BE1001913A3 - Inrichting voor het afvoeren van het weefsel bij weefmachines. - Google Patents

Inrichting voor het afvoeren van het weefsel bij weefmachines. Download PDF

Info

Publication number
BE1001913A3
BE1001913A3 BE8800495A BE8800495A BE1001913A3 BE 1001913 A3 BE1001913 A3 BE 1001913A3 BE 8800495 A BE8800495 A BE 8800495A BE 8800495 A BE8800495 A BE 8800495A BE 1001913 A3 BE1001913 A3 BE 1001913A3
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
lever
fabric
roller
drive roller
guide
Prior art date
Application number
BE8800495A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Picanol Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Picanol Nv filed Critical Picanol Nv
Priority to BE8800495A priority Critical patent/BE1001913A3/nl
Priority to DE1989602418 priority patent/DE68902418T2/de
Priority to EP19890200948 priority patent/EP0340824B1/en
Application granted granted Critical
Publication of BE1001913A3 publication Critical patent/BE1001913A3/nl

Links

Classifications

    • DTEXTILES; PAPER
    • D03WEAVING
    • D03DWOVEN FABRICS; METHODS OF WEAVING; LOOMS
    • D03D49/00Details or constructional features not specially adapted for looms of a particular type
    • D03D49/04Control of the tension in warp or cloth
    • D03D49/20Take-up motions; Cloth beams

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Textile Engineering (AREA)
  • Looms (AREA)

Abstract

Inrichting voor het afvoeren van het weefsel bij weefmachines, daardoor gekenmerkt dat zij hoofdzakelijk bestaat in de kombinatie van een aandrijfrol (10) voor het weefsel (2) en een aan het weefmachineframe (11) bevestigde hefboom (12) waarvan één uiteinde een drukrol (13) bevat die met de aandrijfrol (10) samenwerkt en waarvan het andere uiteinde een geleiding (14) vertoont, waarlangs het weefsel (2) naar de aandrijfrol (10) wordt geleid.

Description


   <Desc/Clms Page number 1> 
 
 EMI1.1 
 



  Inrichting het afvoeren van het weefsel bij we efmach in es. weefmac--i--es. 
 EMI1.2 
 



  Deze uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het afvoeren van het weefsel bij weefmachines, meer speciaal een weefseloptrekinrichting om het weefsel onder spanning af te voeren. 



  Klassieke inrichtingen voor het onder spanning vanaf de aanslaglijn afvoeren van het weefsel bestaan uit een op een vaste plaats gemonteerde aandrijfrol, waarlangs het weefsel wordt geleid, en een drukrol die door middel van veren met de aandrijfrol en het weefsel samenwerkt. De aandrukkracht tussen de drukrol en de aandrijfrol kan hierbij nooit groter zijn dan de veerkracht. 

 <Desc/Clms Page number 2> 

 



  Uit het EP   234. 646 is   een inrichting bekend waarbij de drukkracht tussen de drukrol en de aandrijfrol geleverd wordt   d. m. v.   de spanning in het weefsel, al dan niet in kombinatie met de kracht geleverd door een veer. Alhoewel volgens het EP 234. 646 grotere aandrukkrachten worden bereikt dan in het voornoemde geval, zal de kracht tussen de aandrijf-en de drukrol nooit groter zijn dan de kracht uitgeoefend door het weefsel, vermeerderd met de kracht van de voornoemde veer. 



  De huidige uitvinding heeft een inrichting tot doel waarbij, de aandrukkracht tussen de drukrollen en de aandrijfrol in een willekeurige verhouding tot de kracht in het weefsel kan staan. Volgens een bepaalde uitvoeringsvorm kan de aandrukkracht zelfs merkelijk groter zijn dan bij de bekende inrichtingen, zonder dat een plaatsrovende konstruktie vereist wordt. 



  Volgens een bijzondere uitvoeringsvorm vertoont de inrichting middelen die toelaten dat de verhouding tussen, enerzijds, de aandrukkracht tussen de aandrijfrol en de steunrollen, en anderzijds, de weefselspanning kan geregeld worden, hetzij manueel, of hetzij automatisch in funktie van weefparameters en/of gemeten waarden. 

