NL2016830B1 - Inrichting voor het beschermen van gewassen tegen weersinvloeden - Google Patents

Inrichting voor het beschermen van gewassen tegen weersinvloeden Download PDF

Info

Publication number
NL2016830B1
NL2016830B1 NL2016830A NL2016830A NL2016830B1 NL 2016830 B1 NL2016830 B1 NL 2016830B1 NL 2016830 A NL2016830 A NL 2016830A NL 2016830 A NL2016830 A NL 2016830A NL 2016830 B1 NL2016830 B1 NL 2016830B1
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
tensioning means
uprights
upright
longitudinal
tensioning
Prior art date
Application number
NL2016830A
Other languages
English (en)
Inventor
Bart Nicolaï
Original Assignee
Bart Nicolaï
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Bart Nicolaï filed Critical Bart Nicolaï
Application granted granted Critical
Publication of NL2016830B1 publication Critical patent/NL2016830B1/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01GHORTICULTURE; CULTIVATION OF VEGETABLES, FLOWERS, RICE, FRUIT, VINES, HOPS OR SEAWEED; FORESTRY; WATERING
    • A01G13/00Protecting plants
    • A01G13/02Protective coverings for plants; Coverings for the ground; Devices for laying-out or removing coverings
    • A01G13/0206Canopies, i.e. devices providing a roof above the plants

Abstract

De huidige uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het beschermen van gewassen tegen weersinvloeden, omvattende meerdere in ten minste twee rijen en op een afstand van elkaar gepositioneerde staanders die middels spanmiddelen met elkaar verbonden zijn, de spanmiddelen omvattende longitudinale spanmiddelen die de staanders verbinden in de richting van de rijen en dwarsspanmiddelen die de staanders verbinden in de richting dwars op de rijen. De spanmiddelen strekken zich hoofdzakelijk horizontaal uit. Daarnaast heeft de huidige uitvinding eveneens betrekking op een staander geschikt als onderdeel van een inrichting voor het beschermen van gewassen tegen weersinvloeden, een kit voor een inrichting voor het beschermen van gewassen tegen weersinvloeden, en een werkwijze voor het aanbrengen van een inrichting voor het beschermen van gewassen tegen weersinvloeden.

