BE1020446A3 - Een veilige knoper voor een agrarische balenpers. - Google Patents

Een veilige knoper voor een agrarische balenpers. Download PDF

Info

Publication number
BE1020446A3
BE1020446A3 BE2012/0039A BE201200039A BE1020446A3 BE 1020446 A3 BE1020446 A3 BE 1020446A3 BE 2012/0039 A BE2012/0039 A BE 2012/0039A BE 201200039 A BE201200039 A BE 201200039A BE 1020446 A3 BE1020446 A3 BE 1020446A3
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
cover plate
knotter
movable
open position
movable member
Prior art date
Application number
BE2012/0039A
Other languages
English (en)
Inventor
Stijn Vergote
Original Assignee
Cnh Belgium Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Cnh Belgium Nv filed Critical Cnh Belgium Nv
Priority to BE2012/0039A priority Critical patent/BE1020446A3/nl
Priority to BR112014016155A priority patent/BR112014016155A8/pt
Priority to EP13700385.1A priority patent/EP2804464B1/en
Priority to CN201380004702.0A priority patent/CN104053354B/zh
Priority to PCT/EP2013/050616 priority patent/WO2013107718A1/en
Priority to US14/372,688 priority patent/US10433489B2/en
Application granted granted Critical
Publication of BE1020446A3 publication Critical patent/BE1020446A3/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01FPROCESSING OF HARVESTED PRODUCE; HAY OR STRAW PRESSES; DEVICES FOR STORING AGRICULTURAL OR HORTICULTURAL PRODUCE
    • A01F15/00Baling presses for straw, hay or the like
    • A01F15/08Details
    • A01F15/14Tying devices specially adapted for baling presses
    • A01F15/145Twine knotters
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01FPROCESSING OF HARVESTED PRODUCE; HAY OR STRAW PRESSES; DEVICES FOR STORING AGRICULTURAL OR HORTICULTURAL PRODUCE
    • A01F15/00Baling presses for straw, hay or the like
    • A01F15/08Details
    • A01F15/0841Drives for balers
    • A01F15/0858Drives for balers for the tying devices or needles
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01FPROCESSING OF HARVESTED PRODUCE; HAY OR STRAW PRESSES; DEVICES FOR STORING AGRICULTURAL OR HORTICULTURAL PRODUCE
    • A01F15/00Baling presses for straw, hay or the like
    • A01F15/08Details
    • A01F15/14Tying devices specially adapted for baling presses
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01FPROCESSING OF HARVESTED PRODUCE; HAY OR STRAW PRESSES; DEVICES FOR STORING AGRICULTURAL OR HORTICULTURAL PRODUCE
    • A01F21/00Devices for protecting human beings for threshing machines or baling presses

