NL9402214A - Elektronenstraalbuisweergeefinrichting met vereenvoudigde bevestigingsstructuur en montagewerkwijze. - Google Patents

Elektronenstraalbuisweergeefinrichting met vereenvoudigde bevestigingsstructuur en montagewerkwijze. Download PDF

Info

Publication number
NL9402214A
NL9402214A NL9402214A NL9402214A NL9402214A NL 9402214 A NL9402214 A NL 9402214A NL 9402214 A NL9402214 A NL 9402214A NL 9402214 A NL9402214 A NL 9402214A NL 9402214 A NL9402214 A NL 9402214A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
electron beam
box
beam tube
holes
protrusions
Prior art date
Application number
NL9402214A
Other languages
English (en)
Other versions
NL193082C (nl
NL193082B (nl
Original Assignee
Mitsubishi Electric Corp
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Mitsubishi Electric Corp filed Critical Mitsubishi Electric Corp
Publication of NL9402214A publication Critical patent/NL9402214A/nl
Publication of NL193082B publication Critical patent/NL193082B/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL193082C publication Critical patent/NL193082C/nl

Links

Classifications

    • HELECTRICITY
    • H04ELECTRIC COMMUNICATION TECHNIQUE
    • H04NPICTORIAL COMMUNICATION, e.g. TELEVISION
    • H04N5/00Details of television systems
    • H04N5/64Constructional details of receivers, e.g. cabinets or dust covers
    • H04N5/645Mounting of picture tube on chassis or in housing

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Multimedia (AREA)
  • Signal Processing (AREA)
  • Devices For Indicating Variable Information By Combining Individual Elements (AREA)
  • Casings For Electric Apparatus (AREA)