Description

INRICHTING VOOR HET BESCHERMEN VAN GEWASSEN TEGEN
WEERSINVLOEDEN
TECHNISCH DOMEIN
De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het beschermen van gewassen tegen weersinvloeden.
STAND DER TECHNIEK NL 1 026 786 beschrijft een profielrail voor toepassing als een nokelement voor een inrichting voor bescherming van bijzondere culturen in de plantenteelt tegen weersinvloeden. De profielrail is voorzien van inrichtingen voor het vastzetten van draadkabels en hagelnetten. NL 1 026 786 heeft het probleem dat de profielrail ingericht is om hagelnetten te voorzien als een overkapping tussen verschillende rijen van planten. Het plaatsen of verwijderen van een overkapping heeft bijgevolg invloed op twee plantenrijen, waardoor een flexibele afdekking per plantenrij niet mogelijk is. Daarnaast omvat NL 1 026 786 geen inrichting voor het opspannen van de hagelnetten, waardoor ophoping van water boven de netten zou kunnen plaatsgrijpen. US 2014 0 259 900 beschrijft een beschermingssysteem voor het gemechaniseerd bedekken van plantengewassen in rijen. In het beschermingssysteem zijn verticale palen verbonden met longitudinale kabels en dwarskabels. Flexibele schermen zijn mechanisch aanbrengbaar over het beschermingssysteem, waarbij de schermen langs de onderkant en bovenkant ondersteund worden door de kabels. US 2014 0 259 900 heeft het probleem dat het beschermingssysteem geen inrichtingen omvat voor het aanspannen van draadkabels ter hoogte van de palen. Dit is nadelig voor de structurele sterkte van het beschermingssysteem en heeft mogelijks een invloed op de weerstand ervan tegen atmosferische turbulentie, zoals stormweer. NL 1 039 248 beschrijft een scherminrichting voor fruitteelt en groenteteelt. Deze scherminrichting kan handmatig dan wel middels een automatische aandrijving geopend of afgesloten worden. Dit wordt bereikt middels een rolbuis van de scherminrichting die een scherm kan afrollen of oprollen. NL 1 039 248 heeft het probleem dat het openen en sluiten van een scherm zijdelings plaatsgrijpt. Hierdoor heeft het openen of sluiten van een scherm invloed op een hele rij planten, en kan dit niet beperkt worden tot het openen of sluiten van een scherm ter hoogte van enkele planten in een rij. Bovendien zijn de schermen van verschillende rijen planten enkel gelijktijdig te bedienen.
De huidige uitvinding beoogt een oplossing te vinden voor ten minste enkele van bovenvermelde problemen.
SAMENVATTING VAN DE UITVINDING
Een eerste aspect van de huidige uitvinding betreft een inrichting voor het beschermen van gewassen (29) tegen weersinvloeden, omvattende meerdere in ten minste twee rijen en op een afstand van elkaar gepositioneerde staanders (1) die middels spanmiddelen (2, 3, 4) met elkaar verbonden zijn, de spanmiddelen (2, 3, 4) omvattende longitudinale spanmiddelen (2, 3) die de staanders (1) verbinden in de richting van de rijen en dwarsspanmiddelen (4) die de staanders (1) verbinden in de richting dwars op de rijen, waarbij de spanmiddelen (2, 3, 4) zich hoofdzakelijk horizontaal uitstrekken.
Doordat de spanmiddelen (2, 3, 4) zich hoofdzakelijk horizontaal uitstrekken zullen de spanningskrachten overgedragen op de staanders (1) gericht zijn volgens een hoofdzakelijk horizontaal vlak. Door de staanders (1) in ten minste twee rijen met elkaar te verbinden zullen deze spanningskrachten zich kunnen verdelen over het fictief horizontaal vlak dat ingenomen wordt door deze staanders (1). Dit brengt een lagere belasting van de staanders (1) met zich mee dan wanneer de staanders (1) verbonden zouden zijn met zich schuin uitstrekkende spanmiddelen.
Een tweede aspect van de huidige uitvinding betreft een staander (1) geschikt als onderdeel van een inrichting voor het beschermen van gewassen (29) tegen weersinvloeden, omvattende een langgerekt lichaam met een bovenste eind en een onderste eind, waarvan het onderste eind een verankeringsmiddel omvat, waarbij het verankeringsmiddel een puntig uiteinde (21) en ten minste één schroef (22) omvat, de schroef (22) omvattende een schroefblad (23) dat permanent verbonden is met het lichaam van de staander (1).
Een verankeringsmiddel met puntig uiteinde (21) en een schroefblad (23) is een effectief middel om een staander (1) te bevestigen in een ondergrond (30). Het scherpe aspect van het puntig uiteinde (21) vergemakkelijkt de initiële penetratie van een staander (1) in een ondergrond (30) en het schroefblad (23) is een effectief middel om de staander (1) middels een draaibeweging in de ondergrond (30) te draaien en de staander (1) gaandeweg bijkomend te verankeren door de verankering uitgeoefend door het schroefblad (23).
Een derde aspect van de huidige uitvinding betreft een kit voor een inrichting voor het beschermen van gewassen (29) tegen weersinvloeden, omvattende één of meerdere staanders (1), één of meerdere spanmiddelen(2, 3, 4), één of meerdere verbindingselementen (13) en één of meerdere schermelementen (12).
Het beschikbaar stellen van de benodigdheden voor een inrichting voor het beschermen van gewassen (29) tegen weersinvloeden in een kit zorgt ervoor dat de oprichtwerken van een dergelijke inrichting vlot kunnen verlopen zonder dat men de werken mogelijks moet staken omwille van het ontbreken van bepaalde benodigdheden.
Een vierde aspect van de uitvinding betreft een werkwijze voor het aanbrengen van een inrichting voor het beschermen van gewassen (29) tegen weersinvloeden, omvattende de stappen: het bevestigen van staanders (1) in een ondergrond (30); het aanspannen van de staanders (1) middels spanmiddelen (2, 3, 4); het aanbrengen van ten minste één schermelement (12) ter hoogte van ten minste één spanmiddel (2, 3, 4); het desgewenst verwijderen van ten minste één schermelement (12); waarbij bij het aanspannen van de staanders (1), de spanmiddelen (2, 3, 4) ter hoogte van de staanders (1) mechanisch opgesloten worden tussen minstens twee vaste elementen.
Het aanspannen van staanders (1) is essentieel voor het verkrijgen van een structureel stabiele inrichting voor het beschermen van gewassen (29) tegen weersinvloeden. Het mechanisch opsluiten van de spanmiddelen (2, 3, 4) tussen twee vaste elementen waarborgt daarbij een stevige opsluiting van de spanmiddelen (2, 3, 4), hetgeen bijdraagt tot de weerstand van de inrichting tegen atmosferische turbulentie, zoals stormweer.
BESCHRIJVING VAN DE FIGUREN
Figuur 1 is een vooraanzicht van een mogelijke uitvoering van een inrichting voor het beschermen van gewassen (29) tegen weersinvloeden, volgens uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding.
Figuur 2 is een zijaanzicht van een mogelijke uitvoering van een inrichting voor het beschermen van gewassen (29) tegen weersinvloeden, volgens uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding.
Figuur 3 is een perspectief tekening van een mogelijke uitvoering van een inrichting voor het beschermen van gewassen (29) tegen weersinvloeden, volgens uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding.
Figuur 4 is een bovenaanzicht van een mogelijke uitvoering van een inrichting voor het beschermen van gewassen (29) tegen weersinvloeden, volgens uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding.
Figuur 5 is een detailweergave van een mogelijke uitvoering van een schermelement (12), volgens uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding.
Figuur 6 is een mogelijke uitvoering van een verbindingselement (13), volgens uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding.
Figuur 7 is een detailweergave van een mogelijke uitvoering van een staander (1) en spanmiddelen (2, 3, 4), volgens uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding.
Figuur 8 is een detailweergave van een mogelijke uitvoering van een staander (1) en spanmiddelen (2, 3, 4), volgens uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding.
Figuur 9 is een detailweergave van een mogelijke uitvoering van een staander (1) en spanmiddelen (2, 3, 4), volgens uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding.
Figuur 10 is een detailweergave van een mogelijke uitvoering van een staander (1), volgens uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding.
Figuur 11A-B toont een detailweergave van een mogelijke uitvoering van een staander (1) met twee plaatelementen (7, 8), volgens uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding.
Figuur 12A-B toont een detailweergave van een mogelijke uitvoering van een staander (1) met een venster (5) en een vasthoudorgaan met haakvormig uiteinde (6), volgens uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding.
GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING
