BE1012899A3 - Verbeterde inrichting voor het verzamelen van afval. - Google Patents

Abstract

Verbeterde inrichting voor het verzamelen van afval, waarbij deze inrichting hoofdzakelijk bestaat uit een vat (1) dat afsluitbaar is door middel van een deksel (4) daardoor gekenmerkt dat in het vat (1) minstens één reservoir (7-25) voor vloeistof (8) is aangebracht met een diepte die wezenlijk kleiner is dan de diepte van het vat (1).

Description

   <Desc/Clms Page number 1> 
 



  Verbeterde inrichting voor het verzamelen van afval. 



  De huidige uitvinding heeft betrekking op een verbeterde inrichting voor het verzamelen van afval, meer speciaal voor het reukvrij verzamelen van huisafval, groenafval en dergelijke. 



  Meer speciaal nog betreft de huidige uitvinding een inrichting voor het geurloos verzamelen van afval, waarbij gebruik wordt gemaakt van een ontgeurder en/of een deodorant, teneinde onwelriekende geuren te neutraliseren. 



  Het is algemeen bekend dat afval, en meer bepaald huisafval, groenafval en dergelijke, wordt verzameld in kunststofzakken die bijvoorbeeld door de gemeente ter beschikking gesteld worden. 



  Eens een dergelijke kunststofzak in gebruik is genomen, is het handig hem te bewaren door hem op te hangen in een inrichting, bestaande uit een geraamte met een deksel, of in een gesloten container. 



  Indien een gedeeltelijk met afval gevulde zak gedurende enige tijd in een dergelijke inrichting hangt, neemt de reukhinder snel toe, vooral wanneer men de inrichting opent, maar ook wanneer ze gesloten blijft, zodat men geneigd is een halfvolle zak reeds met de vuilniswagen mee te geven. 



  Teneinde dit probleem op te lossen, is het bekend om containers voor het verzamelen van afval   dubbelwandig uit   te voeren, waarbij tussen de binnen-en buitenwand een   vloeistof   wordt aangebracht die de geuren van het afval 

 <Desc/Clms Page number 2> 

 moet neutraliseren door de aanwezigheid van een ontgeurder en eventueel een deodorant. 



  In het US 1, 462, 693 wordt een dergelijke inrichting beschreven, meer bepaald een dubbelwandig metalen vat, waarbij tussen de twee wanden van dit vat een kiemdodend middel wordt aangebracht. 



  Een groot nadeel van deze bekende inrichting is dat Zlj moeilijk in   een   stuk te vervaardigen is zodat, ofwel, de productie ingewikkeld en bijgevolg duur is, ofwel, de verschillende stukken van de inrichting aan elkaar moeten worden bevestigd nadat zij vervaardigd zijn, wat dan weer een meerkost aan arbeidsuren met zieh meebrengt. 



  Een ander nadeel is dat de ruimte tussen de twee wanden zo smal en diep is dat ze nagenoeg niet kan gereinigd worden, wat soms nodig kan zijn als er bijvoorbeeld per ongeluk afval in terechtgekomen is. 



  De huidige uitvinding heeft dan ook een verbeterde inrichting voor het verzamelen van afval als voorwerp die eenvoudig te vervaardigen is en waarbij de ruimtes waarin de vloeistof zieh bevindt gemakkelijk kunnen bijgevuld en gereinigd worden. 



  Tot dit doel wordt een verbeterde inrichting volgens de uitvinding voor het verzamelen van afval hoofdzakelijk gevormd uit een vat dat afsluitbaar is met een deksel, waarbij in het vat minstens   een   reservoir voor vloeistof is aangebracht met een diepte die wezenlijk kleiner is dan de diepte van het vat. 

 <Desc/Clms Page number 3> 

 



  Bij voorkeur bevat de voornoemde vloeistof een combinatie van water met bacteriën die een ontgeurende werking kunnen uitoefenen en/of een deodorant. 