 <Desc/Clms Page number 3> 

 



  De uitvinding heeft tevens een inrichting tot doel waarbij optimaal belet wordt dat het weefsel kan   slippen, een   en ander zodanig dat de gelijkmatigheid van het weefsel gewaarborgd blijft, zowel bij het normale weefproces, als in de toestanden waarbij de kettingdraden ontspannen zijn en/of waarbij de spanning aan de zijde van de doekrol is weggenomen. 



  De inrichting laat toe dat tevens op gladde weefsels een grote trekkracht kan worden uitgeoefend zonder dat kans op beschadiging van de weefsels ontstaat. 



  De inrichting volgens de uitvinding laat ook toe dat met een minimale inbouwruimte in de weefmachine toch een grote buigstijfheid van het geheel kan bekomen worden, zodat de op het weefsel uitgeoefende trekkracht over de weefbreedte overal gelijk is, waardoor plooien of vervormingen worden vermeden. 



  De inrichting volgens de uitvinding bestaat hoofdzakelijk in de kombinatie van een aandrijfrol voor het weefsel en een aan het weefmachineframe bevestigde hefboom waarvan   een   uiteinde een drukrol bevat die met de aandrijfrol samenwerkt en waarvan het andere uiteinde een geleiding vertoont waarlangs het weefsel naar de aandrijfrol wordt geleid. De aandrijfrol is bij voorkeur vrij opgelegd 

 <Desc/Clms Page number 4> 

 tussen, enerzijds, twee steunrollen, en, anderzijds, de voornoemde drukrol. Door het gebruik van een hefboom wordt de spankracht in het weefsel optimaal benut om een aandrukkracht te leveren tussen, enerzijds, de voornoemde drukrol en de twee steunrollen en, anderzijds, de aandrijfrol. 



  Met het inzicht de kenmerken volgens de uitvinding beter aan te tonen worden hierna, als voorbeelden zonder enig beperkend karakter, enkele voorkeurdragende uitvoeringsvormen beschreven, met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin : figuur 1 een weefmachine weergeeft die een inrichting volgens de uitvinding toepast ; figuur 2 schematisch een doorsnede weergeeft volgens   lijn 11-11   in figuur l ; figuur 3 een in detail uitgewerkte uitvoeringsvorm weergeeft van het gedeelte dat in figuur 2 met
F3 is aangeduid ; figuur 4 in perspektief een gedeelte van de inrichting volgens figuur 3 weergeeft ; figuur 5 een geleiding weergeeft die in figuur 4 met
F5 is aangeduid ; figuren 6   t. e. m.   8 schema's voorstellen die betrekking hebben op de werking van de inrichting en de krachten 

 <Desc/Clms Page number 5> 

 die hierbij ontstaan ;

   figuur 9 een variante weergeeft van de inrichting ; figuur 10 nog een variante weergeeft ; figuur 11 een doorsnede weergeeft volgens lijn XI-XI in figuur 10 ; figuur 12 de voornoemde hefboom voor nog een variante van de uitvinding weergeeft ; figuur 13 een doorsnede weergeeft volgens lijn   XIII-XIII in f iguur 12 ;    figuur 14 de hefboom volgens figuur 12 in een andere stand weergeeft. 



  In figuur l is een weefmachine weergegeven die gebruik maakt van een inrichting 1 volgens de uitvinding om het weefsel 2 onder spanning af te voeren. 



  Zoals schematisch is weergegeven in figuur 2 heeft de inrichting 1 als doel het weefsel 2 tussen deze inrichting en de aanslaglijn 3, alsook de kettingdraden 4 gespannen te houden en doeltreffend af te voeren naar de doekboom 5. 



  Duidelijkheidshalve zijn in deze schematische voorstelling tevens het weefvak 6, de hevels 7, de lade 8 en de kettingboom 9 aangeduid. 