Description

Korte aanduiding: Elektronenstraalbuisweergeefinrichting met vereenvoudigde bevestigingsstructuur en montagewerkwijze.
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een elektronenstraalbuisweergeefinrichting, zoals een televisietoestel of computermonitor, meer in het bijzonder op haar bevestigingsstructuur en montagewerkwijze.
De van belang zijnde weergeefinrichting omvat een in een kast ondergebrachte el ektronenstraal buis (beeldbuis). Verwijzend naar figuur 16 heeft de kast een tweedelige opbouw; naar de twee delen zal worden verwezen als de voorste kast 1 en achterste kast 3. Figuur 16 laat de conventionele bevestigingsstructuur zien, waarin de el ektronenstraal buis 2 en achterste kast 3 afzonderlijk aan de voorste kast 1 zijn bevestigd. De voorste kast 1 heeft vier verdikkingen la die aan de binnenste voorste hoeken ervan zijn aangebracht, en vier verdikkingen lb die aan de binnenste achterste hoeken zijn aangebracht. Elk van de verdikkingen la en lb is voorzien van een getapt gat om een schroef op te nemen. De elektronen-straalbuis 2 heeft vier uitsteeksels 2a aan de vier hoeken ervan, die door door gaten in de uitsteeksels 2a ingestoken schroeven 4 op de verdikkingen la. zijn vastgezet. De achterste kast 3 is gelijksoortigerwijze door door gaten 5a ingestoken schroeven 5 op de verdikkingen lb bevestigd.
Figuur 17 is een deelaanzicht in doorsnede van deze conventionele bevestigingsstructuur, met dezelfde verwijzingsgetallen als in figuur 16, dat de gemonteerde toestand laat zien.
Een probleem bij deze conventionele bevestigingsstructuur is eenvoudigweg dat er acht schroeven moeten worden aangedraaid. Ofschoon het vastdraaien van een schroef een recht-toe-recht-aan taak kan schijnen te zijn, vereist dit bijvoorbeeld nauwkeurige uitrichting van de gaten in de uitsteeksels 2a en de achterste kast 3 met de gaten in de verdikkingen la en lb. In het bijzonder voor de elektronenstraalbuis 2, die zwaar en lastig te hanteren is, kan de noodzakelijke uitrichting moeilijk zijn. Verscheidene verdere problemen kunnen de montage van de weergeefinrichting, wanneer deze wordt gefabriceerd, verhinderen: het aandraaien van een schroef in een hoek kan gatenui tri chting in een andere hoek verstoren; de uitsteeksels 2a kunnen van de verdikkingen la glijden alvorens de schroeven 4 zijn ingestoken; of schroeven kunnen vallen. Indien de schroeven tussen elektrische onderdelen in de kast zijn gevallen, kunnen ze moeilijk zijn te vinden en terug te krijgen.
Deze problemen treden eveneens op wanneer de weergeef-inrichting wordt gedemonteerd voor reperatie of onderhoud. Verder wordt, indien de reparatie of het onderhoud vereist dat de elektronenstraalbuis 2 van de voorste kast 1 moet worden losgemaakt, dit een moeilijke klus, omdat zodra een van de schroeven 4 wordt verwijderd, de elektronenstraalbuis 20 zijn ondersteuning bij die hoek verliest.
Vanuit het standpunt van montage, reparatie en onderhoud, zou het wenselijk zijn om een eenvoudigere bevestigingsstructuur te hebben, die minder schroeven nodig heeft en betere ondersteuning biedt.
Het is dienovereenkomstig een doel van de onderhavige uitvinding om het aantal voor montage van een elektronenstraalbuisweergee-finrichting benodigde schroeven te reduceren, waardoor tijd wordt bespaard en montagekosten worden verlaagd.
Een ander doel van de uitvinding is om te voorzien in een veilige bevestigingsstructuur voor de elektronenstraalbuis in een elektronenstraalbui sweergeefi nri chti ng.
Nog een ander doel van de uitvinding is om te voorzien in een bevestigingsstructuur, waarin de koppen van schroeven vanaf het oppervlak van de kast uit het zicht zijn uitgespaard.
Nog een ander doel van de uitvinding is om de uitrichting van gaten te vereenvoudigen, en het verlies van uitrichting gedurende het montageproces te vermijden.
Nog een ander doel van de uitvinding is om te voorzien in een veilige, vereenvoudigde montagewerkwijze die zichzelf leent voor automatisering.
De elektronenstraalbuisweergeefinrichting volgens de uitvinding omvat een elektronenstraalbuis, een voorste kast en een achterste kast. De elektronenstraalbuis heeft omtreksuitsteeksels met gaten. De voorste kast heeft voorste verdikkingen met langwerpige onderdelen die zich door de gaten in de uitsteeksels naar achteren uitstrekken. De langwerpige onderdelen eindigen in einden met getapte gaten.
De achterste kast heeft achterste verdikkingen die zich naar voren uitstrekken en eindigen in einden met voorste holten, die de einden van de langwerpige onderdelen opnemen. De achterste verdikkingen hebben eveneens inwendige tussenschotten met gaten. Deze tussenschotten vormen de einden van de voorste holten. Schroeven worden door de gaten in de tussenschotten ingestoken en in de getapte gaten in de langwerpige onderdelen gedraaid, waardoor de voorste kast, de elektronenstraalbuis en de achterste kast aan elkaar worden bevestigd.
De weergeefinrichting wordt bij voorkeur gemonteerd door de voorste kast met de voorzijde naar beneden te plaatsen, de elektronenstraalbuis op zijn plaats te laten zakken, de achterste kast op zijn plaats te laten zakken, en dan de schroeven aan te draaien.
Uitvoeringsvormen van de uitvinding zullen onder verwijzing naar de aangehechte illustratieve tekening hieronder worden beschreven, in welke tekening: figuur 1 een aanzicht in perspectief met uiteengenomen delen van een eerste uitvoeringsvorm van de weergeefinrichting volgens de uitvinding is; figuur 2 een aanzicht in perspectief van de achterste kast zoals gezien vanaf de achterzijde is, dat de posities van de bevestigde verdikkingen laat zien; figuur 3 een vergroot, gedeeltelijk open-gewerkt aanzicht in perspectief is, dat de bevestigingsstructuur in figuur 1 laat zien; figuur 4 een aanzicht in doorsnede van een van de voorste verdikkingen van figuur 1 is; figuur 5 een eindaanzicht van deze verdikking is; figuur 6 een aanzicht in doorsnede van een van de achterste verdikkingen in figuur 1 is; figuur 7 een aanzicht is, dat de weergeefinrichting volgens de uitvinding in haar gemonteerde toestand laat zien; figuur 8 een aanzicht in doorsnede is, dat een eerste stap in een nieuwe montagewerkwijze laat zien; figuur 9 een aanzicht in doorsnede is, dat een tweede stap in de nieuwe montagewerkwijze laat zien; figuur 10 een aanzicht in doorsnede is, dat een derde stap in de nieuwe montagewerkwijze laat zien; figuur 11 een variatie van de structuur van de rand van de achterste kast laat zien; figuur 12 een tweede uitvoeringsvorm van de weergeefin-richting volgens de uitvinding laat zien, die is voorzien van een klemvulring; figuur 13 een deelaanzicht in doorsnede is, dat het gebruik van de klemvulring laat zien; figuur 14 een aanzicht in doorsnede is, die een in een derde uitvoeringsvorm van de weergeefinrichting volgens de uitvinding gebruikte grijper laat zien; figuur 15 een aanzicht in doorsnede van een vierde uitvoeringsvorm van de weergeefinrichting volgens de uitvinding is; figuur 15 een aanzicht met uiteengenomen delen van een conventionele weergeefinrichting is; en figuur 17 een deelaanzicht in doorsnede van de conventionele weergeefinrichting is.
