NL1038190C2 - Inrichting ten behoeve van de knikstijfheid van een kolom d.m.v. insluiten. - Google Patents

Description

inrichting ten behoeve van de knikstijfheid van een kolom d.m.v. insluiten BESCHRIJVING

De uitvinding betreft een inrichting ten behoeve van de knikstijfheid van ten minste één kolom, 5 welke ten minste één tralieligger en of kap of een gedeelte daarvan draagt en geplaatst is op een fundatie element, met nadruk toegepast in de glastuinbouwsector. De uitvinding onderscheid zich door de eigenschap, dat ten minste één inrichting door of langs de kolom op een bij voorkeur midden liggend niveau is aangebracht, zonder enige bevestiging door de kolom aan te brengen ten einde de kolom in te sluiten tegen knikken en het uiterlijk van de kolom waarop de uitvinding van toepassing 10 is, niet ter zake is. De inrichting bestaat uit ten minste één streng, samenhangend met ten minste één spanelement en ten minste één klemelement toegepast op ten minste één kolom.

In de glastuinbouw worden doorgaans kolommen geplaatst op een fundatie element. Aan deze kolom wordt doorgaans een tralieligger, een goot met daarop een kap of een gedeelte van voorgaande bevestigd. Kolommen krijgen door de voorgaande constructie onderdelen en daarbij 15 wind-, sneeuw- en of gewasbelastingen drukkrachten te verwerken in de langsrichting van de kolom. Bij hogere kassen is de belasting beduidend hoger en dit eist zijn tol van de knikstijfheid van de kolom. Kolommen welke niet afdoende knikstijf zijn kunnen uitbuigen en ten einde bezwijken. Dit kan gelenigd worden door een grotere afmeting van de kolom toe te passen, maar is niet wenselijk, doordat grotere afmetingen van profielen leiden tot minder lichtinval tot het gewas. Een grotere 20 afmeting van de kolom wordt dan ook als nadeel bestempeld. Andere mogelijkheid om het uitbuigen, ook wel knikken genoemd, te lenigen is de kolom of kolommen, veelal in gootrichting gezien, onderling te bevestigen door middel van losse verbindingselementen. Er worden bijvoorbeeld druk- en of trekelementen aan en of door de kolom bevestigd tegen het uitknikken van de kolom.

Inrichtingen welke kolommen verbinden door middel van bevestigingen door de kolom zijn 25 bekend. Eveneens zijn kassen en of warenhuizen uit de glastuinbouwsector bekend. Tevens bestaat er ook een inrichting in de glastuinbouwsector, welke door middel van bevestigingen door de kolom geschied met daarbij losse trekelementen tussen elke in elkaar verlengde liggende kolom.

In octrooi met onder andere het nummer NL1033869 is een compleet warenhuis en of kas bekend met een dergelijke inrichting. Hierin wordt beschreven een drukelement te bevestigen aan 30 een aantal kolommen in een rij, welke twee kolommen knikstijf maakt. Verder worden er trekelementen op hetzelfde of nabije niveau aangebracht tussen telkens twee kolommen. Ten einde worden er vanaf de laatste kolom trekelementen bevestigd naar de gevel. De trekelementen zijn in deze telkens losse producten welke de kolommen onderling verbinden, daar de kolommen voorzien zijn van verbindingspunten. Het nadeel hierin is dat alle verbindingselementen, welke een 35 trekelement vormen, losse producten zijn die bevestigd moeten worden door middel van 1038190 2 mechanische bevestigingen. Dit brengt intensief productiewerk en door de toe te passen aantallen ook veel montagewerk en transport met zich mee. Tevens is hierbij een vakwerk kolom geclaimd, daar deze uit zichzelf al niet knikstijf is in gootrichting als men met relatief kleine profielen werkt.

Om het bovengenoemde nadeel van het huidige uit stand der techniek zijnde inrichting 5 voorzien van losse trekelementen tussen in ieder geval twee kolommen, met daarbij de mechanische bevestigingen en het bovengenoemde nadeel van de grotere toe te passen kolom te lenigen is de betreffende uitvinding getroffen. Teneinde een verbeterde inrichting te verkrijgen zoals in de aanhef vernoemde wijze en het uiterlijk van de kolom, waarop de uitvinding wordt toegepast, niet ter zake doet in de uitvinding.