Description

Een veilige knoper voor een agrarische balenpers
Toepassingsgebied van de uitvinding
De onderhavige uitvinding heeft algemeen betrekking op knopers voor gebruik met agrarische balenpersen voor het maken van balen van agrarisch gewasmateriaal. Meer in het bijzonder heeft de onderhavige uitvinding betrekking op knopers, speciaal ontworpen voor veiligheid van de bediener ervan. De onderhavige uitvinding heeft ook betrekking op balenpersen voorzien van een knoper zodat the balenpersen een verbeterde veiligheid vertonen voor de bediener ervan.
Achtergrond van de uitvinding
Een agrarische balenpers is een machine die aangehangen wordt (PTM - machine van het voortgetrokken type) en die in de landbouw gebruikt wordt met als doel balen te vervaardigen uit (doorgaans) stro of andere biomassa zoals hooi, kuilvoer of gelijkaardig gewasmateriaal dat voortgebracht wordt tijdens het oogsten of het maaien.
Knopers worden gebruikt voor het afbinden van balen van geoogst gewasmateriaal of andere stoffen, zodat de balen kunnen worden gehanteerd, opgeslagen of anderszins gemanipuleerd zonder uiteen te vallen. Daarom worden knopers gebruikt om tenminste één en meestal verscheidene strengen van bindmiddel zoals touw of elk ander geschikt type van lintvormig object omheen de balen te binden, op zo een manier dat dit leidt tot een bevredigende knoop. Deze knopers hebben een knoper systeem met tenminste één beweegbaar deel. Het beweegbaar deel kan bv. de naalden of de naaldjukken zijn. Meer gedetailleerde beschrijvingen van knopers kunnen gevonden worden in US4142746, EP2108247, EP0426905. In wezen wordt het beweegbare deel gebruikt om het lintvormig object rond de baal aan te brengen op het moment dat de baal een vooraf bepaalde gewenste lengte heeft bereikt. Deze beweging wordt geregeld door een aandrijfeenheid, werkend verbonden met het tenminste één beweegbaar deel.'De aandrijfeenheid heeft bijvoorbeeld een stuureenheid (bv. een palgrendel mechanisme) die de werking van het knoper System aanstuurt door de beweging van het ene beweegbare deel of van de meerdere beweegbare delen van het knopersysteem toe te laten wanneer de baal een gewenste lengte voor afbinden door het knoper systeem bereikt.
Het is duidelijk dat bewegende delen in een machine altijd gevaarlijk zijn voor bedieners van de machine, bijvoorbeeld wanneer deze bedieners in de buurt van deze bewegende delen komen voor onderhoud, vooral wanneer de beweging van deze onderdelen niet continu is maar voorwaardelijk, zoals in het geval van een knoper waar het afbinden pas start wanneer de baal een vooraf bepaalde gewenste lengte heeft bereikt. In het algemeen kan het zijn dat dergelijke knopers geen of onvoldoende afdekking van hun bewegende delen hebben. Zelfs in realisaties met afdekplaten (zelfs indien dergelijke afdekplaten handmatig worden vergrendeld), zoals bijvoorbeeld in DD112320, blijft het veiligheidsprobleem wanneer de bediener een dergelijke afdekplaat opent en de bewegende delen benadert voor onderhoudswerkzaamheden. Met name in het systeem zoals beschreven in DD112320 zijn middelen voorzien om te voorkomen dat een bediener een afdekplaat opent terwijl de naalden in de balenkamer aanwezig zijn; maar niets verhindert echter dat de bediener de afdekplaat opent voor de baal zijn vooraf bepaalde lengte heeft bereikt, waarna de naalden nog steeds in de balenkamer kunnen bewegen en dus potentieel de bediener kunnen kwetsen of verwonden.
De noodzaak voor het verhogen van de veiligheid van een bediener komt aan bod in standardisatie-inspanningen door de nadruk te leggen op een betere afdekking van bewegende delen in het knoper gebied.
Bijgevolg is er ruimte voor goede knoper apparaten, bijvoorbeeld balenpersen voorzien van dergelijke knoper apparaten, met een verbeterde veiligheid voorde bediener.
Samenvatting van de uitvinding
Het is een doel van uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding om knopers te voorzien die een goede, bijvoorbeeld aanzienlijk verbeterde, veiligheid van de bediener voorzien terwijl de productiekosten van een dergelijke machine onder controle gehouden worden.
Het bovenstaande doel wordt bereikt door een knoper volgens uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding.
In een eerste aspect van de uitvinding wordt een knoper voor een agrarische balenpers voorzien. De knoper omvat een knoper systeem met ten minste één beweegbaar deel, aangepast voor het bewegen terwijl een baal wordt afgebonden, en een aandrijfeenheid, werkend verbonden met het tenminste één beweegbaar deel, voor het regelen van zijn beweging. De knoper is verder voorzien van een eerste afdekplaat, geassocieerd met tenminste één beweegbaar deel, waarbij de eerste afdekplaat een eerste afdekkende positie heeft waarin de eerste afdekplaat ten minste gedeeltelijk het tenminste één beweegbaar deel waarmee het geassocieerd is afdekt, en een tweede geopende positie, waarin de eerste afdekplaat niet langer het tenminste één beweegbaar deel afdekt waarmee het geassocieerd is. De knoper wordt verder daardoor gekenmerkt dat het een veiligheidssysteem omvat, werkzaam verbonden met de aandrijfeenheid van het tenminste één beweegbaar deel en de eerste afdekplaat, zodat de plaatsing of het mogelijk maken van de plaatsing van de eerste afdekplaat in de tweede geopende positie de beweging van het tenminste één beweegbaar deel geassocieerd met de eerste afdekplaat stopt.
In uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding bedekt de eerste afdekplaat van de knoper alle beweegbare delen van het knoper systeem.
In uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding omvat de knoper een tweede afdekplaat en een tweede beweegbaar deel, waarbij de eerste afdekplaat geassocieerd is met een eerste beweegbaar deel en de tweede afdekplaat geassocieerd is met het tweede beweegbaar deel. De tweede afdekplaat heeft eveneens een eerste afdekkende positie waarin de tweede afdekplaat ten minste gedeeltelijk het tweede beweegbaar deel waarmee het geassocieerd is afdekt, en een tweede geopende positie, waarin de tweede afdekplaat niet langer het tweede beweegbaar deel afdekt. In deze uitvoeringsvorm van de uitvinding wordt de knoper verder gekenmerkt doordat de eerste en de tweede afdekplaat zodanig ten opzichte van elkaar zijn aangebracht dat de tweede afdekplaat enkel in haar tweede geopende positie kan Worden gebracht nadat de eerste afdekplaat in haar geopende positie is gebracht, waarbij het veiligheidssysteem verder eveneens werkzaam met het aandrijfmechanisme van het tweede beweegbare deel verbonden is, zodat de plaatsing of het mogelijk maken van de plaatsing van de eerste afdekplaat in de tweede geopende positie reeds de beweging van het tweede beweegbaar deel stopt.
Een knoper volgens uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding kan worden voorzien van een aandrijfeenheid die controle middelen omvat voor het regelen van de werking van het knoper systeem door het toelaten van de beweging van de één of meer beweegbare delen van het knoper systeem wanneer de baal die gevormd wordt een vooraf bepaalde gewenste lengte heeft bereikt om te worden afgebonden door het knoper systeem. De veiligheidssystemen stoppen de beweging van de één of meer beweegbare delen wanneer de eerste afdekplaat gaat naar, of is ingeschakeld om te gaan naar haar tweede geopende positie, door het onderbreken van de controle middelen.
De aandrijfeenheid van een knoper volgens alternatieve uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding kan een draaibare as omvatten voor het verstrekken van het vermogen om de één of meerdere beweegbare delen te bewegen. De veiligheidssystemen stoppen de beweging van de één of meer beweegbare delen wanneer de eerste afdekplaat in haar tweede geopende positie gebracht wordt, of ingeschakeld is om in die positie te worden gebracht, door het loskoppelen van de draaibare as van de één of meer beweegbare delen.