Een eerste aspect van de huidige uitvinding betreft een inrichting voor het beschermen van gewassen (29) tegen weersinvloeden, omvattende meerdere in ten minste twee rijen en op een afstand van elkaar gepositioneerde staanders (1) die middels spanmiddelen (2, 3, 4) met elkaar verbonden zijn, de spanmiddelen (2, 3, 4) omvattende longitudinale spanmiddelen (2, 3) die de staanders (1) verbinden in de richting van de rijen en dwarsspanmiddelen (4) die de staanders (1) verbinden in de richting dwars op de rijen, waarbij de spanmiddelen (2, 3, 4) zich hoofdzakelijk horizontaal uitstrekken.
Doordat de spanmiddelen (2, 3, 4) zich hoofdzakelijk horizontaal uitstrekken zullen de spanningskrachten overgedragen op de staanders (1) gericht zijn volgens een hoofdzakelijk horizontaal vlak. Door de staanders (1) in ten minste twee rijen met elkaar te verbinden zullen deze spanningskrachten zich kunnen verdelen over het fictief horizontaal vlak dat ingenomen wordt door deze staanders (1). Dit brengt een lagere belasting van de staanders (1) met zich mee dan wanneer de staanders (1) verbonden zouden zijn met zich schuin uitstrekkende spanmiddelen.
Gewassen (29) die door de inrichting volgens de huidige uitvinding beschermd kunnen worden tegen weersinvloeden omvatten doorgaans gewassen gekend in de fruitteelt en groenteteelt. De weersinvloeden betreffen onder meer zon, regen, sneeuw, hagel, wind, vorst en stormweer. Vochtgevoelige gespecialiseerde culturen, zoals bijvoorbeeld kersen, abrikozen, frambozen, aardbeien, druiven, etc., kunnen aanzienlijk worden beschadigd door regen, vooral tijdens de laatste dagen voor de oogst. Kersen bijvoorbeeld kunnen zoveel water absorberen tijdens periodes van hevige en/of langdurige neerslag dat ze barsten en bijgevolg niet meer als dusdanig verkocht kunnen worden. Bescherming van kersen tegen hevige en/of langdurige neerslag is dus van groot belang voor de kwaliteit ervan. De inrichting volgens de huidige uitvinding kan tevens aangewend worden ter bescherming van gewassen (29) tegen vraat van onder meer vogels en insecten. Naast het beschermen van gewassen (29) tegen weersinvloeden kan de inrichting volgens de huidige uitvinding ook gebruikt worden voor de bescherming van gebouwen of andere weersgevoelige objecten, voor bescherming tijdens werken aan muren van gebouwen op steigers, en/of voor de bescherming van dieren tegen weersinvloeden. Het is mogelijk om het beschermde object te gebruiken als een structureel onderdeel van de inrichting, hetgeen de inspanningen kan verminderen voor het realiseren van een inrichting volgens de uitvinding.
De staanders (1) zijn op een bepaalde afstand van elkaar geplaatst. De afstanden, waaronder de afstanden tussen staanders (1) onderling in een rij en de afstanden tussen staanders (1) behorende tot aanliggende rijen, kunnen gevarieerd worden in functie van het te telen gewas (29). De afstanden tussen rijen kunnen bijvoorbeeld gelegen zijn tussen 2 m en 6 m en de afstanden tussen staanders (1) binnen een rij kunnen bijvoorbeeld 8 m tot 10 m bedragen. Een constante afstand tussen staanders (1) binnen een rij, en een constante afstand tussen staanders (1) van verschillende rijen is daarenboven bevorderlijk voor de structurele sterkte van een inrichting volgens de huidige uitvinding. De staanders (1) zijn geplaatst in ten minste twee rijen. Elke rij is bij voorkeur ingericht om de richting van een rij van gewassen (29) te volgen. De staanders (1) kunnen in de limiet geplaatst worden in een oneindig aantal rijen. Het aantal rijen is doorgaans afhankelijk van de grootte van de beschikbare ondergrond (30) waar gewassen (29) geteeld kunnen worden, en van de effectief aanwezige gewassen. De staanders (1) kunnen hout, kunststof, metaal, bijvoorbeeld aluminium of staal, en/of beton omvatten. Bij voorkeur zijn de staanders (1) uitgevoerd in gegalvaniseerd staal of roestvrij staal. De staanders (1) zijn bij voorkeur hol uitgevoerd. De staanders (1) zijn volgens een uitvoeringsvorm direct in een ondergrond (30) bevestigd. In een alternatieve uitvoeringsvorm kunnen de staanders (29) opgenomen worden in kernen en dergelijke die in de ondergrond (30) bevestigd zijn, zodat een bescherming tegen bodemvochtigheid, of rotten van de staanders (1) nabij het maaiveld kan worden bereikt. Bovendien kan een relatief eenvoudige montage en demontage van de inrichting volgens de huidige uitvinding op deze manier worden gerealiseerd.
De spanmiddelen (2, 3, 4) zijn kabelvormige, draadvormige of touwvormige materialen die geschikt zijn om de staanders (1) met elkaar te verbinden en om de staanders (1) op te spannen. De spanmiddelen (2, 3, 4) zijn kabelvormig, draadvormig of touwvormig uitgevoerd en kunnen bestaan uit natuurlijke vezels, zoals bijvoorbeeld hennep of vlas, uit een synthetisch materiaal, zoals bijvoorbeeld nylon, polypropeen of polyesters, of uit een metaal, zoals bijvoorbeeld staal. Bij voorkeur omvatten de spanmiddelen (2, 3, 4) hoofdzakelijk gegalvaniseerd staal of roestvast staal, een sterk en duurzaam materiaal.
In een geprefereerde uitvoeringsvorm voorziet de onderhavige uitvinding in een inrichting volgens het eerste aspect van de uitvinding, waarbij ten minste één spanmiddel (2, 3, 4) ter hoogte van de staanders (1) mechanisch opgesloten is tussen minstens twee vaste elementen.
Het opsluiten van spanmiddelen (2, 3, 4) ter hoogte van de staanders (1) is bevorderlijk voor het opspannen van spanmiddelen (2, 3, 4) en bijgevolg van de staanders (1). Het mechanisch opsluiten tussen twee vaste elementen waarborgt daarbij een stevige opsluiting. Dit is positief voor de structurele sterkte van de inrichting voor het beschermen van gewassen (29) tegen weersinvloeden en bijgevolg voor de weerstand van de inrichting tegen atmosferische turbulentie, zoals stormweer.
De minstens twee vaste elementen kunnen eender waar gepositioneerd zijn ter hoogte van een staander (1). Bij voorkeur zijn de minstens twee vaste elementen gepositioneerd ter hoogte van een bovenste eind van een staander (1). Op deze manier wordt er voldoende plaats vrijgelaten tussen een ondergrond (30) en de minstens twee vaste elementen en ertussen opgesloten ten minste één spanmiddel (2, 3, 4), zodat personen en/of voertuigen, zoals bijvoorbeeld landbouwvoertuigen, een voldoende toegang hebben tot de gewassen (29) aanwezig op de ondergrond (30). De twee vaste elementen kunnen eender welke geschikte vormgeving vertonen en kunnen uit eender welk geschikt materiaal zijn vervaardigd zoals gekend uit de stand der techniek voor het mechanisch opsluiten van een voorwerp.
In een geprefereerde uitvoeringsvorm voorziet de onderhavige uitvinding in een inrichting volgens het eerste aspect van de uitvinding, waarbij ten minste één spanmiddel (2, 3, 4) mechanisch opgesloten is tussen een venster (5) van een staander (1) en een vasthoudorgaan met haakvormig uiteinde (6) voorzien in dit venster (5).
De vasthoudorganen met haakvormig uiteinde (6) waarborgen een gelokaliseerde bevestiging van spanmiddelen (2, 3, 4), hetgeen bijdraagt tot de structurele sterkte van de inrichting voor de bescherming van gewassen (29) tegen weersinvloeden.
Een venster (5) is een opening in een staander (1). Een venster (5) kan eender welke vorm vertonen. Bij voorkeur is de vorm aangepast aan de vorm van een vasthoudorgaan met haakvormig uiteinde (6). Bij voorkeur is het venster (5) in een rechthoekige vorm uitgevoerd. Het vasthoudorgaan met haakvormig uiteinde (6) kan een kunststof of een metaal omvatten. Bij voorkeur omvat het vasthoudorgaan met haakvormig uiteinde (6) hoofdzakelijk gegalvaniseerd staal of roestvast staal. Het uiteinde van het vasthoudorgaan verschillend van het haakvormig uiteinde (6) is bij voorkeur voorzien van een inrichting voor het aanspannen van het vasthoudorgaan. Het haakvormig uiteinde (6) is ingericht om middels zijn haakvorm een spanmiddel (2, 3, 4) te kunnen vasthouden.
In een geprefereerde uitvoeringsvorm voorziet de onderhavige uitvinding in een inrichting volgens het eerste aspect van de uitvinding, waarbij ten minste één spanmiddel (2, 3, 4) mechanisch opgesloten is tussen twee plaatelementen (7, 8).
De twee plaatelementen (7 8) waarborgen enige speling in positie waar een spanmiddel (2, 3, 4) vastgelegd of aangespannen wordt, waardoor kleine bijstellingen van de positie van spanmiddelen (2, 3, 4) mogelijk zijn, terwijl de spanmiddelen (2, 3, 4) voldoende vastgelegd of aangespannen kunnen worden.
De plaatelementen (7, 8) kunnen een kunststof of een metaal omvatten. Bij voorkeur omvatten de plaatelementen (7, 8) hoofdzakelijk gegalvaniseerd staal of roestvast staal. Bij voorkeur zijn de plaatelementen (7, 8) voorzien van een inrichting voor het opspannen van de plaatelementen (7, 8) oftewel voor het dichter bij elkaar brengen van de plaatelementen (7, 8).
In een geprefereerde uitvoeringsvorm voorziet de onderhavige uitvinding in een inrichting volgens het eerste aspect van de uitvinding, waarbij de longitudinale spanmiddelen (2, 3) ten minste één eerste longitudinaal spanmiddel (2) en ten minste één tweede longitudinaal spanmiddel (3) omvatten, waarbij genoemd eerste longitudinaal spanmiddel (2) hoger gelegen is dan genoemd tweede longitudinaal spanmiddel (3).
