NL9500252A - Werkwijze voor het verbinden van twee stomp tegen elkaar stotende wapeningsstaven evenals inrichting voor het uitvoeren van de werkwijze. - Google Patents

Werkwijze voor het verbinden van twee stomp tegen elkaar stotende wapeningsstaven evenals inrichting voor het uitvoeren van de werkwijze. Download PDF

Info

Publication number
NL9500252A
NL9500252A NL9500252A NL9500252A NL9500252A NL 9500252 A NL9500252 A NL 9500252A NL 9500252 A NL9500252 A NL 9500252A NL 9500252 A NL9500252 A NL 9500252A NL 9500252 A NL9500252 A NL 9500252A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
intermediate piece
bars
axis
rod
parts
Prior art date
Application number
NL9500252A
Other languages
English (en)
Inventor
Dieter Jungwirth
George Riegers
Alto Mannhart
Original Assignee
Dyckerhoff & Widmann Ag
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Dyckerhoff & Widmann Ag filed Critical Dyckerhoff & Widmann Ag
Publication of NL9500252A publication Critical patent/NL9500252A/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B23MACHINE TOOLS; METAL-WORKING NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • B23KSOLDERING OR UNSOLDERING; WELDING; CLADDING OR PLATING BY SOLDERING OR WELDING; CUTTING BY APPLYING HEAT LOCALLY, e.g. FLAME CUTTING; WORKING BY LASER BEAM
    • B23K20/00Non-electric welding by applying impact or other pressure, with or without the application of heat, e.g. cladding or plating
    • B23K20/12Non-electric welding by applying impact or other pressure, with or without the application of heat, e.g. cladding or plating the heat being generated by friction; Friction welding
    • B23K20/129Non-electric welding by applying impact or other pressure, with or without the application of heat, e.g. cladding or plating the heat being generated by friction; Friction welding specially adapted for particular articles or workpieces
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04CSTRUCTURAL ELEMENTS; BUILDING MATERIALS
    • E04C5/00Reinforcing elements, e.g. for concrete; Auxiliary elements therefor
    • E04C5/16Auxiliary parts for reinforcements, e.g. connectors, spacers, stirrups
    • E04C5/162Connectors or means for connecting parts for reinforcements
    • E04C5/163Connectors or means for connecting parts for reinforcements the reinforcements running in one single direction

