BE1021698B1 - Wandsysteem voor een wand van houten balken - Google Patents

Wandsysteem voor een wand van houten balken Download PDF

Info

Publication number
BE1021698B1
BE1021698B1 BE2013/0460A BE201300460A BE1021698B1 BE 1021698 B1 BE1021698 B1 BE 1021698B1 BE 2013/0460 A BE2013/0460 A BE 2013/0460A BE 201300460 A BE201300460 A BE 201300460A BE 1021698 B1 BE1021698 B1 BE 1021698B1
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
wall
spacers
beams
wall system
width
Prior art date
Application number
BE2013/0460A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Wov Bvba
Distrim, Naamloze Vennootschap
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Wov Bvba, Distrim, Naamloze Vennootschap filed Critical Wov Bvba
Priority to BE2013/0460A priority Critical patent/BE1021698B1/nl
Priority to CN201480037488.3A priority patent/CN105473795B/zh
Priority to PCT/BE2014/000026 priority patent/WO2015000039A1/en
Priority to ES14736594.4T priority patent/ES2655981T3/es
Priority to EP14736594.4A priority patent/EP3017119B1/en
Priority to CA2913942A priority patent/CA2913942C/en
Priority to US14/902,192 priority patent/US10011984B2/en
Application granted granted Critical
Publication of BE1021698B1 publication Critical patent/BE1021698B1/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04BGENERAL BUILDING CONSTRUCTIONS; WALLS, e.g. PARTITIONS; ROOFS; FLOORS; CEILINGS; INSULATION OR OTHER PROTECTION OF BUILDINGS
    • E04B2/00Walls, e.g. partitions, for buildings; Wall construction with regard to insulation; Connections specially adapted to walls
    • E04B2/56Load-bearing walls of framework or pillarwork; Walls incorporating load-bearing elongated members
    • E04B2/70Load-bearing walls of framework or pillarwork; Walls incorporating load-bearing elongated members with elongated members of wood
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04CSTRUCTURAL ELEMENTS; BUILDING MATERIALS
    • E04C2/00Building elements of relatively thin form for the construction of parts of buildings, e.g. sheet materials, slabs, or panels
    • E04C2/02Building elements of relatively thin form for the construction of parts of buildings, e.g. sheet materials, slabs, or panels characterised by specified materials
    • E04C2/10Building elements of relatively thin form for the construction of parts of buildings, e.g. sheet materials, slabs, or panels characterised by specified materials of wood, fibres, chips, vegetable stems, or the like; of plastics; of foamed products
    • E04C2/12Building elements of relatively thin form for the construction of parts of buildings, e.g. sheet materials, slabs, or panels characterised by specified materials of wood, fibres, chips, vegetable stems, or the like; of plastics; of foamed products of solid wood
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04BGENERAL BUILDING CONSTRUCTIONS; WALLS, e.g. PARTITIONS; ROOFS; FLOORS; CEILINGS; INSULATION OR OTHER PROTECTION OF BUILDINGS
    • E04B1/00Constructions in general; Structures which are not restricted either to walls, e.g. partitions, or floors or ceilings or roofs
    • E04B1/348Structures composed of units comprising at least considerable parts of two sides of a room, e.g. box-like or cell-like units closed or in skeleton form
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04BGENERAL BUILDING CONSTRUCTIONS; WALLS, e.g. PARTITIONS; ROOFS; FLOORS; CEILINGS; INSULATION OR OTHER PROTECTION OF BUILDINGS
    • E04B1/00Constructions in general; Structures which are not restricted either to walls, e.g. partitions, or floors or ceilings or roofs
    • E04B1/38Connections for building structures in general
    • E04B1/388Separate connecting elements
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04BGENERAL BUILDING CONSTRUCTIONS; WALLS, e.g. PARTITIONS; ROOFS; FLOORS; CEILINGS; INSULATION OR OTHER PROTECTION OF BUILDINGS
    • E04B2/00Walls, e.g. partitions, for buildings; Wall construction with regard to insulation; Connections specially adapted to walls
    • E04B2/56Load-bearing walls of framework or pillarwork; Walls incorporating load-bearing elongated members
    • E04B2/70Load-bearing walls of framework or pillarwork; Walls incorporating load-bearing elongated members with elongated members of wood
    • E04B2/701Load-bearing walls of framework or pillarwork; Walls incorporating load-bearing elongated members with elongated members of wood with integrated supporting and obturation function
    • E04B2/703Load-bearing walls of framework or pillarwork; Walls incorporating load-bearing elongated members with elongated members of wood with integrated supporting and obturation function with longitudinal vertical elements
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04CSTRUCTURAL ELEMENTS; BUILDING MATERIALS
    • E04C2/00Building elements of relatively thin form for the construction of parts of buildings, e.g. sheet materials, slabs, or panels
    • E04C2/44Building elements of relatively thin form for the construction of parts of buildings, e.g. sheet materials, slabs, or panels characterised by the purpose
    • E04C2/48Building elements of relatively thin form for the construction of parts of buildings, e.g. sheet materials, slabs, or panels characterised by the purpose as high as or higher than the room, i.e. having provisions concerning the connection with at least two floors
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04CSTRUCTURAL ELEMENTS; BUILDING MATERIALS
    • E04C3/00Structural elongated elements designed for load-supporting
    • E04C3/02Joists; Girders, trusses, or trusslike structures, e.g. prefabricated; Lintels; Transoms; Braces
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04BGENERAL BUILDING CONSTRUCTIONS; WALLS, e.g. PARTITIONS; ROOFS; FLOORS; CEILINGS; INSULATION OR OTHER PROTECTION OF BUILDINGS
    • E04B1/00Constructions in general; Structures which are not restricted either to walls, e.g. partitions, or floors or ceilings or roofs
    • E04B1/35Extraordinary methods of construction, e.g. lift-slab, jack-block
    • E04B2001/3583Extraordinary methods of construction, e.g. lift-slab, jack-block using permanent tensioning means, e.g. cables or rods, to assemble or rigidify structures (not pre- or poststressing concrete), e.g. by tying them around the structure
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04CSTRUCTURAL ELEMENTS; BUILDING MATERIALS
    • E04C2/00Building elements of relatively thin form for the construction of parts of buildings, e.g. sheet materials, slabs, or panels
    • E04C2002/001Mechanical features of panels
    • E04C2002/004Panels with profiled edges, e.g. stepped, serrated