De aanwezigheid van meer dan één longitudinaal spanmiddel bevordert de structurele sterkte van de inrichting voor het beschermen van gewassen tegen weersinvloeden.
In een geprefereerde uitvoeringsvorm voorziet de onderhavige uitvinding in een inrichting volgens het eerste aspect van de uitvinding, waarbij ten minste één genoemd eerste longitudinale spanmiddel (2) mechanisch opgesloten is tussen twee plaatelementen (7, 8) en dat ten minste één tweede longitudinaal spanmiddel (3) opgesloten is tussen een venster (5) van een staander (1) en een vasthoudorgaan met haakvormig uiteinde (6) voorzien in dit venster (5).
Een hoger gelegen longitudinaal spanmiddel (2) is het meest praktisch om een overdekkend element of schermelement (12) op aan te brengen. Bij voorkeur is het eerste longitudinaal spanmiddel (2) aanwezig aan het bovenste eind van een staander (1). Voor de plaatsing van een overdekkend element is het derhalve zeer voordelig wanneer het oppervlak waar dit element op rust ter hoogte van een staander (1) vlak is, hetgeen verkregen wordt met de plaatelementen (7, 8).
In een geprefereerde uitvoeringsvorm voorziet de onderhavige uitvinding in een inrichting volgens het eerste aspect van de uitvinding, waarbij de staanders (1) gelegen aan de uiteinden van rijen staanders (1) elk middels een individueel neerwaarts gericht spanmiddel (9) verbonden zijn met een individueel anker (10).
Het verbinden van aan uiteinden van rijen gelegen staanders (1) met een anker (10) zorgt voor een bijkomende versteviging van de inrichting voor het beschermen van gewassen (29) tegen weersinvloeden.
In een geprefereerde uitvoeringsvorm voorziet de onderhavige uitvinding in een inrichting volgens het eerste aspect van de uitvinding, waarbij de staanders (1) gelegen aan de uiteinden van rijen staanders (1) elk middels een afzonderlijke schuingerichte steunpaal (11) ondersteund worden, waarbij het opgaande deel van een steunpaal (11) gericht is naar een staander (1) gelegen aan het uiteinde van een rij staanders (1) en het neergaande deel van de steunpaal (11) gericht is naar de opeenvolgende staander (1) binnen eenzelfde rij.
Het ondersteunen van staanders (1) gelegen aan de uiteinden van rijen met schuingerichte steunpalen (11) is een plaatsbesparende maatregel voor het bijkomend verstevigen van de inrichting voor het beschermen van gewassen (29) tegen weersinvloeden.
In een geprefereerde uitvoeringsvorm voorziet de onderhavige uitvinding in een inrichting volgens het eerste aspect van de uitvinding, waarbij ter hoogte van en in de richting van een rij staanders (1) een schermelement (12) voorzien is dat volgens zijn longitudinale richting zelfstandig gelagerd is op een eerste longitudinaal spanmiddel (2) en volgens zijn dwarsrichting aan weerszijden aan een tweede longitudinaal spanmiddel (3) van een andere rij staanders (1) te verbinden is middels verbindingselementen (13).
Het voorzien van een schermelement (12) volgens bovenstaande manier laat toe onafhankelijke schermelementen (12) te voorzien per rij staanders (1). Op deze manier kan optimaal ingespeeld worden op de behoefte voor bescherming van individuele gewassen (29) gelegen onder de verschillende rijen staanders (1). De verbindingselementen (13) maken het aanspannen van de schermelementen (12) in de dwarsrichting mogelijk.
De verbindingselementen (13) omvatten uiteinden (14) en een centraal deel (46). Het centraal deel (46) is hoofdzakelijk kabelvormig, draadvormig of touwvormig uitgevoerd en kan bestaan uit natuurlijke vezels, zoals bijvoorbeeld hennep of vlas, uit een synthetisch materiaal, of uit een metaal, zoals bijvoorbeeld staal. Bij voorkeur is het centraal deel (46) elastisch en omvat het hoofdzakelijk een kunststofmateriaal, zoals bijvoorbeeld polyethyleen, polyamide of polypropyleen.
Als schermelementen (12) kunnen hagel- of schaduwnetten, folies, of combinaties hiervan aangewend worden, zoals welbekend in toepassingen voor de fruitteelt en groenteteelt. De spanning op de schermelementen (12) uitgeoefend middels de verbindingselementen (13) beperkt beweging van de schermelementen (12), bijvoorbeeld door het waaien van de wind, in voldoende mate. Dit draagt bij tot een efficiënte bescherming van gewassen (29) tegen weersinvloeden door de erboven opgespannen schermelementen (12).
In een uitvoeringsvorm van de inrichting volgens het eerste aspect van de uitvinding kunnen gootvormige structuren tussen de schermelementen (12) van verschillende rijen worden aangebracht. Deze gootvormige structuren fungeren als een opvang- en afvoermechanisme van water.
In een geprefereerde uitvoeringsvorm voorziet de onderhavige uitvinding in een inrichting volgens het eerste aspect van de uitvinding, waarbij het schermelement (12) langs zijn longitudinale randen versterkt is middels gebonden dubbelgevouwen secties (15), en ook een versterking (16) omvat langs het longitudinaal middengebied dat ingericht is om gelagerd te zijn op een eerste longitudinaal spanmiddel (2), en dat het schermelement (12) ter hoogte van de dubbelgevouwen secties (15) een veelvoud van openingen (17) op een regelmatige afstand ten opzichte van elkaar omvat die elk ingericht zijn voor het ontvangen van een uiteinde (14) van een verbindingselement (13).
De dubbelgevouwen secties (15) langs de longitudinale randen zorgt voor een verhoogde weerstand tegen trekkrachten uitgeoefend op het schermelement (12) wanneer deze in de dwarsrichting opgespannen is. De openingen (17) zijn uitermate praktisch om een uiteinde van een verbindingselement te ontvangen. De versterking (16) langs het longitudinaal middengebied gaat mogelijke beschadiging van het schermelement (12) door schuren tegen een eerste longitudinaal spanmiddel (2) tegen.
Een uiteinde (14) van een verbindingselement (13) dat ingericht is om in een opening (17) van een schermelement (12) te worden aangebracht omvat enige vorm gekend uit de stand der techniek die hiervoor geschikt is. Bijvoorbeeld kan dit uiteinde (14) als een haakvorm zijn uitgevoerd. Een uiteinde (14) van een verbindingselement dat ingericht is om bevestigd te worden aan een tweede longitudinaal spanmiddel (3) kan enige geschikte vorm omvatten die gekend is uit de stand der techniek. Een dergelijk uiteinde (14) kan bijvoorbeeld ook als een haakvorm uitgevoerd zijn.
In een geprefereerde uitvoeringsvorm voorziet de onderhavige uitvinding in een inrichting volgens het eerste aspect van de uitvinding, waarbij ten minste één schermelement (12) verbonden is aan een opberginrichting (18) die ter hoogte van een uiteinde van een rij staanders (1) geplaatst is.
Middels opberginrichtingen (18) kunnen schermelementen (12) compact opgeborgen worden. In een uitvoeringsvorm omvat de opberginrichting (18) een lichaam dat groot genoeg is om een volledig schermelement (12) te omvatten. In een alternatieve uitvoeringsvorm omvat de opberginrichting (18) een rolvormige of cilindervormige structuur waarrond een schermelement (12) opgerold of afgerold kan worden. Bij voorkeur bevat een schermelement (12) het vermogen om in een compacte configuratie te worden gebracht. Zo kan een schermelement (12) uitgevoerd zijn in segmenten die bij opslag op elkaar gevouwd kunnen worden. Alternatief is een schermelement (12) aanwezig in uitvoering die flexibel genoeg is om te worden opgerold.
In een geprefereerde uitvoeringsvorm voorziet de onderhavige uitvinding in een inrichting volgens het eerste aspect van de uitvinding, waarbij genoemde opberginrichting (18) verbonden is met een motorisch aandrijfmiddel (19) waarvan de aansturing op basis van een besturingssysteem en/of sensoren plaatsvindt en waarbij aansturing op basis van diverse al dan niet weersafhankelijke parameters mogelijk is.
Het aansturen van de opberginrichting (18) via een motorisch aandrijfmiddel (19) en desgewenst rekening houdende met weersafhankelijke parameters is een efficiënte manier om het opbergen van schermelementen (12) te regelen.
Een tweede aspect van de huidige uitvinding betreft een staander (1) geschikt als onderdeel van een inrichting voor het beschermen van gewassen (29) tegen weersinvloeden, omvattende een langgerekt lichaam met een bovenste eind en een onderste eind, waarvan het onderste eind een verankeringsmiddel omvat, waarbij het verankeringsmiddel een puntig uiteinde (21) en ten minste één schroef (22) omvat, de schroef (22) omvattende een schroefblad (23) dat permanent verbonden is met het lichaam van de staander (1).
Een verankeringsmiddel met puntig uiteinde (21) en een schroefblad (23) is een effectief middel om een staander (1) te bevestigen in een ondergrond (30). Het scherpe aspect van het puntig uiteinde (21) vergemakkelijkt de initiële penetratie van een staander (1) in een ondergrond (30) en het schroefblad (23) is een effectief middel om de staander (1) middels een draaibeweging in de ondergrond (30) te draaien en de staander (1) gaandeweg bijkomend te verankeren door de verankering uitgeoefend door het schroefblad (23).