Description

Werkwijze voor het verbinden van twee stomp tegen elkaar stotende wapeningstaven evenals inrichting voor het uitvoeren van de werkwijze.
De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het verbinden van twee stomp tegen elkaar stotende wapeningstaven, in het bijzonder voor het verbinden van een aansluitstaaf met een reeds in een bóuwwerkdeel in beton ingegoten wapeningstaaf, evenals een inrichting voor het uitvoeren van die werkwijze.
Bij de bouw is het vaak vereist, wapeningstaven aan hun einden door te verbinden. Bij de gebruikelijke techniek wordt van een overlappende verbinding gebruik gemaakt, welke overeenkomstig veel plaats vereist. Met schroefdraad uitgeruste wapeningstaven kunnen axiaal uitgelijnd door schroefmoffen met elkaar doorverbonden worden, wapeningstaven met opper-vlakteprofilering ook door persmoffen. Hiertoe wordt over de einden van de met elkaar te verbinden staven een mof geschoven, welke door het uitoefenen van radiaal ten opzichte van de as van de wapeningstaven werkende krachten van buitenaf zo vervormd wordt, dat zijn binnenvlak in onmidde-lijk contact komt met het oppervlak van de wapeningstaven.
Een bijzonder probleem bij dergelijke verbindingen wordt gevormd, doordat zij niet alleen in het algemeen, maar in de regel op de bouwplaats aan het bouwwerk zelf uitgevoerd moeten worden. Zo is het bijvoorbeeld vaak noodzakelijk, wapeningstaven aan te sluiten op de uit het beton van een reeds vervaardigd bóuwwerkdeel uitstekende einden van reeds in beton ingegoten wapeningstaven aan te sluiten. Hier bestaat een verder probleem, dat dergelijke verbindingen ook dan uitgevoerd moeten worden, wanneer de te verbinden wapeningstaven in nauwe, slechts door de betonnen afdekking ter weerszijde bepaalde afstanden van elkaar aangebracht zijn.
Verbinden van wapeningstaven door middel van schroefmoffen is niet alleen ten gevolge van de over de totale lengte van de wapeningstaven uit te voeren schroefdraad, maar ook ten gevolge van de schroefmoffen zelf zeer kostbaar. Voor het vervaardigen van persmof verbinding is een apparaat bekend geworden, waarbij de mof ter vervorming door een trekmondstuk wordt geperst (DE-C2-3109687) · Bij dat apparaat, dat ook aangebracht kan worden ter plaatsen bij de te verbinden wapeningstaven, wordt het trekmondstuk door middel van excentrisch ten opzichte van de staafassen aangebrachte cilinder-zuiger-eenheden over de mof geschoven, die daarbij tot vloeien vervormt en zo tot stevig aanliggen tegen de geprofileerde oppervlakken van de wapeningstaven gebracht wordt. Bij dat apparaat is, bepaald door de hoge krachten en de dwangmatig noodzakelijke excentriciteit van de krach taangrijping, de slijtage van de bewegende delen zeer groot.
Op basis van het bovenstaande beoogt de uitvinding, een mogelijkheid te vinden, om wapeningstaven op zo eenvoudig mogelijke en goedkope wijze met elkaar te verbinden, waarbij in het bijzonder ook verbindingen van aansluitstaven met reeds in een bouwwerkdeel in beton ingegoten wapeningstaven mogelijk is.
Overeenkomstig de uitvinding wordt dit doel bereikt door het gebruik van wrijvinglassen op de in het kenmerkende deel van conclusie 1 weergegeven manier.