10 De uitvinding onderscheid zich door de navolgende beschrijving. De uitvinding wordt toegepast zoals eerder beschreven in de glastuinbouw. Er bevindt zich ten minste één kolom, met daaraan constructie onderdelen bevestigd en ten minste één kap of kapdeel dragend op een fundatie element, vanaf een gevel geplaatst met daarin een gevelkolom. Bij voorkeur bevindt zich in dezelfde rij van deze kolom, in gootrichting gezien, ten minste één schoorvak. Voor het uiterlijk van de 15 kolommen zijn een legio profielen en of samenstellingen mogelijk. Dit kunnen holle koker profielen zijn en of binten en of een samengesteld vakwerk en of een combinatie daarvan en of gelijkwaardig aan voorgaande. In ieder geval is het uiterlijk van de kolom niet ter zake waarop de uitvinding wordt toegepast. De uitvinding betreft een insluit inrichting welke het mogelijk maakt ten minste één kolom tegen knikken in te sluiten zonder mechanische bevestigingen toe te passen door de wanden 20 van de kolom en of de wanden van een samengestelde kolom en of gelijkwaardig.

De inrichting bestaat uit ten minste één draad en of kabel en of gelijkwaardig, verder beschreven als "streng" samenhangend met ten minste één spanelement, welke al dan niet achter blijft na het spannen en ten minste één klemelement. De streng wordt bevestigd aan een gevel constructie en door of langs ten minste één kolom gespannen naar een tegenover liggende gevel constructie of 25 gelijkwaardig en daar wederom wordt bevestigd. De streng wordt aangebracht op een gewenste locatie in hoogte tussen de twee gevelconstructies of gelijkwaardig, waarna de streng gespannen wordt. Het spannen van de streng kan geschieden door een spanelement. Een spanelement kan bijvoorbeeld een spanwartel en of draadspanner zijn of een speciaal vervaardigde spanelement en of een stuk spangereedschap. Een spanwartel en of draadspanner blijft doorgaans achter en maakt deel 30 uit van de constructie. Echter bestaan er ook spangereedschappen om draden aan te spannen en vervolgens na het spannen een klemelement aan te brengen, zodat de streng gespannen blijft zitten en het spangereedschap vrij komt voor hergebruik. Een voordeel van een streng is dat het aangevoerd kan worden op bijvoorbeeld een rol, waarop een gewenste lengte streng zich bevindt. Een ander voordeel is dat er verder niets geproduceerd hoeft te worden aan een streng wat de 35 productietijd van de kas constructie aanzienlijk reduceert. Een ander voordeel is dat een streng op 3 een rol eenvoudig is aan te brengen, doordat deze zogenaamd getrokken kan worden van de ene naar de andere kant, zonder tussen elke twee kolommen ten minste één los trekelement te schroeven.

Het zou kunnen voorkomen bij lange kaslengte dat de streng lang wordt en deze te zwaar wordt om 5 te hanteren. Er kan zo nodig een koppeling plaatsvinden van twee of meerdere strengen om hetzelfde doel te behalen.

Aanvullend heeft de uitvinding elementen benodigd om de kolom tegen knikken in te sluiten. Dit kan geschieden door legio mogelijkheden, maar in ieder geval dooreen klem constructie bestaande uit ten minste één klemelement. Bijvoorbeeld als er één of meerdere gaten en of strengen door een 10 kolom worden gevoerd, kan er aan beide zijde van de kolom een klemelement geplaatst worden. Een klemelement in deze kan een prefab draadkiem en of een speciaal vervaardigde klem zijn. Door deze direct naast de kolom te monteren aan de streng, zodat de streng afgekneld wordt, is de kolom ingesloten tussen twee klemelementen in ieder geval vrij is van schuiven in de streng richting en knikstijf geworden. Als men niet wil boren door de kolom of een gedeelte daarvan om daar de streng 15 doorheen te trekken, kan de streng langs de kolommen op een gewenste hoogte worden geklemd door speciaal vervaardigde klemelementen en of element.

Het kan voorkomen dat een gevel constructie niet afdoende knikstijf is om de knikstijfheid van de kolom en of kolommen op te nemen. Er kan zo nodig een schoring geplaatst worden op een gewenste locatie. Echter maakt deze schoring geen deel uit van de uitvinding.

