<Desc/Clms Page number 1>
Verpakking met een levensmiddel
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een verpakking met een levensmiddel, welk levensmiddel uitschenkbaar is en ten minste twee in hoofdzaak verticaal naast elkaar in de verpakking aanwezige vloeibare componenten omvat, welke componenten met elkaar in aanraking zijn, en waarvan ten minste een component een zuivelproduct
EMI1.1
is.
Een dergelijke verpakking met een levensmiddel is in de stand van de techniek bekend. Bijvoorbeeld zijn er verpakkingen met twee verticaal naast elkaar opgestelde vlacomponenten (pH ongeveer 6, 5) op de markt. Hierbij zijn twee soorten vla verticaal naast elkaar in de verpakking afgevuld. Bij uitschenken van deze zogenaamde "dubbelvla" treden beide soorten vla tegelijkertijd en gescheiden naast elkaar naar buiten.
Een voor de hand liggende eis voor een product bestaande uit twee of meer verticaal naast elkaar opgestelde vloeibare componenten, die gelijktijdig en naast elkaar uitschenkbaar dienen te zijn, is dat de viscositeit van elk van de componenten ongeveer gelijk is. Bij te grote verschillen in de viscositeit zal de ene component achterblijven in het pak terwijl de andere component (en) reeds uitgeschonken wordt of worden.
Een andere eis is dat de dichtheid van elk van de componenten ongeveer gelijk is. Indien de dichtheden bijvoorbeeld meer dan enkele procenten verschillen, zal tijdens de bewaarduur van het product de zwaarste component naar de bodem zakken en de andere gaan "drijven" en zo de verticale verdeling teniet doen.
Een belangrijk probleem betreft de stabiliteit van het levensmiddel als geheel en van de samenstellende componenten afzonderlijk.
Dit probleem treedt in verhoogde mate op indien ten minste een van de componenten een yoghurtproduct is. De pH van yoghurtproducten is lager dan 6, veelal tussen 4 en 5. Tijdens de beoogde bewaarduur van enkele weken is gangbare yoghurt gevoelig voor uitzakking. Bij een gangbare yoghurt in een verpakking vormt dit geen probleem, omdat door schudden of roeren voor gebruik opnieuw een acceptabele homogene kwaliteit kan worden verkregen. Dit schudden voor gebruik is echter niet mogelijk bij een verpakking met een levensmiddel volgens de uit-
<Desc/Clms Page number 2>
vinding, omdat dan de verticale ordening van de componenten verloren gaat.
De onderhavige uitvinding heeft ten doel voor bovengenoemd probleem een oplossing te verschaffen en bezit daartoe als kenmerk, dat het zuivelproduct een yoghurtproduct is, dat een stabilisator omvat en door de aanwezigheid van genoemde stabilisator gedurende ten minste zeven dagen stabiel is, met meer voorkeur gedurende ten minste twee weken stabiel is en met de meeste voorkeur gedurende ten minste vier weken stabiel is.
Indien zodanig behandeld, behoudt het levensmiddel in de verpakking gedurende de beoogde bewaarduur van enkele weken een goede kwaliteit. De componenten blijven stabiel naast elkaar in de verpakking en bij het yoghurtproduct treedt in hoofdzaak geen serumvorming of uitzakking op. Indien geen stabilisator is toegevoegd aan het yoghurtproduct is reeds na korte tijd een duidelijk verschil in viscositeit waarneembaar tussen het bovenste gedeelte en het onderste gedeelte van de yoghurtcomponent, hetgeen zich kan uiten in serum-vorming.
In deze aanvrage wordt met"uitschenkbaar"bedoeld dat, indien de verpakking schuin wordt gehouden met de uitschenkopening naar beneden gericht, het levensmiddel zonder moeite, bij voorkeur binnen maximaal 5 seconden, in een bakje, op een bord enz. gegoten kan worden.
In dit verband wordt verwezen naar EP-A-0 928 560. De levensmiddelen die in deze aanvrage worden beschreven zijn weliswaar stabiel maar niet uitschenkbaar. De stabiliteit is hier verkregen door toevoeging van geleermiddelen of verdikkingsmiddelen, zodanig dat gegeleerde of pasteuze producten worden verkregen.
Verdere niet-uitschenkbare zuivelproducten zijn bijvoorbeeld beschreven in EP-A-0 853 888 en US-A-4 717 571.