Abstract

Wandsysteem voor het samenstellen van een wand (3) zoals muur, die is samengesteld uit houten balken (4) met twee tegenover elkaar gelegen zich in de lengterichting uitstrekkende zijwanden (8,9) die de breedte bepalen van de balk (4) en waarmee de balken (4) aangrenzend naast elkaar gemonteerd kunnen worden, daardoor gekenmerkt dat tussenstukken (5) zijn voorzien om tussen aangrenzende balken (4) gemonteerd te worden om de balken (4) in gemonteerde toestand met een zekere speling (S) tussen de zijwanden (8,9) uit elkaar te houden en dat de tussenstukken (5) door middel van afstandshouders (6) op een vaste of zo goed als vaste afstand van elkaar worden gehouden.

Description

Wandsysteem voor een wand van houten balken.
De huidige uitvinding heeft betrekking op een wandsysteem voor het samenstellen van een wand zoals een muur, vloer, plafond, blad of dergelijke, welke wand is samengesteld uit houten balken die evenwijdig aan elkaar en aansluitend naast elkaar zijn samengebracht ter vorming van een doorlopende vlakke wand.
Wegens de beperkte kniksterkte van houten balken worden deze voor het samenstellen van een verticale wand in een liggende stand op elkaar gestapeld.
De balken worden doorgaans onderling met elkaar verbonden door middel van zogenaamde deuvels of houten tappen of pennen die in boringen worden geperst die daartoe dwars op de lengterichting van de balk voorzien zijn in de naar elkaar toe gerichte zijwanden van de balken, meer bepaald een kopwand en een staartwand, zodanig dat elke deuvel met een zekere lengte met een perspassing in elk van de te verbinden balk steekt.
Daar waar het bekend is dat houten balken doorgaans redelijk maatvast zijn in hun lengterichting is het eveneens bekend dat houten balken de neiging hebben in de breedterichting dwars op de lengterichting te krimpen door uitdroging en uit te zetten wanneer het hout in een vochtige atmosfeer vocht opneemt.
Een maat voor het in het hout aanwezige vocht wordt vaak uitgedrukt als het houtvochtgehalte of de houtvochtigheid van het hout dat de verhouding uitdrukt in procenten tussen het gewicht van het vocht in het hout en het gewicht van volledig droog hout.
Het is een bekend gegeven dat een wijziging van de houtvochtigheid van 1% een verbreding of krimp van om en bij de 3% van een massief houten balk met zich kan meebrengen.
De houtvochtigheid van balken gebruikt voor de wanden van een woning in houtskeletbouw kan makkelijk schommelen tussen 8% en 15%, wat dus een belangrijke schommeling van de breedte van de balken met zich kan meebrengen.
Een belangrijk nadeel van deze bekende uit houten balken opgetrokken wanden is dan ook dat deze niet vormstabiel zijn.
Hierdoor kunnen stabiliteitsproblemen optreden en/of luchtlekken, geluidslekken of visueel hinderlijke spleten tussen de balken ontstaan die het gevolg zijn van de gecumuleerde krimp of uitzetting van de samenstellende balken. Bovendien geven zulke wanden aanleiding tot ongewenste kraakgeluiden.
Om het probleem van krimpen en uitzetten in de breedte te beperken, wordt soms gebruik gemaakt van kruisgelamineerde platen of balken die zijn vervaardigd uit op elkaar gelijmde houtlagen waarvan de vezelrichting van opeenvolgende houtlagen gekruist is.
Zulke platen en balken zijn echter duur en kunnen de kosten van een nieuwbouw aanzienlijk opdrijven.
In grote kruisgelamineerde platen dienen de nodige stukken uitgezaagd te worden voor openingen voor ramen, deuren en dergelijke, wat zorgt voor veel afval.
Bijkomend is het met zulke platen heel moeilijk onzichtbare leidingkanalen en verankeringen en montagebeslag aan te brengen.
De huidige uitvinding heeft tot doel aan minstens één van de voornoemde en andere nadelen een oplossing te bieden.
Hiertoe betreft de uitvinding een wandsysteem voor het samenstellen van een wand, in het bijzonder een muur, vloer, plafond of blad, die is samengesteld uit houten balken met twee tegenover elkaar gelegen, zich in de lengterichting uitstrekkende zijwanden die de breedte bepalen van de balk, respectievelijk een kopwand en een staartwand en waarmee de balken aangrenzend naast elkaar gemonteerd kunnen worden, waarbij tussenstukken zijn voorzien om tussen aangrenzende balken gemonteerd te worden om de balken in gemonteerde toestand met een zekere speling tussen de zijwanden uit elkaar te houden en waarbij de tussenstukken door middel van afstandshouders op een vaste of zo goed als vaste afstand van elkaar worden gehouden.
Op deze manier worden de balken als het ware onderling op hun plaats gehouden en kunnen de balken, door de aanwezige spelingen, vrij in de breedte uitzetten zonder dat zij mekaar opstuiken of vrij in de breedte krimpen zonder dat grote spleten kunnen ontstaan. Inderdaad, alhoewel de speling tussen aangrenzende balken weliswaar kan variëren, bijvoorbeeld met de vochtigheid, worden de spelingen tussen aangrenzende balken als het ware door de afstandshouders ter plaatse van de tussenstukken vastgehouden zonder dat de spelingen zich kunnen gaan cumuleren.
Dit biedt het voordeel dat voor het samenstellen van verticale wanden van een gebouw, ook verticale balken kunnen worden gebruikt met een lengte van bijvoorbeeld drie meter om de volledige hoogte van een verdieping te kunnen overbruggen, welke verticale balken worden samengehouden door afstandshouders en tussenstukken die horizontaal zijn aangebracht.
Dergelijke verticale wanden zijn zeer maatvast in verticale richting dankzij de inherente maatvastheid van de balken in hun lengterichting, maar ook in de breedte dankzij de tussenstukken en af standshouders die als het ware een horizontale wapening vormen die bovendien een versterking vormen tegen doorknikken, waardoor dergelijke wanden een stabiele structuur kunnen vormen voor de ondersteuning van vloeren en daken.
