<Desc/Clms Page number 1>
Windschenn en toepassing ervan De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een in de buitenlucht in de bodem te verankeren vertikaal schenn, bestemd voor het breken van de wind.
Bij een vrijstaand scherm van gesloten karakter en beperkte hoogte moet windbelasting loodrecht op het vlak in rekening worden gebracht door overdrukken aan de windkant en onderdrukken of zuigingen aan de lijkant. De grootte van de overdruk, resp. onderdruk wordt bepaald door de stuwdrukwaarde bij een bepaalde windkracht te vermenigvuldigen met een coëfficiënt c (c < 0, 9), die afhankelijk is van de stand van het getroffen oppervlak met het horizontale vlak.
De uitvinding voorziet nu in een windscherm, waarbij de stuwdruk veel lager blijkt te kunnen worden.
Volgens de uitvinding is het scherm daartoe uitgevoerd met tussen in de bodem verankerde staanders geplaatste panelen in de vorm van een zeefdek.
Door deze uitvoering is het drukverschil tengevolge van de wind aan de voor-en achterzijde van het scherm sterk gereduceerd, terwijl, doordat de wind niet aan het scherm gekeerd wordt, de wind min of meer achter het scherm verstrooid is, een soort desoriëntatie dus.
Volgens een verdere uitwerking van de uitvindingsgedachte is het zeefdek van het scherm uitgevoerd als een spanzeef, met horizontale staven en vertikale spandraden.
Volgens een voorkeursuitvoering daarvan is het scherm aan onder-en/of bovenkant uitgerust met een spaninrichting voor het spannen van de vertikale draden van het zeefdek,
De uitvinding heeft mede betrekking op een toepassing van een dergelijk uitgevoerd windscherm voor een deuropening in een pui, welke toepassing volgens de uitvinding daardoor wordt gekenmerkt, dat het windscherm in een naar buiten gebogen opstelling op praktische afstand vóór de deuropening is geplaatst, ten minste even hoog als de deuropening is uitgevoerd, en waarbij de deuropening langs de beide opgaande posten ervan is voorzien van spoilers die ten minste even hoog als de deuropening zijn en aan de van de pui vrijlopende rand een knik vertonen.
Opgemerkt wordt, dat in de landbouw en fruitteelt zogenaamde windsingels, bestaande uit rijen dichtopeen geplante bomen als populieren of elzen veelvuldig als windscherm worden gebruikt ; een matig dicht scherm blijkt daarbij het beste te voldoen.
<Desc/Clms Page number 2>
Voorts wordt opgemerkt, dat uit EP 0 373 085 een turbulentievorming verhinderend samengesteld windscherm bekend is, bestemd om een betrekkelijk grote landelijke zône, zoals een station voor een kabelbaan of skilift en de inloop daarvoor, tegen de overheersende bergwind af te schermen. Dit bekende scherm heeft een hoogte ten minste gelijk aan de hoogte van het te beschermen object, en bestaat uit twee van horizontale sleuven voorziene wanden, die achter elkaar met de heersende windrichting mee hellend ten opzichte van de bodem zijn opgesteld, waarbij een tussengelegen raamwerk de krachten naar in de grond veranderde steunen afleidt. De open sleuven van de beide wanden hebben verschillende steek.
Het scherm is opgebouwd uit prismatische modules van vertikale trapeziumvorm, die om en om op elkaar zijn geplaatst, zodat een scherm ontstaat met vlakken die in vertikale zin gebroken en niet onderling evenwijdig zijn. Door deze constructie wordt de wind grotendeels omhoog afgebogen, wat er ook toe bijdraagt dat bij sneeuwval zich in de luwte achter het scherm geen sneeuw kan ophopen.
Verder blijkt uit EP 0 214 028 een werkwijze voor het realiseren van een windscherm, en een wagen voor het toepassen van deze werkwijze bekend te zijn. Het daarmede gerealiseerde windscherm is bevestigd aan een reeks vertikale posten op afstanden van 3 ä 4 m die in de bodem zijn vastgemetseld, welke posten aan de luwe kant zijn voorzien van over de hoogte verdeelde bevestigingselementen, op regelmatige afstanden van bijvoorbeeld 60 cm, en waartussen twee lagen van bijvoorbeeld 12 horizontale staaldraden zijn gespannen, welke lagen dienen voor het opsluiten en tegen de windinvloeden steunen van een ertussen verlopend scherm.
Dit scherm is uitgevoerd als een of twee horizontale banen van kunststofgaas, welke bij het aanbrengen worden afgewikkeld van een resp. twee op de wagen draaibaar gemonteerde vertikale rol of rollen, door de wagen langs de posten heen en weer te laten rijden.
Verder kenmerken en voordelen van het windscherm volgens de uitvinding zulten blijken uit de navolgende beschrijving onder verwijzing naar bijgaande tekening, waarin een niet beperkend bedoeld uitvoeringsvoorbeeld is weergegeven.