In de onderhavige aanvrage wordt met "stabiel" bedoeld, dat het viscositeitsverschil tussen het yoghurtproduct in een component boven in de verpakking en van het yoghurtproduct in dezelfde component onder in de verpakking klein is. In het bijzonder is het viscositeitsverschil kleiner dan 20% en met voordeel kleiner dan 10%. Tijdens de bewaarduur dient het levensmiddel gekoeld bewaard te worden, bij voorkeur beneden 10 C.
<Desc/Clms Page number 3>
In een bijzondere uitvoeringsvorm omvat het yoghurtproduct verse yoghurt. Met verse yoghurt wordt yoghurt bedoeld waarin zich miljoenen nog levende melkzuurbacteriën bevinden, en die een optimale smaak heeft, vergeleken met de op de markt ook aanwezige langhoudbare yoghurt.
Als stabilisator kunnen vele in de stand van de techniek bekende stoffen worden toegepast, doch met voordeel omvat de stabilisator zetmeel, gemodificeerd zetmeel of een aanvullende hoeveelheid melkdrogestof. Met meer voordeel omvat de stabilisator sterk gemodificeerd zetmeel, waarmee een nog betere stabiliteit (homogeniteit) van het yoghurtproduct in de verpakking gedurende de bewaarduur kan worden gewaarborgd.
Met yoghurtproduct worden bijvoorbeeld naturelyoghurt, yoghurt met suiker of suikervervanger, vruchtenyoghurt en dergelijke bedoeld.
Een dergelijk yoghurtproduct kan in een verpakking met een levensmiddel volgens de uitvinding worden gecombineerd met een of meer andere componenten.
Met voordeel zijn ten minste twee van de componenten een yoghurtproduct met een stabilisator. Hierdoor wordt het mogelijk verschillende smaken yoghurt in een pak naast elkaar te combineren, bijvoorbeeld aardbeienyoghurt en perzikyoghurt of naturelyoghurt en yoghurt met bosvruchten, of zelfs drie of meer soorten. Op deze wijze is het mogelijk om bij een meervruchtenyoghurt de verschillende soorten fruit ook afzonderlijke te proeven en te eten-
Bij een andere voordelige uitvoeringsvorm omvat ten minste een andere component een fruitproduct. Met fruitproduct wordt in dit verband een volgens de in de inleiding genoemde criteria aan het yoghurtproduct aangepaste bereide fruitmassa bedoeld. De fruitmassa kan een of meer soorten vruchten of vruchtensappen en desgewenst andere producten (b. v. aroma's) omvatten.
Volgens weer een andere voorkeursuitvoeringsvorm omvat ten minste een andere component een zuur vlaproduct. Verrassenderwijs is gebleken dat bij gebruik van een zuur vlaproduct in combinatie met het yoghurtproduct geen schifting van het yoghurtproduct optreedt.
Wanneer als derde component nog een vruchtenproduct (compote, gelei, of dergelijke) wordt toegepast kan door de gebruiker een product met de smaaksensatie van een zogenaamde vlaflip worden uitgeschonken.
<Desc/Clms Page number 4>
Een zuur vlaproduct kan bijvoorbeeld aangezuurde vla zijn of zelfs yoghurt met een vlasmaak.
Het afvullen van de twee of meer samenstellende delen kan op vele verschillende manieren geschieden. Zo kunnen de componenten simpelweg naast elkaar worden afgevuld in de verpakking, in concentrische ringen, in een stervorm waarbij de componenten elkaar afwisselen, enzovoorts. Indien tijdens het afvullen de verpakking wordt bewogen ten opzichte van de afvulopeningen, kunnen ook andere structuren bereikt worden, zoals een "swirl". Een swirl is een soort spiraalvorm die kan worden bereikt door de verpakking tijdens het afvullen te draaien. Voorts is het mogelijk om bijvoorbeeld de fruitmassa in afzonderlijke, discrete eenheden toe te voegen aan het yoghurtproduct, bijvoorbeeld in de vorm van bellen die elkaar verticaal afwisselen.