Dankzij de maatvastheid in de breedterichting worden zettingen van de wand in de horizontale richting vermeden waardoor problemen bij de aansluiting aan ramen en deuren, lossen of scheuren van wandbekledingen en leidingen vermeden worden.
Bovendien wordt het gebruik van deuvels zo goed als overbodig aangezien de tussenstukken en afstandshouders deze functie reeds vervullen, alhoewel het gebruik van deuvels niet uitgesloten is.
Dankzij de uitvinding kunnen wanden worden samengesteld gebruik makend van goedkopere balken die minder vormvast zijn in de breedte wanneer toegepast in een wand van een woning of ander gebouw, bijvoorbeeld massief houten balken of gelamineerde balken met lagen waarvan de vezels niet gekruist zijn en zich voornamelijk in de lengterichting van de balk uitstrekken.
Dit biedt het voordeel dat goedkopere balken kunnen worden gebruikt dan de duurdere vormvastere kruiselings gelamineerde balken en dit zonder gevaar op ongewenste vervormingen, alhoewel de uitvinding vanzelfsprekend niet beperkt is tot deze goedkopere balken.
Nog een voordeel is dat, door het gebruik van balken, wanden op eenvoudige wijze ter plaatse kunnen worden samengesteld zonder gebruik van hefwerktuigen. Bij voorkeur worden de afstandshouders op een afstand van elkaar gehouden die zodanig is dat de hartafstand tussen twee opeenvolgende tussenstukken aan weerszijden van een balk gelijk is aan de breedte tussen kopwand en staartwand van de betreffende balk ter plaatse van de tussenstukken, vermeerderd met de voornoemde speling en dit bij een gegeven houtvochtigheid van bij voorkeur om en bij de 10% en een speling van bij voorkeur ongeveer 2% van deze breedte.
Op die manier zijn problemen van ongewenste vervormingen gegarandeerd uit de weg geruimd voor de gangbare schommelingen van de houtvochtigheid die wij in onze kontrijen kunnen tegenkomen.
Bij voorkeur is één zijwand van elke balk voorzien van minstens één groef en is de andere zijwand voorzien van minstens één tand, waarbij voornoemde tand en groef een complementaire vorm bezitten, zodanig dat de groef en tand kunnen samenwerken met respectievelijk een tand en een groef van een gelijkaardig aanliggend element ter vorming van een wand of muur, met speling in de breedterichting van de balk tussen een betreffende tand en een betreffende daarmee samenwerkende groef.
Aldus wordt de speling tussen aanliggende balken overbrugd door een tand- en groefverbinding welke, door de speling tussen tand en groef, het bovendien mogelijk maakt dat de balken ongehinderd ten opzichte van elkaar kunnen krimpen en uitzetten.
Bij voorkeur zijn er minstens twee tand- en groefverbindingen tussen twee balken en zijn de tussenstukken onzichtbaar verdoken tussen twee zulke verbindingen.
Bovendien is het ook hierdoor mogelijk om andere verbindingsstukken zoals ankers blind aan te brengen tussen twee tand- en groefverbindingen van twee aangrenzende balken.
Bij voorkeur wordt tussen een tand en groef een afdichting ingeklemd die zich uitstrekt over de lengte van de groef en die vervaardigd is uit een elastisch samendrukbaar materiaal, bijvoorbeeld schuimrubber of dergelijke, waardoor de luchtdichtheid van de wand wordt gegarandeerd en bovendien ongewenst kraken en rammelen van de balken wordt verhinderd.
Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen, is hierna, als voorbeeld zonder enig beperkend karakter, een voorkeurdragende uitvoeringsvorm beschreven van een wand volgens de uitvinding, met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin: figuur 1 schematisch en in perspectief een woning in opbouw weergeeft met een wandsysteem volgens de uitvinding; figuur 2 een gedeelte van een houten balk weergeeft zoals gebruikt voor het samenstellen van de wanden in figuur 1; figuur 4 tussenstukken en afstandshouders weergeeft gebruikt voor het samenstellen van de wanden in figuur 1; de figuren 5 tot 8 de werkwijze illustreert voor het samenstellen van de wanden die in figuur 1 worden getoond; de figuren 9 en 10 varianten tonen van de tussenstukken van figuur 4; figuur 11 een variante toont van figuur 10; figuur 12 een situatie toont zoals deze van figuur 5 maar met de tussenstukken van de figuren 9 en 10; figuur 13 een variante toont van een houten balk volgens de uitvinding met een daarbij toegepast anker r figuur 14 een doorsnede toont volgens lijn XIV-XIV in figuur 13; figuur 15 een andere uitvoeringsvorm weergeeft van tussenstukken en afstandshouders; figuur 16 een doorsnede toont volgens lijn XVI-XVI, doch gemonteerd in een wand; figuur 17 een doorsnede weergeeft zoals deze van figuur 16, doch in een situatie bij een lagere houtvochtigheid; figuur 18 een doorsnede weergeeft van een balk volgens een alternatieve uitvoeringsvorm; figuur 19 in perspectief de samenstellende onderdelen toont van een wandsysteem volgens de uitvinding in één voorkeurdragende uitvoeringsvorm.
De in figuur 1 gedeeltelijk opgebouwde woning 1 wordt gevormd door een betonnen vloerplaat waarop wanden 3 zijn opgetrokken die zijn samengesteld uit houten balken 4, bijvoorbeeld van massief hout, met een lengte 1 van bijvoorbeeld 3 meter om de hoogte van een verdiep te kunnen overbruggen.
Deze balken 4 zijn in hun lengte 1 verticaal naast elkaar opgesteld en onderling met elkaar verbonden door middel van tussenstukken 5 en afstandshouders 6 zoals afgebeeld in figuur 4, die, zoals getoond in figuur 3, zijn aangebracht doorheen doorgangen 7 die zich in de breedte B van de balken 4 uitstrekken tussen twee zijwanden, respectievelijk een kopwand 8 en een staartwand 9.
