NL2021693B1 - Gevellamel - Google Patents

Abstract

Een gevellamel 1 heeft twee verticaal georienteerde, winddichte, gebogen hoofdwanden 3 en 5 die met een eerste zijrand 11 aan een gevel 31 zijn bevestigd en aan een tweede zijrand 13 via een gebogen zijwand 15 van windnivellerend gaas met elkaar zijn verbonden. Door deze gevellamel wordt een langs een gevel 31 stromende wind door de holle hoofdwand 3 van de gevel af geleid, waarbij de wind door de zijwand 15 in de ruimte tussen de beide hoofdwanden wordt geleid, waardoor hinderlijke luchtstromingen bij de deuropening 33 worden voorkomen. De bovenzijde 17 en de onderzijde 19 van de gevellamel 1 zijn open om de via de zijwand in de ruimte 21 tussen de hoofdwanden binnenstromende lucht naar buiten te laten wegstromen. De gevellamel 1 is scharnierend aan de gevel 31 bevestigd zodat de hoek van de gevellamel ten opzichte van de gevel eenvoudig ingesteld kan worden.

Description

Gevellamel

BESCHRIJVING:

Gebied van de uitvinding

De uitvinding heeft betrekking op een gevellamel omvattende twee tijdens gebruik verticaal georiënteerde hoofdwanden uit een dichte plaat, uit bijvoorbeeld metaal of kunststof, en elk zijn voorzien van een onderrand, een bovenrand en een eerste en tweede zijrand, en die aan de eerste zijrand met elkaar verbonden zijn.

Stand van de techniek

Een dergelijke gevellamel is bekend uit NL1031193A en is in het bijzonder bedoeld voor het afbuigen van een luchtstroming, zoals bijvoorbeeld wind, die evenwijdig aan de gevel van een gebouw stroomt. Dergelijke wind is bijzonder hinderlijk bij deuropeningen in deze gevel en veroorzaken hier ongewenste tochtverschijnselen. Bij de bekende gevellamel is een van de hoofdwanden gebogen en met de holle zijde van de opening af en naar de windzijde toe gekeerd. De langs de gevel stromende wind wordt door de gevellamel van de gevel af geleid om hinderlijke luchtstromingen bij de deuropening te reduceren.

Samenvatting van de uitvinding

Een doel van de uitvinding is het verbeteren van de bekende gevellamel zodanig dat deze een betere werking heeft en een deuropening in hoofdzaak vrij houdt van ongewenste tochtverschijnselen. Hiertoe is de gevellamel volgens de uitvinding gekenmerkt, doordat de tweede zijranden van de hoofdwanden op grotere afstand van elkaar aanwezig zijn dan de eerste zijranden en tussen deze tweede zijranden een zijwand aanwezig is gevormd door windnivellerend gaas. Onder windnivellerend gaas wordt hier gaas verstaan met zodanig kleine rasteropeningen dat de erdoor gaande wind wordt afgeremd. De gevellamel volgens de uitvinding wordt met de eerste randen naast een deuropening aan een gevel bevestigd. Door deze gevellamel wordt een langs de gevel stromende wind door de holle hoofdwand van de gevel af geleid, waarbij de wind door de zijwand in de ruimte tussen de beide hoofdwanden wordt geleid, waardoor hinderlijke luchtstromingen bij de deuropening worden voorkomen. Doordat de wind door de zijwand in de gevellamel verdwijnt, wordt de druk aan beide zijden van de gevellamel uitgebalanceerd waardoor er geen windvraag bij de toegangsdeur optreedt. Het gevolg daarvan is dat een toegangdeur windvrij gehouden wordt. Uit onderzoek is gebleken dat het plaatsen van gevellamellen volgens de uitvinding een positieve werking heeft op de prestatie van een luchtgordijn in de deuropening. Waar het luchtgordijn zorgt voor het verwarmen van de lucht die binnendringt, zorgt de gevellamel ervoor dat de wind de werking van het luchtgordijn niet verstoort. Hierdoor wordt de verwarmingsbehoefte van het gebouw verlaagd.

Om lucht effectief in de ruimte tussen de hoofdwanden te leiden heeft de zijwand in horizontale doorsnede bij voorkeur een gebogen vorm waarvan de bolle zijde naar buiten is gericht.

Bij voorkeur heeft de gevellamel in horizontale doorsnede de vorm van een vleugelprofiel met twee gekromde hoofdwanden waarvan de naar buiten gekeerde zijde van een van de hoofdwanden bol is en die van de andere hoofdwand hol is.

De gevellamel is aan de eerste zijranden van de hoofdwanden voorzien van bevestigingsmiddelen voor bevestiging van de gevellamel aan een gevel. Deze bevestigingsmiddelen omvatten bij voorkeur een schanier zodat de gevellamel draaibaar aan een gevel bevestigd kan worden en afhankelijk van de windrichting in een gewenste hoek t.o.v. de gevel gedraaid kan worden.

Om de in de ruimte tussen de hoofdwanden stromende lucht met minimale weerstand weer uit de gevellamel te krijgen zijn de bovenzijde en onderzijde van de gevellamel open.

Ten behoeve van de stabiliteit en stevigheid van de gevellamel zijn bij voorkeur tussen de hoofdwanden in verticale richting op afstand van elkaar aanwezige dwarsverbanden aanwezig, bijvoorbeeld in de vorm van platen voorzien van uitsparingen.