  In een eerste voorkeurdragende uitvoeringsvorm is het reservoir ringvormig uitgevoerd en ultneembaar in het vat geplaatst, waarbij het voorzien is van een kraag die over de bovenrand van het vat kan haken. 



  In een tweede voorkeurdragende uitvoeringsvorm is de inrichting voorzien van een bijkomend reservoir voor   vloeistof   dat op de bodem van het vat gesitueerd is. 



  Teneinde contact tussen de geuren die uit de afvalzak komen en de vloeistof met ontgeurder onder de zak mogelijk te maken, kan het ringvormig reservoir gedeeld uitgevoerd worden, met andere woorden bestaan uit een aantal reservoirs, waartussen luchtopeningen aanwezig zijn. 



  Ook zouden, om dezelfde reden, in het ringvormig reservoir waterdichte doorgangen kunnen voorzien worden, bijvoorbeeld in de bodem ervan bevestigde buizen die tot boven het vloeistofniveau reiken. 



  Om vervuiling van de vloeistof te voorkomen, wordt bij voorkeur over elk reservoir een rooster, gaas of dergelijke aangebracht. 



  Teneinde de afvalzak op zijn plaats te houden, is de binnenste rand van het reservoir voorzien van een rand die een omtreksgroef vormt, waarmee een, al dan niet elastisch, bindmiddel kan samenwerken,   een   en ander zodanig dat de bovenrand van de afvalzak geklemd kan worden tussen de voornoemde rand en het voornoemde bindmiddel. 

 <Desc/Clms Page number 4> 

 



  Met   het inzicht   de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen zijn hierna, als voorbeeld zonder enig beperkend karakter, twee voorkeurdragende uitvoeringsvormen van een verbeterde inrichting voor het verzamelen van afval beschreven, met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin : figuur 1 een verticale doorsnede weergeeft van een inrichting volgens de uitvinding ; figuur 2 op grotere schaal het gedeelte weergeeft dat in figuur 1 door F2 is aangeduid ; figuur 3 een doorsnede weergeeft volgens lijn III-III in figuur   1 ;   figuur 4 een doorsnede weergeeft, gelijkaardig aan die van figuur   1,   maar voor een   uitvoeringsvariantei   figuur 5 een doorsnede weergeeft volgens lijn V-V in figuur   4 ;   figuur 6 een doorsnede weergeeft volgens lijn VI-VI in figuur 4. 



  Een eerste uitvoeringsvorm van een inrichting volgens de uitvinding bestaat, zoals weergegeven in de figuren 1 tot 3, uit een vat 1 met een zijwand 2 en een bodemplaat 3. 



  Het vat 1 is afsluitbaar door middel van een deksel 4, dat voorzien is van een omtreksrand 5, teneinde het vat 1 goed te kunnen afsluiten, en is tevens voorzien van een handgreep 6 voor het openen en sluiten van het deksel 4. 



  In het vat 1 is een ringvormig reservoir 7 voor vloeistof 8 aangebracht, dat zieh over een boog van 3600 uitstrekt en dat in deze uitvoering bestaat uit een buitenwand 9 en een binnenwand 10, verbonden met een in dit geval naar binnen toe oplopende bodem 11. 

 <Desc/Clms Page number 5> 

 



  De buitenwand 9 van het reservoir 7 is aan nagenoeg zijn volledige bovenrand 12 voorzien van een U-vormige kraag 13, welke slechts onderbroken wordt door een scharnier 14, waarmee het voornoemde deksel 4 aan het reservoir 7 bevestigd is, waarbij de voornoemde U-vormige kraag 13 zodanig gevormd is dat hij precies past over de bovenrand 15 van de wand 2 van het vat 1. 



  De binnenwand 10 van het reservoir 7 is aan zijn bovenrand 16 voorzien van een omtreksgroef 17 die kan samenwerken met een, al dan niet elastisch, bindmiddel 18, bijvoorbeeld een koord, lint, elastiek of dergelijke. 



  De bovenkant van het voornoemde reservoir 7 wordt bij voorkeur afgedekt door een ringvormig rooster 19, een gaas of dergelijke. 