  De inrichting 1 volgens de uitvinding bestaat hoofdzakelijk uit een aandrijfrol 10 waarrond het weefsel 

 <Desc/Clms Page number 6> 

 2 wordt geleid en een aan het weefmachineframe 11 bevestigde hefboom 12 waarvan   een   uiteinde een drukrol 13 bevat die met de aandrijfrol 10 samenwerkt en waarvan het andere uiteinde een geleiding 14 vertoont waarlangs het weefsel 2 naar de aandrijfrol 10 wordt geleid. 



  De aandrijfrol 10 wordt aangedreven door middel van een aandrijving 15, die evenals de aandrijving 16 van de lade 8 en de aandrijving 17 van de doekboom 5 bevolen worden door middel van de sturing 18 van de weefmachine. De aandrijving 15 bestaat uit een aandrijfmotor 19 en een getande riem 20, zodanig dat een perfecte synchronisatie tussen de aandrijfrol 10 en de motor 19 bestaat. De aandrijving 17 is bij voorkeur gevormd door een gestuurde motor 21 en een overbrenging die bestaat uit een gewone riem 22, zodanig dat slip tussen de doekboom 5 en de motor 21 kan ontstaan indien een bepaald koppel overschreden wordt. 



  De aandrijfrol 10 is vrij, zonder enige andere draaipuntbevestiging, aangebracht tussen, enerzijds, minstens twee steunrollen 23 en 24 en, anderzijds, de voornoemde drukrol 13. Om een optimale aangrijpkracht tussen het weefsel 2 en het oppervlak van de aandrijfrol 10 te bekomen is deze laatste voorzien van een bekleding 25 uit rubber of dergelijke. 

 <Desc/Clms Page number 7> 

 



  Het weefsel 2 wordt vanaf de voornoemde geleiding 14 bij voorkeur rechtstreeks op de aandrijfrol 10 geleid, m. a. w. zonder dat het weefsel omgebogen wordt rond de drukrol 13. 



  Stroomafwaarts van de aandrijfrol 10 is een geleiding 26 geplaatst, die vrij gesitueerd is van de aandrijfrol 10, waarbij het weefsel 2 vanaf de aandrijfrol 10 rechtstreeks naar deze geleiding 26 wordt gevoerd. 



  De geleiding 14 vertoont een zo groot mogelijke wrijvingsweerstand en wordt bij voorkeur gevormd door een zogenaamde spreiderbaar. Zoals hierna nog uit de beschrijving van de werking zal blijken moet aan de geleiding 14 naar een optimale wrijvingsweerstand voor het weefsel gestreefd worden. De kontakthoek tussen het weefsel 2 en de geleiding 14 bedraagt bij voorkeur dan ook minstens 90 graden. 



  De spankracht Pa in het weefsel 2 zorgt ervoor dat de drukrol 13 via de hefboom 12 met een grote kracht op de aandrijfrol 10 wordt gedrukt. Om te vermijden dat bij het wegvallen van de kracht Fa de drukrol 13 van de aandrijfrol 10 zou loskomen zijn op het uiteinde van de hefboom 12 waaraan de drukrol 13 is bevestigd, tevens drukveren 27 aktief. Tijdens het normaal weefproces zorgen de drukveren 27 voor een supplementaire drukkracht aan de kracht die reeds geleverd wordt door de hefboom 12. 

 <Desc/Clms Page number 8> 

 In figuren 3 en 4 wordt een meer in detail uitgewerkte uitvoeringsvorm weergegeven. Het bijzondere hierbij bestaat erin dat de steunrol 24 op een wentelbaar gedeelte 28 is aangebracht, dat verdraaibaar is langs een vast aan het frame 11 gemonteerde as 29.

   Zodoende kan bij bet wegwentelen van het gedeelte 28 de aandrijfrol 10 eenvoudig, samen met het weefsel 2, tussen de drukrol 13 en de steunrollen 23 en 24 gebracht worden. Uiteraard is aan het gedeelte 28 een gepaste vergrendeling 30, zoals een spanelement dat met de vaste as 29 kan samenwerken, voorzien om het gedeelte 28 tijdens het normale gebruik van de weefmachine in omhoog geplaatste toestand te houden. Een vaste steun 31 zorgt ervoor dat de aandrijfrol 10 ondersteund wordt bij het wegwentelen van het gedeelte 28. 