Het wrijvinglassen voor het verbinden van bouwdelen uit metaal is ten gevolge van de korte lestijden en de goed reproduceerbare lasresulta-ten in machine-, armatuur- en voertuigbouw bekend. Er is ook een werkwijze voor het aan elkaar lassen van dikwandige buizen met grote lengten bekend geworden, waarbij tussen de einden van de onderling uitgelijnde buizen daarmee uitgelijnd een buisstuk van kortere lengte uit hetzelfde materiaal als de buizen wordt aangebracht, in snelle rotatie wordt aangedreven en daarbij druk op de contactvlakken tussen het buisstuk en de buiseinden uitgeoefend wordt (DE-A1-3506136). Een inrichting voor het uitvoeren van die werkwijze omvat twee buishulsen, waarin de einden van de te verbinden buizen ingestoken worden en waarin zij klemmend vastgehouden worden, evenals een ten opzichte van de naar elkaar toegekeerde einden van die buishulsen door kogels gelagerd wiel waaraan het buisstuk wordt bevestigd en waarmee dat buisstuk in snelle rotatie kan worden aangedreven.
Het voordeel van de uitvinding is er vooral in te zien, dat wrijvinglassen voor de verbinding van wapeningstaven toepasbaar is geworden. Daarbij wordt reeds een aanzienlijk voordeel bereikt, doordat voor de verbinding van twee wapeningstaven praktisch geen materiaalkosten ontstaan, omdat voor het tussenstuk, dat door wrijvinglassen tegelijkertijd met de beide staaf einden verbonden wordt, staaf resten of van tevoren van één van de te verbinden staven afgesneden delen gebruikt kunnen worden. Op dezelfde wijze kunnen aan de staafeinden ook korte cilindrische of konische schroefdraadstukken aangelast worden, om daarmee een schroefverbinding te bereiken.
Een bijzonder voordeel ontstaat echter, doordat deze werkwijze voor het verbinden van wapeningstaven door wrijvinglassen op bijzonder eenvoudige wijze voor het verbinden van aansluitstaven met reeds in een bouwwerkdeel in beton ingegoten wapeningstaven gebruikt kan worden. Onderwerp van conclusie 7 is dienovereenkomstig nog een inrichting voor het uitvoe- ren van deze werkwijze.
Met de inrichting overeenkomstig de uitvinding is een eenvoudig en gemakkelijk te monteren gereedschap beschikbaar gesteld, waarmee het op het bouwwerk zelf mogelijk is, wapeningstaven door wrijvinglassen met elkaar te verbinden. Dit kan enerzijds door een staafvormig, met de te verbinden staven uitgelijnd tussenstuk plaatsvinden, dat een rotatie aangedreven wordt en onder gelijktijdig uitoefenen van axiale druk met de aansluitende staven verbonden wordt. Nog eenvoudiger is het, als verbin-dingstuk een schijf of ook een kogel te gebruiken, welke onmiddelijk op de aandrijfas van een aandrijfmotor opgestoken wordt en zonder kracht en buiging in rotatie aangedreven kan worden; hierdoor zijn ook wapeningver-bindingen onder verschillende hoeken mogelijk, zelfs geheel ruimtelijk. Tenslotte is het met de inrichting ook mogelijk, op dezelfde wijze buis-verbindingen in sleuven te vervaardigen, zoals zij bijvoorbeeld uit de huistechniek blijken.
Voordelige verdere uitvoeringen blijken uit de volgende conclusies.
De uitvinding wordt in het hiernavolgende aan de hand van de tekeningen nader verduidelijkt. Hierbij toont:
Figuur la tot c weergaven van wrijvinglasverbindingen van wapeningstaven met verschillende uitvoering van het tussenstuk,
Figuur 2 een inrichting overeenkomstig de uitvinding in de stand voor het plaatsen bij een wapeningstaaf ’
Figuur 3 de inrichting volgens figuur 2 in een ingezogen toe stand na het vervaardigen van een wrijvinglasverbin-ding en
Figuur 4 in uitgeschoven toestand voor het wegnemen van de verbonden wapeningstaven,