In de te beschrijven uitvoeringsvormen zullen de termen "voorste" en "naar voren" posities nabij en richtingen naar het einde van de inrichting te beschrijven, waarnaar een kijker kijkt en waar het scherm van de elektronenstraalbuis is geplaatst. De termen "achterste" en "naar achteren" zullen worden gebruikt om posities nabij en richtingen naar het tegengestelde einde van de weergeefinrichting te beschrijven.
Verwijzend naar figuur 1 omvat een eerste uitvoeringsvorm van de uitvinding een voorste kast 10, elektronenstraalbuis 20 en achterste kast 30. Wanneer de inrichting is gemonteerd, omsluit de voorste kast 10 het voorste einde van de elektronenstraalbuis 20, en omsluit de achterste kast 30 het achterste einde. Samen sluiten de voorste en achterste kasten 10 en 30 alles behalve het voorste scherm van de elektronenstraalbuis 20 in.
De voorste kast 10 heeft een rechthoekig kadervormig voorvlak 11 dat een bovenste deel 11a, benedenste deel 11b, en zijdelen 11c en lid omvat. De voorste kast 10 heeft eveneens een bovenste paneel 12a, benedenste paneel 12b, en zijpanelen 12c en 12d die zich naar achteren uitstrekken vanaf de bovenste rand, benedenste rand, en zijranden van dit voorste vlak 11. Deze zijn alle door vormen uit een stuk uit kunststof gevormd. De voorste kast 10 heeft verder vier voorste verdikkingen 13 die zijn bevestigd aan het bovenste deel 11a en benedenste deel 11b van het voorste vlak 11, nabij hun voorste binnenhoeken. Deze voorste verdikkingen 13 zijn naar achteren gericht, en hebben cilindrische langwerpige onderdelen 13c die zich in de richting naar achteren uitstrekken.
De elektronenstraalbuis 20 omvat een voorpaneel 21, een trechter 22 en een metalen randband 23 die rondom de elektronenstraalbuis 20 is gewikkeld bij het grensvlak tussen het voorpaneel 21 en de trechter 22, waardoor een uitsteeksel naar buiten vanaf de trechter 22 tot stand wordt gebracht. Metalen montage-uitsteeksels 24 zijn bijvoorbeeld door lassen aan de randband 23 bij de vier hoeken van het voorpaneel 21 bevestigd. De uitsteeksels 24 zijn voorzien van gaten 25. De gaten 25 hoeven niet cirkelvormig te zijn, maar kunnen een willekeurige vorm hebben; in de onderhavige uitvoeringsvorm zijn ze vierkant. De gaten 25 in de uitsteeksels 24 zijn uitgericht met de langwerpige onderdelen 13c van de voorste verdikkingen 13.
Verwijzend naar figuur 2 omvat de achterste kast 30 een plat rechthoekig achterste paneel 31, een bovenste paneel 32a dat zich naar voren en boven vanaf de bovenste rand van het achterste paneel 31 uitstrekt, een benedenste paneel 32b dat zich naar voren en beneden vanaf de'benedenste rand van het achterste paneel uitstrekt, en zijpanelen 32c en 32d die zich vanaf de zijwanden van het achterste paneel 31 naar voren uitstrekken. De achterste kast 30 heeft verder vier achterste verdikkingen 33 die aan het bovenste paneel 32a en benedenste paneel 32b zijn bevestigd en zich naar voren uitstrekken.
Opnieuw verwijzend naar figuur 1 ontmoeten, wanneer de weergeefinrichting wordt gemonteerd, de voorste randen van het bovenste paneel 32a, benedenste paneel 32b en zijpanelen 32c en 32d van de achterste kast 30 de achterste randen van het bovenste paneel 12a, benedenste paneel 12b, en zijpanelen 12c en 12d van de voorste kast 10. Zoals in figuur 1 is aangegeven, zijn de achterste verdikkingen 33 uitgericht met de langwerpige onderdelen 13c van de voorste verdikkingen 13, en met de gaten 25 in de uitsteeksels 24.
Figuur 3 is een gedeeltelijk open-gewerkt aanzicht met uiteengenomen delen van een hoek van de weergeefinrichting, dat de uitrichting van de langwerpige onderdelen 13c en achterste verdikkingen 33 laat zien. Wanneer de weergeefinrichting wordt gemonteerd, worden de langwerpige onderdelen 13c door de gaten 25 in de uitsteeksels 24 en in voorste holten in de achterste verdikkingen 33 gestoken, en worden ze door vanaf achteren door de achterste verdikkingen 33 ingestoken schroeven 34 bevestigd.
Figuur 4 laat een zij-aanzicht in doorsnede van een van de voorste verdikkingen 13 zien. Elke voorste verdikking 13 omvat een steel 13a die is omgeven door versterkingsribben 13b. Het langwerpige onderdeel 13c strekt zich vanaf de steel 13a naar achteren uit en eindigt in een achterste einde 13f met een getapt gat 13d om de in figuur 3 getoonde schroef 34 op te nemen. De achterste einden van de ribben 13b vormen een zittingsoppervlak 13, waartegen een van de uitsteeksels 24 zal rusten.
Figuur 5 laat een eindaanzicht van deze voorste verdikking 13 zien, kijkend vanaf de achterzijde naar de voorzijde, zodat het getapte gat 13d in het achterste einde 13f zichtbaar is. Er zijn vier ribben 13b, zodat het zittingsoppervlak 13e uit vier delen bestaat.
Figuur 6 laat een zij-aanzicht in doorsnede van een van de achterste verdikkingen 33 zien. Elke achterste verdikking 33 eindigt in een cilindrische voorste holte 33a aan het voorste einde ervan, en heeft een cilindrische achterste holte 33b aan het achterste einde ervan. Deze twee holten zijn gescheiden door een inwendig tussenschot 33c dat een gat 33d voor de schroef 34 in figuur 3 heeft. De voorste holte 33a heeft bij voorkeur een diameter die net iets groter is dan de diameter van het langwerpige onderdeel 33c van de voorste verdikking 13, zodat het langwerpige onderdeel 13c tamelijk innig in de voorste holte 33a zal passen. Het achterste einde van de achterste verdikking 33 is bijvoorbeeld bevestigd aan het bovenste paneel 32a van de achterste kast 30.
Figuur 7 laat de gemonteerde toestand van een hoek van de weergeefinrichting zien. Het langwerpige onderdeel 13 is door het gat in het uitsteeksel 24 ingestoken en door de schroef 34 bevestigd, die daarbij de achterste kast 30 aan de voorste kast 10 bevestigt. Specifiek i s het zi ttingsoppervl ak van de voorste verdi kking 13 aanl iggend en gedrukt tegen het voorste oppervlak van het uitsteeksel 24, en is het voorste einde van de achterste verdikking 33 aanliggend en gedrukt tegen het achterste oppervlak van het uitsteeksel 24. Het uitsteeksel 24 wordt daardoor innig tussen het voorste einde van de achterste verdikking 33 en het zittings- oppervlak van de voorste verdikking 13 gehouden, zodat de elektronenstraal-buis 20 eveneens stevig aan de twee kasten is bevestigd.
Een voordeel van de weergeefinrichting volgens de uitvinding is, dat de koppen van de schroeven 34 binnen de achterste holten van de achterste verdikkingen 33 zijn uitgespaard, waar ze in hoofdzaak uit het zicht zijn en niet tegen externe objecten kunnen wrijven.
Een ander voordeel is, dat de schroeven 34 niet direkt het gewicht van de elektronenstraalbuis 20 hoeven te dragen. De druk van dit gewicht wordt door de uitsteeksels 24 op de bases van de langwerpige onderdelen 13c uitgeoefend. Dit kan de schroefdraad van de schroeven 34 niet vervormen, zodat de schroeven 34 gemakkel i jk kunnen worden aangedraaid en losgedraaid.