  Zoals weergegeven in figuur 4 worden de drukrol 13 samen met de geleiding 14, de steunrollen 23 en 24, alsook de geleiding 26 over de volledige weefbreedte ondersteund door middel van profielen, respektievelijk 32 tot 35 om doorbuiging en een ongelijkmatige verdeling van de krachten te vermijden. 



  De drukrol 13 en de steunrol 24 worden in hun zittingen in de profielen 32 en 34 vastgehouden door middel van 

 <Desc/Clms Page number 9> 

 
 EMI9.1 
 losmaakbare steunprofie1en 36, zodanig dat zij ook bij het wegnemen van de aandrijfrol 10 ondersteund blijven. 



  Een regelschroef 37 die als aanslag dient voor het profiel 32 kan voorzien worden, zodat tijdens het terugplaatsen van de aandrijfrol 10 het gedeelte 28 in de meest optimale positie kan vergrendeld worden. 



  De drukrol 13 en eventueel de steunrollen 23 en 24, kunnen al dan niet worden aangedreven. 



  Tenslotte zijn in de figuur nog een aantal gladde geleidingen 38, 39 en 40 voor het ombuigen van het weefsel 2 voorzien. 



  Figuur 5 geeft nog ter verduidelijking de geleiding 14 in de vorm van een spreiderbaar weer. De uiteinden vertonen schroefvormige uitsteeksels 41 die het weefsel 2 gespreid houden. 



  In figuren 6 en 7 wordt de krachtwerking van het weefsel 2 op de hefboom 12 verduidelijkt. In de toestand volgens figuur 6 slaat de lade 8 tegen de aanslaglijn 3. Hierdoor verplaatst de aanslaglijn 3 zieh over een afstand D naar voor. Het weefsel 2 tussen de aanslaglijn 3 en de 

 <Desc/Clms Page number 10> 

 aandrijfrol 10 ontspant hierdoor en glijdt gemakkelijker over de weerstand biedende geleiding 14 en wordt meegevoerd door de aandrijfrol 10. In de ketting 4 heerst een grote spankracht Fb. 



  Wanneer de lade 8 teruggeplaatst wordt, zoals in figuur 7, beweegt de aanslaglijn 3 terug en ontstaat in de ketting 4 en het zieh tot aan de geleiding 14 uitstrekkende gedeelte van het weefsel 2 een spankracht Fa die allicht kleiner is dan de voornoemde spankracht Fb, doch die omwille van de grote wrijvingsweerstand die optreedt aan de weerstandbiedende geleiding 14, merkelijk groter is dan de spankracht Fc tussen de geleiding 14 en de aandrijfrol 10. De hefboom 12 zorgt ervoor dat de drukrol 13 met een grote kracht op de aandrijfrol 10 wordt gedrukt, waarbij de grootte van de kracht bepaald is door de befboomsverhouding van de hefboom 12. 



  In figuur 8 wordt het krachtenevenwicht voor de uitvoering volgens figuur 3 voorgesteld. Uit deze figuur is het duidelijk dat indien een maximale aandrukkracht Fd gewenst is, de afstand A zo groot mogelijk en de afstanden B en C zo klein mogelijk dienen gekozen te worden. Vanzelfsprekend wordt bij de keuze van de afstanden A, B en C een kompromis gemaakt tussen, enerzijds, het beoogde effekt met betrekking tot de grootte van de aandrukkracht 

 <Desc/Clms Page number 11> 

 tussen de drukrol 13 en de aandrijfrol 10, en anderzijds, de konstruktieve mogelijkheden. 



  In figuur 9 wordt een variante van de inrichting weergegeven. Daar de steunrol 24 zieh bovenaan, en de steunrol 23 en de drukrol 13 zieh eerder onderaan bevinden, is de voornoemde steun 31 in dit geval niet vereist. 