Figuur 5 een detail voor het synchroniseren van de gelijkloop tussen het bovenste en onderste apparaatdeel van de inrichting.
Figuur 6a tot e verschillende aanzichten van de armatuur voor het lageren van een kegelwiel voor de overdracht van de draaibeweging op het tussenstuk,
Figuur 7 een wrijvinglasverbinding van twee wapeningstaven door een als schijf uitgevoerd tussenstuk en
Figuur 8 een inrichting voor het vervaardigen van een dergelijke verbinding.
In de figuren la tot c zijn uitvoeringsvoorbeelden van wrijvinglas- verbindingen van wapeningstaven weergegeven, zoals zij volgens de werkwijze overeenkomstig de uitvinding en met de inrichting volgens de uitvinding kunnen worden vervaardigd.
In figuur la is tussen de einden van een staaf 1, bijvoorbeeld een in een bouwwerkdeel in beton ingegoten staaf, en een daarmee te verbinden staaf 2 een tussenstuk 3 gebracht, tot uit een deel van één van deze staven bestaat. In het weergegeven voorbeeld bezitten alle staven dezelfde diameter; het is overeenkomstig de uitvinding ook mogelijk, staven met verschillende diameters met elkaar te verbinden. Het tussenstuk 3. waarvan de langsas uitgelijnd is met die van de staven 1 en 2, is onder vasthouden van de staven 1 en 2 in snelle draaibeweging rond zijn langsas aangedreven. Daardoor ontstaat in de contactvlakken 4 en 5 tussen het tussenstuk 3 en de kopse vlakken van de staven 1 en 2 zeer snel zeer grote wrijvingswarmte, welke bij het uitoefenen van een axiale druk op staven 1 en 2 in de richting van de pijlen 6 tot het vormen van lasrupsen 7 en zo tot een vaste verbinding leidt. Om op het tussenstuk 3 een draai-moment te kunnen overdragen, is daarin centraal een gat 8 uitgevoerd. Omdat het gat 8 niet tot een verzwakking van de dragende doorsnede mag leiden, bezit het tussenstuk 3 doelmatigerwijze een grotere diameter dan die van de staven 1 en 2.
Bij het uitvoeringsvoorbeeld volgens figuur lb is het tussenstuk 3' tussen de beide staven 1* en 2' een deel van een staaf met glad oppervlak, dat eveneens een dwarsgat 8' bezit. Bij het in figuur lc weergegeven uitvoeringsvoorbeeld bevindt zich tussen de staven 1" en 2" een tussenstuk 3'' met polygonale doorsnede, bijvoorbeeld een zeshoekige doorsnede, waardoor de overdracht van het draaimoment zonder gat mogelijk is.
In figuur 2 is een inrichting voor het vervaardigen van een wrij-vinglasverbinding overeenkomstig de uitvinding voor het aanzitten aan de beide wapeningstaven 1 en 2 weergegeven; de wapeningstaaf 1 is daarbij reeds in een bouwwerkdeel 9 in beton ingegoten, en steekt boven het oppervlak daarvan uit.
De inrichting 10 bestaat uit een centraal stilstaand apparaat 11 evenals een bovenste apparaatdeel 12 en een onderste apparaatdeel 13. De apparaatdelen 11, 12 en 13 bezitten rechthoekige, bij voorkeur vierkante doorsneden; het bovenste apparaatdeel 12 en het onderste apparaatdeel 13 grijpen over het binnenste apparaatdeel 11 en zijn ten opzichte daarvan telescoopvormig verschuifbaar. Voor de relatieve verschuiving van de apparaatdelen 12 en 13 onderling respectievelijk ten opzichte van het middelste apparaatdeel 11 dient een cilinder-zuiver-eenheid 14. De cilinder 15 van deze cilinder-zuiver-eenheid bevindt zich binnen het bovenste apparaatdeel 12 en is door een schroef 16 aan zijn kopplaat 17 bevestigd. De zuigerstang 18 steekt door het middelste en onderste apparaatdeel 11 respectievelijk 13 en is aan de voetplaat 19 van het onderste apparaatdeel 13 door middel van een schroef 20 bevestigd. Een aansluiting voor een drukelement is bij 50 aangegeven.