Op het grensvlak tussen het yoghurtproduct en de fruitmassa kan een reactie optreden waarbij zuren uit fruit uit de fruitmassa inwerken op bijvoorbeeld eiwitten in het yoghurtproduct. Hierdoor kan ter plaatse het yoghurtproduct ruw worden (klonterig van yoghurt- deeltjes). Om deze verslechtering van de structuur en de stabiliteit van het yoghurtproduct tegen de inwerking van zuur uit de fruitmassa tijdens de bewaarduur te verbeteren, heeft het yoghurtbestanddeel van het yoghurtproduct bij voorkeur een deeltjesgrootte d3, 2 van ten hoogste 20 pm en met voordeel ten hoogste 10 jjm. Yoghurt met een dergelijke deeltjesgrootte houdt tijdens de bewaarduur een veel fijnere structuur, en schift niet.
In de praktijk kan de yoghurtdeeltjesgrootte worden ingesteld door de keuze van de yoghurtcultuur en de kweekomstandigheden.
Bij een combinatie van een yoghurtproduct en een fruitmassa moet ook rekening worden gehouden met de osmotische waarde van de verschillende componenten. De osmotische waarde beïnvloedt de verplaatsing van vooral water tussen de verschillende componenten. De osmotische waarde wordt vooral bepaald door de drogestofgehalten, in absolute waarde maar ook in soort droge stof. Van groot belang hierbij is dikwijls het suikergehalte. Vaak is het suikergehalte van de fruitmassa veel hoger dan het suikergehalte van het yoghurtproduct.
Om te voorkomen dat door osmotische werking door de fruitmassa water wordt onttrokken aan het yoghurtproduct, dient het suikergehalte van de fruitmassa en de yoghurtcomponent zoveel mogelijk gelijk gemaakt
<Desc/Clms Page number 5>
te worden. Met voordeel wordt daartoe het suikergehalte van het yoghurtproduct verhoogd en het suikergehalte van de fruitmassa verlaagd tot tussen 5% en 15%, bij voorkeur ongeveer 8%.
In het navolgende zal de uitvinding nader worden toegelicht aan de hand van de bijgaande tekening en enkele voorbeelden. In de tekening toont de enkele figuur enkele voorbeelden van doorsneden van verpakkingen met een levensmiddel volgens de uitvinding.
In de figuur is met 1 een verpakking aangegeven, bijvoorbeeld een gangbare Tetrapak-verpakking. Andere mogelijkheden zijn bijvoorbeeld een doorzichtige PET-fles of polycarbonaatfles. Bij de verschillende verpakkingsmogelijkheden zal de inhoud in de praktijk ca.
0, 5-1, 0 liter bedragen. Met 2 is een yoghurtproduct aangeduid, in dit geval een aardbeienyoghurt. Met 3 is een fruitmassa aangegeven, te weten aardbeienjam.
In figuur la bevindt zich het yoghurtproduct aan de ene zijde van de houder en de fruitmassa aan de andere zijde.
In figuur Ib bevindt zich de fruitmassa tussen twee afzonderlijke massa's yoghurtproduct. Een van de twee yoghurtmassa's kan eventueel zijn vervangen door een zuur vlaproduct, zoals hierna ook nader wordt toegelicht in de voorbeelden.
In figuur le is de fruitmassa aan de yoghurtmassa toegevoegd in de vorm van een zogenaamde "swirl". Hierdoor ontstaat een spiraal van aardbeienjam door de aardbeienyoghurt.
In het navolgende zal de uitvinding verder worden toegelicht aan de hand van enkele voorbeelden.
Voorbeelden :
Er werden dertien combinaties van yoghurtproduct met yoghurtproduct of zuur vlaproduct, fruitmassa of fruitsiroop gemaakt volgens de recepten in Tabel 1. Deze werden in twee verticale lagen naast elkaar afgevuld in gangbare 1 liter Tetrapakken, waarbij van elke component minimaal 0, 1 liter werd afgevuld. De gebruikte yoghurtzuursels zijn aangeduid met de codenamen RR, Ist, YC-471, BY-330 (alle diepgevroren zuursels) en TA40, TA60, LB341 (alle gevriesdroogde zuursels).