  De uivoeringsvorm volgens figuur 9 is eerder bedoeld voor zware weefsels. Tijdens de aanslag van de lade wordt de kracht Fa praktisch tot nul gebracht en zijn het uitsluitend de drukveren 27 die de drukrol 13 tegen de aandrijfrol 10 drukken. Wanneer de lade 8 niet tegen de aanslaglija 3 staat is de spanning in zulk zwaar weefsel doorgaans zeer groot, zodanig dat de hefboom 12 niet noodzakelijk meer in een krachtvermenigvuldiging moet voorzien. Zoals weergegeven in figuur 9 kan in zulk geval het draaipunt 28 dan ook dichter bij de geleiding 14 zijn geplaatst, dan bij de drukrol 13. 



  Zoals nog is weergegeven worden bij voorkeur de geleiding 14, de aandrijfrol 10 en de steunrol 24 zodanig opgesteld dat het vlak 43 dat door de lengteassen van de steunrol 24 en de aandrijfrol 10 gaat evenwijdig is aan het vlak 44 van het weefsel 2 dat tussen de geleiding 14 en de aandrijfrol 10 is gelegen. Zodoende wordt een optimale 

 <Desc/Clms Page number 12> 

 aandrukkracht tussen de steunrol 24 en de aandrijfrol 10 bereikt. 



  In figuur 10 wordt een bijzondere uitvoeringsvorm weergegeven waarbij de inrichting middelen 45 bevat waardoor de hefboom 12   t. o. v.   zijn draaias radiaal verplaatsbaar is. Hiertoe bestaan deze middelen 45 uit een door middel van een motor 46 aangedreven as 47 met een excentrisch daarrond vast aan deze as 47 gemonteerde spil 48, waarover mits een lagering 49 de hefboom 12 wentelbaar gemonteerd is. Zoals is weergegeven in figuur 11 zijn de motor 46 en de as 47 met elkaar gekoppeld door middel van een worm 50 en een wormwiel 51. 



  Het is duidelijk dat door de verdraaiing van de as 47 de befboom 12 volgens de X en Y richting wordt verplaatst. Door in een geschikte hoekverdraaiing van de as 47 te voorzien, kan men de geleiding 14 een verplaatsing V laten uitvoeren waardoor het weefsel 2 minder of meer wordt aangespannen. Door gedurende de start van de weefmachine het weefsel 2 meer op te spannen kunnen zodoende bijvoorbeeld aanzetstrepen worden vermeden. 



  Zoals nog is weergegeven in figuur 10 is de motor 46 bijvoorkeur gekoppeld met een stuureenheid 52 die op haar beurt ingangssignalen ontvangt van een aantal detektors, 

 <Desc/Clms Page number 13> 

 zoals een detektor 53 om de plaats van de doeklijn 3 te kontroleren en een detektor 54 die de spanning in het weefsel meet, waarbij de verplaatsing van de   excentrische   spil 48 automatisch wordt geregeld om aanzetstrepen te vermijden. Het is duidelijk dat de stuureenheid 18 ook automatisch een aanpassing kan uitvoeren in funktie van bepaalde weefparameters zoals de start-stopsignalen en de aard van het weefsel. 



  Men kan de motor 46 ook aan een welbepaald ritme laten draaien, zulks om speciale effekten in het weefsel te bekomen. 



  In figuren 12 en 13 wordt nog een uitvoeringsvorm weergegeven waarbij de voornoemde hefboom 12 voorzien is van middelen 55 die niet alleen toelaten dat de geleiding 14 kan verplaatst worden, doch dat gelijktijdig ook de overbrengingsverhouding van de hefboom 12 kan gewijzigd worden. Deze middelen 55 bestaan hiertoe uit een in het machineframe bevestigde as 47, een daarrond wentelbare excentrische spil 48, waarrond door middel van een lagering 49 de hefboom 12 wentelbaar is, en een motor 56 die in dit geval niet de as 47 maar de excentrische spil 48 aandrijft,   een   en ander zodanig dat een willekeurige hoekverplaatsing kan ingesteld worden tussen de spil 48 en de hefboom 12.