De doorgangen 7 bezitten een doormeter A en zijn over de lengte 1 van de balken 4 gelijkmatig verdeeld met gelijke hartafstanden H van bijvoorbeeld 15 cm.
De balken 4 hebben een dikte D van bijvoorbeeld 8 cm en een breedte B van bijvoorbeeld 15 cm die wordt bepaald als de afstand tussen de kopwand 8 en de staartwand 9 ter plaatse van de doorgangen 7.
De staartwand 9 is voorzien van twee groeven 10 die zich over de lengte 1 van de balken 4 aan weerskanten in de breedterichting van de doorgangen 7 uitstrekken, terwijl de kopwand 8 is voorzien van zich in de lengte 1 uitstrekkende tanden 11 die een vorm hebben die min of meer complementair is aan deze van de groeven 10 zodat de tanden 11 in de groeven 10 van een aanliggende balk kunnen grijpen in een kop-staartverbinding.
In de groeven 10 kan een afdichting 12 worden voorzien die zich uitstrekt over de lengte 1 van de groef 10 en die samendrukbaar is tussen de tanden 11 en bodem van de groeven 10.
De afstandshouders 6 afgedeeld in figuur 4 worden in dit geval gevormd door een stang in de vorm van een draadbuis met een diameter C die nagenoeg gelijk is aan de inwendige diameter A van de doorgangen 7 en met aan beide uiteinden vrouwelijke schroefdraadgedeelten 13.
De lengte L van deze afstandshouders is in dit geval gelijk aan de voornoemde breedte B van de balken 4 ter plaatse van de doorgangen 7 en dit bij een gegeven houtvochtigheid van het hout van de balken 4 die bijvoorbeeld gelegen is tussen 9 en 11%, bij voorkeur bij een houtvochtigheid van 10%.
De tussenstukken 5 zoals afgebeeld in figuur 4 worden gevormd door een schijf 14 met een diameter E die groter is dan de diameter A van de doorgangen 7 en een dikte d en met aan weerszijden van de schijf 14 coaxiaal aangebrachte mannelijke schroefdraadgedeelten 15 die kunnen samenwerken met de voornoemde vrouwelijke schroefdraadgedeelten 13 van de afstandshouders 6.
Verder wordt bij een begin of op een uiteinde van een wand 3 een eindstuk 16 gebruikt bestaande uit een schijf 14 en aan één zijde van de schijf 14 een mannelijk schroefdraadgedeelte 15.
De afstandshouders 6 en tussenstukken 5 zijn vervaardigd uit een materiaal zoals metaal dat zo goed als maatvast is en dus niet of weinig gevoelig is voor vochtigheid.
De opbouw van een wand 3 is zeer eenvoudig en wordt geïllustreerd aan de hand van de figuren 5 tot 8.
Eerst wordt een af standshouder 6 ten einde tot tegen de schijf 14 op een eindstuk 16 geschroefd en wordt de afstandshouder 6 in een doorgang 7 doorheen een balk 4 gestoken zoals getoond in figuur 5.
Vervolgens wordt een eerste tussenstuk 5 ten einde in de in de balk 4 aanwezige afstandshouder 6 geschroefd zoals weergegeven in figuur 6, zodat de afstand tussen de schijven gelijk is aan de voornoemde lengte L van de afstandshouders 6.
Wanneer de houtvochtigheid van het hout van de gebruikte balken 4 lager is dan de gegeven houtvochtigheid van bijvoorbeeld 10%, dan zal de breedte van de balken 4 op dat ogenblik kleiner zijn dan de lengte L en zal met andere woorden de balk 4 met een kleine zijdelingse speling gevat zitten tussen de schijven 14 van het eindstuk 16 en van het eerste tussenstuk 5.
Wanneer de houtvochtigheid groter is dan de voornoemde 10%, dan zal de breedte van de balken 4 groter zijn dan de lengte L en zal bij het aanschroeven van het eerste tussenstuk 5 de schijf 14 van dit eerste tussenstuk 5 lichtjes in het hout getrokken worden.
Vervolgens wordt een volgende afstandshouder 6 aangebracht zoals weergegeven in figuur 7 en wordt een volgende balk 4 met een overeenstemmende doorgang 7 over deze afstandshouder 6 geschoven tot tegen het eerste tussenstuk 5, zoals weergegeven in figuur 8.
Vervolgens wordt een tweede tussenstuk 5 gemonteerd en worden de stappen van de figuren 7 en 8 herhaald voor telkens bijkomende balken 4 tot de gewenste breedte van de wand is bereikt, waarna een eindstuk 16 in de laatst gemonteerde afstandshouder 6 wordt geschroefd.
Zodoende worden de balken 4 van de wand samengehouden door een reeks van afstandshouders 6 die de tussenstukken 5 onderling en de eindstukken 16 met elkaar verbinden en die zich in eikaars verlengde uitstrekken over de volledige breedte van de wand 3.
Op deze manier kunnen tussenstukken 5 en afstandshouders 6 gelijktijdig op twee op meerdere hoogtes van de wand 3 worden gemonteerd, bijvoorbeeld doorheen de onderste en de bovenste doorgangen 7 van de balken 4.
Voor de delen van de wanden ter overbrugging van openingen voor ramen, deuren of dergelijke, kunnen kortere stukken op lengte gezaagd worden en op dezelfde manier verbonden worden met tussenstukken en afstandshouders boven en/of onder de opening.
Een woning kan dus volledig worden opgetrokken gebruik makend van één type standaardbalken 4 met rasterboringen die op maat worden ingekort en die worden samen gehouden zoals beschreven. De aannemer dient dan ook maar een beperkt aantal types van onderdelen in voorraad te hebben. Bovendien gaat er zeer weinig afval verloren gezien afgezaagde lengtes nog op andere plaatsen herbruikbaar zijn.
Samengevat betreft de uitvinding tevens een bouwsysteem voor een woning met balken en doorlopende afstandshouders in geschakelde elementen waarmee grotere platen of bladen kunnen samengesteld worden.
Het is duidelijk dat de dikte d van de schijven 14 van de tussenstukken 5 de speling S bepaalt tussen twee aanliggende balken 4 ter plaatse van de doorgangen 7. Bij een houtvochtigheid van 10% zal deze speling S gelijk zijn aan de dikte d van deze schijven 14.
De dikte d van de schijven wordt bij voorkeur zo gekozen dat de voornoemde speling S bij de gegeven houtvochtigheid van bijvoorbeeld 10% gelegen is tussen 1% en 3% van de breedte B van de balken bij deze houtvochtigheid en bij voorkeur van de grootteorde van 2% is, bijvoorbeeld 3 mm. Dit geeft voldoende speling om de balken 4 in de breedte ongehinderd te kunnen laten uitzetten en krimpen zonder ongewenste vervormingen en spleten.