De veiligheidssystemen van een knoper volgens uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding kunnen mechanische middelen zijn met een eerste vergrendelde positie die beweging van de eerste afdekplaat van haar eerste afdekkende positie uitschakelt maar die normale werking van de aandrijfeenheid toelaat, en een tweede geopende positie, die toelaat dat de eerste afdekplaat beweegt van haar eerste afdekkende positie naar de tweede geopende positie maar die gelijktijdig tussenkomt in de werking van de aandrijfeenheid zodat de één of meer bewegende delen die hierop zijn aangesloten, stoppen met bewegen.
De mechanische middelen kunnen een handvat omvatten dat verbonden is met een hefboom om de eerste afdekplaat in haar eerste afdekkende positie te vergrendelen, en een vergrendelmechanisme om de aandrijfeenheid te vergrendelen, waarbij het vergrendelmechansime eveneens met het handvat verbonden is.
In een andere uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding omvatten de veiligheidssystemen van een knoper een sensor voor het detecteren van een wijziging van de eerste afdekplaat tussen haar posities, en actuatoren, aangestuurd door de sensor, werkzaam verbonden met de aandrijfeenheid.
In een tweede aspect van de uitvinding wordt een balenpers voorzien die een balenkamer en een knoper zoals in het eerste aspect van de uitvinding omvat, waarbij de knoper verbonden is met de balenkamer.
Specifieke en voorkeursdragende aspecten van de uitvinding zijn opgenomen in de aangehechte onafhankelijke en afhankelijke conclusies. Kenmerken van de afhankelijke conclusies kunnen worden gecombineerd met kenmerken van de onafhankelijke conclusies en met kenmerken van andere afhankelijke conclusies zoals aangewezen en niet enkel zoals uitdrukkelijk in de conclusies naar voor gebracht.
Voor het samenvatten van de uitvinding en de bereikte voordelen ten opzichte van de stand van de techniek werden bepaalde doelstellingen en voordelen van de uitvinding hierboven beschreven. Het is uiteraard te begrijpen dat niet noodzakelijk al deze doelstellingen of voordelen kunnen bereikt worden door elke specifieke uitvoeringsvorm van de uitvinding. Dus, bijvoorbeeld, vakmensen zullen onderkennen dat de uitvinding kan worden belichaamd of uitgevoerd op een wijze die één voordeel of een groep van voordelen zoals hierin aangereikt bereikt of optimaliseert, zonder daarbij noodzakelijk andere doelstellingen of voordelen te bereiken die hierin kunnen aangereikt of gesuggereerd zijn.
Deze en andere aspecten van de uitvinding zullen duidelijk zijn aan de hand van en verhelderd worden met verwijzing naar de hiernavolgende beschreven uitvoeringsvorm(en).
Korte beschrijving van de figuren
De uitvinding zal nu verder worden beschreven, bij wijze van voorbeeld, met verwijzing naar de bijhorende figuren waarin: FIG. 1 een schematisch, verticaal doorgesneden zicht is op een typische rechthoekige agrarische balenpers; FIG. 2 schematisch het knoper proces van een agrarische balenpers illustreert; FIG. 3 schematisch een knoper volgens een eerste uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding toont voor gebruik met een agrarische balenpers; FIG. 4 schematisch een knoper volgens een tweede uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding toont voor gebruik met een agrarische balenpers; FIG. 5 schematisch een knoper volgens een derde uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding toont voor gebruik met een agrarische balenpers; FIG. 6 schematische een zijaanzicht illustreert van een balenpers voorzien van een knoper en een veiligheidssysteem in overeenstemming met welbepaalde uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding; FIG. 7 schematisch een achteraanzicht van de balenpers van FIG. 6 illustreert; FIG. 8 en FIG. 9 details tonen van een handvat dat respectievelijk een afdekplaat van de balenpers van FIG. 6 vergrendelt of ontgrendelt; FIG. 10 en FIG. 11 details tonen van een stopstang die respectievelijk een palgrendel mechanisme van de balenpers van FIG. 6 voor het aandrijven van het knoper systeem vergrendelt of ontgrendelt; FIG. 12 en FIG. 13 details tonen van een tweede afdekplaat die respectievelijk vergrendeld of ontgrendeld is voor beweging, afhankelijk van de positie van het handvat dat de eerste afdekplaat vergrendelt of ontgrendelt.
De figuren zijn enkel schematisch en niet limiterend. In de figuren kunnen de afmetingen van sommige onderdelen overdreven en niet op schaal zijn voorgesteld voor illustratieve doeleinden. De afmetingen en relatieve afmetingen komen niet noodzakelijk overeen met effectieve uitvoeringsvormen van de uitvinding.
Referentienummers in de conclusies mogen niet worden geïnterpreteerd om de beschermingsomvang te beperken.
In de verschillende figuren verwijzen dezelfde referentienummers naar dezelfde of gelijkaardige elementen.
Gedetailleerde beschrijving van de uitvinding
De huidige uitvinding zal beschreven worden met betrekking tot bijzondere uitvoeringsvormen en met verwijzing naar bepaalde tekeningen, echter de uitvinding wordt daartoe niet beperkt maar is enkel beperkt door de conclusies.
De termen eerste, tweede, derde en dergelijke in de beschrijving en in de conclusies worden gebruikt voor het onderscheiden van gelijkaardige elementen en niet noodzakelijk voor het beschrijven van een volgorde, noch in de tijd, noch spatiaal, noch in rangorde of op enige andere wijze. Het dient te worden begrepen dat de termen op die manier gébruikt onder geschikte omstandigheden verwisselbaar zijn en dat de uitvoeringsvormen van de uitvinding hierin beschreven geschikt zijn om in andere volgorde te werken dan hierin beschreven of weergegeven.
Bovendien worden de termen boven, onder en dergelijke in de beschrijving en de conclusies aangewend voor beschrijvingsdoeleinden en niet noodzakelijk om relatieve posities te beschrijven. Het dient te worden begrepen dat de termen die zo aangewend worden onder gegeven omstandigheden onderling kunnen gewisseld worden en dat de uitvoeringsvormen van de uitvinding hierin beschreven ook geschikt zijn om te werken volgens andere oriëntaties dan hierin beschreven of weergegeven.
Het dient opgemerkt te worden dat de term "omvat", zoals gebruikt in de conclusies, niet als beperkt tot de erna beschreven middelen dient geïnterpreteerd te worden; deze term sluit geèn andere elementen of stappen uit. Hij is zodoende te interpreteren als het specificeren van de aanwezigheid van de vermelde kenmerken, waarden, stappen of componenten waarnaar verwezen wordt, maar sluit de aanwezigheid of toevoeging van één of meerdere andere kenmerken, waarden, stappen of componenten, of groepen daarvan niet uit. Dus, de omvang van de uitdrukking "een inrichting omvattende middelen A en B" dient niet beperkt te worden tot inrichtingen die slechts uit componenten A en B bestaan. Het betekent dat met betrekking tot de huidige uitvinding, A en B de enige relevante componenten van de inrichting zijn.
Verwijzing doorheen deze specificatie naar "één uitvoeringsvorm" of "een uitvoeringsvorm" betekent dat een specifiek kenmerk, structuur of karakteristiek beschreven in verband met de uitvoeringsvorm is opgenomen in tenminste één uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding. Dus, voorkomen van de uitdrukkingen "in één uitvoeringsvorm" of "in een uitvoeringsvorm" op diverse plaatsen doorheen deze specificatie hoeven niet noodzakelijk allemaal naar dezelfde uitvoeringsvorm te refereren, maar kunnen dit wel doen. Voorts, de specifieke kenmerken, structuren of karakteristieken kunnen gecombineerd worden op eender welke geschikte manier, zoals duidelijk zou zijn voor een gemiddelde vakman op basis van deze bekendmaking, in één of meerdere uitvoeringsvormen.
Vergelijkbaar dient het geapprecieerd te worden dat in de beschrijving van voorbeeldmatige uitvoeringsvormen van de uitvinding verscheidene kenmerken van de uitvinding soms samen gegroepeerd worden in één enkele uitvoeringsvorm, figuur of beschrijving daarvan met als doel het stroomlijnen van de openbaarmaking en het helpen in het begrijpen van één of meerdere van de verscheidene inventieve aspecten. Deze methode van openbaarmaking dient hoe dan ook niet geïnterpreteerd te worden als een weerspiegeling van een intentie dat de uitvinding meer kenmerken vereist dan expliciet vernoemd in iedere conclusie. Eerder, zoals de volgende conclusies weerspiegelen, inventieve aspecten liggen in minder dan alle kenmerken van één enkele voorafgaande openbaar gemaakte uitvoeringsvorm. Dus, de conclusies volgend op de gedetailleerde beschrijving zijn hierbij expliciet opgenomen in deze gedetailleerde beschrijving, met iedere op zichzelf staande conclusie als een afzonderlijke uitvoeringsvorm van deze uitvinding.