De staander (1) volgens het tweede aspect van de huidige uitvinding kan hout, kunststof, metaal, bijvoorbeeld aluminium of staal, en/of beton omvatten. Bij voorkeur is de staander (1) uitgevoerd in gegalvaniseerd staal of roestvrij staal. De staander (1) is bij voorkeur hol uitgevoerd.
In een geprefereerde uitvoeringsvorm voorziet de onderhavige uitvinding in een staander (1) volgens het tweede aspect van de uitvinding, waarbij het verankeringsmiddel twee genoemde schroeven (22) omvat.
De aanwezigheid van twee schroeven (22) in het verankeringsmiddel zorgt voor een betere weerstand van de verankering van een staander (1) tegen uitwendige krachten dan een enkele schroef (22).
In een geprefereerde uitvoeringsvorm voorziet de onderhavige uitvinding in een staander (1) volgens het tweede aspect van de uitvinding, waarbij de diameter (24) van ten minste één schroef (22) ten minste 50% groter is dan de diameter (25) van het lichaam van de staander (1).
Bij voorkeur is de diameter (24) van ten minste één schroef (22) ten minste 60% groter, meer bij voorkeur ten minste 70% groter, nog meer bij voorkeur ten minste 80% groter, nog meer bij voorkeur ten minste 90% groter, en het meest bij voorkeur ten minste 100% groter dan de diameter (25) van het lichaam van de staander (1). Een voldoende grote diameter (24) van de schroef (22) en bijgevolg van het schroefblad (23) ten opzichte van het lichaam van de staander (1) draagt uitermate bij tot een stabiele verankering van een staander (1) in een ondergrond (30).
In een geprefereerde uitvoeringsvorm voorziet de onderhavige uitvinding in een staander (1) volgens het tweede aspect van de uitvinding, waarbij het bovenste eind van het langgerekt lichaam van een staander (1) één of meerdere vasthoudmiddelen voor spanmiddelen (2, 3, 4) omvat, het vasthoudmiddel omvattende ten minste twee vaste elementen.
De ten minste twee vaste elementen (2, 3, 4) zijn ingericht voor het mechanisch insluiten van spanmiddelen (2, 3, 4). Voor de beschrijving van spanmiddelen (2, 3, 4) wordt verwezen naar bovenstaande beschrijving van het eerste aspect van de huidige uitvinding. De ten minste twee vaste elementen kunnen eender waar gepositioneerd zijn ter hoogte van een staander (1). Bij voorkeur zijn de ten minste twee vaste elementen gepositioneerd ter hoogte van een bovenste eind van een staander (1). De twee vaste elementen kunnen eender welke geschikte vormgeving vertonen en kunnen uit eender welk geschikt materiaal zijn vervaardigd zoals gekend uit de stand der techniek voor het mechanisch opsluiten van een voorwerp.
In een geprefereerde uitvoeringsvorm voorziet de onderhavige uitvinding in een staander (1) volgens het tweede aspect van de uitvinding, waarbij een genoemd vasthoudmiddel ten minste één gatenpaar en ten minste één vasthoudorgaan met haakvormig uiteinde (6) omvat, het gatenpaar omvattende een venster (5) in het lichaam van de staander (1) en een gat (27) met kleinere dimensies dan het venster (5) dat op een hoek van 180° langs de longitudinale as van de staander (1) ten opzichte van het venster (5) geplaatst is, waarbij het venster (5) ingericht is om het haakvormig uiteinde van het vasthoudorgaan (6) ten minste gedeeltelijk te omvatten en het gat (27) ingericht is om het andere uiteinde van het vasthoudorgaan (6) ten minste gedeeltelijk te omvatten, en waarbij het vasthoudorgaan (6) aan te spannen is middels aanspanmiddelen (28) voorzien aan het andere uiteinde van het vasthoudorgaan (6) en uitwendig ten opzichte van het lichaam van de staander (1).
Een vasthoudmiddel voor een spanmiddel (2, 3, 4) is zo ingericht dat het spanmiddel (2, 3, 4) stevig aangespannen kan worden en op zijn plaats kan worden gehouden. Dit geeft aanleiding tot een grote stabiliteit van een verbinding tussen staander (1) en spanmiddel (2, 3, 4).
Zowel het venster (5) als het gat (27) zijn openingen in het lichaam van de staander (1). Het venster (5) is bij voorkeur ingericht om het vasthoudorgaan met haakvormig uiteinde (6) te ontvangen. Bij voorkeur is het venster (5) als een rechthoekige vorm uitgevoerd. Het gat (27) is bij voorkeur een cirkelvormige opening die ingericht is om het genoemd andere uiteinde van het vasthoudorgaan (6) te ontvangen. De aanspanmiddelen (28) kunnen eender welke zijn zoals gekend in de stand der techniek voor het aanspannen van een voorwerp ter hoogte van een gat of holte. Bij voorkeur bestaat het aanspanmiddel (28) uit een moer die aangedraaid kan worden op een schroefdraad voorzien aan het oppervlak van het genoemd andere uiteinde van het vasthoudorgaan (6). Bij voorkeur zijn vasthoudorgaan (6) en aanspanmiddel (28) uitgevoerd in gegalvaniseerd staal of roestvast staal.
In een geprefereerde uitvoeringsvorm voorziet de onderhavige uitvinding in een staander (1) volgens het tweede aspect van de uitvinding, waarbij de vasthoudmiddelen minstens twee genoemde gatenparen omvatten die 90° langs de longitudinale as van de staander (1) ten opzichte van elkaar georiënteerd zijn, en minstens twee genoemde vasthoudorganen met haakvormig uiteinde (6) omvatten, waarvan elk vasthoudorgaan (6) bestemd is voor één gatenpaar.
De haakse oriëntatie van de twee gatenparen maakt het mogelijk om staanders (1) in een rij met elkaar te verbinden middels spanmiddelen (2, 3, 4) en eveneens staanders (1) uit verschillende rijen met elkaar te verbinden middels spanmiddelen (2, 3, 4). Op deze manier kan een rasterpatroon van verbonden staanders (1) verkregen worden, hetgeen een grote structurele stabiliteit met zich meebrengt. Bij voorkeur zijn de minstens twee genoemde gatenparen 9,5 cm tot 10,5 cm van elkaar verwijderd volgens de langsrichting van het lichaam van de staander (1).
In een geprefereerde uitvoeringsvorm voorziet de onderhavige uitvinding in een staander (1) volgens het tweede aspect van de uitvinding, waarbij de staander (1) haaks op zijn bovenste eind voorzien is van een plaatvormig element (7) dat tezamen met een ander en losneembaar plaatvormig element (8) ingericht is om ten minste één spanmiddel (2, 3, 4) tussen te plaatelementen (7, 8) te klemmen. De twee plaatelementen (7 8) waarborgen enige speling in positie waar een spanmiddel (2, 3, 4) vastgelegd of aangespannen wordt, waardoor kleine bijstellingen van de positie van spanmiddelen (2, 3, 4) mogelijk zijn, terwijl de spanmiddelen (2, 3, 4) voldoende vastgelegd of aangespannen kunnen worden.
De plaatelementen (7, 8) kunnen een kunststof of een metaal omvatten. Bij voorkeur omvatten de plaatelementen (7, 8) hoofdzakelijk gegalvaniseerd staal of roestvast staal. Bij voorkeur zijn de plaatelementen (7, 8) voorzien van een inrichting voor het opspannen van de plaatelementen (7, 8) oftewel voor het dichter bij elkaar brengen van de plaatelementen (7, 8). Hiertoe kunnen de plaatelementen voorzien zijn van openingen (34) waarin bouten (35) met schroefdraad langs een zijde van de plaatelementen (7, 8) kunnen worden aangebracht, welke bouten (35) aan de andere zijde van de plaatelementen (7, 8) kunnen worden bevestigd middels een moer (37). Een sluitring oftewel rondel (35) kan tevens aangebracht worden om schade aan een plaatelement (7, 8) tijdens losdraaien of vastdraaien te voorkomen. Daarnaast kunnen de plaatelementen (7, 8) op eender welke geschikte wijze aan elkaar gespannen worden zoals gekend in de stand der techniek voor het aanspannen van twee plaatvormige elementen.
Een derde aspect van de huidige uitvinding betreft een kit voor een inrichting voor het beschermen van gewassen (29) tegen weersinvloeden, omvattende één of meerdere staanders (1), één of meerdere spanmiddelen(2, 3, 4), één of meerdere verbindingselementen (13) en één of meerdere schermelementen (12).
Het beschikbaar stellen van de benodigdheden voor een inrichting voor het beschermen van gewassen (29) tegen weersinvloeden in een kit zorgt ervoor dat de oprichtwerken van een dergelijke inrichting vlot kunnen verlopen zonder dat men de werken mogelijks moet staken omwille van het ontbreken van bepaalde benodigdheden.
In een geprefereerde uitvoeringsvorm voorziet de onderhavige uitvinding in een kit volgens het derde aspect van de uitvinding, waarbij de kit één of meerdere staanders (1) volgens het tweede aspect van de uitvinding omvat.
Het beschikbaar stellen van de staanders (1) volgens het tweede aspect van de uitvinding in de kit biedt de mogelijkheid tot het oprichten van een inrichting voor het beschermen van gewassen (29) tegen weersinvloeden die een grote structurele stabiliteit vertoont en derhalve een aanzienlijke weerstand heeft tegen atmosferische turbulentie, zoals stormweer.