De voorste verdikkingen 13, die het gewicht van de elektronenstraalbuis 20 dragen, zijn versterkt door de ribben 13b, en aangezien hun langwerpige onderdelen 13c innig binnen de achterste verdikkingen 33 passen, voorzien de achterste verdikkingen 33 in aanvullende constructieve sterkte.
Een verder voordeel is, dat zelfs wanneer alle schroeven 34 en de achterste kast 30 zijn verwijderd, de voorste verdikkingen 33 blijven voorzien in ondersteuning voor de elektronenstraalbuis 20. Dit kan de taak van het verwijderen van de elektronenstraalbuis 20 voor reparatie of onderhoud vereenvoudigen.
Verwijzend naar figuur 8 wordt, teneinde de weergeefinrichting volgens de uitvinding te monteren, de voorste kast 10 bij voorkeur met de voorzijde naar beneden op een ondersteun!ngsstructuur 61 geplaatst, die de voorste kast 10 van onderen ondersteunt.
Vervolgens wordt van bovenaf de elektronenstraalbuis 20 in de richting van de pijl D omlaag gebracht, teneinde de langwerpige onderdelen 13c door de gaten 25 in de uitsteeksels 24 in te steken. De elektronenstraalbuis 20 wordt bij voorkeur vastgehouden door zuignappen 63 (bijvoorbeeld vier) die aan de trechter 22 ervan zijn bevestigd. Deze zuignappen 63 zijn gemonteerd in een wagen 64 die is ingericht voor transport in de horizontale en verticale richtingen, en zijn gemeenschappelijk gekoppeld met de flexibele buis 65 die leidt naar een (niet getoonde) vacuümpomp. Zuigkracht wordt ui geoefend, en de elektronenstraalbuis 20 wordt opgepakt en omlaag gebracht op de voorste kast totdat de uitsteeksels 24 rusten op de zittingsoppervlakken 13e van de voorste verdikkingen 13. Dan wordt aanzuiging gestopt (door middel van bijvoorbeeld een niet in de tekening getoonde klep) en worden de zuignappen 63 teruggetrokken.
Verwijzend naar figuur 9 wordt vervolgens de achterste kast 30 gelijksoortigerwijze van bovenaf neergelaten in de richting van de pijl D, zodat de langwerpige onderdelen 13c in de achterste verdikkingen 33 worden ingestoken. De achterste kast 30 wordt bijvoorbeeld vastgehouden door vier aan het onderste paneel 31 ervan bevestigde zuignappen 67. De zuignappen 67 zijn gemonteerd in een wagen 68 die is ingericht voor horizontaal en verticaal transport, en zijn gekoppeld met een flexibele buis 69 die opnieuw naar een (niet getoonde) vacuümpomp voor het opwekken van aanzuigkracht leidt. Nadat de achterste kast 30 op zijn plaats is neergelaten, wordt de aanzuiging gestopt en worden de zuignappen 67 teruggetrokken.
Verwijzend naar figuur 10 rusten nu de elektronenstraal-buis 20 en de achterste kast 30 op de voorste kast 10, op zijn plaats gehouden door de zwaartekracht, met de langwerpige onderdelen 13c van de voorste verdikkingen 13 in de achterste verdikking 33 ingestoken. Vervolgens worden de schroeven 34 door elektromagnetische schroevendraaiers 71 dié de schroeven 34 magnetisch vasthouden, aangedraaid. De schroevendraaiers 71 worden ondersteund in een (niet getoond) apparaat dat is ingericht voor horizontaal en verticaal transport. Na naar de in de tekening getoonde positie te zijn gebracht, worden de schroevendraaiers 71 omlaag gebracht in de richting van de pijl D, zodat de schroeven 34 door de gaten in de achterste verdikkingen 33 worden ingestoken. De schroeven 34 worden dan in de getapte gaten in langwerpige onderdelen 13c gedraaid, waarna de elektromagneten worden uitgeschakeld en schroevendraaiers 71 worden teruggetrokken.
Deze montagewerkwijze heeft verscheidene voordelen. Een daarvan is, dat deze het mogelijk maakt de zware elektronenstraalbuis 40, die een moeilijk te hanteren vorm heeft, veilig vast te houden door de zuignappen 63, op een manier die geen ongewenste spanningsconcentratie veroorzaakt. De elektronenstraalbuis 20 kan dus veilig en zonder beschadig] ngsri si co worden gehanteerd.
Een ander voordeel is dat slechts een enkele onder-steuningsstructuur 61 nodig is, aangezien de elektronenstraalbuis 20 en achterste kast 30 door de zwaartekracht gedurende de montagetaak op hun plaats worden gehouden. Bovendien voorkomen de langwerpige onderdelen 13c dat de uitsteeksels 24 van de voorste verdikkingen 13 glijden.
Nog een ander voordeel is, dat schroeven niet in de kast kunnen vallen, omdat de kast is gesloten alvorens welke schroeven dan ook worden aangedraaid.
Een verder voordeel van de weergeefinrichting volgens de uitvinding vanuit het montagestandpunt is dat insteking van de langwerpige onderdelen 13c in de achterste verdikkingen 33 automatisch de gaten in de achterste verdikkingen 33 uitricht met de getapte gaten 13d in de langwerpige onderdelen 13c. Zodra de langwerpige onderdelen 13c zijn ingestoken, kan uitrichting niet verloren gaan gedurende aandraaiing van de schroeven of andere stappen.
Een ander belangrijk voordeel is, dat er slechts vier schroeven hoeven te worden aangedraaid, in plaats van de acht schroeven volgens de stand van de techniek.
Het hierboven beschreven montageproces is dienovereenkomstig eenvoudig, zeker en efficiënt. Geen moeilijke uitrichtingen of onhandige ondersteuningsinrichtingen zijn vereist. Het proces is uitermate geschikt voor automatisering, b.v. door gebruik van robotten.
Verwijzend naar figuur 11 kan als een variatie van de hierboven beschreven uitvoeringsvorm de voorste rand van het bovenste paneel 32a van de achterste kast zo zijn geconstrueerd, dat deze binnen de achterste rand van het bovenste paneel 12a van de voorste kast past, in plaats van elkaar eind aan eind te ontmoeten. Het benedenste paneel 32b en de zijpanelen 32c en 32d kunnen gelijksoortigerwijze zijn ge-structueerd. Deze structuur voorziet in betere afdichting van het kast-omhulsel.
De eerste uitvoeringsvorm is goed geschikt voor montage in een positie met de voorzijde naar beneden, zoals in figuren 8 tot en met 10 is getoond, die de hierboven beschreven voordelen heeft. Fabrieks-omstandigheden kunnen echter horizontale montage vereisen, en later kan de achterste kast worden verwijderd voor reparatie of onderhoud, terwijl de weergeefinrichting in een horizontale positie wordt gehouden. Aangezien de voorste kast 10 en elektronenstraalbuis 20 in deze positie niet door de zwaartekracht bij elkaar worden gehouden, is het voordelig om ze door aanvullende middelen bij elkaar te houden. In dergelijke middelen kan op verscheidene eenvoudige manieren worden voorzien, waarbij geen extra schroeven zijn vereist, zoals in de tweede, derde en vierde uitvoeringsvormen die volgen. Deze uitvoeringsvormen zullen worden beschreven onder verwijzing naar figuren 12 tot en met 15, onder gebruikmaking van dezelfde verwijzingsgetallen als in figuren 1 tot en met 11 om identieke onderdelen aan te geven.
De tweede uitvoeringsvorm heeft dezelfde structuur als de eerste uitvoeringsvorm, maar is voorzien van aanvullende klemvulringen. Verwijzend naar figuur 12 is een van deze klemvulringen 40 aangebracht tussen elk uitsteeksel 24 en achterste verdikking 33, passend over het langwerpige onderdeel 13c van de voorste verdikking 13 nadat deze door het gat 25 in het uitsteeksel 24 is ingestoken. De klemvulringen 40 hebben ringvormige randen 41 met een aantal elastische tandvormige uitsteeksels 42 naar binnen. De diameter van de cirkel die de binnenste einde van deze uitsteeksels 42 verbindt is enigszins kleiner dan de diameter van de langwerpige onderdelen 13c, zodat de uitsteeksels 42 elastisch vervormen en druk uitoefenen op de langwerpige onderdelen 13c. Ten gevolge van de grip van deze druk zullen zodra ze op de langwerpige onderdelen 13c zijn bevestigd, de klemvulringen 40 tenderen op de plaats te blijven. De klemvulringen 40 kunnen bijvoorbeeld gevormde kunststoffen vulringen zijn.