Voorts, terwijl sommige hierin beschreven uitvoeringsvormen sommige, maar niet andere, in andere uitvoeringsvormen inbegrepen kenmerken bevatten, zijn combinaties van kenmerken van verschillende uitvoeringsvormen bedoeld als gelegen binnen de reikwijdte van de uitvinding, en vormen deze verschillende uitvoeringsvormen, zoals zou begrepen worden door de vakman. Bijvoorbeeld, in de volgende conclusies kunnen eender welke van de beschreven uitvoeringsvormen gebruikt worden in eender welke combinatie.
In de hier voorziene beschrijving worden talrijke specifieke details naar voren gebracht. Het is hoe dan ook te begrijpen dat uitvoeringsvormen van de uitvinding kunnen uitgevoerd worden zonder deze specifieke details. In andere gevallen zijn welgekende werkwijzen, structuren en technieken niet in detail getoond om deze beschrijving helder te houden.
Waar in uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding wordt verwezen naar gewasmateriaal, wordt verwezen naar elk geschikt type biomassa dat kan geoogst worden en verpakt in balen, zoals bijvoorbeeld hooi, kuilvoer, stro of andere.
Waar in uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding wordt verwezen naar agrarische balenpersen, wordt verwezen naar machines voor het vormen van balen van agrarisch gewasmateriaal, zoals het vormen van balkvormige balen door om het even welk geschikt middel. Een voorbeeld van een dergelijke agrarische balenpers is geïllustreerd in FIG.l. FIG. 1 toont een agrarische balenpers 100 volgens de stand van de techniek, die een chassis 12 omvat dat voorzien is van een voorwaarts uitstekende tong 14 aan zijn voorste einde met aanhangmiddelen (niet getoond) voor het koppelen van de balenpers 100 aan een voorttrekkende tractor. Een opraapsamenstel 13 raapt een zwad gewasmateriaal op van het veld wanneer de balenpers 100 erover rijdt en levért zulk materiaal in het voorste einde van een naar achteren en naar boven gebogen lading vormend aanvoerkanaal 15.
Het kanaal 15 communiceert aan zijn bovenste uiteinde met een omhoog, zich naar voor-en-achter uitstrekkende balenkamer 16 waarin ladingen gewas geladen worden door een cyclisch werkend vulmechanisme 17. Een continu werkend laadmechanisme 19 aan het lager gelegen voorste einde van het aanvoerkanaal 15 voert continu materiaal aan in het kanaal 15 en drukt het samen om ervoor te zorgen dat het gewasmateriaal de vorm aanneemt van de interne configuratie van het kanaal 15 voorafgaand aan een periodieke inwerking door het vulmechanisme 17 en inbrenging in de balenkamer 16. Het aanvoerkanaal 15 kan uitgerust zijn met middelen (niet getoond) voor het bepalen of een volledige lading erin is gevormd, en voor het aansturen van het vulmechanisme 17 als antwoord daarop. Iedere actie van het vulmechanisme 17 brengt een "lading" of "vlok" gewasmateriaal vanuit het kanaal 15 in de kamer 16.
Een plunjer 62 beweegt heen en weer in een voor-en-achterwaartse richting in de balenkamer 16. Biomassa aangevoerd via het aanvoerkanaal 15 wordt daardoor verdicht, bv. samengedrukt of anders behandeld, om zo balen te vormen in de hierboven beschreven werking van de agrarische balenpers 100. Balkvormige balen worden gevormd. De afgewerkte balen worden afgebonden met touw of gelijkaardig lintvormig object om ze zelfondersteunend te maken, bv. voor transport en opslag. Eens afgebonden worden de balen ontladen uit de achterzijde van de balenkamer 16 op een afvoer in de vorm van een helling, algemeen aangeduid met referentie 21.
Voor het afbinden van de balen is op de baler 100 ten minste één knoper 20 voorzien voor het automatisch afbinden van balen van gewasmateriaal, in meer detail getoond in FIG. 2, waarbij elke knoper 20 voorzien is om elk een lintvormig object 102 rond een baal 103 te geleiden en een gesloten lus in het lintvormig object 102 te maken die de baal 103 omcirkelt, bijvoorbeeld door knopen, nieten of versmelten. In overeenkomst met uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding (niet geïllustreerd in de figuren), kan een knoper systeem voorzien zijn dat een veelheid aan knopers 20 omvat die nagenoeg gelijktijdig werken, zodat een baal 103 wordt afgebonden met een veelheid aan lintvormige objecten 102.
Een knoper 20 kan worden uitgevoerd zoals in de stand van de techniek gekend, en kan bijvoorbeeld ten minste één bron van lintvormig object 102 omvatten, bv. ten minste één voorraadrol 110 van touw, een lintvormig object houder 111 om één uiteinde van het lintvormig object 102 vast te houden, een snij-inrichting 114 om het lintvormig object 102 te snijden en een naald 113, bijvoorbeeld uitgevoerd als een heen-en-weer gaande invoeg arm, ook naald genoemd, om een ander deel, bv. uiteinde, van het lintvormig object 102 naar het uiteinde te brengen dat wordt vastgehouden door de lintvormig object houder 111, om het lintvormig object 102 vast te. maken aan zichzelf teneinde een lus te vormen. Zoals geïllustreerd in FIG. 1 is de naald 113 op het chassis 12 van de balenpers gemonteerd en kan deze bij activering worden heen en weer geslingerd doorheen de balenkamer 16. De naald 113 heeft een "thuis" of ruststand volledig onder de balenkamer 16, en een "volledig uitgeslagen" positie waarbij deze volledig doorheen de balenkamer 16 is uitgestrekt. De tip van de naald 113 kan een oog hebben dat daarin voorzien is om het lintvormig object 102 vast te houden.
Het knoper systeem in FIG. 2 geïllustreerd als een illustratieve uitvoeringsvorm heeft een enkel lintvormig object, bv. voorraadrol 110 van touw aan de onderzijde van het systeem. In alternatieve implementaties kan, in geval van een enkele knoper, dergelijke voorraadrol 110 voorzien zijn aan de bovenzijde van het systeem. In alternatieve uitvoeringsvormen, bijvoorbeeld in geval van een dubbele knoper zoals geïllustreerd in FIG. 3, kunnen voorraadrollen 110 voorzien zijn zowel aan de bovenzijde als aan de onderzijde van het systeem.
In het geïllustreerde voorbeeld houdt de lintvormig object, bv. touw, houder 111 één uiteinde van het lintvormig object, bv. een streng touw, vast, en de naald 113 trekt deze streng tussen elkaar rakende uiteinden van een vorige baal (niet geïllustreerd) en diegene die moet worden verpakt. Terwijl de baal 103 die wordt verpakt in baal-verplaatsingsrichting 120 wordt verder geduwd, bijvoorbeeld doorheen een balenkamer 16 van de balenpers 100 of langs een ontlader aan de uitgangszijde van een dergelijke kamer 16, duwt deze tegen de streng touw die wordt vastgehouden tussen de lintvormig object houder 111 en de naald 113, waardoor het lintvormig object 102 wordt verlengd, bijvoorbeeld door het af te rollen van de voorraadrol 110, zoals geïllustreerd in FIG. 2.
Wanneer het einde van de baal 103 die wordt verpakt bereikt wordt, zoals geïllustreerd in FIG. 2, trekt de naald 113 de streng terug naar de lintvormig object houder 111 langs de aangrenzende einden van de baal 103, bijvoorbeeld door de naald 113 door de balenkamer 116 te slingeren. De naald 113 neemt het lintvormig object 102 met zich mee naar ofwel het andere uiteinde van het lintvormig object 102 (enkelvoudige knoper), of naar een ander deel van het lintvormig object 102 (dubbele knoper). Eén knoop (enkelvoudige knoper), of twee opeenvolgende knopen (dubbele knoper) kunnen worden gemaakt, bv. met een knoper mechanisme dat beide uiteinden van de streng aan elkaar knoopt, waarna het lintvormig object 102 kan worden doorgesneden met behulp van een snij-inrichting 114, hetzij achter de enkele knoop, of tussen de twee knopen.