Een vierde aspect van de uitvinding betreft een werkwijze voor het aanbrengen van een inrichting voor het beschermen van gewassen (29) tegen weersinvloeden, omvattende de stappen: het bevestigen van staanders (1) in een ondergrond (30); het aanspannen van de staanders (1) middels spanmiddelen (2, 3, 4); het aanbrengen van ten minste één schermelement (12) ter hoogte van ten minste één spanmiddel (2, 3, 4); het desgewenst verwijderen van ten minste één schermelement (12); waarbij bij het aanspannen van de staanders (1), de spanmiddelen (2, 3, 4) ter hoogte van de staanders (1) mechanisch opgesloten worden tussen minstens twee vaste elementen.
Het aanspannen van staanders (1) is essentieel voor het verkrijgen van een structureel stabiele inrichting voor het beschermen van gewassen (29) tegen weersinvloeden. Het mechanisch opsluiten van de spanmiddelen (2, 3, 4) tussen twee vaste elementen waarborgt daarbij een stevige opsluiting van de spanmiddelen (2, 3, 4), hetgeen bijdraagt tot de weerstand van de inrichting tegen atmosferische turbulentie, zoals stormweer.
In een geprefereerde uitvoeringsvorm voorziet de onderhavige uitvinding in een werkwijze volgens het vierde aspect van de uitvinding, waarbij de staanders (1) overeenkomen met staanders (1) volgens het tweede aspect van de uitvinding.
Via deze combinatie worden alle voordelen van het tweede aspect van de uitvinding gecombineerd met het derde aspect van de uitvinding.
In een geprefereerde uitvoeringsvorm voorziet de onderhavige uitvinding in een werkwijze volgens het vierde aspect van de uitvinding, waarbij de inrichting voor het beschermen van gewassen (29) tegen weersinvloeden aangebracht wordt middels een kit volgens het derde aspect van de uitvinding.
Een kit biedt het voordeel dat alle benodigdheden voor het aanbrengen van een inrichting voor het beschermen van gewassen (29) tegen weersinvloeden in één geheel beschikbaar worden gesteld.
In een geprefereerde uitvoeringsvorm voorziet de onderhavige uitvinding in een werkwijze volgens het vierde aspect van de uitvinding, waarbij de werkwijze aangewend wordt voor het aanbrengen van een inrichting voor het beschermen van gewassen (29) tegen weersinvloeden volgens het eerste aspect van de uitvinding.
Via deze uitvoeringsvorm worden alle voordelen van het eerste aspect van de uitvinding gecombineerd met het derde aspect van de uitvinding. Combinaties van de uitvoeringsvormen van de werkwijze volgens het vierde aspect van de werkwijze zijn daarnaast mogelijk.
VOORBEELD
In dit voorbeeld wordt een mogelijke uitvoeringsvorm van een inrichting voor het beschermen van gewassen (29) tegen weersinvloeden, volgens uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding, beschreven. Figuren 1 tot en met 4 illustreren dit voorbeeld en geven respectievelijk een vooraanzicht, zijaanzicht, perspectief tekening, en een bovenaanzicht weer van de inrichting. Met een vooraanzicht wordt het zicht verstaan dat uitkijkt op de voorzijde van verschillende rijen gewassen (29) die middels de inrichting tegen weersinvloeden beschermd worden.
De schermelementen (12) ter bescherming van de gewassen (29) worden gedragen door eerste longitudinale spanmiddelen (2). Het longitudinaal middengebied van de schermelementen (12) dat in contact is met genoemde spanmiddelen (2) is voorzien van een versterking of versterkt gedeelte (16) met een dubbele laag van materiaal waaruit het schermelement (12) is vervaardigd. Verder zijn schermelementen (12) die over een bepaalde rij gewassen (29) aangebracht zijn middels verbindingselementen (13) aangespannen aan tweede longitudinale spanmiddelen (3) van aangrenzende rijen. Dit is een eenvoudige manier om de schermelementen (12) aan te spannen, en bovendien is het voordelig dat dit voor elke rij apart kan gebeuren. Figuur 5 geeft een detail weer van een schermelement (12) en een longitudinale rand versterkt middels een gebonden dubbelgevouwen sectie (15). In de dubbelgevouwen sectie zijn openingen (17) voorzien voor het ontvangen van uiteinden (14) van verbindingselementen (13) (Figuur 6). De openingen in de schermelementen (12) zijn voorzien van een versteviging onder de vorm van een zeilring of zeiloog (44). Het middendeel (46) van een verbindingselement (13) is uitgevoerd in een elastisch materiaal.
In het voorbeeld is elk schermelement (12) verbonden met een rol als opberginrichting (18). Het schermelement (12) van het voorbeeld is uitgevoerd in een flexibel en op te rollen materiaal. Wanneer besloten wordt om de schermelementen (12) ten minste gedeeltelijk van de gewassen (29) te verwijderen, bijvoorbeeld bij zachte weersomstandigheden, dan kunnen deze eenvoudig opgerold worden door ze op te rollen middels de opberginrichting (28).
In het voorbeeld is de opberginrichting verbonden met een motorisch aandrijfmiddel (19), dat de inspanningen voor het oprollen van de schermelementen (12) aanzienlijk vermindert. Voor het verwijderen of oprollen van de schermelementen (12) moeten enkel de verbindingselementen (13) losgemaakt worden van de tweede longitudinale spanmiddelen (3). Om meer flexibiliteit te hebben kan elk schermelement (12) voorzien worden van een individuele opberginrichting (18), al dan niet elk individueel voorzien van een motorisch aandrijfmiddel (19).
Ter ondersteuning van de schermelementen (12) zijn staanders (1) aanwezig die met elkaar verbonden zijn en aangespannen worden met behulp van spanmiddelen (2, 3, 4). De staanders (1) zijn via hun onderste eind verankerd in de ondergrond (29) waarop de gewassen (29) staan. Staanders (1) aan de uiteinden van rijen zijn daarenboven verder ondersteund. Dergelijke staanders (1) kunnen bijvoorbeeld middels een neerwaarts gericht spanmiddel (9), dat middels een ringvormig element (45) verbonden is met een staander (1), verbonden zijn met een individueel anker (10), verankerd in de ondergrond (30), zoals afgebeeld in Figuur 7. Alternatief kunnen dergelijke staanders (1) bijvoorbeeld ondersteund zijn middels een afzonderlijke schuingerichte steunpaal (11), zoals afgebeeld in Figuur 8. Bij dit alternatief is een uiteinde (31) van het eerste longitudinaal spanmiddel (2) dubbelgevouwen en bevestigd aan een ringvormig element (32) bevestigd aan de staander (1). De bevestiging van de spanmiddelen (2, 3, 4) is duidelijk weergegeven in Figuur 9. De dwarsspanmiddelen (4) zijn haaks aangebracht ten opzichte van de oriëntatie van de longitudinale spanmiddelen (2, 3). De tweede longitudinale spanmiddelen (3) en dwarsspanmiddelen (4) worden geklemd tegen de staander (1) middels vasthoudorganen met haakvormig uiteinde (6). De eerste longitudinale spanmiddelen (2) worden geklemd tussen plaatelementen (7, 8). Het vlakke aspect van deze elementen (7, 8) is uitermate geschikt voor het dragen van een schermelement (12).
Een detail van een staander (1) is weergegeven in Figuur 10. De staander (1) is langgerekt en heeft een bepaalde lengte (26) die aanzienlijk groter is dan zijn diameter (25). In bijzonder is de staander (1) uitgerust met twee schroeven (22), waarbij elke schroef (22) verkregen is door het voorzien van een schroefblad (23) tegen het lichaam van de staander (1). De diameter van een schroef (24) is aanzienlijk groter dan de diameter van de staander (25). Dit is voordelig voor de verankering van een staander (1) in een ondergrond (30). Het puntig uiteinde (21) aan het onderste eind van de staander is voordelig voor penetratie van de staander (1) in een ondergrond (30). Het bovenste eind van de staander (1) is voorzien van een plaatvormig element (7) dat verbonden is met het lichaam van de staander (1). Dit plaatvormig element (7) is voorzien van een centrale holte (33). Daarnaast is de staander (1) aan zijn bovenste eind voorzien van een ander en losneembaar plaatvormig element (8). De staander (1) is verder voorzien van openingsparen voor het ontvangen van een vasthoudorgaan met haakvormig uiteinde (6), dewelke 90° ten opzichte van elkaar georiënteerd zijn en elk een venster (5) en een opening (27) omvatten. Een detail van plaatelementen (7, 8) en het omsluiten van een eerste longitudinaal spanmiddel (2) is weergegeven in Figuren 11A-B. Het spanmiddel (2) is gepositioneerd tussen de plaatelementen (7, 8). De plaatelementen (7, 8) worden dichter bij elkaar gebracht en aangespannen middels bouten (35) aangebracht in openingen (34) van de plaatelementen (7, 8), welke bouten (35) middels een moer (37) aangespannen worden. Tussen moer (37) en plaatelement (7) is een rondel (36) voorzien om beschadiging van het plaatelement (7) te voorkomen. Een detail van een vasthoudorgaan met haakvormig uiteinde (6) en de bevestiging van een twee longitudinaal spanmiddel (3) of dwarsspanmiddel (4) is weergegeven in Figuren 12A-B. De haakvorm van het vasthoudorgaan (6) kan het spanmiddel (3, 4) als het ware grijpen, waarna het ander uiteinde van het vasthoudorgaan (6) aangespannen wordt met een moer (28). Tussen moer (28) en staander (1) is een rondel aanwezig om beschadiging van de staander tegen te gaan.