  In een variante kan het ringvormig reservoir 7 zodanig zijn uitgevoerd dat het zieh uitstrekt over een boog van minder dan 3600. 



  In de figuren 4,5 en 6 is een tweede uitvoeringsvorm van een inrichting volgens de uitvinding weergegeven. 



  Deze uitvoeringsvorm bestaat eveneens uit een vat 1, gelijkaardig aan dat van de eerste uitvoeringsvorm, doch voorzien van een bijkomend reservoir 20 dat op de bodem 11 van het vat 1 gesitueerd is. 



  Het reservoir 20 is begrensd door een ringvormige kraag 21 aan de binnenzijde van het vat   1,   waarbij op de kraag 21 een rooster 22, gaas of dergelijke rust, teneinde het   bijkomend reservoir   20 geschikt af te dekken. 

 <Desc/Clms Page number 6> 

 



  Om te voorkomen dat het rooster 22 over de voornoemde kraag 21 gaat verschuiven, kan deze kraag 21 voorzien zijn van een boord 23. 



  Teneinde contact tussen de geuren die uit de afvalzak 24 komen en de vloeistof 8 met ontgeurder onder de afvalzak 24 mogelijk te maken, is het ringvormig reservoir 7 gevormd door een aantal, in dit geval vier, reservoirs 25, waartussen luchtopeningen 26 aanwezig zijn. 



  Bij voorkeur worden zowel de reservoirs 25 als de ertussen gelegen luchtopeningen 26 afgedekt door het ringvormig rooster, gaas of dergelijke 19, zodat het afval noch in de reservoirs 25, noch tussen de afvalzak 24 en de zijwand 2 van het vat   1,   kan vallen. 



  Door de aanwezigheid van deze roosters, namelijk het ringvormig rooster 19 en het rooster 22, blijft, enerzijds, de vloeistof 8 steeds in contact met de geuren die gevormd worden in de afvalzak 24 en kan er, anderzijds, geen afval in de voornoemde reservoirs 7, respectievelijk 25 en 20, terechtkomen. 



  Ook kan, in een uitvoeringsvariante van de hiervoor beschreven uitvoeringsvormen, de buitenwand 9 van het reservoir 7 of de reservoirs 25 achterwege gelaten worden, waarbij in dat geval de rand 27 van de bodem 11 van het reservoir 7, respectievelijk de reservoirs 25, waterdicht aan de zijwand 2 van het vat 1 zal bevestigd worden, bijvoorbeeld door deze rand 27 aan de wand 2 te kleven, te lassen of dergelijke. 



  In nog een andere variante kunnen in het ringvormig reservoir 7 waterdichte doorgangen voorzien worden, 

 <Desc/Clms Page number 7> 

 bijvoorbeeld in de bodem 11 ervan bevestigde buizen die tot boven het vloeistofniveau reiken, welke buizen luchtdoorgangen vormen, zodat contact tussen de geuren die uit de afvalzak 24 komen en de vloeistof 8 met ontgeurder onder de afvalzak 24 mogelijk is. 



  Het gebruik van dergelijke inrichting volgens de uitvinding is zeer eenvoudig en als volgt. 



  In het reservoir 7, respectievelijk de reservoirs 25 en het bijkomend reservoir 20, zal een geschikte vloeistof 8 worden aangebracht, bijvoorbeeld water, waaraan een middel met de gewenste geurneutraliserende werking wordt toegevoegd. 



  Dit voornoemde middel zal bij voorkeur uit een op zichzelf bekend ontgeuringsmiddel bestaan, waaraan eventueel een deodorant is toegevoegd. 



  In de meest voorkeurdragende uitvoeringsvorm bestaat het voornoemde middel uit een combinatie van, enerzijds, water met bacteriën die een ontgeurende werking kunnen uitoefenen en,   anderzijds,   een deodorant. 



  De bacteriën zorgen voor het neutraliseren van de hinderlijke geuren, terwijl de deodorant zorgt voor het verspreiden van een aangename geur. 