In de figuren 9 en 10 zijn variante uitvoeringsvormen beschreven van tussenstukken 5 en eindstukken 16, die van deze van figuur 4 verschillen in het feit dat zij zijn voorzien van middelen 17 om het verdraaien van de eindstukken 16 en tussenstukken 5 bij het vastdraaien van de afstandshouders 6 te verhinderen.
In het weergegeven voorbeeld worden deze middelen 17 gevormd door een moer 18, bijvoorbeeld een zeskantmoer die onverdraaibaar is verbonden met de schroefdraaddelen 15 van het tussenstuk 5 en van het eindstuk 16 en waarvan de uitwendige diameter F groter is dan de inwendige diameter A van de voornoemde doorgangen 7 in een balk 4.
Deze moer 18 laat toe de tussenstukken 5 stevig in de afstandshouders te kunnen vastschroeven en, tegelijkertijd de hoeken 19 van de moer 18 van een reeds geplaatst eind-of tussenstuk bij het aanschroeven stevig in het hout te trekken, zoals wordt geïllustreerd aan de hand van figuur 12, waardoor het meedraaien van zulk reeds geplaatst eind-of tussenstuk wordt verhinderd.
Alhoewel in de voorbeelden de tussenstukken 5 uit één stuk zijn vervaardigd, is het niet uitgesloten dat zulk tussenstuk 5 uit twee of meer losse onderdelen is samengesteld. In figuur 11 wordt zulk voorbeeld getoond, waarbij de schijf 14, ten opzichte van de uitvoeringsvorm van figuur 10, is uitgevoerd als een losse ring.
Het is tevens niet uitgesloten dat bijvoorbeeld een afstandshouder 6 en een tussenstuk 5 aan één uiteinde van de af standshouder 6 vast met elkaar zijn verbonden of als één geheel zijn uitgevoerd.
Teneinde de wanden 3 te verankeren op de vloerplaat 2 wordt bij voorkeur gebruik gemaakt van ankers 20 zoals getoond in de figuren 13 en 14, bestaande uit een voet 21 voor de bevestiging van het anker 20 op de vloerplaat 2 en een opwaarts gerichte T-profiel 22 met twee dwars op elkaar staande latten 23 waarvan één lat 23 gevat zit in een gleuf 24 die daartoe voorzien is in het staartvlak 9 en die zich tussen de groeven 10 in de lengte van de balk 4 uitstrekt, terwijl de andere lat verdoken is aangebracht in de speling tussen twee balken zoals te zien is in de doorsnede van figuur 14.
De constructie van figuur 1 is voorzien van een draagstructuur 25 voor de vloer van een verdiep. Een tweede en volgende verdiepen kunnen op analoge manier worden voorzien voor een woning of gebouw met meerdere verdiepen.
In figuur 15 is een alternatieve uitvoeringsvorm beschreven van een samenstel van tussenstukken 5 verbonden door afstandshouders 6.
Zoals in de doorsnede van figuur 16 is te zien, zijn in dit geval de afstandshouders 6 uitgevoerd als draadstangen met minstens aan de uiteinden een mannelijk schroefdraadgedeelte 15 dat kan samenwerken met een vrouwelijk schroefdraadgedeelte 13 van de tussenstukken 5 die van elkaar gescheiden zijn door een aanslag 26 voor het vastschroeven van de afstandshouders 6 in de tussenstukken 5.
De tussenstukken 5 zijn voorzien van een schijfvormig gedeelte 14 waarop aan één zijde zich radiaal uitstrekkende één of meer vleugels 27 zijn voorzien die in axiale richting vanaf hun basis op de schijf 14 puntig toelopen tot in een scherpe rand 28.
De montage van een wand 3 met deze alternatieve tussenstukken 5 en afstandshouders 6 gebeurt analoog als hiervoor beschreven en wordt geïllustreerd in figuur 16 waarop te zien is dat de vleugels 27 van het tussenstuk 5 bij het aanschroeven van de volgende afstandshouder 6 en het tussenstuk 5 voor het bevestigen van de volgende balk 4 in axiale richting in het hout van de volgende balk 4 is getrokken, waardoor deze vleugels 27 aldus middelen 17 vormen om het verdraaien van de tussenstukken 5 bij het monteren van de wand 3 te verhinderen.
In figuur 16 is de situatie weergegeven waarbij het hout van de balken 4 de houtvochtigheid heeft waarop de breedte van de balken 4 net gelijk is aan de afstand tussen de schuiven 14 van de afstandshouders in gemonteerde toestand.
In figuur 17 is daarentegen een situatie weergegeven met een lagere houtvochtigheid, waarbij de balken 4 in de breedte iets gekrompen zijn en de speling tussen de balken 4 daardoor iets is toegenomen, doch gelokaliseerd is gebleven ter plaatse van de afstandshouders 5.
In figuur 18 is een doorsnede weergegeven van een balk 18 bestaande uit drie lagen 29 die in de lengterichting van de balk 18 zijn gelamineerd en waarin doorgangen 30 zijn voorzien die zich in de lengterichting van de balk 4 uitstrekken en die dienstig kunnen zijn voor het aanbrengen van kabels en leidingen voor de nutsvoorzieningen.
In figuur 19 is een voorbeeld weergegeven van de onderdelen van een wandsysteem volgens de uitvinding in één van de beoogde uitvoeringsvormen, weliswaar met een ingekorte balk 4 om bijvoorbeeld onder een raam gemonteerd te worden.
Bij voorkeur wordt elke balk 4 van de wand 3 geflankeerd door twee tussenstukken 5, alhoewel ook twee of meer balken 4 tussen twee opeenvolgende tussenstukken 5 kunnen voorzien zi jn.
Naargelang de plaats van toepassing van het wandsysteem kunnen de tanden en groeven achterwege gelaten worden of kunnen het kopvlak en het staartvlak beide zijn voorzien van groeven waarin een gemeenschappelijke lat is gevat die als het ware de functie uitoefent van een dubbele tand. De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeeld beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvormen, doch een wand of blad volgens de uitvinding kan in allerlei vormen en afmetingen worden verwezenlijkt zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.