Claims (24)

1. Inrichting voor het beschermen van gewassen (29) tegen weersinvloeden, omvattende meerdere in ten minste twee rijen en op een afstand van elkaar gepositioneerde staanders (1) die middels spanmiddelen (2, 3, 4) met elkaar verbonden zijn, de spanmiddelen (2, 3, 4) omvattende longitudinale spanmiddelen (2, 3) die de staanders (1) verbinden in de richting van de rijen en dwarsspanmiddelen (4) die de staanders (1) verbinden in de richting dwars op de rijen, waarbij de spanmiddelen (2, 3, 4) zich hoofdzakelijk horizontaal uitstrekken.
2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat ten minste één spanmiddel (2, 3, 4) ter hoogte van de staanders (1) mechanisch opgesloten is tussen minstens twee vaste elementen.
3. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat ten minste één spanmiddel (2, 3, 4) mechanisch opgesloten is tussen een venster (5) van een staander (1) en een vasthoudorgaan met haakvormig uiteinde (6) voorzien in dit venster (5).
4. Inrichting volgens conclusie 2 of 3, met het kenmerk, dat ten minste één spanmiddel (2, 3, 4) mechanisch opgesloten is tussen twee plaatelementen (7, 8).
5. Inrichting volgens één der conclusie 1 tot 4, met het kenmerk, dat de longitudinale spanmiddelen (2, 3) ten minste één eerste longitudinaal spanmiddel (2) en ten minste één tweede longitudinaal spanmiddel (3) omvatten, waarbij genoemd eerste longitudinaal spanmiddel (2) hoger gelegen is dan genoemd tweede longitudinaal spanmiddel (3).
6. Inrichting volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat ten minste één genoemd eerste longitudinale spanmiddel (2) mechanisch opgesloten is tussen twee plaatelementen (7, 8) en dat ten minste één tweede longitudinaal spanmiddel (3) opgesloten is tussen een venster (5) van een staander (1) en een vasthoudorgaan met haakvormig uiteinde (6) voorzien in dit venster (5).
7. Inrichting volgens één der conclusies 1 tot 6, met het kenmerk, dat de staanders (1) gelegen aan de uiteinden van rijen staanders (1) elk middels een individueel neerwaarts gericht spanmiddel (9) verbonden zijn met een individueel anker (10).
8. Inrichting volgens één der conclusies 1 tot 6, met het kenmerk, dat de staanders (1) gelegen aan de uiteinden van rijen staanders (1) elk middels een afzonderlijke schuingerichte steunpaal (11) ondersteund worden, waarbij het opgaande deel van een steunpaal (11) gericht is naar een staander (1) gelegen aan het uiteinde van een rij staanders (1) en het neergaande deel van de steunpaal (11) gericht is naar de opeenvolgende staander (1) binnen eenzelfde rij.
9. Inrichting volgens één der conclusies 5 tot 8, met het kenmerk, dat ter hoogte van en in de richting van een rij staanders (1) een schermelement (12) voorzien is dat volgens zijn longitudinale richting zelfstandig gelagerd is op een eerste longitudinaal spanmiddel (2) en volgens zijn dwarsrichting aan weerszijden aan een tweede longitudinaal spanmiddel (3) van een andere rij staanders (1) te verbinden is middels verbindingselementen (13) .
10. Inrichting volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat het schermelement (12) langs zijn longitudinale randen versterkt is middels gebonden dubbelgevouwen secties (15), en ook een versterking (16) omvat langs het longitudinaal middengebied dat ingericht is om gelagerd te zijn op een eerste longitudinaal spanmiddel (2), en dat het schermelement (12) ter hoogte van de dubbelgevouwen secties (15) een veelvoud van openingen (17) op een regelmatige afstand ten opzichte van elkaar omvat die elk ingericht zijn voor het ontvangen van een uiteinde (14) van een verbindingselement (13).
11. Inrichting volgens conclusie 9 of 10, met het kenmerk, dat ten minste één schermelement (12) verbonden is aan een opberginrichting (18) die ter hoogte van een uiteinde van een rij staanders (1) geplaatst is.
12. Inrichting volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat genoemde opberginrichting (18) verbonden is met een motorisch aandrijfmiddel (19) waarvan de aansturing op basis van een besturingssysteem en/of sensoren plaatsvindt en waarbij aansturing op basis van diverse al dan niet weersafhankelijke parameters mogelijk is.
13. Staander (1) geschikt als onderdeel van een inrichting voor het beschermen van gewassen (29) tegen weersinvloeden, omvattende een langgerekt lichaam met een bovenste eind en een onderste eind, waarvan het onderste eind een verankeringsmiddel omvat, met het kenmerk, dat het verankeringsmiddel een puntig uiteinde (21) en ten minste één schroef (22) omvat, de schroef (22) omvattende een schroefblad (23) dat permanent verbonden is met het lichaam van de staander (1).
14. Staander (1) volgens conclusie 13, met het kenmerk, dat het verankeringsmiddel twee genoemde schroeven (22) omvat.
15. Staander (1) volgens conclusie 13 of 14, met het kenmerk, dat de diameter (24) van ten minste één schroef (22) ten minste 50% groter is dan de diameter (25) van het lichaam van de staander (1).
15. Staander (1) volgens één der conclusies 13 tot 15, met het kenmerk, dat het bovenste eind van het langgerekt lichaam van een staander (1) één of meerdere vasthoudmiddelen voor spanmiddelen (2, 3, 4) omvat, het vasthoudmiddel omvattende ten minste twee vaste elementen.
17. Staander (1) volgens conclusie 16, met het kenmerk, dat een genoemd vasthoudmiddel ten minste één gatenpaar en ten minste één vasthoudorgaan met haakvormig uiteinde (6) omvat, het gatenpaar omvattende een venster (5) in het lichaam van de staander (1) en een gat (27) met kleinere dimensies dan het venster (5) dat op een hoek van 180° langs de longitudinale as van de staander (1) ten opzichte van het venster (5) geplaatst is, waarbij het venster (5) ingericht is om het haakvormig uiteinde van het vasthoudorgaan (6) ten minste gedeeltelijk te omvatten en het gat (27) ingericht is om het andere uiteinde van het vasthoudorgaan (6) ten minste gedeeltelijk te omvatten, en waarbij het vasthoudorgaan (6) aan te spannen is middels aanspanmiddelen (28) voorzien aan het andere uiteinde van het vasthoudorgaan (6) en uitwendig ten opzichte van het lichaam van de staander (1).
18. Staander (1) volgens conclusie 17, met het kenmerk, dat de vasthoudmiddelen minstens twee genoemde gatenparen omvatten die 90° langs de longitudinale as van de staander (1) ten opzichte van elkaar georiënteerd zijn, en minstens twee genoemde vasthoudorganen met haakvormig uiteinde (6) omvatten, waarvan elk vasthoudorgaan (6) bestemd is voor één gatenpaar.
19. Staander (1) volgens één der conclusies 13 tot 18, met het kenmerk, dat de staander (1) haaks op zijn bovenste eind voorzien is van een plaatvormig element (7) dat tezamen met een ander en losneembaar plaatvormig element (8) ingericht is om ten minste één spanmiddel (2, 3, 4) tussen te plaatelementen (7, 8) te klemmen.
20. Kit voor een inrichting voor het beschermen van gewassen (29) tegen weersinvloeden, omvattende één of meerdere staanders (1), één of meerdere spanmiddelen(2, 3, 4), één of meerdere verbindingselementen (13) en één of meerdere schermelementen (12).
21. Kit volgens conclusie 20, met het kenmerk, dat de kit één of meerdere staanders (1) volgens één der conclusies 13 tot 19 omvat.
22. Werkwijze voor het aanbrengen van een inrichting voor het beschermen van gewassen (29) tegen weersinvloeden, omvattende de stappen: - het bevestigen van staanders (1) in een ondergrond (30); het aanspannen van de staanders (1) middels spanmiddelen (2, 3, 4); het aanbrengen van ten minste één schermelement (12) ter hoogte van ten minste één spanmiddel (2, 3, 4); het desgewenst verwijderen van ten minste één schermelement (12); met het kenmerk, dat bij het aanspannen van de staanders (1), de spanmiddelen (2, 3, 4) ter hoogte van de staanders (1) mechanisch opgesloten worden tussen minstens twee vaste elementen.
23. Werkwijze volgens conclusie 22, met het kenmerk, dat de staanders (1) overeenkomen met staanders (1) volgens één der conclusies 13 tot 19.
24. Werkwijze volgens conclusie 22 of 23, met het kenmerk, dat de inrichting voor het beschermen van gewassen (29) tegen weersinvloeden aangebracht wordt middels een kit volgens conclusie 20 of 21.
25. Werkwijze volgens één der conclusies 22 tot 24, met het kenmerk, dat de werkwijze aangewend wordt voor het aanbrengen van een inrichting voor het beschermen van gewassen (29) tegen weersinvloeden volgens één der conclusies 1 tot 12.
NL2016830A 2015-06-15 2016-05-25 Inrichting voor het beschermen van gewassen tegen weersinvloeden NL2016830B1 (nl)