De knoper 20 geïllustreerd in FIG. 2 is een knoper waarbij een enkele lus van lintvormig object 102 betrokken is. Ook meer complexe knoper configuraties zijn in het vakgebied bekend, waarbij bijvoorbeeld meerdere strengen lintvormig object naast elkaar betrokken zijn, of waar bandvormig materiaal door een klemverbinding wordt verbonden ipv. touw. Waar in uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding wordt verwezen naar knopers, wordt verwezen naar om het even welk bindtoestel aangepast voor balenpers processen, d.i. voor gebruik in agrarische balenpersen. Deze omvatten, maar zijn niet beperkt tot, apparaten voor knopen, draaien, nieten of klemmen van om het even wel geschikt lintvormig object, zoals bv. draad, touw of lint, met het oog op het verpakken van een baal van gewas materiaal met behulp van genoemd lintvormig object.
Zoals geïllustreerd in FIG. 3 voorzien uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding een knoper 20 voor een balenpers 100, die een knoper systeem omvat met ten minste één beweegbaar deel 30. Het ten minste één beweegbaar deel 30 kan bv. de naaldjukken of de naalden 113 omvatten, en beweegt terwijl de baal 103 wordt afgebonden. De knoper 20 omvat verder een aandrijfeenheid 40, die werkzaam verbonden is met het ten minste één beweegbaar deel 30, voor het regelen van de beweging daarvan; een eerste afdekplaat 50 geassocieerd met het ten minste één beweegbaar deel 30, waarbij de eerste afdekplaat draaibaar verbonden is aan een knoper chassis 51. Deze eerst afdekplaat 50 heeft een eerste afdekkende positie waarbij de eerste afdekplaat 50 ten minste gedeeltelijk het ten minste één beweegbaar deel 30 waarmee het geassocieerd is afdekt, en een tweede geopende positie, waarbij de eerste afdekplaat het ten minste één beweegbaar deel 30 waarmee het geassocieerd is niet langer afdekt. Met "afdekken" wordt bedoeld "voldoende voorkomen dat (menselijke) operatoren in de buurt van het ten minste één beweegbaar deel 30 komen", meer in het bijzonder in het gebied dan kan bereikt worden door het ten minste één beweegbaar deel tijdens zijn beweging. Met "geopend" wordt bedoeld dat de afdekplaat 50 ten opzichte van het ten minste één beweegbaar deel 30 zo is opgesteld dat ten minste de operator dit ten minste één beweegbaar deel 30 kan onderhouden. De knoper 20 omvat verder een veiligheidssysteem 80, werkzaam verbonden met de aandrijfeenheid 40 van het ten minste één beweegbaar deel 30 en met de eerste afdekplaat 50, zo dat de positionering van de eerste afdekplaat 50 in de tweede geopende positie de beweging van het ten minste één beweegbaar deel 30 geassocieerd met de eerste afdekplaat 50 stopt of voorkomt of vergrendelt.
Het dient te worden opgemerkt dat het veiligheidssysteem 80 niet noodzakelijk een enkel apparaat is of aan apparaat geplaatst op een enkele positie, maar dat het een samenstel van delen kan zijn, bv. een samenstel van samenwerkende delen. Het veiligheidssysteem 80 kan verscheidene apparaten omvatten, zelfs van een verschillende aard (mechanisch, elektronisch, hydraulisch, pneumatisch), waarbij elk van zijn apparaten op verschillende plaatsen in de knoper 20 kunnen geplaatst zijn (bv. sensoren dicht bij de afdekplaat 50 die moet .worden gecontroleerd, actuatoren dicht bij de apparaten die ze moeten aandrijven, bv. dicht bij het palgrendel mechanisme, of dicht bij de aandrijf koppeling). Inderdaad, gezien de gedistribueerde aard van het hier aangepakte probleem, zijnde het in actie treden wanneer een bedrijfstoestand optreedt die veiligheid van de operator in gevaar zou kunnen brengen, welke op één plaats wordt in het oog gehouden (de kant van de afdekplaat), maar welke wordt verholpen op een ander plaats in de knoper 20 (het voorkomen van de beweging van het ten minste één beweegbaar deel 30), kan het veiligheidssysteem 80 van gedistribueerde aard zijn, zelfs indien deze volledig in mechanische vorm gerealiseerd wordt (bv. gebruik van een handvat met assen die zich uitstrekken naar de afdekplaat 50 en naar het gebied van het knoper systeem). In overeenkomst met uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding, ook in een uitvoering met een sensor (aan de kant van de afdekplaat) en een actuator (aan de kant van het knoper systeem) zal instellingscommunicatie (bekabeld of zelfs draadloos) beschikbaar zijn.
Het dient te worden opgemerkt dat het veiligheidssysteem 80 niet noodzakelijk een passief apparaat is, wat betekent een apparaat aangepast voor het handelen enkel wanneer een gebeurtenis plaatsvindt. Hoewel dergelijke uitvoeringsvormen deel uitmaken van de onderhavige uitvinding (bv. een aftast- en aandrijf realisatie), zijn ook actieve uitvoeringsvormen waarin de operator effectief de wijze van werken instelt (hetzij het toelaten van het knopen maar met gesloten afdekplaat 50, hetzij het verbieden van het knopen maar het openen van de afdekplaat 50 mogelijk) mogelijk (bv. het gebruik van een mechanische hendel maar dan gekoppeld aan zowel de afdekplaat 50 als het knoper systeem).
In uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding kan de afdekplaat 50 in haar geopende positie worden gebracht onafhankelijk van de afdekpla(a)t(en) 52 van de touwenkast. Als alternatief kunnen de afdekplaat 50 voor het afdekken van ten minste één beweegbaar deel zoals bijvoorbeeld de naaldjukken of de naalden 113 en de afdekplaat 52 voor de touwenkast in één stuk gemaakt zijn, zodat het in haar geopende positie brengen van de afdekplaat 50 tezelfdertijd de afdekplaat 52 van de touwenkast in haar geopende positie brengt.
Op basis van de keuze van de ontwerper kunnen twee benaderingen gevolgd worden: in één benadering reageert het veiligheidssysteem 80 enkel wanneer de afdekplaat 50 naar haar onveilige geopende positie gaat (bv. een sensor-actuator uitvoeringsvorm kan worden gebruikt om dit te realiseren). In een tweede benadering reageert het veiligheidssysteem 80 zelfs vroeger, waarbij het de beweging van de bewegende delen 30 verhindert/stopt/blokkeert zelfs wanneer de eerste afdekplaat 50 in een toestand gebracht wordt waardoor ze in haar onveilige positie kan gebracht worden (bv. omdat een grendel die dit toelaat geopend wordt). Deze tweede benadering kan bijvoorbeeld op een mechanische manier worden geïmplementeerd. Alternatief geformuleerd kan het veiligheidssysteem 80 of apparaat zo worden ontworpen dat het de knoper 20 verhindert te werken, vandaar dat het de knoper functionaliteit blokkeert wanneer de veiligheid van de operator in gevaar kan komen, wat gebeurt wanneer hetzij de afdekplaat 50 naar haar onveilige geopende positie gaat of wanneer de afdekplaat 50 in staat is om naar haar onveilige geopende positie te gaan.
Voor de toepasbaarheid van de uitvinding maakt het niet uit hoeveel beweegbare delen de knoper zou kunnen hebben en hoe dergelijke beweegbare delen zijn bedekt (bv. elk met één of meer afdekplaten, bv. één voor elke zijde ervan). Het is de keuze van de ontwerper van de machine om te beslissen op het veiligheidsniveau van de machine door één of meerdere afdekplaten te voorzien, tot het bedekken van alle bewegende delen. In elk geval kan het machine ontwerp profiteren van de uitvinding door het te laten ingrijpen bij meerdere onveilige omstandigheden. Daarom is in uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding het veiligheidssysteem 80 of apparaat ingericht om te reageren zodra één van de knoper afdekplaten of toegangspanelen naar het knoper gebied binnen de knoper 20 geopend is. In overeenstemming met andere uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding is het veiligheidssysteem 80 of apparaat ingericht om te reageren wanneer één van de veiligheidsafdekplaten van de knoper of toegangspanelen tot het knoper gebied binnen de knoper geopend worden. Met "veiligheidsafdekplaten van de knoper" worden hier bedoeld deze afdekplaten die, wanneer geopend, de veiligheid van de operator in gevaar kunnen brengen. Hoewel dergelijke realisatie met meerdere voorwaarden kan gemaakt worden door het daadwerkelijk plaatsen van een set parallelle veiligheidsmiddelen, is op een meer economische manier hergebruik van het volledige blokkeringsmechanisme ook mogelijk. Enkel dupliceren aan de kant van de afdekplaten (bv. voorzien van meerdere sensoren) is dan nodig, evenals het voorzien van een element met een logische OF-functionaliteit. Het dient te worden opgemerkt dat de beweegbare delen 30 niet noodzakelijk dezelfde aandrijfeenheid, controle middelen of middelen voor het besturen ervan hebben. In een dergelijk geval zal het veiligheidssysteem 80 worden ingericht om afzonderlijke signalen te verstrekken aan dergelijke middelen voor elk van de beweegbare delen om te bewegende werking ervan te vergrendelen, blokkeren of stoppen.