Figuur 13 laat een tussentoestand in het montageproces zien, nadat de langwerpige onderdelen 13c door de uitsteeksels 24 zijn ingestoken en de klemvulringen 40 zijn opgebracht, maar voordat de achterste kast is gemonteerd. De klemvulringen 40 dienen in de richting van de pijl F te worden gedrukt, totdat ze rusten tegen de uitsteeksels 24. Ze zullen dan de elektronenstraalbuis 20 en de voorste kast 10 samen vasthouden totdat de achterste kast wordt gemonteerd, waarbij de uitsteeksels 24 worden vastgehouden tussen de klemvulringen 40 en de einden van de ribben 13b.
Verwijzend naar figuur 14 heeft de derde uitvoeringsvorm dezelfde structuur als de eerste uitvoeringsvorm, maar met aanvullende grijpers 50. De voorste einden van deze grijpers 50 zijn bevestigd aan de binnenste oppervlakken van het bovenste deel 11a en benedenste deel 11b (niet getoond) van het voorste vlak 11 van de voorste kast 10. De grijpers 51 dienen nabij, maar enigszins verplaatst van de posities van de voorste verdikkingen te worden bevestigd: bijvoorbeeld op posities die enigszins ten opzichte van de voorste verdikkingen naar binnen liggen. (Voor de duidelijkheid zijn de voorste verdikkingen uit figuur 14 weggelaten.) De grijpers 50 strekken zich naar achteren uit en eindigen in haken 51 die ingrijpen op de randband 23 van de elektronenstraalbuis 20.
De grijpers 50 zijn bijvoorbeeld van kunststof gemaakt en zijn elastisch vervormbaar. Wanneer de elektronenstraalbuis 20 en de voorste kast 10 samen zijn gebracht, oefenen de grijpers 50 een elastische kracht uit, die de haken 51 naar binnen tegen de elektronenstraalbuis 20 net achter de randband 23 drukken. De haken 51 grijpen aldus in op de randband 23 en houden de elektronenstraalbuis 20 op zijn plaats.
Een voordeel van de structuur in figuur 14 is dat zo nodig de elektronenstraalbuis 20 gemakkelijk van de voorste kast 10 kan worden losgemaakt door de grijpers 50 elastisch naar buiten te buigen. Een verder voordeel is, dat aangezien de grijpers 50 aan de voorste kast 10 zijn bevestigd, ze niet kunnen vallen of gedurende montage of reparatie dan wel onderhoud kunnen worden verloren.
Verwijzend naar figuur 15 heeft de vierde uitvoeringsvorm dezelfde structuur als de eerste uitvoeringsvorm, behalve dat enige of alle van de langwerpige onderdelen 13c inkepingen 13g hebben, waarin de uitsteeksels 24 rusten. De inkepingen 13g zijn gevormd in de bovenste oppervlakken van de langwerpige onderdelen 13c en bevinden zich op de bases van de langwerpige onderdelen 13c, waar ze zijn bevestigd aan de stelen 13a van de voorste verdikkingen, net voor de ribben 13b. De breedte van de inkepingen 13g dient in hoofdzaak gelijk te zijn aan de dikte van de uitsparingen 24, of enigszins groter. Inkepingen 13g kunnen bijvoorbeeld zijn aangebracht op de twee bovenste langwerpige onderdelen 13c, op de twee benedenste langwerpige onderdelen 13c, of op alle vier de langwerpige onderdelen 13c.
Wanneer de weergeef inrichting horizontaal is gepostio-neerd, met de langwerpige onderdelen 13c van de voorste verdikkingen ingestoken door de gaten in de uitsparingen 24, houden zelfs indien de achterste kast wordt verwijderd, de zwaartekracht de uitsparingen 24 in de overeenkomstige inkepingen 13g, waardoor wordt voorkomen dat de langwerpige onderdelen 13c uit de gaten ontsnappen. Om de elektronenstraal- buis 20 zo nodig van de voorste kast 10 te scheiden, is het voldoende de elektronenstraalbuis 20 enigszins naar boven op te tillen. De uitsparingen 24 uit de inkepingen 13g te nemen, en de uitsparingen 24 van de langwerpige onderdelen 13c af te schuiven.
Indien inkepingen 13g bijvoorbeeld alleen in de bovenste twee langwerpige onderdelen 13c zijn gevormd, moeten de gaten in de benedenste twee uitsteeksels 24 niet te innig rondom de benedenste langwerpige onderdelen 13c passen. Deze gaten moeten voldoende verticale speling hebben, zodat de elektronenstraalbuis 20 enigszins op en neer kan schuiven, om de bovenste twee langwerpige onderdelen 13c in en uit hun inkepingen 13g te laten glijden.
De vierde uitvoeringsvorm heeft dezelfde voordelen als de derde: gemakkelijke uitneming van de elektronenstraalbuis uit de voorste kast, en geen losgemaakte onderdelen die kunnen vallen of kwijtraken. De vierde uitvoeringsvorm heeft het verdere voordeel van het in het geheel niet hebben van welke extra onderdelen dan ook, waarbij alleen de vorming van inkepingen in bestaande onderdelen is vereist.
De in de tweede, derde en vierde uitvoeringsvorm getoonde structuren kunnen alleen worden gebruikt, of twee of meer ervan kunnen samen worden gebruikt.
Alle hierboven beschreven uitvoeringsvormen hebben het voordeel van het vereisen van weinig bevestigingsmaterialen. De eerste, derde en vierde uitvoeringsvormen vereisen slechts vier schroeven. De tweede uitvoeringsvorm vereist slechts vier schroeven en vier klemvul-ringen.
De uitvinding is niet beperkt tot verdikkingen met de in de tekening getoonde structuren. De geïllustreerde structuur van de voorste verdikkingen 13 is echter voordelig, doordat de ribben 13b voorzien in zowel lichtgewicht versterking als een zittingsoppervlak 13e voor het laten rusten van de uitsteeksels 24. De geïllustreerde structuur van de voorste verdikkingen 13 is bovendien geschikt voor kunststofvorming uit een stuk. De voorste verdikkingen 13 kunnen als deel van de voorste kast 10 worden gevormd.
In de achterste verdikkingen 33 hebben, ofschoon de achterste holten 33b niet strikt noodzakelijk zijn, ze het voordeel van het uit het zicht uitsparen van de koppen van de schroeven 34. Dit is een praktisch, alsmede een estetisch voordeel, omdat de in uitsparingen opgenomen schroefkoppen niet kunnen wrijven tegen externe objecten, en omdat kortere schroeven kunnen worden gebruikt.
De langwerpige onderdelen 13c en voorste holten 33a hoeven niet-cilindrisch te zijn, maar een cilindrische vorm bevordert insteking, aangezien er geen noodzaak is voor rotatie-uitrichting. De langwerpige onderdelen 13c hoeven niet innig in de voorste holten 33a te passen, maar een tamelijk innige passing is gewenst, zodat de voorste verdikkingen 13 en achterste verdikkingen 33 elkaar kunnen versterken, waardoor de totale constructieve sterkte wordt verbeterd. Om insteking van de langwerpige onderdelen 13c in de voorste holten 33a te vergemakkelijken, kunnen de voorste holten 33a tapse einden hebben.
Vaklui op dit gebied van de techniek zullen inzien dat de voorafgaande uitvoeringsvormen op verscheidene andere manieren kunnen worden gemodificeerd zonder buiten de strekking van de uitvinding te komen, zoals hieronder in de conclusies is verwoord.