   De motor 56 kan bijvoorbeeld op de hefboom 

 <Desc/Clms Page number 14> 

 12 zijn bevestigd, terwijl de aandrijving van de spil 48 gebeurt door middel van een wormwiel 57 en een worm 58. 



  Figuur 14 geeft de hefboom volgens figuur 12 weer voor een andere stand van de excentrische spil 48. Het is duidelijk dat de hefboomsverhouding van de hefboom t. o. v. zijn draaipunt 42 voor de standen volgens respektievelijk figuren 12 en 14 wezenlijk verschillend is. Voor een bepaald soort weefsel kan men de overbrengingsverhouding maximaal instellen. De middelen om de spil 48 te verdraaien   t. o. v.   de hefboom 12 kunnen uiteraard van willekeurige vorm zijn. De instelling zou ook manueel kunnen gebeuren. 



  De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeelden beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvormen, doch dergelijke inrichting voor het afvoeren van het weefsel bij weefmachines kan in allerlei vormen en afmetingen worden verwezenlijkt zonder buiten het kader der uitvinding te treden.

Claims (17)

  1. Konklusies. EMI15.1 ----------- 1. - Inrichting voor het afvoeren van het weefsel bij weefmachines, daardoor gekenmerkt dat zij hoofdzakelijk bestaat in de kombinatie van een aandrijfrol (10) voor het weefsel (2) en een aan het weefmachineframe (11) bevestigde hefboom (12) waarvan één uiteinde een drukrol (13) bevat die met de aandrijfrol (10) samenwerkt en waarvan het andere uiteinde een geleiding (14) vertoont, waarlangs het weefsel (2) naar de aandrijfrol (10) wordt geleid.
  2. 2.-Inrichting volgens konklusie 1, daardoor gekenmerkt dat de aandrijfrol (10) vrij is aangebracht tussen, enerzijds, minstens twee steunrollen (23-24) en, anderzijds, de voornoemde drukrol (13).
  3. 3. - Inrichting volgens konklusie 1 of 2, daardoor gekenmerkt dat de voornoemde geleiding (14) vast" aan de hefboom (12) is bevestigd en een grote wrijvingsweerstand vertoont.
  4. 4.-Inrichting volgens konklusie 3, daardoor gekenmerkt dat de geleiding (14) bestaat uit een spreiderbaar. <Desc/Clms Page number 16>
  5. 5. - Inrichting volgens konklusie 3 of 4, daardoor gekenmerkt dat het weefsel (2) minstens over 90 graden over de voornoemde geleiding (14) wordt omgebogen.
  6. 6.-Inrichting volgens een der voorgaande konklusies, daardoor gekenmerkt dat de hefboom (12) aan het uiteinde waar de drukrol (13) zieh bevindt met drukveren (27) is belast. EMI16.1
  7. 7.-Inrichting volgens konklusie 2, daardoor gekenmerkt dat minstens één steunrol (24) in een wentelbaar gedeelte (28) van het frame (1) is gemonteerd, zodanig dat de aandrijfrol (10) vrij wegneembaar is nadat het wentelbaar gedeelte (28) opzij gewenteld is.