<Desc/Clms Page number 6>
EMI6.1
Tabel 1 Voorbeelden Kolom 1 Kolom 2 Kolom 3 1 (0% melkvet, 0, (40% vruchtenpuree ofwit, 8% suiker, 0, RR, 1, 8% sap, 8% suiker, 4% zetmeel, 0, zetmeel, 26 % water, 63, geleermiddel, 0, 4% melk) kleurstoffen, 0, water) 2 (0% melkvet, 0, (40% vruchtenpuree ofwit, 8% suiker, 0, YC-471, 1, sap, 8% suiker, 4% zetmeel, 0, zetmeel, 26 % water, 63, geleermiddel, 0, 4% melk) kleurstoffen, 0, water) 3 (0% melkvet, 0, (40% vruchtenpuree ofwit, 8% suiker, 0, sap, 8% suiker, 4% zetmeel, 0, zetmeel, 26 % water, 63, geleermiddel, 0, 4% melk) kleurstoffen, 0, water) 4 (40% vruchtenpuree ofeiwit, 8% suiker, 0, RR, 1, sap, 8% suiker, 4% zetmeel, 0, zetmeel, 26 % water, 61, melk) kleurstoffen, 0, water) 5 (40% vruchtenpuree ofeiwit, 8% suiker, 0, RR, 1, sap, 20% suiker, 3, zetmeel, 0, zetmeel, 26 % water, 61, geleermiddel, 0, 4% melk) kleurstoffen, 0, water) 6 Yoghurt (0% melkvet, 0,
(40% vruchtenpuree ofwit, 8% suiker, 0, YC-471, 0% sap, 8% suiker, 4% zetmeel, 0, zetmeel, 91, geleermiddel, 0, 4% kleurstoffen, 0, water) 7 Yoghurt (0% melkvet, 0, (40% vruchtenpuree ofwit, 8% suiker, 0, YC-471, 1, sap, 8% suiker, 4% zetmeel, 0, zetmeel, 26, melk) kleurstoffen, 0, water) 8 vruchtenpuree ofwit, 8% suiker, 0, YC-471, 1, sap, 8% suiker, 4% zetmeel, 0, zetmeel, 26% water, 63, geleermiddel, 0, 4% melk) kleurstoffen, 0, water)
<Desc/Clms Page number 7>
EMI7.1
Voorbeelden Kolom 1Kolom 3 9 seinaat of equivalent % mmp, 8, of equivalent % mmp, 0% suiker, 0, 002% RR en 0, 002% Ist, 1% suiker, 0, 002% RR en 0, 002% Ist, 1% zetmeel, 0, kleurstoffen, 0, zetmeel, 0, kleurstoffen, 0, aroma, 88, 37% taptemelk) aroma, 96, 86% taptemelk) 10 Yoghurt (1, caseïnaat of equivalent % mmp, 8,5% of equivalent % mmp, 8, 5% suiker, 0, RR en 0, 002% Ist, 1% suiker, 0, 002% RR en 0,
Ist, 1% zetmeel, 0, zetmeel, 0, kleurstoffen, 0, aroma 88, 37% taptemelk) aroma, 88, 37% taptemelk) aroma caseïnaat of equivalent % mmp, 8, 5% seinaat of equivalent % mmp, 8, 5% suiker, 0, 002% RR en 0, suiker, 0, RR en 0, Ist, 0% zetmeel, 0, kleurstoffen, aroma zetmeel, 0, kleurstoffen, 0, 0, 08%, 89, aroma, 89, 37% taptemelk) 12 Yoghurt (1, 5% suiker, 1 Fruitmassa (50% vruchtenpu- suiker, unit TA 40, 1 unit TA 60, 0, unit ree/vruchtensap, 10% suiker, 5% 1 unit TA 40, 1 unit TA 60, LB341, 1, 8% zetmeel, 91, 6% tapte-zetmeel, 1% verdikkingsmiddel, 0, 3% 0, unit LB341, 1, 8% zetmeel, melk) kleurstoffen, 0,2% aroma, citroenzuur, 33, evt.
een 89, 5% taptemelk) zoetstof 13 Yoghurt (1, 6% melkvet, 5% suiker, 1 Siroop (12, 5% suiker, 5% zetmeel, Zuur vlaproduct (2, 1% eiwit/3, 65% unit TA 40, 1 unit TA 60, 0, unit 1% verdikkingsmiddel, 0, NaCl IjB341 suiker 9%, melk) troenzuur, 80, 9% water) evt. een zetmeel 3%, verdikkingsmiddel 0, zoetstof melkzuur 0, 35%, aroma 0, 02%, water 4, 63%)
<Desc/Clms Page number 8>
EMI8.1
Na veertien dagen bewaren bij 70C werden de deeltjesgrootte d3, in jum (Malvern Mastersizer, yoghurtmonster zonder zetmeel 2000x verdunnen in water), het viscositeitsverschil in elke component tussen onder- in % (Rheometrics RFS II, parallelle platen, diameter 50 mm, tussenruimte 2 mm, afschuifsnelheid 10 s-l, viscositeit gemeten na 30 s), het dichtheidsverschil kg/l tussen de twee verticale lagen (berekend uit de ingrediëntensamenstelling) en de visuele en uitschenkkwaliteiten gemeten.