Claims (21)

1. Elektronenstraalbuisweergeefinrichting, omvattende een elektronenstraalbuis (20) die omtreksuitsteeksels (24) met gaten (25) heeft, een voorste kast (10) die voorste verdikkingen (13) met langwerpige onderdelen (13c) heeft, die zich door de gaten (25) in de uitsteeksels (24) naar achteren uitstrekken en eindigen in einden (13f) met getapte gaten (13d), een achterste kast (30) die achterste verdikkingen (33) heeft, die zich naar voren uitstrekken en eindigen in einden (33e) met voorste holten (33a) voor het opnemen van de einden van de langwerpige onderdelen (13c), waarbij de achterste verdikkingen (33) eveneens tussenschotten (33c) met gaten (33d) hebben, waarbij de tussenschotten (33c) achterste einden van de voorste holten (33a) bepalen, en schroeven (34) die door de gaten (33d) in de tussenschotten (33c) zijn ingestoken en in de getapte gaten (13d) in de langwerpige onderdelen (13c) zijn gedraaid, waardoor de voorste kast (10), de elektronenstraalbuis (20) en de achterste kast (30) aan elkaar zijn bevestigd.
2. Inrichting volgens conclusie 1, waarin de achterste verdikkingen (33) eveneens achterste holten (33b) hebben, die zich van achter de tussenschotten (33c) naar een buitenste oppervlak van de achterste kast (30) uitstrekken, en de schroeven (34) koppen hebben, die in de achterste holten (33b) zijn aangebracht.
3. Inrichting volgens conclusie 1, waarin de voorste verdikkingen (13) zittingsoppervlakken (13e) hebben, die contact maken met de uitsteeksels (24), en de uitsteeksels (24) stevig tussen de zittingsoppervlakken (13e) en de einden (33e) van de achterste verdikkingen (33) worden vastgehouden.
4. Inrichting volgens conclusie 3, waarin de voorste verdikkingen (13) respectieve stelen (13a) omvatten, waarvanaf de langwerpige onderdelen (13c) zich naar achteren uitstrekken, en de stelen (13a) omgevende ribben (13b) hebben, waarbij de ribben (13b) eindigen in achterste einden die de zittingsoppervlakken (13e) vormen.
5. Inrichting volgens conclusie 1, waarin de langwerpige onderdelen (13c) en de voorste holten (33a) beide cilindrisch van vorm zijn.
6. Inrichting volgens conclusie 1, omvattende klemvulringen (40) die tussen de uitsteeksels (24) en de einden (33e) van de achterste verdikkingen (33) zijn aangebracht, waarbij de klemvulringen (40) de langwerpige onderdelen (13c) omgeven en vastgrijpen, waardoor de elektronen-straalbuis (20) zelfs wanneer de achterste kast (30) niet is gemonteerd, op zijn plaats wordt gehouden.
7. Inrichting volgens conclusie 1, waarin de elektronen-straalbuis (20) een voorpaneel (21), een trechter (22), en een randband (23) aangebracht tussen het voorpaneel (21) en de trechter (22) heeft, die een uitsteeksel naar buiten vanaf de trechter (22) tot stand brengt, en de voorste kast (10) grijpers (50) heeft, die zich naar achteren uitstrekken en eindigen in haken (51) die ingrijpen op de randband (23), waardoor de elektronenstraalbuis (20) zelfs wanneer de achterste kast (30) niet is gemonteerd, op zijn plaats wordt gehouden.
8. Inrichting volgens conclusie 1, waarin ten minste een van de langwerpige onderdelen (13c) een inkeping (13g) heeft, die in ingrijping is met een overeenkomstige van de uitsteeksels (24), waardoor de elektronenstraalbuis (20) zelfs wanneer de achterste kast (30) niet is gemonteerd, op zijn plaats wordt gehouden.
9. -' Werkwijze voor het monteren van een weergeefinrichting die een elektronenstraalbuis (20), een voorste kast (10) en een achterste kast (30) heeft, omvattende de stappen van het de voorste kast (10) voorzien van voorste verdikkingen (13) die zich naar achter uitstrekkende langwerpige onderdelen (13c) heeft, die eindigen in einden (13f) met getapte gaten (13d), het de elektronenstraalbuis (20) voorzien van omtreksuitsteeksels (24) die gaten (25) hebben, het de achterste kast (30) voorzien van zich naar voren uitstrekkende achterste verdikkingen (33) die in einden (33e) met voorste holten (33a) eindigen, en tussenschotten (33c) met gaten (33d) hebben, waarbij de tussenschotten (33c) achterste wanden van de voorste holten (33a) vormen, het door de gaten (25) in de uitsteeksels (24) insteken van de langwerpige onderdelen (13c), het in de voorste holten (33a) in de achterste verdikkingen (33) steken van de langwerpige onderdelen (13c), het door de gaten (33d) in de tussenschotten (33c) insteken van schroeven (34), en het in de getapte gaten (13d) in de langwerpige onderdelen (13c) draaien van de schroeven (34).
10. Werkwijze volgens conclusie 9, waarbij de achterste verdikkingen (33) eveneens achterste holten (33b) hebben, die zich van achter de tussenschotten (33c) naar een buitenste oppervlak van de achterste kast (30) uitstrekken, en de schroeven (34) vanaf de achterste holten (33b) door de tussenschotten (33c) worden ingestoken.
11. Werkwijze volgens conclusie 9, waarbij de voorste verdikkingen (13) eveneens naar achteren gerichte zittingsoppervlakken (13e) hebben, en de langwerpige onderdelen (33c) door de gaten (25) in de uitsteeksels (24) worden ingestoken totdat de uitsteeksels (24) rusten tegen de zittingsoppervlakken (13e).
12. Werkwijze volgens conclusie 11, waarbij de schroeven (34) worden aangedraaid totdat de uitsteeksels (24) stevig worden vastgehouden tussen de zittingsoppervlakken (13e) en de einden (33e) van de achterste verdikkingen (33).
13. Werkwijze volgens conclusie 9, omvattende de aanvullende stap van het met de voorzijde naar beneden plaatsen van de voorste kast (10) voor de stappen van het insteken van de voorste verdikkingen (13).
14. Werkwijze volgens conclusie 13, waarbij de stap van het door de gaten (25) in de uitsteeksels (24) insteken van de langwerpige onderdelen (13c) wordt uitgevoerd door het van bovenaf omlaag brengen van de elektronenstraalbuis (20) op de voorste kast (10).
15. Werkwijze volgens conclusie 14, waarbij de elektronenstraalbuis (20) een trechter (22) heeft, en de elektronenstraalbuis (20) wanneer de elektronenstraalbuis (20) op de voorste kast (10) wordt neergelaten, door aan de trechter (22) bevestigende zuignappen (63) wordt vastgehouden.
16. Werkwijze volgens conclusie 13, waarbij de stap van het in de voorste holten (33a) van de achterste verdikkingen (33) insteken van de langwerpige onderdelen (13c) wordt uitgevoerd door het van bovenaf neerlaten van de achterste kast (30) op de voorste kast (10) en de elektronenstraalbui s (20).
17. Werkwijze volgens conclusie 16, waarbij, wanneer de achterste kast (30) op de voorste kast (10) wordt neergelaten, de achterste kast (30) door zuignappen (67) wordt vastgehouden.
18. Werkwijze volgens conclusie 13, waarbij de stappen van het insteken van de schroeven (34) en het aandraaien van de schroeven (34) worden uitgevoerd door de schroeven (34) verticaal van bovenaf in te steken en de schroeven (34) verticaal van bovenaf aan te draaien.
19. Werkwijze volgens conclusie 9, omvattende de aanvullende stap van het bevestigen van klemvulringen (40) op de langwerpige onderdelen (13c), nadat de langwerpige onderdelen (13c) door de gaten (25) in de uitsteeksels (24) zijn ingestoken, maar voordat de langwerpige onderdelen (13c) in de voorste holten (33a) van de achterste verdikkingen (33) zijn ingestoken, om de voorste kast (10) en de elektronenstraalbuis (20) samen vast te houden.
20. Werkwijze volgens conclusie 9, omvattende de aanvullende stappen van het de elektronenstraalbuis (20) voorzien van een randband (23), het de voorste kast (10) voorzien van grijpers (50) die zich naar achteren uitstrekken en in haken (51) eindigen, en het met de randband (23) in ingrijping brengen van de haken (51) nadat de langwerpige onderdelen (13c) door de gaten (25) in de uitsteeksels (24) zijn ingestoken, maar voordat de langwerpige onderdelen (13c) in de voorste holten (33a) van de achterste verdikkingen (33) zijn ingestoken, om de voorste kast (10) en de elektronenstraalbuis (20) samen vast te houden.
21. Werkwijze volgens conclusie 9, omvattende de aanvullende stappen van het ten minste een van de langwerpige onderdelen (13c) voorzien van een inkeping (13g), en het in ingrijping in de inkeping (13g) brengen van een overeenkomstige van de uitsteeksels (24) nadat de langwerpige onderdelen (13c) door de gaten (25) in de uitsteeksels (24) zijn ingestoken, maar voordat de langwerpige onderdelen (13c) in de voorste holten (33a) van de achterste verdikkingen (33) zijn ingestoken, om de voorste kast (10) en de elektronenstraalbuis (20 samen vast te houden.
NL9402214A 1993-12-27 1994-12-27 Elektronenstraalbuisweergeefinrichting met vereenvoudigde bevestigingsstructuur. NL193082C (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
JP05332242A JP3097799B2 (ja) 1993-12-27 1993-12-27 表示装置ならびにその固定構造および組立て方法
JP33224293 1993-12-27