Zowel aan het bovenste apparaatdeel 12, als ook aan het onderste apparaatdeel 13 bevinden zich telkens een bovenste steunarmatuur 21 en een onderste steunarmatuur 22. Door middel van de onderste steunarmatuur 22 kan de totale inrichting 10 aan de in beton ingegoten wapeningstaaf 1 bevestigd worden; door middel van de bovenste steunarmatuur 21 wordt de te bevestigen wapeningstaaf 2 aan de inrichting 10 vastgehouden. De steunarmatuur 21 en 22 zijn met naar elkaar gerichte uitsparingen 23 respectievelijk 24 uitgevoerd, waarin telkens wigstellen 25 respectievelijk 26 voor het vastzetten van de wapeningstaven 1 en 2 te brengen zijn. Van elk wigs tel 25, 26 is één wig 25' respectievelijk 26' in de uitsparing 23 respectievelijk 24 vast te zetten; de telkens andere wig 25'' respectievelijk 26'' is los en kan met de hand aangebracht worden, nadat de inrichting met de onderste steunarmatuur 22 over de in beton ingegoten wapeningstaaf 1 geplaatst respectievelijk de te bevestigen wapeningstaaf 2 in de bovenste steunarmatuur 21 is gebracht. Deze situatie toont figuur 3.
Voor het vasthouden van het tussenstuk 3 en het overdragen van een draaimoment daarop dient een kegelwieldrijfwerk uit een eerste kegelwiel 27* dat zich aan het vrije einde van een door het middelste apparaatdeel 11 stekende aandrijfas 28 van een aandrijfmotor 29 bevindt, en een tweede, in zijn langsmiddenas deelbaar kegelwiel 30t dat los in een centrale uitsparing van een eveneens deelbare armatuur 31 gelagerd is. De armatuur 31 is tegenover de aandrijfmotor 29 aangebracht aan het middelste apparaatdeel 11.
De armatuur 31 kan aan de hand van de figuren 6a tot e nader verduidelijkt worden. Zoals figuur 6a toont in een bovenaanzicht op de armatuur, bestaat de armatuur 31 uit een eerste deel 31' en een tweede deel 31"» welke langs zijn langsmiddenas 32 gedeeld zijn en een centrale uitsparing 33 vormen. Figuur 6b is een doorsnede volgens de lijn b-b in figuur 6a. In de uitsparing 33 kan het deelbare kegelwiel 30 met een overeenkomstig aanzetdeel vrij draaibaar ingestoken worden. De beide delen 311 en 311’ van de armatuur zijn door schroeven 3^ aan de wand van het middelste apparaatdeel 11 zwaaibaar bevestigd. Opdat zij in de figuur 6a getoonde stand gehouden kunnen worden, is in het armatuurdeel 31' een veerbelaste bout 35 aangebracht, welke een vergrendeling van de beide armatuurdelen 31' en 31'' onderling veroorzaakt. Om een zwaaien van de armatuurdelen 31'. 31'' te bewerken, kan de bout 35 in de richting van de pijl 36 (figuur 6c) naar buiten getrokken worden. Deze is voor dit doel met een grijptong 37 uitgerust. Figuur 6d toont de bout 35 nogmaals in aanzicht; figuur 6e een bovenaanzicht van de armatuur 31 in uitgezwaaide toestand van de delen 31' en 31''·
Na het aanbrengen van de inrichting 10 op de aan de hand van figuur 2 beschreven manier worden eerste het bovenste apparaatdeel 12 en het onderste apparaatdeel 13 door middel van de cilinder-zuiver-eenheid 14 samengebracht, om een druk op de contactvlakken tussen het tussenstuk 3 en de staven 1 en 2 uit te oefenen. Om een gelijkmatige tegengestelde beweging van de apparaatdelen 12 en 13 naar elkaar mogelijk te maken, bevinden zich binnen de bovenste en onderste apparaatdelen 12 respectievelijk 13 telkens met hun tanden naar elkaar gerichte tandstangen 38· De tandstangen 38 zijn telkens met één einde aan het apparaatdeel 12 respectievelijk 13 bevestigd en overlappen elkaar met hun vrije einden. In het overlappingsgebied staan zij in aangrijping met een kopstandwiel 39« dat vrij draaibaar rust op de aandrijfas 28. Figuur 5 toont dit detail.