  8. 8.-Inrichting volgens konklusie 7, daardoor gekenmerkt dat onder de aandrijfrol (10) een vaste steun (31) is aangebracht, die een ondersteuning voor de aandrijfrol (10) vormt wanneer het voornoemd gedeelte (28) opengewenteld is.
  9. 9.-Inrichting volgens konklusie 7, daardoor gekenmerkt dat de aandrijfrol (10) is ondersteund door middel van een steunrol (23) en de drukrol (13) en dat de steunrol (24) die in het wentelbaargedeelte (28) is gemonteerd met de bovenzijde van de aandrijfrol (10) samenwerkt. <Desc/Clms Page number 17>
  10. 10. - Inrichting volgens een der voorgaande konklusies, daardoor gekenmerkt dat het weefsel (2) vanaf de voornoemde geleiding (14) van de hefboom (12) rechtstreeks op de aandrijfrol (10) wordt geleid.
  11. 11. - Inrichting volgens één der voorgaande konklusies, daardoor gekenmerkt dat het weefsel (2) na de aandrijfrol (10) passeert langs een geleiding (26) die vrij t. o. v. de aandrijfrol (10) is gesitueerd, waarbij het weefsel vanaf de aandrijfrol (10) rechtstreeks naar deze geleiding (26) wordt gevoerd.
  12. 12.-Inrichting volgens jSen der voorgaande konklusies, daardoor gekenmerkt dat de drukrol (13) over zijn volledige lengte is ondersteund.
  13. 13.-Inrichting volgens één der voorgaande konklusies, daardoor gekenmerkt dat zij is voorzien van middelen (45, 55) die de radiale verplaatsing van de hefboom (12) toelaten.
  14. 14.-Inrichting volgens konklusie 13, daardoor gekenmerkt dat de middelen (45) die de radiale verplaatsing van de hefboom (12) toelaten hoofdzakelijk bestaan uit een vast op een door middel van een motor (46) aangedreven as (47) <Desc/Clms Page number 18> geplaatste excentrische spil (48) waarrond de hefboom (12) wentelbaar gemonteerd is.
  15. 15.-Inrichting volgens konklusie 14, daardoor gekenmerkt dat de motor (46) op een stuureenheid (52) is aangesloten die de motor (46) beveelt in funktie van weefparameters en weefgegevens.
  16. 16.-Inrichting volgens een der konklusies 1 tot 13, daardoor gekenmerkt dat zij voorzien is van middelen (55) die toelaten dat de hefboomsverhouding van de voornoemde hefboom (12) kan gewijzigd worden.
  17. 17.-Inrichting volgens konklusie 16, daardoor gekenmerkt dat de middelen (55) die toelaten dat de hefboomsverhouding van de hefboom (12) kan veranderd worden hoofdzakelijk bestaan uit een excentrisch rond een in het machineframe bevestigde as (47) wentelbare spil (48), waarrond op zijn beurt de voornoemde hefboom (12) wentelbaar is gemonteerd, en middelen (56, 57, 58) waarmee de voornoemde spil (48) en de hefboom (12) volgens een welbepaalde onderlinge hoekverplaatsing kunnen ingesteld worden.
BE8800495A 1988-05-03 1988-05-03 Inrichting voor het afvoeren van het weefsel bij weefmachines. BE1001913A3 (nl)