Claims (19)

  1. Conclusies .
    1. - Wandsysteem voor het samenstellen van een wand (3), in het bijzonder een muur, vloer, plafond of blad, die is samengesteld uit houten balken (4) met twee tegenover elkaar gelegen zich in de lengterichting uitstrekkende zijwanden (8,9) die de breedte bepalen van de balk (4), respectievelijk een kopwand (8) en een staartwand (9), en waarmee de balken (4) aangrenzend naast elkaar gemonteerd kunnen worden, daardoor gekenmerkt dat tussenstukken (5) zijn voorzien om tussen aangrenzende balken (4) gemonteerd te worden om de balken (4) in gemonteerde toestand met een zekere speling (S) tussen de zijwanden (8,9) uit elkaar te houden en dat de tussenstukken (5) door middel van af standshouders (6) op een vaste of zo goed als vaste afstand van elkaar worden gehouden.
  2. 2. - Wandsysteem volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat de afstandshouders (5) op een afstand van elkaar worden gehouden die zodanig is dat de hartafstand tussen twee opeenvolgende tussenstukken (5) aan weerszijden van een balk (4) gelijk is aan de breedte (B) tussen kopwand (8) en staartwand (9) van de betreffende balk (4) ter plaatse van de tussenstukken (5), vermeerderd met de voornoemde speling (S) en dit bij een gegeven houtvochtigheid.
  3. 3. - Wandsysteem volgens conclusie 2, daardoor gekenmerkt dat de gegeven houtvochtigheid waarbij de hartafstand tussen twee opeenvolgende tussenstukken (5) aan weerszijden van een balk (4) gelijk is aan de breedte (B) tussen kopwand (8) en staartwand (9) van de betreffende balk (4) vermeerderd met de voornoemde speling (S), gelegen is tussen 9% en 11%, bij voorkeur gelijk is aan om en bij de 10%.
  4. 4. - Wandsysteem volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de voornoemde speling (S) tussen de balken (4) gelegen is tussen 1% en 3% van de breedte (B) van de balken (4) en bij voorkeur van de grootteorde van 2% is.
  5. 5. - Wandsysteem volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de afstandshouders (6) gevormd worden door een stang die is aangebracht doorheen een doorgang (7) die zich in de breedte van de betreffende balk (4) uitstrekt tussen de kopwand (8) en de staartwand (9) en die voorzien is van schroefdraadgedeelten (13,15) aan zijn uiteinden die kunnen samenwerken met schroefdraadgedeelten (13,15) die daartoe voorzien zijn op de tussenstukken (5) aan weerszijden van de balk (4).
  6. 6. - Wandsysteem volgens conclusie 5, daardoor gekenmerkt dat de balken zijn voorzien van een reeks doorgangen die zich op een vaste afstand van elkaar bevinden zodanig dat de balken in de wand ten opzichte van elkaar kunnen worden aangebracht op zodanige manier dat de doorgangen zich in eikaars verlengde uitstrekken.
  7. 7. - Wandsysteem volgens één conclusie 6, daardoor gekenmerkt dat in gemonteerde toestand van de wand (3) de balken (4) van de wand (3) worden samengehouden door een reeks van afstandshouders (6) die de tussenstukken (5) met elkaar verbinden en die zich doorheen de doorgangen (7) in eikaars verlengde uitstrekken over de breedte van meerdere balken, bij voorkeur over de volledige breedte van de wand (3).8.- Wandsysteem volgens één van de conclusies 5 tot 7, daardoor gekenmerkt dat voor het samenstellen van een verticale wand van een gebouw, waarbij de balken verticaal zijn opgesteld met hun horizontale doorgangen in eikaars verlengde en verbonden door middel van minstens twee reeksen afstandshouders die zich op verschillende hoogtes in eikaars verlengde bevinden.
  8. 9. - Wandsysteem volgens conclusie 7, daardoor gekenmerkt dat de tussenstukken (5) gevormd worden door een schijf (14) of ring en door twee coaxiale schroefdraadgedeelten (13,15) en dat de afstandshouders (6) gevormd worden door een draadstang met uitwendige draad of een draadbuis met inwendige draad waarmee de draadstang of de draadbuis op een tussenstuk (5) wordt vastgeschroefd.
  9. 10. - Wandsysteem volgens conclusie 7 of 9, daardoor gekenmerkt dat de tussenstukken (5) zijn voorzien van middelen (17) om het verdraaien van de tussenstukken (5) te verhinderen bij het vastdraaien van de afstandshouders (6) tijdens het monteren van de wand (3).
  10. 11. - Wandsysteem volgens conclusie 9 of 10, daardoor gekenmerkt dat de voornoemde middelen (17) worden gevormd door een moer (18) die onverdraaibaar is verbonden met de schroefdraadgedeelten (13,15) van het tussenstuk (5) en waarvan de uitwendige diameter groter is dan de inwendige diameter van de voornoemde doorgang (7) in een balk (4).
  11. 12. - Wandsysteem volgens één van de conclusies 9 tot 11, daardoor gekenmerkt dat de voornoemde middelen (17) worden gevormd door één of meer vleugels (27) die zich radiaal uitstrekken op één zijde van de schijf (14) of ring van de tussenstukken (5).
  12. 13. - Wandsysteem volgens conclusie 12, daardoor gekenmerkt dat de vleugels (27) in axiale richting puntig toelopen vanaf hun basis op de schijf (14) of ring.
  13. 14. - Wandsysteem volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de staartwand (9) van elke balk (4) voorzien is van minstens één groef (10) en de kopwand (8) voorzien is van minstens één tand (11), waarbij voornoemde tand (11) en groef (10) een complementaire vorm bezitten, zodanig dat de groef (10) en tand (11) kunnen samenwerken met respectievelijk een tand (11) en een groef (10) van een gelijkaardige aanliggende balk (4) ter vorming van de wand (3) .
  14. 15. - Wandsysteem volgens conclusie 14, daardoor gekenmerkt dat tussen elke tand (11) en groef (10) die met elkaar samenwerken in de breedterichting van de balk (4) een speling is voorzien die van dezelfde grootteorde als de voornoemde speling tussen de kopwand (8) en staartwand (9) van naastliggende balken (4) of er aan gelijk is.
  15. 16. - Wandsysteem volgens conclusie 14 of 15, daardoor gekenmerkt dat de groeven (10) en de tanden (11) zich uitstrekken over de ganse lengte (1) of nagenoeg de ganse lengte van de balk (4).
  16. 17. - Wandsysteem volgens één van de conclusies 14 tot 16, daardoor gekenmerkt dat tussen een tand (11) en groef (10) een afdichting (12) is voorzien die zich uitstrekt over de lengte van de groef (6) en die vervaardigd is uit een elastisch samendrukbaar materiaal.
  17. 18. - Wandsysteem volgens één van de conclusie 14 tot 17, daardoor gekenmerkt dat elk tussenstuk (5) in gemonteerde toestand van de wand (3) is gelegen tussen twee tanden (11) van een kopwand (8).
  18. 19. - Wandsysteem volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de houten balken (4) zijn vervaardigd uit massief hout of uit in één richting gelamineerd hout.
  19. 20. - Wandsysteem volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de tussenstukken (5) en/of de af standshouders (6) gemaakt zijn uit metaal of een ander maatvast materiaal dat niet gevoelig is aan vocht.
BE2013/0460A 2013-07-02 2013-07-02 Wandsysteem voor een wand van houten balken BE1021698B1 (nl)