Publications (3)

Publication Number Publication Date
NL9402214A true NL9402214A (nl) 1995-07-17
NL193082B NL193082B (nl) 1998-05-06
NL193082C NL193082C (nl) 1998-09-08

Family

ID=18252772

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL9402214A NL193082C (nl) 1993-12-27 1994-12-27 Elektronenstraalbuisweergeefinrichting met vereenvoudigde bevestigingsstructuur.

Country Status (4)

Country Link
US (1) US5699132A (nl)
JP (1) JP3097799B2 (nl)
DE (1) DE4446711C2 (nl)
NL (1) NL193082C (nl)

Families Citing this family (18)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
KR100193792B1 (ko) * 1994-11-28 1999-06-15 윤종용 비디오 카메라의 라인-록장치
JP3367343B2 (ja) * 1996-07-22 2003-01-14 松下電器産業株式会社 投射型テレビジョン受像機のキャビネット装置と成型用金型および樹脂成型方法
KR200197166Y1 (ko) * 1996-12-21 2000-10-02 윤종용 쉴드유니트 장착이 용이한 디스플레이장치
US6157423A (en) * 1998-03-20 2000-12-05 Nematron Corporation Display screen chassis front mounting
US6417893B1 (en) * 1998-05-05 2002-07-09 Apple Computer, Inc. Method and system for supporting a cathode ray tube display
US6296333B1 (en) * 1999-01-19 2001-10-02 Sun Microsystems, Inc. Ventilation of desktop workstation
KR100283941B1 (ko) * 1999-02-13 2001-02-15 윤종용 모니터의 쉴드버텀 결합구조
US6373697B1 (en) 1999-06-28 2002-04-16 Sun Microsystems, Inc. Computer system housing and configuration
JP3082213U (ja) * 2001-05-28 2001-12-07 船井電機株式会社 テレビジョンキャビネット
US6663198B2 (en) * 2000-06-13 2003-12-16 Funai Electric Co., Ltd. Television cabinet
US6737796B2 (en) * 2001-05-04 2004-05-18 Thomson Licensing S. A. Cathode-ray tube mounting apparatus
KR100787421B1 (ko) * 2001-10-13 2007-12-26 삼성에스디아이 주식회사 음극선관용 회로기판의 고정장치
TW503687B (en) * 2001-11-16 2002-09-21 Optoma Corp Screen assembling method and device
DE10216094A1 (de) * 2002-04-11 2003-10-30 Ritto Gmbh & Co Kg Bediengehäuse mit eingebauter Videogeräte-Baueinheit
JP3090702U (ja) * 2002-06-13 2002-12-26 船井電機株式会社 キャビネット取付構造
KR100465720B1 (ko) * 2002-12-10 2005-01-13 엘지전자 주식회사 세탁기 리드의 결합 구조
JP4379492B2 (ja) * 2007-05-30 2009-12-09 船井電機株式会社 キャビネットの組み立て構造及び薄型表示装置
TW201345367A (zh) * 2012-04-19 2013-11-01 Asustek Comp Inc 殼體結構及電子裝置