Priority Applications (3)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE8800495A BE1001913A3 (nl) 1988-05-03 1988-05-03 Inrichting voor het afvoeren van het weefsel bij weefmachines.
DE1989602418 DE68902418T2 (de) 1988-05-03 1989-04-14 Abzugsvorrichtung fuer die stoffbahn an einer webmaschine.
EP19890200948 EP0340824B1 (en) 1988-05-03 1989-04-14 Device for taking up the cloth on weaving machines

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE8800495A BE1001913A3 (nl) 1988-05-03 1988-05-03 Inrichting voor het afvoeren van het weefsel bij weefmachines.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1001913A3 true BE1001913A3 (nl) 1990-04-10

Family

ID=3883391

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE8800495A BE1001913A3 (nl) 1988-05-03 1988-05-03 Inrichting voor het afvoeren van het weefsel bij weefmachines.

Country Status (3)

Country Link
EP (1) EP0340824B1 (nl)
BE (1) BE1001913A3 (nl)
DE (1) DE68902418T2 (nl)

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN113249856A (zh) * 2021-07-08 2021-08-13 南通云翔机械制造有限责任公司 一种具有亲肤面料的有机织物织造设备

Families Citing this family (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
JP4089823B2 (ja) * 2003-06-19 2008-05-28 津田駒工業株式会社 織機のプレスロール装置
CN115948845B (zh) * 2023-02-08 2023-12-08 深圳市华利佳达实业有限公司 一种织带机的织带导向施压收卷机构

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE2015369A1 (de) * 1969-04-02 1970-10-15 N.V. Machinefabriek L. Te Strake, Deurne (Niederlande) Webmaschine
EP0011788A1 (de) * 1978-12-05 1980-06-11 GebràœDer Sulzer Aktiengesellschaft Abzugsvorrichtung für die Stoffbahn an einer Textil-, vorzugsweise Webmaschine
EP0224850A1 (de) * 1985-12-06 1987-06-10 GebràœDer Sulzer Aktiengesellschaft Abzugsvorrichtung für die Stoffbahn einer Textilmaschine
EP0234646A1 (en) * 1986-02-24 1987-09-02 Picanol N.V. Fabric winding device for weaving looms

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE2015369A1 (de) * 1969-04-02 1970-10-15 N.V. Machinefabriek L. Te Strake, Deurne (Niederlande) Webmaschine
EP0011788A1 (de) * 1978-12-05 1980-06-11 GebràœDer Sulzer Aktiengesellschaft Abzugsvorrichtung für die Stoffbahn an einer Textil-, vorzugsweise Webmaschine
EP0224850A1 (de) * 1985-12-06 1987-06-10 GebràœDer Sulzer Aktiengesellschaft Abzugsvorrichtung für die Stoffbahn einer Textilmaschine
EP0234646A1 (en) * 1986-02-24 1987-09-02 Picanol N.V. Fabric winding device for weaving looms

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN113249856A (zh) * 2021-07-08 2021-08-13 南通云翔机械制造有限责任公司 一种具有亲肤面料的有机织物织造设备

Also Published As

Publication number Publication date
EP0340824A1 (en) 1989-11-08
EP0340824B1 (en) 1992-08-12
DE68902418T2 (de) 1992-12-03
DE68902418D1 (de) 1992-09-17

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US5499912A (en) Apparatus for marring fiber optic substrates
BE1001913A3 (nl) Inrichting voor het afvoeren van het weefsel bij weefmachines.
US2070505A (en) Decurling device
EP1201797A1 (de) Vorrichtung und Verfahren zum Einstellen des Arbeitsspaltes zwischen den Spitzen von Deckelgarnituren und den Spitzen der Trommelgarnitur einer Karde
DE202007004668U1 (de) Einseitige Wellpappenmaschine
DE3403733A1 (de) Vorrichtung zum steuern einer packmittelbremse
CH623531A5 (en) Apparatus for drawing off the web of packaging material from a stock roll
DE2404563B2 (de) Vorrichtung zum bremsen der wickelwelle einer wickelvorrichtung
EP0989951B1 (de) Fadenbremsvorrichtung
DE6917132U (de) Baeummaschine mit wickelwalze fuer webwaren aller art
CN1037285C (zh) 一种纺织机中用的可调的牵伸装置
US2594925A (en) Braking mechanism for lap winding apparatus
BE904266A (nl) Doekopwikkelinrichting voor weefmachines.
US4344211A (en) High pressure sizing apparatus and method
CN109914060B (zh) 一种布匹拉平装置
AT21005B (de) Vorrichtung zur ununterbrochenen Papierzuführung an Rotationsdruckpressen u. dgl.
DE2307478A1 (de) Kettenspannungssteuereinrichtung
EP0649926A2 (de) Vorrichtung zum kontinuierlichen Pressen, Dekatieren und Fixieren von bahnförmigem Textilgut wie Gewebe, Gewirke oder dergleichen
RU47376U1 (ru) Устройство для выравнивания натяжения ткани в отделочной машине
US2681497A (en) Method and apparatus for beam warping
DE508252C (de) Walzenmangel mit Aufwickelwalzen
DE119334C (nl)
DE169401C (nl)
US355161A (en) Spooling-machine
DE124920C (nl)

Legal Events

Date Code Title Description
RE Patent lapsed

Owner name: PICANOL N.V.

Effective date: 19980531