Onder handhaving van een - eerste nog geringe - axiale drukkracht op de contactvlakken tussen de wapeningstaven 1 en 2 en het tussenstuk 3 wordt laatstbedoelde dan door middel van het kegelwieldrijfwerk 27, 30 snel geroteerd. Na ongeveer 15 tot 20 seconden beginnen de staafeinden te gloeien. Daarna worden de draaibeweging ingesteld en de axiale stuikdruk op de contactvlakken verhoogt. Daardoor vormen zich de 1asverdikkingen en het lassen is beëindigd. Deze toestand is in figuur 3 en 1 getoond.
Na het beëindigen van het lassen worden de apparaatdelen 12 en 13 door bediening van de cilinder-zuiger-eenheid 14 in omgekeerde richting weer uit elkaar gebracht. Ook hierbij wordt de gelijke loop weer door de tands tangaandrij vingen 38, 39 af gedwongen. De losse wiggen 25*' en 26” worden verwijderd, het deelbare kegelwiel 30 uitgenomen en de armatuur 31 geopend (figuur 6e). Daarna kan de inrichting 10 weggenomen worden. Door opnieuw sluiten van de armatuur 31 en inleggen van het kegelwiel 30 samen met een nieuw tussenstuk 3 wordt de inrichting voorbereid voor een nieuwe las.
Analoog aan de figuren la tot c toont figuur 7 nog een naad van twee wapeningstaven 1'” en 2”’ door een als schijf uitgevoerd tussenstuk 3'''. Figuur 8 toont een voor de vervaardiging van een dergelijke naad geschikte inrichting 40. Analoog aan de inrichting 11 bestaat ook de inrichting 40 uit een centraal apparaatdeel 4l evenals een bovenste appa-raatdeel 42 en een onderste apparaatdeel 43, welke op overeenkomstige wijze ten opzichte van elkaar verschuifbaar zijn. Ook het vasthouden van de staven 1 en 2 via steunarmaturen 44, 45 is op dezelfde wijze uitgevoerd als bij de inrichting volgens figuur 2.
De overdracht van het draaimoment op het tussenstuk 3'" vindt opnieuw plaats via een aandrijfmotor 46 en een as 47. Omdat het als schijf uitgevoerde tussenstuk 3''' zijn draaibeweging rond een loodrecht op de as van de staven 1 en 2 gerichte draaias uitvoert, kan de door de motor 46 veroorzaakte draaibeweging onmiddelijk overgedragen worden op het tussenstuk 31'', zonder dat een overdracht van de draaibeweging door een kegelwieldrijfwerk nodig is.
Omdat de wrijvingsweerstand van de cirkelvormige omtrek van het tussenstuk 3"' ten opzichte van de normaal ten opzichte van de staaf as verlopende kopse vlakken van de staven 1 en 2 vanaf het begin slechts gering is, kan het, om de lastijden te bekorten, doelmatig zijn, aan het tussenstuk 3''' een eveneens schijf vormige frase 48 toe te voegen en de as 47 in de richting van de dubbele pijl 49 verschuifbaar uit te voeren. Er kunnen dan in de uitgeschoven stand eerst door middel van de frase 48 de kopse vlakken van de staven 1 en 2 bewerkt worden, om dan bij ingetrokken as de wrijvinglasplaats met het schijfvormige tussenstuk 3''1 te bereiken.
In figuur 7, welke, zoals bij figuur la tot c een wapeninglas toont, is door gestippelde lijnen ook aangegeven, dat wapeningstaven niet alleen met elkaar uitgelijnd, maar ook onder een hoek ten opzichte van elkaar verbonden kunnen worden. Hiertoe is slechts een in geringe mate ombouwen van de inrichting vereist.