Citations (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0232917A2 (de) * 1986-02-14 1987-08-19 Siemens Nixdorf Informationssysteme Aktiengesellschaft Verfahren sowie Klemmverbindung und Halterung zur Montage von Bildschirmgeräten
EP0244238A2 (en) * 1986-04-30 1987-11-04 RCA Thomson Licensing Corporation Self-fixtured kinescope
DE3713939C1 (en) * 1987-04-25 1988-05-05 Ergo Tech Arbeitsplatztechnik Monitor housing
DE8906630U1 (nl) * 1989-05-30 1989-09-07 Cera Handelsgesellschaft Mbh, 8954 Biessenhofen, De
US5054953A (en) * 1990-01-24 1991-10-08 Videoplastic S.P.A. Self-adjusting device for mutual locking of two bodies, having a variable distance between fastening points
EP0484037A2 (en) * 1990-10-31 1992-05-06 Matsushita Electric Industrial Co., Ltd. Television receiver
DE4128152A1 (de) * 1991-08-24 1993-02-25 Loewe Opta Gmbh Gehaeuse fuer ein fernsehempfangsgeraet

Family Cites Families (9)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3283072A (en) * 1963-09-27 1966-11-01 Warwick Electronics Inc Picture tube catch devices
US4338635A (en) * 1980-06-03 1982-07-06 Audiotronics Video Display Division, Inc. Cathode ray tube monitor
US4360838A (en) * 1981-08-17 1982-11-23 Zenith Radio Corporation Means and method for mounting cathode ray picture tubes
DE3233734C2 (de) * 1982-09-11 1984-07-05 Loewe Opta Gmbh, 8640 Kronach Fernsehempfangsgerätegehäuse
JPS6169280A (ja) * 1984-09-13 1986-04-09 Matsushita Electric Ind Co Ltd テレビジヨン受像機の組立方法
US4644408A (en) * 1985-12-16 1987-02-17 Rca Corporation Television receiver having multi-purpose chassis frame
JP2637954B2 (ja) * 1986-07-30 1997-08-06 松下電器産業株式会社 キヤビネツト
JPH0668096B2 (ja) * 1988-08-19 1994-08-31 ピーピージー・インダストリーズ・インコーポレイテッド オルガノポリシロキサン含有被覆組成物
JPH04296179A (ja) * 1991-03-25 1992-10-20 Sony Corp ベズル

Patent Citations (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0232917A2 (de) * 1986-02-14 1987-08-19 Siemens Nixdorf Informationssysteme Aktiengesellschaft Verfahren sowie Klemmverbindung und Halterung zur Montage von Bildschirmgeräten
EP0244238A2 (en) * 1986-04-30 1987-11-04 RCA Thomson Licensing Corporation Self-fixtured kinescope
DE3713939C1 (en) * 1987-04-25 1988-05-05 Ergo Tech Arbeitsplatztechnik Monitor housing
DE8906630U1 (nl) * 1989-05-30 1989-09-07 Cera Handelsgesellschaft Mbh, 8954 Biessenhofen, De
US5054953A (en) * 1990-01-24 1991-10-08 Videoplastic S.P.A. Self-adjusting device for mutual locking of two bodies, having a variable distance between fastening points
EP0484037A2 (en) * 1990-10-31 1992-05-06 Matsushita Electric Industrial Co., Ltd. Television receiver
DE4128152A1 (de) * 1991-08-24 1993-02-25 Loewe Opta Gmbh Gehaeuse fuer ein fernsehempfangsgeraet

Also Published As

Publication number Publication date
JPH07193769A (ja) 1995-07-28
DE4446711C2 (de) 1997-03-13
US5699132A (en) 1997-12-16
JP3097799B2 (ja) 2000-10-10
NL193082C (nl) 1998-09-08
NL193082B (nl) 1998-05-06
DE4446711A1 (de) 1995-06-29

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL9402214A (nl) Elektronenstraalbuisweergeefinrichting met vereenvoudigde bevestigingsstructuur en montagewerkwijze.
US20050120689A1 (en) Fastening element and arrangement
US20070175835A1 (en) Shelf structure for loading computer equipment
CN110017654B (zh) 搁架的安装结构及冰箱
KR101641087B1 (ko) 전자기기용 대형 디스플레이 패널 이송용 파레트
JP2005067225A (ja) 車両の床構造
US7143535B1 (en) Full view sign assembly with protuberances
US9437123B2 (en) Sign assembly
CN218852230U (zh) 一种拉篮结构
US20180127206A1 (en) Structural member connection having improved structural support
US20200291717A1 (en) Modular frame design
EP2991178A1 (en) Clamp for panel-mounted electronics modules or other devices
KR20030067850A (ko) 엘시디모니터의 착탈 가능한 베이스 구조
JP2000037236A (ja) 自在棚及び自在棚運搬用キャスタ
US20020008421A1 (en) Wheel cover assembly
KR20100084359A (ko) 조립식 스틸박스
US5074701A (en) Connector system for store fixtures
CN213451175U (zh) 一种固定led显示屏背架用连接装置
JPS6225914Y2 (nl)
CN215555059U (zh) 一种拼接周转箱
KR200180461Y1 (ko) 건전지 진열대
JPH0640101Y2 (ja) 箱の周壁構造
US11434080B2 (en) Tank cover lifting tool
JP2019041822A (ja) 鞄及び鞄の製造方法
KR200449798Y1 (ko) 인서트 프레임 및 이를 이용한 인서트 조립체

Legal Events

Date Code Title Description
A1A A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20050701