In een alternatieve uitvoeringsvorm kan, in plaats van het dupliceren van de veiligheidsopstelling of ten minste delen daarvan, voor een multi-afdekplaat opstelling, een opstelling van afdekplaten voorzien worden, waarbij zowel een eerste en/of een tweede afdekplaat roteerbaar verbonden zijn met een knoper chassis. Wanneer het knoper systeem ten minste twee beweegbare delen omvat, wordt een eerste afdekplaat geassocieerd met een eerste beweegbaar deel en wordt een tweede afdekplaat geassocieerd met een tweede beweegbaar deel. De tweede afdekplaat heeft dan eveneens een eerste afdekkende positie waarin de tweede afdekplaat ten minste gedeeltelijk het tweede beweegbaar deel waarmee ze geassocieerd is bedekt, en een tweede geopende positie, waarin de tweede afdekplaat het twéede beweegbare deel niet langer bedekt. De eerste en de tweede afdekplaten kunnen ten opzichte van elkaar zo zijn opgesteld dat de tweede afdekplaat enkel in haar tweede geopende positie kan gebracht worden wanneer de eerste afdekplaat in haar geopende positie is gebracht, waarbij het veiligheidssysteem verder ook werkzaam verbonden is met het aandrijfmechanisme van het tweede beweegbare deel, zodat de plaatsing van de eerste afdekplaat in de tweede geopende positie reeds de beweging van het tvyeede beweegbare deel stopt.
In uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding, zoals geïllustreerd in FIG. 4, omvat de aandrijfeenheid 40 een controle eenheid 90 voor het regelen van de activiteiten van het knoper systeem door de beweging van de één of meer beweegbare delen 30 van het knoper systeem toe te staan wanneer de baal 103 een gewenste lengte bereikt om afgebonden te worden door het knoper systeem. Daartoe kan de controle eenheid 90 aangepast zijn voor het ontvangen van status informatie 91 van het baalvormingsproces, zoals bv. baal lengte informatie, en kan ze aangepast zijn om op basis van deze status informatie, de werkelijke beweging van het ten minste één beweegbare deel 30 te controleren. In deze uitvoeringsvorm kan het veiligheidssysteem 80 aan de controle eenheid 90 en aan de afdekplaat 50 gekoppeld zijn. Het veiligheidssysteem 80 kan aangepast zijn om de beweging van het één beweegbare deel of de meerdere beweegbare delen 30 te stoppen wanneer de eerste afdekplaat 50 zich in haar tweede geopende positie bevindt, door de controle eenheid 90 te onderbreken. In één uitvoeringsvorm daarvan wordt de blokkering gerealiseerd door te verhinderen dat het palgrendel mechanisme verschuift.
In een alternatieve uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding, zoals geïllustreerd in FIG. 5, omvat de aandrijfeenheid 40 een draaibare as 200 voor het verstrekken van aandrijfkracht om de één of meerdere beweegbare delen 30 te bewegen. De draaibare as 200 kan aangedreven worden door de motor van het voertuig dat de volledige balenpers 100 inclusief de knoper voorttrekt. De draaibare as verstrekt dan de aandrijfkracht om beweging van het ten minste één beweegbare deel 30 toe te laten, op verzoek van de controle eenheid 90. Een middel kan voorzien zijn om de draaibare as 200 los te koppelen van het ten minste één beweegbare deel 30. In deze uitvoeringsvorm kan het veiligheidssysteem 80 aangepast zijn om de beweging van het één beweegbare deel of de meerdere beweegbare delen 30 te stoppen wanneer de eerste afdekplaat 50 in haar tweede geopende positie is, door de draaibare as 200 los te koppelen van het één beweegbare deel of de meerdere beweegbare delen 30.
De uitvoeringsvorm van FIG. 4 met onderbreking van de controle eenheid en de uitvoeringsvorm van FIG. 5 met loskoppeling van de aandrijving kunnen ook samen gebruikt worden om een hogere mate van veiligheid te bereiken, bv. in geval van uitval van één van de mechanismen (redundantie).
Gebaseerd op de complexiteit van het ontwerp van de knoper 20 (hoeveelheid en verdeling van beweegbare delen 30, toegang tot het aandrijvingssysteem, de mogelijkheid om één of meerdere afdekplaten te hebben en hun relatieve plaatsing) kan een ontwerp volgens uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding elke mogelijke combinatie van de hierboven voorgestelde maatregelen selecteren (uitvoeringsvorm met veelheid aan onderling blokkerende afdekplaten, met onderbreking van controle eenheid, met loskoppeling van aandrijving).
In een uitvoeringsvorm van de uitvinding is het veiligheidssysteem 80 een mechanisch systeem met een eerste vergrendelde positie die beweging van de eerste afdekplaat van haar eerste afdekkende positie verhindert, maar normale werking van de aandrijfeenheid toelaat, en een tweede niet-vergrendelde positie, die de eerste afdekplaat 50 toelaat te bewegen van de eerste afdekkende positie naar de tweede geopende positie, maar die tezelfdertijd tussenkomt in de werking van de aandrijfeenheid 40 zo dat het één beweegbare deel of de meerdere beweegbare delen 30 die daarmee verbonden zijn stoppen met bewegen. In een uitvoeringsvorm daarvan omvat het mechanisch systeem een handvat, verbonden met een hefboom om de eerste afdekplaat in haar eerste afdekkende positie te vergrendelen, en een vergrendelmechanisme om de aandrijfeenheid te vergrendelen, waarbij het vergrendelmechanisme eveneens met het handvat verbonden is. Deze uitvoeringsvorm is verder geïllustreerd in FIG. 6 tot FIG. 13, en is beschreven met verwijzing naar deze figuren.
FIG. 6 illustreert schematisch een balenpers 100 voorzien van een knoper 20 met een veiligheidssysteem 80 volgens uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding. In FIG. 6 wordt de balenpers 100 geïllustreerd in zij-aanzicht, met een gesloten afdekplaat 50 (afdekplaat in eerste afdekkende positie). Dezelfde balenpers 100 met gesloten afdekplaat 50 is in achteraanzicht geïllustreerd in FIG. 7. Het veiligheidssysteem 80 in deze uitvoeringsvorm is een mechanisch systeem, date en handvat 300 omvat om de afdekplaat 50 in haar eerste afdekkende positie vast te zetten. Hiertoe kan een arm 301 van het handvat 300 ingrijpen op een samenwerkend uitsteeksel op de afdekplaat 50, bv. een haak, bijvoorbeeld aan de binnenzijde van de afdekplaat 50. Het handvat 300 is verbonden met een hefboom 302, die aan zijn andere einde werkend verbonden is met een stopstang 303. Wanneer het handvat 300 van een eerste positie waarbij de afdekplaat 50 in haar eerste afdekkende positie is, naar een tweede positie wordt gebracht waarbij de afdekplaat 50 is vrijgegeven en in haar tweede geopende positie kan gebracht worden, zoals kan worden gezien uit een vergelijking van FIG. 8 en FIG. 9, maakt de hefboom 302 een overeenkomstige beweging. Deze beweging zal de stopstang 303 aandrijven, zoals kan worden gezien uit een vergelijking van FIG. 10 en FIG. 11. Deze stopstang 303 vergrendelt, door zijn beweging aangedreven door de hefboom 302, het palgrendel mechanisme 304, waardoor de aandrijving van het knoper mechanisme wordt verhinderd. Op hetzelfde moment kan, door de stopstang 303 aan te drijven voor het vergrendelen van het palgrendel mechanisme 304, een knoper afdekplaat 305, die voordien op haar plaats werd gehouden door de stopstang 303 die een plaat 306 blokkeerde, nu geopend worden, waardoor toegang tot het knoper mechanisme wordt voorzien. Dit kan worden gezien uit een vergelijking van FIG. 12 en FIG. 13.
In een alternatieve uitvoeringsvorm (niet geïllustreerd in de figuren) omvat het veiligheidssysteem 80 een sensor voor het aftasten van een verandering van de positie van de eerste afdekplaat 50 en voor het voorzien van overeenkomstige sensor signalen, en actuatoren, aangestuurd door de sensor signalen, werkzaam verbonden met de aandrijfeenheid. In een uitvoeringsvorm daarvan kan de actuator hydraulisch zijn. In alternatieve uitvoeringsvormen kan de actuator pneumatisch zijn.