Beknopte omschrijving van de tekeningen

Hieronder zal de uitvinding nader worden toegelicht aan de hand van een in de tekeningen weergegeven uitvoeringsvoorbeeld van de gevellamel volgens de uitvinding. Hierbij toont:

Figuur 1 een uitvoeringsvorm van de gevellamel volgens de uitvinding; Figuur 2 de in figuur 1 weergegeven gevellamel in bovenaanzicht;

Figuur 3 de gevellamel bevestigd naast een deuropening aan een gevel; en

Figuur 4 een deuropening met aan weerszijde een gevellamel in bovenaanzicht.

Gedetailleerde omschrijving van de tekeningen

In de figuren 1 en 2 is een uitvoeringsvorm van de gevellamel volgens de uitvinding weergegeven in perspectief respectievelijk bovenaanzicht. De gevellamel 1 heeft twee verticaal georiënteerde winddichte hoofdwanden 3 en 5 die zijn voorzien van een onderrand 7, een bovenrand 9 en een eerste en tweede zijrand 11 en 13. Deze hoofdwanden zijn gevormd door gesloten kunststof platen en zijn aan de eerste zijrand 11 aan elkaar bevestigd. De tweede zijranden 13 van de hoofdwanden zijn op afstand van elkaar aanwezig en tussen deze zijranden is een gebogen zijwand 15 aanwezig met een luchtstroom doorlatende structuur gevormd door een windnivellerend gaas. Deze zijwand 15 is met de bolle zijde naai' buiten gericht. In horizontale doorsnede (zie figuur 2) heeft de gevellamel 1 de vorm heeft van een vleugelprofiel waarvan de naar buiten gekeerde zijde van de eerste hoofdwand 3 hol is en die van de tweede hoofdwand 5 bol is. De bovenzijde 17 en de onderzijde 19 van de gevellamel 1 zijn open om de via de zijwand 15 in de ruimte 21 tussen de hoofdwanden binnenstromende lucht naar buiten te laten wegstromen. In de ruimte 21 tussen de hoofd wanden zijn van doorgaande uitsparingen voorziene verstevigingsplaten 23 aanwezig die dwarsverbanden vormen.

Aan de eerste zijranden 11 van de hoofdwanden 3 en 5 is de gevellamel 1 voorzien van bevestigingsmiddelen voor bevestiging aan een gevel. Deze bevestigingsmiddelen zijn gevormd door een schanier 25 en een bevestigingsstrip 27. In de figuren 3 en 4 is de gevellamel 1 bevestigd aan een gevel 31 naast een deuropening 33 weergegeven in perspectief respectievelijk bovenaanzicht. Door het scharnier 25 kan de hoek van de gevellamel 1 ten opzichte van de gevel 31 en ten opzichte van de windrichting eenvoudig ingesteld worden om de wind optimaal af te buigen zodat deze geen ongewenste luchtbewegingen in de deuropening veroorzaakt.

Hoewel in het voorgaande de uitvinding is toegelicht aan de hand van de tekeningen, dient te worden vastgesteld dat de uitvinding geenszins tot de in de 5 tekeningen getoonde uitvoeringsvorm is beperkt. De uitvinding strekt zich mede uit tot alle van de in de tekeningen getoonde uitvoeringsvorm afwijkende uitvoeringsvormen binnen het door de conclusies gedefinieerde kader.

Claims (9)

1. CONCLUSIES:

   1. Gevellamel (1) omvattende twee tijdens gebruik verticaal georiënteerde hoofdwanden (3, 5) uit een dichte plaat en elk zijn voorzien van een onderrand (7), een bovenrand (9) en een eerste en tweede zijrand (11, 13), en die aan de eerste zijrand (11) met elkaar verbonden zijn, met het kenmerk, dat de tweede zijranden (13) van de hoofdwanden (3, 5) op grotere afstand van elkaar aanwezig zijn dan de eerste zijranden (11) en tussen deze tweede zijranden een zijwand (15) aanwezig is gevormd door windnivellerend gaas.
2. 2. Gevellamel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de zijwand (15) in horizontale doorsnede een gebogen vorm heeft met de bolle zijde naar buiten gericht.
3. 3. Gevellamel volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de gevellamel (1) in horizontale doorsnede de vorm heeft van een vleugelprofiel met twee gekromde hoofdwanden (3, 5) waarvan de naar buiten gekeerde zijde van een van de hoofdwanden (5) bol is en die van de andere hoofdwand (3) hol is.
4. 4. Gevellamel volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de gevellamel (1) aan de eerste zijranden (11) van de hoofdwanden (3, 5) is voorzien van bevestigingsmiddelen voor bevestiging van de gevellamel aan een gevel (31).
5. 5. Gevellamel volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de bevestigingsmiddelen een schanier (25) omvatten zodat de gevellamel (1) draaibaar aan een gevel (31) bevestigd kan worden.
6. 6. Gevellamel volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de hoofdwanden (3, 5) gesloten zijn.
7. 7. Gevellamel volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de zijwand (15) roostervormig is.
8. 8. Gevellamel volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de bovenzijde (17) en de onderzijde (19) van de gevellamel (1) open zijn.
9. 9. Gevellamel volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat tussen de hoofdwanden (3, 5) in verticale richting op afstand van elkaar aanwezige dwarsverbanden (23) aanwezig zijn.