Fig. 1 van de tekening toont een vertikal opgesteld paneel van een windscherm en de helft van de beide aangrenzende panelen daarvan in vooraanzicht ;
Fig. 2 geeft een dwarsdoorsnede weer over een staander overeenkomstig de lijn II- II in fig. 1 ;
<Desc/Clms Page number 3>
Fig. 3 geeft een dwarsdoorsnede weer over een ligger en een spanstaaf voor een paneel overeenkomstig de lijn 111-111 in fig. 1 ;
Fig. 4a en 4b tonen in perspectief het principe van de oplegging van resp. de bovensteen de onderste ligger in een stel aan een staander bevestigde schalen ;
Fig. 5 toont in schematisch bovenaanzicht een opstelling van een uit vier panelen bestaand windscherm volgens de zijden van een segment van een regelmatige veelhoek, geplaatst voor een dubbele schuifdeur in een pui.
Het in fig. 1 afgebeelde windscherm omvat naast elkaar opgestelde panelen A, B en C. Elk paneel is geplaatst tussen twee ronde vertikale staanders, in fig. 1 aangegeven met 10 en 11, welke staanders rosten op voeten 12 en 13, en met behulp van betonfundering 14 en 15 in de bodem verankerd zijn. Tussen de voeten 12 en 13 is na het plaatsen van de staanders de normale bestrating 16 aangebracht.
EMI3.1
Elk is uitgevoerd in de vorm van een zeefdek 27. Zoals uit figuur Elk paneel A B en- 2 en 3 kan worden opgemaakt, bestaat het zeefdek 27 uit een spanzeef, met vertikale spandraden 28 en horizontale zeefstaafjes 29. Boven en onder wordt het zeefdek 27 begrensd door resp. een bovenste ligger 17 en een onderste ligger 18. Ten einde deze ronde liggers (17,18) aan de staanders (10,11) te bevestigen, is elke staander, op de wijze als in fig. 4a en 4b aan de hand van de staander 11 is weergegeven, voorzien van aangelaste holle schalen, één paar schalen 19 en 20 voor het opnemen van de einden van de bovenste ligger 17, en een paar schalen 21 en 22 voor het opnemen van de einden van de onderste ligger 18 (zie ook fig. 1).
Op de liggers (17, 18) kan, bijvoorbeeld op de wijze als is weergegeven in de figuren 4a en 4b, nabij elk uiteinde ervan een borgnok (23,24) zijn aangebracht, welke nok past in en samenwerkt met een in de schalen (20,22 in de resp. figuren 4a en 4b) aangebrachte borgholte (25 resp. 26 in de genoemde figuren). Door middel van deze borging kunnen de liggers (17, 18) na het spannen van het zeefdek 27 niet meer verschuiven of verdraaien.
De einden 30 van de spandraden 28 van het zeefdek 27 zijn op een wijze die uit fig. 3 blijkt, geslagen om een evenwijdig aan de ligger 17 (of 18) verlopende ronde spanstang 31, waarbij de uiteinden van de spandraden 28 door middel van een prop 32 zijn bevestigd. Uiteraard zijn andere, gelijkwaardige bevestigingsmethoden denkbaar.
<Desc/Clms Page number 4>
Zoals uit fig. I blijkt, grijpen om de spanstang 31 een aantal, bijvoorbeeld vier, spanogen 33, waarvan de steel 34 door een vertikale boring in de ligger steekt (ligger 17, figuur 3). Deze steel is aan het uiteinde ervan voorzien van schroefdraad, waarop een stel spanmoeren 35,36 lopen. Door het gelijktijdig of om beurten aandraaien van deze spanmoeren (35,36) kan het gehele zeefdek 27 worden gespannen. Dit spannen geschiedt zowel aan de bovenkant als aan de onderkant van het zeefdek, en wel op zodanige wijze dat zich geen onregelmatigheden in het zeefpatroon bevinden.
Een afsluitdop 37 dient om stof en vuil van deze moerverbinding weg te houden, en tevens om onbevoegd losdraaien te beletten.
Aan beide zijkanten is het zeefdek 27 afgesloten door een profielstaaf 38, 38 van de aangegeven dwarsdoorsnede, welk profiel de uiteinden van de zeefstaafjes 29 bedekt.
Een dergelijk profiel (38,38) kan eventueel aan de naastgelegen staander (10 ; 11) zijn vastgelast, zoals uit fig. I en 2 bij 39 te zien is, doch beslist noodzakelijk is dit evenwel niet.
Om de gedachte te bepalen bezit een windscherm volgens onderhavige uitvinding een paneelbreedte van bijvoorbeeld l meter, en een hoogte boven de bestrating van bijvoorbeeld 2, 40 meter. De staanders (10 ; 11) zijn cilindervormig en hebben bijvoorbeeld een buitendiameter van 10 cm. Ze kunnen om het windscherm een hoge stabiliteit te verschaffen eventueel met beton gevuld zijn, zoals uit de doorsneden ervan in fig. 2 en fig.