Claims (12)

1. Een knoper (20) voor een agrarische balenpers (100), omvattend een knoper systeem met ten minste één beweegbaar deel (30), aangepast om te bewegen tijdens het afbinden van een baal (103); een aandrijfeenheid 40, werkzaam verbonden met het ten minste één beweegbaar deel, voor het regelen van de beweging van het ten minste één beweegbaar deel (30); een eerste afdekplaat (50) geassocieerd met ten minste één beweegbaar deel (30), waarbij de eerste afdekplaat een eerste afdekkende positie heeft waarin de eerste afdekplaat (50) ten minste gedeeltelijk het ten minste één beweegbaar deel (30) waarmee het geassocieerd is afdekt, en een tweede geopende positie waarin de eerste afdekplaat (50) niet langer het ten minste één beweegbaar deel (30) waarmee het geassocieerd is afdekt; daardoor gekenmerkt dat de knoper (20) verder een veiligheidssysteem (80) omvat, werkzaam verbonden met de aandrijfeenheid (40) van het ten minste één beweegbaar deel (30) en de eerste afdekplaat (50), zodat de plaatsing of het mogelijk maken van de plaatsing van de eerste afdekplaat (50) in de tweede geopende positie de beweging van het ten minste één beweegbare deel (30) geassocieerd met de eerste afdekplaat (50) stopt.
2. Een knoper (20) volgens conclusie 1, waarbij de eerste afdekplaat (50) alle beweegbare delen (30) van het knoper systeem afdekt.
3. Een knoper (20) volgens conclusie 1, waarbij het knoper systeem ten minste twee beweegbare delen omvat, en waarbij de knoper een tweede afdekplaat (305) omvat, waarbij de eerste afdekplaat (50) geassocieerd is met een eerste beweegbaar deel en de tweede afdekplaat geassocieerd is met een tweede beweegbaar deel, waarbij de tweede afdekplaat (305) een eerste afdekkende positie heeft waarin de tweede afdekplaat (305) ten minste gedeeltelijk het tweede beweegbare deel waarmee ze geassocieerd is afdekt, en een tweede geopende positie waarin de tweede afdekplaat het tweede beweegbare deel niet langer afdekt, daardoor gekenmerkt dat de eerste afdekplaat (50) en de tweede afdekplaat (305) zodanig ten opzichte van elkaar zijn aangebracht dat de tweede afdekplaat (305) enkel in haar tweede geopende positie kan geplaatst worden wanneer de eerste afdekplaat (50) in haar tweede geopende positie is geplaatst.
4. Een knoper (20) volgens conclusie 3, waarin het veiligheidssysteem (80) verder eveneens werkzaam verbonden is met het aandrijfmechanisme van het tweede beweegbare deel, zodat de positionering of het mogelijk maken van de positionering van de eerste afdekplaat (50) in de tweede geopende positie reeds de beweging van het tweede beweegbare deel stopt.
5. Een knoper (20) volgens één van de voorgaande conclusies, waarin de aandrijfeenheid (40) een controle eenheid (90) omvat voor het aansturen van de werking van het knoper systeem door het toelaten van de beweging van één of meer beweegbare delen (30) van het knoper systeem wanneer een baal (103) een gewenste lengte bereikt om afgebonden te worden door het knoper systeem, waarin het veiligheidssysteem (80) aangepast is om de beweging van het één beweegbare deel of de meerdere beweegbare delen (30) te stoppen door de controle eenheid (90) te onderbreken wanneer de eerste afdekplaat (50) in haar tweede geopende positie is of toegelaten wordt zich daarin te begeven.
6. Een knoper (20) volgens één van de voorgaande conclusies, waarin de aandrijfeenheid (40) een draaibare as (200) omvat om de aandrijfkracht te voorzien om de één of meer beweegbare delen (30) te bewegen, waarbij het veiligheidssysteem (80) aangepast is om de beweging van de één of meer beweegbare delen (30) te onderbreken door de draaibare as (200) los te koppelen van de één of meer beweegbare delen (30) wanneer de eerste afdekplaat (50) in haar tweede geopende positie is of wordt toegelaten zich daarin te begeven.
7. Een knoper (20) volgens één van de voorgaande conclusies, waarin het veiligheidssysteem (80) een mechanisch systeem is met een eerste vergrendelde positie die de beweging van de eerste afdekplaat (50) van haar eerste afdekkende positie verhindert maar die normale werking van de aandrijfeenheid (40) toelaat, en een tweede geopende positie, die de eerste afdekplaat (50) toelaat te bewegen van haar eerste afdekkende positie naar de tweede geopende positie, maar die tegelijkertijd tussenkomt in de werking van de aandrijfeenheid (40) zodat de één of meer beweegbare delen (30) die daarmee verbonden zijn stoppen met bewegen.
8. Een knoper (20) zoals in conclusie 7, waarin het mechanisch systeem een handvat (300) omvat voor het vergrendelen van de eerste afdekplaat (50) in haar afdekkende positie, waarbij het handvat met een hefboom (302) verbonden is, en een vergrendel mechanisme om de aandrijfeenheid (40) te vergrendelen, waarbij het vergrendel mechanisme eveneens verbonden is met het handvat (300).
9. Een knoper (20) volgens één van conclusies 1 tot 6, waarin het veiligheidssysteem (80) een sensor omvat voor het genereren van een sensor signaal bij het detecteren van een verandering in de positie van de eerste afdekplaat (50), en actuatoren, aangedreven door het sensor signaal, werkzaam verbonden met de aandrijfeenheid (40).
10. Een knoper (20) volgens conclusie 9, waarin de actuator een hydraulische actuator is.
11. Een knoper (20) volgens conclusie 9, waarin de actuator een pneumatische actuator is.
12. Een balenpers (100) die een balenkamer (16) en een knoper (20) in overeenkomst met één van de voorgaande conclusies omvat, werkzaam verbonden met de balenkamer (16).
BE2012/0039A 2012-01-16 2012-01-16 Een veilige knoper voor een agrarische balenpers. BE1020446A3 (nl)