20

De uitvinding zal hieronder nader worden toegelicht aan de hand van een voorbeeld, welke in bijgevoegde tekeningen verder wordt uiteengezet. In de aanzichten zijn dezelfde of vergelijkbare onderdelen, componenten en elementen aangeduid met dezelfde referentienummers. Het uiterlijk van de profielen in de tekeningen dient als impressie en visualiseert de vinding zo goed mogelijk, 25 daar zij dezelfde werking en of werkwijze betreffen. Het moge duidelijk zijn dat voor een vakman een legio mogelijkheden qua profielen mogelijk zijn om de werking tot stand te brengen van de onderhavige uitvinding en de genoemde vaktermen bekend zijn.

In de tekeningen tonen: - Figuur 1: een isometrisch aanzicht van een kas uit de glastuinbouwsector, waarbij de 30 inrichting volgens de uitvinding op van toepassing is; en - Figuur 2a: een zij aanzicht van een kas uit de glastuinbouwsector, waarbij de inrichting volgens de uitvinding op van toepassing is; en - Figuur 2b: een boven aanzicht van een kas uit de glastuinbouwsector weergeven in zij aanzicht in figuur 2a, waarbij de inrichting volgens de uitvinding op van toepassing is; en 4

Figuur 1 toont een isometrisch aanzicht van een kas(l) uit de glastuinbouwsector, waarbij de inrichting volgens de uitvinding op van toepassing is. De kas(l) zoals weergegeven heeft in deze een kolom(2) welke is ingericht met een vakwerk(3). De kolom(2) is bevestigd op een fundatie element(4) welke zich doorgaans of gedeeltelijk bevindt in en of op het maaiveld(5). Aan de kolom(2) wordt 5 doorgaans een tralieligger(6) welke al dan niet een soort gelijk vakwerk(3) omvat, met het principe toegepast in deze weergegeven kolom(2). De kolom(2) draagt in deze een goot(7), waarop een dek(8) is bevestigd, hier weergegeven als een glasdek met dekroede(9) en een nok(10). In deze figuur 1 zijn twee strengen(ll) door en of langs de kolom(12) aangebracht naar een kopgevelconstructie(13), ten einde een kopgevelkolom(14). De andere kopgevel constructie en of kas 10 einde of gelijkwaardig is niet weergegeven. In deze figuur 1 zijn meerdere strengen(ll) zichtbaar, welke in deze horizontaal zijn aangebracht. Het moge duidelijk zijn als er verticale belastingen(A) door de kolom(2) moeten worden doorgevoerd, er horizontale vervormingen(B) kunnen ontstaan in de kolom(2), als er geen maatregelen getroffen waren zoals de onderhavige uitvinding. Tevens moge duidelijk zijn dat de streng(ll) doorlopend is en niet van kolom(2) naar kolom(2) bevestigd is, maar 15 door de kolom(2) en of naast de kolom(2) een klemelement(niet weergegeven en of zichtbaar) aan weerszijde van de kolom(2) is toegepast.

Figuur 2a toont een zij aanzicht zoals van een kas(l, zie figuur 1) uit de glastuinbouw sector, waarbij de inrichting volgens de uitvinding op van toepassing is. Het zij aanzicht toont hier kolommen(2) welke zijn uitgevoerd als een holle koker profiel, anders als in figuur 1 tonende 20 vakwerk(3, zie figuur 1) kolommen(2). Hiermede mag duidelijk zijn dat het uiterlijk van de kolom(2) niet ter zake doet met betrekking tot de onderhavige uitvinding. Deze kolommen(2) staan eveneens op een fundatie element(3). Het figuur toont eveneens kopgevelkolommen(14) in een kopgevelconstructie(13). Hierin is één streng(ll) welke doorlopend is aangebracht van kopgevelkolom(14) door en of langs de kolommen(2) naar de andere zijde waar zich de andere 25 kopgevelkolom(14) bevindt. De streng(ll) is in deze gespannen door een niet weergegeven spangereedschap, zodat deze streng(ll) vrij is van draadspanners en of spanwartels of gelijkwaardig. In geval van het niet voor de hand hebben van een spangereedschap kan er één of meerdere draadspanners en of spanwartels of gelijkwaardig worden toegepast om de streng(ll) aan te spannen. In het figuur zijn de klemelementen(15) zichtbaar aan weerszijde van de kolommen(2). In 30 deze zijn de klemelementen(15) uitgevoerd als draadklemmen, welke aan de streng(ll) worden bevestigd direct naast de kolom(2). Door de klemelementen(15) direct naast de kolom te plaatsen worden de horizontale vervormingen(B) overgebracht naar de kopgevelconstructie(13), welke ontstaan uit de verticale belastingen(A).