Claims (19)

1. Werkwijze voor het verbinden van twee stomp tegen elkaar stotende wapeningstaven, in het bijzonder voor het verbinden van een aansluitstaaf met een reeds in een bouwwerkdeel in beton ingegoten wapeningstaaf, gekenmerkt door het gebruik van wrijvinglassen zodanig, dat tussen de einden van de te verbinden wapeningstaven (1, 2) een tussenstuk (3) met overeenkomstige stevigheid gebracht wordt, dat het tussenstuk (3) in een snelle draaibeweging ten opzichte van de kopse vlakken van de vastgehouden staven (1, 2) gebracht wordt en dat tijdens en/of na het beëindigen van de draaibeweging druk op de contactvlakken (1, 2) en het tussenstuk (3) uitgeoefend wordt.
2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat als tussenstuk (3, 3'. 3' *) een deel van een stalen staaf gebruikt wordt en deze rond zijn langsas gedraaid wordt.
3· Werkwijze volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat als tussenstuk (3) een deel van een stalen staaf met ten minste gelijke diameter en gelijke oppervlakten van zoals ten minste één van de te verbinden wapeningstaven gebruikt wordt.
4. Werkwijze volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat als tussenstuk (3") een deel van een stalen staaf met polygonen, in het bijzonder zeshoekige, doorsnede gebruikt wordt.
5. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat als tussenstuk (3,,f) een schijf gebruikt wordt, waarvan het middenvlak in een, de langsas van de te verbinden staven bevattend vlak gebracht wordt, en geroteerd wordt rond zijn dwars op dit vlak verlopende middenpuntas.
6. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat als tussenstuk een kogel gebruikt wordt, welke in rotatie rond een door zijn middelpunt lopende rotatieas aangedreven wordt.
7· Inrichting in het bijzonder voor het uitvoeren van de werkwijze volgens conclusie 1 met elementen voor het stilhouden van de met elkaar te verbinden staven en voor het draaibaar vasthouden van het tussenstuk evenals met elementen voor het ontwikkelen van een draaimoment op het tussenstuk en een axiale druk op de contactvlakken tussen de staafeinden en het tussenstuk, gekenmerkt door een middelste apparaatdeel (11) en twee daaraan telescoopachtig wederzijds gelijkwaardig verschuifbare einddelen (12, 13), waarbij aan het middelste apparaatdeel (11) elementen voor het draaibaar vasthouden van het tussenstuk en voor het uitoefenen van een draaimoment daarop evenals een aan het bovenste (12) en onderste apparaatdeel (13) elementen voor het stilhouden van de te verbinden sta ven met excentrisch en parallel aan de langsas van de apparaatdelen (11, 12, 13) verlopende assen aangebracht zijn.
8. Inrichting volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat voor het verschuiven van de bovenste (12) en onderste apparaatdelen (13) ten opzichte van het middelste apparaatdeel (11) een in een binnenruimte aangebrachte cilinder-zuiger-eenheid (14) aangebracht en kracht- en bewegings-sluitend met het bovenste (12) en onderste apparaatdeel (13) verbonden is.
9. Inrichting volgens conclusie 7 of 8, met het kenmerk, dat voor het verschuiven van de bovenste (12) en onderste apparaatdelen (13) tand-stangen (38) met naar elkaar gerichte tanden aangebracht zijn, welke telkens met één einde aan het bovenste (12) respectievelijk onderste apparaatdeel (13) bevestigt zijn en elkaar met hun vrije einden overlappen en in het overlappingsgebied door een met beide tandstangen (38) in aangrijping gebracht tandwiel (39) in werkzame verbinding staan.
10. Inrichting volgens één der conclusies 7 tot 9« met het kenmerk, dat voor het stilhouden van de te verbinden staven (1, 2) zowel aan het bovenste (12), als ook aan het onderste apparaatdeel (13) steunarmaturen (21, 22) aangebracht zijn, die naar elkaar gerichte uitsparingen (23, 24) voor telkens een kleminrichting voor het klemmend vasthouden van een staaf (1, 2) bezitten.
11. Inrichting volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat elke kleminrichting uit een stel wiggen (25, 26) bestaat.
12. Inrichting volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat van elk wigstel (25, 26) één wig (25', 26’) met de daarbij behorende uitsparing (23, 24) is te verbinden en de andere wig (25’’, 26’’) vrij beweegbaar is.
13. Inrichting volgens één der conclusies 7 tot 12, met het kenmerk, dat voor het uitoefenen van een draaimoment op het tussenstuk (3) aan het middelste apparaatdeel (11, 4l) een aandrijfmotor (29, 46) aangebracht is, waarvan de aandrijfas (28, 49) steeds door het middelste apparaatdeel (11, 4l) en aan zijn vrije einde in werkzame verbinding met het tussenstuk (3) staat.
14. Inrichting volgens conclusie 13, met het kenmerk, dat een als schijf uitgevoerd tussenstuk (31") met een middengat axiaal op de aandrijfas (49) steekbaar is.
15. Inrichting volgens conclusie 14, met het kenmerk, dat aan het tussenstuk (3''') op de as (49) een fraseschijf (48) toegevoegd is.
16. Inrichting volgens conclusie 15, met het kenmerk, dat de frase- schijf (48) dezelfde diameter bezit als die van het tussenstuk Ο’'’).
17· Inrichting volgens conclusie 13, met het kenmerk, dat aan het vrije einde van de as (28) een kegelwiel (27) aangebracht is, dat met een op een armatuur (31) gelagerd kegelwiel (30) samenwerkt, waarvan de as met de as van de te verbinden staven (1, 2) uitgelijnd is en in zijn middelste gebied een staafvormig tussenstuk (3) draaivast aan te brengen is.
18. Inrichting volgens conclusie 17. met het kenmerk, dat het kegelwiel (30) in de langsmiddenas deelbaar en los in een uitsparing (33) in de armatuur (31) te brengen is.
19. Inrichting volgens conclusie 17 of 18, met het kenmerk, dat de konsole (31) in de langsmiddenas deelbaar is en dat elk deel (31* · 31") op zich zwaaibaar aan het middelste apparaatdeel (11) bevestigd is.
NL9500252A 1994-03-04 1995-02-10 Werkwijze voor het verbinden van twee stomp tegen elkaar stotende wapeningsstaven evenals inrichting voor het uitvoeren van de werkwijze. NL9500252A (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
DE19944407289 DE4407289C2 (de) 1994-03-04 1994-03-04 Verfahren zum Verbinden von zwei stumpf zu stoßenden Bewehrungsstäben sowie Vorrichtung zum Durchführen des Verfahrens
DE4407289 1994-03-04