  Wanneer de omgevingstemperatuur boven de   250C   stijgt, verzwakt de werking van de deodorant, maar op dat ogenblik groeien de bacteriën het best en oefenen ze de gewenste ontgeuring uit. 

 <Desc/Clms Page number 8> 

 



  Na het aanbrengen van de vloeistof 8 in het reservoir 7, respectievelijk de reservoirs 25 en het bijkomend reservoir 20, worden deze afgedekt met het ringvormig rooster 19, respectievelijk het rooster 22. 



  Over de binnenste rand van het reservoir 7, respectievelijk de reservoirs 25, wordt een afvalzak 24 of dergelijke, zoals bijvoorbeeld bekend voor afvalophaling, aangebracht, waarbij om de afvalzak 24 doeltreffend op zijn plaats te houden, het vrije uiteinde van de afvalzak 24 over de voornoemde omtreksgroef 17 wordt geplaatst, waarna een geschikt, al dan niet elastisch, bindmiddel 18 over het vrij uiteinde van de afvalzak 24 en de omtreksgroef 17 gespannen wordt, waardoor de afvalzak 24 tussen de binnenwand 10 van het reservoir 7, respectievelijk de reservoirs 25, en het bindmiddel 18 geklemd wordt. 



  Wanneer men de aldus uitgeruste inrichting opent door middel van het deksel 4, zullen de hinderlijke geuren, afkomstig van het reeds aanwezige afval, die normaal verspreid worden, niet meer waarneembaar zijn, aangezien ze reeds geneutraliseerd zijn. 



  Inderdaad concentreren deze geuren zieh bovenaan in de inrichting volgens de uitvinding, meer speciaal tegen het deksel 4, waarna de ontgeurder die aan de vloeistof 8 in het reservoir 7, respectievelijk de reservoirs 25 en het bijkomend reservoir 20, is toegevoegd ervoor zorgt dat deze onwelriekende geuren geneutraliseerd worden,   een   en ander zodanig dat, wanneer het deksel 4 een volgende maal wordt geopend, er geen hinderlijke geuren uit de inrichting   vrijkomen.   

 <Desc/Clms Page number 9> 

 



  Het voornoemde ringvormig rooster 19 moet ervoor zorgen dat er geen afval in het reservoir 7 terechtkomt, respectievelijk in de reservoirs 25 of tussen de afvalzak 24 en de zijwand 2 van het vat 1 valt. 



  In de tweede uitvoeringsvorm zorgt het rooster 22 er voor dat de afvalzak 24 met zijn onderkant 28 niet in de vloeistof 8 van het bijkomend reservoir 20 hangt, maar ondersteunt wordt. 



  Een bijkomend voordeel van een inrichting volgens de uitvinding is dat, indien er per ongeluk toch afval doorheen het rooster 19 in het reservoir 7, respectievelijk de reservoirs 25, terecht zou komen, deze reservoirs gemakkelijk kunnen gereinigd worden. 



  Indien het reservoir 7 of de reservoirs 25 vast verbonden zijn met de wand 2 van het vat   1,   kan men er, door de ondiepte van deze reservoirs 7,25 gemakkelijk de onreinheden uithalen nadat het rooster 19 verwijderd is. 



  Als het reservoir 7 niet vast verbonden is met de zijwand 2 van het vat   1,   doch door middel van een kraag 13 over de bovenrand 15 van het vat 1 gehaakt zijn, kan dit reservoir 7 eenvoudig uit het vat 1 worden genomen, teneinde het te reinigen. 



  Een bijkomend voordeel van de inrichting volgens de uitvinding bestaat erin dat, doordat de reservoirs 7, respectievelijk 25, weinig vloeistof 8 bevatten, het gewicht van de inrichting tot een minimum beperkt wordt, waardoor zij gemakkelijk te verplaatsen is. 