Priority Applications (7)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2013/0460A BE1021698B1 (nl) 2013-07-02 2013-07-02 Wandsysteem voor een wand van houten balken
CN201480037488.3A CN105473795B (zh) 2013-07-02 2014-06-02 用于木梁隔断物的隔断系统
PCT/BE2014/000026 WO2015000039A1 (en) 2013-07-02 2014-06-02 Partition system for a partition of wooden beams
ES14736594.4T ES2655981T3 (es) 2013-07-02 2014-06-02 Sistema de partición para una partición de barras de madera
EP14736594.4A EP3017119B1 (en) 2013-07-02 2014-06-02 Partition system for a partition of wooden beams
CA2913942A CA2913942C (en) 2013-07-02 2014-06-02 Partition system for a partition of wooden beams.
US14/902,192 US10011984B2 (en) 2013-07-02 2014-06-02 Partition system for a partition of wooden beams

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2013/0460A BE1021698B1 (nl) 2013-07-02 2013-07-02 Wandsysteem voor een wand van houten balken

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1021698B1 true BE1021698B1 (nl) 2016-01-08

Family

ID=49035231

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE2013/0460A BE1021698B1 (nl) 2013-07-02 2013-07-02 Wandsysteem voor een wand van houten balken

Country Status (7)

Country Link
US (1) US10011984B2 (nl)
EP (1) EP3017119B1 (nl)
CN (1) CN105473795B (nl)
BE (1) BE1021698B1 (nl)
CA (1) CA2913942C (nl)
ES (1) ES2655981T3 (nl)
WO (1) WO2015000039A1 (nl)

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO2021070073A1 (en) 2019-10-08 2021-04-15 Wov, Besloten Vennootschap Met Beperkte Aansprakelijkheid Wall system for composing a flat wall and construction kit applied thereby

Families Citing this family (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US10858822B2 (en) * 2016-11-30 2020-12-08 Iida Sangyo Co., Ltd. Construction and method for constructing same
FR3120378A1 (fr) * 2021-03-03 2022-09-09 Ecole Nationale Superieure D'architecture De Paris-Malaquais Ensemble structurel comportant une pluralité de blocs adjacents reliés et serrés ensemble.
US11629501B1 (en) 2022-05-18 2023-04-18 Prefabricated Design Systems, LLC Modular construction connection mechanism

Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR2713257A1 (fr) * 1993-12-02 1995-06-09 Fumez Andre Raymond Dispositif d'assemblage notamment pour panneaux de construction se présentant préférablement sous forme de caisson.
EP0787866A1 (en) * 1996-02-05 1997-08-06 R.C. Core Co., Ltd. Method of assembling timber walls for a timber house and a clamping element
EP1063365A1 (en) * 1998-12-11 2000-12-27 Garcia Lopez de Lacalle, Felipe Modular integral construction system for solid wood buildings
US6266934B1 (en) * 1999-04-09 2001-07-31 Blh, Inc Supports for log structures
BE1019061A3 (nl) * 2009-12-04 2012-02-07 Vennootschap Voor Distributiebevordering Van Meubelen Nv Houten balkvormig element en paneel gevormd uit zulke elementen.