De resultaten zijn vermeld in Tabel 2.
Voorts werd van 3 combinaties het viscositeitsverschil tussen boven en onder in een component gemeten na 1, 7, 14 en 21 dagen. De resultaten staan in Tabel 3.
Tabel 2
EMI8.2
Voor-Dj, na 14 dagen bewaren beelden .
1 0 % Mooi glad b 2 12, 0 % Mool glad bij uitschenken 3 22, % 0 % Ruw op scheiding tussen yoghurt en fruit bij uitschenken 4 9, % 0 % Fruit en yoghurt netjes gescheiden zoals bij afvullen 5 10, 4 % Fruit naar onder gezakt, yoghurt naar boven.
6 0 % Boven in het product serum op de yoghurt, en vermenging met fruitmassa, onder in het product dikke ruwe yoghurt.
Schenkt niet regelmatig uit 7 0 % Fruit en yoghurt nog wel gescheiden, maar bovenin beginnende serumvornu. en onderin iets ruwere yoghurt. Schenkt nog net regelmatig Ult.
8 % 0 % Fruit en yoghurt netjes gescheiden, schenkt regelmatig uit 9 op het product bevindt zich iets serum. Tevens is het product niet homogeen. De kolom zonder suiker is met name op het scheidingsvlak dikker en wat klonterig.
10 9, 0 % Beide kolommen yoghurt zijn netjes gescheiden, zoals bij afvullen.
11 % 0 % Séide kolommem zijn netjes gescheiden.
Echter boven in pak bevindt zich circa 20 ml serum. Bij uitschenken is eerste deel visueel minder viskeus dan laatste deel.
12 13 6% 1% 0%* De 3 kolommen zijn goed van elkaar gescheiden. De saus wordt in de loop van de tijd iets dunner maar dit leidt niet tot schenkproblemen.
13 13 6% 1% 0% 3 kolommen zijn goed van elkaar gescheiden. De saus wordt in de loop van de tiJd iets dunner maar dit leidt niet tot schenkproblemen.
* het dichtheidsverschil zowel de kolommen 1/2 als de kolommen 2/3
<Desc/Clms Page number 9>
EMI9.1
Tabel 3 Voor- beelden Aviscositeit Aviscositeit Aviscositeit Aviscositeit 6 % 17, % 31, % 25, % 75, 6, % 6, % 8 % 2, % 1, % 5, %
In tabel 2 is voorbeeld 8 een yoghurt/fruitcombinatie volgens de uitvinding. De yoghurt had een kleine deeltjesgrootte, en toegevoegde stabilisator (zetmeel). Zelfs na 21 dagen bewaren bij 7 C was het viscositeitsverschil tussen boven-en onderlaag minder dan 6%. Na 14 dagen bewaren (tijdstip van beoordeling) zijn fruit en yoghurt nog mooi gescheiden, en schenkt het product regelmatig uit-
Bij voorbeeld 6 en voorbeeld 11 was geen stabilisator toegevoegd. Na 14 dagen bewaren was het viscositeitsverschil ruim 30% respectievelijk bijna 25%.
Dit uitte zich bij beoordeling in het ontstaan van serum bovenop de yoghurtlaag en in ongelijkmatig uitschenken.
Bij voorbeeld 5 was er een dichtheidsverschil van 4% tussen fruit en yoghurtproduct. Na twee weken was hierdoor het fruit, dat zwaarder was, naar de bodem gezakt en de yoghurt was gaan bovendrijven.
Bij voorbeeld 3 was gebruik gemaakt van een andere yoghurtcultuur die een grotere deeltjesgrootte gaf. Na twee weken was de yoghurt op de fruit-yoghurtgrenslaag gaan schiften onder invioed van de zuren uit de fruitmassa.
In voorbeeld 12 en 13 zijn yoghurt/fruit/yoghurt en yoghurt/siroop/vlaproduct (zuur) volgens de uitvinding vermeld. Na 14 dagen bewaren waren deze 3-lagige combinaties nog uitstekend van kwaliteit.