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL9500252A true NL9500252A (nl) 1995-10-02

Family

ID=6511900

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL9500252A NL9500252A (nl) 1994-03-04 1995-02-10 Werkwijze voor het verbinden van twee stomp tegen elkaar stotende wapeningsstaven evenals inrichting voor het uitvoeren van de werkwijze.

Country Status (3)

Country Link
DE (1) DE4407289C2 (nl)
NL (1) NL9500252A (nl)
NO (1) NO950643L (nl)

Families Citing this family (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE19542502C2 (de) * 1995-11-15 1998-01-15 Kuka Schweissanlagen & Roboter Verfahren zum Reibschweißen
US20020189175A1 (en) * 2001-06-15 2002-12-19 Lancelot Harry B. End anchors
DE102009049966A1 (de) * 2009-10-19 2011-04-21 Benteler Automobiltechnik Gmbh Verfahren zur Herstellung eines Lenkers
DE102015226835A1 (de) * 2015-12-30 2017-07-06 Siemens Aktiengesellschaft Verfahren zum Rotationsreibschweißen
CN114700667B (zh) * 2022-04-11 2023-05-09 郑州大学综合设计研究院有限公司 一种用于建筑结构拼装的辅助设备

Family Cites Families (15)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
AT19281B (nl) * 1903-06-08 1905-02-25 Hermann Martini
US3576067A (en) * 1968-02-28 1971-04-27 Caterpillar Tractor Co Friction welding irregularly shaped objects
BE789094A (fr) * 1971-12-21 1973-01-15 Gen Electric Procede de fabrication d'un article soude par frottement
US3949466A (en) * 1974-05-28 1976-04-13 Arthur D. Little Inc. Process for forming an aluminum electrical conducting wire junction end piece
DE3041215C2 (de) * 1980-11-03 1985-01-03 Wayss & Freytag Ag, 6000 Frankfurt Schraubmuffe mit eingeschnittenen Gegengewinden
DE3109687C2 (de) * 1981-03-13 1985-06-27 Dyckerhoff & Widmann AG, 8000 München Gerät zum Verbinden von zwei stumpf gestoßenen Bewehrungsstäben mittels einer Muffe
SU1079791A1 (ru) * 1982-12-21 1984-03-15 Конструкторско-Технологическое Бюро "Стройиндустрия" Способ стыкового соединени арматурных стержней
US4659005A (en) * 1984-08-17 1987-04-21 Spindler Dietmar E Method of manufacturing axle assemblies
SU1362802A1 (ru) * 1985-01-08 1987-12-30 Днепропетровский Металлургический Институт Им.Л.И.Брежнева Способ соединени арматурных стержней периодического профил и устройство дл его осуществлени
DE3506136A1 (de) * 1985-02-22 1986-08-28 Klaus-Peter 5632 Wermelskirchen Uhlmann Verfahren zum zusammenschweissen dickwandiger rohre
US4621760A (en) * 1985-07-09 1986-11-11 Dana Corporation Method of producing a friction welded article
SU1477876A1 (ru) * 1987-04-21 1989-05-07 Научно-Исследовательский Институт Бетона И Железобетона Госстроя Ссср Способ стыкового соединени арматурных стержней
SU1486303A1 (ru) * 1987-06-29 1989-06-15 Komsomol Na Amure Polt I Способ сварки трением т-образного соединения пластины со стержнем
DD265658A1 (de) * 1987-11-04 1989-03-08 Ba D Ddr Inst F Technologie U Verbindungsteil fuer rohrfoermige bewehrungselemente
DE4140407C2 (de) * 1991-12-07 1994-11-10 Hiendl Heribert Verfahren zum Herstellen einer Verbindung zwischen wenigstens zwei Längen eines Betonstahls

Also Published As

Publication number Publication date
NO950643L (no) 1995-09-05
DE4407289C2 (de) 1996-10-17
NO950643D0 (no) 1995-02-21
DE4407289A1 (de) 1995-09-07

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US5291769A (en) Apparatus for forming end portion of pipe
NL9500252A (nl) Werkwijze voor het verbinden van twee stomp tegen elkaar stotende wapeningsstaven evenals inrichting voor het uitvoeren van de werkwijze.
WO1997017511A1 (fr) Raccord du type a charge de mortier et a renfort
BE1011313A3 (nl) Triltoestel voor het bewerken van een vloerlaag en werkwijze voor de constructie ervan.
JPH07178469A (ja) 管曲げ機構の筒長制御方法および装置
WO2003089159A1 (en) Orbiting roller groover for pipe
FR2642340A1 (fr) Appareil de cintrage portatif pour tubes, barres et autres
JP2565624B2 (ja) 電気導体の端部を溶接するための装置
JPH0911022A (ja) スパイラルパイプの成形および切断装置
JP2003138784A (ja) 減衰こま
CN219823237U (zh) 一种层绕装置
FR2715415A1 (fr) Entraînement monté sur un dispositif de dépose pour le déplacement de tronçons de pont.
CN219521148U (zh) 一种钢圈纸筒钢圈套装机
JPH06281392A (ja) 長尺円筒用内部清掃装置
RU1808581C (ru) Зажимное устройство машины дл сварки трением
CN116352588B (zh) 一种空气压缩管道用自动抛光机及其使用方法
JPS6242715B2 (nl)
JPS6317530Y2 (nl)
FR2630755A1 (fr) Matiere pour coussins elastiques, coussins elastiques fabriques avec celle-ci ainsi qu'installation pour la fabrication de matiere pour coussins elastiques
CN117415555B (zh) 一种工业钢结构件制备可调节焊接装置
FR2464127A1 (fr) Cle motrice pour l'entrainement en rotation d'elements allonges
RU20267U1 (ru) Машина для гибки труб
CN215492334U (zh) 一种多功能振动测试仪的传动轴端压板结构
CN220098162U (zh) 一种不锈钢丝收线机排线装置
RU2180881C2 (ru) Станок для резки труб

Legal Events

Date Code Title Description
A1A A request for search or an international-type search has been filed
BV The patent application has lapsed