 <Desc/Clms Page number 10> 

 



  Nog een ander voordeel van de tweede uitvoeringsvorm, zoals weergegeven in de figuren 4,5 en 6, is dat de aanwezigheid van het bijkomend reservoir 20 de stabiliteit van de inrichting ten goede komt, wat veroorzaakt wordt doordat het zwaartepunt van de inrichting verlaagd wordt. 



  Men bekomt op deze wijze een inrichting die op alle mogelijke plaatsen kan gebruikt worden, zowel binnenshuis als buitenshuis en waarbij niet alleen het verspreiden van geuren totaal vermeden wordt, maar die bovendien zeer gemakkelijk kan gereinigd worden, licht is en een grote stabiliteit bezit. 



  Het is evident dat noch het vat, noch de reservoirs, een cirkelvormige doorsnede moeten hebben, maar om het even welke vorm kunnen vertonen, bijvoorbeeld vierkant, zeshoekig of een andere al dan niet geometrische vorm. 



  Het is duidelijk dat de huidige uitvinding geenszins beperkt is tot de als voorbeeld beschreven en in de bijgaande figuren weergegeven uitvoeringsvorm, doch dergelijke inrichting kan in allerlei vormen en afmetingen worden verwezenlijkt zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.

Claims (14)

Conclusies.

1. - Verbeterde inrichting voor het verzamelen van afval, waarbij deze inrichting hoofdzakelijk bestaat uit een vat (1) dat afsluitbaar is door middel van een deksel (4), daardoor gekenmerkt dat in het vat (1) minstens een reservoir (7-25) voor vloeistof (8) is aangebracht met een diepte die wezenlijk kleiner is dan de diepte van het vat (1).

2.-Inrichting volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat de vloeistof (8) een ontgeuringsmiddel bevat.

3.-Inrichting volgens conclusie 1 of 2, daardoor gekenmerkt dat de vloeistof (8) water met bacteriën bevat die een ontgeurende werking kunnen uitoefenen.

4.-Inrichting volgens conclusie 3, daardoor gekenmerkt dat de vloeistof (8) een combinatie bevat van, enerzijds, water met bacteriën die een ontgeurende werking kunnen uitoefenen en, anderzijds, een deodorant.

5.-Inrichting volgens een van de conclusies 1 tot 4, daardoor gekenmerkt dat het reservoir (7) ringvormig is.

6.-Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat het reservoir (7) zieh over een boog van 3600 uitstrekt.

7.-Inrichting volgens een van de conclusies 1 tot 5, daardoor gekenmerkt dat het reservoir (7) zieh uitstrekt over een boog van minder dan 3600. <Desc/Clms Page number 12>

8.-Inrichting volgens een van de conclusies 1 tot 5, daardoor gekenmerkt dat zij voorzien is van een aantal reservoirs (25), welke op gelijke hoogte gelegen zijn langs de wand (2) van het vat (1).

9.-Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat het reservoir (7), respectievelijk de reservoirs (25), vast aan de wand (2) van het vat (1) bevestigd is, respectievelijk zijn.

10.-Inrichting volgens een'van de conclusies 1 tot 8, daardoor gekenmerkt dat elk reservoir (7-25) uitneembaar in het vat (1) geplaatst is, waarbij ieder reservoir (7-25) voorzien is van een kraag (13) die over de rand (15) van het vat (1) kan haken.

11.-Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de binnenwand (10) van het reservoir (7) aan zijn bovenrand (16) voorzien is van een omtreksgroef (17), waarmee een bindmiddel (18) kan samenwerken.

12.-Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat zij voorzien is van een ringvormig rooster (19) dat het reservoir (7), respectievelijk de reservoirs (25) en eventueel de luchtdoorgangen (26), afdekt.

13.-Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat zij voorzien is van een bijkomend reservoir (20) dat op de bodem (11) van het vat (1) gesitueerd is. <Desc/Clms Page number 13>

14.-Inrichting volgens conclusie 13, daardoor gekenmerkt dat het bijkomend reservoir (20) begrensd is door een ringvormige kraag (21) aan de wand (2) van het vat (1), waarop een rooster (22) gelegen is, teneinde het reservoir (20) geschikt af te dekken.