Figuur 2b toont een boven aanzicht zoals van een kas(l, zie figuur 1) uit de glastuinbouw sector, 35 waarbij de inrichting volgens de uitvinding op van toepassing is. Het boven aanzicht toont hier 5 kolommen(2) welke zijn uitgevoerd als een holle koker profiel, anders als in figuur 1 tonende vakwerk(3, zie figuur 1) kolommen(2). Het figuur betreft een boven aanzicht van de in figuur 2a tonende kas constructie(l). Er wordt hier goed zichtbaar weergegeven dat het hier maar één doorlopende streng(ll) betreft, anders dan in figuur 1 tonende twee strengen(ll). Eveneens is goed 5 zichtbaar getoond dat in deze er twee klemelementen(15) worden toegepast. Het moge duidelijk zijn dat in vergelijkbare situaties ook andere elementen toepasbaar zijn dan de weergegeven klemelementen(15) zoals weergegeven in het figuur.

10 15 20 25 30 i i j i 35 1038190

Claims (9)

1. Een insluit inrichting toegepast in de glastuinbouw sector ten behoeve van de knikstijfheid van ten minste één kolom, welke ten minste één constructie onderdeel en of goot en of kap draagt of een gedeelte daarvan, 5 met het kenmerk, dat de insluit inrichting ten minste één streng omvat, welke gespannen aanbracht wordt aan een gevel constructie en of kas einde of iets gelijkwaardigs, door of langs ten minste één kolom, aan een bij voorkeur tegen overliggende gevel constructie en of kas einde of iets gelijkwaardigs, op een gewenste hoogte in langsrichting van de kolom, waarbij ten minste één klemelement naast en of om 10 de kolom aan de streng wordt aangebracht, welke zorg draagt voor een insluiting van de kolom tegen het knikken.

2. Een inrichting toegepast volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het uiterlijk van de kolom waarop de uitvinding van toepassing is niet ter zake is, oftewel kan zijn 15 vervaardigd uit een holle koker, een bint of een samengestelde kolom of een combinatie daarvan of gelijkwaardig.

3. Een inrichting toegepast volgens conclusie 1 en of beschreven volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat er geen mechanische bevestigingen bevinden binnen de wanden van de kolom en of de wanden van 20 een profiel van een samengestelde kolom en of een gedeelte daarvan.

4. Een inrichting toegepast volgens conclusie 1 en of beschreven volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het spannen van de streng kan geschieden door middel van een spanwartel en of draadspanner en of 25 een speciaal vervaardigd spanelement en of een spangereedschap met hetzelfde doel.

5. Een inrichting toegepast volgens conclusie 1 en of beschreven volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat er geen drukelementen in de uitvinding voorkomen, doordat de streng, met nadruk kan, doorlopen 30 in een schoorvak, waar het drukelement een eigenlijk onderdeel van is.

6. Een inrichting toegepast volgens conclusie 1 en of beschreven volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat er geen losse trekelementen tussen de kolommen hoeven worden toegepast maar daarvoor in de 35 plaats bij voorkeur één doorlopende streng. 1038190

7. Een inrichting toegepast volgens conclusie 1 en of beschreven volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de streng niet genoodzaakt geheel horizontaal hoeft te worden aangebracht.

8. Een inrichting toegepast volgens conclusie 1 en of beschreven volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de streng wanneer gewenst ten minste één maal kan worden gekoppeld in langsrichting van de streng.

9. Een inrichting toegepast volgens conclusie 1 en of beschreven volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de streng vervaardigd is uit een bij voorkeur ijzeren en of stalen eigenschap. 1038190