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2015/5362A BE1023005B1 (nl) 2015-06-15 2015-06-15 Inrichting voor het beschermen van gewassen tegen weersinvloeden

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL2016830B1 true NL2016830B1 (nl) 2017-01-23

Family

ID=54140183

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2016830A NL2016830B1 (nl) 2015-06-15 2016-05-25 Inrichting voor het beschermen van gewassen tegen weersinvloeden

Country Status (3)

Country Link
BE (1) BE1023005B1 (nl)
DE (1) DE202016103168U1 (nl)
NL (1) NL2016830B1 (nl)

Families Citing this family (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO2017203545A1 (en) * 2016-05-23 2017-11-30 Rem Tec S.R.L. System for covering flat surfaces
BE1025324B1 (nl) * 2017-06-20 2019-01-28 Bart Nicolaï Verbeterde inrichting voor het beschermen van gewassen tegen weersinvloeden
FR3072405B1 (fr) * 2017-10-17 2020-10-23 Blanc Beauregard Philippe Tente comportant deux lignes de mats lateraux et une toile de couverture formant une double courbure
RS20210633A1 (sr) * 2021-05-21 2022-11-30 Kokanovic Momcilo Sistem sa obrtnim vođicama za zaštitu voćnjaka od vremenskih nepogoda

Family Cites Families (11)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB191416334A (en) * 1914-07-08 1915-03-11 Percy Alexander Mchardy Improved Means for use in Attaching Fencing Wires to Standards or Droppers.
GB301951A (en) * 1927-09-08 1928-12-10 Mary Crawford Berry Improvements in and connected with fencing
FR2214398B1 (nl) * 1973-01-24 1976-05-14 Profil Sa Ind Financ Le
FR2516144A1 (fr) * 1981-11-12 1983-05-13 Verpillat Andre Poteau de cloture
DE20321729U1 (de) * 2003-10-20 2009-05-20 VOEN Vöhringer GmbH & Co.KG Profilschiene zur Verwendung als Firstelement für eine Wetterschutzvorrichtung und Wetterschutzvorrichtung
FR2883320B1 (fr) * 2005-03-21 2007-10-12 Alyzios Serres Et Equipements Abri pour activites agricoles ou autres, comprenant une ossature porteuse d'une couverture souple escamotable
DE102005053425A1 (de) * 2005-05-30 2006-12-07 Baywa Aktiengesellschaft Regen- oder Hagelschutzvorrichtung für Pflanzenkulturen
DE102010012679B4 (de) * 2010-03-24 2011-11-17 Oswald Brändlin Hagelschutzanordnung für Obstanlagen
ITBO20110357A1 (it) 2011-06-22 2012-12-23 Magif S A S Di Cappi Angelo & C Sistema di protezione per la copertura maccanizzata di colture vegetali.
DE102013008469B3 (de) * 2013-05-21 2014-05-08 Oswald Brändlin Überdachung für Obstanlagen
ITBZ20130036A1 (it) * 2013-07-18 2015-01-19 Georg Gallmetzer Sistema di giunzione a chiusura lampo per reti antigrandine e coperture simili

Also Published As

Publication number Publication date
BE1023005B1 (nl) 2016-10-31
DE202016103168U1 (de) 2016-07-11

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL2016830B1 (nl) Inrichting voor het beschermen van gewassen tegen weersinvloeden
EP1728417B1 (de) Regen- oder Hagelschutzvorrichtung für Pflanzenkulturen
US9523204B2 (en) Gutter leaf slide bridge
US5519965A (en) Protective canopy
MX2014001300A (es) Techo retractil.
PT1439748E (pt) Dispositivo de protecção contra a intempérie para a protecção de culturas vegetais especiais sensíveis à humidade
WO1995025424A1 (en) Protective canopy
AU2007306966A1 (en) Fastening device for attaching a flexible material to a structure
NL2005377C2 (nl) Warenhuis.
BE1025324B1 (nl) Verbeterde inrichting voor het beschermen van gewassen tegen weersinvloeden
NL1036694C2 (nl) Dakconstructie.
US11206769B2 (en) Expandable, configurable, disassemblable structure for creating barriers or enclosures for landscaping
FR2922080A1 (fr) Support pour la culture des plantes grimpantes
KR100955503B1 (ko) 시설물용 제설막대
EP1186696A2 (en) Washing line unit
CA2361058C (en) Netting system for use with bleachers and grandstands
US20120042601A1 (en) Patio enclosures and methods for assembling patio enclosures
RU123043U1 (ru) Самоочищающийся навес от снега и наледи
EP0214028B1 (fr) Procédé pour la réalisation d'un brise vent et chariots pour la mise en oeuvre de ce procédé
NL9100886A (nl) Bouwsel, in het bijzonder een kas.
CN218789381U (zh) 一种种植连栋温室钢架大棚
SE503167C2 (sv) Yttertakskonstruktion av duk- eller markistyp samt duksats härför
JP5725824B2 (ja) 雪庇防止構造体
JP3166109U (ja) 雪庇防止構造体
FR2822639A1 (fr) Dispositif d'effarouchement et d'empechement pour tout volatil de se poser sur les rebords de cheneaux, appuis de fenetre ou toute avancee des facades d'immeubles, maisons ou toute construction

Legal Events

Date Code Title Description
MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20190601