Priority Applications (6)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2012/0039A BE1020446A3 (nl) 2012-01-16 2012-01-16 Een veilige knoper voor een agrarische balenpers.
BR112014016155A BR112014016155A8 (pt) 2012-01-16 2013-01-15 dispositivo de dar nó seguro para uma enfardadeira agrícola
EP13700385.1A EP2804464B1 (en) 2012-01-16 2013-01-15 A safe knotter for an agricultural baler
CN201380004702.0A CN104053354B (zh) 2012-01-16 2013-01-15 用于农业压捆机的安全打结器
PCT/EP2013/050616 WO2013107718A1 (en) 2012-01-16 2013-01-15 A safe knotter for an agricultural baler
US14/372,688 US10433489B2 (en) 2012-01-16 2013-01-15 Safe knotter for an agricultural baler

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2012/0039A BE1020446A3 (nl) 2012-01-16 2012-01-16 Een veilige knoper voor een agrarische balenpers.
BE201200039 2012-01-16

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1020446A3 true BE1020446A3 (nl) 2013-10-01

Family

ID=47561617

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE2012/0039A BE1020446A3 (nl) 2012-01-16 2012-01-16 Een veilige knoper voor een agrarische balenpers.

Country Status (6)

Country Link
US (1) US10433489B2 (nl)
EP (1) EP2804464B1 (nl)
CN (1) CN104053354B (nl)
BE (1) BE1020446A3 (nl)
BR (1) BR112014016155A8 (nl)
WO (1) WO2013107718A1 (nl)

Families Citing this family (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US9510514B2 (en) * 2015-04-14 2016-12-06 Deere & Company Lockout closure mechanism for agricultural vehicle
BE1023141B1 (nl) 2015-07-08 2016-11-29 Cnh Industrial Belgium Nv Knopenleggersysteem voor landbouwbalenpers
CN106774172A (zh) * 2016-12-22 2017-05-31 中国农业大学 一种d型打结器的制造方法
US10869428B2 (en) * 2018-07-02 2020-12-22 Michael Jason Grady Baling apparatus and method
US11825773B2 (en) 2019-01-09 2023-11-28 Great Plains Manufacturing, Inc. High capacity baler

Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
AT223947B (de) * 1960-04-05 1962-10-25 Fortschritt Erntebergungsmasch Ballenpresse
DD112330A1 (nl) * 1974-08-01 1975-04-12
DE10154456A1 (de) * 2001-11-06 2003-07-10 Lely Maschinenfabrik Gmbh Aufstiege für landwirtschaftliche Erntemaschinen
US20090255775A1 (en) * 2008-04-12 2009-10-15 Jean Viaud Agricultural Implement And A Vehicle Combination Having A Sensor To Detect The Open Condition Of A Cover
WO2011018456A1 (en) * 2009-08-12 2011-02-17 Cnh Belgium N.V. Agricultural vehicle with an access panel latch

Family Cites Families (19)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE112320C (nl)
DE112330C (nl)
DE2146042C3 (de) * 1971-09-15 1981-08-13 Hehl, Karl, 7298 Loßburg Schließeinheit für die Gießform einer Spritzgießmaschine mit einer Gießformabdeckung
DD112320A1 (nl) 1974-06-19 1975-04-05
US4074623A (en) * 1976-11-16 1978-02-21 Hesston Corporation Method for binding a crop bale
DE68913540T2 (de) 1989-11-06 1994-06-09 Ford New Holland Nv Vorrichtung zum Einrücken der Knotenkupplung.
US5181368A (en) * 1991-12-17 1993-01-26 Deere & Company Housing for holding a supply roll of large round bale wrap material
JP3369080B2 (ja) * 1997-07-22 2003-01-20 富士通株式会社 電子装置
DE69922467T2 (de) * 1998-09-25 2005-12-15 Matsushita Electric Industrial Co., Ltd., Kadoma Bauteile Betätigungseinrichtung und Sicherheitsvorrichtung dafür
CN2446762Y (zh) * 2000-07-19 2001-09-12 张在祥 可移动卧式打捆机
US6742448B1 (en) * 2002-12-09 2004-06-01 J. U. Manufacturing Co., Inc. Baler with doors and platen positions interlocks
US7401496B2 (en) * 2005-09-19 2008-07-22 Cnh America Llc Cotton module builder calibration
ES2301304B1 (es) * 2005-10-31 2009-05-01 Airbus España, S.L. Sistema de apertura y cierre de seguridad para puertas.
CN200969765Y (zh) * 2006-04-03 2007-11-07 中国农业机械化科学研究院呼和浩特分院 牧草捡拾圆捆机
KR101410754B1 (ko) * 2007-06-04 2014-06-24 삼성전자 주식회사 제빙장치 및 이를 구비한 냉장고
US7694491B2 (en) * 2007-10-30 2010-04-13 Deere & Company Cotton harvester for producing modules which can be automatically identified and oriented
DE602008001605D1 (de) 2008-04-08 2010-08-05 Cnh Belgium Nv Knüpfmaschine für eine Ballenpresse
KR100991073B1 (ko) * 2010-03-12 2010-10-29 남상우 컨테이너
CN103573552B (zh) * 2012-08-02 2016-02-24 通用电气公司 风力涡轮机及其降低转子不平衡的控制方法

Patent Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
AT223947B (de) * 1960-04-05 1962-10-25 Fortschritt Erntebergungsmasch Ballenpresse
DD112330A1 (nl) * 1974-08-01 1975-04-12
DE10154456A1 (de) * 2001-11-06 2003-07-10 Lely Maschinenfabrik Gmbh Aufstiege für landwirtschaftliche Erntemaschinen
US20090255775A1 (en) * 2008-04-12 2009-10-15 Jean Viaud Agricultural Implement And A Vehicle Combination Having A Sensor To Detect The Open Condition Of A Cover
WO2011018456A1 (en) * 2009-08-12 2011-02-17 Cnh Belgium N.V. Agricultural vehicle with an access panel latch

Also Published As

Publication number Publication date
WO2013107718A1 (en) 2013-07-25
EP2804464A1 (en) 2014-11-26
US10433489B2 (en) 2019-10-08
BR112014016155A8 (pt) 2017-07-04
EP2804464B1 (en) 2017-01-11
CN104053354A (zh) 2014-09-17
US20140367965A1 (en) 2014-12-18
CN104053354B (zh) 2017-02-22
BR112014016155A2 (pt) 2017-06-13

Similar Documents

Publication Publication Date Title
BE1020446A3 (nl) Een veilige knoper voor een agrarische balenpers.
US10588266B2 (en) Strategic bale placement device
US9622420B2 (en) Agricultural baler platform
US7337713B1 (en) Bale wrapping pattern controller and method
EP2974590B1 (en) Carriage assembly, agricultural baler with such and method for moving a bale on a bale carriage
BE1021120B1 (nl) Dichtheidsbesturingssysteem
EP0974258B1 (en) Bale discharge means for a rectangular baler
BE1023832B1 (nl) Verbeterd naaldkoppelingstoestel voor een balenpers voor landbouwtoepassingen
EP0974259B1 (en) Bale discharge indicator for an agricultural baler
EP2353364A1 (en) Agricultural harvesting pickup apparatus
US9572299B2 (en) Bale discharge
BE1024103B1 (nl) Balenpers voor landbouwtoepassingen met verlengd baaluitstootsysteem
BE1023141B1 (nl) Knopenleggersysteem voor landbouwbalenpers
EP0402659B1 (en) Machine for forming cylindrical bales of crop
BE1018864A3 (nl) Een methode voor het aansturen van een rechthoekige balenpers.
EP4173472A1 (en) Twine tension monitoring apparatus
DE102013104934A1 (de) Kombination aus einem Zugfahrzeug und einer landwirtschaftlichen Ballenpresse
US11606909B2 (en) Twine tension assembly
EP3782456B1 (en) Agricultural baler with controlled tailgate lockout
JP2022123369A (ja) ロールベーラ
BR112014016155B1 (pt) Atador seguro para uma enfardadeira agrícola

Legal Events

Date Code Title Description
MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20190131