Family Cites Families (13)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US1972475A (en) * 1932-08-10 1934-09-04 Pierce John B Foundation Partition connecter
US2587804A (en) * 1939-10-30 1952-03-04 Ajne Carl August Building structure
US3820293A (en) * 1971-12-29 1974-06-28 Tokyo Plywood Kk Framed structural member and board structure composed of short timbers assembled
DE3443269A1 (de) * 1984-11-27 1986-05-28 Basaltin GmbH & Co, 5460 Linz Wandelement
US5471804A (en) * 1988-11-21 1995-12-05 Winter, Iv; Amos G. Building system using prefabricated building panels and fastening components used therewith
JPH10140699A (ja) * 1996-11-14 1998-05-26 Teijin Ltd 木質製構造体
US6557316B2 (en) * 1997-04-21 2003-05-06 Franciscus Antonius Maria Van Der Heijden Building system comprising individual building elements
CN2520361Y (zh) * 2001-07-27 2002-11-13 王亮 挠性抗震结构
EP1321592A1 (en) * 2001-12-21 2003-06-25 Paolo Manzi Self-supporting framework modular structure with extruded sections and self-supporting boards and method for making same
US7596916B1 (en) * 2004-03-25 2009-10-06 Richard Thomas Anderson Multi beveled interlocking corner notch and associated anti settling system
CA2568610A1 (en) * 2006-11-21 2008-05-21 Bernard J. Nadon Foam core panel for prefabricated buildings
CN202265903U (zh) * 2011-08-22 2012-06-06 李卫东 一种原木结构与轻型木结构的连接件
JP5425323B1 (ja) * 2013-03-11 2014-02-26 株式会社結設計 建築用パネルおよびこの建築用パネルと横架材との連結構造体

Patent Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR2713257A1 (fr) * 1993-12-02 1995-06-09 Fumez Andre Raymond Dispositif d'assemblage notamment pour panneaux de construction se présentant préférablement sous forme de caisson.
EP0787866A1 (en) * 1996-02-05 1997-08-06 R.C. Core Co., Ltd. Method of assembling timber walls for a timber house and a clamping element
EP1063365A1 (en) * 1998-12-11 2000-12-27 Garcia Lopez de Lacalle, Felipe Modular integral construction system for solid wood buildings
US6266934B1 (en) * 1999-04-09 2001-07-31 Blh, Inc Supports for log structures
BE1019061A3 (nl) * 2009-12-04 2012-02-07 Vennootschap Voor Distributiebevordering Van Meubelen Nv Houten balkvormig element en paneel gevormd uit zulke elementen.

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO2021070073A1 (en) 2019-10-08 2021-04-15 Wov, Besloten Vennootschap Met Beperkte Aansprakelijkheid Wall system for composing a flat wall and construction kit applied thereby

Also Published As

Publication number Publication date
US20160153188A1 (en) 2016-06-02
CA2913942C (en) 2019-07-16
EP3017119A1 (en) 2016-05-11
CN105473795A (zh) 2016-04-06
US10011984B2 (en) 2018-07-03
EP3017119B1 (en) 2017-11-01
ES2655981T3 (es) 2018-02-22
CA2913942A1 (en) 2015-01-08
WO2015000039A1 (en) 2015-01-08
CN105473795B (zh) 2018-09-14

Similar Documents

Publication Publication Date Title
RU2303682C2 (ru) Балка для подвесного потолка с листами сухой штукатурки
BE1021698B1 (nl) Wandsysteem voor een wand van houten balken
BE1023135A1 (nl) Scherminrichting
DE202017104297U1 (de) Holzdeckenelement
DE202009013904U1 (de) Raumhohe Verglasung
WO2011000120A4 (de) Holzstrukturelement
EP3543416B1 (de) Betonholzdeckenelement
DE102012221746A1 (de) Wandheizelement
EP0593984A1 (de) Wandbauelement sowie daraus gebildete Wand
NL1027062C1 (nl) Bouwsysteem voor het bouwen van vlakke structuren.
EP3015614B1 (de) Wandplatte für den trockenbau aus einem holzwerkstoff sowie wandaufbau und verfahren zum herstellen des wandaufbaus mit der wandplatte
BE1019061A3 (nl) Houten balkvormig element en paneel gevormd uit zulke elementen.
CH710426B1 (de) Wärmedämmsystem für Decken, dafür verwendbare Halteschienen und Halter sowie Verfahren zur Erstellung eines Wärmedämmsystems.
BE1020341A3 (nl) Kast voor een rolluik en inbouw van zulke kast in een opening in een muur.
DE2311259A1 (de) Plattenfoermiger bauteil fuer bedeckung von mauern, geruesten, gelaendern und aehnlichem
NL1026651C2 (nl) Bouwsysteem voor het bouwen van vlakke structuren.
RU2528769C2 (ru) Стеновая деревянная панель
EP2184416A3 (de) Wandelement für eine bewegliche Trennwand für Brandschutzzwecke
DE900991C (de) Holzplatte mit Einschubleisten
WO2004009928A1 (de) Gebäudewand mit einem stützgerüst und profil für eine gebäudewand
RU143999U1 (ru) Строительная панель
AU2019201985A1 (en) Improved box beam and C-section structural member therefor
AU2008229942A1 (en) Framing System
CH696589A5 (de) Vorrichtung zum Einbau eines Lüftungsgitters in einen Doppelboden sowie Doppelboden mit einer solchen Vorrichtung.
DE20311961U1 (de) Wandanschlussprofilleiste