)
CN (1) CN104853585B (nl)
BE (1) BE1021131B1 (nl)
BR (1) BR112015019957B1 (nl)
RU (1) RU2606528C1 (nl)
WO (1) WO2014128097A1 (nl)

Families Citing this family (14)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE102013004940A1 (de) 2012-10-15 2014-04-17 Voxeljet Ag Verfahren und Vorrichtung zum Herstellen von dreidimensionalen Modellen mit temperiertem Druckkopf
BE1021141B1 (nl) * 2013-04-15 2016-01-08 Cnh Industrial Belgium Nv Vliegwielopstartsysteem
BE1022129B1 (nl) * 2014-07-09 2016-02-17 Cnh Industrial Belgium Nv Balenpers voor gebruik in de landbouw met hulpkrachtbron aangedreven door een beweegbaar onderdeel op de balenpers
CN104303723B (zh) * 2014-10-27 2016-02-03 中国农业大学 具有直线钩绳机构的打捆装置及打捆方法
EP3207783B1 (en) * 2016-02-19 2018-10-03 Kverneland Group Mechatronics B.V. A method of operating an agricultural system having a tractor and an implement, and an agricultural system
BE1023621B1 (nl) * 2016-04-08 2017-05-18 Cnh Industrial Belgium Nv Hulpkrachtbron voor een landbouwbalenpers met anticiperende regeling achtergrond van de uitvinding
CN109922656A (zh) 2016-08-31 2019-06-21 维米尔制造公司 连续圆形打捆机和形成圆形草捆的改进方法
DE102016222081A1 (de) 2016-11-10 2018-05-17 Deere & Company Rechteckballenpresse mit einer die Stopferbewegung kompensierenden Gegenmasse
DE102017121090A1 (de) 2017-09-12 2019-03-14 Usines Claas France S.A.S Ballenpresse sowie Verfahren zu deren Betrieb
US10550782B2 (en) * 2018-01-05 2020-02-04 Ford Global Technologies, Llc Method and system for operating an engine in humid conditions
US11825773B2 (en) * 2019-01-09 2023-11-28 Great Plains Manufacturing, Inc. High capacity baler
CN111623858B (zh) * 2020-05-09 2022-03-15 扬州大学 土木工程实验用定量取样装置及其使用方法
EP4424142A1 (en) 2023-02-28 2024-09-04 CNH Industrial Belgium N.V. Baler with brake with several stop positions dependent on different situations
DE202024102596U1 (de) 2024-05-21 2024-07-01 Kuhn-Geldrop B.V. Landwirtschaftliche Ballenpresse

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0933018A2 (de) * 1998-01-31 1999-08-04 Maschinenfabrik Bernard Krone GmbH Aufsammelkolbenpresse
EP1974601A1 (de) * 2007-03-31 2008-10-01 Maschinenfabrik Bernhard Krone GmbH Großballenpresse
US20100108413A1 (en) * 2008-10-31 2010-05-06 Eric Ryan Lang Entire Machine Jog Drive
US20120310491A1 (en) * 2009-11-19 2012-12-06 Antoon Vermeulen Tractor Comprising a Control System

Family Cites Families (10)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3525302A (en) * 1968-06-03 1970-08-25 Sperry Rand Corp Step-up drive for a baling machine
DD119515A1 (nl) * 1975-06-09 1976-05-05
SU1501971A1 (ru) * 1987-07-17 1989-08-23 Фрунзенский Конструкторско-Технологический Институт По Кормоуборочным Машинам Пресс-подборщик
US6105353A (en) * 1996-05-28 2000-08-22 Claas Kgaa Planetary transmission for baler
DE19628604A1 (de) * 1996-07-16 1998-01-22 Claas Usines France Antriebssystem für landwirtschaftliche Großballenpresse
US6651416B2 (en) * 2002-02-28 2003-11-25 Deere & Company Large rectangular baler having hydraulically powered functions, and control system therefor
CN201064104Y (zh) * 2007-05-28 2008-05-28 中国农业机械化科学研究院呼和浩特分院 饲草切割揉搓压捆机
CN201422258Y (zh) * 2009-06-26 2010-03-17 中国农业机械化科学研究院 一种秸秆捡拾方捆打捆机
BE1018856A3 (nl) * 2009-08-12 2011-10-04 Cnh Belgium Nv Een voertuig voor landbouwdoeleinden met een slot voor een toegangspaneel.
BE1019181A3 (nl) * 2010-02-12 2012-04-03 Cnh Belgium Nv Vierkantebalenpers en bijbehorende regelmethode.

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0933018A2 (de) * 1998-01-31 1999-08-04 Maschinenfabrik Bernard Krone GmbH Aufsammelkolbenpresse
EP1974601A1 (de) * 2007-03-31 2008-10-01 Maschinenfabrik Bernhard Krone GmbH Großballenpresse
US20100108413A1 (en) * 2008-10-31 2010-05-06 Eric Ryan Lang Entire Machine Jog Drive
US20120310491A1 (en) * 2009-11-19 2012-12-06 Antoon Vermeulen Tractor Comprising a Control System

Also Published As

Publication number Publication date
US20160000015A1 (en) 2016-01-07
US9402346B2 (en) 2016-08-02
EP2958421B1 (en) 2019-12-18
RU2606528C1 (ru) 2017-01-10
BR112015019957A2 (pt) 2017-07-18
WO2014128097A1 (en) 2014-08-28
BR112015019957B1 (pt) 2020-10-06
CN104853585B (zh) 2017-03-22
EP2958421A1 (en) 2015-12-30
CN104853585A (zh) 2015-08-19

Similar Documents

Publication Publication Date Title
BE1021131B1 (nl) Balenpers met opstartcontrolesysteem
AU2014243051B2 (en) Agricultural baler with auxiliary motor.
US20150201561A1 (en) Continuous Baler with Surge Bin
BE1022128B1 (nl) Vuleenheid voor een balenpers voor gebruik in de landbouw met een automatische densiteitsregeling
AU2018267585B2 (en) Baler with automated positioning of plunger
US4117775A (en) Tying needle safety control for crop balers
EP3308635B1 (en) Agricultural harvesting machine
EP3157320B1 (en) Agricultural baler with a common drive powering the plunger and the needles with an integrated safety
US9167750B2 (en) Stuffer chute fill indicator
EP3308634B1 (en) Agricultural harvesting machine
BE1021947B1 (nl) Hulpkrachtbron voor een balenpers voor gebruik in de landbouw met mechanische remming van het vliegwiel
EP3166386B1 (en) Auxiliary power system for an agricultural baler with flywheel start up
BE1022420B1 (nl) Balenpers voor gebruik in de landbouw met hulpenergiesysteem voor het voeden van verschillende functionele onderdelen aan boord van de balenpers
EP3114921B1 (en) Agricultural baler knotter system
EP4424142A1 (en) Baler with brake with several stop positions dependent on different situations
BE1021933B1 (nl) Hydraulische rem met energieterugwinning voor een vuleenheid in een balenpers voor gebruik in de landbouw
BE1021162B1 (nl) Systeem voor het activeren van de vuller van een balenpers voor gebruik in de landbouw