4b blijkt, doch beslist nodig is dit niet. Ze staan hart op hart op 1, 20 meter van elkaar. Alle onderdelen (staanders, liggers, zeefdek, spaninrichting) zijn vervaardigd uit roestvast staal, een duurzaam materiaal wat weinig onderhoud vergt, en het scherm tevens een fraai ogend, esthetisch verantwoord uiterlijk verschaft.
Het scherm is bestemd om te worden geplaatst met name in de buitenlucht, v6ór de electrisch bediende deuren van winkels als warenhuizen en supermarkten. Dergelijke deuren gaan de hele werkdag steeds open en dicht, waardoor de wind naar binnen telkens vrij spe ! heeft, en waarvan het aldaar werkzame personeel last ondervindt. Het scherm volgens de uitvinding, mits juistgeplaatst en in de juiste opstelling, draagt in hoge mate bij om het ziekteverzuim onder het winkelpersoneel terug te dringen door de werkomstandigheden ter plaatse te verbeteren.
Het schenn mag daarbij evenwel generlei belemmering vormen voor het winkelende publiek, met name niet voor het manoeuvreren met boodschappenwagentjes.
EMI4.1
f
<Desc/Clms Page number 5>
Als men de wind op de voomoemde plaats wil keren, dient men het scherm in een van te voren geteste stand op te stellen. Bij voorkeur is dit een naar buiten toe gebogen opstelling. Fig. 5 geeft daarvoor een mogelijkheid in bovenaanzicht weer.
EMI5.1
In deze fig. bevindt zieh in een winkelpui 50 een dubbele electrisch bediende horizontale schuifdeur 51,52. De horizontale beweging van deze deuren 51,52 is met pijltjes aangeduid.
Het windscherm 53 volgens de uitvinding beslaat in deze geschetste uitvoering vier panelen : 54, 55, 56,57, die in dit geval geplaatst zijn overeenkomstig de zijden van een segment van een regelmatie veelhoek. Een groter aantal panelen, bijvoorbeeld vijf of zes, is-mits de plaatsruimte dat toelaat-uiteraard mogelijk.
De breedte van de deuropening 58 bedraagt bijvoorbeel 1, 80 m tussen de bei'de deurposten 59 en 60. De hoogte van de deuropening bedraagt bijvoorbeeld 2, 10 m. De afstand van het windscherm 53 tot de winkelpui 50 bedraagt ongeveer 3 m. Het verdient aanbeveling op de winkelpui 50 evenwijdig aan de beide vertikale deurposten 59 en 60 spoilers 61 resp. 62 aan te brengen, die zieh vanaf de bestrating evenwijdig aan de deurposten tot voorbij het hoogste punt van de deuropening uitstrekken, bijvoorbeeld tot 2. 40 meter. Deze spoilers 61,62 kunnen, zoals schetsmatig bij 63 is aangeduid, in de pui 50 worden vastgeschroefd. Het oppervlak van de spoilers is gesloten, en de spoilers staan onder een hoek met het vlak van de pui van tussen 15c en 450.
Bij voorkeur is de vrije rand ervan bij 64 resp. 65 over een kleine breedte van bijvoorbeeld 5 ä 7 cm onder een kleine hoek naar buiten geknikt omgezet. De spoilers hebben een breedte van 0, 35 à 0, 5 m, de driehoekige ruimte tussen de deurposten 59 en 60 en de bijbehorende spoiler 61 resp.
62 kan eventueel zijn opgevuld.
Gebleken is dat deze spoilers (61,62) vooral werkzaam zijn bij sterke wind ongeveer evenwijdig aan de pui (50), terwijl het scherm (53) het meest effectief is bij richtingen van de wind meer loodrecht op de pui.
Doordat het scherm volgens de uitvinding als zeefdek is uitgevoerd, wordt de wind er niet door afgebogen, maar min of meer gesmoord. Het drukverschil aan voor-en achterzijde van het scherm bij de meest ongunstige windrichting (dus loodrecht op het paneel) is minimaal. Doordat het zeefdek 27 van het scherm is uitgevoerd in fijnmazig gaas (maas-afmetingen bijvoorbeeld 2 x 15 mm) met gegolfde zeefstaafjes (29, fig. 2 en 3), zorgt dit voor extra verstrooiing van de wind.
<Desc/Clms Page number 6>
EMI6.1
Het ontwerp leent zich ervoor om modulair te worden opgebouwd. Het scherm c bestaat daartoe uit gelijk-vormige die aaneengekoppeld worden met een begin-en paneleneindstaander De productie en de plaatsing van de schermen zijn hierdoor zo efficiënt mogelijk. Tevens biedt dit de mogelijkheid om in een bestaande situatie een beschadigd of vernield paneel ter plaatse te vervangen. Ook het uitbreiden of inkorten van een scherm met panelen ligt binnen de mogelijkheden.